Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...
Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ... Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...
pag. 94 van 132 RIVM rapport 265011004 4.3.3 Risico’s en beheersmaatregelen Naast de risico’s die eerder in de paragraaf over toediening van parenterale infusen werden beschreven, is het mogelijk dat bij parenterale voeding enkele specifieke risico’s optreden. Waar in de literatuur beheersmaatregelen worden genoemd zijn deze in het overzicht opgenomen. Tabel 25. Voorbeelden van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van parenterale voeding thuis. Risico’s Beheersmaatregelen Voor algemene risico’s van infuusbehandeling: zie paragraaf 4.1.3. Infectie. Kan leiden tot kathetersepsis (een potentieel levensbedreigende complicatie bij centraal veneuze katheters). Verstopping van de katheter door de voeding (vaak door neergeslagen vet). Veneuze trombose (frequent). Hematothorax (zeldzaam). Luchtembolie (zeldzaam). Hartritmestoornissen (zeldzaam). Trombose bij een arterioveneuze shunt (frequent). Lokale infectie bij een arterioveneuze shunt (zeldzaam). Hyper- en hypoglykemie (redelijk frequent). Bron: [Naber et al., 2005]. Zeer hygiënisch en nauwkeurig te werk gaan. Infectie bestrijden. Zonodig katheter verwijderen. Alarmfunctie; infusie natronloog 0,1%; zonodig katheter verwijderen. Zonodig katheter verwijderen. Zonodig katheter verwijderen. Naber et al. (2005) noemen verder nog een aantal voedingsdeficiënties en na langdurige behandeling optredende orgaanstoornissen.
RIVM rapport 265011004 pag. 95 van 132 Literatuur KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuwing. 2003. Catalogus Thuiszorgtechnologie: Infuus- en injectiebehandelingen. (geraadpleegd: 18-02- 2005). Naber AHJ, Rings EHHM, George E, Tolboom JJM, Jonkers C, Sauerwein HP. 2005. De behandeling van darmfalen met parenterale thuisvoeding bij kinderen en volwassenen. Ned Tijdschr Geneesk. 149: 385-390. Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everdingen en JH Glerum (red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812. Reeuwijk-Werkhorst J van, Quak ABWM, Vos HEF. 2003. Richtlijnen voor thuisbehandeling met sondevoeding en parenterale voeding – Eisen aan organisatie, zorgproces en hulpmiddelen. Uitgave door RET, TNO, BMG, LUMC, KITTZ en ZonMw. Leiden. Versteegen EH. 1999. VWS Quick scan Medische Hulpmiddelen – de markt van de hulpmiddelen voor het toedienen van voeding. Heemstede: Seygraaf. Wipkink-Bakker A, Heuvel E van den, Strebe E. 1999. Voeding buiten alles om. Werkboek parenterale voeding voor ziekenhuis en thuis. Maarssen: Stichting RET. ZonMw, ZorgOnderzoek Nederland en Medische Wetenschappen. 1998. Thuiszorgtechnologie: programma.
