06.08.2013 Views

Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...

Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...

Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

RIVM rapport 265011004/2005<br />

<strong>Geavanceer<strong>de</strong></strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>thuissituatie</strong>: <strong>in</strong>ventarisatie, gebruikersaantallen<br />

en risico’s<br />

ML Hollestelle, ESM Hilbers, EAE van Tienhoven,<br />

RE Geertsma<br />

Contact:<br />

ML Hollestelle<br />

Centrum voor Biologische Geneesmid<strong>de</strong>len en Medische Technologie van het RIVM<br />

marianne.hollestelle@rivm.nl<br />

Dit on<strong>de</strong>rzoek werd verricht <strong>in</strong> opdracht en ten laste van <strong>de</strong> Inspectie voor <strong>de</strong><br />

Gezondheidszorg, <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van project V/265011, kennisvraag 8.05.11, On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g<br />

IGZ Medisch Technologische Producten.<br />

RIVM, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, telefoon: 030 - 274 91 11; fax: 030 - 274 29 71


pag. 2 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 3 van 132<br />

Rapport <strong>in</strong> het kort<br />

<strong>Geavanceer<strong>de</strong></strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>: <strong>in</strong>ventarisatie,<br />

gebruikersaantallen en risico’s<br />

De patiëntveiligheid bij gebruik van geavanceer<strong>de</strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong><br />

kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd door het nemen van a<strong>de</strong>quate beheersmaatregelen op basis van kennis<br />

van <strong>de</strong> risico’s. Een goe<strong>de</strong> communicatie tussen alle partijen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> zorgketen is daarbij<br />

essentieel. Hoewel meestal met succes toegepast, is aandacht voor risico’s van belang omdat<br />

<strong>medische</strong> apparatuur, zoals bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur en <strong>in</strong>fuuspompen, <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> wordt <strong>in</strong>gezet.<br />

Risico’s die samenhangen met <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze apparatuur thuis ontstaan doordat <strong>de</strong><br />

<strong>technologie</strong> ook wordt toegepast door m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschool<strong>de</strong> personen zoals patiënten en<br />

mantelzorgers. Daarnaast hebben professionele zorgverleners niet altijd <strong>de</strong> gelegenheid om<br />

voldoen<strong>de</strong> vaardigheid te ontwikkelen, wor<strong>de</strong>n technische en <strong>medische</strong> problemen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

snel ont<strong>de</strong>kt en zijn <strong>de</strong>ze soms m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel te verhelpen dan <strong>in</strong> het ziekenhuis. In het<br />

algemeen zijn <strong>de</strong> risico’s het grootst voor <strong>technologie</strong>ën die op populatieniveau bij veel<br />

patiënten wor<strong>de</strong>n toegepast, die vitale functies overnemen, die <strong>in</strong>vasief zijn of waarmee<br />

stoffen wor<strong>de</strong>n toegediend. Inci<strong>de</strong>nten hangen vaak samen met gebruiksfouten, maar ook<br />

ontwerpfouten en technische mankementen komen voor.<br />

Zo zijn belangrijke beheersmaatregelen met betrekk<strong>in</strong>g tot productveiligheid: <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van apparatuur geschikt voor thuisgebruik, aanpass<strong>in</strong>g van<br />

gebruiksaanwijz<strong>in</strong>gen en het aanbrengen van goe<strong>de</strong> alarmfuncties. Organisatorische<br />

beheersmaatregelen betreffen beperk<strong>in</strong>g van het assortiment apparaten waarmee<br />

zorgverleners moeten werken, <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen en aandacht<br />

voor begeleid<strong>in</strong>g van patiënten en mantelzorgers. Ook is een dui<strong>de</strong>lijke afbaken<strong>in</strong>g van taken<br />

en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> betrokken partijen noodzakelijk. Implementatie van<br />

beheersmaatregelen is belangrijk, temeer daar <strong>de</strong> gebruikersaantallen <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren nog<br />

zullen stijgen.<br />

Trefwoor<strong>de</strong>n: thuiszorg, <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong>, gebruikersaantallen, risico, patiëntveiligheid,<br />

gebruiksfout


pag. 4 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 5 van 132<br />

Abstract<br />

Overview, frequency of use and risks of advanced medical <strong>technologie</strong>s <strong>in</strong> home care<br />

Advanced medical <strong>technologie</strong>s, like respiratory and <strong>in</strong>travenous therapy <strong>de</strong>vices, are f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>creas<strong>in</strong>g use <strong>in</strong> the home and this trend will cont<strong>in</strong>ue <strong>in</strong> the near future. Home use of these<br />

complex medical <strong>de</strong>vices implies several risks. Acknowledgement of the risks by all the<br />

parties <strong>in</strong>volved – <strong>in</strong>dustry, government agencies, health practitioners and <strong>in</strong>surance<br />

companies – and a<strong>de</strong>quate communication between all parties <strong>in</strong> the cha<strong>in</strong> of care, as well as<br />

the implementation of proper preventive measures, will enhance patient safety. In general,<br />

risks are higher when a technology is <strong>in</strong>vasive, used for life support or for the application of<br />

substances, and when it is applied to a large number of patients. Risks are often related to use<br />

errors and arise because at home poorly qualified persons, such as patients or <strong>in</strong>formal carers,<br />

are us<strong>in</strong>g the <strong>de</strong>vice as well. Even home care professionals do not always have the<br />

opportunity to <strong>de</strong>velop sufficient skills. Failures <strong>in</strong> <strong>de</strong>sign and technical problems also occur.<br />

Defects or medical problems may not be i<strong>de</strong>ntified immediately and cannot always be solved<br />

as promptly as <strong>in</strong> the <strong>in</strong>tramural sett<strong>in</strong>g. Important precautions that can be taken are the<br />

further <strong>de</strong>velopment of <strong>de</strong>vices <strong>de</strong>signed for home use and adaptation of user manuals.<br />

Organizational precautions are the plac<strong>in</strong>g of limitations on the assortment of <strong>de</strong>vices that<br />

professionals use, employment of specialized nurs<strong>in</strong>g teams, <strong>in</strong>struction and supervision of<br />

patient and <strong>in</strong>formal carers, and f<strong>in</strong>ally, a clear <strong>de</strong>marcation of the tasks and responsibilities<br />

of all parties.<br />

Keywords: home care, medical technology, frequency of use, risk, patient safety, use error


pag. 6 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 7 van 132<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Steeds meer behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen waarvoor patiënten voorheen <strong>in</strong> het ziekenhuis wer<strong>de</strong>n<br />

opgenomen, wor<strong>de</strong>n tegenwoordig aangebo<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Dit kan tijd- en<br />

kostenbespar<strong>in</strong>g opleveren voor zowel patiënt als zijn of haar omgev<strong>in</strong>g. Ook zou <strong>de</strong><br />

kwaliteit van leven van patiënten kunnen verbeteren door een toename van <strong>de</strong> autonomie.<br />

Bovendien tre<strong>de</strong>n <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsgerelateer<strong>de</strong> risico’s, zoals ziekenhuis<strong>in</strong>fecties, niet of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

vaak op. Er zijn echter ook risico’s verbon<strong>de</strong>n aan het thuisgebruik van <strong>medische</strong> apparatuur,<br />

zeker waar het gaat om technisch complexe apparatuur. Inzicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> omvang van het<br />

gebruik, <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> risico’s rond <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om a<strong>de</strong>quate<br />

beheersmaatregelen <strong>in</strong> te voeren, leidt tot bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiëntveiligheid. Met<br />

gebruikmak<strong>in</strong>g van bestaan<strong>de</strong> literatuur, gegevensbestan<strong>de</strong>n van diverse <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,<br />

beursbezoek en <strong>in</strong>terviews met veldpartijen is hiertoe een <strong>in</strong>ventarisatie uitgevoerd.<br />

Dit rapport beoogt een bijdrage te leveren aan <strong>de</strong> veilige toepass<strong>in</strong>g van geavanceer<strong>de</strong><br />

<strong>medische</strong> apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> en is gericht aan alle partijen die hierbij een rol<br />

spelen.<br />

<strong>Geavanceer<strong>de</strong></strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> thuis<br />

De <strong>technologie</strong>ën zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> drie hoofdcategorieën: (1) on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g<br />

fysiologische functies, (2) toedien<strong>in</strong>g van medicatie en voed<strong>in</strong>g, (3) monitor<strong>in</strong>g (zie<br />

tekstbox 1).<br />

1. On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g fysiologische functies<br />

- Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g<br />

- Slaapapneubehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

- Slijmuitzuigapparatuur<br />

- Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

- Thuisdialyse<br />

- Vacuümtherapie voor wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

- Anti-<strong>de</strong>cubitus behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

- Uitwendige elektrostimulatie<br />

- Cont<strong>in</strong>uous Passive Motion<br />

- Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

2. Toedien<strong>in</strong>g<br />

- Infuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met medicamenten of bloedproducten<br />

- Insul<strong>in</strong>epomptherapie<br />

- Parenterale voed<strong>in</strong>g<br />

- Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g<br />

- UV-therapie<br />

- Vernevel<strong>in</strong>g<br />

3. Monitor<strong>in</strong>g<br />

- Cardiotocografie bij risicozwangerschap<br />

- Respiratoire en circulatoire monitor<strong>in</strong>g<br />

Tekstbox 1. Overzicht van geavanceer<strong>de</strong> technieken <strong>in</strong> dit rapport.<br />

De meeste <strong>technologie</strong>ën wor<strong>de</strong>n toegepast vanuit een groot aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Enkele<br />

hoogrisico <strong>technologie</strong>ën voor bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g en dialyse wor<strong>de</strong>n alleen toegepast on<strong>de</strong>r<br />

begeleid<strong>in</strong>g vanuit speciale centra. Daarnaast zijn er behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die vooralsnog <strong>in</strong><br />

beperkte mate thuis wor<strong>de</strong>n toegepast, vaak <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van on<strong>de</strong>rzoeksprojecten, zoals<br />

wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met vacuümtherapie.


pag. 8 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

De nieuwste ontwikkel<strong>in</strong>gen liggen vooral op het terre<strong>in</strong> van communicatie<strong>technologie</strong><br />

waardoor begeleid<strong>in</strong>g en bewak<strong>in</strong>g op afstand mogelijk wordt. De nachtelijke thuisdialyse is<br />

hiervan een goed voorbeeld. Ook wor<strong>de</strong>n <strong>technologie</strong>ën steeds compacter en eenvoudiger <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> bedien<strong>in</strong>g.<br />

Omvang gebruik<br />

Speciale centra voor thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g en dialyse registeren het aantal gebruikers goed.<br />

Hierdoor is het aantal gebruikers van bijbehoren<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën vrij nauwkeurig en<br />

betrouwbaar bekend. Voor <strong>de</strong> overige <strong>technologie</strong>ën bleek het lastiger om betrouwbare<br />

getallen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en hebben aantallen een grote marge. De omvang van het gebruik van <strong>de</strong><br />

<strong>technologie</strong>ën uit dit rapport varieert van enkele tientallen (apparatuur voor hemodialyse en<br />

parenterale voed<strong>in</strong>g) tot een veelvoud van 10.000. Technologieën die het meest frequent<br />

wor<strong>de</strong>n toegepast zijn vernevelaars, zuurstofapparatuur, elektrostimulatoren, <strong>in</strong>fuuspompen<br />

en apparatuur voor slaapapneu.<br />

Voor <strong>de</strong> meeste <strong>technologie</strong>ën werd over <strong>de</strong> afgelopen jaren een groei <strong>in</strong> het aantal<br />

thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen gezien. Het is <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong>ze trend zal doorzetten. De grootste<br />

stijg<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n verwacht voor apparatuur voor slaapapneu, <strong>in</strong>fuuspompen, <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompen<br />

en vernevelaars. Toename van het aantal ou<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> wens van patiënten om thuis behan<strong>de</strong>ld<br />

te wor<strong>de</strong>n, extramuralisatie van <strong>de</strong> zorg en technische ontwikkel<strong>in</strong>gen zijn hiervoor enkele<br />

on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> factoren. Voor uitwendige elektrostimulatie, peritoneaaldialyse en voor<br />

son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g lijkt het gebruik te stabiliseren of licht te dalen. De re<strong>de</strong>n hiervoor is<br />

vooralsnog niet dui<strong>de</strong>lijk.<br />

Risico’s thuis<br />

De risico’s bij het gebruik van technisch complexe hulpmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> hebben<br />

vooral betrekk<strong>in</strong>g op toepass<strong>in</strong>gsfouten. Voorbeel<strong>de</strong>n zijn fouten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g of plaats<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> apparatuur of verkeer<strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. Toepass<strong>in</strong>gsfouten tre<strong>de</strong>n op omdat <strong>de</strong> <strong>technologie</strong><br />

ook wordt toegepast door niet of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschool<strong>de</strong> personen, zoals <strong>de</strong> patiënt zelf of <strong>de</strong><br />

mantelzorger. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> professionele observatie van <strong>de</strong> patiënt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r cont<strong>in</strong>u dan <strong>in</strong> het<br />

ziekenhuis en <strong>de</strong>fecten aan apparatuur komen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel aan het licht. Zorgverleners en<br />

technici zijn m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel ter plaatse om hulp te bie<strong>de</strong>n bij problemen. Ook voor zorgverleners<br />

is <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> soms lastig, aangezien zij niet altijd <strong>de</strong> gelegenheid hebben om voldoen<strong>de</strong><br />

vaardigheid te ontwikkelen, vooral wanneer zij met veel verschillen<strong>de</strong> typen apparatuur te<br />

maken krijgen. Daarnaast werken zorgverleners vaak op <strong>in</strong>dividuele basis en kunnen zij niet<br />

overleggen over bepaal<strong>de</strong> keuzes. Tenslotte neemt <strong>de</strong> kans op communicatie- en<br />

overdrachtsfouten toe door het grote aantal partijen dat betrokken is bij thuiszorg<strong>technologie</strong>,<br />

zeker daar waar patiënten met meer<strong>de</strong>re technieken tegelijk wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld. Naast<br />

gebruiksfouten komen ook technische mankementen voor.<br />

In het algemeen zijn <strong>de</strong> risico’s het grootst wanneer <strong>de</strong> techniek op populatieniveau door veel<br />

patiënten wordt toegepast (bijvoorbeeld apparatuur voor slaapapneu, zuurstofapparatuur), als<br />

<strong>de</strong> techniek bedoeld is voor on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van vitale functies (bijvoorbeeld<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur), wanneer sprake is van toedien<strong>in</strong>g van stoffen (bijvoorbeeld<br />

voed<strong>in</strong>gspompen) of als het gaat om <strong>in</strong>vasieve technieken (bijvoorbeeld <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g).<br />

Risicobeheers<strong>in</strong>g/aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

Het beheersen van <strong>de</strong> risico’s draagt bij aan <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiëntveiligheid. De<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van maatregelen om <strong>de</strong> kans op <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten te verkle<strong>in</strong>en is dan ook <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van alle betrokkenen. De beheersmaatregelen liggen op verschillen<strong>de</strong><br />

terre<strong>in</strong>en: productontwikkel<strong>in</strong>g, keuze voor geschikte apparatuur, on<strong>de</strong>rhoud door<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen/thuiszorgleveranciers en kennis van apparatuur bij zowel zorgverlener,<br />

mantelzorger als patiënt.


RIVM rapport 265011004 pag. 9 van 132<br />

Het ontwerpen van eenvoudig te bedienen producten, voorzien van een dui<strong>de</strong>lijke<br />

gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g voor thuisgebruik en <strong>in</strong>dien noodzakelijk een goe<strong>de</strong> alarmfunctie, zijn<br />

maatregelen op het terre<strong>in</strong> van productontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

Indien er besloten wordt tot aanschaf van apparatuur dient <strong>de</strong>ze compatibel te zijn met <strong>de</strong><br />

(on-)mogelijkhe<strong>de</strong>n voor thuisgebruik. Het streven naar beperk<strong>in</strong>g van het assortiment<br />

apparatuur door zorgverleners kan eraan bijdragen dat meer ervar<strong>in</strong>g met bepaal<strong>de</strong> typen<br />

apparatuur wordt opgedaan.<br />

Het verhogen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigheid v<strong>in</strong>dt zijn weerslag <strong>in</strong> het <strong>in</strong>zetten van teams van<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen. Wanneer een ziekenhuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis wordt<br />

voortgezet kunnen liaison- of transferverpleegkundigen <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van een <strong>technologie</strong><br />

thuis <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen lei<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> nodige kennis bun<strong>de</strong>len. Voor diverse technieken zijn al<br />

richtlijnen verschenen die het proces van een verantwoor<strong>de</strong> thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g schetsen en die<br />

<strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van diverse betrokkenen. Het is aan te bevelen dat<br />

gebruikers op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong>ze richtlijnen en hiernaar han<strong>de</strong>len.<br />

Tenslotte is het ook van belang voldoen<strong>de</strong> capaciteit vrij te maken voor tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g van en<br />

voorlicht<strong>in</strong>g aan niet of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschool<strong>de</strong> personen, zodat zij over voldoen<strong>de</strong> kennis en<br />

vaardigheid beschikken om het hulpmid<strong>de</strong>l op een veilige en effectieve wijze toe te passen.<br />

Voldoen<strong>de</strong> ruimte voor nazorg of frequente monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt door bijvoorbeeld<br />

telecommunicatietoepass<strong>in</strong>gen zorgen ervoor dat <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> patiënt ook na <strong>de</strong><br />

aanvangsfase gewaarborgd blijft.


pag. 10 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 11 van 132<br />

Voorwoord<br />

Dit on<strong>de</strong>rzoek is uitgevoerd <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. De<br />

achterliggen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n is een gesignaleer<strong>de</strong> toename <strong>in</strong> het gebruik van geavanceer<strong>de</strong><br />

thuiszorg<strong>technologie</strong>. Een ontwikkel<strong>in</strong>g die veel voor<strong>de</strong>len biedt. Getracht is een zo volledig<br />

mogelijk beeld te geven van diverse soorten complexe apparatuur, <strong>de</strong> aantallen patiënten bij<br />

wie <strong>de</strong>ze apparatuur wordt toegepast en <strong>de</strong> risico’s die dit met zich mee kan brengen.<br />

Hiermee wil dit rapport <strong>in</strong>formatie bie<strong>de</strong>n die kan bijdragen aan een optimale beheers<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> risico’s van het toepassen van <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> thuis.<br />

Vele <strong>de</strong>skundigen zijn bereid geweest hun ervar<strong>in</strong>gen te <strong>de</strong>len en commentaar te leveren op<br />

versies of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het rapport. Een aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen heeft gegevens beschikbaar<br />

gesteld over <strong>de</strong> omvang van het gebruik. Jacquel<strong>in</strong>e Pleiter (ZonMw) en Heleen Buijze<br />

(Z-org) hebben het conceptrapport kritisch doorgelezen. De auteurs van dit rapport willen een<br />

ie<strong>de</strong>r hartelijk bedanken voor zijn of haar bijdrage.


pag. 12 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 13 van 132<br />

Inhoud<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g 15<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g 15<br />

1.2 Vraagstell<strong>in</strong>g 15<br />

1.3 Leeswijzer 15<br />

2. Metho<strong>de</strong> 17<br />

3. On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g fysiologische functies 21<br />

3.1 Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g 21<br />

3.2 Slaapapneubehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 29<br />

3.3 Slijmuitzuigapparatuur 35<br />

3.4 Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 39<br />

3.5 Thuisdialyse 51<br />

3.6 Vacuümtherapie voor wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 57<br />

3.7 Anti-<strong>de</strong>cubitus behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 61<br />

3.8 Uitwendige elektrostimulatie 67<br />

3.9 Cont<strong>in</strong>uous Passive Motion 71<br />

3.10 Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 74<br />

4. Toedien<strong>in</strong>g 77<br />

4.1 Infuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met medicamenten of bloedproducten 77<br />

4.2 Insul<strong>in</strong>epomptherapie 89<br />

4.3 Parenterale voed<strong>in</strong>g 92<br />

4.4 Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g 96<br />

4.5 UV-therapie 102<br />

4.6 Vernevel<strong>in</strong>g 105<br />

5. Monitor<strong>in</strong>g 115<br />

5.1 Cardiotocografie bij risicozwangerschap 115<br />

5.2 Respiratoire en circulatoire monitor<strong>in</strong>g 118<br />

6. Discussie 121<br />

6.1 Complexe <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> bij <strong>de</strong> patiënt thuis 121<br />

6.2 Omvang gebruik 121<br />

6.3 Toekomstig gebruik 123<br />

6.4 Risico’s en beheersmaatregelen 123<br />

7. Conclusies 129<br />

Afkort<strong>in</strong>genlijst 131


pag. 14 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 15 van 132<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g<br />

Medische zorgverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> omvat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re verpleg<strong>in</strong>g, behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en<br />

begeleid<strong>in</strong>g van patiënten. Hierbij kan het gaan om drie typen zorgprocessen, kortdurend -<br />

genezend, kortdurend - term<strong>in</strong>aal of chronische zorg.<br />

De vraag naar <strong>medische</strong> zorg thuis stijgt [VWS] en daarb<strong>in</strong>nen groeit <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van<br />

(complexe) <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong>. Oorzaken van bei<strong>de</strong> aspecten zijn:<br />

- <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g: het toenemend aantal ou<strong>de</strong>ren gaat gepaard met een sterk groeiend<br />

aantal chronisch zieke en term<strong>in</strong>ale patiënten;<br />

- <strong>de</strong> wens van patiënten om zorg zoveel mogelijk thuis te laten plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n;<br />

- het beleid van extramuralisatie uit kostenoverweg<strong>in</strong>gen;<br />

- het beschikbaar komen van apparatuur geschikt voor toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>.<br />

Deze ontwikkel<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n ertoe dat steeds complexere verpleegkundig-technische<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n [NIVEL].<br />

Dit betekent voor <strong>de</strong> Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg (IGZ) dat zij zich bij haar toezicht<br />

op <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> sterkere mate óók op <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> zal richten.<br />

1.2 Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Ten behoeve van toezichtactiviteiten b<strong>in</strong>nen het programma ‘Thuiszorg en zorgverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>, <strong>in</strong>clusief kraamzorg’ heeft IGZ aan <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Medische Technologie<br />

(MET) van het RIVM gevraagd een <strong>in</strong>ventarisatie te maken van risico’s rond <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g<br />

van geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg. De vraagstell<strong>in</strong>g luid<strong>de</strong>:<br />

1. Geef een overzicht van geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën voor monitor<strong>in</strong>g,<br />

lichaamsfunctieon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g die voorheen bijna uitsluitend <strong>in</strong> een<br />

<strong>in</strong>tramurale sett<strong>in</strong>g toegepast wer<strong>de</strong>n, maar tegenwoordig of <strong>in</strong> <strong>de</strong> nabije toekomst ook <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

thuiszorg <strong>in</strong>gezet wor<strong>de</strong>n.<br />

2. Geef van elke <strong>technologie</strong> aan bij hoeveel patiënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg <strong>de</strong>ze naar schatt<strong>in</strong>g<br />

toegepast werd <strong>in</strong> het jaar 2004, welke trends <strong>in</strong> aantallen gebruikers voor <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

<strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg voorzien zijn voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2005 tot en met 2009, en wat <strong>de</strong><br />

risico’s zijn van gebruik van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg.<br />

De beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze vragen moet IGZ <strong>in</strong> staat stellen om te bepalen waar <strong>de</strong> accenten<br />

gelegd moeten wor<strong>de</strong>n bij het gefaseer<strong>de</strong> toezicht op <strong>de</strong> thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

1.3 Leeswijzer<br />

In dit rapport zijn achttien geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën beschreven. Deze zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

<strong>in</strong> <strong>technologie</strong>ën voor on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van fysiologische functies (hoofdstuk 3), voor<br />

toedien<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>g of medicatie (hoofdstuk 4) en voor monitor<strong>in</strong>g (hoofdstuk 5). Per<br />

<strong>technologie</strong> wordt kort <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g beschreven, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> typen apparatuur genoemd, en<br />

wordt aandacht besteed aan <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> zorg rondom <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g thuis.<br />

Vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>dicaties voor gebruik genoemd en wordt <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> aantallen<br />

patiënten waarbij <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> thuis wordt toegepast en <strong>de</strong> trends hier<strong>in</strong>. Tot slot wordt


pag. 16 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

aandacht besteed aan <strong>de</strong> eventuele risico’s en aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze risico’s te<br />

beheersen. Voor een zevental <strong>technologie</strong>ën werd tevens een analyse gemaakt van <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten die <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren zijn opgetre<strong>de</strong>n met behulp van databestan<strong>de</strong>n als<br />

MAUDE van <strong>de</strong> FDA 1 .<br />

Geraadpleeg<strong>de</strong> literatuur is per <strong>technologie</strong> bij elke paragraaf opgenomen.<br />

Alle gebruikte afkort<strong>in</strong>gen zijn opgenomen <strong>in</strong> een lijst aan het e<strong>in</strong>d van het rapport.<br />

Literatuur<br />

NIVEL. (geraadpleegd 31-03-2005).<br />

VWS, M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Brancherapporten – Thuiszorg –<br />

Zorggebruik en productie. (geraadpleegd 16-06-2005).<br />

1<br />

Manufacturer and User Facility Device Experience Database (MAUDE) van <strong>de</strong> Food and Drugs<br />

Adm<strong>in</strong>istration (FDA).


RIVM rapport 265011004 pag. 17 van 132<br />

2. Metho<strong>de</strong><br />

Er zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren al enige studies verschenen over <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg [Van Kammen,<br />

2004; RVZ, 2001; STOOM, 1999; STT/Van Kammen, 2002]. Deze rapporten gaan vooral <strong>in</strong><br />

op <strong>de</strong> gevolgen voor het zorgproces, op <strong>de</strong> noodzakelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> structuur,<br />

organisatie en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheidszorg en op <strong>de</strong> specifieke eisen aan het ontwerp<br />

van <strong>de</strong> apparatuur, <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> <strong>in</strong>structie en <strong>in</strong>formatie. Er wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

publicaties veel <strong>technologie</strong>ën genoemd, maar zij gaan m<strong>in</strong><strong>de</strong>r diep <strong>in</strong> op <strong>de</strong> technieken zelf<br />

en op mogelijke risico’s en veiligheidsaspecten.<br />

On<strong>de</strong>r toepass<strong>in</strong>g van <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> wordt <strong>in</strong> dit rapport verstaan:<br />

zorgverlen<strong>in</strong>g met behulp van <strong>medische</strong> apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> door een me<strong>de</strong>werker<br />

van een thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g of door een beroepsbeoefenaar van een an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, zoals<br />

een ziekenhuis.<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>ventarisatie van geavanceer<strong>de</strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong>ën voor toepass<strong>in</strong>g thuis is <strong>in</strong><br />

dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong>formatie verzameld uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bronnen:<br />

- recente rapporten (bijvoorbeeld ZonMw, TNO, RVZ, CVZ), handboeken en richtlijnen<br />

(bijvoorbeeld CBO);<br />

- on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s (ZonMw, STOOM, KITTZ,<br />

NIVEL/Prismant/Trimbos<strong>in</strong>stituut, NITEL);<br />

- aanbod van thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, medisch facilitaire bedrijven en telemedic<strong>in</strong>e<br />

<strong>in</strong>itiatieven;<br />

- betrokken patiëntenverenig<strong>in</strong>gen.<br />

Bij <strong>de</strong> selectie van <strong>technologie</strong>ën zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>in</strong>clusiecriteria gehanteerd:<br />

- <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> is geavanceerd, dat wil zeggen technisch complex;<br />

- <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> werd voorheen voornamelijk <strong>in</strong>tramuraal toegepast, maar wordt<br />

tegenwoordig of <strong>in</strong> <strong>de</strong> nabije toekomst ook extramuraal <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg <strong>in</strong>gezet;<br />

- er is een <strong>in</strong>dicatie vereist voor het gebruik van <strong>de</strong> <strong>technologie</strong>;<br />

- <strong>de</strong> techniek maakt on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van het verpleegkundig technisch han<strong>de</strong>len (<strong>in</strong>clusief<br />

<strong>de</strong> verpleegkundige observatie).<br />

Technologieën voor zorgon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> low-care producten) zijn niet geavanceerd en<br />

wor<strong>de</strong>n daarom niet beschreven <strong>in</strong> dit rapport. Van een aantal geavanceer<strong>de</strong> hulpmid<strong>de</strong>len is,<br />

<strong>in</strong> overleg met IGZ, besloten om <strong>de</strong>ze niet <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ventarisatie op te nemen: bijvoorbeeld<br />

blauwlicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> kraamzorg (niet zeer geavanceerd) en tilliften, waarover <strong>in</strong> 2004 een IGZrapport<br />

verscheen [IGZ, 2004]. Van an<strong>de</strong>re al langer gebruikte hulpmid<strong>de</strong>len, zoals anti<strong>de</strong>cubitusmaterialen,<br />

zijn alleen <strong>de</strong> meest geavanceer<strong>de</strong> vormen uitgewerkt. Apparatuur voor<br />

nieuwe vormen van monitor<strong>in</strong>g wordt wel beschreven. De bijbehoren<strong>de</strong><br />

communicatieapparatuur niet. Ook nieuwe toepass<strong>in</strong>gen van telecommunicatie bij <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en bewak<strong>in</strong>g van patiënten thuis (een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

‘e-health’), wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> dit rapport niet besproken. Hiervoor wordt verwezen naar recente<br />

publicaties [Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland, 2002; RVZ, 2002; Vlaskamp et al., 2001].<br />

Hulpmid<strong>de</strong>len die door <strong>de</strong> patiënt zon<strong>de</strong>r begeleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> wor<strong>de</strong>n gebruikt<br />

zoals <strong>in</strong>-vitro diagnostica (IVD’s), <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epennen, stoma-artikelen en, voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren, bijvoorbeeld Automatische Externe Defibrillatoren (AED’s) vallen buiten <strong>de</strong> scope van


pag. 18 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

dit on<strong>de</strong>rzoek. Ook hulpmid<strong>de</strong>len die <strong>in</strong>tramuraal wor<strong>de</strong>n aan- of <strong>in</strong>gebracht, zoals<br />

<strong>in</strong>jectiepoorten voor centraal-veneuze katheters, zijn <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek niet meegenomen.<br />

Voor <strong>in</strong>formatie over gebruikersaantallen zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> partijen bena<strong>de</strong>rd:<br />

- f<strong>in</strong>anciers (CVZ, ZN/Vektis, CTG);<br />

- overheid/on<strong>de</strong>rzoeks<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re RIVM VTV, TNO, ZonMw, KITTZ);<br />

- thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en leveranciers (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Z-org 2 , gespecialiseer<strong>de</strong><br />

thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, medisch facilitaire bedrijven);<br />

- betrokken patiëntenverenig<strong>in</strong>gen of koepels.<br />

Tevens is voor het schatten van gebruikersaantallen gebruik gemaakt van gegevens uit het<br />

hulpmid<strong>de</strong>lendatabestand van het Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project (GIP) van het<br />

CVZ. De gebruikersaantallen <strong>in</strong> dit databestand zijn gebaseerd op <strong>de</strong> gegevens van een aantal<br />

ziekenfondsen. Deze gegevens zijn door CVZ geëxtrapoleerd naar het aantal verstrekk<strong>in</strong>gen<br />

van een hulpmid<strong>de</strong>l on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> totale ziekenfondspopulatie.<br />

Voor dit rapport zijn <strong>de</strong> GIP-cijfers vervolgens doorberekend naar het aantal gebruikers on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> totale Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g. Hierbij is gebruik gemaakt van <strong>de</strong> cijfers van het CBS 3 .<br />

Risico’s en beheersmaatregelen zijn overgenomen uit voornamelijk Ne<strong>de</strong>rlandstalige<br />

literatuur, waaron<strong>de</strong>r richtlijnen.<br />

In overleg met IGZ werd voor een aantal <strong>technologie</strong>ën een na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten<br />

uitgevoerd. Het betreft <strong>de</strong> apparatuur die wordt <strong>in</strong>gezet bij bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

slaapapneu, slijmuitzuigen, zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, vernevel<strong>in</strong>g, vacuümtherapie en<br />

<strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Bij <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong>ze <strong>technologie</strong>ën is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n<br />

met het aantal patiënten dat gebruik maakt van <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> en <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> risico’s<br />

die ermee samen kunnen hangen. Bij het on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten is gebruik gemaakt van<br />

enkele <strong>in</strong>ternetdatabestan<strong>de</strong>n:<br />

- Manufacturer and User Facility Device Experience Database (MAUDE) van <strong>de</strong> Food<br />

and Drugs Adm<strong>in</strong>istration (FDA) 4 <strong>in</strong> <strong>de</strong> VS.<br />

- Medical Device Safety Reports (MDSR) en het Health Device Alerts databestand van<br />

het Emergency Care Research Institute (ECRI) 5 .<br />

Daarnaast is <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternetsite van <strong>de</strong> Engelse Medic<strong>in</strong>es and Healthcare products Regulatory<br />

Agency (MHRA) 6 geraadpleegd.<br />

Het <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntenon<strong>de</strong>rzoek bestrijkt <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2001 tot en met het eerste kwartaal van 2005.<br />

Om Ne<strong>de</strong>rlandse praktijkervar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kaart te brengen zijn <strong>in</strong>terviews afgenomen bij diverse<br />

partijen die bekend zijn met <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van een <strong>technologie</strong>.<br />

2<br />

Z-org, Organisatie voor Zorgon<strong>de</strong>rnemers, tot 01-07-2005 LVT, Lan<strong>de</strong>lijke Verenig<strong>in</strong>g voor Thuiszorg.<br />

3<br />

Gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar en het gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners per jaar voor <strong>de</strong> jaartallen<br />

1997 – 2004 (Kerncijfers CBS). .<br />

4<br />

(perio<strong>de</strong> 1-1-2001 tot<br />

31-3-2005).<br />

5<br />

(perio<strong>de</strong> 1-1-2001 tot 31-3-2005).<br />

6<br />

, per 1-4-2003 zijn <strong>de</strong> Medical Devices Agency (MDA) en <strong>de</strong> Medic<strong>in</strong>es Control<br />

Agency (MCA) overgegaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> MHRA.


