Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...

Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ... Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...

rivm.openrepository.com
from rivm.openrepository.com More from this publisher
06.08.2013 Views

pag. 118 van 132 RIVM rapport 265011004 5.2 Respiratoire en circulatoire monitoring 5.2.1 Typen apparatuur en werking Monitoren voor respiratoire gassen, zoals zuurstof- of koolstofdioxide, worden meest ingezet voor de monitoring van de cardiorespiratoire status van de patiënt bij operaties en op de intensive care, maar zijn ook in andere omgevingen geïntroduceerd, zoals bij de patiënt thuis. Meest voorkomend zijn monitoren die het zuurstofgehalte en hartslag meten, de zogenaamde pulsoxymeters. Hierbij wordt een sensor aangebracht op een pulserend arterieel vaatbed, zoals op een vinger of een teen. De sensor bevat een dubbele lichtbron (dat wil zeggen rode en infrarode diodes, de zogenaamde LEDs) en een fotodetector. Op het display van deze monitor zijn zichtbaar: - de zuurstofverzadiging van hemoglobine in het arteriële bloed (procentueel); - de pulsfrequentie (slagen per minuut); - eventueel een golfvorm of een andere indicatie van de pulsamplitude. De meeste pulsoxymeters geven ook een hoorbaar signaal af tegelijk met elke puls. Er bestaan ook monitors die naast het zuurstof-, ook het koolstofdioxidegehalte meten (capnografie). Een deel van de apparatuur is uitgerust met een hoorbaar of visueel alarm, voor bijvoorbeeld polsslag, zuurstofspanning of lege batterij. De monitors zijn draagbaar, zoals de vinger pulsoxymeters of polsmodellen, maar er zijn ook grotere modellen verkrijgbaar (zie Figuur 21, pag. 113). De apparatuur werkt op netspanning of batterijen en bevat verder een aantal functieknoppen [CTB Utrecht, pers. comm.; PT Medical]. Accessoires - sensor (vingerklem, oorclip of zelfklevende sensoren; sensoren geschikt voor éénmalig gebruik of hergebruik; sensoren voor volwassenen of sensoren voor pediatrisch gebruik); - kabeltjes; - beschermhoes; - batterijen. Een toepassing van de apparatuur is de controle van de instelling van beademingsapparatuur bij de patiënt thuis. Hierbij wordt een gecombineerde oxymeter/capnograaf ingezet door een medewerker van het CTB. De apparatuur wordt in het beademingssysteem aangesloten. Meestal vindt een meting gedurende de nacht plaats. De dag erna wordt de apparatuur opgehaald. Aan de hand van de opgeslagen gegevens in het geheugen van de apparatuur wordt bekeken of de instelling van het beademingsapparaat juist is. De meting wordt twee keer per jaar of zonodig vaker gedaan [CTB Utrecht, pers. comm.; ErasmusMC, 2004]. Ook komt het voor dat de pulsoxymeter als extra bewaking bij kinderen met thuisbeademing wordt ingezet [CTB Rotterdam, pers. comm.] Onderhoud van de apparatuur is beperkt tot het reinigen van de buitenkant van de apparatuur en vervanging van de sensoren. De eenvoudigere modellen hoeven niet gekalibreerd te worden tijdens de levensduur van het apparaat [PT Medical, pers. comm.]. De gecombineerde capnograaf/pulsoxymeter moet maandelijks gekalibreerd worden [CTB Utrecht, pers. comm]. 5.2.2 Indicaties en gebruikersaantallen De apparatuur voor respiratoire en circulatoire bewaking wordt onder meer ingezet bij: - thuisbeademing (ter controle op de instelling van de apparatuur of ter bewaking bij kinderen); - zuurstoftherapie;

RIVM rapport 265011004 pag. 119 van 132 - apneumonitor; - preventie van wiegendood (apparatuur met alarmfunctie). [CTB Rotterdam, pers. comm; PT Medical, pers. comm.]. Het gebruikersaantal van pulsoxymeters in de thuissituatie is onbekend, mede omdat de apparatuur ingezet wordt ter ondersteuning of controle van uiteenlopende behandelingen. 5.2.3 Risico’s en beheersmaatregelen In onderstaande tabel zijn risico’s van de monitors voor respiratoire gassen weergegeven. Risico’s treden vooral op wanneer de apparatuur wordt ingezet voor continue bewaking van de patiënt. Waar in de literatuur beheersmaatregelen worden genoemd zijn deze in het overzicht opgenomen. Tabel 34. Voorbeelden van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van apparatuur voor respiratoire en circulatoire bewaking thuis. Risico’s Beheersmaatregelen Verkeerde interpretatie van de meetwaarden. Training en het lezen van de gebruiksaanwijzing zijn noodzakelijk voor gebruik van deze apparatuur. Metingen kunnen onnauwkeurig of vertekend zijn, door fel licht, bewegingen, verf/pigmenten/nagellak op de plaats van de sensor, blootstelling van de apparatuur aan vocht of door plaatsing van de sensor op een extremiteit met een bloedrukmanchet, een arteriële katheter of een intravasculaire infuuslijn. Weefselbeschadigingen. Bijvoorbeeld verbranding of drukplekken door onjuiste plaatsing van de sensor, langdurig gebruik van de sensor of door gebruik van een sensor met onbedekte optische onderdelen. Lege batterij. Storingen in apparatuur. Uitval alarmfunctie. Niet opmerken (visueel) alarm. Om vertekeningen door fel licht te voorkomen de sensorplaats met ondoorzichtig materiaal bedekken. Om vertekening door bewegingen te voorkomen moet de sensor op een plek bevestigd worden waar beweging minimaal is. Men dient te controleren of de sensor stevig is aangebracht. Ook kunnen zelfklevende sensoren in plaats van klemmen gebruikt worden. De plaats van de sensor moet voor gebruik gereinigd worden. Keuze van de juiste maat klem op basis van patiëntkenmerken. Speciale klemmen zijn beschikbaar voor pediatrisch gebruik. De klem mag niet beschadigd zijn of teveel druk uitoefenen. Regelmatige controle van de plaatsing van de sensor. Juiste aansluiting van de elektriciteitskabels zodat de batterij niet onnodig aangesproken wordt. Routinematige controle van de batterij. Alarm. Controle van de functies vóór gebruik. Controle alarmfunctie vóór gebruik. Gebruik van apparatuur met hoorbaar alarm. Uitval apparatuur. Bron: [Hanning en Alexander, 1995; Hill en Stoneham, 2000; ECRI; Nellcor, 2001; Stoneham et al., 1994].

