Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...
Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ... Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...
pag. 56 van 132 RIVM rapport 265011004 Platform Telemedicine Nederland 2002. De telemedicine monitor 2000-2002 – Bevindingen van het Platform Telemedicine Nederland. Rijswijk: Quantes. Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everdingen en JH Glerum (red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812. Renine, Stichting Registratie Nierfunctievervanging Nederland. (geraadpleegd 15-03-2005). Renine, Stichting Registratie Nierfunctievervanging Nederland. 2005. Persoonlijke communicatie. WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 1997. Infectiepreventie bij hemodialyse. (geraadpleegd 07-07-2005). WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 2004. Verpleeghuis- woon- en thuiszorg: Dialyse (CAPD/CCPD). (geraadpleegd 07-07-2005).
RIVM rapport 265011004 pag. 57 van 132 3.6 Vacuümtherapie voor wondbehandeling 3.6.1 Typen apparatuur en werking Bij wondbehandeling door middel van vacuümtherapie worden steriel schuim (polyurethaan of polyvinylalcohol foam) en een zuigcanule in de wond aangebracht. Het geheel wordt luchtdicht afgeplakt met transparantfolie en vacuüm gezogen met een drainagepomp. Door de negatieve druk (vacuüm) wordt de circulatie (bloed en lymfe) in de wond hersteld en wordt de wond gestimuleerd tot de vorming van granulatieweefsel. Het teveel aan weefselvocht wordt weggezogen met afvoerslangen naar een opvangbeker. Daardoor wordt bacteriegroei belemmerd en de infectiekans verkleind. De wondbedekking dient enkele malen per week verwisseld te worden in tegenstelling tot andere wondbehandelingsmethoden waarbij de wond enkele malen per dag moet worden verschoond. Idealiter wordt de apparatuur 24 uur per dag toegepast. Behandeling vindt meestal plaats gedurende 4 tot 6 weken [Kaufman en Pahl, 2003; KITTZ, 2003]. De grotere systemen zijn uitgerust met alarmfuncties, bijvoorbeeld voor uitval van de apparatuur of een volle opvangbeker. Voor ambulant gebruik bestaan kleinere uitvoeringen van de apparatuur voorzien van een accu [Ballard en Baxter, 2001; KITTZ, 2003; World wide wounds]. De pomp heeft weinig onderhoud nodig en kan worden afgenomen met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. De opvangbeker moet minimaal één keer per week worden vervangen [KITTZ, 2005]. Accessoires - schuim; - folie; - opvangbeker; - afvoerslang. De behandeling wordt meestal intramuraal, maar soms ook thuis, gestart en gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de medisch specialist. Inzet van vacuümapparatuur thuis dient ten laste te komen van het ziekenhuisbudget. Zorg wordt verleend door een thuiszorgverpleegkundige. Eventueel kan de patiënt of verzorger zelf bepaalde handelingen verrichten. De controle wordt voornamelijk in het ziekenhuis gedaan. Als de wond kleiner wordt, kan op reguliere wondbehandeling overgestapt [CVZ, 2004; KITTZ, 2005]. Tenminste één bedrijf levert in Nederland complete wondbehandelingsapparatuur (inclusief accessoires) die geschikt is voor thuisgebruik. Dit bedrijf draagt tevens zorg voor de levering van de wondbehandelingspomp, de disposables en verzorgt ook instructie en training van zorgverleners [KITTZ, 2003]. Patiënten kunnen 24 uur per dag een beroep doen op deze leverancier. Verder is er een bedrijf dat pompen en materialen levert waarmee vacuümtherapie voor wondbehandeling toegepast kan worden [KITTZ, pers. comm.], maar deze apparatuur is niet geschikt voor toepassing thuis. 3.6.2 Indicaties en gebruikersaantallen Wondbehandeling door middel van vacuümtherapie wordt toegepast bij verschillende typen wonden. In de thuissituatie wordt de therapie voornamelijk ingezet bij ulcus cruris, decubitus en buikwonden. Contra-indicaties zijn bijvoorbeeld gebruik op wonden met kwaadaardig of necrotisch weefsel, onbehandelde beenmergontsteking, fistels naar organen of lichaamsholtes en actieve bloedingen [KITTZ, 2005].