RIVM rapport 265011004 pag. 19 van 132<br />

Literatuur<br />

IGZ, Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2004. Tilliften: nog steeds niet zon<strong>de</strong>r risico. Den<br />

Haag: IGZ.<br />

Kammen J van. 2004. Thuiszorg<strong>technologie</strong>: achtergrondstudie. Zoetermeer: Centrum voor<br />

ethiek en gezondheid.<br />

Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland. 2002. De telemedic<strong>in</strong>e monitor: bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van het<br />

Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland. Rijswijk: Quantes.<br />

RVZ, Raad voor <strong>de</strong> Volksgezondheid en Zorg. 2001. Technologische <strong>in</strong>novatie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zorgsector. Zoetermeer: RVZ.<br />

RVZ, Raad voor <strong>de</strong> Volksgezondheid en Zorg. 2002. E-health <strong>in</strong> zicht. Zoetermeer: RVZ.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

STOOM. 1999. Technologie <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg: Stagnatie of doorstart? Bunnik: STOOM.<br />

STT Sticht<strong>in</strong>g Toekomstbeeld <strong>de</strong>r Techniek/Kammen J van (red.). 2002. Zorg<strong>technologie</strong>:<br />

kansen voor <strong>in</strong>novatie en gebruik. Den Haag: STT/Beweton.<br />

Vlaskamp FJM, Webers K, Peters-Volleberg GWM, Halteren AR van. 2001.<br />

Telemedic<strong>in</strong>e en Telecare <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg: historische ontwikkel<strong>in</strong>gen en<br />

toekomstverwacht<strong>in</strong>gen. RIVM rapport 605910008. Bitlhoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu.


pag. 20 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 21 van 132<br />

3. On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g fysiologische functies<br />

3.1 Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g<br />

3.1.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaten zijn luchtpompen die het transport van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gslucht van <strong>de</strong><br />

patiënt overnemen of on<strong>de</strong>rsteunen en <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n toegepast wanneer <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g<br />

onvoldoen<strong>de</strong> functioneert [Quak et al., 2003].<br />

Bij thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n volumegestuur<strong>de</strong> en drukgestuur<strong>de</strong> bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaten<br />

<strong>in</strong>gezet. Er bestaat tevens apparatuur die voor bei<strong>de</strong> doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n toegepast. Bij<br />

volumegestuur<strong>de</strong> bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g wordt per a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>gesteld volume lucht <strong>in</strong>geblazen<br />

(bijvoorbeeld 500 ml). Bij drukbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g wordt een luchtstroom toegediend totdat een<br />

vooraf <strong>in</strong>gestel<strong>de</strong> druk bereikt is. Het gaat daarbij om positieve drukbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g.<br />

Kurasbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g, waarbij door negatieve druk buiten het lichaam <strong>de</strong> borstkas omhoog komt,<br />

wordt niet meer toegepast en wordt daarom hier buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten. Naast druk of<br />

volume wordt bij <strong>de</strong> apparatuur ook een frequentie <strong>in</strong>gesteld. Eventueel ontvangt <strong>de</strong> patiënt<br />

ook zuurstof en bevochtig<strong>in</strong>g [CTB Rotterdam; CTB Utrecht].<br />

De patiënt wordt met een slang aangesloten op het bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaat. Toedien<strong>in</strong>g van lucht<br />

gebeurt via een neusmasker (non-<strong>in</strong>vasief) of via een tracheostoma (<strong>in</strong>vasief):<br />

- Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g via een neusmasker v<strong>in</strong>dt plaats door een op maat gemaakt masker of een<br />

kant-en-klaar masker. Vaak blijft <strong>de</strong> mond bij <strong>de</strong>ze maskers vrij. Lucht wordt<br />

rechtstreeks <strong>in</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> neusgaten geblazen met twee korte slangetjes (bij een op maat<br />

gemaakt masker) of via een centrale open<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het masker (bij een kant-en-klaar<br />

masker).<br />

- Tracheostomale bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g wordt toegepast via een tracheacanule (kunststof buis; <strong>de</strong><br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen luchtpijp en buitenwereld). Tij<strong>de</strong>ns een operatieve <strong>in</strong>greep wordt<br />

hiervoor een open<strong>in</strong>g (tracheostoma) <strong>in</strong> <strong>de</strong> hals gemaakt waardoor een directe<br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g ontstaat met <strong>de</strong> luchtpijp. Via <strong>de</strong> tracheostoma wordt <strong>de</strong> tracheacanule<br />

<strong>in</strong>gebracht.<br />

Tracheostomale bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt veelal cont<strong>in</strong>u plaats. Dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot<br />

neusmaskerbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g die vaak alleen ’s nachts wordt toegepast [CTB Utrecht]. Een nieuwe<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘mondbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g’ waarbij <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> plaats van met een<br />

masker of tracheostoma <strong>de</strong> lucht bij <strong>de</strong> mond toegediend krijgt en ophapt [CTB Utrecht, pers.<br />

comm.].<br />

Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur (zie Figuur 3, pag. 47) werkt op het lichtnet en is voorzien van een<br />

<strong>in</strong>terne accu en een externe accu als noodvoorzien<strong>in</strong>g. Soms wordt apparatuur zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>terne<br />

accu <strong>in</strong>gezet, maar dit v<strong>in</strong>dt alleen plaats bij behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die niet bedoeld zijn als ‘life<br />

support’. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> apparatuur uitgerust met alarmer<strong>in</strong>g, zoals druk-alarm, volume-alarm<br />

of netvoed<strong>in</strong>g-alarm. Thuis wordt zowel apparatuur met als zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsbeveilig<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>gezet. Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur is compacter en kent beperktere <strong>in</strong>stelmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />

vergelijk<strong>in</strong>g tot ziekenhuisapparatuur. Ook bestaat <strong>de</strong> mogelijkheid om met <strong>de</strong> apparatuur te<br />

reizen [CTB Rotterdam, pers. comm.; CTB Utrecht, pers. comm.].<br />

Accessoires<br />

- tracheacanule: tracheacanules wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> hals geplaatst en vormen <strong>de</strong><br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsweg tussen <strong>de</strong> luchtpijp en buitenwereld. Er bestaan tracheacanules met en<br />

zon<strong>de</strong>r b<strong>in</strong>nencanule. Ver<strong>de</strong>r komen tracheacanules voor met of zon<strong>de</strong>r manchet (dit is<br />

een ballon die <strong>de</strong> weg naar <strong>de</strong> mond volledig afsluit wanneer <strong>de</strong>ze opgeblazen is).


pag. 22 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Canules met manchet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel alleen <strong>de</strong> eerste dagen na <strong>de</strong> <strong>in</strong>greep van <strong>de</strong><br />

tracheostoma gebruikt. Zo wordt voorkomen dat wondvocht <strong>in</strong> <strong>de</strong> luchtpijp loopt. Na<br />

enkele dagen wordt een canule zon<strong>de</strong>r manchet aangebracht. In een enkel geval wor<strong>de</strong>n<br />

canules met manchet ook gebruikt als <strong>de</strong> patiënt thuis is, bijvoorbeeld wanneer teveel<br />

lucht ontsnapt via <strong>de</strong> mond en te we<strong>in</strong>ig lucht <strong>de</strong> longen bereikt voor <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g;<br />

- bevochtig<strong>in</strong>gsapparatuur: mogelijkhe<strong>de</strong>n tot bevochtig<strong>in</strong>g zijn:<br />

- Plaats<strong>in</strong>g van een ‘kunstneus’ <strong>in</strong> het bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gssysteem. Een kunstneus<br />

bestaat uit een plastic omhulsel met daar<strong>in</strong> een opgerol<strong>de</strong> papieren strook.<br />

Deze neemt <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> neus, mond, en keelholte over door vocht <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

uitgea<strong>de</strong>m<strong>de</strong> lucht ‘op te vangen’ en daarmee <strong>de</strong> <strong>in</strong> te blazen lucht te<br />

bevochtigen.<br />

- Elektrische bevochtiger. De <strong>in</strong>geblazen lucht wordt over al dan niet<br />

verwarmd water <strong>in</strong> een bokaal geleid. Op <strong>de</strong> bevochtiger zit een draaiknop<br />

waarmee <strong>de</strong> temperatuur geregeld wordt. De elektrische bevochtiger wordt<br />

tussen <strong>de</strong> slangen van het bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gssysteem geplaatst;<br />

- uitzuigkatheters: bij bijna elke patiënt die via een tracheostoma bea<strong>de</strong>md wordt, moet<br />

regelmatig slijm wor<strong>de</strong>n weggezogen uit bijvoorbeeld <strong>de</strong> tracheacanule. Hierbij wordt<br />

gebruik gemaakt van uitzuigkatheters (zie paragraaf 3.3);<br />

- spreekkleppen: bij patiënten met een tracheacanule kan een spreekklepje wor<strong>de</strong>n<br />

aangebracht. Spreekkleppen zijn meestal gemaakt van een hard plastic omhulsel met<br />

een beweegbaar klepje van plastic of siliconen. Bij een spreekklepje a<strong>de</strong>mt <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong><br />

via <strong>de</strong> tracheacanule (klepje open) en uit via <strong>de</strong> mond (klepje dicht). Dit systeem mag<br />

alleen wor<strong>de</strong>n toegepast bij canules zon<strong>de</strong>r manchet;<br />

- bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsballon: bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt <strong>de</strong> patiënt een<br />

(hand)bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsballon mee voor bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g <strong>in</strong> geval van nood. Bij tracheostomale<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong>ze ballon rechtstreeks, of met behulp van een harmonicaslang op <strong>de</strong><br />

tracheacanule geplaatst wor<strong>de</strong>n;<br />

- connectoren: connectoren zijn har<strong>de</strong> plastic tussenstukjes om verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen te maken<br />

tussen slangen of maskers. Er bestaan connectoren met een ‘mannetjes’- of ‘vrouwtjes’aansluit<strong>in</strong>g;<br />

[CTB Utrecht].<br />

De reguliere thuiszorg speelt slechts een beperkte rol bij thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g [Quak et al., 2005].<br />

A<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g thuis wordt namelijk voorbereid en on<strong>de</strong>rsteund door één van <strong>de</strong><br />

vier Centra voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g (CTB) gevestigd <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen, Maastricht, Utrecht en<br />

Rotterdam. Ie<strong>de</strong>r centrum verzorgt <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe zijn eigen regio. Er is geen lan<strong>de</strong>lijk gel<strong>de</strong>nd<br />

protocol voor thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. Ook verschilt <strong>de</strong> apparatuur die wordt <strong>in</strong>gezet per centrum.<br />

Getracht wordt via werkgroepen uniformiteit tussen <strong>de</strong> centra te bewerkstelligen. Met name<br />

<strong>de</strong> technici van <strong>de</strong> centra werken nauw samen.<br />

Wanneer een patiënt <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komt voor thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

apparatuur <strong>in</strong> het centrum plaats. De patiënt en <strong>de</strong> direct betrokkenen (mantelzorgers of<br />

zorgverleners) ontvangen opleid<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>structiecursussen van <strong>de</strong> CTB me<strong>de</strong>werkers.<br />

Eventueel wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> technici aanpass<strong>in</strong>gen gemaakt aan <strong>de</strong> apparatuur, zoals het<br />

bevestigen van <strong>de</strong> apparatuur op een rolstoel. Wanneer <strong>de</strong> patiënt naar huis gaat, blijft <strong>de</strong>ze<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r begeleid<strong>in</strong>g van het CTB. Patiënten die sterk<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsafhankelijk zijn, ontvangen twee apparaten mee naar huis [CTB Rotterdam, pers.<br />

comm.; CTB Utrecht, pers. comm.].<br />

De technici van <strong>de</strong> CTB zijn ook verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoudscontroles van <strong>de</strong><br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur. Het CTB controleert <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur twee keer per<br />

jaar. Ver<strong>de</strong>r zijn <strong>de</strong> centra 24 uur per dag bereikbaar voor technische en verpleegkundige<br />

on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, evenals <strong>de</strong> stor<strong>in</strong>gsdienst van <strong>de</strong> leverancier van <strong>de</strong> apparatuur [CTB Utrecht].


RIVM rapport 265011004 pag. 23 van 132<br />

Het kan zijn dat, wanneer <strong>de</strong> patiënt ook zuurstof of een an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ontvangt, <strong>de</strong><br />

apparatuur door verschillen<strong>de</strong> leveranciers geleverd wordt. Dit hangt samen met <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gskanalen voor <strong>de</strong> diverse apparatuur [CTB Rotterdam, pers.<br />

comm.].<br />

De mantelzorger of verpleegkundige dient wekelijks on<strong>de</strong>rhoud uit te voeren, zoals het<br />

re<strong>in</strong>igen van filters en het masker [CTB Utrecht, pers. comm.].<br />

3.1.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g is mogelijk door <strong>de</strong> vergevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur<br />

en is geïndiceerd bij:<br />

- spierziekten:<br />

a. aangeboren: zon<strong>de</strong>r bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g overlij<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze patiënten aan <strong>de</strong> gevolgen van een<br />

onvoldoen<strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g (hypoventilatie);<br />

b. progressieve spierziekten (sp<strong>in</strong>ale atrofieën, ziekte van Duchenne, ziekte van<br />

Becker, Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS));<br />

- longziekten (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re COPD);<br />

- borstkasafwijk<strong>in</strong>gen (bijvoorbeeld S-vormige wervelkolomveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen);<br />

- dwarslaesie;<br />

- apneusyndroom. Deze diagnosegroep omvat bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n met een neuromusculaire<br />

aandoen<strong>in</strong>g. Het klassieke obstructief slaapapneusyndroom wordt niet met bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g<br />

behan<strong>de</strong>ld, maar met cont<strong>in</strong>ue positieve druk, toegediend via een neusmasker (zie<br />

hoofdstuk 3.2).<br />

Zowel k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren als volwassenen kunnen thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g ontvangen [CTB Utrecht;<br />

ErasmusMC, 2004].<br />

Een ontwikkel<strong>in</strong>g bij chronische bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsopbouw naar <strong>de</strong><br />

hogere leeftijdsgroepen. Dit betekent zeker dat <strong>de</strong> zorgbehoefte van <strong>de</strong> bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong> toe zal<br />

nemen. Mogelijk heeft <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g ook gevolgen voor <strong>de</strong> verblijfplaats van <strong>de</strong><br />

chronisch bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>: van thuis naar een woonvorm met begeleid<strong>in</strong>g of verpleeghuis [Van <strong>de</strong>n<br />

Berg et al., 2002a].<br />

Doordat thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g altijd geregeld wordt vanuit één van <strong>de</strong> vier centra voor<br />

thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g is er <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het aantal patiënten dat bea<strong>de</strong>md wordt: <strong>de</strong> afgelopen jaren is<br />

het aantal chronisch bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n met meer dan 10% per jaar gestegen [Van <strong>de</strong>n Berg, 2002a].<br />

Oorzaken van <strong>de</strong> groei zijn het succes en <strong>de</strong> toegenomen acceptatie van <strong>de</strong> thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

[VSCA, pers. comm.]. Ook is het aantal bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n met een niet-musculaire aandoen<strong>in</strong>g<br />

gestegen.<br />

Uit een registratie van chronisch bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 2002 kwam naar voren dat bij 61% van <strong>de</strong>ze<br />

patiëntengroep non-<strong>in</strong>vasieve bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt en dat 64% aan een spierziekte lijdt<br />

[Van <strong>de</strong>n Berg, 2002b]. De meeste patiënten ontvangen drukgestuur<strong>de</strong> bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g [CTB<br />

Rotterdam, pers. comm.].<br />

Door nieuwe <strong>in</strong>dicaties, zoals COPD en obesitas, zou het aantal bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst<br />

toe kunnen nemen. Consensus moet dui<strong>de</strong>lijkheid scheppen <strong>in</strong> hoeverre chronische<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g zal wor<strong>de</strong>n toegepast bij een selectie van patiënten met <strong>de</strong>ze aandoen<strong>in</strong>gen.<br />

Daarentegen zijn er ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> waardoor bepaal<strong>de</strong> aandoen<strong>in</strong>gen niet<br />

meer met bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g hoeven te wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld [Van <strong>de</strong>n Berg et al., 2002a; VSCA, pers.<br />

comm.]. Schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> groei van het aantal thuisbea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren<br />

lopen uiteen van 5 tot 15% per jaar [CTB Rotterdam, pers. comm.; VSCA, pers. comm.].<br />

L<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van het huidige aantal bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze percentages geeft<br />

aantallen van respectievelijk 1250 tot 1750 thuisbea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 2009.


pag. 24 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Tabel 1. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal thuisbea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005 -<br />

2009<br />

ZonMw (1998) 600<br />

Registratie VSCA<br />

chronisch<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>de</strong>n 1<br />

Quak, et al. (2005)<br />

CTB Rotterdam,<br />

pers. comm.<br />

848<br />

waarvan<br />

thuis:<br />

671<br />

902<br />

waarvan<br />

thuis:<br />

578<br />

1 Bron: Van <strong>de</strong>n Berg et al., 2002a; Van <strong>de</strong>n Berg, 2002b; VSCA, pers.comm.<br />

1100<br />

waarvan<br />

thuis:<br />

880<br />

900<br />

><br />

(lichte<br />

groei)<br />

1000 >><br />

(groei)<br />

3.1.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Zoeken <strong>in</strong> het FDA-MAUDE-databestand over <strong>de</strong> afgelopen vijf jaar 7 levert circa<br />

1900 <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaten op. De <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur die<br />

plaatsvon<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> patiënt thuis (n=115) zijn geanalyseerd. Deze <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten ontston<strong>de</strong>n<br />

voornamelijk door:<br />

- uitval van <strong>de</strong> apparatuur of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daarvan (bijvoorbeeld display, accu): circa<br />

60%;<br />

- stor<strong>in</strong>gen van het alarm (bijvoorbeeld het alarm gaat niet af bij uitval van <strong>de</strong><br />

apparatuur): circa 35%.<br />

Inci<strong>de</strong>nten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> met een do<strong>de</strong>lijke afloop of waarbij <strong>de</strong> patiënt letsel opliep<br />

(circa 20%) waren <strong>in</strong> afnemen<strong>de</strong> frequentie het gevolg van: uitval van het<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaat (n=9), al dan niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met uitval van het alarm (n=6),<br />

verkeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van apparatuur (met name alarmfunctie) (n=5), te laat of niet opmerken<br />

van het alarm door mantelzorgers of zorgverlener (n=5), losraken van <strong>de</strong> slang of<br />

tracheacanule (n=3) en een blokka<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang (n=1).<br />

Een afzon<strong>de</strong>rlijke analyse van <strong>de</strong> meld<strong>in</strong>gen over toevoerslangen (circa 60 meld<strong>in</strong>gen,<br />

waarvan zo’n 10% thuis) toon<strong>de</strong> dat <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten betrekk<strong>in</strong>g had<strong>de</strong>n op losraken van een slang,<br />

een lek <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang (door scheurtjes of breuk), verstopp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> luchttoevoer <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang en<br />

<strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate verkeer<strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. In één vijf<strong>de</strong> van <strong>de</strong> meld<strong>in</strong>gen kwam<br />

het voor dat smeltplekken <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang ontston<strong>de</strong>n door verwarm<strong>in</strong>gselementen <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang. Dit<br />

kan tot verstopp<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang lei<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong>rgelijke slangen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

nauwelijks thuis toegepast [CTB Utrecht, pers. comm.]. Van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met<br />

toevoerslangen leid<strong>de</strong> een <strong>de</strong>el tot levensbedreigen<strong>de</strong> situaties of overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt<br />

doordat geen of nauwelijks luchttoevoer mogelijk was.<br />

De MHRA ontv<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r enkele meld<strong>in</strong>gen waarbij patiënten met een tracheacanule letstel<br />

opliepen door onjuiste bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> canule aan an<strong>de</strong>re hulpmid<strong>de</strong>len (vernevelaar,<br />

zuurstofslang). Patiënten liepen daarbij longscha<strong>de</strong> op, omdat alleen gassen wer<strong>de</strong>n<br />

aangevoerd, maar niet kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n afgevoerd. Bij bevestig<strong>in</strong>g van hulpmid<strong>de</strong>len aan een<br />

tracheacanule moet altijd gecontroleerd wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> patiënt kan uita<strong>de</strong>men.<br />

7<br />

productco<strong>de</strong>s ‘CBK’, ‘MNT’, ‘MNS’, ‘LSZ’ <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met <strong>de</strong> zoekterm ‘home’; perio<strong>de</strong> 2001 tot en met<br />

het eerste kwartaal van 2005.


RIVM rapport 265011004 pag. 25 van 132<br />

Daarnaast wijst <strong>de</strong> MHRA op het risico van <strong>in</strong>a<strong>de</strong>quate ventilatie door filters en bevochtigers.<br />

De luchtstroom kan belemmerd wor<strong>de</strong>n door onjuiste plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>in</strong> het<br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gssysteem. Correcte plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

luchtweerstand tij<strong>de</strong>ns gebruik van <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len is noodzakelijk.<br />

In Tabel 2 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur en toebehoren<br />

weergegeven. De grootste risico’s tre<strong>de</strong>n op bij tracheostomale bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g en bij patiënten<br />

die cont<strong>in</strong>ue bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g nodig hebben [CTB Rotterdam, pers. comm.]. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur<br />

beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 2. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Tracheacanule<br />

Verstopte canule, door bijvoorbeeld slijm of<br />

<strong>in</strong>gegroeid weefsel.<br />

Infecties, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>perio<strong>de</strong> na <strong>de</strong><br />

operatieve <strong>in</strong>greep.<br />

Losraken van <strong>de</strong> tracheacanule.<br />

Onjuiste bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> canule aan an<strong>de</strong>re<br />

hulpmid<strong>de</strong>len.<br />

Het verkeerd plaatsen van <strong>de</strong> tracheacanule,<br />

zodat <strong>de</strong>ze niet meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> trachea uitkomt.<br />

Het niet meer terug kunnen plaatsen van een<br />

canule door het dichtvallen van <strong>de</strong><br />

tracheostoma.<br />

Luchtlekkage rond trachea. De gevolgen<br />

hiervan zijn veelal niet ernstig.<br />

Slangen<br />

Geen luchttoevoer door het losschieten van <strong>de</strong><br />

slang. Ver<strong>de</strong>r kan luchttoevoer wor<strong>de</strong>n beperkt<br />

door knikken van <strong>de</strong> slang, een blokka<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

slang of scheurtjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang.<br />

N.B. Het is mogelijk dat het alarm niet afgaat<br />

wanneer <strong>de</strong> slang losschiet en het uite<strong>in</strong><strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> slang tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>kens terecht komt. Er<br />

wordt dan geen drukverschil gesignaleerd wordt<br />

door <strong>de</strong> apparatuur.<br />

B<strong>in</strong>nencanule verwij<strong>de</strong>ren en controleren op<br />

verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Indien tracheacanule zon<strong>de</strong>r<br />

b<strong>in</strong>nencanule, gehele canule verwij<strong>de</strong>ren en<br />

vervangen.<br />

Frequente re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nencanule. Zie WIP<br />

richtlijn Verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> luchtwegen [2004].<br />

Gebruik van een canuleband die <strong>de</strong> canule op<br />

zijn plaats houdt.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g. Controle of er een uitweg is voor <strong>de</strong><br />

uitgea<strong>de</strong>m<strong>de</strong> lucht.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g.<br />

Apparatuur geeft alarmsignaal af.<br />

Monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt.


pag. 26 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaat<br />

Niet juist <strong>in</strong>gesteld bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaat/<br />

alarmgrenzen.<br />

Stor<strong>in</strong>gen aan apparatuur, <strong>in</strong>clusief uitval.<br />

Stor<strong>in</strong>gen van het alarm.<br />

Niet opmerken van het alarm.<br />

Stroomuitval.<br />

Lege accu bij montage van <strong>de</strong> apparatuur op een<br />

rolstoel.<br />

Ineffectieve bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g door<br />

verkeer<strong>de</strong>/onvoldoen<strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

apparatuur (met name filters).<br />

Ineffectieve bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g door verkeer<strong>de</strong><br />

opbouw.<br />

Besmett<strong>in</strong>g van het expiratiege<strong>de</strong>elte via <strong>de</strong><br />

uita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gslucht (sommige apparatuur). De<br />

kans dat dit voorkomt is nihil.<br />

Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsballon<br />

Te snel of te langzaam handmatig bea<strong>de</strong>men<br />

waardoor lage bloeddruk of hypoxie optreedt.<br />

Spreekkleppen<br />

Geen uitweg voor uitgea<strong>de</strong>m<strong>de</strong> lucht bij gebruik<br />

van spreekklep bij een canule met manchet.<br />

Controle van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur vóór<br />

gebruik. De <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g mag alleen wor<strong>de</strong>n<br />

gewijzigd door of <strong>in</strong> overleg met een <strong>de</strong>skundige<br />

van het bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gscentrum. Gebruik van<br />

apparatuur met <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsbeveilig<strong>in</strong>g.<br />

Halfjaarlijkse thuismet<strong>in</strong>g van het zuurstof- en<br />

koolzuurgehalte van het bloed om te controleren<br />

of <strong>de</strong> voorgeschreven <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g nog volstaat.<br />

Lever<strong>in</strong>g van twee apparaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong><br />

bij patiënten die sterk bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsafhankelijk<br />

zijn. Patiënten moeten 24 uur per dag een beroep<br />

kunnen doen op een stor<strong>in</strong>gsdienst.<br />

Controle van <strong>de</strong> alarmfuncties vóór aansluit<strong>in</strong>g<br />

apparatuur op patiënt.<br />

Cont<strong>in</strong>ue zorg en begeleid<strong>in</strong>g van patiënten die<br />

<strong>in</strong>vasieve bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g ontvangen.<br />

Automatische overschakel<strong>in</strong>g van apparatuur op<br />

accu. Alarmfunctie.<br />

Interne accu van bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur<br />

regelmatig separaat opla<strong>de</strong>n via het lichtnet <strong>in</strong><br />

geval van montage van <strong>de</strong> apparatuur op een<br />

rolstoel. De <strong>in</strong>terne accu van <strong>de</strong><br />

bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur wordt namelijk niet via <strong>de</strong><br />

accula<strong>de</strong>r van een rolstoelaccu opgela<strong>de</strong>n,<br />

evenm<strong>in</strong> an<strong>de</strong>rsom.<br />

Instructie mantelzorger. Frequente re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van<br />

filters en slangen.<br />

Juiste koppel<strong>in</strong>g aan randapparatuur<br />

(bevochtigers e.d.). Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en <strong>in</strong>structie.<br />

Sterilisatie of <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectie van expiratiege<strong>de</strong>elte<br />

(afhankelijk van het apparaattype) na gebruik.<br />

Instructie en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g.<br />

Spreekkleppen niet gebruiken bij een<br />

tracheacanule met opgeblazen manchet.


RIVM rapport 265011004 pag. 27 van 132<br />

Bevochtig<strong>in</strong>gsapparatuur<br />

Teveel vocht <strong>in</strong> <strong>de</strong> slangen bij gebruik van een<br />

elektrische bevochtiger. Naast het gevaar dat <strong>de</strong><br />

patiënt vocht b<strong>in</strong>nenkrijgt, kan <strong>de</strong> alarmfunctie<br />

hierdoor verstoord raken.<br />

Infecties kunnen optre<strong>de</strong>n bij gebruik van<br />

bevochtig<strong>in</strong>gsapparatuur. Dit geldt vooral voor<br />

<strong>de</strong> elektrische bevochtiger.<br />

Een opvangbakje voor vocht <strong>in</strong> het<br />

toevoersysteem en <strong>de</strong> slangen zodanig<br />

positioneren dat vocht niet naar <strong>de</strong> patiënt toe<br />

kan stromen. Lager <strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> temperatuur<br />

van <strong>de</strong> bevochtiger zodat <strong>de</strong>ze m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vocht<br />

afgeeft.<br />

Gebruik van steriel of gekookt water voor<br />

bevochtig<strong>in</strong>gsapparatuur.<br />

Bron: [CTB Rotterdam, 2002; CTB Rotterdam; CTB Utrecht; CTB Rotterdam pers. comm.; CTB Utrecht pers.<br />

comm.; FDA-MAUDE-databestand; MHRA; WIP, 2004].<br />

Literatuur<br />

Berg B van <strong>de</strong>n. 2002b. Registratie chronisch bea<strong>de</strong>men<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> 2002.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

Berg B van <strong>de</strong>n, Timmer R, Kesteren RG van, Wijkstra P, Kampelmacher M. 2002a.<br />

Lan<strong>de</strong>lijke registratie chronisch bea<strong>de</strong>men<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. NMZ-bullet<strong>in</strong>, 13 (21).<br />

CTB Rotterdam, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

CTB Rotterdam, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2002. Protocol: Het verwisselen van een<br />

tracheacanule bij een thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gscliënt.<br />

(geraadpleegd 07-07-<br />

2005).<br />

CTB Rotterdam, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2005. Persoonlijke communicatie,<br />

verpleegkundige.<br />

CTB Utrecht, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

CTB Utrecht, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004. Monitor Hulpmid<strong>de</strong>len 2004. Diemen: CVZ.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

ErasmusMC. 2004. Patiëntenfol<strong>de</strong>r Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g Rotterdam.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

FDA Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE)<br />

(geraadpleegd<br />

22-04-2005).


pag. 28 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

MHRA, Medic<strong>in</strong>es and Healthcare products Regulatory Agency,<br />

(geraadpleegd 22-04-2005).<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Quak ABWM, Bru<strong>in</strong> SR <strong>de</strong>, Beekum WT van. 2003. Inleid<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> thuiszorg<strong>technologie</strong>.<br />

In: Handboek zorg thuis. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. C 5.1-1 – C 5.1-24.<br />

VSCA, Verenig<strong>in</strong>g Samenwerk<strong>in</strong>gsverband Chronische A<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g. 2005.<br />

Persoonlijke communicatie.<br />

WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 2004. Verpleeg- woon- en thuiszorg: Verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

luchtwegen. (geraadpleegd 07-07-2005).<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 29 van 132<br />

3.2 Slaapapneubehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

3.2.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Apparatuur voor slaapapneu voorkomt dat <strong>de</strong> keel tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> slaap ‘dichtvalt’. De apparatuur<br />

(zie Figuur 4, pag. 47) bestaat uit een luchtpomp, die via een slang en een masker een<br />

luchtstroom <strong>in</strong> <strong>de</strong> luchtwegen van <strong>de</strong> patiënt blaast. De patiënt a<strong>de</strong>mt hierbij zelf. Er bestaan<br />

drie vormen van <strong>de</strong>ze ‘a<strong>de</strong>mhulpen’:<br />

- Standaard-CPAP (Cont<strong>in</strong>uous Positive Airway Pressure): dit apparaat geeft een cont<strong>in</strong>ue<br />

druk die op een vaste waar<strong>de</strong> wordt <strong>in</strong>gesteld. Ongeveer 60% van alle gebruikers van <strong>de</strong><br />

apneu-apparatuur gebruikt <strong>de</strong>ze vorm.<br />

- BPAP (Bi-level Positive Airway Pressure): bij dit apparaat wisselt het drukniveau, namelijk<br />

een hoge druk bij het <strong>in</strong>a<strong>de</strong>men en een lagere druk bij het uita<strong>de</strong>men. Het apparaat is<br />

voorzien van een trigger-mechanisme. Hiermee <strong>de</strong>tecteert het apparaat wanneer <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong>-<br />

en uita<strong>de</strong>mt. BPAP apparatuur wordt voornamelijk toegepast bij patiënten die een zeer hoge<br />

druk nodig hebben om apneus tegen te gaan en daardoor moeite hebben met uita<strong>de</strong>men.<br />

- Auto-PAP: Dit apparaat werkt net als <strong>de</strong> standaard CPAP-apparatuur, maar afhankelijk van<br />

<strong>de</strong> mate van afsluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mweg blaast het apparaat met een meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r hoge<br />

druk. De auto-PAP wordt steeds meer thuis toegepast om <strong>de</strong> gewenste druk voor <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g vast te stellen, waarna <strong>de</strong> patiënt een standaard-CPAP ontvangt [CBO, 2001;<br />

NVSAP].<br />

Apparatuur voor slaapapneu registreert het aantal keren dat het apparaat gebruikt is en <strong>de</strong><br />

duur van elk gebruik. In meer geavanceer<strong>de</strong> typen wordt ook lekkage, druk, het aantal apneus<br />

en hypopneus bijgehou<strong>de</strong>n en zijn met software <strong>in</strong> <strong>de</strong> computer complete rapportages over<br />

het beloop van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te maken.<br />

Enkele apparaten beschikken over een kaartje dat opgestuurd kan wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> specialist.<br />

Met an<strong>de</strong>re apparatuur moet <strong>de</strong> patiënt naar <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>iek om <strong>de</strong> gegevens uit te laten lezen.<br />

De meeste toestellen beschikken over een zogenaam<strong>de</strong> ‘ramp function’ of hell<strong>in</strong>g-functie.<br />

Hiermee is het mogelijk <strong>de</strong> druk gelei<strong>de</strong>lijk op te laten lopen, waardoor het <strong>in</strong>slapen<br />

vergemakkelijkt wordt [NVSAP].<br />

CPAP wordt doorgaans via een neusmasker toegediend (nasale CPAP), maar ook ‘full face’<br />

maskers of maskers die op <strong>de</strong> mond aansluiten wor<strong>de</strong>n toegepast. Luchtbevochtigers wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt om lucht on<strong>de</strong>r overdruk te bevochtigen en eventueel te verwarmen [CBO, 2001;<br />

Kempenhaeghe, pers. comm.].<br />

Accessoires:<br />

- masker (neus/oraal);<br />

- slang;<br />

- filters;<br />

- luchtbevochtigers;<br />

- voed<strong>in</strong>gskabel.<br />

De keuze van <strong>de</strong> apparatuur is formeel <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> specialist. In praktijk<br />

zijn <strong>de</strong> voorschrijvers bij <strong>de</strong> keuze van een CPAP-apparaat afhankelijk van het contract dat<br />

bestaat tussen zorgverzekeraars en leveranciers en hebben zij daardoor nauwelijks <strong>in</strong>vloed op<br />

<strong>de</strong> keuze van het apparaat.<br />

Het <strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> apparatuur kan <strong>in</strong> een ziekenhuis of slaapcentrum plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Patiënten<br />

wor<strong>de</strong>n dan een nacht opgenomen en aan <strong>de</strong> hand van een polysomnografie (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

registratie van hersenactiviteit, a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gscurven, zuurstofgehalte van het bloed en<br />

lichaamshoud<strong>in</strong>g) wordt <strong>de</strong> druk<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g bepaald. Ook komt het voor dat ziekenhuizen<br />

gebruik maken van <strong>de</strong> diensten van een leverancier die met behulp van een Auto-PAP <strong>de</strong>


pag. 30 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

druk en het soort apparaat vaststelt. Dit staat echter op gespannen voet met <strong>de</strong> OSAS-richtlijn<br />

[De Bru<strong>in</strong> et al., 2004].<br />

Na een geslaag<strong>de</strong> proefbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (1,5 tot 6 maan<strong>de</strong>n) wordt <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>gezet. Patiënten passen apparatuur voor slaapapneu vaak langdurig toe. Het is daarom<br />

noodzakelijk <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur met een polysomnografie geduren<strong>de</strong> een hele<br />

nacht te (her)controleren [CBO, 2001].<br />

On<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> apparatuur bestaat uit huishou<strong>de</strong>lijke re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van het masker (dagelijks)<br />

en slang (wekelijks of zonodig vaker). Ver<strong>de</strong>r bevat <strong>de</strong> apparatuur filters die één keer per<br />

week moeten wor<strong>de</strong>n uitgespoeld en filters die één keer per maand moeten wor<strong>de</strong>n<br />

vervangen. Jaarlijkse controle van <strong>de</strong> apparatuur door <strong>de</strong> leverancier is noodzakelijk<br />

[Kempenhaeghe, pers. comm.; NVSAP].<br />

3.2.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Apparatuur voor slaapapneu wordt het meest voorgeschreven bij het obstructief slaap apneu<br />

syndroom (OSAS). OSAS ontstaat door verslapp<strong>in</strong>g en samenvallen van <strong>de</strong> bovenste<br />

luchtwegen bij <strong>in</strong>spiratie [CBO, 2001]. De apparatuur wordt ver<strong>de</strong>r toegepast bij mensen met<br />

a<strong>de</strong>mritmestoornissen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> slaap, waaron<strong>de</strong>r snurken <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met slaapapneu,<br />

respiratoire <strong>in</strong>sufficiëntie bij COPD en het zogenaam<strong>de</strong> ‘syndroom van toegenomen hogere<br />

luchtweerstand tij<strong>de</strong>ns slaap’(Upper Airway Resistance Syndrome (UARS)). OSAS komt<br />

vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Daarnaast wordt <strong>de</strong> aandoen<strong>in</strong>g vaker gezien bij<br />

mensen van mid<strong>de</strong>lbare leeftijd en kan overgewicht lei<strong>de</strong>n tot vererger<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aandoen<strong>in</strong>g.<br />

On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> prevalentie van OSAS laat een geschatte on<strong>de</strong>rgrens zien van 1,1% bij<br />

mannen ou<strong>de</strong>r dan 35 jaar. Naar schatt<strong>in</strong>g lij<strong>de</strong>n tenm<strong>in</strong>ste 40.000 mannen en 5000 tot<br />

20.000 vrouwen aan OSAS. Geschat wordt dat ongeveer 10.000 patiënten te maken hebben<br />

met een ernstige vorm van dit syndroom met <strong>in</strong>vali<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> klachten met complicaties [CBO,<br />

2001].<br />

Tabel 3. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van CPAP-apparatuur thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2009<br />

CVZ-GIP 1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale<br />

bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

NVSAP<br />

ZonMw (1998)<br />

Kempenhaeghe,<br />

pers. comm.<br />

1.300<br />

2.100<br />

2.100<br />

3.200<br />

4.600<br />

7.400<br />

5.700<br />

9.100<br />

7.400<br />

11.800<br />

8.300 3<br />

13.300<br />

1.100 1.800 2.900 6.300 7.900 12.500 17.000<br />

5000<br />

10.000 4<br />

16.000<br />

26.000 5<br />

>>><br />

(sterk<br />

gegroeid)<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.<br />

5 Indicatie toekomstig gebruik op basis van l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cijfers CVZ-GIP.


RIVM rapport 265011004 pag. 31 van 132<br />

In 1996 werd CPAP-apparatuur voor het eerst vergoed. Het aantal personen dat gebruik<br />

maakt van <strong>de</strong> apparatuur is s<strong>in</strong>dsdien snel toegenomen. De verwacht<strong>in</strong>g is dat dit aantal <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> jaren nog ver<strong>de</strong>r zal toenemen me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van een stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal<br />

COPD-patiënten, <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische verschuiv<strong>in</strong>gen (vergrijz<strong>in</strong>g) en <strong>de</strong> voorziene toename<br />

van het lichaamsgewicht [CBO, 2001; RIVM, 2005]. Er vanuitgaan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> trend<br />

zich voortzet, geeft l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> GIP-cijfers een aantal van circa<br />

26.000 extramurale gebruikers van CPAP-apparaten <strong>in</strong> 2009.<br />

30000<br />

25000<br />

20000<br />

15000<br />

10000<br />

5000<br />

0<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />

Figuur 1. Verloop en prognose van het aantal gebruikers van CPAP-apparatuur thuis op basis van <strong>de</strong> gegevens<br />

uit Tabel 3.<br />

3.2.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Uit een analyse van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met CPAP apparatuur (n=140; co<strong>de</strong> BZD, perio<strong>de</strong> 1-1-2001<br />

tot en met 31-3-2005) uit het MAUDE-databestand van <strong>de</strong> FDA bleek dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten grote<br />

overeenkomsten vertoon<strong>de</strong>n met die van <strong>de</strong> bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur. In volgor<strong>de</strong> van meest<br />

naar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r voorkomend zijn problemen on<strong>de</strong>r te ver<strong>de</strong>len <strong>in</strong>:<br />

- uitval/falen van <strong>de</strong> apparatuur;<br />

- problemen met alarm (met name uitval alarmfunctie);<br />

- kapotte snoeren, soms door misbruik door <strong>de</strong> patiënt;<br />

- problemen met het masker (bijvoorbeeld drukplekken, lekkage, allergie, stukgaan<br />

masker);<br />

- problemen met slang (bijvoorbeeld losschieten van <strong>de</strong> slang, op <strong>de</strong> slang gaan liggen<br />

tij<strong>de</strong>ns slaap).<br />

Hoewel <strong>de</strong> apparatuur niet bedoeld is ter vervang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gsfunctie, is een aantal<br />

patiënten overle<strong>de</strong>n terwijl zij van <strong>de</strong> CPAP-apparatuur gebruik maakten, on<strong>de</strong>r meer bij<br />

uitval van <strong>de</strong> apparatuur en losraken van <strong>de</strong> slang. Niet altijd is een directe relatie met <strong>de</strong><br />

apparatuur bewezen. An<strong>de</strong>re gevolgen voor <strong>de</strong> patiënt die gerapporteerd zijn <strong>in</strong> het FDAbestand<br />

waren huidbeschadig<strong>in</strong>gen ten gevolge van een te strak bevestigd masker of allergie.<br />

Allergie en drukplekken door het masker tre<strong>de</strong>n vooral op <strong>in</strong> <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>fase van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

en kunnen voorkomen wor<strong>de</strong>n door een <strong>de</strong>skundige begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt bij <strong>de</strong> keuze<br />

van een masker. Het losschieten of het beknellen van <strong>de</strong> slang wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

praktijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gezien, evenals <strong>de</strong>fecten aan het snoer. Wel kunnen door slijtage scheurtjes <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> slang ontstaan. Het is daarom belangrijk <strong>de</strong> slang tijdig te vervangen [Kempenhaeghe,<br />

pers. comm.].


pag. 32 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Ondanks het verschijnen van <strong>de</strong> richtlijn ‘Diagnostiek en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het obstructieve<br />

slaapapneusyndroom (OSAS) (bij volwassenen)’ [CBO, 2001] zijn er signalen dat <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur soms onvoldoen<strong>de</strong> bewaakt plaatsv<strong>in</strong>dt (dat wil zeggen zon<strong>de</strong>r<br />

begeleid<strong>in</strong>g vanuit gespecialiseer<strong>de</strong> centra), dat er onvoldoen<strong>de</strong> capaciteit is voor begeleid<strong>in</strong>g<br />

en het oefenen met <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> geval van problemen en dat <strong>de</strong> follow-up en nazorg<br />

onvoldoen<strong>de</strong> gewaarborgd is. Ook bestaat ondui<strong>de</strong>lijkheid over wie <strong>de</strong> apparatuur controleert<br />

en wanneer dit gebeurt [De Bru<strong>in</strong> et al., 2004].<br />

Voorwaar<strong>de</strong>n voor verantwoord en veilig thuisgebruik van <strong>de</strong> apparatuur zijn bijvoorbeeld:<br />

- waarborg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bereikbaarheid van <strong>de</strong> technische firma en <strong>de</strong> arts;<br />

- het <strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> apparatuur en <strong>in</strong>structie door een gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige of<br />

arts;<br />

- nazorg en follow-up van <strong>de</strong> patiënt door een gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige of arts,<br />

me<strong>de</strong> om <strong>de</strong> therapietrouw te verhogen.<br />

[Kempenhaeghe, pers. comm.; Quak et al., 2005].<br />

In Tabel 4 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van CPAP-apparaten weergegeven. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 4. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van CPAP-apparatuur.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Apparatuur<br />

Het verkeerd <strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> druk (te hoge druk<br />

kan aanleid<strong>in</strong>g geven tot hernieuw<strong>de</strong> apneus, bij<br />

te lage druk blijven apneus aanwezig of tre<strong>de</strong>n<br />

hypopneus op).<br />

Cardiorespiratoir falen.<br />

Onvoldoen<strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. Dit leidt bijvoorbeeld<br />

tot verstopp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> filters.<br />

Uitval (bijvoorbeeld door stroomuitval) van of<br />

stor<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> apparatuur. Het gevolg van uitval<br />

is <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe niet ernstig, omdat <strong>de</strong> patiënt voor<br />

zijn a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g niet afhankelijk is van <strong>de</strong><br />

apparatuur.<br />

Problemen met het alarm.<br />

Onjuiste plaats<strong>in</strong>g apparatuur, waardoor <strong>de</strong><br />

luchtstroom belemmerd kan wor<strong>de</strong>n. Dit kan<br />

lei<strong>de</strong>n tot verstikk<strong>in</strong>g.<br />

Kapot snoer.<br />

Juiste <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van apparatuur en periodieke<br />

controle. Begeleid<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>structie door<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige.<br />

Bewaakt <strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> apparatuur door<br />

mid<strong>de</strong>l van polysomnografie.<br />

Instructie door gespecialiseer<strong>de</strong><br />

verpleegkundige.<br />

Controle of <strong>de</strong> apparatuur juist functioneert en<br />

goed is <strong>in</strong>gesteld voor het starten van <strong>de</strong><br />

apparatuur.<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g. N.B. Het komt voor dat <strong>de</strong><br />

alarmfunctie niet altijd wordt <strong>in</strong>gesteld, om<br />

patiënten niet onnodig ongerust te maken.<br />

Apparatuur zodanig plaatsen dat luchttoevoer<br />

mogelijk is.