- Page 43 and 44: RIVM rapport 265011004 pag. 43 van
- Page 45 and 46: RIVM rapport 265011004 pag. 45 van
- Page 47 and 48: RIVM rapport 265011004 pag. 47 van
- Page 49 and 50: RIVM rapport 265011004 pag. 49 van
- Page 51 and 52: RIVM rapport 265011004 pag. 51 van
- Page 53 and 54: RIVM rapport 265011004 pag. 53 van
- Page 55 and 56: RIVM rapport 265011004 pag. 55 van
- Page 57 and 58: RIVM rapport 265011004 pag. 57 van
- Page 59 and 60: RIVM rapport 265011004 pag. 59 van
- Page 61 and 62: RIVM rapport 265011004 pag. 61 van
- Page 63 and 64: RIVM rapport 265011004 pag. 63 van
- Page 65 and 66: RIVM rapport 265011004 pag. 65 van
- Page 67 and 68: RIVM rapport 265011004 pag. 67 van
- Page 69 and 70: RIVM rapport 265011004 pag. 69 van
- Page 71 and 72: RIVM rapport 265011004 pag. 71 van
- Page 73 and 74: RIVM rapport 265011004 pag. 73 van
- Page 75 and 76: RIVM rapport 265011004 pag. 75 van
- Page 77 and 78: RIVM rapport 265011004 pag. 77 van
- Page 79 and 80: RIVM rapport 265011004 pag. 79 van
- Page 81 and 82: RIVM rapport 265011004 pag. 81 van
- Page 83 and 84: RIVM rapport 265011004 pag. 83 van
- Page 85 and 86: RIVM rapport 265011004 pag. 85 van
- Page 87 and 88: RIVM rapport 265011004 pag. 87 van
- Page 89 and 90: RIVM rapport 265011004 pag. 89 van
- Page 91 and 92: RIVM rapport 265011004 pag. 91 van
- Page 93: RIVM rapport 265011004 pag. 93 van
- Page 97 and 98: RIVM rapport 265011004 pag. 97 van
- Page 99 and 100: RIVM rapport 265011004 pag. 99 van
- Page 101 and 102: RIVM rapport 265011004 pag. 101 van
- Page 103 and 104: RIVM rapport 265011004 pag. 103 van
- Page 105 and 106: RIVM rapport 265011004 pag. 105 van
- Page 107 and 108: RIVM rapport 265011004 pag. 107 van
- Page 109 and 110: RIVM rapport 265011004 pag. 109 van
- Page 111 and 112: RIVM rapport 265011004 pag. 111 van
- Page 113 and 114: RIVM rapport 265011004 pag. 113 van
- Page 115 and 116: RIVM rapport 265011004 pag. 115 van
- Page 117 and 118: RIVM rapport 265011004 pag. 117 van
- Page 119 and 120: RIVM rapport 265011004 pag. 119 van
- Page 121 and 122: RIVM rapport 265011004 pag. 121 van
- Page 123 and 124: RIVM rapport 265011004 pag. 123 van
- Page 125 and 126: RIVM rapport 265011004 pag. 125 van
- Page 127 and 128: RIVM rapport 265011004 pag. 127 van
- Page 129 and 130: RIVM rapport 265011004 pag. 129 van
- Page 131 and 132: RIVM rapport 265011004 pag. 131 van
pag. 94 van 132 RIVM rapport 265011004<br />
4.3.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />
Naast <strong>de</strong> risico’s die eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> paragraaf over toedien<strong>in</strong>g van parenterale <strong>in</strong>fusen wer<strong>de</strong>n<br />
beschreven, is het mogelijk dat bij parenterale voed<strong>in</strong>g enkele specifieke risico’s optre<strong>de</strong>n.<br />
Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht<br />
opgenomen.<br />
Tabel 25. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van parenterale voed<strong>in</strong>g thuis.<br />
Risico’s Beheersmaatregelen<br />
Voor algemene risico’s van <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g:<br />
zie paragraaf 4.1.3.<br />
Infectie. Kan lei<strong>de</strong>n tot kathetersepsis (een<br />
potentieel levensbedreigen<strong>de</strong> complicatie bij<br />
centraal veneuze katheters).<br />
Verstopp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> katheter door <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />
(vaak door neergeslagen vet).<br />
Veneuze trombose (frequent).<br />
Hematothorax (zeldzaam).<br />
Luchtembolie (zeldzaam).<br />
Hartritmestoornissen (zeldzaam).<br />
Trombose bij een arterioveneuze shunt<br />
(frequent).<br />
Lokale <strong>in</strong>fectie bij een arterioveneuze shunt<br />
(zeldzaam).<br />
Hyper- en hypoglykemie (re<strong>de</strong>lijk frequent).<br />
Bron: [Naber et al., 2005].<br />
Zeer hygiënisch en nauwkeurig te werk gaan.<br />
Infectie bestrij<strong>de</strong>n. Zonodig katheter<br />
verwij<strong>de</strong>ren.<br />
Alarmfunctie; <strong>in</strong>fusie natronloog 0,1%; zonodig<br />
katheter verwij<strong>de</strong>ren.<br />
Zonodig katheter verwij<strong>de</strong>ren.<br />
Zonodig katheter verwij<strong>de</strong>ren.<br />
Naber et al. (2005) noemen ver<strong>de</strong>r nog een aantal voed<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>ficiënties en na langdurige<br />
behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> orgaanstoornissen.