- Page 5 and 6: RIVM rapport 265011004 pag. 5 van 1
- Page 7 and 8: RIVM rapport 265011004 pag. 7 van 1
- Page 9 and 10: RIVM rapport 265011004 pag. 9 van 1
- Page 11 and 12: RIVM rapport 265011004 pag. 11 van
- Page 13 and 14: RIVM rapport 265011004 pag. 13 van
- Page 15 and 16: RIVM rapport 265011004 pag. 15 van
- Page 17 and 18: RIVM rapport 265011004 pag. 17 van
- Page 19 and 20: RIVM rapport 265011004 pag. 19 van
- Page 21 and 22: RIVM rapport 265011004 pag. 21 van
- Page 23 and 24: RIVM rapport 265011004 pag. 23 van
- Page 25 and 26: RIVM rapport 265011004 pag. 25 van
- Page 27 and 28: RIVM rapport 265011004 pag. 27 van
- Page 29 and 30: RIVM rapport 265011004 pag. 29 van
- Page 31 and 32: RIVM rapport 265011004 pag. 31 van
- Page 33 and 34: RIVM rapport 265011004 pag. 33 van
- Page 35 and 36: RIVM rapport 265011004 pag. 35 van
- Page 37 and 38: RIVM rapport 265011004 pag. 37 van
- Page 39 and 40: RIVM rapport 265011004 pag. 39 van
- Page 41 and 42: RIVM rapport 265011004 pag. 41 van
- Page 43 and 44: RIVM rapport 265011004 pag. 43 van
- Page 45 and 46: RIVM rapport 265011004 pag. 45 van
- Page 47 and 48: RIVM rapport 265011004 pag. 47 van
- Page 49 and 50: RIVM rapport 265011004 pag. 49 van
- Page 51 and 52: RIVM rapport 265011004 pag. 51 van
- Page 53 and 54: RIVM rapport 265011004 pag. 53 van
- Page 55: RIVM rapport 265011004 pag. 55 van
- Page 59 and 60: RIVM rapport 265011004 pag. 59 van
- Page 61 and 62: RIVM rapport 265011004 pag. 61 van
- Page 63 and 64: RIVM rapport 265011004 pag. 63 van
- Page 65 and 66: RIVM rapport 265011004 pag. 65 van
- Page 67 and 68: RIVM rapport 265011004 pag. 67 van
- Page 69 and 70: RIVM rapport 265011004 pag. 69 van
- Page 71 and 72: RIVM rapport 265011004 pag. 71 van
- Page 73 and 74: RIVM rapport 265011004 pag. 73 van
- Page 75 and 76: RIVM rapport 265011004 pag. 75 van
- Page 77 and 78: RIVM rapport 265011004 pag. 77 van
- Page 79 and 80: RIVM rapport 265011004 pag. 79 van
- Page 81 and 82: RIVM rapport 265011004 pag. 81 van
- Page 83 and 84: RIVM rapport 265011004 pag. 83 van
- Page 85 and 86: RIVM rapport 265011004 pag. 85 van
- Page 87 and 88: RIVM rapport 265011004 pag. 87 van
- Page 89 and 90: RIVM rapport 265011004 pag. 89 van
- Page 91 and 92: RIVM rapport 265011004 pag. 91 van
- Page 93 and 94: RIVM rapport 265011004 pag. 93 van
- Page 95 and 96: RIVM rapport 265011004 pag. 95 van
- Page 97 and 98: RIVM rapport 265011004 pag. 97 van
- Page 99 and 100: RIVM rapport 265011004 pag. 99 van
- Page 101 and 102: RIVM rapport 265011004 pag. 101 van
- Page 103 and 104: RIVM rapport 265011004 pag. 103 van
- Page 105 and 106: RIVM rapport 265011004 pag. 105 van
pag. 56 van 132 RIVM rapport 265011004<br />
Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland 2002. De telemedic<strong>in</strong>e monitor 2000-2002 – Bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen<br />
van het Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland. Rijswijk: Quantes.<br />
Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />
(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />
Ren<strong>in</strong>e, Sticht<strong>in</strong>g Registratie Nierfunctievervang<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. <br />
(geraadpleegd 15-03-2005).<br />
Ren<strong>in</strong>e, Sticht<strong>in</strong>g Registratie Nierfunctievervang<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. 2005. Persoonlijke<br />
communicatie.<br />
WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 1997. Infectiepreventie bij hemodialyse. <br />
(geraadpleegd 07-07-2005).<br />
WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 2004. Verpleeghuis- woon- en thuiszorg: Dialyse<br />
(CAPD/CCPD). (geraadpleegd 07-07-2005).