RIVM rapport 265011004 pag. 33 van 132<br />

Masker<br />

Luchtlekkage langs het masker waardoor druk<br />

wegvalt (alleen bij zeer hoge lekkage).<br />

Openvallen van <strong>de</strong> mond waardoor het effect<br />

van <strong>de</strong> CPAP verdwijnt.<br />

Allergieën en drukplekken door het masker (met<br />

name bij <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>fase van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g).<br />

Blokker<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsopen<strong>in</strong>gen<br />

waardoor CO2 wordt <strong>in</strong>gea<strong>de</strong>md.<br />

Kapot masker.<br />

Slangen<br />

Stukgaan slang.<br />

Bevochtiger<br />

Infecties bij gebruik van een bevochtiger.<br />

Keuze van het juiste type masker.<br />

Toepass<strong>in</strong>g van een ‘full face’ masker of een<br />

k<strong>in</strong>band die het openvallen van <strong>de</strong> mond tegen<br />

gaat. Gebruik van een luchtbevochtiger al dan<br />

niet met zoutoploss<strong>in</strong>g om het a<strong>de</strong>men door <strong>de</strong><br />

neus te bevor<strong>de</strong>ren.<br />

Aanmet<strong>in</strong>g van een geschikt masker en niet te<br />

zwaar aansnoeren van het masker. Begeleid<strong>in</strong>g<br />

door gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige.<br />

De uita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsopen<strong>in</strong>gen zorgen dat lucht<br />

constant wordt weggevoerd. Frequente<br />

re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g/ controle van<br />

luchtuita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsopen<strong>in</strong>gen is daarom van<br />

belang.<br />

Eén keer per jaar masker vervangen.<br />

Eén keer per jaar slang vervangen.<br />

Koken van het water voor gebruik, dagelijks<br />

re<strong>in</strong>igen van <strong>de</strong> waterbak van <strong>de</strong> bevochtiger,<br />

het masker en <strong>de</strong> slang.<br />

Bron: [CBO, 2001; FDA-MAUDE-databestand; MHRA; NVSAP; Puritan Bennet].<br />

Literatuur<br />

Bru<strong>in</strong> SR <strong>de</strong>, Quak ABWM, Keimpema ARJ van, Kaandorp CJE, Raats CJI, Barneveld TA<br />

van. 2004. Evaluatie van het gebruik van CPAP-apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Lei<strong>de</strong>n: TNO<br />

<strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met CBO.<br />

CBO, Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2001. Diagnostiek en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS) (bij volwassenen). Utrecht: CBO.<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

FDA, Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE)<br />

(geraadpleegd<br />

22-04-2005).


pag. 34 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Kempenhaeghe – expertisecentrum voor epilepsie en slaap-/waakstoornissen. 2005.<br />

Persoonlijke communicatie.<br />

MHRA, Medic<strong>in</strong>es and Healthcare products Regulatory Agency.<br />

(geraadpleegd 15-06-2005).<br />

NSVAP, Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g van Slaapapneu Patiënten. <br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

Puritan Bennet ® . 2000, 2003. Kl<strong>in</strong>ische Handleid<strong>in</strong>g KnightStar ® 330 Bi-Level-Ventilator ® .<br />

(geraadpleegd 15-03-2005).<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (2005). Nationaal Kompas<br />

Volksgezondheid, versie 3.2. (geraadpleegd 16-06-<br />

2005).<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 35 van 132<br />

3.3 Slijmuitzuigapparatuur<br />

3.3.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Slijmuitzuigapparatuur wordt gebruikt voor het wegzuigen van slijm uit mond- en keelholte<br />

om verslikken, aspiratie en <strong>in</strong>fectie te voorkomen [CTB Rotterdam, 2002; KITTZ, 2003].<br />

Uitzuigen kan via <strong>de</strong> neus, mond- of keelholte of een tracheacanule plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n [KITTZ,<br />

2003].<br />

Het uitzuigapparaat (zie Figuur 5, pag. 48) is uitgerust met een motor (zuiger-/<br />

cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rsysteem) die door een slang (vacuümslang) verbon<strong>de</strong>n is aan een fles waar<strong>in</strong> secretie<br />

wordt opgevangen. Vanuit daar loopt een twee<strong>de</strong> slang (patiëntenslang), waaraan een<br />

uitzuigkatheter bevestigd kan wor<strong>de</strong>n. Tussen slang en katheter is een vacuümbeker<br />

(f<strong>in</strong>gertip) aangebracht, waardoor het mogelijk is het apparaat aan te zetten zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong><br />

katheter afzuigt. Door met een v<strong>in</strong>ger <strong>de</strong> vacuümbeker af te sluiten, wordt het uitzuigen<br />

mogelijk [KITTZ, 2003]. Uitzuigkatheters komen voor <strong>in</strong> vele lengtes, dikten en vormen en<br />

zijn meestal gemaakt van PVC. Ze zijn per stuk steriel verpakt [CTB Utrecht]. De zuigkracht<br />

van <strong>de</strong> pomp kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld (max. 0,8 bar). De apparatuur is voorzien van een<br />

overloopbeveiliger, waardoor voorkomen wordt dat bij een volle opvangzak of –beker<br />

vloeistof <strong>in</strong> <strong>de</strong> pomp terecht komt. De energie wordt geleverd door het lichtnet of door<br />

oplaadbare accu’s (12 of 220 volt). Er zijn herbruikbare en disposable on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Daarnaast<br />

zijn er mondslijmzuigertjes voor eenmalig gebruik voor te vroeg geboren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren [CVZ,<br />

2004; KITTZ, 2003].<br />

In het ziekenhuis wor<strong>de</strong>n grote verrijdbare apparaten gebruikt. Voor <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> is<br />

speciale kle<strong>in</strong>ere apparatuur op <strong>de</strong> markt [CVZ, 2004]. De slijmuitzuigapparatuur werkt op<br />

netspann<strong>in</strong>g, maar er bestaat apparatuur met een accu speciaal voor ambulant gebruik [CTB<br />

Utrecht].<br />

Accessoires<br />

- uitzuigkatheter;<br />

- slangen (patiëntenslang/vacuümslang);<br />

- vacuümbeker (f<strong>in</strong>gertip);<br />

- uitzuigpot/opvangzak;<br />

- mondslijmzuigertjes (k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren)<br />

- re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>l.<br />

De katheters moeten dagelijks wor<strong>de</strong>n vervangen en <strong>de</strong> patiëntenslang wekelijks [CVZ,<br />

2004].<br />

Begeleid<strong>in</strong>g is nodig, meestal gebeurt dit door een medisch specialist, bij term<strong>in</strong>ale zorg vaak<br />

door <strong>de</strong> huisarts. De specialist kan polikl<strong>in</strong>isch begelei<strong>de</strong>n of medisch-specialistische zorg<br />

vanwege het ziekenhuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> bie<strong>de</strong>n (transmurale zorg) [CVZ, 2004].<br />

Uitzuigen is een niet-voorbehou<strong>de</strong>n risicovolle han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g [Gezondheidsraad, 2004]. Het komt<br />

voor dat uitzuigen wordt uitgevoerd door <strong>de</strong> patiënt, al dan niet met hulp van een<br />

mantelzorger [CVZ, 2004].<br />

Patiënten die thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g ontvangen en sterk afhankelijk zijn van <strong>de</strong><br />

slijmuitzuigapparatuur, ontvangen <strong>de</strong>ze apparatuur <strong>in</strong> tweevoud [CTB Rotterdam, pers.<br />

comm.].


pag. 36 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

3.3.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Slijmuitzuigapparatuur wordt gebruikt bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicaties [CVZ, 2004]:<br />

- tracheostoma;<br />

- term<strong>in</strong>ale longziekten;<br />

- progressieve neurologische aandoen<strong>in</strong>gen als MS, ALS en an<strong>de</strong>re spierziekten;<br />

- slijmproductie na grote KNO-operaties;<br />

- term<strong>in</strong>ale patiënten die veel slijm opgeven;<br />

- prematuren;<br />

- k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met ernstige aangeboren afwijk<strong>in</strong>gen of stofwissel<strong>in</strong>gsziekten.<br />

Er kan on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wor<strong>de</strong>n tussen kortdurend (< ½ jaar) gebruik (tracheostoma na<br />

hoofd-halsoperatie, term<strong>in</strong>ale patiënten) en langdurig (> ½ jaar) gebruik (chronisch<br />

progressieve neurologische aandoen<strong>in</strong>gen en an<strong>de</strong>re spierziekten, prematuren, k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met<br />

een canule, soms bij tracheostoma of term<strong>in</strong>ale patiënten).<br />

Slijmuitzuigapparatuur is per 1-1-05 opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Regel<strong>in</strong>g Hulpmid<strong>de</strong>len 1996 maar<br />

werd door zorgverzekeraars, via verschillen<strong>de</strong> regel<strong>in</strong>gen, al langer vergoed.<br />

Er zijn geen gegevens bekend over het aantal patiënten dat thuis gebruikt maakt van<br />

slijmuitzuigapparatuur, omdat <strong>de</strong> apparatuur tot voor kort geen verstrekk<strong>in</strong>g was volgens <strong>de</strong><br />

Regel<strong>in</strong>g Hulpmid<strong>de</strong>len en daarom niet eenduidig werd vastgelegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> adm<strong>in</strong>istratie van<br />

verzekeraars. S<strong>in</strong>ds het beg<strong>in</strong> van 2005 registreert CVZ het aantal extramurale verstrekk<strong>in</strong>gen<br />

on<strong>de</strong>r ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze apparatuur [CVZ, 2004; CVZ, pers. comm.].<br />

3.3.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Uit een analyse van enkele meld<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het MAUDE-databestand van <strong>de</strong> FDA (zoekterm<br />

‘suction mach<strong>in</strong>e’) bleek dat <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met slijmuitzuigapparatuur vooral ontston<strong>de</strong>n door<br />

uitval van <strong>de</strong> apparatuur. Uitval van <strong>de</strong> apparatuur kan levensbedreigend zijn wanneer slijm<br />

niet op tijd wordt weggezogen. Ten twee<strong>de</strong> zijn <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten gerapporteerd waarbij on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

losraakten. Dit laatste kan gevaarlijk zijn wanneer dit tij<strong>de</strong>ns het uitzuigen gebeurt en een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>in</strong> <strong>de</strong> longen terecht komt.<br />

Om het uitzuigen van slijm op een verantwoor<strong>de</strong> manier te laten plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n moeten kennis<br />

en vaardighe<strong>de</strong>n op systematische wijze wor<strong>de</strong>n overgedragen aan <strong>de</strong> patiënt of zijn<br />

verzorger, bij voorkeur met behulp van schriftelijk materiaal. Wanneer <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

ziekenhuis start, is overleg tussen ziekenhuis- en eerstelijns zorgverleners van belang. Bij<br />

complicaties of problemen moet <strong>de</strong> patiënt of zijn verzorger terug kunnen vallen op een<br />

<strong>de</strong>skundige zorgverlener. Hierdoor is het nodig om een 24-uurs achterwacht te regelen.<br />

Ver<strong>de</strong>r kan gebruik gemaakt wor<strong>de</strong>n van geprotocolleer<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>structies [KITTZ, 2003].<br />

In Tabel 5 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van slijmuitzuigapparatuur weergegeven. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.


RIVM rapport 265011004 pag. 37 van 132<br />

Tabel 5. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van slijmuitzuigapparatuur.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Beschadig<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> luchtpijpwand door<br />

vastzuigen of stoten van <strong>de</strong> katheter, te snel<br />

<strong>in</strong>brengen van <strong>de</strong> katheter of hoesten tij<strong>de</strong>ns het<br />

uitzuigen.<br />

Negeren van weerstand bij het <strong>in</strong>brengen van <strong>de</strong><br />

uitzuigkatheter.<br />

Losraken van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Aspiratie.<br />

Verkeer<strong>de</strong> druk<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g.<br />

Stroomuitval/lege accu.<br />

Uitval apparatuur.<br />

Infecties.<br />

Rustig <strong>in</strong>brengen van <strong>de</strong> katheter en zuigkracht<br />

van <strong>de</strong> katheter langzaam opvoeren.<br />

Bij patiënten met tracheacanule: canule<br />

<strong>in</strong>specteren op verstopp<strong>in</strong>g en eventueel<br />

vervangen.<br />

Juiste opbouw apparatuur.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g, <strong>in</strong>structie.<br />

Opla<strong>de</strong>n accu.<br />

Reserveapparaat.<br />

Gebruik van steriele katheters. Voorkomen dat<br />

<strong>de</strong> katheter bij of na het verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong><br />

verpakk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> contact komt met niet-steriele<br />

objecten. Han<strong>de</strong>n wassen/gebruik van disposable<br />

handschoenen. In geval van nood (bijvoorbeeld<br />

wanneer men geen katheters <strong>in</strong> voorraad heeft)<br />

uitzuigkatheter doorspoelen en afspoelen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> kraan, <strong>de</strong> buitenzij<strong>de</strong> drogen en <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

verpakk<strong>in</strong>g terug doen. Ook is het belangrijk om<br />

voldoen<strong>de</strong> diep uit te zuigen. Voor overige<br />

maatregelen zie Richtlijn WIP (2004).<br />

Bron: [CTB Rotterdam, 2002; CTB Utrecht; FDA-MAUDE-databestand; WIP, 1994; WIP, 2004].<br />

Literatuur<br />

CTB Rotterdam, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2002. Protocol Uitzuigen van <strong>de</strong> mond- en<br />

keelholte (bij een thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gscliënt met een tracheacanule).<br />

(geraadpleegd 06-06-<br />

2005).<br />

CTB Rotterdam Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CTB Utrecht, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g.<br />

(geraadpleegd 09-05-2005).<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004. Signaler<strong>in</strong>gsrapport Hulpmid<strong>de</strong>len 2004.<br />

Diemen: CVZ. .<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.


pag. 38 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

FDA, Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE).<br />

(geraadpleegd<br />

09-05-2005).<br />

Gezondheidsraad. 2004. Signaler<strong>in</strong>g ethiek en gezondheid. Hoofdstuk 4: <strong>Geavanceer<strong>de</strong></strong><br />

thuiszorg<strong>technologie</strong>: morele vragen bij een ethisch i<strong>de</strong>aal. Den Haag: Gezondheidsraad. p.<br />

69-91.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Uitzuigen van <strong>de</strong> Luchtwegen.<br />

. (geraadpleegd 07-07-<br />

2005).<br />

WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 2004. Verpleeg- woon- en Thuiszorg: Verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

luchtwegen. (geraadpleegd 07-07-2005).<br />

WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 1994. Gebruik van uitzuigapparatuur, uitzuigen en<br />

verzorgen tracheacanule. (geraadpleegd 07-07-2005).


RIVM rapport 265011004 pag. 39 van 132<br />

3.4 Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

3.4.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt toegepast bij patiënten die via <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g te we<strong>in</strong>ig zuurstof<br />

uit <strong>de</strong> lucht opnemen. In <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> gaat het meestal om langdurige toedien<strong>in</strong>g van<br />

zuurstof (on<strong>de</strong>rhoudsbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g) [KITTZ, 2003]. Er zijn verschillen<strong>de</strong> aanbied<strong>in</strong>gsvormen<br />

van zuurstof (zie Figuur 7-9, pag. 49):<br />

- Cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Dit zijn stalen of alum<strong>in</strong>ium flessen. Zuurstof <strong>in</strong> cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs is samengeperst on<strong>de</strong>r<br />

hoge druk. Voordat <strong>de</strong> zuurstof <strong>in</strong> een slang stroomt, wordt <strong>de</strong> druk tot een lager niveau<br />

teruggebracht via een drukregelaar of reduceerventiel. Het vervangen van lege cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

wordt door <strong>de</strong> leverancier gedaan, het verwisselen van een zuurstofcil<strong>in</strong><strong>de</strong>r wordt <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe<br />

door <strong>de</strong> patiënt en/of mantelzorger uitgevoerd [AZM, pers. comm.]. Er bestaan grote cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

voor stationair gebruik en kle<strong>in</strong>e cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs voor ambulant gebruik.<br />

- Concentratoren. Een zuurstofconcentrator is een elektrisch apparaat dat stikstof en koolzuur<br />

uit <strong>de</strong> buitenlucht absorbeert, zodat alleen zuurstof naar <strong>de</strong> patiënt wordt doorgelaten<br />

[NVALT/CBO, 2000]. Een concentrator heeft veel lucht nodig om zuurstof te kunnen<br />

produceren. Voor calamiteiten wordt een 10-liter zuurstofcil<strong>in</strong><strong>de</strong>r standaard meegeleverd.<br />

Evenals bij <strong>de</strong> stationaire cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r is <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>gsvrijheid sterk beperkt en afhankelijk van <strong>de</strong><br />

lengte van <strong>de</strong> zuurstofslang.<br />

- Vloeibare zuurstof. Vloeibare zuurstof is zuurstof <strong>in</strong> <strong>de</strong> meest geconcentreer<strong>de</strong> vorm. Voor<br />

vloeibare zuurstof wordt een moe<strong>de</strong>rtank bij <strong>de</strong> patiënt thuis geplaatst. De moe<strong>de</strong>rtank weegt<br />

80 à 90 kilo. Er hoort een kle<strong>in</strong>e draagbare tank bij die <strong>de</strong> patiënt eventueel zelf uit <strong>de</strong> grotere<br />

tank bijvult. De vloeibare zuurstof verdampt langzaam en cont<strong>in</strong>u tot gas en <strong>de</strong> gasvormige<br />

zuurstof wordt via een buizenstelsel <strong>in</strong> <strong>de</strong> tank gereguleerd en op temperatuur gebracht. Via<br />

een flowregelaar en een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsslang wordt <strong>de</strong> (gasvormige) zuurstof aan <strong>de</strong> patiënt<br />

toegediend. Deze zuurstofbron lijkt vooral geschikt voor actieve en ambulante patiënten<br />

[AZM, pers. comm.; KITTZ, 1998; NVALT/CBO, 2000].<br />

De maximale doser<strong>in</strong>g is verschillend voor <strong>de</strong> diverse toedien<strong>in</strong>gsvormen. Zo kunnen<br />

concentratoren en vloeibare zuurstofsystemen niet hoger doseren dan 5 liter per m<strong>in</strong>uut. Met<br />

zuurstofcil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kan hoger gedoseerd wor<strong>de</strong>n, afhankelijk van <strong>de</strong> drukmeter, maar <strong>de</strong>ze zijn<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikt <strong>in</strong>dien cont<strong>in</strong>u zuurstof geïndiceerd is, omdat <strong>de</strong> cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan frequent<br />

vervangen moeten wor<strong>de</strong>n [AZM, pers. comm.].<br />

De zuurstof kan op verschillen<strong>de</strong> wijzen aan <strong>de</strong> luchtwegen toegediend wor<strong>de</strong>n [CVZ, 2004;<br />

NVALT/CBO, 2000]:<br />

- Neusbril of neuskatheter: Met een neusbril of neuskatheter komt zuurstof via <strong>de</strong> neus<br />

b<strong>in</strong>nen. Wanneer <strong>de</strong> oxygenatie met <strong>de</strong>ze toedien<strong>in</strong>gswijzen onvoldoen<strong>de</strong> is, kan men een<br />

an<strong>de</strong>re toedien<strong>in</strong>gswijze gebruiken.<br />

- Zuurstofmasker.<br />

- Transtracheale microkatheter: De transtracheale microkatheter (halsslangetje) brengt<br />

zuurstof direct <strong>in</strong> <strong>de</strong> trachea via een kle<strong>in</strong>e stoma <strong>in</strong> <strong>de</strong> hals. Bij <strong>de</strong>ze toedien<strong>in</strong>gswijze<br />

wor<strong>de</strong>n klachten van <strong>de</strong> nasale toedien<strong>in</strong>gswijze verme<strong>de</strong>n en er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat, <strong>in</strong><br />

vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> neusbril, <strong>de</strong> therapietrouw en <strong>de</strong> kwaliteit van leven verbeteren en <strong>de</strong><br />

hospitalisatie verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt.<br />

- Venturi masker: Dit is een zuurstofmasker waarmee een tevoren gekozen percentage<br />

zuurstof constant kan wor<strong>de</strong>n toegediend, onafhankelijk van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>msnelheid van <strong>de</strong> patiënt.<br />

De <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g gebeurt door het kiezen van een ventiel met een bepaal<strong>de</strong> kleurco<strong>de</strong> en het<br />

<strong>in</strong>stellen van <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> stroomsnelheid [Stu<strong>de</strong>nt BMJ].


pag. 40 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

De neusbril en neuskatheters zijn zeer <strong>in</strong>efficiënt. Om f<strong>in</strong>anciële en sociale re<strong>de</strong>nen zijn<br />

enkele zuurstofbesparen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n ontwikkeld waaron<strong>de</strong>r het zuurstofpulsapparaat<br />

(zie accessoires) en <strong>de</strong> transtracheale microkatheter [NVALT/CBO, 2000]: door <strong>de</strong><br />

zuurstofbespar<strong>in</strong>g kan een patiënt dan langer met <strong>de</strong> voorraad zuurstof toe en wordt <strong>de</strong><br />

mobiliteit vergroot [KITTZ, 2003].<br />

Accessoires van zuurstofsystemen<br />

- zuurstoftoevoerslang;<br />

- zuurstofbevochtiger;<br />

- connectoren;<br />

- drukregelaar of reduceerventiel (voor cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs);<br />

- drukmeter (voor cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs);<br />

- zuurstofpulsapparaat: het zuurstofpulsapparaat laat alleen aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>in</strong>spiratie<br />

een kle<strong>in</strong> volume aan zuurstof door van <strong>de</strong> zuurstofbron naar <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>gswijze (meestal<br />

een neusbril) en dient voor zuurstofbespar<strong>in</strong>g. Het zuurstofpulsapparaat kan zowel met<br />

cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs als met vloeibare zuurstof wor<strong>de</strong>n gebruikt. De zuurstofbespar<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>stelbaar.<br />

Ver<strong>de</strong>r bevat <strong>de</strong> apparatuur een alarm voor disfunctioneren. Wel is <strong>medische</strong> supervisie<br />

nodig. Gebruik wordt alleen aanbevolen bij patiënten die een zuurstofapparaat langer dan drie<br />

maan<strong>de</strong>n gebruiken [CVZ, 2004].<br />

De juiste doser<strong>in</strong>g van zuurstof wordt <strong>in</strong>tramuraal vastgesteld. De keuze van <strong>de</strong><br />

aanbied<strong>in</strong>gsvorm ligt bij <strong>de</strong> arts en is me<strong>de</strong> afhankelijk van <strong>de</strong> conditie van <strong>de</strong> patiënt en <strong>de</strong><br />

gebruiksvrien<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> zuurstofbron [KITTZ, 1998]. Wanneer <strong>de</strong> patiënt niet voldoet<br />

aan bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n dan kan <strong>de</strong> leverancier bepalen dat een an<strong>de</strong>re zuurstofbron<br />

geleverd wordt. Bouwkundige aspecten, zoals trappen, kunnen <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g van vloeibare<br />

zuurstof onmogelijk maken. Ver<strong>de</strong>r kan <strong>de</strong> leverancier bij patiënten die niet mobiel genoeg<br />

zijn, en dus we<strong>in</strong>ig gebruik maken van <strong>de</strong> draagbare vorm van <strong>de</strong> vloeibare zuurstof, <strong>de</strong><br />

toedien<strong>in</strong>gsvorm eenzijdig wijzigen. Spreekt <strong>de</strong> arts geen voorkeur uit, dan bepaalt <strong>de</strong><br />

leverancier welke vorm van zuurstof wordt gebruikt. Daarbij zal <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie voor een<br />

concentrator gekozen wor<strong>de</strong>n, omdat <strong>de</strong>ze vorm vaak het meest kosteneffectief is<br />

[NVALT/CBO, 2000; AZM, pers. comm.].<br />

Zuurstoftoedien<strong>in</strong>g kan plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r zorgverlen<strong>in</strong>g vanuit <strong>de</strong> thuiszorg. Bij zuurstof<br />

thuis zal een patiënt en/of mantelzorger een aantal han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen verrichten, waaron<strong>de</strong>r het<br />

<strong>in</strong>brengen van <strong>de</strong> zuurstofkatheter en het verwisselen van <strong>de</strong> cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs [AZM pers. comm.;<br />

KITTZ, 2003].<br />

Volgens <strong>de</strong> richtlijn ‘Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis’ [NVALT/CBO, 2000] is <strong>de</strong> leverancier<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zuurstof en <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> hulpmid<strong>de</strong>len en draagt<br />

<strong>de</strong>ze tevens verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie, het on<strong>de</strong>rhoud en het geven van<br />

<strong>in</strong>structie over veiligheid. Leveranciers hebben een 24-uurs service voor stor<strong>in</strong>gen en<br />

problemen [Quak, 2005]. On<strong>de</strong>rhoud voor <strong>de</strong> mantelzorger is beperkt tot het wekelijks<br />

huishou<strong>de</strong>lijk schoonmaken van <strong>de</strong> apparatuur en het vervangen van <strong>de</strong> filters van een<br />

concentrator [AZM, pers. comm.].<br />

3.4.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met zuurstof wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> vooral toegepast bij patiënten met<br />

chronische hypoxemie als gevolg van COPD [NVALT/CBO, 2000]. Daarnaast wordt<br />

zuurstof voorgeschreven bij longaandoen<strong>in</strong>gen, cystische fibrose, slaapgerelateer<strong>de</strong><br />

a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gsstoornissen, neuromusculaire aandoen<strong>in</strong>gen, thoraxwandmisvorm<strong>in</strong>gen, hartfalen<br />

en AIDS. Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis wordt voor een bepaal<strong>de</strong> of onbepaal<strong>de</strong> tijd<br />

voorgeschreven. Er zijn geen absolute contra-<strong>in</strong>dicaties voor het <strong>in</strong>stellen van


RIVM rapport 265011004 pag. 41 van 132<br />

zuurstoftherapie, maar het voorschrijven van <strong>de</strong> apparatuur wordt niet z<strong>in</strong>vol geacht bij<br />

patiënten:<br />

- voor wie <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> ziekte nog niet optimaal is;<br />

- bij wie <strong>de</strong> zuurstoftoedien<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g geeft van <strong>de</strong> arteriële<br />

zuurstofspann<strong>in</strong>g en/of klachten;<br />

- die onvoldoen<strong>de</strong> gemotiveerd zijn om te stoppen met roken;<br />

- die <strong>in</strong>a<strong>de</strong>quaat blijven omgaan met <strong>de</strong> apparatuur na maximale <strong>in</strong>zet van uitleg en<br />

on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g [CVZ, 2004].<br />

In toenemen<strong>de</strong> mate wordt behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met zuurstof toegepast <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>, vooral bij<br />

patiënten met chronische hypoxemie als gevolg van COPD. Dit houdt verband met <strong>de</strong><br />

gunstige effecten van zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g die bij <strong>de</strong>ze patiënten zijn gevon<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

overlev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> beschikbaarheid van zuurstofapparatuur voor <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong><br />

[NVALT/CBO, 2000]. Het CVZ registreer<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren een stijg<strong>in</strong>g van het aantal<br />

verstrekk<strong>in</strong>gen van zuurstofapparaten en toebehoren on<strong>de</strong>r ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n.<br />

Verwacht wordt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re dat <strong>de</strong> prevalentie van het aantal patiënten met (ernstige)<br />

COPD zal stijgen [Hoogendoorn et al., 2004]. Er vanuitgaan<strong>de</strong> dat het gebruik van zuurstof<br />

ook <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren nog zal toenemen geeft l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> GIP-cijfers een<br />

aantal van circa 37.000 extramurale gebruikers van zuurstofapparatuur <strong>in</strong> 2009.<br />

Tabel 6. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van zuurstof thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005-<br />

2009<br />

CVZ-GIP 1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

ZonMw (1998) 10.000<br />

16.000<br />

25.600<br />

16.400<br />

24.600<br />

17.100<br />

27.400<br />

16.700<br />

26.700<br />

17.400<br />

27.800<br />

19.200 3<br />

30.700<br />

20.600 4<br />

33.000<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.<br />

5 Indicatie toekomstig gebruik op basis van l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cijfers CVZ-GIP.<br />

40000<br />

35000<br />

30000<br />

25000<br />

20000<br />

15000<br />

10000<br />

05000<br />

0<br />

Figuur 2. Verloop en prognose van het aantal gebruikers van zuurstof op basis van <strong>de</strong> gegevens uit Tabel 6.<br />

37.000 5<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009


pag. 42 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

3.4.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Uit een analyse van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten (n = circa 200) met zuurstofapparatuur <strong>in</strong> het MAUDEdatabestand<br />

van <strong>de</strong> Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration (co<strong>de</strong>s CAW, CAN, BYJ; perio<strong>de</strong> 2001<br />

tot en met het eerst kwartaal 2005) bleek dat <strong>de</strong> grootste risico’s van zuurstoftherapie brand<br />

en steekvlammen waren (circa een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> meld<strong>in</strong>gen). Dergelijke <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten kwamen<br />

voor bij alle aanbied<strong>in</strong>gsvormen (concentrator, vloeibaar systeem, cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r). De belangrijkste<br />

oorzaak was roken <strong>in</strong> nabijheid van <strong>de</strong> zuurstofbron, maar ook an<strong>de</strong>re ontstek<strong>in</strong>gsbronnen<br />

(bijvoorbeeld plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt van warmtebronnen) zijn gemeld. De<br />

gevolgen van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten waarbij brand ontstond waren ernstig: <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong>ze<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten had een do<strong>de</strong>lijke afloop of <strong>de</strong> gebruiker liep brandwon<strong>de</strong>n op.<br />

Zuurstoflekkage was eveneens een veelvoorkomen<strong>de</strong> meld<strong>in</strong>g en kwam vooral voor bij het<br />

vullen van vloeibare zuurstofsystemen. Vocht of vuil<strong>de</strong>eltjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> connectoren tussen <strong>de</strong> tank<br />

en het moe<strong>de</strong>rvat van het vloeibare zuurstofsysteem kunnen <strong>de</strong> oorzaak zijn van het<br />

weglekken van zuurstof. Wanneer <strong>de</strong> vloeibare zuurstof <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komt met <strong>de</strong> huid, kan<br />

dit bevriez<strong>in</strong>gen en brandwon<strong>de</strong>n tot gevolg hebben.<br />

Verwond<strong>in</strong>gen bij <strong>de</strong> patiënt, mantelzorger of zorgverlener wer<strong>de</strong>n daarnaast veroorzaakt<br />

doordat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, zoals <strong>de</strong> drukregelaar van een cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r, met grote snelheid losschoten.<br />

Ver<strong>de</strong>r ontston<strong>de</strong>n <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten door stor<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zuurstofapparatuur (circa 15% van <strong>de</strong><br />

meld<strong>in</strong>gen), met name bij gebruik van een zuurstofconcentrator. Hierdoor werd geen of een<br />

beperkte hoeveelheid zuurstof aan <strong>de</strong> patiënt geleverd. Gevolgen hiervan varieer<strong>de</strong>n van<br />

a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gsproblemen tot overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt. Uitval van <strong>de</strong> apparatuur hoeft geen<br />

blijven<strong>de</strong> gevolgen te hebben, mits b<strong>in</strong>nen afzienbare tijd voor vervangen<strong>de</strong> apparatuur<br />

gezorgd wordt. Het is dan ook belangrijk dat een patiënt bij gebruik van een concentrator ook<br />

een cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r meegeleverd krijgt als noodvoorzien<strong>in</strong>g. Daarnaast is het noodzakelijk dat <strong>de</strong><br />

leverancier snel ter plaatse kan zijn <strong>in</strong> geval van problemen met <strong>de</strong> apparatuur en dat <strong>de</strong>ze 24<br />

uur per dag bereikbaar is [AZM, pers. comm.].<br />

Slechts een kle<strong>in</strong> percentage van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten <strong>in</strong> het FDA-databestand had betrekk<strong>in</strong>g op<br />

verkeer<strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong> apparatuur, onvoldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoud (vuile slangen en filters), het<br />

verkeerd <strong>in</strong>stellen van apparatuur en een lege tank.<br />

Opvallend was ver<strong>de</strong>r dat bijna <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met zuurstofapparatuur zich bij<br />

patiënten thuis afspeel<strong>de</strong>.<br />

De MHRA maakte bovendien nog meld<strong>in</strong>g van scheuren van <strong>de</strong> toevoerslangen, wanneer<br />

<strong>de</strong>ze niet tijdig vervangen wor<strong>de</strong>n. Controle en tijdige vervang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> slangen en<br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstukken wordt aanbevolen.<br />

In Tabel 7 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van zuurstofapparatuur weergegeven. Risico’s zijn<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld naar <strong>de</strong> apparatuur waarbij <strong>de</strong>ze horen. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur<br />

beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.


RIVM rapport 265011004 pag. 43 van 132<br />

Tabel 7. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van zuurstofapparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Algemeen<br />

Bijwerk<strong>in</strong>gen door verkeer<strong>de</strong><br />

doser<strong>in</strong>g/toepass<strong>in</strong>g. Bij een te laag<br />

zuurstofgehalte of een te hoog koolzuurgehalte<br />

kunnen klachten optre<strong>de</strong>n als hoofdpijn, hoge<br />

bloeddruk, bewustzijnsstoornissen. Een hogere<br />

doser<strong>in</strong>g dan voorgeschreven kan a<strong>de</strong>m<strong>de</strong>pressie<br />

veroorzaken bij patiënten met hypercapnie 8 .<br />

Door het toedienen van <strong>de</strong> droge zuurstof kan<br />

het neusslijmvlies en slijm uitdrogen met als<br />

gevolg neusbloed<strong>in</strong>gen en moeilijk te<br />

verwij<strong>de</strong>ren <strong>in</strong>gedroog<strong>de</strong> slijm<strong>de</strong>eltjes <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

neus.<br />

Toevoersysteem<br />

Verstopp<strong>in</strong>g toevoersysteem (neusbril/slang).<br />

Losraken of kapotgaan (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re scheurtjes)<br />

toevoersysteem.<br />

Cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

Brand.<br />

Verkeer<strong>de</strong> bevestig<strong>in</strong>g van het reduceerventiel<br />

(bijvoorbeeld scheef plaatsen, niet goed sluiten<br />

van het ventiel).<br />

Explosies. Zuurstof is op zich niet explosief en<br />

explosies tre<strong>de</strong>n alleen op na acuut losschieten<br />

van <strong>de</strong> drukregelaar van een cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r, door een<br />

comb<strong>in</strong>atie van vuil<strong>de</strong>eltjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> drukregelaar<br />

met snelle drukopbouw, door oververhitt<strong>in</strong>g of<br />

door een mechanische oorzaak.<br />

Met grote vaart losschieten van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

waardoor verwond<strong>in</strong>gen kunnen ontstaan.<br />

8 Te hoog CO2-gehalte van het bloed<br />

Om <strong>de</strong> klachten als gevolg van te hoge of lage<br />

doser<strong>in</strong>gen te voorkomen, moet tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met zuurstof regelmatig een<br />

bloedgasanalyse wor<strong>de</strong>n verricht.<br />

Regelmatig controleren of het zuurstofapparaat<br />

naar behoren functioneert. Dui<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>structie<br />

aan <strong>de</strong> patiënt over doser<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns<br />

verschillen<strong>de</strong> condities (rust, <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g, slaap),<br />

bij voorkeur ook schriftelijk. On<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong><br />

apparatuur.<br />

Gebruik van een zuurstofbevochtiger.<br />

Regelmatige controle op verstopp<strong>in</strong>gen.<br />

Schoonmaken en tijdige vervang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Controle van verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstukken. Vervang<strong>in</strong>g<br />

van versleten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Voldoen<strong>de</strong> afstand hou<strong>de</strong>n tot mogelijke<br />

ontstek<strong>in</strong>gsbronnen en brandbare materialen<br />

(open vuur, elektrische apparatuur, gordijnen<br />

e.d.). Gebruik van mess<strong>in</strong>g reduceerventielen <strong>in</strong><br />

plaats van alum<strong>in</strong>ium reduceerventielen. Deze<br />

laatste zijn niet brandbestendig en gebruik ervan<br />

wordt ontra<strong>de</strong>n.<br />

Meld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opslag van zuurstof aan <strong>de</strong><br />

plaatselijke brandweer. Instructiekaart en<br />

gebruikershandleid<strong>in</strong>g.<br />

Instructie en gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Instructie, on<strong>de</strong>rhoud.<br />

Instructie, on<strong>de</strong>rhoud.


pag. 44 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Elektrostatische ontlad<strong>in</strong>gen.<br />

Lege cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r.<br />

Vloeibaar zuurstofsysteem<br />

Brand.<br />

Bevriez<strong>in</strong>g van lichaams<strong>de</strong>len die <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g<br />

komen met vloeibare zuurstof, bijvoorbeeld door<br />

weglekken van zuurstof tij<strong>de</strong>ns het bijvullen van<br />

<strong>de</strong> draagbare tank.<br />

Incompatibiliteit van systemen.<br />

Verkeerd plaatsen van <strong>de</strong> apparatuur, waardoor<br />

zuurstof weglekt.<br />

Leeg vat.<br />

Concentrator<br />

Brand.<br />

Stroomuitval.<br />

Stor<strong>in</strong>gen of uitval van <strong>de</strong> apparatuur.<br />

Verstopp<strong>in</strong>g filter.<br />

Belemmer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> luchtcirculatie,<br />

bijvoorbeeld als gevolg van af<strong>de</strong>kken van <strong>de</strong><br />

behuiz<strong>in</strong>g concentrator.<br />

Te lage concentratie zuurstof bij slecht<br />

on<strong>de</strong>rhoud, veel draaiuren en een hoge<br />

voorgeschreven dosis.<br />

Wanneer <strong>de</strong> cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r niet op een cil<strong>in</strong><strong>de</strong>rwagen is<br />

geplaatst, wordt het aanbevolen <strong>de</strong>ze op een<br />

elektrisch gelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> mat te plaatsen.<br />

Voldoen<strong>de</strong> afstand hou<strong>de</strong>n tot mogelijke<br />

ontstek<strong>in</strong>gsbronnen en brandbare materialen<br />

(open vuur, elektrische apparatuur, gordijnen<br />

e.d.). Voorkomen dat <strong>de</strong> zuurstof <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g<br />

komt met brandbare stoffen (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

vetten, vasel<strong>in</strong>e). Zuurstof die vrijkomt tij<strong>de</strong>ns<br />

het vullen van <strong>de</strong> draagbare tank kan hiermee<br />

heftig reageren.<br />

Meld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opslag van zuurstof aan <strong>de</strong><br />

plaatselijke brandweer.<br />

Instructiekaart en gebruikershandleid<strong>in</strong>g.<br />

Voorkomen dat bij het bijvullen <strong>de</strong> connecties<br />

tussen draagbare tank en moe<strong>de</strong>rvat vuil of<br />

vochtig zijn. Dit kan <strong>de</strong> oorzaak zijn dat zuurstof<br />

weglekt. Instructie.<br />

Rechtop plaatsen van vloeibare<br />

zuurstofsystemen.<br />

Instructiekaart en gebruikershandleid<strong>in</strong>g.<br />

Apparatuur is uitgerust met een alarm.<br />

Meeleveren van een cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r voor noodsituaties.<br />

Meeleveren cil<strong>in</strong><strong>de</strong>r voor noodsituaties. De<br />

concentrator mag niet <strong>in</strong> een vochtige ruimte<br />

geplaatst wor<strong>de</strong>n. Dit kan lei<strong>de</strong>n tot uitval van<br />

<strong>de</strong> apparatuur.<br />

Frequente re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g/vervang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> filters.<br />

Luchttoevoersleuven vrijlaten.<br />

Ingebouwd zuurstofconcentratiealarm.