RIVM rapport 265011004 pag. 119 van 132<br />

- apneumonitor;<br />

- preventie van wiegendood (apparatuur met alarmfunctie).<br />

[CTB Rotterdam, pers. comm; PT Medical, pers. comm.].<br />

Het gebruikersaantal van pulsoxymeters <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> is onbekend, me<strong>de</strong> omdat <strong>de</strong><br />

apparatuur <strong>in</strong>gezet wordt ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g of controle van uiteenlopen<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.<br />

5.2.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel zijn risico’s van <strong>de</strong> monitors voor respiratoire gassen weergegeven.<br />

Risico’s tre<strong>de</strong>n vooral op wanneer <strong>de</strong> apparatuur wordt <strong>in</strong>gezet voor cont<strong>in</strong>ue bewak<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> patiënt. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het<br />

overzicht opgenomen.<br />

Tabel 34. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van apparatuur voor respiratoire en<br />

circulatoire bewak<strong>in</strong>g thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Verkeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong> meetwaar<strong>de</strong>n. Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en het lezen van <strong>de</strong> gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g<br />

zijn noodzakelijk voor gebruik van <strong>de</strong>ze<br />

apparatuur.<br />

Met<strong>in</strong>gen kunnen onnauwkeurig of vertekend<br />

zijn, door fel licht, beweg<strong>in</strong>gen,<br />

verf/pigmenten/nagellak op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong><br />

sensor, blootstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur aan vocht<br />

of door plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor op een<br />

extremiteit met een bloedrukmanchet, een<br />

arteriële katheter of een <strong>in</strong>travasculaire<br />

<strong>in</strong>fuuslijn.<br />

Weefselbeschadig<strong>in</strong>gen. Bijvoorbeeld<br />

verbrand<strong>in</strong>g of drukplekken door onjuiste<br />

plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor, langdurig gebruik van<br />

<strong>de</strong> sensor of door gebruik van een sensor met<br />

onbe<strong>de</strong>kte optische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Lege batterij.<br />

Stor<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> apparatuur.<br />

Uitval alarmfunctie.<br />

Niet opmerken (visueel) alarm.<br />

Om verteken<strong>in</strong>gen door fel licht te voorkomen<br />

<strong>de</strong> sensorplaats met ondoorzichtig materiaal<br />

be<strong>de</strong>kken.<br />

Om verteken<strong>in</strong>g door beweg<strong>in</strong>gen te voorkomen<br />

moet <strong>de</strong> sensor op een plek bevestigd wor<strong>de</strong>n<br />

waar beweg<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>imaal is. Men dient te<br />

controleren of <strong>de</strong> sensor stevig is aangebracht.<br />

Ook kunnen zelfkleven<strong>de</strong> sensoren <strong>in</strong> plaats van<br />

klemmen gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />

De plaats van <strong>de</strong> sensor moet voor gebruik<br />

gere<strong>in</strong>igd wor<strong>de</strong>n.<br />

Keuze van <strong>de</strong> juiste maat klem op basis van<br />

patiëntkenmerken. Speciale klemmen zijn<br />

beschikbaar voor pediatrisch gebruik. De klem<br />

mag niet beschadigd zijn of teveel druk<br />

uitoefenen. Regelmatige controle van <strong>de</strong><br />

plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor.<br />

Juiste aansluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> elektriciteitskabels<br />

zodat <strong>de</strong> batterij niet onnodig aangesproken<br />

wordt. Rout<strong>in</strong>ematige controle van <strong>de</strong> batterij.<br />

Alarm.<br />

Controle van <strong>de</strong> functies vóór gebruik.<br />

Controle alarmfunctie vóór gebruik.<br />

Gebruik van apparatuur met hoorbaar alarm.<br />

Uitval apparatuur.<br />

Bron: [Hann<strong>in</strong>g en Alexan<strong>de</strong>r, 1995; Hill en Stoneham, 2000; ECRI; Nellcor, 2001; Stoneham et al., 1994].

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!