RIVM rapport 265011004 pag. 45 van 132<br />

Zuurstofpulsapparaat<br />

Mechanisch falen, waardoor onvoldoen<strong>de</strong> of<br />

geen zuurstof wordt geleverd.<br />

Lege batterij.<br />

Verkeer<strong>de</strong> koppel<strong>in</strong>g van het apparaat <strong>in</strong> het<br />

zuurstofsysteem.<br />

Onvoldoen<strong>de</strong> sensitiviteit voor a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> patiënt.<br />

Uiteenspatten of losschieten van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Bevochtiger<br />

Infecties.<br />

Teveel vocht <strong>in</strong> <strong>de</strong> slangen, waardoor gevaar<br />

voor het <strong>in</strong>a<strong>de</strong>men van water ontstaat.<br />

Alarmer<strong>in</strong>g bij disfunctioneren.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g.<br />

Verhogen sensitiviteit. Herplaatsen nasale<br />

canule.<br />

Vanwege het <strong>in</strong>fectierisico is een bevochtiger<br />

alleen geïndiceerd bij (trans-)tracheale<br />

toedien<strong>in</strong>g en nasale toedien<strong>in</strong>g met een hoge<br />

flow. Voor bevochtig<strong>in</strong>g wordt gebruik van<br />

steriel water aanbevolen.<br />

Bron: [CVZ, 2004; FDA-MAUDE-databestand; Kampelmacher, 1997; Me<strong>de</strong>x Healtcare; MHRA;<br />

NVALT/CBO, 2000; WIP, 2004].<br />

Literatuur<br />

AZM, Aca<strong>de</strong>misch Ziekenhuis Maastricht. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004. Hulpmid<strong>de</strong>len Kompas 2004,<br />

Zuurstofapparatuur. Apeldoorn: VDA.<br />

<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

FDA, Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE).<br />

(geraadpleegd<br />

25-04-2005).<br />

Hoogendoorn, EJI, Feenstra, TL, Rutten- van Mölken, MPMH. 2004. Inventarisatie van het<br />

gebruik van zorg voor astma en COPD <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. RIVM rapport 260604001. Bilthoven:<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu.<br />

Kampelmacher MJ. 1997. Long-term oxygen therapy <strong>in</strong> the Netherlands. Proefschrift.<br />

Utrecht: Universiteit Utrecht.


pag. 46 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 1998.<br />

Transmuraalzorgprogramma COPD. Gron<strong>in</strong>gen: KITTZ.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

(geraadpleegd 30-03-<br />

2005).<br />

MHRA, Medic<strong>in</strong>es and Healthcare products Regulatory Agency.<br />

(geraadpleegd 15-06-2005).<br />

Me<strong>de</strong>x Healtcare. (geraadpleegd 19-05-2005).<br />

NVALT/CBO, Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g van Artsen voor Longziekten en Tuberculose/<br />

Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2000. Richtlijn voor zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis.<br />

Utrecht: CBO.<br />

Stu<strong>de</strong>nt BMJ. <br />

(geraadpleegd 19-05-2005).<br />

Werkgroep Infectie Preventie, WIP. 2004. Verpleeg- woon- en Thuiszorg: Verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

luchtwegen. (geraadpleegd 07-07-2005).<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 47 van 132<br />

Figuur 3. Bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaat.<br />

Figuur 4. CPAP-apparaat.


pag. 48 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Figuur 5. Slijmuitzuigapparaat.<br />

Figuur 6. TENS-apparaat.


RIVM rapport 265011004 pag. 49 van 132<br />

Figuur 7. (l<strong>in</strong>ksboven) Stationaire en draagbare zuurstofcil<strong>in</strong><strong>de</strong>r.<br />

Figuur 8. (rechtsboven) Vloeibare zuurstoftank (stationair en draagbaar).<br />

Figuur 9. (on<strong>de</strong>r) Zuurstofconcentrator.


pag. 50 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 51 van 132<br />

3.5 Thuisdialyse<br />

3.5.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Patiënten die te maken hebben met nierfalen kunnen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n met<br />

dialyse. Bij thuisdialyse wordt <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tramuraal gestart [KITTZ, 2003].<br />

Thuisdialyse vergt veel organisatie door <strong>de</strong> grote hoeveelheid toegepaste materialen en <strong>de</strong><br />

diverse discipl<strong>in</strong>es die betrokken zijn bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (verpleegkundigen, artsen, technici<br />

etc.) [Dianet]. De apparatuur voor dialyse is <strong>in</strong> te <strong>de</strong>len <strong>in</strong> apparatuur voor hemodialyse<br />

(kunstnierbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g) en peritoneaaldialyse (spoelen via het buikvlies).<br />

Om hemodialyse te kunnen uitvoeren, wordt voorafgaand aan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tramuraal een<br />

‘shunt’ (verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen slaga<strong>de</strong>r en a<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rarm door een eigen bloedvat of<br />

kunststof bloedvat) aangelegd voor bloedtoevoer van en naar <strong>de</strong> dialyseapparatuur. Soms<br />

wordt hiervoor tij<strong>de</strong>lijk of permanent een katheter toegepast [Dianet].<br />

Hemodialyse is een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g waarbij het bloed gezuiverd wordt door gebruik van een<br />

kunstnier. Dit is een buisvormige koker waar<strong>in</strong> zich een bloedfilter bev<strong>in</strong>dt. Het bloed wordt<br />

hier doorheen geleid. Tevens wordt een dialysevloeistof door <strong>de</strong> filter van <strong>de</strong> kunstnier<br />

gestuurd (zie Figuur 10).<br />

bloed naar kunstnier<br />

dialysevloeistof<br />

afgewerkte dialysevloeistof<br />

bloed naar lichaam<br />

Figuur 10. Schematische weergave van bloedstroom en vloeistofstroom bij hemodialyse.<br />

Bron: [NVN, 2005].<br />

De kunstnier is op een dialysemach<strong>in</strong>e bevestigd. Deze mach<strong>in</strong>e heeft <strong>de</strong> grootte van een<br />

wasmach<strong>in</strong>e en heeft <strong>de</strong> taak om bloed en dialysaat door <strong>de</strong> kunstnier te pompen. Ver<strong>de</strong>r<br />

bevat het bewak<strong>in</strong>gssystemen voor bijvoorbeeld temperatuur en samenstell<strong>in</strong>g van het<br />

dialysaat [NVN, 2005; Oud-Witte, 1993]. In <strong>de</strong> computer van <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e kan <strong>de</strong><br />

verpleegkundige of <strong>de</strong> patiënt on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong>stellen hoeveel vocht er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

moet wor<strong>de</strong>n onttrokken. De patiënt ontvangt waterzuiver<strong>in</strong>gsapparatuur voor <strong>de</strong> bereid<strong>in</strong>g<br />

van dialysevloeistof.<br />

Om thuis te dialyseren moet er een aparte ruimte voor <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g beschikbaar zijn<br />

waar<strong>in</strong> krachtstroom en waterleid<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n aangelegd [Dianet].


pag. 52 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Accessoires en benodig<strong>de</strong> vloeistoffen bij hemodialyse<br />

- bloedlijnen;<br />

- kunstnieren;<br />

- dialysevloeistof;<br />

- concentraat;<br />

- naal<strong>de</strong>n.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g Dianet speelt een belangrijke rol bij thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met hemodialyse en kan<br />

<strong>de</strong> totale <strong>medische</strong> en verpleegkundige zorg op zich nemen, maar een patiënt kan ook on<strong>de</strong>r<br />

controle blijven bij een an<strong>de</strong>r dialysecentrum of ziekenhuis. De afgelopen jaren is <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>g<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n aangegaan met verschillen<strong>de</strong> ziekenhuizen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. B<strong>in</strong>nen<br />

<strong>de</strong>ze samenwerk<strong>in</strong>g regelt Dianet <strong>de</strong> logistieke organisatie van <strong>de</strong> thuishemodialyse en<br />

eventueel ook <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g van patiënten voor an<strong>de</strong>re centra en ziekenhuizen.<br />

Voorafgaand aan het thuistraject ontvangen patiënten en hun eventuele partner een opleid<strong>in</strong>g.<br />

De opleid<strong>in</strong>gsfase duurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel 11 weken en tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> wordt <strong>in</strong> een<br />

dialysecentrum gedialyseerd. Bij thuishemodialyse wordt <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate<br />

bijgestaan door een verpleegkundig dialyseassistent of een partner. In geval van problemen<br />

met <strong>de</strong> apparatuur is een altijd een dialysetechnicus bereikbaar [Dianet].<br />

S<strong>in</strong>ds kort bestaat <strong>de</strong> mogelijkheid thuishemodialyse ’s nachts uit te voeren. Patiënten<br />

ontvangen daarbij meer dialyse-uren dan bij <strong>de</strong> gebruikelijke hemodialyse [Platform<br />

Ne<strong>de</strong>rland Breed, 2004]. Het dialyseapparaat wordt naast het bed van <strong>de</strong> patiënt geplaatst.<br />

Het waterzuiver<strong>in</strong>gsapparaat wordt <strong>in</strong> een aparte ruimte geplaatst <strong>in</strong> verband met het geluid<br />

[Dianet]. De dialyseapparatuur staat elektronisch <strong>in</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met een callcentrum. Daar<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> alarmsignalen van <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>es gemonitord en wordt, <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> patiënt niet<br />

zelfstandig reageert op het alarm, contact met hem of haar opgenomen. Deze ‘nachtwacht’ is<br />

geen <strong>in</strong>houds<strong>de</strong>skundige. Bij problemen wordt een dialyseverpleegkundige van Dianet<br />

gebeld, die van huis uit kan <strong>in</strong>loggen op <strong>de</strong> server en die <strong>de</strong> thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g kan volgen en<br />

advies kan uitbrengen [Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland, 2002]. De nachtelijke behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

is geschikt voor personen die <strong>in</strong> staat zijn om zelf <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e te bedienen en zich aan te<br />

prikken. Voor <strong>de</strong>elname aan het programma is het vereist dat er een partner is die <strong>de</strong> patiënt<br />

hulp kan bie<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong>ze vorm van hemodialyse is <strong>de</strong> verpleegkundige <strong>in</strong>zet aanzienlijk<br />

teruggebracht [Dianet].<br />

Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vorm van dialyse, peritoneaaldialyse (PD), wordt het buikvlies als filter<br />

gebruikt. Enkele malen per dag laat men steriele dialysevloeistof <strong>in</strong> <strong>de</strong> buik lopen via een<br />

katheter. De vloeistof wordt na enkele uren gewisseld. Wissel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vloeistof wordt<br />

ofwel handmatig uitgevoerd (Cont<strong>in</strong>ue Ambulante Peritoneale Dialyse (CAPD)), of met<br />

behulp van een mach<strong>in</strong>e (Automatische Peritoneale Dialyse (APD)).<br />

Bij CAPD wordt een zogenaam<strong>de</strong> ‘tw<strong>in</strong>bag’ aan <strong>de</strong> katheter bevestigd. De gebruikte vloeistof<br />

loopt uit <strong>in</strong> een lege uitloopzak die op <strong>de</strong> grond wordt neergelegd. Daarna loopt schone<br />

vloeistof uit <strong>de</strong> vloeistofzak, die op schou<strong>de</strong>rhoogte hangt, <strong>de</strong> buik <strong>in</strong> via een katheter. De<br />

vloeistof wordt eerst verwarmd met een warmtetas. De zak heeft een <strong>in</strong>spuitpunt voor<br />

geneesmid<strong>de</strong>len of additieven. Bij CAPD kan een mach<strong>in</strong>e wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet die speciaal<br />

ontwikkeld is om ’s nachts automatisch één wissel<strong>in</strong>g uit te voeren, naast <strong>de</strong> handmatige<br />

wissel<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> patiënt geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> dag uitvoert.<br />

APD v<strong>in</strong>dt veelal ’s nachts plaats. De mach<strong>in</strong>e wordt naast het bed geplaatst. Voordat <strong>de</strong><br />

patiënt gaat slapen bouwt <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e op. Er wordt een aantal grote zakken vloeistof aan<br />

<strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e gekoppeld. De patiënt sluit <strong>de</strong> lijnenset, die uit <strong>de</strong> mach<strong>in</strong>e komt, aan op <strong>de</strong><br />

katheter en gaat vervolgens slapen. De mach<strong>in</strong>e is zo voorgeprogrammeerd dat op het juiste<br />

moment <strong>de</strong> juiste hoeveelheid vloeistof <strong>in</strong> en uit <strong>de</strong> buikholte loopt. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> nacht v<strong>in</strong><strong>de</strong>n


RIVM rapport 265011004 pag. 53 van 132<br />

enkele wissel<strong>in</strong>gen plaats. Meestal is bij APD overdag dialysevloeistof <strong>in</strong> <strong>de</strong> buikholte<br />

aanwezig. Eisen met betrekk<strong>in</strong>g tot gebruik van APD-apparatuur zijn een hygiënische<br />

omgev<strong>in</strong>g en een geaard stopcontact. Voor APD bestaat tegenwoordig apparatuur voorzien<br />

van een chip die dialysegegevens vastlegt voor <strong>medische</strong> controle. Ten aanzien van het<br />

verloop van <strong>de</strong> therapie kan zo meer zicht wor<strong>de</strong>n verkregen op <strong>de</strong> volledigheid en<br />

aangebrachte veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur [Dianet].<br />

Accessoires en benodig<strong>de</strong> vloeistoffen bij (C)APD<br />

- dialysevloeistof;<br />

- <strong>in</strong>fuusstandaard;<br />

- tw<strong>in</strong>bagsysteem.<br />

Peritoneaaldialyse is <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>. Hierbij is geen hulp nodig<br />

van een verpleegkundige of partner en is <strong>de</strong> patiënt niet aan huis gebon<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Net als bij hemodialyse ontvangt <strong>de</strong> patiënt voorafgaand aan het thuistraject een<br />

opleid<strong>in</strong>g [Dianet]. Is <strong>de</strong> patiënt tij<strong>de</strong>lijk niet <strong>in</strong> staat <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g uit te voeren, dan kan<br />

een beroep op een thuiszorgverpleegkundige wor<strong>de</strong>n gedaan [KITTZ, 2003].<br />

3.5.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Dialyse wordt toegepast bij nier<strong>in</strong>sufficiëntie [Dianet]. Oorzaken hiervan zijn on<strong>de</strong>r meer<br />

diabetes mellitus en hypertensie.<br />

Het aantal dialysepatiënten (zowel thuis als <strong>in</strong>tramuraal) is s<strong>in</strong>ds 1990 gestegen van circa<br />

3000 naar meer dan 5200 <strong>in</strong> 2005 [Ren<strong>in</strong>e]. Hiervan wordt circa 1/4 extramuraal behan<strong>de</strong>ld<br />

(zie Tabel 8). Terwijl het aantal patiënten met peritoneaaldialyse licht is gedaald, is het aantal<br />

patiënten dat thuishemodialyse ontvangt <strong>de</strong> afgelopen jaren gestegen. Dat thuishemodialyse<br />

<strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate thuis plaatsv<strong>in</strong>dt, zou kunnen wor<strong>de</strong>n verklaard vanuit <strong>de</strong> grotere<br />

mondigheid van <strong>de</strong> patiënt, <strong>de</strong> grotere vrijheid en een betere kwaliteit van leven ten aanzien<br />

van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tramurale behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Daarnaast hebben mensen door <strong>de</strong> toegenomen welvaart,<br />

vaker een ruimte <strong>in</strong> huis beschikbaar voor plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur [NVN, pers. comm.].<br />

Op basis hiervan wordt veron<strong>de</strong>rsteld dat het aantal thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met hemodialyse ook<br />

<strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren nog zal toenemen.<br />

Tabel 8. Registratie van het aantal personen met thuishemodialyse en peritoneaal dialyse en prognose voor<br />

2009.<br />

Bron Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvorm 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005-<br />

2009<br />

Ren<strong>in</strong>e, pers. comm. PD (CAPD+APD) 1447 1474 1563 1521 1478 1339 1<br />

~<br />

NVN, pers. comm.<br />

Dianet, pers. comm.<br />

Thuis-hemodialyse<br />

87<br />

85<br />

85<br />

91<br />

101<br />

104 1<br />

>><br />

(groei)<br />

Thuis-hemodialyse >><br />

(groei)<br />

Project ‘Nachtelijke<br />

hemodialyse thuis’<br />

1 Cijfers 2005 zijn voorlopige cijfers.<br />

14 25 >><br />

(groei)


pag. 54 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

E<strong>in</strong>d 2001 is gestart met een haalbaarheidsstudie door Dianet over het nachtelijk thuis<br />

dialyseren [Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland. 2002]. De resultaten hiervan zijn gunstig. Het<br />

aantal behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen is s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> start van dit project dan ook uitgebreid. Medio 2005<br />

ontv<strong>in</strong>gen ongeveer 25 personen nachtelijke thuishemodialyse en dit aantal zal nog ver<strong>de</strong>r<br />

uitgebreid wor<strong>de</strong>n [Dianet, pers. comm.]. Geschat wordt dat circa 10% van <strong>de</strong><br />

dialysepatiënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst baat kan hebben bij <strong>de</strong>ze vorm van hemodialyse [Platform<br />

Ne<strong>de</strong>rland Breed, 2004].<br />

3.5.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

In Tabel 9 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van dialyseapparatuur weergegeven. Risico’s bij<br />

dialyse zijn gerelateerd aan het type dialysebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur<br />

beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 9. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van dialyseapparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Hemodialyse<br />

Bloedstoll<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> shunt/katheter.<br />

On<strong>de</strong>rdialyse door een niet optimaal<br />

functioneren<strong>de</strong> toegang.<br />

Stoll<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> kunstnier.<br />

Bloedbaan- en huidpoort<strong>in</strong>fecties.<br />

Bacteriegroei <strong>in</strong> waterbereid<strong>in</strong>gssysteem door<br />

onjuiste re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsprocedure.<br />

Bloedlekkage.<br />

Stroomuitval.<br />

Defecte mach<strong>in</strong>e.<br />

Dagelijkse controle van toegang tot <strong>de</strong><br />

bloedbaan.<br />

Huid rondom <strong>de</strong> shunt/katheter re<strong>in</strong>igen<br />

voorafgaand aan het aanprikken; gebruik van<br />

katheters die geheel on<strong>de</strong>rhuids liggen; zie<br />

ver<strong>de</strong>r richtlijn WIP (1997) voor aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

omtrent re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gs- en <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectieprocedure van<br />

hemodialyseapparatuur en het<br />

waterbereid<strong>in</strong>gssysteem.<br />

Juiste re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsprocedure. Zie richtlijn WIP<br />

(1997) voor aanbevel<strong>in</strong>gen omtrent re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gs-<br />

en <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectieprocedure van<br />

hemodialyseapparatuur en het<br />

waterbereid<strong>in</strong>gssysteem.<br />

Vocht<strong>de</strong>tector (toegepast bij nachtelijke<br />

hemodialyse).<br />

Automatische overschakel<strong>in</strong>g op <strong>in</strong>terne batterij.<br />

Eventueel handmatige bedien<strong>in</strong>g pompen.<br />

Regelmatige controle van <strong>de</strong> dialysemach<strong>in</strong>e en<br />

waterbereid<strong>in</strong>gsapparatuur door technici<br />

dialysecentrum.


RIVM rapport 265011004 pag. 55 van 132<br />

Specifiek bij nachtelijke thuishemodialyse<br />

Stor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen apparatuur en<br />

callcentrum.<br />

Peritoneaal Dialyse<br />

Ontstek<strong>in</strong>gen (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re buikvliesontstek<strong>in</strong>g,<br />

ontstek<strong>in</strong>gen rond getunnel<strong>de</strong> katheter,<br />

ontstek<strong>in</strong>g huidpoort). Dit risico is groter bij<br />

CAPD dan bij APD, omdat bij APD slechts één<br />

keer per dag een aansluitprocedure plaatsv<strong>in</strong>dt en<br />

bij CAPD drie tot zes maal.<br />

Overvull<strong>in</strong>g (oe<strong>de</strong>em).<br />

On<strong>de</strong>rvull<strong>in</strong>g (uitdrog<strong>in</strong>g).<br />

Obstructie <strong>in</strong> het spoelsysteem.<br />

Bloedlekkage.<br />

Dislocatie katheter.<br />

Specifiek APD<br />

Uitval van apparatuur (stroomuitval, <strong>de</strong>fecte<br />

mach<strong>in</strong>e) of alarmsystemen.<br />

Knik <strong>in</strong> <strong>de</strong> slang.<br />

Dagelijkse controle van <strong>de</strong> huidpoort op<br />

eventuele <strong>in</strong>fecties. Vloeistofwissel<strong>in</strong>gen dienen<br />

zo steriel mogelijk plaats te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Tevens is<br />

controle nodig van <strong>de</strong> vloeistof die <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

buikwand heeft gezeten op troebelheid. Zie<br />

ver<strong>de</strong>r richtlijn WIP (2004) over<br />

<strong>in</strong>fectiepreventie bij peritoneaaldialyse.<br />

Regelmatige controle apparatuur door technicus<br />

van dialysecentrum, bij uitval van <strong>de</strong> apparatuur<br />

moet <strong>de</strong> patiënt tij<strong>de</strong>lijk CAPD toe kunnen<br />

passen.<br />

Alarmfunctie.<br />

Bron: [Dianet, 2005; KITTZ, 2003; Quak et al., 2005, WIP 1997; WIP, 2004].<br />

Literatuur<br />

Dianet, Sticht<strong>in</strong>g Dianet Dialysecentra. <br />

(geraadpleegd 30-03-2005).<br />

Dianet, Sticht<strong>in</strong>g Dianet Dialysecentra. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Dialyse.<br />

(geraadpleegd 30-03-2005).<br />

NVN, Nierpatiënten Verenig<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

NVN, Nierpatiënten Verenig<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. (geraadpleegd 31-05-2005).<br />

Oud-Witte, MCE. 1993. Thuisdialyse als voorbeeld van thuiszorg<strong>technologie</strong>. In: Schrijvers<br />

et al. (red.). Handboek Thuiszorg. Utrecht: De Tijdstroom. p. C 4.3-1-C 4.3-13.<br />

Platform Ne<strong>de</strong>rland Breed 2004. Succes- en faalfactoren breedbandtoepass<strong>in</strong>gen – Een<br />

quickscan. Zoetermeer, UnitedGraphicCreatie.


pag. 56 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland 2002. De telemedic<strong>in</strong>e monitor 2000-2002 – Bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen<br />

van het Platform Telemedic<strong>in</strong>e Ne<strong>de</strong>rland. Rijswijk: Quantes.<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Ren<strong>in</strong>e, Sticht<strong>in</strong>g Registratie Nierfunctievervang<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. <br />

(geraadpleegd 15-03-2005).<br />

Ren<strong>in</strong>e, Sticht<strong>in</strong>g Registratie Nierfunctievervang<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. 2005. Persoonlijke<br />

communicatie.<br />

WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 1997. Infectiepreventie bij hemodialyse. <br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 2004. Verpleeghuis- woon- en thuiszorg: Dialyse<br />

(CAPD/CCPD). (geraadpleegd 07-07-2005).


RIVM rapport 265011004 pag. 57 van 132<br />

3.6 Vacuümtherapie voor wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

3.6.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Bij wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door mid<strong>de</strong>l van vacuümtherapie wor<strong>de</strong>n steriel schuim (polyurethaan<br />

of polyv<strong>in</strong>ylalcohol foam) en een zuigcanule <strong>in</strong> <strong>de</strong> wond aangebracht. Het geheel wordt<br />

luchtdicht afgeplakt met transparantfolie en vacuüm gezogen met een dra<strong>in</strong>agepomp. Door <strong>de</strong><br />

negatieve druk (vacuüm) wordt <strong>de</strong> circulatie (bloed en lymfe) <strong>in</strong> <strong>de</strong> wond hersteld en wordt<br />

<strong>de</strong> wond gestimuleerd tot <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van granulatieweefsel. Het teveel aan weefselvocht<br />

wordt weggezogen met afvoerslangen naar een opvangbeker. Daardoor wordt bacteriegroei<br />

belemmerd en <strong>de</strong> <strong>in</strong>fectiekans verkle<strong>in</strong>d. De wondbe<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g dient enkele malen per week<br />

verwisseld te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot an<strong>de</strong>re wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n waarbij <strong>de</strong><br />

wond enkele malen per dag moet wor<strong>de</strong>n verschoond. I<strong>de</strong>aliter wordt <strong>de</strong> apparatuur 24 uur<br />

per dag toegepast. Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt meestal plaats geduren<strong>de</strong> 4 tot 6 weken [Kaufman en<br />

Pahl, 2003; KITTZ, 2003].<br />

De grotere systemen zijn uitgerust met alarmfuncties, bijvoorbeeld voor uitval van <strong>de</strong><br />

apparatuur of een volle opvangbeker. Voor ambulant gebruik bestaan kle<strong>in</strong>ere uitvoer<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong> apparatuur voorzien van een accu [Ballard en Baxter, 2001; KITTZ, 2003; World<br />

wi<strong>de</strong> wounds].<br />

De pomp heeft we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rhoud nodig en kan wor<strong>de</strong>n afgenomen met een vochtige doek en<br />

een mild re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>l. De opvangbeker moet m<strong>in</strong>imaal één keer per week wor<strong>de</strong>n<br />

vervangen [KITTZ, 2005].<br />

Accessoires<br />

- schuim;<br />

- folie;<br />

- opvangbeker;<br />

- afvoerslang.<br />

De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt meestal <strong>in</strong>tramuraal, maar soms ook thuis, gestart en gebeurt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> medisch specialist. Inzet van vacuümapparatuur thuis dient ten<br />

laste te komen van het ziekenhuisbudget. Zorg wordt verleend door een<br />

thuiszorgverpleegkundige. Eventueel kan <strong>de</strong> patiënt of verzorger zelf bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

verrichten. De controle wordt voornamelijk <strong>in</strong> het ziekenhuis gedaan. Als <strong>de</strong> wond kle<strong>in</strong>er<br />

wordt, kan op reguliere wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g overgestapt [CVZ, 2004; KITTZ, 2005].<br />

Tenm<strong>in</strong>ste één bedrijf levert <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland complete wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsapparatuur (<strong>in</strong>clusief<br />

accessoires) die geschikt is voor thuisgebruik. Dit bedrijf draagt tevens zorg voor <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspomp, <strong>de</strong> disposables en verzorgt ook <strong>in</strong>structie en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g van<br />

zorgverleners [KITTZ, 2003]. Patiënten kunnen 24 uur per dag een beroep doen op <strong>de</strong>ze<br />

leverancier. Ver<strong>de</strong>r is er een bedrijf dat pompen en materialen levert waarmee<br />

vacuümtherapie voor wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g toegepast kan wor<strong>de</strong>n [KITTZ, pers. comm.], maar<br />

<strong>de</strong>ze apparatuur is niet geschikt voor toepass<strong>in</strong>g thuis.<br />

3.6.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door mid<strong>de</strong>l van vacuümtherapie wordt toegepast bij verschillen<strong>de</strong> typen<br />

won<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> wordt <strong>de</strong> therapie voornamelijk <strong>in</strong>gezet bij ulcus cruris, <strong>de</strong>cubitus<br />

en buikwon<strong>de</strong>n. Contra-<strong>in</strong>dicaties zijn bijvoorbeeld gebruik op won<strong>de</strong>n met kwaadaardig of<br />

necrotisch weefsel, onbehan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> beenmergontstek<strong>in</strong>g, fistels naar organen of lichaamsholtes<br />

en actieve bloed<strong>in</strong>gen [KITTZ, 2005].


pag. 58 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Het aantal patiënten waarbij vacuümtherapie wordt toegepast, is niet exact bekend.<br />

Ook zijn er we<strong>in</strong>ig betrouwbare gegevens over <strong>de</strong> prevalentie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dicaties beschikbaar.<br />

Daarnaast is het niet zo dat alle patiënten met één van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatiegebie<strong>de</strong>n baat hebben bij <strong>de</strong><br />

therapie. Wel is bekend dat e<strong>in</strong>d 2004 gemid<strong>de</strong>ld 100 wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspompen bij patiënten<br />

thuis ston<strong>de</strong>n [KITTZ, pers. comm.]. Op basis van dit aantal pompen en er vanuit gaan<strong>de</strong> dat<br />

een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gemid<strong>de</strong>ld 6 weken duurt, levert doorbereken<strong>in</strong>g een aantal van ongeveer<br />

800 behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2004 op. In juni 2005 ston<strong>de</strong>n 200 pompen bij patiënten thuis; een<br />

verdubbel<strong>in</strong>g ten opzichte van e<strong>in</strong>d 2004.<br />

Tabel 10. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspompen thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 2004 2005 2005 - 2009<br />

KITTZ, pers. comm. 1<br />

800<br />

1600 > (lichte groei)<br />

1 Bereken<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers op basis van het aantal pompen van één aanbie<strong>de</strong>r en een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

gebruiksduur van zes weken.<br />

De doelmatigheid is nog niet voor alle <strong>in</strong>dicatiegebie<strong>de</strong>n aangetoond en <strong>de</strong> tijdw<strong>in</strong>st <strong>in</strong><br />

termen van duur van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ten aanzien van an<strong>de</strong>re wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n is<br />

beperkt. De tijds<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g van zorgverleners is wel aanzienlijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan bij an<strong>de</strong>re<br />

metho<strong>de</strong>n, door afname <strong>in</strong> het aantal verbandwissel<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> manier van verbandwisselen.<br />

Verwacht wordt dat het aantal patiënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst licht zal stijgen, maar dit zal me<strong>de</strong><br />

afhangen van on<strong>de</strong>rzoek dat nog plaatsv<strong>in</strong>dt naar <strong>de</strong>ze techniek en eventuele nieuwe<br />

<strong>in</strong>dicaties die op basis hiervan gesteld wor<strong>de</strong>n [KITTZ, pers. comm.].<br />

3.6.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Uit een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntensearch naar gebruik van <strong>de</strong>ze apparatuur <strong>in</strong> het databestand van <strong>de</strong> FDA-<br />

MAUDE (perio<strong>de</strong> 1-1-2001 t/m 31-3-2005; co<strong>de</strong> JCX) kwamen enkele <strong>in</strong>tramurale<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten (n=26) met wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspompen naar voren. Inci<strong>de</strong>nten had<strong>de</strong>n<br />

voornamelijk betrekk<strong>in</strong>g op het achterblijven van een oud stuk schuim <strong>in</strong> <strong>de</strong> wond na<br />

verbandwissel<strong>in</strong>gen (bijvoorbeeld omdat dit <strong>in</strong> een holte was geplaatst) en het vastgroeien<br />

van schuim <strong>in</strong> <strong>de</strong> wond. Stukken schuim moesten <strong>in</strong> sommige gevallen operatief verwij<strong>de</strong>rd<br />

wor<strong>de</strong>n. Het niet tijdig vervangen van <strong>de</strong> wondbekled<strong>in</strong>g of on<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

doordat het apparaat enige tijd was uitgeschakeld, waren m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak voorkomen<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten. Eén <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt betrof een stor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het apparaat, waardoor wondvocht niet uit <strong>de</strong><br />

wond werd weggezogen.<br />

Ver<strong>de</strong>r kwam het voor dat <strong>de</strong> therapie werd toegepast bij contra-<strong>in</strong>dicaties (bijvoorbeeld op<br />

bloedvaten). Uit <strong>de</strong>ze meld<strong>in</strong>gen werd niet dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> hoeverre gebruik van <strong>de</strong> therapie bij<br />

contra-<strong>in</strong>dicaties bijdroeg aan <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten, zoals het optre<strong>de</strong>n van bloed<strong>in</strong>gen.<br />

Uit een on<strong>de</strong>rzoeksproject van het KITTZ bleek dat <strong>de</strong> overdracht en toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> divers verloopt. In het ka<strong>de</strong>r van dit project zijn<br />

geprotocolleer<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>structies ontwikkeld en voorwaar<strong>de</strong>n voor thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g [KITTZ,<br />

2005].<br />

Vacuümtherapie is een nieuwe therapie. Het KITTZ (2003) beveelt daarom aan, zolang <strong>de</strong><br />

therapie nog niet grootschalig wordt toegepast, <strong>de</strong> organisatie en uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zorg eerst<br />

<strong>in</strong> han<strong>de</strong>n van een kle<strong>in</strong> team te geven. Dit team kan ervar<strong>in</strong>g opdoen met <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lwijze<br />

en dit gecontroleerd overdragen naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers.<br />

In Tabel 11 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s weergegeven die kunnen samenhangen met het<br />

gebruik van wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door mid<strong>de</strong>l van vacuümtherapie. Risico’s die gerelateerd zijn<br />

aan wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het algemeen, zoals het onvoldoen<strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ren van afgestorven


RIVM rapport 265011004 pag. 59 van 132<br />

weefsel of besmett<strong>in</strong>g van omstan<strong>de</strong>rs, zijn niet opgenomen. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur<br />

beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 11. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspompen thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Beschadig<strong>in</strong>gen aan organen of van<br />

verzwakte/blootliggen<strong>de</strong> grote bloedvaten.<br />

Achterblijven van ou<strong>de</strong> stukken schuim <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

wond bij verbandwissel<strong>in</strong>gen, met name bij<br />

complexe won<strong>de</strong>n en fistels.<br />

Buitensporige <strong>in</strong>groei van weefsel <strong>in</strong> het schuim<br />

door bijvoorbeeld grote zuigkracht.<br />

Onvoldoen<strong>de</strong> wissel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> wondbekled<strong>in</strong>g<br />

(met name wanneer <strong>de</strong> apparatuur heeft<br />

uitgestaan).<br />

Verkeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> pomp. Te hoge<br />

zuigkrachten kunnen lei<strong>de</strong>n tot beschadig<strong>in</strong>gen<br />

aan weefsel. Bij te lage zuigkrachten wordt<br />

onvoldoen<strong>de</strong> wondvocht afgezogen.<br />

Lek <strong>in</strong> <strong>de</strong> afdicht<strong>in</strong>g (wondverband is niet<br />

vacuüm) waardoor wondvocht zich ophoopt.<br />

Ophop<strong>in</strong>g van wondvocht kan <strong>in</strong>fecties tot<br />

gevolg hebben.<br />

Knik/beknell<strong>in</strong>g slang.<br />

Uitval alarmfuncties.<br />

Uitval van <strong>de</strong> apparatuur. Dit kan lei<strong>de</strong>n tot<br />

<strong>in</strong>fecties omdat wondvocht niet afgevoerd wordt.<br />

Uitval van <strong>de</strong> therapie kan ontstaan door on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re een volle opvangbeker of lege accu of een<br />

<strong>de</strong>fecte pomp.<br />

Infecties door het te lang afkoppelen van <strong>de</strong><br />

apparatuur. Door het on<strong>de</strong>rbreken van <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ontstaat ongecontroleer<strong>de</strong> groei van<br />

micro-organismen.<br />

Pijn door <strong>de</strong> therapie.<br />

Blootliggen<strong>de</strong> bloedvaten/organen dienen<br />

be<strong>de</strong>kt te wor<strong>de</strong>n met bijvoorbeeld weefsel of<br />

vetgaas. Dit is vooral van belang als<br />

bloedvaten/organen verzwakt zijn door een<br />

operatie of bestral<strong>in</strong>g.<br />

Tellen van <strong>de</strong> stukken schuim die <strong>in</strong> <strong>de</strong> wond<br />

wor<strong>de</strong>n geplaatst. Het schuim niet plaatsten <strong>in</strong><br />

niet zichtbare holtes.<br />

De spons met fysiologisch zoutoploss<strong>in</strong>g<br />

weken. Niet verkleven<strong>de</strong> zalfgazen tussen wond<br />

en spons kunnen <strong>in</strong>groei van weefsel tegengaan.<br />

Wissel<strong>in</strong>gen dienen één keer per 48 uur plaats te<br />

v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en frequenter <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van <strong>in</strong>fecties.<br />

Opvolgen voorschrift arts. Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Alarmfunctie voor luchtlekkages.<br />

Alarmfunctie voor obstructie.<br />

Alarmfunctie voor lege accu, volle<br />

opvangbeker, uitval van <strong>de</strong> therapie.<br />

Batterij opla<strong>de</strong>n.<br />

Tijdige vervang<strong>in</strong>g opvangbeker.<br />

De therapie mag niet langer dan 2 uur per dag<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rbroken.<br />

Starten met een lage druk en druk langzaam<br />

opbouwen.<br />

Bron: [FDA-MAUDE-databestand; Kaufman en Pahl, 2003; KCI Medical; KITTZ, 2005; Men<strong>de</strong>z-Eastman,<br />

2001; Vacuumtherapie.co.uk.].


pag. 60 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Literatuur<br />

Ballard K, Baxter H. 2001. Vacuum assisted closure. Nurs<strong>in</strong>g Times 96 (35), 51-52.<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004 . Signaler<strong>in</strong>gsrapport Hulpmid<strong>de</strong>len 2004.<br />

Diemen: CVZ. .<br />

FDA, Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE)<br />

(geraadpleegd<br />

20-04-2005).<br />

Kaufman MW, Pahl DW. 2003. Vacuum-assisted closure therapy: wound care and nurs<strong>in</strong>g<br />

implications. Dermatology Nurs<strong>in</strong>g 15(4), 317-25.<br />

KCI Medical. Richtlijnen van V.A.C. ® -therapie. (geraadpleegd<br />

30-03-2005).<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. V.A.C. ® therapie<br />

- lokale vacuümtherapie bij won<strong>de</strong>n.<br />

(geraadpleegd 30-03-<br />

2005).<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2005. Persoonlijke<br />

communicatie.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2005. Wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

door vacuümtherapie (V.A.C. ® therapie).<br />

Men<strong>de</strong>z-Eastman S. 2001. Gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es for us<strong>in</strong>g negative pressure woud therapy. Advances <strong>in</strong><br />

Sk<strong>in</strong> and Wound Care, 14 (6), 314-323.<br />

Vacuumtherapy.co.uk. (geraadpleegd 30-03-2005).<br />

World wi<strong>de</strong> wounds. An Introduction to the use of vacuum assisted closure.<br />

(geraadpleegd 26-01-2005).


RIVM rapport 265011004 pag. 61 van 132<br />

3.7 Anti-<strong>de</strong>cubitus behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

3.7.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Met behulp van anti-<strong>de</strong>cubitusmatrassen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt <strong>de</strong> <strong>in</strong>werk<strong>in</strong>g van druk-, schuif- en<br />

wrijfkrachten op het lichaam en daardoor kan <strong>de</strong>cubitus wor<strong>de</strong>n voorkomen of wordt een<br />

bijdrage geleverd aan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Drukverlag<strong>in</strong>g wordt bereikt door het contactoppervlak<br />

van het lichaam met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlaag zo groot mogelijk te maken. Naast eenvoudige, passieve<br />

producten als schuim-, traagschuim- en vezelmatrassen en licht-dynamische luchtmatrassen<br />

zijn er ook meer geavanceer<strong>de</strong>, sterk-dynamische systemen die elektrisch wor<strong>de</strong>n<br />

aangedreven. Alleen <strong>de</strong>ze producten zullen hier wor<strong>de</strong>n besproken. Men kan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

typen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:<br />

- Wisseldrukmatras of alternerend systeem: <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> matras wor<strong>de</strong>n afwisselend vol<br />

lucht gepompt of lopen leeg. Hierdoor fluctueert <strong>de</strong> druk op een bepaal<strong>de</strong> plaats van het<br />

lichaam <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd en kan <strong>de</strong> doorbloed<strong>in</strong>g zich steeds voor enige tijd herstellen.<br />

Frequentie en luchtdruk <strong>in</strong> het systeem kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld.<br />

- Low airlossmatras: <strong>de</strong>ze matrassen wor<strong>de</strong>n cont<strong>in</strong>u vol lucht gepompt en blazen via <strong>de</strong><br />

bovenkant van <strong>de</strong> matras constant lucht langs het lichaam waardoor <strong>de</strong> huid droog en<br />

daardoor steviger blijft. De luchtdruk <strong>in</strong> <strong>de</strong> matras kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld. Deze<br />

systemen wor<strong>de</strong>n met name toegepast bij patiënten <strong>in</strong> halfzitten<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g.<br />

- Comb<strong>in</strong>aties van airloss en wisseldruk.<br />

- Airfluidised bed: hier<strong>in</strong> stroomt lucht omhoog door een zandbed (glaskorrels) afge<strong>de</strong>kt<br />

door een luchtdoorlaten<strong>de</strong> hoes, en wel zo krachtig dat het lichaam op het zweven<strong>de</strong><br />

zand ligt. Dit is een compleet systeem, <strong>in</strong>clusief bedframe.<br />

De wisseldruk- en airloss-systemen bestaan zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een matrasvervanger als <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> vorm van een oplegmatras, dat wil zeggen dat het product op een normale matras wordt<br />

gelegd. Dynamische systemen zijn duur en mogen alleen wor<strong>de</strong>n voorgeschreven op strikte<br />

<strong>in</strong>dicatie. Het CBO stelt dat airloss- en airfluidised-systemen alleen gebruikt moeten wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van een goed uitgevoerd en gecontroleerd <strong>de</strong>cubitusprotocol [CBO, 2002,<br />

KITTZ, 2003]. Airfluidised-bed<strong>de</strong>n komen, evenals gel- en waterbed<strong>de</strong>n, <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong><br />

slechts sporadisch voor, alleen al om <strong>de</strong> praktische re<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze systemen niet te tillen en<br />

moeilijk te transporteren zijn, en niet door een normale <strong>de</strong>ur passen. Wisseldruk- en<br />

airlossbed<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n wel regelmatig toegepast [Huntleigh, pers.comm.; Z-org, pers.comm.].<br />

S<strong>in</strong>ds 2002 is een nieuwe beleidsregel van het CTG van kracht waardoor geavanceer<strong>de</strong> anti<strong>de</strong>cubitussystemen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> geduren<strong>de</strong> maximaal 26 weken vergoed wor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong><br />

AWBZ. Daarna neemt <strong>de</strong> zorgverzekeraar <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g zonodig over. Vóór 2002 was er<br />

geen specifieke vergoed<strong>in</strong>g mogelijk voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van anti-<strong>de</strong>cubitusmatrassen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>thuissituatie</strong>. Dit had tot gevolg dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van <strong>de</strong>ze matrassen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> zeer<br />

beperkt bleef en dat veel gebruik werd gemaakt van eenvoudige passieve producten, waarvan<br />

het effect <strong>in</strong> sommige gevallen onvoldoen<strong>de</strong> was [Z-org, pers.comm.].<br />

De Werkgroep On<strong>de</strong>rzoek Kwaliteit (WOK) van <strong>de</strong> Universiteit van Maastricht voert<br />

on<strong>de</strong>rzoek uit dat als basis moet dienen om tot een richtlijn te komen voor het voorschrijven<br />

van anti-<strong>de</strong>cubitusmaterialen. Resultaten komen <strong>in</strong> het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kwartaal van 2005 beschikbaar<br />

[CVZ, 2004].


pag. 62 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Accessoires<br />

- regelunit: hiermee wordt <strong>de</strong> druk en <strong>de</strong> frequentie van opblazen en leeglopen <strong>in</strong>gesteld;<br />

- pomp/compressor: levert <strong>de</strong> (gefilter<strong>de</strong>) lucht voor het opblazen;<br />

- slangenset: vormt <strong>de</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen pomp en <strong>de</strong> diverse compartimenten van <strong>de</strong><br />

matras;<br />

- toplaken of hoes: ligt op <strong>de</strong> matras en heeft eigenschappen die <strong>de</strong> schuif- en<br />

wrijfkrachten op het lichaam verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren; kan geïmpregneerd zijn met een mid<strong>de</strong>l dat<br />

<strong>de</strong> groei van micro-organismen afremt;<br />

- bo<strong>de</strong>mzeil, on<strong>de</strong>rlegmatras.<br />

Een (wijk)verpleegkundige is op grond van haar opleid<strong>in</strong>g bevoegd om maatregelen ter<br />

preventie van <strong>de</strong>cubitus te nemen en om <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n te behan<strong>de</strong>len. In veel organisaties<br />

werken wijkverpleegkundigen of verpleegkundig specialisten die zich m<strong>in</strong> of meer specifiek<br />

met <strong>de</strong>cubitus bezighou<strong>de</strong>n. Deze volgen <strong>de</strong> laatste ontwikkel<strong>in</strong>gen en tra<strong>in</strong>en <strong>de</strong> overige<br />

thuiszorgme<strong>de</strong>werkers. Voor het <strong>in</strong>schatten van het risico wordt aanbevolen een kl<strong>in</strong>ische<br />

blik te comb<strong>in</strong>eren met een risicoscoresysteem en op risicofactoren gebaseer<strong>de</strong><br />

controlelijsten. Wijkverpleegkundigen <strong>in</strong>diceren en adviseren bij <strong>de</strong> keuze van anti<strong>de</strong>cubitusmaterialen,<br />

regelen <strong>de</strong> aanvraag en hebben contact met huisarts en bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />

diëtist. Voor ie<strong>de</strong>re patiënt moet een verpleegplan wor<strong>de</strong>n opgesteld en een zorgdossier<br />

aangelegd. Steeds meer thuiszorgorganisaties hanteren een protocol, dat gebaseerd kan zijn<br />

op <strong>de</strong> CBO-richtlijn en/of <strong>de</strong> NHG-standaard Decubitus en <strong>de</strong> Wijkverpleegkundige<br />

Standaard Decubitus. De huisarts draagt juridisch e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het totale<br />

zorgproces voor <strong>de</strong> patiënt thuis. De 24-uursbereikbaarheid van een zorgverlener dient<br />

gewaarborgd te zijn [CBO, 2002; KITTZ, 2003].<br />

Uitleenorganisaties voor <strong>de</strong> thuiszorg hebben meestal een aantal soorten anti<strong>de</strong>cubitussystemen<br />

<strong>in</strong> voorraad. Soms wordt een regionaal protocol opgesteld voor <strong>de</strong> keuze<br />

van anti-<strong>de</strong>cubitussystemen door alle betrokken partijen (ziekenhuizen, <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,<br />

thuiszorg, uitleenorganisaties, leveranciers). Voor <strong>de</strong> thuiszorg wor<strong>de</strong>n vaak systemen<br />

gekozen die afgestemd zijn op <strong>de</strong> systemen welke <strong>in</strong> het ziekenhuis wor<strong>de</strong>n gebruikt. Bij <strong>de</strong><br />

keuze spelen bedrijfseconomische motieven echter ook een rol. Uitleenorganisaties hebben<br />

<strong>de</strong> systemen <strong>in</strong> eigendom of op huurbasis, afhankelijk van <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. In het<br />

eerste geval doen zij zelf on<strong>de</strong>rhoud en re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g/<strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectie, <strong>in</strong> het twee<strong>de</strong> geval doet <strong>de</strong><br />

leverancier dit. Wijkverpleegkundigen kennen het assortiment en maken hieruit op basis van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatie en <strong>in</strong> overleg met <strong>de</strong> uitleenorganisatie een keuze. Me<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong><br />

uitleenorganisatie leveren <strong>de</strong> systemen af en bouwen ze op. De wijkverpleegkundige<br />

<strong>in</strong>stalleert <strong>de</strong> patiënt, stelt het systeem af (bijvoorbeeld druk, frequentie) en blijft <strong>de</strong> patiënt<br />

geregeld observeren. Als het effect niet voldoen<strong>de</strong> is moet <strong>in</strong> overleg met <strong>de</strong><br />

uitleenorganisatie een an<strong>de</strong>r systeem gekozen wor<strong>de</strong>n. Soms is voor een patiënt die uit het<br />

ziekenhuis komt een an<strong>de</strong>r systeem nodig. Dit wordt dan apart geleased. Als een systeem bij<br />

een leverancier wordt geleased doet <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel ook <strong>de</strong> afstell<strong>in</strong>g bij aflever<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>structie aan <strong>de</strong> wijkverpleegkundigen [Z-org, pers.comm.].<br />

De uitleenorganisatie heeft een 24-uurs help<strong>de</strong>sk. De technici hebben tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen gevolgd bij<br />

<strong>de</strong> leveranciers van <strong>de</strong> systemen. Bedien<strong>in</strong>gsproblemen kunnen vaak telefonisch wor<strong>de</strong>n<br />

opgelost. Bij technisch falen komen technici bij <strong>de</strong> patiënt om bijvoorbeeld on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te<br />

vervangen. Daarnaast is ook <strong>de</strong> leverancier 24 uur per dag bereikbaar voor gecompliceer<strong>de</strong><br />

problemen. Ook <strong>de</strong>ze komt <strong>in</strong>dien nodig bij <strong>de</strong> patiënt om een stor<strong>in</strong>g op te lossen [Vitaal,<br />

pers.comm.]. De bij het leasen door <strong>de</strong> leveranciers gebo<strong>de</strong>n service kan bestaan uit: (advies<br />

bij) <strong>in</strong>dicer<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>stallatie, <strong>in</strong>structie, 24-uurs service bij stor<strong>in</strong>g, evaluatie, schoonmaak en<br />

afstell<strong>in</strong>g voor een volgen<strong>de</strong> gebruiker [IGZ, 2004]. Speciale gebruiksaanwijz<strong>in</strong>gen voor<br />

gebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> of voor gebruik door <strong>de</strong> mantelzorger wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> fabrikant


RIVM rapport 265011004 pag. 63 van 132<br />

niet altijd geleverd. Dan wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze door uitleenorganisaties, soms <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge<br />

samenwerk<strong>in</strong>g, zelf gemaakt [Z-org, pers.comm.; Vitaal, pers.comm.].<br />

Nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen zijn beweegbare bedbo<strong>de</strong>ms met statische matrassen. Voor<strong>de</strong>el is dat<br />

een <strong>de</strong>rgelijke bedbo<strong>de</strong>m een langere levensduur heeft (circa 10 jaar) dan dynamische<br />

systemen (circa 3 jaar) waardoor zij kosteneffectiever kunnen zijn. Op dit moment zijn<br />

<strong>de</strong>rgelijke systemen echter nog niet goed verplaatsbaar en ze wor<strong>de</strong>n daarom nog niet thuis<br />

gebruikt [Vitaal, pers.comm.].<br />

3.7.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

De <strong>in</strong>dicaties voor anti-<strong>de</strong>cubitusligmaterialen zijn het voorkómen van <strong>de</strong>cubitus, dan wel het<br />

leveren van een bijdrage aan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ervan. Deze aandoen<strong>in</strong>g komt vooral voor bij<br />

ou<strong>de</strong>ren: van alle <strong>de</strong>cubituspatiënten is 81% ou<strong>de</strong>r dan 65 jaar [CVZ, 2003]. Dit betekent dat<br />

door <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g <strong>de</strong>cubitus vaker voor zal komen. Het trof <strong>in</strong> 2004 16,4 % van <strong>de</strong> patiënten<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gstehuizen en 15,0 % van <strong>de</strong> patiënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg [Lan<strong>de</strong>lijk<br />

prevalentieon<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>cubitus]. CVZ noemt een prevalentie van 18,5% <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg<br />

[CVZ, 2005]. Quak et al. (2005) noemen een aantal van circa 120.000 patiënten die <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

thuiszorg wondverzorg<strong>in</strong>g krijgen. Dit aantal betreft echter zowel patiënten met ulcus cruris<br />

venosum als patiënten met <strong>de</strong>cubitus. Materialen ter behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van won<strong>de</strong>n of <strong>de</strong>cubitus<br />

wor<strong>de</strong>n thuis steeds meer toegepast [KITTZ, 2003]. Dynamische systemen zijn voornamelijk<br />

bedoeld voor hoogrisicopatiënten die geen of onvoldoen<strong>de</strong> wisselligg<strong>in</strong>g kunnen krijgen. Nu<br />

er met <strong>de</strong> nieuwe CTG-beleidsregel een oploss<strong>in</strong>g is gevon<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële<br />

beperk<strong>in</strong>gen is er een groeien<strong>de</strong> vraag naar dynamische anti-<strong>de</strong>cubitussystemen thuis. Het <strong>in</strong><br />

Tabel 12 genoem<strong>de</strong> gebruikersaantal van sterk-dynamische systemen (wisseldruk/airloss) is<br />

exclusief patiënten die een systeem langer dan 26 weken gebruiken en dit daarna door hun<br />

zorgverzekeraar vergoed krijgen. Dit is echter waarschijnlijk een zeer beperkt aantal<br />

aangezien <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gebruiksduur rond <strong>de</strong> 6 à 7 weken ligt.<br />

Gezien <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> extramuralisatie is een ver<strong>de</strong>re toename van <strong>de</strong> behoefte aan anti<strong>de</strong>cubitussystemen<br />

met 5 à 10 % per jaar te verwachten. Of <strong>de</strong> gebruikersaantallen ook<br />

werkelijk zullen stijgen is echter me<strong>de</strong> afhankelijk van <strong>de</strong> beschikbare f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g [Vitaal,<br />

pers.comm.].<br />

Tabel 12. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van sterk-dynamische anti-<strong>de</strong>cubitussystemen thuis en prognose<br />

voor 2009.<br />

Bron 2004 2005 - 2009<br />

CTG-prognose 1<br />

6500-7000<br />

Vitaal, pers.comm. >><br />

(groei circa 5-10% per jaar)<br />

1 De prognose uitgedrukt <strong>in</strong> weken is met behulp van een schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gebruiksduur omgezet <strong>in</strong><br />

een aantal gebruikers.


pag. 64 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

3.7.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Risico’s die kunnen samenhangen met het gebruik van geavanceer<strong>de</strong> anti<strong>de</strong>cubitusligmaterialen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> staan weergegeven <strong>in</strong> Tabel 13. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 13. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van geavanceer<strong>de</strong> anti<strong>de</strong>cubitusmaterialen.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

(Extra) weefselscha<strong>de</strong> door on<strong>de</strong>rbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Dui<strong>de</strong>lijke ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g taken en<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Beschikbaar<br />

stellen/vergoe<strong>de</strong>n noodzakelijke systemen door<br />

zorgaanbie<strong>de</strong>r/zorgverzekeraar. Versnell<strong>in</strong>g<br />

procedures voor aanvraag van noodzakelijke<br />

systemen.<br />

(Extra) weefselscha<strong>de</strong> door verkeer<strong>de</strong> keuze<br />

van product.<br />

(Extra) weefselscha<strong>de</strong> door verkeerd gebruik<br />

van on<strong>de</strong>rlakens.<br />

(Extra) weefselscha<strong>de</strong> doordat hoeslakens niet<br />

elastisch genoeg zijn.<br />

Verkeer<strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie bedframe, bedhek,<br />

matras waardoor patiënt beklemd kan raken of<br />

uit bed kan vallen.<br />

Bedien<strong>in</strong>gsfouten.<br />

Te hoge of te lage druk <strong>in</strong> <strong>de</strong> matras.<br />

‘Bottom<strong>in</strong>g’: <strong>de</strong> patiënt ligt alsnog met <strong>de</strong>len<br />

van het lichaam op <strong>de</strong> bedbo<strong>de</strong>m.<br />

Schokken, brand, elektromagnetische<br />

<strong>in</strong>terferentie door elektrische <strong>de</strong>fecten.<br />

Stroomuitval.<br />

Verspreid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>fecties.<br />

Bio<strong>in</strong>compatibiliteit (toxisch, allergieopwekkend<br />

of beschadigend effect op weefsel).<br />

Mechanische <strong>de</strong>fecten (stukgaan matrashoes,<br />

dubbelvouwen slangen, val bedien<strong>in</strong>gspaneel,<br />

breuk van mechanische <strong>de</strong>len).<br />

Gebruiken van een risicoscoresysteem voor <strong>de</strong><br />

keuze. Scorelijsten en observatie patiënt tij<strong>de</strong>ns<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Protocoller<strong>in</strong>g van het keuzeproces.<br />

Letten op rimpel- of plooivorm<strong>in</strong>g en op het<br />

verfrommeld raken tussen <strong>de</strong> luchtkussens –<br />

gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Hoeslakens met <strong>de</strong> juiste eigenschappen<br />

gebruiken.<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Alarmfunctie, on<strong>de</strong>rmatras.<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verband met gewicht<br />

patiënt.<br />

Veilig ontwerp van het systeem.<br />

Alarmfunctie.<br />

Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gs-/<strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectievoorschriften, lakens en<br />

hoezen impregneren met stoffen die groei van<br />

micro-organismen remmen, gebruik van droge<br />

lucht voor ‘air loss’.<br />

Ontwerp van het systeem aanpassen.


RIVM rapport 265011004 pag. 65 van 132<br />

Problemen met reanimatie.<br />

Beschadig<strong>in</strong>g bedsysteem door verkeer<strong>de</strong><br />

re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g.<br />

Niet goed functioneren bedsysteem door<br />

verkeerd on<strong>de</strong>rhoud.<br />

ARBO-aspecten (struikelen, vallen, verbran<strong>de</strong>n<br />

aan luchtuitlaat).<br />

Te hoog geluidsniveau, te hoge temperatuur,<br />

trill<strong>in</strong>g pompmotor.<br />

Bron: [CBO, 2002].<br />

Mogelijkheid tot snel laten leeglopen van <strong>de</strong><br />

matras (CPR-functie ten behoeve van<br />

cardiopulmonale resuscitatie).<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

Ontwerp van het systeem aanpassen.<br />

Voor een goe<strong>de</strong> <strong>de</strong>cubituspreventie is ook dagelijkse <strong>in</strong>spectie en palpatie van <strong>de</strong> huid van <strong>de</strong><br />

patiënt noodzakelijk, en bij preventie en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g moeten an<strong>de</strong>re aspecten wor<strong>de</strong>n<br />

betrokken (zoals voed<strong>in</strong>gstoestand, verbandmid<strong>de</strong>len, wondverzorg<strong>in</strong>g) [CBO, 2002].<br />

Literatuur<br />

CBO, Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2002. Richtlijn Decubitus, twee<strong>de</strong><br />

herzien<strong>in</strong>g.<br />

CTG, College Tarieven Gezondheidszorg. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2003. Signaler<strong>in</strong>gsrapport Hulpmid<strong>de</strong>len 2003.<br />

Amstelveen: CVZ. (geraadpleegd 07-07-2005).<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004. Monitor Hulpmid<strong>de</strong>len 2004. Diemen: CVZ.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Signaler<strong>in</strong>gsrapport Hulpmid<strong>de</strong>len 2005.<br />

Diemen: CVZ. <br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

Huntleigh Healthcare BV. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

IGZ, Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2004. Decubitus doorgelicht: richtlijn onvoldoen<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> praktijk toegepast. Den Haag: IGZ.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Wondpreventie- en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

<br />

(geraadpleegd: 18-02-05).<br />

Lan<strong>de</strong>lijk prevalentieon<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>cubitus, resultaten zoals weergegeven op<br />

(geraadpleegd 07-03-05).


pag. 66 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Z-org, organisatie van zorgon<strong>de</strong>rnemers, tot 01-07-2005 LVT, Lan<strong>de</strong>lijke Verenig<strong>in</strong>g voor<br />

Thuiszorg. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Vitaal uitleenservice (Thuiszorg Stad Utrecht). Persoonlijk communicatie.


RIVM rapport 265011004 pag. 67 van 132<br />

3.8 Uitwendige elektrostimulatie<br />

3.8.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Bij elektrostimulatie wordt gebruik gemaakt van kle<strong>in</strong>e elektrische impulsen. Apparatuur<br />

voor uitwendige elektrostimulatie is meestal kle<strong>in</strong> en draagbaar, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van<br />

toepass<strong>in</strong>gen die bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet bij revalidatie. Het bestaat uit een<br />

bedien<strong>in</strong>gskastje waaraan kabeltjes zijn verbon<strong>de</strong>n (zie Figuur 6, pag. 48), die vastgemaakt<br />

wor<strong>de</strong>n aan elektro<strong>de</strong>n [NVvDP en DGV, 2003]. Meestal wor<strong>de</strong>n twee elektro<strong>de</strong>n<br />

aangebracht, maar wanneer grotere gebie<strong>de</strong>n gestimuleerd wor<strong>de</strong>n, kan gebruik gemaakt<br />

wor<strong>de</strong>n van meer<strong>de</strong>re elektro<strong>de</strong>n [Kl<strong>in</strong>erva].<br />

De apparatuur bevat diverse <strong>in</strong>stelbare parameters, zoals impulsduur (1-300 x 10 -6 secon<strong>de</strong>),<br />

impulsfrequentie (1-200 Hz) en stroomsterkte [Innemée en Oerlemans, 2001]. Hierdoor zijn<br />

vele programma’s mogelijk. Apparatuur kan eventueel handmatig bediend wor<strong>de</strong>n met een<br />

handschakelaar. De apparatuur werkt op batterijen of een oplaadbare accu [Kl<strong>in</strong>erva].<br />

Uitwendige elektrostimulatie wordt ook wel toegepast bij personen zon<strong>de</strong>r pathologie,<br />

bijvoorbeeld bij sporters. De apparatuur hiervoor is op <strong>de</strong> consumentenmarkt verkrijgbaar.<br />

Op <strong>de</strong>ze toepass<strong>in</strong>g wordt hier niet ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan.<br />

Wanneer <strong>de</strong> apparatuur voor uitwendige elektrostimulatie <strong>de</strong>el uitmaakt van een <strong>medische</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, kan <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet voor zenuwstimulatie of spierstimulatie. Meer<strong>de</strong>re<br />

functies kunnen <strong>in</strong> één apparaat verenigd zijn [Kl<strong>in</strong>erva]:<br />

- Zenuwstimulatie. Elektrische stimulatie van <strong>de</strong> zenuwen heet Transcutane Elektrische<br />

Neurostimulatie (TENS). Ter hoogte van <strong>de</strong> zenuwbaan wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> huid twee<br />

elektro<strong>de</strong>n geplaatst; één elektro<strong>de</strong> l<strong>in</strong>ks en één rechts naast <strong>de</strong> zenuwbaan. Door <strong>de</strong><br />

elektrische impulsen wor<strong>de</strong>n pijnprikkels ge<strong>de</strong>mpt. TENS-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt meestal<br />

toegepast door <strong>de</strong> fysiotherapeut of via een pijnpoli voorgeschreven [NVvPD en DGV,<br />

2003].<br />

- Spierstimulatie. Hierbij wordt <strong>de</strong> spier geactiveerd door elektrische impulsen. Als <strong>de</strong><br />

patiënt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> elektrostimulatie ook een functie tra<strong>in</strong>t, heet dit functionele<br />

elektrostimulatie (FES). Een speciale toepass<strong>in</strong>g van FES is bijvoorbeeld <strong>de</strong> FES-fiets<br />

voor dwarslaesiepatiënten, waarbij <strong>de</strong> spieren afwisselend gestimuleerd wor<strong>de</strong>n zodat<br />

er een fietsbeweg<strong>in</strong>g ontstaat [www.handicap.nl]. Ook bestaan orthesen voor <strong>de</strong> hand<br />

en on<strong>de</strong>rarm met elektro<strong>de</strong>n en een bedien<strong>in</strong>gskastje voor het oefenen arm/hand functie<br />

[Handywijzer].<br />

Accessoires<br />

- elektro<strong>de</strong>n;<br />

- gel en pleisters;<br />

- elektro<strong>de</strong>nkabels;<br />

- batterij en opla<strong>de</strong>r;<br />

- handschakelaar;<br />

- koffertje.<br />

Meestal wordt <strong>de</strong> apparatuur door een (para)medicus op recept verstrekt. De plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

elektro<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stimulatievorm bij pijnbestrijd<strong>in</strong>g of spierstimulatie gebeurt <strong>in</strong> overleg met<br />

<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lend arts of therapeut. De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is door <strong>de</strong> patiënt zelf uit te voeren [Pijn<br />

Kennis Centrum Maastricht, 2005; Pijncentrum, UMC St. Radboud ]. Na een proefperio<strong>de</strong><br />

wordt besloten of <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt voortgezet. De apparatuur wordt dan vergoed door <strong>de</strong><br />

verzekeraar.


pag. 68 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

De FES-fiets valt niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Regel<strong>in</strong>g Hulpmid<strong>de</strong>len. Wordt <strong>de</strong> fiets tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

revalidatieperio<strong>de</strong> uitgeleend dan komen bijbehoren<strong>de</strong> kosten ten laste van het<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsbudget. Na ontslag bestaat vooralsnog geen vergoed<strong>in</strong>gsmogelijkheid.<br />

On<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> draagbare elektrostimulatieapparatuur bestaat uit het regelmatig vervangen<br />

van <strong>de</strong> elektro<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> elektro<strong>de</strong>nkabels en het opla<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> batterij [TefaPortanje, pers.<br />

comm.].<br />

3.8.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Het <strong>in</strong>dicatiegebied van elektrostimulatie is groot. Zo wordt TENS toegepast bij zowel acute<br />

als chronische pijn, zoals pijn bij reuma, postoperatieve pijnklachten, neurogene pijn en pijn<br />

rondom <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g [Innemée en Oerlemans, 2001]. Als absolute contra-<strong>in</strong>dicatie geldt het<br />

gebruik van een pacemaker. Relatieve contra-<strong>in</strong>dicaties zijn huidaandoen<strong>in</strong>gen,<br />

sensibiliteitsstoornissen <strong>in</strong> het gebied van elektro<strong>de</strong>plaats<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> eerste drie maan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

zwangerschap (abdom<strong>in</strong>aal en lumbaal gebied), stimulatie <strong>in</strong> het gebied van <strong>de</strong> s<strong>in</strong>us carotis<br />

en stimulatie op <strong>de</strong> ogen [Pijn Kennis Centrum Maastricht, 2005].<br />

Spierstimulatie wordt toegepast bij on<strong>de</strong>r meer ge<strong>de</strong>genereer<strong>de</strong> spieren, stimuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

lokale doorbloed<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>cont<strong>in</strong>entie behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g [Kl<strong>in</strong>erva].<br />

De gevon<strong>de</strong>n gebruikersaantallen hebben betrekk<strong>in</strong>g op uitwendige elektrostimulatoren bij<br />

pijnbestrijd<strong>in</strong>g. Mogelijk zijn <strong>de</strong> cijfers vertekend doordat patiënten <strong>de</strong> apparatuur na afloop<br />

van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g niet meer <strong>in</strong>leveren. Patiënten blijven dan als gebruiker geregistreerd bij<br />

<strong>de</strong> verzekeraar [Deventer Ziekenhuis, pers. comm.].<br />

Volgens een eer<strong>de</strong>re schatt<strong>in</strong>g van ZonMw bedroeg het aantal patiënten dat TENS toepaste<br />

bij pijnbestrijd<strong>in</strong>g 1200 <strong>in</strong> 1998. Cijfers uit <strong>de</strong> GIP-databank liggen hoger. Van 1999 tot 2002<br />

is het aantal verstrekk<strong>in</strong>gen van uitwendige elektrostimulatoren sterk toegenomen, maar<br />

s<strong>in</strong>dsdien is een dal<strong>in</strong>g waar te nemen. De re<strong>de</strong>nen hiervoor zijn niet bekend. Momenteel ligt<br />

het aantal gebruikers van uitwendige elektrostimulatieapparatuur tussen <strong>de</strong> 20.000 en 25.000<br />

[CVZ-GIP, pers. comm.; TefaPortanje, pers. comm.]. Gezien <strong>de</strong> trend van <strong>de</strong> afgelopen paar<br />

jaar is het niet waarschijnlijk dat het gebruik van elektrostimulatoren ter behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

chronische pijn zal toenemen.<br />

Tabel 14. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van elektrostimulatoren bij chronische pijn en prognose voor<br />

2009.<br />

Bron 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005 -<br />

2009<br />

CVZ-GIP 1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale<br />

bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

TefaPortanje,<br />

pers. comm.<br />

13.800<br />

22.100<br />

13.800<br />

20.700<br />

19.100<br />

30.600<br />

20.400<br />

32.600<br />

17.900<br />

28.600<br />

15.900 3<br />

25.400<br />

14.000 4<br />

22.400<br />

20.000-<br />

25.000<br />

~<br />

(geen<br />

groei<br />

verwacht)<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.


RIVM rapport 265011004 pag. 69 van 132<br />

3.8.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> risico’s kunnen samenhangen met het gebruik van uitwendige<br />

elektrostimulatoren <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> elektro<strong>de</strong>n op an<strong>de</strong>re lichaams<strong>de</strong>len<br />

dan voorgeschreven wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk niet gezien [Deventer ziekenhuis, pers.<br />

comm.]. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht<br />

opgenomen.<br />

Tabel 15. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van uitwendige elektrostimulatoren.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Pacemakers kunnen gestoord wor<strong>de</strong>n door<br />

impulsen van <strong>de</strong> elektrostimulatie apparatuur.<br />

Plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor op een an<strong>de</strong>re plek dan<br />

voorgeschreven, bijvoorbeeld plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

elektro<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt van <strong>de</strong> halsslaga<strong>de</strong>r, kan<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bloeddruk veroorzaken.<br />

Plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> elektro<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt van keel<br />

of mond kan laryngeale of pharyngeale spasmen<br />

tot gevolg hebben waardoor a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g<br />

bemoeilijkt kan wor<strong>de</strong>n.<br />

Huidirritaties en allergische huiduitslag op <strong>de</strong><br />

plek van <strong>de</strong> elektro<strong>de</strong>n.<br />

Huidverbrand<strong>in</strong>g.<br />

Elektrostimulatie mag niet toegepast wor<strong>de</strong>n bij<br />

personen met een pacemaker. Voorschrijven van<br />

<strong>de</strong> apparatuur via specialist/arts.<br />

Bij plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur <strong>de</strong> voorschriften<br />

van <strong>de</strong> voorschrijver volgen.<br />

Apparatuur niet toepassen <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt van<br />

halsslaga<strong>de</strong>r, keel of mond.<br />

Beschadig<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> huid door elektro<strong>de</strong>n<br />

kunnen voorkomen wor<strong>de</strong>n door an<strong>de</strong>re pleisters<br />

of elektro<strong>de</strong>n te gebruiken. Wanneer<br />

huidirritaties aanhou<strong>de</strong>n moet men stoppen met<br />

<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

Geen elektro<strong>de</strong>n kle<strong>in</strong>er dan 5cm 2 gebruiken.<br />

Elektro<strong>de</strong>n en kabeltjes moeten dusdanig wor<strong>de</strong>n<br />

bevestigd dat het metaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> kabels niet <strong>in</strong><br />

contact komt met <strong>de</strong> huid, terwijl <strong>de</strong> apparatuur<br />

aanstaat. Regelmatige vervang<strong>in</strong>g van elektro<strong>de</strong>n<br />

en controle van <strong>de</strong> apparatuur.<br />

Bron: [Innemée en Oerlemans, 2001; NVvDP en DGV, 2003; Perfex ® ; Sani Sport en Rehab NV].


pag. 70 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Literatuur<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Deventer Ziekenhuis, Pijnpoli. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Handicap.nl. (geraadpleegd 01-03-2005).<br />

Perfex ® . Handleid<strong>in</strong>g Perfex ® elektrische stimulator.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

Handywijzer, digitaal <strong>in</strong>formatiesysteem over hulpmid<strong>de</strong>len en revalidatie<strong>technologie</strong>.<br />

(geraadpleegd 01-03-2005).<br />

Innemée G, Oerlemans W. 2001. Zwakstroom als pijnstiller - <strong>de</strong> rammelen<strong>de</strong> bewijzen voor<br />

TENS. Skepter 14 (1), 8-11.<br />

Kl<strong>in</strong>erva BV. (geraadpleegd 01-03-2005).<br />

NVvPD en DGV, Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g van Dystrofie Patiënten en Ne<strong>de</strong>rlands Instituut<br />

voor Verantwoord Medicijngebruik. 2003. Pijnbestrijd<strong>in</strong>g bij posttraumatische dystrofie PD.<br />

Pijncentrum, UMC St. Radboud. Richtlijn voor het gebruik van TENS na proefperio<strong>de</strong>.<br />

<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

Pijn Kennis Centrum Maastricht. (geraadpleegd 01-03-2005).<br />

Sani Sport en Rehab NV. Algemene gebruiks<strong>in</strong>fo TENS.doc. (geraadpleegd<br />

24-05-2005).<br />

TefaPortanje. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 71 van 132<br />

3.9 Cont<strong>in</strong>uous Passive Motion<br />

3.9.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Cont<strong>in</strong>uous Passive Motion Therapy (CPM, passieve beweg<strong>in</strong>gstherapie) is een passieve<br />

oefentherapie met behulp van een motorsle<strong>de</strong>. Deze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n toegepast <strong>in</strong> het<br />

ka<strong>de</strong>r van ‘medisch specialistische zorg vanwege het ziekenhuis’ (on<strong>de</strong>r<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> specialist, <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> aanspraak op <strong>de</strong> verstrekk<strong>in</strong>g<br />

medisch-specialistische hulp, <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> voorgeschreven hulpmid<strong>de</strong>len). Aanvankelijk was<br />

er alleen apparatuur voor <strong>de</strong> knie, maar <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls is er CPM-apparatuur voor schou<strong>de</strong>r,<br />

elleboog, hand/pols, v<strong>in</strong>ger(s), heup, knie en enkel op <strong>de</strong> markt. CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis<br />

maakt on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van het nazorgtraject van verschillen<strong>de</strong> operatieve <strong>in</strong>grepen en komt <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> plaats van een aantal dagen tot weken (afhankelijk van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> pathologie)<br />

verblijf <strong>in</strong> het ziekenhuis [CVZ, 2004]. CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g verhoogt <strong>de</strong> beweeglijkheid van<br />

gewrichten, verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt <strong>de</strong> postoperatieve pijn en doet <strong>de</strong> spierkracht toenemen [Lenssen et<br />

al., 2003; Milne et al., 2005].<br />

CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt voorgeschreven door <strong>de</strong> orthopedisch chirurg en <strong>in</strong> het ziekenhuis<br />

gestart. Soms is een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het ziekenhuis voldoen<strong>de</strong>. Als langduriger behan<strong>de</strong>ld<br />

moet wor<strong>de</strong>n kan dit thuis plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Er wordt dan een facilitair bedrijf of specifieke<br />

leverancier <strong>in</strong>geschakeld. Deze plaatst <strong>de</strong> apparatuur, geeft <strong>in</strong>structie aan <strong>de</strong> patiënt, en stelt<br />

<strong>de</strong> apparatuur <strong>in</strong> aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> fysieke eigenschappen van <strong>de</strong> patiënt. De patiënt zit op<br />

een flexibele matras welke op <strong>de</strong> sle<strong>de</strong> wordt bevestigd. De sle<strong>de</strong> kan nauwkeurig wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong>gesteld maar een beweg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt kan ervoor zorgen dat er een an<strong>de</strong>re<br />

gewrichtshoek wordt bereikt. Het aantal gra<strong>de</strong>n beweeglijkheid van <strong>de</strong> sle<strong>de</strong> is niet per<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie gelijk aan het aantal gra<strong>de</strong>n beweeglijkheid van het gewricht. De patiënt moet<br />

vervolgens enige uren per dag oefenen. Voor <strong>de</strong> knie is m<strong>in</strong>imaal 3 tot 5 uur per dag aan te<br />

ra<strong>de</strong>n wil men het verwachte effect bereiken. Dit kan eventueel over meer<strong>de</strong>re sessies<br />

ver<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n. Als het herstel van <strong>de</strong> patiënt vor<strong>de</strong>rt, moet <strong>de</strong> afstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur<br />

wor<strong>de</strong>n aangepast, dat wil zeggen <strong>in</strong>gesteld op een steeds grotere beweg<strong>in</strong>g van het gewricht,<br />

op gelei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> pijn.<br />

Het is niet geheel dui<strong>de</strong>lijk of, en zo ja, door wie <strong>de</strong> patiënt begeleid wordt. Soms is er<br />

begeleid<strong>in</strong>g door een gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige van het facilitair bedrijf. Soms doet<br />

<strong>de</strong> patiënt <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en bijstell<strong>in</strong>g zelf, soms speelt <strong>de</strong> fysiotherapeut bij wie hij <strong>in</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is hierbij een rol. Deze krijgt hiervoor echter <strong>in</strong> veel gevallen geen officiële<br />

opdracht en niet alle fysiotherapeuten die <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> werkzaam zijn hebben ervar<strong>in</strong>g<br />

met CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g zit niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g en er is geen tarief voor<br />

vastgesteld [AZM, pers.comm.]. Ook kan het zijn dat <strong>de</strong> patiënt voor controle naar <strong>de</strong><br />

polikl<strong>in</strong>iek gaat. Het is tegenwoordig mogelijk <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g digitaal op een kaartje op te slaan<br />

dat <strong>de</strong> patiënt thuis weer <strong>in</strong> het apparaat steekt. De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis duurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel enkele<br />

weken. In sommige gevallen wordt vervolgens nog een actieve beweg<strong>in</strong>gstherapie gestart met<br />

apparatuur die op hometra<strong>in</strong>ers lijkt.<br />

De CPM-apparatuur vergt we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rhoud en wordt na retourneren door <strong>de</strong> leverancier<br />

nagekeken en schoongemaakt. Apparatuur die kapot is wordt gerepareerd en/of omgeruild.<br />

De patiënt hoeft geen on<strong>de</strong>rhoud te verrichten. Leveranciers zijn vaak 24 uur bereikbaar <strong>in</strong><br />

geval van problemen.<br />

Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g moet m<strong>in</strong>imaal 3 uur per dag plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, maar ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> optimale<br />

behan<strong>de</strong>lduur en het aantal uren dat <strong>de</strong> patiënt per dag moet oefenen nog we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong> praktijk<br />

on<strong>de</strong>rzocht. De af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Fysiotherapie van het Aca<strong>de</strong>misch Ziekenhuis Maastricht is hiernaar<br />

een on<strong>de</strong>rzoek gestart bij patiënten na ‘totale knie’-operaties (1 of 3 weken behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g)<br />

[AZM, pers.comm.].


pag. 72 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

3.9.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Indicaties zijn verschillen<strong>de</strong>, meestal postoperatieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen [CVZ, 2004]:<br />

- <strong>in</strong>tra-articulaire fracturen (botbreuken die door het gewrichtsoppervlak lopen), met<br />

name van <strong>de</strong> knie maar ook van an<strong>de</strong>r gewrichten;<br />

- gecompliceer<strong>de</strong> knieprothesen;<br />

- gecompliceer<strong>de</strong> kniebandplastieken;<br />

- an<strong>de</strong>re gewrichtsaandoen<strong>in</strong>gen, al of niet postoperatief, waarbij een verhoogd risico op<br />

gewrichtsadhesies bestaat of het gewricht niet actief mag wor<strong>de</strong>n geoefend.<br />

De <strong>in</strong>dicaties brei<strong>de</strong>n zich uit naar reguliere postoperatieve zorg voor bepaal<strong>de</strong>,<br />

ongecompliceer<strong>de</strong> <strong>in</strong>grepen. Omdat CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g altijd <strong>de</strong>el uitmaakt van medischspecialistische<br />

zorg valt het ook altijd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanspraak op medisch-specialistische zorg<br />

vanwege het ziekenhuis. Het is daarom niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> Regel<strong>in</strong>g Hulpmid<strong>de</strong>len 1996 opgenomen<br />

[CVZ, 2004].<br />

Naar schatt<strong>in</strong>g wordt CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor 90% <strong>in</strong>gezet bij orthopedie. Hierbij gaat het <strong>in</strong><br />

90% om ‘totale knie’ operaties, <strong>in</strong> 5% om ‘totale schou<strong>de</strong>r’ operaties en <strong>in</strong> 5% om <strong>in</strong>grepen<br />

aan elleboog, hand/pols, v<strong>in</strong>gers, enkel en heup. Ver<strong>de</strong>r wordt CPM wel <strong>in</strong>gezet op <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>tensive care bij gese<strong>de</strong>er<strong>de</strong> patiënten, bij verlamm<strong>in</strong>gen en spasticiteit. Dit gebeurt echter<br />

zowel <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland als wereldwijd nog we<strong>in</strong>ig [AZM, pers.comm.; Farmadomo,<br />

pers.comm.].<br />

CPM-apparatuur wordt pas <strong>de</strong> laatste jaren <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate door zorgverzekeraars<br />

vergoed (bijvoorbeeld via <strong>de</strong> Flexizorgregel<strong>in</strong>g) en dit doet het aantal gebruikers stijgen. Er<br />

zijn geen lan<strong>de</strong>lijke cijfers bekend van het aantal gebruikers van CPM-apparatuur thuis. Er<br />

wor<strong>de</strong>n per jaar ongeveer 7500 ‘totale knie’-operaties uitgevoerd, waarvan ongeveer <strong>de</strong> helft<br />

mogelijk baat heeft bij CPM-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis. Aangezien dit <strong>de</strong> belangrijkste <strong>in</strong>dicatie is<br />

komt men hiermee op circa 4000 potentiële gebruikers [AZM, pers.comm.]. Met behulp van<br />

<strong>de</strong> aantallen die door enkele leveranciers wor<strong>de</strong>n genoemd kan men <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>g maken dat er<br />

op dit moment tussen 1000 en 5000 gebruikers zijn <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. De meeste leveranciers<br />

verwachten geen sterke toename van dit aantal. De on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van het effect lijkt beter te<br />

wor<strong>de</strong>n en meer zorgverzekeraars gaan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g vergoe<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rzijds wor<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong><br />

operatietechnieken verfijn<strong>de</strong>r waardoor soms een kortere behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g volstaat.<br />

Tabel 16. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van CPM-apparatuur thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 2004 2005 - 2009<br />

Enkele leveranciers en AZM 1 1000-5000 ><br />

(lichte groei)<br />

1 Bron: AZM, pers. comm.; Farmadomo, pers.comm.; Sticht<strong>in</strong>g Orthopedische Thuiszorg, pers.comm.<br />

3.9.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

De risico’s die staan weergegeven <strong>in</strong> Tabel 17 kunnen samenhangen met het gebruik van<br />

CPM-apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n<br />

genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.


RIVM rapport 265011004 pag. 73 van 132<br />

Tabel 17. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van CPM-apparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Gebruiksfouten doordat <strong>de</strong> patiënt onvoldoen<strong>de</strong><br />

vaardig is.<br />

Goe<strong>de</strong> schriftelijke en praktische <strong>in</strong>structie.<br />

Instell<strong>in</strong>gsfouten.<br />

Weefselbeschadig<strong>in</strong>g door beklemm<strong>in</strong>g<br />

lichaams<strong>de</strong>len bij patiënten met<br />

sedatie/verlamm<strong>in</strong>gen/sensibiliteitsstoornissen.<br />

Kantelgevaar bij plaats<strong>in</strong>g op tafel of bed.<br />

Infecties of weefselreacties door onvoldoen<strong>de</strong><br />

hygiëne.<br />

Falen apparatuur door onvoldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoud.<br />

Problemen met het elektrisch circuit.<br />

Kortsluit<strong>in</strong>g, brand door beschadigd raken snoer.<br />

Bron: [AZM, pers.comm.; Smith en Nephew].<br />

Literatuur<br />

Instell<strong>in</strong>g door <strong>de</strong>skundige zorgverlener of goed<br />

geïnstrueer<strong>de</strong> patiënt. Vergren<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

afstandsbedien<strong>in</strong>g.<br />

Zorgvuldige <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en goe<strong>de</strong> observatie.<br />

Bevestig<strong>in</strong>gsaccessoires meeleveren en<br />

aanbrengen.<br />

Matras en bevestig<strong>in</strong>gsriemen moeten goed te<br />

re<strong>in</strong>igen zijn.<br />

Alarmfunctie die aangeeft wanneer on<strong>de</strong>rhoud<br />

nodig is.<br />

Alarmfunctie.<br />

Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g.<br />

AZM, Aca<strong>de</strong>misch ziekenhuis Maastricht, afd. Fysiotherapie. 2005. Persoonlijke<br />

communicatie.<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004 . Signaler<strong>in</strong>gsrapport Hulpmid<strong>de</strong>len 2004.<br />

Diemen: CVZ. (geraadpleegd 07-07-<br />

2005).<br />

Farmadomo. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Lenssen AF, Bie RA <strong>de</strong>, Bulstra K, Steyn MJA van. 2003. Cont<strong>in</strong>uous passive motion (CPM)<br />

<strong>in</strong> rehabilitation follow<strong>in</strong>g total knee arthroplasty: a randomized controlled trial. Physical<br />

Therapy Reviews, 8, 123-129.<br />

Milne S, Brosseau L, Rob<strong>in</strong>son V, Noel MJ, Davis J, Drou<strong>in</strong> H, Wells G, Tugwell P. 2005.<br />

Cont<strong>in</strong>uous passive motion follow<strong>in</strong>g total knee arthroplasty (review). The Cochrane Library<br />

2005, issue 1. The Cochrane Collaboration. J. Wiley and sons ltd.<br />

(geraadpleegd<br />

07-07-2005).<br />

Smith and Nephew BV. Gebruikershandleid<strong>in</strong>g K<strong>in</strong>etec-apparatuur voor passief mobiliseren<br />

van <strong>de</strong> knie.<br />

Sticht<strong>in</strong>g Orthopedische Thuiszorg. 2005. Persoonlijke communicatie.


pag. 74 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

3.10 Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

3.10.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Tractie wordt toegepast om botten of gewrichten te ontlasten of om gewrichts- of bot<strong>de</strong>len <strong>in</strong><br />

juiste on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge positie te brengen of te hou<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld na fractuur of dislocatie. Bij<br />

een tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt trekkracht uitgeoefend op een bepaald lichaams<strong>de</strong>el, zoals <strong>de</strong><br />

wervelkolom, het bekken, een arm of een been door mid<strong>de</strong>l van gewichten en/of een<br />

veertrommel. De gewichten of <strong>de</strong> veertrommel wor<strong>de</strong>n via een tractiekoord bevestigd aan<br />

foamtractieverband, kleefpleistertractieverband of een snaar. Met behulp van een frame aan<br />

het bed kan tractie on<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> hoeken plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

Er zijn meer<strong>de</strong>re tractietechnieken:<br />

- Tractie voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met dysplastische heupontwikkel<strong>in</strong>g, waarbij <strong>de</strong> beentjes cont<strong>in</strong>u<br />

<strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> spreidstand wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met foamtractieverband. Dagelijks v<strong>in</strong>dt<br />

bre<strong>de</strong>re afstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> spreidstand plaats.<br />

- Lengtetractie waarbij het been met een foam- of kleefpleisterverband wordt verbon<strong>de</strong>n<br />

en met een gewicht of veertrommel <strong>in</strong> <strong>de</strong> gewenste positie wordt gebracht.<br />

- Snaartractie <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een beensteun. De snaar wordt <strong>in</strong> het bot aangebracht.<br />

Aan <strong>de</strong> snaar wordt getrokken met een gewicht of veertrommel. De beensteun zorgt<br />

voor fixatie van het been <strong>in</strong> <strong>de</strong> juiste positie.<br />

- Tractie door mid<strong>de</strong>l van een zweefrekverband, waarbij het been <strong>in</strong> zweven<strong>de</strong> positie<br />

wordt gehou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hand van twee hangmatjes (één on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> knie en één on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

kuit). De hangmatjes wor<strong>de</strong>n via katrollen aan het tractieframe en gewichten<br />

opgehangen.<br />

[KITTZ, 2003; Quak et al., 2005]<br />

Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g start veelal vanuit het ziekenhuis. Diverse zorgverleners zijn betrokken<br />

bij <strong>de</strong>ze vorm van thuiszorg (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re specialist, huisarts, wijkverpleg<strong>in</strong>g, centrale post<br />

ambulancedienst). Controles kunnen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n door een gipsverbandmeester, maar over<br />

het algemeen is het na overdracht mogelijk eerstelijns zorgverleners controles te laten<br />

verrichten. Of tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis mogelijk is hangt me<strong>de</strong> af van bouwtechnische<br />

aspecten (voldoen<strong>de</strong> ruimte, breedte van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur etc.) [Quak et al., 2005].<br />

De tractiematerialen zijn niet opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel<strong>in</strong>g Hulpmid<strong>de</strong>len. Er moet daarom per<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g een machtig<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n afgegeven [KITTZ, 2003]<br />

Accessoires<br />

- spreidbeugel/spreidkussen, gebruikt tij<strong>de</strong>ns het vervoer van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met dysplastische<br />

heupontwikkel<strong>in</strong>g;<br />

- fixatievest om te voorkomen dat een k<strong>in</strong>d op <strong>de</strong> buik draait;<br />

- ur<strong>in</strong>eopvangzakjes voor controle op ur<strong>in</strong>eweg<strong>in</strong>fecties bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren;<br />

- paraff<strong>in</strong>e vetgaaskompressen voor het doorlaten van wondvocht bij <strong>de</strong> uittre<strong>de</strong>plaats<br />

van een tractiesnaar;<br />

- anti-<strong>de</strong>cubitusmaterialen.<br />

Ledikanten en bed<strong>de</strong>n voor tractie zijn verkrijgbaar bij thuiszorgorganisaties. Het<br />

tractiemateriaal, beensteunen, spreidbeugels, spreidkussens en fixatievesten kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gehuurd bij een facilitair bedrijf, maar kunnen ook van het ziekenhuis geleend wor<strong>de</strong>n.<br />

Overige accessoires, zoals foamtractieverband, kleefpleistertractieverband, ur<strong>in</strong>eopvangzakjes<br />

en paraff<strong>in</strong>e vetgaaskompressen wor<strong>de</strong>n geleverd door <strong>de</strong> openbare apotheek<br />

[KITTZ, 2003].


RIVM rapport 265011004 pag. 75 van 132<br />

3.10.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt toegepast bij diverse fracturen, bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met dysplastische<br />

heupontwikkel<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> ziekte van Perthes (aandoen<strong>in</strong>g aan het dijbeen). Het <strong>in</strong>dicatiegebied<br />

voor tractie is sterk <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g en verschilt per ziekenhuis of regio.<br />

Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis v<strong>in</strong>dt vooralsnog sporadisch plaats. De belangrijkste oorzaak<br />

hiervan is gelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> onbekendheid met <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> en praktische<br />

problemen van <strong>de</strong> organisatie van tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>skundigheid<br />

zorgverleners <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste lijn, organisatie van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, beschikbaarheid van<br />

tractiemateriaal). Tevens bestaat een ten<strong>de</strong>ns om patiënten korter <strong>in</strong> tractie te leggen,<br />

waardoor verplaats<strong>in</strong>g naar huis niet langer relevant is [KITTZ, 2003].<br />

3.10.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> risico’s kunnen optre<strong>de</strong>n bij gebruik van tractieapparatuur. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 18. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van tractieapparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Huidproblemen.<br />

Infecties bij <strong>de</strong> uittre<strong>de</strong>plaats van <strong>de</strong><br />

tractiesnaar.<br />

Drukplekken.<br />

Spieratrofie, gewrichtsverstijv<strong>in</strong>g als gevolg<br />

van immobiliteit.<br />

Technische problemen met tractiemateriaal.<br />

Gebruiksfouten door onvoldoen<strong>de</strong> kennis en<br />

<strong>de</strong>skundigheid.<br />

Bron: [KITTZ, 2003; Quak et al., 2005].<br />

Literatuur<br />

Anti-<strong>de</strong>cubitus materialen gebruiken.<br />

Fysiotherapie.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g, <strong>in</strong>structie.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Tractiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

(geraadpleegd 07-07-<br />

2005).<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.


pag. 76 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 77 van 132<br />

4. Toedien<strong>in</strong>g<br />

4.1 Infuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met medicamenten of bloedproducten<br />

4.1.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Per parenteraal <strong>in</strong>fuus kunnen vocht, voed<strong>in</strong>g, bloedproducten en medicamenten wor<strong>de</strong>n<br />

toegediend. Regelmatig thuis toegedien<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len zijn: cytostatica, antimicrobiële<br />

mid<strong>de</strong>len, morf<strong>in</strong>e (pijnbestrijd<strong>in</strong>g), <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e, parenterale voed<strong>in</strong>g, vocht en bloedproducten.<br />

De toedien<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e en parenterale voed<strong>in</strong>g en vocht wordt <strong>in</strong> aparte, hiernavolgen<strong>de</strong><br />

paragrafen besproken.<br />

Infuusvloeistof wordt meestal <strong>in</strong>traveneus toegediend, maar bepaal<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n ook<br />

op an<strong>de</strong>re wijze gegeven, namelijk subcutaan of epiduraal dan wel <strong>in</strong>trathecaal<br />

(pijnbestrijd<strong>in</strong>g). Infusen (bijvoorbeeld met een hoge osmolaliteit) kunnen ook wor<strong>de</strong>n<br />

aangesloten op een centraal veneuze katheter, eventueel via een geïmplanteer<strong>de</strong> aanprikpoort.<br />

De PICC-katheter (Peripheral Inserted Central Catheter) wordt <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland pas s<strong>in</strong>ds enkele<br />

jaren toegepast. Nog nieuwer is <strong>de</strong> kortere Midl<strong>in</strong>e katheter die zon<strong>de</strong>r röntgencontrole, en<br />

dus mogelijk ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebracht [UMCU].<br />

Infuussystemen kunnen werken met behulp van <strong>de</strong> zwaartekracht of via een <strong>in</strong>fuuspomp.<br />

- Zwaartekrachtsystemen: De snelheid van zwaartekrachtsystemen wordt <strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong><br />

druppels per m<strong>in</strong>uut en geregeld door een rolregelklem op <strong>de</strong> toevoerslang. Deze<br />

druppel<strong>in</strong>fusen wor<strong>de</strong>n gebruikt voor toedien<strong>in</strong>g van niet-kritische vloeistoffen zoals<br />

fysiologisch zout.<br />

Infuuspompen kunnen werken op veerkracht of met behulp van elektriciteit.<br />

- Veerkracht: Pompen met een veermechanisme drukken een zak of spuit met<br />

<strong>in</strong>fuusvloeistof langzaam leeg. Eenvoudige elastomere (wegwerp)pompjes gebruiken<br />

<strong>de</strong> veerkracht van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fuuszak zelf, die gemaakt is van een elastische kunststof.<br />

Elastomere pompjes zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Van pompen op veerkracht is<br />

<strong>de</strong> snelheid van toedien<strong>in</strong>g eenvoudig maar niet erg nauwkeurig <strong>in</strong> te stellen en er zijn<br />

geen controle- of alarmfuncties. Deze pompen wor<strong>de</strong>n vooral gebruikt als geduren<strong>de</strong><br />

een korte perio<strong>de</strong>, één of enkele keren per dag, een bepaal<strong>de</strong> hoeveelheid <strong>in</strong> (ongeveer)<br />

een bepaal<strong>de</strong> tijd moet <strong>in</strong>lopen.<br />

- Elektriciteit: Infuuspompen met elektriciteit als energiebron zijn elektronisch <strong>in</strong>stelbaar<br />

via een display en voorzien van alarmfuncties. Bij spuitenpompen wordt een disposable<br />

spuit gevuld met <strong>in</strong>fuusvloeistof langzaam leeggedrukt. Daarnaast zijn er volumetrische<br />

pompen die een bepaald volume vloeistof per tijdseenheid pompen vanuit een<br />

vloeistofreservoir. Dit reservoir kan een <strong>in</strong>fuuszakje zijn of een voorgevul<strong>de</strong> cassette.<br />

Er zijn volumetrische pompen die vanuit meer<strong>de</strong>re vloeistofreservoirs kunnen pompen<br />

met afzon<strong>de</strong>rlijk <strong>in</strong>stelbare snelhe<strong>de</strong>n (‘multichannel’). Elektronische pompen voor<br />

pijnmedicatie kunnen voorzien zijn van een PCA (Patient Controlled Analgesia) functie<br />

waarmee <strong>de</strong> patiënt zichzelf naar behoefte een extra dosis (bolus) pijnstillend mid<strong>de</strong>l<br />

kan toedienen, naast <strong>de</strong> <strong>in</strong>gestel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoudsdosis. Tegenwoordig zijn alle pompen<br />

die elektriciteit als energiebron gebruiken (lichtnet, accu’s, batterijen) volumetrisch<br />

gestuurd.<br />

Vooral voor mobiele patiënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg zijn draagbare pompen ontwikkeld. Deze<br />

kunnen <strong>in</strong> een rugzakje of heuptasje wor<strong>de</strong>n meegenomen, zodat <strong>de</strong> patiënt zich vrij kan<br />

bewegen. De elastomere pompen zijn allemaal draagbaar. Elektronische pompen zijn er <strong>in</strong><br />

draagbare en niet-draagbare (zie Figuur 12-13, pag. 87) uitvoer<strong>in</strong>gen [MDA, 2003; Quak et<br />

al., 2005].


pag. 78 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Zorgverzekeraars hebben vaak <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> keuze van <strong>in</strong>fuuspompen. Soms schaffen zij zelf<br />

pompen aan en lenen <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong> thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g uit, soms hebben zij contracten met een<br />

facilitair bedrijf dat bepaal<strong>de</strong> merken en typen pompen levert.<br />

UMC Utrecht en TNO hebben <strong>de</strong> afgelopen tijd <strong>in</strong> opdracht van ZonMw een beslismo<strong>de</strong>l<br />

ontwikkeld voor <strong>de</strong> keuze van draagbare <strong>in</strong>fuuspompen, op grond van het toe te dienen<br />

geneesmid<strong>de</strong>l, en het kl<strong>in</strong>ische beeld, <strong>de</strong> fysieke kenmerken en <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> patiënt<br />

[TNO/UMC Utrecht, 2005].<br />

Accessoires<br />

- <strong>in</strong>fuusset: toedien<strong>in</strong>gssysteem, <strong>in</strong>fuuskraantje, <strong>in</strong>fuuscanule of centraal veneuze<br />

katheter;<br />

- draagsysteem of <strong>in</strong>fuusstandaard;<br />

- fixatiemateriaal;<br />

- eventueel batterijen of accu met oplaadapparaat.<br />

De toedien<strong>in</strong>g per <strong>in</strong>fuus wordt voorgeschreven door <strong>de</strong> specialist of door <strong>de</strong> huisarts. In<br />

ziekenhuizen is vaak een transferverpleegkundige aanwezig die <strong>de</strong> overgang van <strong>in</strong>tramurale<br />

naar extramurale behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g coörd<strong>in</strong>eert. De lever<strong>in</strong>g van pompen gebeurt <strong>in</strong> veel gevallen<br />

door medisch facilitaire bedrijven die als tussenpersoon dienen tussen fabrikanten en<br />

thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Zij verhuren <strong>de</strong> pompen aan <strong>de</strong> zorgverzekeraar van <strong>de</strong> patiënt, volgens<br />

<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verzekeraar, en leveren hierbij een bepaal<strong>de</strong> service. In een enkel<br />

geval heeft <strong>de</strong> thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> overleg met apotheken en een zorgverzekeraar, een<br />

eigen medisch facilitaire dienst voor <strong>in</strong>fuus<strong>technologie</strong> opgezet, waarbij het assortiment<br />

pompen zeer beperkt kan blijven en <strong>de</strong> pomp b<strong>in</strong>nen enkele uren bij <strong>de</strong> patiënt geleverd kan<br />

wor<strong>de</strong>n [Valent RDB, pers. comm.].<br />

Bij aflever<strong>in</strong>g wordt persoonlijke <strong>in</strong>structie gegeven aan <strong>de</strong> patiënt en/of<br />

familiele<strong>de</strong>n/mantelzorgers. Daarnaast zijn telefonische help<strong>de</strong>sks van <strong>de</strong> thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g,<br />

het facilitaire bedrijf en soms <strong>de</strong> transferaf<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het ziekenhuis 24 uur per dag, 7 dagen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> week beschikbaar. Zonodig komt een verpleegkundige van <strong>de</strong>ze organisaties naar <strong>de</strong><br />

patiënt toe. De toedien<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>fusen thuis wordt meestal begeleid door me<strong>de</strong>werkers van<br />

thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Soms zijn dit wijkverpleegkundigen, maar tegenwoordig zijn dit vaak<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen (zogenaam<strong>de</strong> ‘<strong>in</strong>fusieteams’, ‘technisch specialistische<br />

teams’, ‘medisch han<strong>de</strong>len teams’, etc.). In enkele gevallen v<strong>in</strong>dt begeleid<strong>in</strong>g door<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen vanuit het ziekenhuis plaats. Thuiszorgverpleegkundigen<br />

wor<strong>de</strong>n getra<strong>in</strong>d door het facilitair bedrijf, soms ook door <strong>de</strong> fabrikant. De patiënt zelf kan<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> overeengekomen perio<strong>de</strong> toebehoren (bijvoorbeeld naal<strong>de</strong>n, fixatiemateriaal,<br />

<strong>in</strong>fuussets, batterijen) bij het facilitair bedrijf of <strong>de</strong> apotheek bestellen. De <strong>in</strong>fuusvloeistoffen<br />

wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> apotheek geleverd. Na afloop van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> pompen door<br />

het facilitair bedrijf ge<strong>de</strong>contam<strong>in</strong>eerd, gecontroleerd op goed functioneren en zonodig<br />

gerepareerd [KITTZ, 2003; Quak et al., 2005; Valent RDB, pers.comm.]. Ook komt het voor<br />

dat <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g wordt uitgevoerd door een facilitair bedrijf dat <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met het<br />

ziekenhuis <strong>de</strong> zorg coörd<strong>in</strong>eert. Er zijn dus diverse varianten mogelijk <strong>in</strong> het zorgaanbod rond<br />

<strong>in</strong>fuustoedien<strong>in</strong>g.<br />

De huisarts draagt <strong>de</strong> <strong>medische</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste lijn. Indien een<br />

multidiscipl<strong>in</strong>air team van zorgverleners <strong>de</strong> patiënt begeleidt, is <strong>de</strong> medisch specialist, als<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van dit team, e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijk. Het geven van een <strong>in</strong>fuus of <strong>in</strong>jectie <strong>in</strong> <strong>de</strong> a<strong>de</strong>r<br />

(<strong>in</strong>traveneus) of een <strong>in</strong>jectie <strong>in</strong> een poortsysteem (Venous-Access-Port) is een voorbehou<strong>de</strong>n<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. De verpleegkundige dient <strong>de</strong>skundig en bekwaam te zijn en er moet een<br />

schriftelijk uitvoer<strong>in</strong>gsverzoek van een arts aanwezig zijn. Bij thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met<br />

<strong>in</strong>traveneus toe te dienen medicatie kan een patiënt of diens verzorger <strong>de</strong>ze <strong>medische</strong><br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g soms verrichten. Na <strong>in</strong>structie, tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en met voldoen<strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g kunnen veel


RIVM rapport 265011004 pag. 79 van 132<br />

leken <strong>de</strong> hele behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g zelf veilig uitvoeren en wor<strong>de</strong>n risico’s zoveel mogelijk<br />

uitgesloten. Het is belangrijk zowel mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge als schriftelijke <strong>in</strong>structie te geven. De<br />

behan<strong>de</strong>lend arts of specialistisch verpleegkundige verplicht zich tot het toetsen van <strong>de</strong><br />

kennis en/of praktische vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt en/of verzorger [KITTZ, 2003].<br />

4.1.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Het toedienen van <strong>in</strong>fusen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> werd aanvankelijk vooral gebruikt om het<br />

mogelijk te maken dat oncologiepatiënten thuis sterven <strong>in</strong> plaats van <strong>in</strong> het ziekenhuis. Het<br />

aantal <strong>in</strong>dicaties is <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls echter uitgebreid. Enkele <strong>in</strong>dicaties en toegedien<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len<br />

zijn:<br />

- kanker (cytostatica, pijnbestrijd<strong>in</strong>g, palliatieve sedatie, bloedproducten, vocht<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nteel parenterale voed<strong>in</strong>g);<br />

- cystische fibrose, AIDS gerelateer<strong>de</strong> <strong>in</strong>fecties, endocarditis lenta, ziekte van Lyme,<br />

osteomyelitis (antimicrobiële mid<strong>de</strong>len);<br />

- hartfalen (dopam<strong>in</strong>e, furosemi<strong>de</strong>);<br />

- agammaglobul<strong>in</strong>emie (gammaglobul<strong>in</strong>e);<br />

- posttraumatische dystrofie (mannitol);<br />

- nefropathie, bloedafwijk<strong>in</strong>gen (<strong>de</strong>feroxam<strong>in</strong>e);<br />

- hypothalame amenorrhoe, anovulatie (gonadorel<strong>in</strong>e);<br />

- pulmonale hypertensie (epoprostenol);<br />

- multiple sclerose, tij<strong>de</strong>ns schubs: perio<strong>de</strong>s van uitval (prednisolon).<br />

Bloedtransfusie thuis is een behan<strong>de</strong>lmogelijkheid die nog niet overal wordt aangebo<strong>de</strong>n.<br />

On<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re vanuit <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische ziekenhuizen van Utrecht, Maastricht en Lei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

door gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen patiënten begeleid die <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong><br />

bloedproducten ontvangen omdat zij niet (meer) naar het ziekenhuis kunnen komen.<br />

Ten gevolge van <strong>de</strong> uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanspraak op draagbare <strong>in</strong>fuuspompen per 1-1-2002 is<br />

het aantal gebruikers aanzienlijk toegenomen [CVZ, 2001; CVZ-GIP pers.comm.]. KITTZ<br />

noemt een voorzichtige schatt<strong>in</strong>g van 1000-5000 patiënten die thuis met cytostatica<br />

behan<strong>de</strong>ld kunnen wor<strong>de</strong>n en 1000 patiënten die met antibiotica behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n [KITTZ,<br />

2003].<br />

Tabel 19. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van <strong>in</strong>fuusapparatuur thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2009<br />

CVZ-GIP 1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

ZonMw (1998)<br />

KITTZ (2003)<br />

- Cytostatica<br />

- Antibiotica<br />

3000-<br />

5000<br />

4500<br />

7200<br />

4000<br />

6000<br />

4300<br />

6900<br />

6600<br />

10.600<br />

7800<br />

12.500<br />

1000-<br />

5000<br />

1000<br />

9400 3<br />

15.000<br />

11.300 4<br />

18.100<br />

25.000 5<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.<br />

5 Indicatie toekomstig gebruik op basis van l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cijfers CVZ-GIP.


pag. 80 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Door <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g zal <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>fusen thuis, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bij palliatieve zorg en<br />

hartfalen, waarschijnlijk ver<strong>de</strong>r toenemen. Ervan uitgaan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> trend zich<br />

voortzet, geeft l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> GIP-cijfers een aantal van circa<br />

25.000 extramurale gebruikers van <strong>in</strong>fuusapparatuur <strong>in</strong> 2009.<br />

30000<br />

25000<br />

20000<br />

15000<br />

10000<br />

5000<br />

0<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />

Figuur 11. Verloop en prognose van het aantal gebruikers van <strong>in</strong>fuusapparatuur thuis op basis van <strong>de</strong> gegevens<br />

uit Tabel 19.<br />

4.1.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

In <strong>de</strong> afgelopen jaren is regelmatig meld<strong>in</strong>g gemaakt van problemen of <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met<br />

<strong>in</strong>fuuspompen, soms met ernstige gevolgen of een fatale afloop. De MDA (tegenwoordig<br />

MHRA) ontv<strong>in</strong>g tussen 1990 en 2000 1495 meld<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met <strong>in</strong>fuuspompen <strong>in</strong><br />

het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk [MDA, 2003]. De situatie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland is niet veel an<strong>de</strong>rs. Analyse<br />

door IGZ van gegevens van MIP-commissies van 7 ziekenhuizen over het jaar 2001 lever<strong>de</strong><br />

60 meld<strong>in</strong>gen over <strong>in</strong>fuuspompen op. En tij<strong>de</strong>ns een enquête on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers aan een<br />

congres van <strong>de</strong> Verenig<strong>in</strong>g Infuus<strong>technologie</strong> <strong>in</strong> 2004 gaf 2/3 van <strong>de</strong> verpleegkundigen aan<br />

een of meer<strong>de</strong>re (bijna)fouten of (bijna)<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten te hebben meegemaakt. In veel van <strong>de</strong>ze<br />

gevallen leek een gebruiksfout <strong>de</strong> oorzaak te zijn. Ook een korte literatuurstudie voorafgaand<br />

aan <strong>de</strong>ze enquête leid<strong>de</strong> al tot <strong>de</strong> conclusie dat bij <strong>in</strong>fuuspompen gebruiksfouten op <strong>de</strong><br />

voorgrond staan [IGZ, 2004; Van Tienhoven en <strong>de</strong> Boer, 2005]. In <strong>de</strong> enquête wer<strong>de</strong>n als drie<br />

belangrijkste typen <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg genoemd: fouten <strong>in</strong> <strong>de</strong> pomp<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, <strong>de</strong>fecten<br />

aan <strong>de</strong> pomp en problemen met het pompalarm.<br />

Ook <strong>de</strong> FDA ontvangt jaarlijks veel rapporten van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten waarbij <strong>in</strong>fuuspompen<br />

betrokken zijn . In <strong>de</strong> meeste gevallen zijn er voor <strong>de</strong> patiënt geen ernstige gevolgen, al of<br />

niet door tijdig <strong>in</strong>grijpen. In een aantal gevallen is <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> patiënt echter groot (zie<br />

Tabel 20).<br />

Tabel 20. Inci<strong>de</strong>nten waarbij <strong>in</strong>fuuspompen betrokken waren <strong>in</strong> het FDA-MAUDE-databestand.<br />

Jaar Totaal aantal waarvan: ‘<strong>de</strong>ath’ ‘<strong>in</strong>jury’<br />

2001 1836 30 (1,6%) 104 (5,7%)<br />

2002 5448 38 (0,7%) 134 (2,5%)<br />

2003 4556 25 (0,5%) 78 (1,7%)<br />

2004 1406 29 (2,1%) 112 (8,0%)<br />

2005 (1 ste kwartaal) 1007 13 (1,3%) 36 (3,6%)<br />

Bron: [FDA-MAUDE-databestand, productco<strong>de</strong> FRN].


RIVM rapport 265011004 pag. 81 van 132<br />

Bij een aanzienlijke variatie <strong>in</strong> het totale aantal <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten per jaar variëren <strong>de</strong> aantallen van<br />

ernstig letsel en overlij<strong>de</strong>n veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r. Een verklar<strong>in</strong>g hiervoor kan zijn dat <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> bij een veelgebruikte pomp een mankement aan het licht komt dat wel gemeld wordt<br />

maar geen groot risico voor <strong>de</strong> patiënt oplevert. Ver<strong>de</strong>r moet opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat een<br />

directe relatie van het <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt met ernstig letsel of overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt niet altijd<br />

bewezen is, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re omdat patiënten vaak al ernstig ziek waren en/of omdat<br />

familiele<strong>de</strong>n geen toestemm<strong>in</strong>g geven voor autopsie.<br />

De rapporten van <strong>de</strong> 42 sterfgevallen <strong>in</strong> 2004 en 2005 wer<strong>de</strong>n geanalyseerd. In <strong>de</strong> meeste<br />

gevallen betrof het volumetrische pompen (n=26), bediend door professionele zorgverleners<br />

(n=38) <strong>in</strong> een ziekenhuis of <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g (n=32). Veel voorkomen<strong>de</strong> problemen waren<br />

<strong>in</strong>stelfouten (n=7), ‘free-flow’ 9 door aansluitfouten (n=5) en te snel pompen met onbeken<strong>de</strong><br />

oorzaak (n=4). De belangrijkste gevolgen waren over<strong>in</strong>fusie (n=19), geen <strong>in</strong>fusie (n=7) en<br />

luchtembolie (n=3). Slechts <strong>in</strong> <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> gevallen (n=20) was <strong>de</strong> (vermoe<strong>de</strong>lijke)<br />

oorzaak van <strong>de</strong> problemen bekend. Dit betrof voor het overgrote <strong>de</strong>el (n=16) gebruiksfouten.<br />

Ook <strong>de</strong> rapporten van <strong>de</strong> 148 gevallen van ‘<strong>in</strong>jury’ over 2004 en 2005 wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht.<br />

Weer g<strong>in</strong>g het hierbij meestal om volumetrische pompen (n=106), bediend door professionele<br />

zorgverleners (n=121) <strong>in</strong> een ziekenhuis of <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g (n=110). De meest voorkomen<strong>de</strong><br />

problemen waren te snel pompen met onbeken<strong>de</strong> oorzaak (n=28), <strong>in</strong>stelfouten (n=24),<br />

aansluitfouten/free-flow (n=15) en niet pompen (n=13). Free-flow zon<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijke oorzaak<br />

werd slechts 4 keer genoemd.<br />

Free-flow en over<strong>in</strong>fusie wer<strong>de</strong>n vaak genoemd <strong>in</strong> relatie tot aansluitfouten, zoals het niet<br />

(goed) sluiten van slangenklemmen. Deze problemen tre<strong>de</strong>n ook nogal eens op tij<strong>de</strong>ns<br />

transport van <strong>de</strong> patiënt of wanneer om an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen (bijvoorbeeld gebruik douche,<br />

verplaats<strong>in</strong>g van bed naar stoel) het <strong>in</strong>fuus wordt losgemaakt of losraakt. Ver<strong>de</strong>r bleken freeflow/over<strong>in</strong>fusie<br />

ook veroorzaakt te kunnen wor<strong>de</strong>n door mankementen aan <strong>de</strong> pomp of <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>fuusset.<br />

In circa 1/3 van <strong>de</strong> gevallen was <strong>de</strong> (vermoe<strong>de</strong>lijke) oorzaak van een probleem bekend. Dit<br />

betrof we<strong>de</strong>rom vaker gebruiksfouten (n=46) dan pompfalen (n=19). Het veruit meest<br />

voorkomen<strong>de</strong> gevolg van een probleem was over<strong>in</strong>fusie (n=74), gevolgd door geen of<br />

onregelmatige <strong>in</strong>fusie (n=28). Luchtembolie kwam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze dataset niet voor. In een groot<br />

aantal gevallen (n=60) leid<strong>de</strong> het <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt tot een levensbedreigen<strong>de</strong> situatie voor <strong>de</strong> patiënt.<br />

Er werd vervolgens gezocht naar meld<strong>in</strong>gen over <strong>in</strong>fuuspompen <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met ‘home<br />

care’. Hiermee wer<strong>de</strong>n voor 2001 tot en met maart 2005 slechts 24 rapporten gevon<strong>de</strong>n.<br />

Probleem is dat op <strong>de</strong>ze manier niet alle relevante rapporten wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n, omdat alleen<br />

díe rapporten wor<strong>de</strong>n gegeven waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> term ‘home care’ letterlijk wordt gebruikt. Zoeken<br />

op ‘home’ levert echter veel te veel resultaten op (ook bijvoorbeeld ‘go<strong>in</strong>g home’ en<br />

‘discharged home’). Helaas kan niet op ‘Event location’ wor<strong>de</strong>n gezocht. De analyse van <strong>de</strong><br />

24 gevon<strong>de</strong>n rapporten geeft wel een <strong>in</strong>druk, maar is dus geen kwantitatief totaalbeeld. Het<br />

betrof meestal draagbare pompen (n=17), bediend door professionele zorgverleners (n=17).<br />

De belangrijkste problemen waren <strong>in</strong>stelfouten (n=6), verstopp<strong>in</strong>g (n=2) en problemen met<br />

het lucht<strong>de</strong>tectie-alarm (n=2). De meest voorkomen<strong>de</strong> gevolgen waren over<strong>in</strong>fusie (n=9),<br />

geen <strong>in</strong>fusie (n=6) en on<strong>de</strong>r<strong>in</strong>fusie (n=4). In <strong>de</strong> meeste gevallen werd geen letsel<br />

gerapporteerd (n=11) of was er geen letsel (n=3). In een aantal gevallen was echter sprake<br />

van ziekenhuisopname (n=4), overlij<strong>de</strong>n (n=3) of tij<strong>de</strong>lijk letsel (n=1). Wanneer er <strong>in</strong>formatie<br />

werd gegeven over <strong>de</strong> (vermoe<strong>de</strong>lijke) oorzaak van het probleem betrof dit vaker<br />

gebruiksfouten (n=7) dan pompfalen (n=2).<br />

9 free-flow: het ongecontroleerd <strong>in</strong>lopen van een <strong>in</strong>fuus door hevelwerk<strong>in</strong>g.


pag. 82 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Ten slotte werd nog gezocht naar <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten waarbij elastomere pompen waren betrokken<br />

(co<strong>de</strong> MEB). Daarbij wer<strong>de</strong>n alleen díe <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten geanalyseerd die volgens <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g<br />

thuis plaatsvon<strong>de</strong>n. Dit waren er 18 <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2001 tot en met maart 2005. De pompen<br />

wer<strong>de</strong>n meestal door leken bediend (n=10), en <strong>de</strong> voornaamste problemen waren lekkage<br />

(n=5), breuk (n=2) en mankementen aan ventielen/kleppen (n=2). In een aantal gevallen was<br />

sprake van ernstige gevolgen: overlij<strong>de</strong>n (n=1), ziekenhuisopname (n=2) of medisch<br />

<strong>in</strong>grijpen (n=4). Meestal was niet dui<strong>de</strong>lijk of sprake was van gebruiksfouten of van<br />

pompfalen.<br />

Een korte search met behulp van Medl<strong>in</strong>e en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Medical Device Reports van het ECRI liet<br />

zien dat niet alleen <strong>de</strong> <strong>in</strong>fuuspompen kunnen lei<strong>de</strong>n tot problemen bij een <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

Inci<strong>de</strong>nten kunnen ook samenhangen met katheters (bijvoorbeeld trombotische<br />

verstopp<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>fecties, veneuze luchtembolie) of met medicatie (samenstell<strong>in</strong>g parenterale<br />

voed<strong>in</strong>g, verwisselen <strong>in</strong>trathecale en <strong>in</strong>traveneuze <strong>in</strong>fuusvloeistoffen, stabiliteit van<br />

oploss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> elastomere pompen die langere tijd op het lichaam wor<strong>de</strong>n gedragen of <strong>in</strong><br />

draagbare pompen on<strong>de</strong>r extreme klimatologische omstandighe<strong>de</strong>n).<br />

De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> risico’s kunnen samenhangen samen met het gebruik van <strong>in</strong>fuusapparatuur<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het<br />

overzicht opgenomen.<br />

Tabel 21. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van <strong>in</strong>fuusapparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Gebruik en on<strong>de</strong>rhoud apparatuur:<br />

Doser<strong>in</strong>gsfouten (bijvoorbeeld: over- of<br />

on<strong>de</strong>rdoser<strong>in</strong>g, te lage of te hoge<br />

doser<strong>in</strong>gssnelheid, onbedoel<strong>de</strong> bolustoedien<strong>in</strong>g).<br />

Oorzaken zijn vaak het verkeerd programmeren<br />

van <strong>de</strong> apparatuur, zoals <strong>in</strong> ml/uur <strong>in</strong> plaats van<br />

mg/uur, of bereken<strong>in</strong>gsfouten.<br />

Free-flow: het ongecontroleerd <strong>in</strong>lopen van het<br />

<strong>in</strong>fuus door hevelwerk<strong>in</strong>g. Dit kan bijvoorbeeld<br />

optre<strong>de</strong>n wanneer fouten gemaakt zijn bij het<br />

aansluiten, afkoppelen of monteren van het<br />

<strong>in</strong>fuussysteem.<br />

Infusie van lucht doordat lucht <strong>in</strong> het circuit<br />

aanwezig is.<br />

Lucht <strong>in</strong> het systeem ontstaat bijvoorbeeld<br />

doordat vergeten wordt lucht te verwij<strong>de</strong>ren bij<br />

het verwisselen van het <strong>in</strong>fuus, bij het losraken<br />

van lijnen of fouten <strong>in</strong> <strong>de</strong> procedure voor het<br />

aansluiten op <strong>de</strong> patiënt. Aanwezigheid van lucht<br />

leidt tot onnauwkeurighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

toedien<strong>in</strong>gssnelheid. Infusie van grotere<br />

hoeveelhe<strong>de</strong>n lucht kan lei<strong>de</strong>n tot luchtembolie,<br />

wat ernstig letsel of <strong>de</strong> dood tot gevolg kan<br />

hebben.<br />

Keuze van een eenvoudig <strong>in</strong> te stellen pomp.<br />

Beperk<strong>in</strong>g van het assortiment pompen.<br />

Begeleid<strong>in</strong>g door gespecialiseer<strong>de</strong><br />

verpleegkundigen. Goe<strong>de</strong> tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g van patiënten.<br />

Schriftelijke en mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>structie. Toets<strong>in</strong>g<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n van patiënt en/of<br />

mantelverzorger door <strong>de</strong> arts.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en <strong>in</strong>structie met betrekk<strong>in</strong>g tot aan- en<br />

afsluiten. Extra aandacht voor het (goed) sluiten<br />

van slangenklemmen. Free-flow-beveilig<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>bouwen.<br />

Instructie en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g.<br />

Lucht<strong>de</strong>tectiesysteem met alarm.<br />

Alarmsystemen zijn op dit punt niet altijd<br />

voldoen<strong>de</strong> effectief. Bovendien moeten zij goed<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld. Te gevoelig afstellen kan<br />

ertoe lei<strong>de</strong>n dat het alarm <strong>in</strong> verband met<br />

geluidsoverlast maar helemaal wordt uitgezet.<br />

Luchtfilter.


RIVM rapport 265011004 pag. 83 van 132<br />

Haperen of stilvallen van het <strong>in</strong>fuus door<br />

verstopp<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het circuit. Verstopp<strong>in</strong>g kan ook<br />

optre<strong>de</strong>n tussen pomp en <strong>in</strong>fuusreservoir.<br />

Pompfalen.<br />

Pomp loopt terwijl er geen <strong>in</strong>fuusvloeistof<br />

(meer) is.<br />

Batterijen/accu leeg, waardoor <strong>in</strong>fuus stopt.<br />

Vals alarm (bijvoorbeeld als <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>gsset<br />

tij<strong>de</strong>lijk wordt afgeklemd).<br />

Risico’s m.b.t. elastomere pompen:<br />

Lekkage.<br />

Breuk.<br />

Mankementen aan ventielen/kleppen.<br />

Risico’s m.b.t. <strong>in</strong>jectieplaats:<br />

Irritatie, allergie, <strong>in</strong>fecties op <strong>de</strong> <strong>in</strong>jectieplaats.<br />

Infiltratie of extravasatie rond <strong>de</strong> <strong>in</strong>jectieplaats.<br />

Risico’s m.b.t. toegedien<strong>de</strong> producten:<br />

Kruisreacties bij toedien<strong>in</strong>g bloedproducten.<br />

Risico’s rond afvalverwerk<strong>in</strong>g bij cytostatica.<br />

Detectiesysteem, alarm.<br />

Pomp goed on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n conform<br />

on<strong>de</strong>rhoudsschema fabrikant. Pompfunctie<br />

controleren na vallen of nat wor<strong>de</strong>n. Pomp tijdig<br />

vervangen. De gebruiker moet weten wat hij wel<br />

en niet moet doen bij pompfalen en wie hij kan<br />

bereiken. Ziekenhuis of thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en<br />

pompleverancier zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel 24 uur per dag<br />

bereikbaar.<br />

VTBI (volume to be <strong>in</strong>fused) <strong>in</strong>stellen.<br />

Indicator. Alarm.<br />

Voldoen<strong>de</strong> batterijen <strong>in</strong> voorraad hou<strong>de</strong>n<br />

danwel <strong>de</strong> accu tijdig opla<strong>de</strong>n. Automatisch<br />

opla<strong>de</strong>n batterijen. Oplaadbare batterijen tijdig<br />

vervangen.<br />

Goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>structie over hoe te han<strong>de</strong>len bij alarm.<br />

Pompsysteem (disposable) met <strong>in</strong>houd<br />

vervangen.<br />

De aanprikplaats op <strong>de</strong> juiste wijze verzorgen.<br />

Observeren.<br />

Infuus op <strong>de</strong> juiste wijze <strong>in</strong>brengen. Eventueel<br />

alarm. Observeren.<br />

Op juiste wijze afnemen en testen van bloed.<br />

Goe<strong>de</strong> registratie en adm<strong>in</strong>istratie. Verificatie<br />

van naam en geboortedatum van <strong>de</strong> patiënt<br />

conform protocollen.<br />

Blootstell<strong>in</strong>g aan cytostatica moet wor<strong>de</strong>n<br />

voorkomen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door handschoenen<br />

dragen. Naal<strong>de</strong>n en spuiten <strong>in</strong> een naal<strong>de</strong>nbeker<br />

weggooien. Afvalmaterialen bewaren <strong>in</strong><br />

speciaal daarvoor ontwikkel<strong>de</strong> conta<strong>in</strong>ers die<br />

retour gaan naar <strong>de</strong> ziekenhuisapotheek, als<br />

leverancier van het medicament.


pag. 84 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Risico i.v.m. organisatie <strong>in</strong>fuustoedien<strong>in</strong>g<br />

thuis:<br />

Verstor<strong>in</strong>g <strong>in</strong>strumenteel technisch han<strong>de</strong>len<br />

door communicatie (per mobiele telefoon) over<br />

bijvoorbeeld <strong>in</strong>take van nieuwe patiënten.<br />

In geval van een <strong>de</strong>fect aan <strong>de</strong> pomp zal het wat<br />

langer duren dan <strong>in</strong> het ziekenhuis voor een<br />

vervangend exemplaar wordt <strong>in</strong>gezet.<br />

Risico’s i.v.m. thuisomgev<strong>in</strong>g:<br />

Beschadig<strong>in</strong>g <strong>in</strong>fuussysteem door huisdieren<br />

(met name katten) of k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (zeldzaam).<br />

Roken <strong>in</strong> bed <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een <strong>in</strong>fuus van<br />

morf<strong>in</strong>e of sedativa, leidt tot brandgevaar.<br />

Slechte verlicht<strong>in</strong>g of an<strong>de</strong>re ergonomische<br />

beperk<strong>in</strong>gen, bijvoorbeeld bij programmeren<br />

pomp.<br />

Bron: [Van Tienhoven en <strong>de</strong> Boer, 2005; KITTZ, 2003; Ment<strong>in</strong>k, 2005; MHRA 2000/2002; Quak,<br />

2005; Versteegen, 1999].<br />

De afgelopen jaren zijn maatregelen van verschillen<strong>de</strong> aard genomen om <strong>de</strong> risico’s te<br />

beperken. Om gebruiksfouten te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren trachten thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen het assortiment<br />

<strong>in</strong>fuuspompen te beperken. Een thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g moet echter met meer<strong>de</strong>re facilitaire<br />

bedrijven en verzekeraars werken. Het is daardoor niet dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> hoeverre dit beleid<br />

resultaat oplevert. Bovendien zijn gezien <strong>de</strong> levensduur van pompen (8 à 10 jaar) vaak nog<br />

veel verschillen<strong>de</strong> pompen <strong>in</strong> omloop. Het is aan te bevelen dat <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke gebruiker,<br />

vaak <strong>de</strong> (specialistische) thuiszorgverpleegkundige betrokken wordt bij <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong><br />

apparatuur. Die keuze zou niet alleen moeten afhangen van wat het facilitair bedrijf op dat<br />

moment kan of mag leveren.<br />

Zowel facilitaire bedrijven als fabrikanten beste<strong>de</strong>n aandacht aan <strong>in</strong>structie en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g. Waar<br />

<strong>de</strong> werkdruk bij thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen soms hoog is, kan het zijn dat niet ie<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werker<br />

toekomt aan voldoen<strong>de</strong> tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g. Het werken met vaardigheidsaanteken<strong>in</strong>gen kan dit<br />

<strong>in</strong>zichtelijk maken. Sommige thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen vormen, zelfstandig of <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

met an<strong>de</strong>r thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio, teams van gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen die<br />

geavanceer<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen zoals <strong>in</strong>fuustoedien<strong>in</strong>g begelei<strong>de</strong>n. Voor<strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong> teamle<strong>de</strong>n<br />

extra getra<strong>in</strong>d kunnen wor<strong>de</strong>n en hun vaardighe<strong>de</strong>n beter kunnen on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n omdat zij <strong>de</strong>ze<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen vaker toepassen. Zij kunnen <strong>de</strong> verworven expertise, via ‘tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g on the job’,<br />

doorgeven aan wijkverpleegkundigen. Volgens een recente <strong>in</strong>ventarisatie zijn verspreid over<br />

Ne<strong>de</strong>rland ongeveer 50 medisch technologische teams actief [Van Kammen, 2004].<br />

B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> vele vormen van zorg die thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen leveren vormt <strong>de</strong> complexe en<br />

specialistische behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met behulp van <strong>in</strong>fuus<strong>technologie</strong> slechts een zeer kle<strong>in</strong> en soms<br />

f<strong>in</strong>ancieel onrendabel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Vanuit het veld werd <strong>de</strong> mogelijkheid geopperd dat voor<br />

specialistische <strong>in</strong>fuusteams wellicht ook an<strong>de</strong>re organisatorische verban<strong>de</strong>n <strong>de</strong>nkbaar zijn,<br />

zoals koppel<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> huisartsenzorg op een wijze vergelijkbaar met die van<br />

praktijkon<strong>de</strong>rsteuners. Dit zou dan wel regionaal georganiseerd moeten wor<strong>de</strong>n, en op een<br />

aangepaste wijze gef<strong>in</strong>ancierd.<br />

Naast een goe<strong>de</strong> tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g kan ook protocoller<strong>in</strong>g een bijdrage leveren aan veilige toepass<strong>in</strong>g<br />

van <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.


RIVM rapport 265011004 pag. 85 van 132<br />

Voor toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> is het belangrijk dat pompen wor<strong>de</strong>n ontwikkeld die<br />

eenvoudig te bedienen zijn, met een dui<strong>de</strong>lijke gebruikers<strong>in</strong>terface en een hel<strong>de</strong>re en<br />

overzichtelijke gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g. Ver<strong>de</strong>r proberen fabrikanten <strong>de</strong> <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke veiligheid van<br />

hun pompen te verhogen. Dit kan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door het <strong>in</strong>bouwen van alarmfuncties en van<br />

een free-flow-beveilig<strong>in</strong>g. In een recente publicatie beschrijft het ECRI <strong>de</strong> eisen die aan een<br />

free-flow-beveilig<strong>in</strong>g moeten wor<strong>de</strong>n gesteld en wordt aangegeven <strong>in</strong> hoeverre bepaal<strong>de</strong><br />

merken/typen al of niet draagbare pompen aan <strong>de</strong>ze eisen voldoen [ECRI, 2004a]. De laatste<br />

jaren is software ontwikkeld die het maken van <strong>in</strong>stelfouten kan beperken, door mid<strong>de</strong>l van<br />

<strong>in</strong>stelbare grenzen aan doser<strong>in</strong>gsparameters. Bovendien biedt software <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

achteraf <strong>in</strong>formatie uit te lezen over het verloop van <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en van het<br />

<strong>in</strong>fuusproces. Dit maakt het mogelijk fouten en onregelmatighe<strong>de</strong>n op te sporen en hiervan te<br />

leren [ECRI , 2004b].<br />

Ten slotte kan door het mel<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> commissie Meld<strong>in</strong>gen Inci<strong>de</strong>nten<br />

Patiëntenzorg (MIP) <strong>in</strong> ziekenhuizen of <strong>de</strong> commissie Meld<strong>in</strong>gen Inci<strong>de</strong>nten Cliëntenzorg<br />

(MIC) <strong>in</strong> thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen geleerd wor<strong>de</strong>n van opgetre<strong>de</strong>n problemen en een bijdrage<br />

geleverd wor<strong>de</strong>n aan het voorkómen van herhal<strong>in</strong>g ervan [Van Tienhoven en <strong>de</strong> Boer, 2005].<br />

Literatuur<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2001. Signaler<strong>in</strong>gsrapport Hulpmid<strong>de</strong>len 2001.<br />

Amstelveen: CVZ.<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004. Monitor Hulpmid<strong>de</strong>len 2004. Diemen: CVZ.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

ECRI, Emergency Care Research Institute. (geraadpleegd: 08-04-<br />

2005).<br />

ECRI, Emergency Care Research Institute. 2004a. JCAHO’s National patient safety goal for<br />

<strong>in</strong>fusion pump free-flow protection. Health Devices 33, 430-435.<br />

ECRI, Emergency Care Research Institute. 2004b. Infusion pump dose error<br />

reductionsystems. Health Devices 33, 427-429.<br />

FDA, Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE).<br />

(geraadpleegd:<br />

03-05-2005).<br />

IGZ, Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2004. Staat van <strong>de</strong> gezondheidszorg 2004.<br />

Patiëntveiligheid: <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van geneesmid<strong>de</strong>len en <strong>medische</strong> hulpmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong><br />

zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en thuis. Den Haag: IGZ.<br />

Kammen J van. 2004. Thuiszorg<strong>technologie</strong>: achtergrondstudie. Zoetermeer: Centrum voor<br />

ethiek en gezondheid.


pag. 86 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Infuus- en <strong>in</strong>jectiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.<br />

(geraadpleegd 18-02-2005).<br />

MDA, Medical Devices Agency. 2003. Infusion systems. Device bullet<strong>in</strong> 2003 (02).<br />

Ment<strong>in</strong>k Ch. 2005. De veilige/verantwoor<strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g van i.v. cytostatica thuis, bij patiënten<br />

<strong>in</strong> een palliatief oncologisch behan<strong>de</strong>lcircuit. VIT-Journaal 3, 15-16.<br />

MHRA, Medic<strong>in</strong>es and Healthcare Products Regulatory Agency Onel<strong>in</strong>ers. August 2002<br />

(issue 16) en June 2000 (issue 09). (geraadpleegd: 11-<br />

04-2005).<br />

Quak ABWM. 21 april 2005. Voordracht VIT-congres.<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Reeuwijk-Werkhorst J van, Quak ABWM, Vos HEF. 2003. Richtlijnen voor<br />

thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en parenterale voed<strong>in</strong>g – Eisen aan organisatie,<br />

zorgproces en hulpmid<strong>de</strong>len. Rid<strong>de</strong>rkerk: Rid<strong>de</strong>rpr<strong>in</strong>t offset drukkerij.<br />

Tienhoven EAE van, Boer S <strong>de</strong>. 2005. Resultaten RIVM-enquête Infuuspompen. VIT-<br />

Journaal. 3: 5-9.<br />

TNO/UMC Utrecht, Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek/<br />

Universitair Medisch Centrum Utrecht. 2005. Beslismo<strong>de</strong>l draagbare <strong>in</strong>fuuspompen.<br />

UMCU, Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Thuiszorg<strong>technologie</strong>.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>-activiteiten en producten-patiëntgebon<strong>de</strong>n activiteiten.<br />

<br />

(geraadpleegd 31-1-2005).<br />

Valent RDB thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g – Specialisten Team. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Versteegen EH. 1999. VWS Quick scan Medische Hulpmid<strong>de</strong>len – <strong>de</strong> markt van <strong>de</strong><br />

hulpmid<strong>de</strong>len voor het toedienen van voed<strong>in</strong>g. Heemste<strong>de</strong>: Seygraaf.<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 87 van 132<br />

Figuur 12. (l<strong>in</strong>ksboven) Draagbare <strong>in</strong>fuuspomp.<br />

Figuur 13. (rechtsboven) Infuuspomp (stationair).<br />

Figuur 14. (on<strong>de</strong>r) Voed<strong>in</strong>gspomp.


pag. 88 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 89 van 132<br />

4.2 Insul<strong>in</strong>epomptherapie<br />

4.2.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Bij Cont<strong>in</strong>ue Subcutane Insul<strong>in</strong>e Infusie (CSII) wordt <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e toegediend met behulp van een<br />

draagbaar pompje. De pomp wordt op het lichaam gedragen en bevat een ampul <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e, een<br />

motortje met batterijen, een afleesscherm en bedien<strong>in</strong>gsknoppen. Via een katheter stroomt <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e naar <strong>de</strong> naald of kunststof canule die subcutaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> buik is aangebracht. Een<br />

pleister houdt <strong>de</strong>ze naald op zijn plaats. De pomp dient cont<strong>in</strong>u een kle<strong>in</strong>e hoeveelheid<br />

snelwerken<strong>de</strong> <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e toe (basale <strong>in</strong>fusie). De gebruiker heeft <strong>de</strong> mogelijkheid om<br />

bijvoorbeeld bij maaltij<strong>de</strong>n een extra dosis <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e te geven. De pomp kan tij<strong>de</strong>lijk - via een<br />

koppelsysteem - wor<strong>de</strong>n afgekoppeld, bijvoorbeeld om te douchen of te sporten. De <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e<br />

zit <strong>in</strong> pompampullen. Pompen voeren na <strong>in</strong>brengen van een nieuwe ampul een zelfkalibratie<br />

uit. De patiënt moet enkele keren per dag een bloedglucosemet<strong>in</strong>g uitvoeren.<br />

Omdat <strong>de</strong> techniek gecompliceer<strong>de</strong>r is dan <strong>de</strong> <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epen is goe<strong>de</strong> voorlicht<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>tensieve<br />

begeleid<strong>in</strong>g van belang, vooral tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die nodig is om <strong>de</strong> pomp <strong>in</strong> te stellen (enige<br />

maan<strong>de</strong>n). De patiënten moeten ook goed op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> reacties van hun eigen<br />

lichaam op diabetes en <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>etoedien<strong>in</strong>g. De pomp wordt voorgeschreven door <strong>de</strong> specialist<br />

maar bij het <strong>in</strong>stellen speelt <strong>de</strong> diabetesverpleegkundige een belangrijke rol. Pompampullen<br />

krijgt <strong>de</strong> patiënt kant en klaar, wor<strong>de</strong>n voorgevuld <strong>in</strong> <strong>de</strong> apotheek of wor<strong>de</strong>n gevuld door <strong>de</strong><br />

patiënt. Met behulp van een draagsysteem kan het pompje on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kled<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n of<br />

zichtbaar aan <strong>de</strong> broekriem wor<strong>de</strong>n gedragen. De naald of canule moet elke twee of drie<br />

dagen verwisseld wor<strong>de</strong>n [DVN; EADV; Peters-Volleberg, 2000]. Er wordt gewerkt aan<br />

‘closed loop’ systemen, waarbij <strong>de</strong> pomp <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g automatisch aanpast aan <strong>de</strong><br />

meetresultaten van een glucosesensor. Naar verwacht<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong>ze over circa 5 jaar<br />

beschikbaar [Medtronic, pers.comm.; Peters-Volleberg et al., 2000]<br />

Accessoires<br />

- <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>eampul;<br />

- <strong>in</strong>fuusset;<br />

- draagsysteem: met behulp hiervan kan het pompje on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kled<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gedragen;<br />

- batterijen of accu met oplaadapparatuur;<br />

- eventueel hulpmid<strong>de</strong>l voor <strong>in</strong>brengen naald;<br />

- fixatiemateriaal.<br />

4.2.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Insul<strong>in</strong>epompjes wor<strong>de</strong>n gebruikt door mensen met diabetes waarbij het niet lukt om met<br />

regelmatig spuiten met een <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epen <strong>de</strong> glucosespiegels b<strong>in</strong>nen normale waar<strong>de</strong>n te<br />

hou<strong>de</strong>n. Ook wor<strong>de</strong>n pompjes wel gebruikt als het van belang is dat <strong>de</strong> glucoseconcentraties<br />

b<strong>in</strong>nen nauwe grenzen blijven, zoals bij vrouwen die zwanger zijn of willen wor<strong>de</strong>n. Ook<br />

k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, zelfs baby’s, krijgen <strong>de</strong> laatste tijd vaker een <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompje. K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen<br />

regulatieproblemen hebben en hebben soms een onregelmatig activiteiten- en<br />

voed<strong>in</strong>gspatroon [DVN; Roche, pers. comm.]. Door 3 % van <strong>de</strong> ziekenfondsverzeker<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>sul<strong>in</strong>egebruikers werd <strong>in</strong> 2003 een <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epomp gebruikt [CVZ-GIP, 2005].


pag. 90 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Peters-Volleberg et al. (2000) verwachten een stijg<strong>in</strong>g van het aantal diabetespatiënten door<br />

bevolk<strong>in</strong>gsgroei en vergrijz<strong>in</strong>g, maar ook door een toegenomen prevalentie van overgewicht<br />

en lichamelijke <strong>in</strong>activiteit. Als gevolg van <strong>de</strong>ze stijg<strong>in</strong>g zullen ook meer mensen <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e<br />

nodig hebben. De toename van het aantal pompgebruikers is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afhankelijk van<br />

kl<strong>in</strong>ische on<strong>de</strong>rzoeken die het gunstige effect van cont<strong>in</strong>ue <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e <strong>in</strong>fusie ver<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rbouwen. Er wordt voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren een lichte groei verwacht [Medtronic, pers.<br />

comm.; Peters-Volleberg et al., 2000; Roche, pers.comm.]. In 2009 zal het aantal patiënten<br />

dat een uitwendige <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epomp gebruikt naar schatt<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> 10.000 en 15.000 liggen.<br />

Tabel 22. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompen thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron<br />

CVZ-GIP<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005-<br />

2009<br />

1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

2000 2500 2500 5000 3800 5200<br />

3200 3800 4000 8000 6100<br />

3<br />

5300<br />

8300<br />

4<br />

8500<br />

EADV<br />

Medtronic<br />

Roche<br />

Peters-Volleberg<br />

et al. (2000)<br />

8000<br />

8000 >><br />

groei<br />

tot<br />

circa<br />

15.000<br />

11.000 ><br />

(lichte<br />

groei)<br />

2010<br />

3000 10.000 -<br />

12.000<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.<br />

12000<br />

10000<br />

8000<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

0<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />

Figuur 15. Verloop en prognose van het aantal gebruikers van <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompen thuis op basis van <strong>de</strong> gegevens<br />

uit Tabel 22.


RIVM rapport 265011004 pag. 91 van 132<br />

4.2.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> risico’s kunnen samenhangen met het gebruik van <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompjes <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>thuissituatie</strong>. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het<br />

overzicht opgenomen.<br />

Tabel 23. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompjes thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Voor algemene risico’s van <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g:<br />

zie paragraaf 4.1.3.<br />

Verstopp<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> <strong>in</strong>jectieplaats. Dit is bij<br />

<strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompen het meest frequente probleem.<br />

‘Har<strong>de</strong> plekken’ op <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong> katheter<br />

het lichaam b<strong>in</strong>nenkomt, waardoor <strong>de</strong> <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed wordt opgenomen.<br />

Te lage <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>econcentratie door verstopp<strong>in</strong>g,<br />

lekkage of <strong>de</strong>fect aan <strong>de</strong> pomp. Omdat er alleen<br />

kortwerken<strong>de</strong> <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e <strong>in</strong> <strong>de</strong> pompampul zit<br />

heeft te ger<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>fusie snel gevolgen voor <strong>de</strong><br />

glucosespiegel.<br />

Bron: [DVN, pers. comm.; Roche, pers. comm.].<br />

Literatuur<br />

Naald en/of katheter moeten dan vervangen<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Voor elke persoon <strong>de</strong> meest geschikte katheter<br />

toepassen.<br />

Op <strong>de</strong> juiste wijze met <strong>de</strong> pomp omgaan en vaak<br />

bloedglucose controleren. Door<br />

diabetesverpleegkundige of pompleverancier<br />

moet goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>structie wor<strong>de</strong>n gegeven.<br />

Tij<strong>de</strong>lijk overgaan op <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>e-<strong>in</strong>jectie met pen.<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Signaal Gebruik van diabeteshulpmid<strong>de</strong>len 1998-2003. CVZmagaz<strong>in</strong>e<br />

5.<br />

DVN, Diabetes verenig<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

DVN, Diabetes verenig<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland. (geraadpleegd 15-02-2005).<br />

EADV, Eerste Associatie van Diabetes Verpleegkundigen. (geraadpleegd<br />

15-02-2005).<br />

Medtronic. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Peters-Volleberg GWM, Hilbers-Mo<strong>de</strong>rman ESM, Berg Jeths A van <strong>de</strong>n. 2000.<br />

Diabeteshulpmid<strong>de</strong>len: historische ontwikkel<strong>in</strong>gen en toekomstverwacht<strong>in</strong>gen. RIVM rapport<br />

605910002. Bilthoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu.<br />

Roche. 2005. Persoonlijke communicatie.


pag. 92 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

4.3 Parenterale voed<strong>in</strong>g<br />

4.3.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Parenterale voed<strong>in</strong>g is het <strong>in</strong>traveneus toedienen van voed<strong>in</strong>gsstoffen die direct <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

bloedbaan kunnen wor<strong>de</strong>n gebracht. Parenterale voed<strong>in</strong>g wordt vanwege <strong>de</strong> hoge osmolaliteit<br />

vrijwel uitsluitend centraal veneus toegediend, meestal via <strong>de</strong> vena cava superior of <strong>in</strong>ferior.<br />

Dit kan gebeuren via een getunnel<strong>de</strong> katheter zoals een Hickman-katheter of via een<br />

geïmplanteer<strong>de</strong> aanprikpoort. Ook v<strong>in</strong>dt toedien<strong>in</strong>g per arterioveneuze shunt plaats.<br />

Vocht wordt meestal <strong>in</strong>traveneus toegediend met behulp van een <strong>in</strong>fuus dat ook glucose en<br />

NaCl bevat, <strong>in</strong> een hoeveelheid die <strong>in</strong> een iso-osmotische vloeistof resulteert. Zonodig<br />

kunnen an<strong>de</strong>re elektrolyten wor<strong>de</strong>n toegevoegd. Bij subcutane toedien<strong>in</strong>g (hypo<strong>de</strong>rmoclyse)<br />

kan, meestal via <strong>de</strong> bovenbenen als <strong>in</strong>jectieplaats, 2 liter vocht per 24 uur wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebracht<br />

[Quak et al., 2005].<br />

Voor parenterale voed<strong>in</strong>g wordt meestal gebruik gemaakt van een volumetrische,<br />

elektronische <strong>in</strong>fuuspomp omdat nauwkeurige, gelijkmatige toedien<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> aanwezigheid<br />

van alarmfuncties van belang zijn. Ten behoeve van <strong>de</strong> mobiliteit van <strong>de</strong> patiënt wordt<br />

meestal gekozen voor draagbare pompen [Van Reeuwijk-Werkhorst et al., 2003].<br />

Accessoires<br />

- <strong>in</strong>fuusset en afsluitdopjes;<br />

- voed<strong>in</strong>gsreservoir;<br />

- draagsysteem of <strong>in</strong>fuusstandaard;<br />

- fixatiemateriaal en <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectantia;<br />

- eventueel batterijen of accu met oplaadapparatuur.<br />

Parenterale voed<strong>in</strong>g wordt altijd gestart <strong>in</strong> het ziekenhuis. De huisarts draagt <strong>de</strong> <strong>medische</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> patiënt <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Indien een multidiscipl<strong>in</strong>air team van<br />

zorgverleners vanuit het ziekenhuis <strong>de</strong> patiënt begeleidt, is <strong>de</strong> medisch specialist, als<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van dit team, e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijk. De diëtist bepaalt <strong>in</strong> samenspraak met <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>lend arts welke voed<strong>in</strong>g gegeven moet wor<strong>de</strong>n. Een specialist on<strong>de</strong>rtekent het<br />

voorschrift. Intercollegiaal overleg tussen eerste en twee<strong>de</strong> lijn is noodzakelijk.<br />

De voed<strong>in</strong>g is complex van samenstell<strong>in</strong>g. Er wor<strong>de</strong>n hoge eisen gesteld aan <strong>de</strong> steriliteit en<br />

stabiliteit van het mengsel, terwijl het tegelijkertijd alle benodig<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen dient te<br />

bevatten. De voed<strong>in</strong>g wordt geleverd door apotheek of ziekenhuisapotheek en moet <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

koelkast wor<strong>de</strong>n bewaard. Er bestaan kant en klare producten voor thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met<br />

totale parenterale voed<strong>in</strong>g (TPV) waarbij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len eerst nog <strong>in</strong><br />

afzon<strong>de</strong>rlijke compartimenten zitten en na het breken van een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g zich pas mengen.<br />

Voordat <strong>de</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tot stand komt is het mengsel lang houdbaar. Na het mengen van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len is <strong>de</strong> houdbaarheid beperkt. Geneesmid<strong>de</strong>len dienen bij voorkeur<br />

niet, en an<strong>de</strong>rs slechts na overleg met <strong>de</strong> apotheek, aan een voed<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>fuus te wor<strong>de</strong>n<br />

toegevoegd.<br />

De pomp wordt geleverd door een facilitair bedrijf. Patiënten en mantelzorgers moeten goed<br />

geïnstrueerd en begeleid wor<strong>de</strong>n en 24 uur per dag kunnen terugvallen op ervaren<br />

professionals. Hoewel thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen vaak betrokken zijn bij parenterale voed<strong>in</strong>g, zijn<br />

<strong>de</strong> meeste niet-gespecialiseer<strong>de</strong> wijkverpleegkundigen onvoldoen<strong>de</strong> getra<strong>in</strong>d en is <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet<br />

van gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen noodzakelijk [Van Reeuwijk-Werkhorst et al., 2003;<br />

Versteegen, 1999].<br />

In 2003 zijn ‘Richtlijnen voor thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met enterale en parenterale voed<strong>in</strong>g’<br />

verschenen, welke op dit moment <strong>in</strong> twee regio’s op proef wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevoerd. Vanwege het<br />

beperkte gebruikersaantal enerzijds en het specialistisch karakter an<strong>de</strong>rzijds wordt hier<strong>in</strong><br />

aanbevolen dat langdurige parenterale voed<strong>in</strong>g en parenterale voed<strong>in</strong>g voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren begeleid


RIVM rapport 265011004 pag. 93 van 132<br />

wordt vanuit gespecialiseer<strong>de</strong> kenniscentra [Van Reeuwijk-Werkhorst et al., 2003]. Er zijn <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls twee van <strong>de</strong>rgelijke multidiscipl<strong>in</strong>aire centra voor thuis-TPV: het<br />

Universitair Medisch Centrum St. Radboud te Nijmegen en het Aca<strong>de</strong>misch Medisch<br />

Centrum te Amsterdam. Patiënten die langdurig parenterale voed<strong>in</strong>g ontvangen wor<strong>de</strong>n zelf<br />

getra<strong>in</strong>d, bijvoorbeeld door <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> centra. Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> patiënten met<br />

parenterale voed<strong>in</strong>g thuis kan een normaal sociaal leven lei<strong>de</strong>n [Naber et al., 2005].<br />

4.3.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Parenterale voed<strong>in</strong>g en/of vocht wordt gegeven aan patiënten (volwassenen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren) die<br />

via het maagdarmkanaal geen of te we<strong>in</strong>ig voed<strong>in</strong>gsstoffen en vocht kunnen opnemen. Dit<br />

kan gebeuren als bijvoed<strong>in</strong>g of als totale voed<strong>in</strong>g.<br />

Indicaties voor toepass<strong>in</strong>g thuis zijn chronisch darmfalen, zoals bij short bowel syndroom,<br />

motiliteitsstoornissen, afwijk<strong>in</strong>gen van het darmepitheel en <strong>de</strong> ziekte van Crohn. Ook<br />

oncologiepatiënten krijgen soms parenterale voed<strong>in</strong>g.<br />

Contra-<strong>in</strong>dicaties zijn het ontbreken van een geschikte veneuze toedien<strong>in</strong>gsweg, slechte<br />

psychosociale omstandighe<strong>de</strong>n en het optre<strong>de</strong>n van ernstige complicaties. Parenterale<br />

voed<strong>in</strong>g wordt gegeven als son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g niet mogelijk is. Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g verdient <strong>de</strong><br />

voorkeur omdat hierbij <strong>de</strong> darmfunctie gestimuleerd wordt en <strong>de</strong> mogelijke complicaties<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ernstig zijn. Vooral wanneer parenterale voed<strong>in</strong>g langdurig moet wor<strong>de</strong>n gegeven zal<br />

dit <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> gebeuren [KITTZ, 2003; Naber et al., 2005; Quak et al., 2005; Van<br />

Reeuwijk-Werkhorst, 2003; Versteegen, 1999].<br />

Tussen 1970 en 2004 wer<strong>de</strong>n 290 volwassenen met parenterale thuisvoed<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> centra<br />

<strong>in</strong> Nijmegen en Amsterdam begeleid, met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lduur van 38 maan<strong>de</strong>n. De<br />

prevalentie van parenterale thuisvoed<strong>in</strong>g bedroeg <strong>in</strong> 1999 <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland 3,7 gebruikers per<br />

miljoen <strong>in</strong>woners. In 2004 wer<strong>de</strong>n 5,1 gebruikers van langdurige totale parenterale voed<strong>in</strong>g<br />

thuis per miljoen volwassenen geregistreerd en 0,6 per miljoen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren [Naber et al., 2005].<br />

Ten gevolge van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re vergrijz<strong>in</strong>g, extramuralisatie en een grotere aandacht voor<br />

voed<strong>in</strong>g wordt een ver<strong>de</strong>re stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>fusen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong><br />

verwacht [Naber et al., 2005; Versteegen, 1999].<br />

Tabel 24. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van parenterale voed<strong>in</strong>g thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005-<br />

2009<br />

ZonMw (1998) 20-50 1<br />

Versteegen (RET,<br />

1999) 2<br />

Van Reeuwijk-<br />

Werkhorst et al.<br />

(2003)<br />

44 1 >><br />

(groei)<br />

60-100<br />

Naber et al. (2005) 58 92 >><br />

(groei)<br />

1 Dit betreft <strong>de</strong> nieuwe patiënten <strong>in</strong> 1998.<br />

2 Registratie Enterale en parenterale voed<strong>in</strong>g Thuis.


pag. 94 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

4.3.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Naast <strong>de</strong> risico’s die eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> paragraaf over toedien<strong>in</strong>g van parenterale <strong>in</strong>fusen wer<strong>de</strong>n<br />

beschreven, is het mogelijk dat bij parenterale voed<strong>in</strong>g enkele specifieke risico’s optre<strong>de</strong>n.<br />

Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht<br />

opgenomen.<br />

Tabel 25. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van parenterale voed<strong>in</strong>g thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Voor algemene risico’s van <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g:<br />

zie paragraaf 4.1.3.<br />

Infectie. Kan lei<strong>de</strong>n tot kathetersepsis (een<br />

potentieel levensbedreigen<strong>de</strong> complicatie bij<br />

centraal veneuze katheters).<br />

Verstopp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> katheter door <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

(vaak door neergeslagen vet).<br />

Veneuze trombose (frequent).<br />

Hematothorax (zeldzaam).<br />

Luchtembolie (zeldzaam).<br />

Hartritmestoornissen (zeldzaam).<br />

Trombose bij een arterioveneuze shunt<br />

(frequent).<br />

Lokale <strong>in</strong>fectie bij een arterioveneuze shunt<br />

(zeldzaam).<br />

Hyper- en hypoglykemie (re<strong>de</strong>lijk frequent).<br />

Bron: [Naber et al., 2005].<br />

Zeer hygiënisch en nauwkeurig te werk gaan.<br />

Infectie bestrij<strong>de</strong>n. Zonodig katheter<br />

verwij<strong>de</strong>ren.<br />

Alarmfunctie; <strong>in</strong>fusie natronloog 0,1%; zonodig<br />

katheter verwij<strong>de</strong>ren.<br />

Zonodig katheter verwij<strong>de</strong>ren.<br />

Zonodig katheter verwij<strong>de</strong>ren.<br />

Naber et al. (2005) noemen ver<strong>de</strong>r nog een aantal voed<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>ficiënties en na langdurige<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> orgaanstoornissen.


RIVM rapport 265011004 pag. 95 van 132<br />

Literatuur<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: Infuus- en <strong>in</strong>jectiebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.<br />

(geraadpleegd: 18-02-<br />

2005).<br />

Naber AHJ, R<strong>in</strong>gs EHHM, George E, Tolboom JJM, Jonkers C, Sauerwe<strong>in</strong> HP. 2005. De<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van darmfalen met parenterale thuisvoed<strong>in</strong>g bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en volwassenen. Ned<br />

Tijdschr Geneesk. 149: 385-390.<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Reeuwijk-Werkhorst J van, Quak ABWM, Vos HEF. 2003. Richtlijnen voor<br />

thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en parenterale voed<strong>in</strong>g – Eisen aan organisatie,<br />

zorgproces en hulpmid<strong>de</strong>len. Uitgave door RET, TNO, BMG, LUMC, KITTZ en ZonMw.<br />

Lei<strong>de</strong>n.<br />

Versteegen EH. 1999. VWS Quick scan Medische Hulpmid<strong>de</strong>len – <strong>de</strong> markt van <strong>de</strong><br />

hulpmid<strong>de</strong>len voor het toedienen van voed<strong>in</strong>g. Heemste<strong>de</strong>: Seygraaf.<br />

Wipk<strong>in</strong>k-Bakker A, Heuvel E van <strong>de</strong>n, Strebe E. 1999. Voed<strong>in</strong>g buiten alles om. Werkboek<br />

parenterale voed<strong>in</strong>g voor ziekenhuis en thuis. Maarssen: Sticht<strong>in</strong>g RET.<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


pag. 96 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

4.4 Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g<br />

4.4.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Soms is het voor korte of langere tijd nodig om patiënten vloeibare voed<strong>in</strong>g toe te dienen via<br />

een slangetje (son<strong>de</strong>) dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> maag of <strong>de</strong> darm uitkomt. Er zijn verschillen<strong>de</strong> typen son<strong>de</strong>s:<br />

- neus/maag- of neus/darmson<strong>de</strong>s: een dun, flexibel slangetje loopt via <strong>de</strong> neus en <strong>de</strong><br />

keel naar <strong>de</strong> maag of <strong>de</strong> darm. Een neus/maagson<strong>de</strong> kan door een verpleegkundige<br />

wor<strong>de</strong>n aangebracht, en <strong>in</strong> sommige gevallen na <strong>in</strong>structie door <strong>de</strong> patiënt zelf. Een<br />

neus/darmson<strong>de</strong> wordt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak gebruikt en altijd door een arts aangebracht.<br />

- maagson<strong>de</strong> (percutane endoscopische gastrostomie, PEG-katheter): <strong>de</strong>ze wordt, meestal<br />

op gelei<strong>de</strong> van endoscopie, door <strong>de</strong> buikwand heen, via een zogenaam<strong>de</strong> fistelgang, <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> maag gebracht.<br />

- darmson<strong>de</strong>: <strong>de</strong>ze son<strong>de</strong> wordt door een fistelgang tussen buikwand en darm<br />

aangebracht via <strong>de</strong> maag (percutane endoscopische jejunustomie, PEJ-katheter) of<br />

direct (jejunumson<strong>de</strong>). Deze son<strong>de</strong>s komen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak voor.<br />

Maag- en darmson<strong>de</strong>s wor<strong>de</strong>n toegepast voor langdurig gebruik en hebben zowel aan <strong>de</strong><br />

b<strong>in</strong>nenkant (bumper of ballon) als <strong>de</strong> buitenkant (schijfje of button) een mechaniek om<br />

verplaats<strong>in</strong>g te voorkomen.<br />

Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g kan <strong>in</strong> porties of cont<strong>in</strong>u wor<strong>de</strong>n gegeven. Portie (bolus)toedien<strong>in</strong>g kan<br />

gebeuren met behulp van een spuit, met een druppeltoedien<strong>in</strong>gssysteem met rolregelklem of<br />

een enterale voed<strong>in</strong>gspomp. Cont<strong>in</strong>ue toedien<strong>in</strong>g gebeurt met een toedien<strong>in</strong>gssysteem met<br />

rolregelklem of, als gelijkmatige toedien<strong>in</strong>g belangrijk is, met een voed<strong>in</strong>gspomp. De<br />

<strong>in</strong>loopsnelheid van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g kan met een pomp nauwkeuriger wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld.<br />

Voed<strong>in</strong>gspompen zijn er <strong>in</strong> stationaire (met een <strong>in</strong>fuusstandaard) en draagbare uitvoer<strong>in</strong>g<br />

(met een rugzak).<br />

Voed<strong>in</strong>gspompen zijn volumetrisch, wor<strong>de</strong>n elektronisch aangestuurd en moeten gebruikt<br />

wor<strong>de</strong>n met een speciaal toedien<strong>in</strong>gssysteem (zie Figuur 14, pag. 87). Zij hebben vaak een<br />

accu en kunnen daarnaast via het elektriciteitsnet werken. De meeste pompen kunnen <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g zowel cont<strong>in</strong>u (druppelsgewijs), als <strong>in</strong>termitterend (bijvoorbeeld 3 tot 4 keer per dag<br />

1 à 2 uur) toedienen. Ook toedien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> porties (bolustoedien<strong>in</strong>g) is mogelijk (bijvoorbeeld<br />

4 tot 6 keer per dag <strong>in</strong> korte tijd). Bij PEJ- en jejunumkatheters wordt son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g<br />

uitsluitend druppelsgewijs toegediend, meestal met behulp van een pomp. Dit gebeurt vaak ’s<br />

nachts of geduren<strong>de</strong> een ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> dag [MLDS; Van Reeuwijk-Werkhorst et al., 2003;<br />

Van Tienhoven et al., 2003; Versteegen, 1999].<br />

Ook geneesmid<strong>de</strong>len kunnen, opgelost of gesuspen<strong>de</strong>erd <strong>in</strong> water, met behulp van <strong>de</strong> son<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n toegediend. Geneesmid<strong>de</strong>ltoedien<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt plaats via een aparte, extra<br />

toedien<strong>in</strong>gspoort [MLDS].<br />

Accessoires<br />

- voed<strong>in</strong>gsfles of zak: <strong>de</strong>ze kan van glas of har<strong>de</strong> kunststof zijn (met lucht<strong>in</strong>laat + filter)<br />

of van zachte kunststof (zon<strong>de</strong>r lucht<strong>in</strong>laat);<br />

- toedien<strong>in</strong>gssysteem: verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen son<strong>de</strong> en voed<strong>in</strong>gshou<strong>de</strong>r. Bij druppelsgewijze<br />

toedien<strong>in</strong>g met behulp van <strong>de</strong> zwaartekracht is dit een gewoon toedien<strong>in</strong>gssysteem, bij<br />

gebruik van een pomp is dit een speciaal toedien<strong>in</strong>gssysteem (pompset);<br />

- son<strong>de</strong> of katheter: verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen maag of darm en het toedien<strong>in</strong>gssysteem;<br />

- afsluitdopje voor <strong>de</strong> son<strong>de</strong>;<br />

- slangklem: voor aan- en afkoppelen bij PEG;<br />

- spuiten: voor doorspuiten van son<strong>de</strong> en toedien<strong>in</strong>gssysteem, en eventueel voor<br />

bolustoedien<strong>in</strong>g;<br />

- fixatiemateriaal: voor het stabiliseren van <strong>de</strong> neusson<strong>de</strong> op neus of wang;<br />

- draagsysteem of <strong>in</strong>fuusstandaard;


RIVM rapport 265011004 pag. 97 van 132<br />

- eventueel batterijen of accu met oplaadsysteem.<br />

Neusson<strong>de</strong>s moeten regelmatig wor<strong>de</strong>n vervangen: PVC-son<strong>de</strong>s na 1 week, polyurethaan- en<br />

siliconenson<strong>de</strong>s na 6 weken. Het toedien<strong>in</strong>gssysteem moet <strong>in</strong> elk geval elke 24 uur vervangen<br />

wor<strong>de</strong>n [MLDS].<br />

Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g wordt voorgeschreven door <strong>de</strong> specialist, soms door <strong>de</strong> huisarts. Ruim 90%<br />

wordt geïnitieerd <strong>in</strong> het ziekenhuis [Van Reeuwijk-Werkhorst et al., 2003]. De diëtist kiest <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g en regelt vaak <strong>de</strong> vergoed<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> zorgverzekeraar. Een specialist on<strong>de</strong>rtekent het<br />

voorschrift. De verpleegkundige en/of diëtiste <strong>in</strong> het ziekenhuis of een verpleegkundige van<br />

een facilitair bedrijf geeft <strong>in</strong>structie en zorgt voor overdracht naar <strong>de</strong> thuiszorg. De thuiszorg<br />

(wijkverpleegkundige) of <strong>de</strong> verpleegkundige van het facilitair bedrijf begeleidt <strong>de</strong><br />

toedien<strong>in</strong>g. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mensen die son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g thuis gebruiken, is zelfredzaam en<br />

schakelt alleen hulp <strong>in</strong> bij problemen. Het toedienen van son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g (het <strong>in</strong>brengen van <strong>de</strong><br />

son<strong>de</strong>) behoort tot <strong>de</strong> voorbehou<strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. De betrokken verpleegkundige dient<br />

voldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong>skundig te zijn en er is een schriftelijke uitvoer<strong>in</strong>gsopdracht van <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> arts vereist. Patiënten en mantelzorgers kunnen wor<strong>de</strong>n geïnstrueerd om<br />

zelfstandig een son<strong>de</strong> <strong>in</strong> te brengen en <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g toe te dienen. De huisarts is na ontslag van<br />

<strong>de</strong> patiënt uit het ziekenhuis verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> <strong>medische</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis. Hij/zij is<br />

eerste aanspreekpunt bij problemen en schrijft zonodig recepten voor nieuwe materialen. De<br />

apotheek kan son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en materialen leveren en geeft advies over toedien<strong>in</strong>g van<br />

medicijnen. Het facilitair bedrijf levert meestal <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gspomp, geeft daarbij <strong>in</strong>structie, is<br />

beschikbaar als zich problemen met <strong>de</strong> pomp voordoen, levert meestal <strong>de</strong> toebehoren en <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g. On<strong>de</strong>rhoud kan plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> eigen beheer of wordt uitbesteed [MLDS; Quak et<br />

al., 2005; Van Reeuwijk-Werkhorst, 2003; Versteegen, 1999; Wet BIG].<br />

De Europese norm EN 1615 geeft eisen waaraan voed<strong>in</strong>gsson<strong>de</strong>s, toedien<strong>in</strong>gssets en<br />

connectoren voor son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g moeten voldoen. In Ne<strong>de</strong>rland zijn <strong>in</strong> 2003 <strong>de</strong> ‘Richtlijnen<br />

voor thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en parenterale voed<strong>in</strong>g – Eisen aan organisatie,<br />

zorgproces en hulpmid<strong>de</strong>len’ gepubliceerd. Deze richtlijnen wor<strong>de</strong>n op dit moment <strong>in</strong> twee<br />

regio’s op proef <strong>in</strong>gevoerd [Van Reeuwijk-Werkhorst, pers. comm.].<br />

4.4.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g wordt gegeven aan patiënten die niet kunnen of mogen eten of met normaal<br />

eten niet genoeg voed<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen krijgen. Voorbeel<strong>de</strong>n zijn patiënten met ernstige<br />

maagdarmklachten, postoperatieve patiënten, term<strong>in</strong>ale patiënten en meervoudig ernstig<br />

gehandicapten [MLDS, Van Tienhoven et al., 2003]. Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n gegeven<br />

geduren<strong>de</strong> enkele weken, maan<strong>de</strong>n of levenslang. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gebruikstermijn bedraagt<br />

circa 3 maan<strong>de</strong>n [Versteegen, 1999].<br />

De Registratie Enterale voed<strong>in</strong>g Thuis Ne<strong>de</strong>rland (RET) registreer<strong>de</strong> voor 1998 een aantal<br />

nieuwe extramurale patiënten aangewezen op enterale voed<strong>in</strong>g van 1277. RET was echter<br />

van men<strong>in</strong>g dat dit een on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g moest zijn. Het totale aantal patiënten dat (par)enterale<br />

voed<strong>in</strong>g ontv<strong>in</strong>g, werd geschat op circa 2000 [Versteegen, 1999]. In <strong>de</strong> Richtlijnen voor<br />

thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt het aantal gebruikers van enterale voed<strong>in</strong>g op 2600 geschat [Van<br />

Reeuwijk-Werkhorst et al., 2003]. Uitgaan<strong>de</strong> van cijfers van CVZ- GIP, omgerekend naar <strong>de</strong><br />

totale bevolk<strong>in</strong>g, komt Van Reeuwijk echter uit op een prevalentie per miljoen <strong>in</strong>woners van:<br />

242 <strong>in</strong> 1998, 282 <strong>in</strong> 1999, 316 <strong>in</strong> 2000 en 340 <strong>in</strong> 2001 [Van Reeuwijk-Werkhorst,<br />

pers.comm]. Dit geeft, doorgerekend naar <strong>de</strong> totale bevolk<strong>in</strong>g, veel hogere aantallen, die <strong>de</strong><br />

realiteit echter beter bena<strong>de</strong>ren. Het getal van 2600 patiënten <strong>in</strong> 2003 uit <strong>de</strong> Richtlijnen is een<br />

schatt<strong>in</strong>g op basis van een enquête on<strong>de</strong>r diëtisten <strong>in</strong> ziekenhuizen. Dit is waarschijnlijk een<br />

on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re omdat zij niet alle patiënten zien die met son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g naar<br />

huis gaan, en omdat <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> enquête een bereken<strong>in</strong>g van het totaal aantal patiënten<br />

bemoeilijkte [TNO, pers.comm.].


pag. 98 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

De afgelopen jaren laten een stabiel gebruik zien, maar voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren wordt een<br />

lichte stijg<strong>in</strong>g verwacht op basis van <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g, meer aandacht voor voed<strong>in</strong>g,<br />

extramuralisatie, <strong>in</strong> vroeger stadium overgaan op enterale of parenterale voed<strong>in</strong>g bij<br />

kankerpatiënten, grotere mondigheid van <strong>de</strong> patiënt, toename van allergieën bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en<br />

toepass<strong>in</strong>g bij cystic fibrosepatiënten [Van Reeuwijk-Werkhorst, 2001; Versteegen, 1999].<br />

Tabel 26. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005 - 2009<br />

CVZ-GIP 1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

ZonMw (1998)<br />

Versteegen (RET,<br />

1999)<br />

Van Reeuwijk et al.<br />

(2003)<br />

Van Reeuwijk/GIP<br />

pers.comm.<br />

500-<br />

700<br />

2000<br />

3900<br />

6200<br />

4000<br />

6000<br />

4200<br />

6700<br />

3800 4450 5000 5400<br />

3800<br />

6100<br />

3600<br />

5800<br />

3700 3<br />

5900<br />

3700 4<br />

5900<br />

2600 ><br />

(lichte groei)<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.<br />

8000<br />

7000<br />

6000<br />

5000<br />

4000<br />

3000<br />

2000<br />

1000<br />

0<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />

Figuur 16. Verloop en prognose van het aantal gebruikers van son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g thuis op basis van <strong>de</strong> gegevens uit<br />

Tabel 26.


RIVM rapport 265011004 pag. 99 van 132<br />

4.4.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> risico’s kunnen samenhangen samen met het gebruik van son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het<br />

overzicht opgenomen.<br />

Tabel 27. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Voor algemene risico’s van pompen zie<br />

paragraaf 4.1.3<br />

Verstopp<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> son<strong>de</strong>.<br />

Voed<strong>in</strong>g komt op verkeer<strong>de</strong> plaats door<br />

verkeer<strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g na <strong>in</strong>brengen<br />

neus/maagson<strong>de</strong>.<br />

Voed<strong>in</strong>g loopt niet door ten gevolge van een<br />

geknikte neusson<strong>de</strong>.<br />

Foute toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> son<strong>de</strong>: gebruiken van<br />

<strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> katheteropen<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong><br />

toedien<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>g of toedienen van teveel<br />

voed<strong>in</strong>g.<br />

Lostrekken (bijvoorbeeld bij verstan<strong>de</strong>lijk<br />

gehandicapten), ophoesten of -braken van <strong>de</strong><br />

neusson<strong>de</strong>.<br />

Voed<strong>in</strong>g komt op verkeer<strong>de</strong> plaats terecht door<br />

verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> son<strong>de</strong> uit maag of darm.<br />

Voldoen<strong>de</strong> naspoelen (via aparte<br />

toedien<strong>in</strong>gspoort) na toedienen van voed<strong>in</strong>g of<br />

geneesmid<strong>de</strong>len. Medicijnen fijn genoeg maken.<br />

Medicijnen nooit met voed<strong>in</strong>g mengen. Per<br />

geneesmid<strong>de</strong>l <strong>in</strong> overleg met een apotheker<br />

vaststellen of en <strong>in</strong> welke vorm het<br />

geneesmid<strong>de</strong>l via <strong>de</strong> son<strong>de</strong> kan wor<strong>de</strong>n<br />

toegediend. Dikkere son<strong>de</strong> gebruiken.<br />

Verstopp<strong>in</strong>g verhelpen door krachtig doorspuiten<br />

met koolzuurhou<strong>de</strong>nd bronwater. Eventueel<br />

enzympreparaat of acetylcysteïne toepassen.<br />

Masseren van <strong>de</strong> verstopte plek of eventueel <strong>de</strong><br />

son<strong>de</strong> vervangen.<br />

Controleren door opzuigen van wat maag<strong>in</strong>houd<br />

(bij nuchtere patiënt), <strong>in</strong>spuiten van lucht (bij<br />

niet-nuchtere patiënt) of een röntgenfoto (bij<br />

twijfel).<br />

Instructie.<br />

Son<strong>de</strong> vervangen.<br />

Prikkelhoest, benauwdheid of verslikken kunnen<br />

op verschuiv<strong>in</strong>g wijzen. Voe<strong>de</strong>n stoppen.<br />

Controleren met behulp van een marker<strong>in</strong>g die<br />

op <strong>de</strong> son<strong>de</strong> is aangebracht of (voor neusson<strong>de</strong>s)<br />

door het toedienen van wat water. Dit laatste<br />

mag geen hoestprikkel opwekken.


pag. 100 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Aspiratie (kan tot aspiratiepneumonie en<br />

overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> patiënt lei<strong>de</strong>n). Kan<br />

veroorzaakt wor<strong>de</strong>n door gastro-oesophagale<br />

reflux, braken ten gevolge van overvoed<strong>in</strong>g of<br />

doordat <strong>de</strong> katheteruitgang <strong>in</strong> <strong>de</strong> slokdarm is<br />

komen te liggen.<br />

Uitdrog<strong>in</strong>g.<br />

Obstipatie.<br />

Misselijkheid, diarree.<br />

Mond<strong>in</strong>fecties, cariës.<br />

Irritatie neus, keel, slokdarm door neusson<strong>de</strong>.<br />

Contam<strong>in</strong>atie voed<strong>in</strong>gsvloeistof.<br />

Specifiek voor maag- en darmkatheters:<br />

Huidirritatie, huid<strong>in</strong>fectie, granuloomvorm<strong>in</strong>g.<br />

Lekkage via <strong>de</strong> fistelgang.<br />

Katheter komt te ver uit <strong>de</strong> fistelgang of komt<br />

eruit.<br />

Afbreken van <strong>de</strong> PEG-button, leeglopen van <strong>de</strong><br />

ballon.<br />

Maagzweren of –bloed<strong>in</strong>gen.<br />

Buikvliesontstek<strong>in</strong>g doordat maag<strong>in</strong>houd <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

buikholte terecht komt (kan tot overlij<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> patiënt lei<strong>de</strong>n).<br />

Letten op signalen als hoesten, kokhalzen,<br />

korta<strong>de</strong>migheid.<br />

Voed<strong>in</strong>g staken, contact opnemen met arts.<br />

Preventief: geen bolustoedien<strong>in</strong>g, lage<br />

toedien<strong>in</strong>gssnelheid, hoof<strong>de</strong><strong>in</strong><strong>de</strong> van bed<br />

omhoog, eventueel ’s nachts niet voe<strong>de</strong>n.<br />

Meer vocht toedienen.<br />

Meer vezels en vocht toedienen.<br />

Darmperistaltiek controleren op ileus. Voed<strong>in</strong>g<br />

langzamer laten <strong>in</strong>lopen, met name bij<br />

bolustoedien<strong>in</strong>g. Voed<strong>in</strong>g op kamertemperatuur<br />

toedienen. Hygiënisch werken.<br />

Uitdrog<strong>in</strong>g voorkomen door regelmatig iets te<br />

dr<strong>in</strong>ken, <strong>de</strong> mond te spoelen of tan<strong>de</strong>n te<br />

poetsen.<br />

Dunne soepele son<strong>de</strong> gebruiken. Via an<strong>de</strong>r<br />

neusgat <strong>in</strong>brengen. Son<strong>de</strong> an<strong>de</strong>rs bevestigen.<br />

Instructie van <strong>de</strong> patiënt/mantelzorger omtrent<br />

hygiëne, houdbaarheidsdatum, te lang aanhangen<br />

van een zak voed<strong>in</strong>g, bewaartermijnen en -<br />

condities. Son<strong>de</strong> regelmatig doorspuiten.<br />

Huid goed verzorgen; leg een gaasje tussen huid<br />

en schijfje.<br />

Het schijfje op <strong>de</strong> buikwand op <strong>de</strong> juiste plaats<br />

aanbrengen.<br />

Instructie patiënt/mantelzorger ontrent<br />

observatie van <strong>de</strong> patiënt. Arts waarschuwen<br />

b<strong>in</strong>nen 6 uur.<br />

De button op natuurlijke wijze het lichaam laten<br />

verlaten of medisch <strong>in</strong>grijpen. De katheter<br />

b<strong>in</strong>nen 6 uur vervangen.<br />

Katheter goed plaatsen en niet te vroeg<br />

vervangen.<br />

Bron: [Beijer, 1996; MLDS; Van Reeuwijk-Werkhorst, 2001; Van Tienhoven et al., 2003; UMC St. Radboud].


RIVM rapport 265011004 pag. 101 van 132<br />

Literatuur<br />

Beijer S. 1996. GeSon<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g thuis. Lei<strong>de</strong>n: Sticht<strong>in</strong>g RET.<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

MLDS, MaagLeverDarmsticht<strong>in</strong>g. (Geraadpleegd 15-02-2005).<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

Reeuwijk-Werkhorst J van. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Reeuwijk-Werkhorst J van. 2001. Enterale en parenterale voed<strong>in</strong>g thuis – Knelpunten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

transmurale zorg. Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Diëtisten (56)10: 207-213.<br />

Reeuwijk-Werkhorst J van, Quak ABWM, Vos HEF. 2003. Richtlijnen voor<br />

thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en parenterale voed<strong>in</strong>g – Eisen aan organisatie,<br />

zorgproces en hulpmid<strong>de</strong>len. Rid<strong>de</strong>rkerk: Rid<strong>de</strong>rpr<strong>in</strong>t.<br />

Tienhoven van EAE, Hilbers E, Halteren van AR. 2003. Aard en omvang van complicaties<br />

van gastrostomata bij ernstig meervoudig gehandicapten. RIVM rapport 318902014.<br />

Bitlhoven: Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu.<br />

TNO, Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek. 2005. Persoonlijke<br />

communicatie.<br />

UMC St. Radboud. Son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g thuis – patiëntenfol<strong>de</strong>r <br />

(geraadpleegd: 13-01-2005).<br />

Versteegen EH. 1999. VWS Quick scan Medische Hulpmid<strong>de</strong>len – <strong>de</strong> markt van <strong>de</strong><br />

hulpmid<strong>de</strong>len voor het toedienen van voed<strong>in</strong>g. Heemste<strong>de</strong>: Seygraaf.<br />

Wet BIG, Wet op <strong>de</strong> beroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele gezondheidszorg. (1993, laatst gewijzigd bij<br />

wet van 27 september 2001).<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


pag. 102 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

4.5 UV-therapie<br />

4.5.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Bij fototherapie wor<strong>de</strong>n lichtstralen gebruikt voor een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. On<strong>de</strong>rscheid is mogelijk<br />

<strong>in</strong> blauwlicht, wit licht en UV-licht. Gebruik van blauwlicht (bij baby’s met geelzucht) wordt<br />

hier ver<strong>de</strong>r niet behan<strong>de</strong>ld, omdat dit m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geavanceerd is. Ook <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van witlicht<br />

bij w<strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pressies wordt niet besproken, omdat zorgverleners een beperkte rol spelen en <strong>de</strong><br />

apparatuur ook op <strong>de</strong> consumentenmarkt verkrijgbaar is.<br />

UV-licht kan een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van huidaandoen<strong>in</strong>gen. Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is<br />

mogelijk over het hele lichaam met <strong>in</strong>klapbare lichtcab<strong>in</strong>es. Tevens bestaat<br />

<strong>de</strong>elbelicht<strong>in</strong>gsapparatuur voor bijvoorbeeld han<strong>de</strong>n of voeten en een psorakam voor <strong>de</strong><br />

hoofdhuid.<br />

Het soort licht waarmee een thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt uitgevoerd varieert: <strong>de</strong> apparatuur is<br />

leverbaar met UVB lampen met breedspectrum, UVB lampen met smalspectrum (TL-01buizen)<br />

of UVA lampen (<strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met het medicijn psoraleen heet dit ‘PUVAbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g’)<br />

[CBO, 2003].<br />

Thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is alleen mogelijk <strong>in</strong> overleg met <strong>de</strong> <strong>de</strong>rmatoloog. UVbelicht<strong>in</strong>gsapparatuur<br />

kan gehuurd wor<strong>de</strong>n bij verschillen<strong>de</strong> thuiszorgorganisaties.<br />

Verpleegkundigen van <strong>de</strong>ze organisaties bezoeken <strong>de</strong> patiënt thuis en geven begeleid<strong>in</strong>g en<br />

<strong>in</strong>structie [BEM, pers. comm.]. De belicht<strong>in</strong>gen voert <strong>de</strong> patiënt zelfstandig uit. De duur van<br />

<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g varieert per diagnose [Matto en van <strong>de</strong>n Berg-Tap, 2003]. Nagenoeg alle<br />

verzekeraars vergoe<strong>de</strong>n UV-thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk [Sticht<strong>in</strong>g<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>].<br />

4.5.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

UV-thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt voorgeschreven bij patiënten met psoriasis, vitiligo, eczeem,<br />

lichtallergie en bepaal<strong>de</strong> jeukklachten. Apparatuur voor vitiligo wordt meestal voor een jaar<br />

geplaatst. Bij an<strong>de</strong>re diagnoses duurt <strong>de</strong> UV-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ongeveer 12 weken [Sticht<strong>in</strong>g<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>].<br />

In 1992 is het project ‘Thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van Psoriasis met UV-B licht’ met een 100-tal<br />

patiënten gestart. S<strong>in</strong>dsdien zijn naar schatt<strong>in</strong>g meer dan 10.000 patiënten thuis met UVB<br />

behan<strong>de</strong>ld. Omdat <strong>de</strong> thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g steeds meer bekendheid krijgt, <strong>de</strong>rmatologen steeds<br />

vaker thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voorschrijven en verzekeraars vaker bereid zijn <strong>de</strong>ze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te<br />

vergoe<strong>de</strong>n, is het aantal UVB thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> laatste jaren sterk gestegen. Geschat<br />

wordt dat <strong>in</strong> 2005 tussen <strong>de</strong> 2000 en 3000 personen gebruik maken van UV-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis<br />

[BEM, pers. comm.]. Door uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatiegebie<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld<br />

eczeemklachten) voor behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis, kan het aantal gebruikers <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren<br />

toenemen [Farmadomo, pers. comm.].<br />

UVA <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met psoraleen wordt nauwelijks thuis toegepast [BEM, pers. comm.].<br />

Tabel 28. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers van UV-apparatuur thuis en prognose voor 2009.<br />

Bron<br />

BEM 1 pers. comm.<br />

Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvorm<br />

UVB<br />

PUVA<br />

1 Begeleid<strong>in</strong>g Extramurale Medische Technologie (BEM).<br />

2005 2005 - 2009<br />

2000-3000<br />

Sporadisch<br />

>><br />

(groei)<br />

~<br />

(geen groei verwacht)


RIVM rapport 265011004 pag. 103 van 132<br />

4.5.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Volgens <strong>de</strong> CBO-richtlijn (2003) is UV-B therapie te verkiezen boven PUVA, gezien <strong>de</strong><br />

na<strong>de</strong>len van psoralenen (misselijkheid) en <strong>de</strong> carc<strong>in</strong>ogeniteit van PUVA. Het gebruik van<br />

smalspectrum UVB-therapie geeft m<strong>in</strong><strong>de</strong>r verbrand<strong>in</strong>gen en is effectiever (dat wil zeggen: er<br />

zijn m<strong>in</strong><strong>de</strong>r behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen nodig) dan breedspectrum UV-B.<br />

In Tabel 29 zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van UV-apparatuur weergegeven. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 29. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij UV-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

UV-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (PUVA/UVB):<br />

Verbrand<strong>in</strong>gen.<br />

Fototoxiciteit bij overdoser<strong>in</strong>g.<br />

Verkeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g apparatuur door patiënt.<br />

Huidkanker.<br />

Onjuiste bescherm<strong>in</strong>g netvlies.<br />

Onjuiste bescherm<strong>in</strong>g genitaliën (bij mannen).<br />

Interactie therapie met an<strong>de</strong>re geneesmid<strong>de</strong>len.<br />

Specifiek PUVA<br />

Teratogeniteit 10 .<br />

Scha<strong>de</strong> aan vitale organen.<br />

Bron: [CBO, 2003; Matto en van <strong>de</strong>n Berg-Tap, 2003].<br />

10 Misvorm<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> prenatale ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

Tijd- en doser<strong>in</strong>gsbewak<strong>in</strong>g.<br />

Dosis verlagen of behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g stopzetten.<br />

Opvolgen belicht<strong>in</strong>gsschema. Tijd- en<br />

doser<strong>in</strong>gsbewak<strong>in</strong>g. IJk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur.<br />

Instructie en begeleid<strong>in</strong>g door gespecialiseer<strong>de</strong><br />

verpleegkundigen.<br />

Extra zonneba<strong>de</strong>n of langdurige blootstell<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> huid aan <strong>de</strong> zon tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> UVbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

vermij<strong>de</strong>n. Invoeren van rustdagen<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.<br />

Noteren van <strong>de</strong> cumulatieve dosis van <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. IJk<strong>in</strong>g, tijd- en<br />

doser<strong>in</strong>gsbewak<strong>in</strong>g.<br />

Bescherm<strong>in</strong>gsbril.<br />

Bescherm<strong>in</strong>g genitaliën (bij mannen).<br />

On<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>structie voorafgaand aan <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt niet voorgeschreven aan<br />

mannen en vrouwen die k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren willen,<br />

zwangere vrouwen en vrouwen die<br />

borstvoed<strong>in</strong>g geven.<br />

Cumulatieve dosis bewaken.


pag. 104 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Literatuur<br />

BEM, Begeleid<strong>in</strong>g Extramurale Medische Technologie. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CBO, Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2003. Richtlijn foto(chemo)therapie en<br />

systemische therapie bij ernstige chronische plaque psoriasis.<br />

<br />

(geraadpleegd 30-03-2005).<br />

Farmadomo. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Matto DM, Berg-Tap RMC van <strong>de</strong>n. 2003. Lichttherapie thuis. Medisch Contact, 58 (23).<br />

Sticht<strong>in</strong>g Thuiszorg<strong>technologie</strong>. (geraadpleegd 30-<br />

03-2005).<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 105 van 132<br />

4.6 Vernevel<strong>in</strong>g<br />

4.6.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Vernevelapparatuur wordt gebruikt voor het toedienen van geneesmid<strong>de</strong>len via <strong>de</strong><br />

luchtwegen. Hierbij wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opgeloste werkzame stoffen als kle<strong>in</strong>e vloeistofdruppeltjes<br />

verstoven en door <strong>de</strong> patiënt geïnhaleerd. Het geneesmid<strong>de</strong>l dat wordt toegediend, bepaalt <strong>in</strong><br />

grote mate <strong>de</strong> keuze van het vernevelapparaat [CVZ, 2004]. De meest gangbare technieken<br />

van vernevelen zijn:<br />

- Jet-vernevelen: vernevel<strong>in</strong>g ontstaat door drukverschillen. Een compressor, die via<br />

een slangetje met het vloeistofreservoir of geneesmid<strong>de</strong>lcup is verbon<strong>de</strong>n, zorgt voor een<br />

constante toevoer van perslucht. Door on<strong>de</strong>rdruk zuigt <strong>de</strong> luchtstroom het geneesmid<strong>de</strong>l mee<br />

omhoog en <strong>de</strong> patiënt kan vervolgens <strong>de</strong> nevel via een mondstuk <strong>in</strong>a<strong>de</strong>men. De druk van <strong>de</strong><br />

lucht <strong>in</strong> het systeem is altijd hoger dan die van <strong>de</strong> uita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gslucht. Daardoor kan geen<br />

(eventueel) besmette lucht teruggeblazen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>lcup. Er kan wel speeksel<br />

teruglopen, waardoor <strong>de</strong> cup gecontam<strong>in</strong>eerd kan wor<strong>de</strong>n. Jet-vernevelaars (zie ook Figuur<br />

20, pag. 113) zijn bijna altijd uitgevoerd met een kle<strong>in</strong> volume. In vergelijk<strong>in</strong>g met ultrasone<br />

vernevelaars, zijn <strong>de</strong> jet-vernevelaars eenvoudig te bedienen en relatief goedkoop [CVZ,<br />

2004; KITTZ, 2003].<br />

Figuur 17. Voorbeeld van een jet-vernevelaar.<br />

Bron: [Sticht<strong>in</strong>g Werkgroep Infectie Preventie/TNO].<br />

- Ultrasoon vernevelen: door hoogfrequente trill<strong>in</strong>gen van een kristal komen kle<strong>in</strong>e<br />

druppeltjes uit <strong>de</strong> vloeistof los, die als een nevel boven <strong>de</strong> vloeistof blijven hangen en die<br />

door mid<strong>de</strong>l van een ventilator naar een mondstuk wor<strong>de</strong>n geblazen. Ultrasoon vernevelen<br />

kan met of zon<strong>de</strong>r het zogenaam<strong>de</strong> koppelwater plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Koppelwater geeft <strong>de</strong> trill<strong>in</strong>gen<br />

van het kristal door aan <strong>de</strong> kunststofhou<strong>de</strong>r waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> te vernevelen vloeistof zich bev<strong>in</strong>dt. Er


pag. 106 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

bestaan ultrasone vernevelaars met een groot of kle<strong>in</strong> volume. De ultrasone vernevelaars met<br />

een groot volume hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel als doel bevochtig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>a<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gslucht. Daarbij<br />

wordt water verneveld. Ultrasone vernevelaars met een kle<strong>in</strong> volume wor<strong>de</strong>n gebruikt om<br />

geneesmid<strong>de</strong>len toe te dienen. Ultrasone vernevelapparatuur is niet geschikt voor <strong>de</strong><br />

vernevel<strong>in</strong>g van geneesmid<strong>de</strong>len die zich <strong>in</strong> suspensievorm bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n en voor geneesmid<strong>de</strong>len<br />

die niet warmtebestendig zijn; door <strong>de</strong> ultrasone techniek v<strong>in</strong>dt namelijk opwarm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

vernevelvloeistof plaats [CVZ, 2004; WIP, 2003].<br />

Figuur 18. Voorbeeld van een ultrasone vernevelaar.<br />

Bron: [Sticht<strong>in</strong>g Werkgroep Infectie Preventie/TNO].<br />

Vaak wordt een comb<strong>in</strong>atie van medicijnen een aantal keer per dag verneveld. Bij vernevelen<br />

kan <strong>de</strong> toevoer van nevel cont<strong>in</strong>u of discont<strong>in</strong>u zijn. Van apparaten die cont<strong>in</strong>u vernevelen,<br />

komt een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vernevel<strong>de</strong> dosis <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g terecht. Bij discont<strong>in</strong>ue<br />

vernevel<strong>in</strong>g is dit m<strong>in</strong><strong>de</strong>r. De vernevel<strong>in</strong>g kan dan tij<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rbroken wor<strong>de</strong>n door op een<br />

knop te drukken of kan wor<strong>de</strong>n beïnvloed door <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g. Nieuw zijn <strong>de</strong> vernevelaars<br />

met een dosimetrisch systeem (Adaptive Aerosol Delivery). Deze apparatuur bevat een<br />

geprogrammeerd schijfje dat <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>g analyseert en <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g hierop aanpast. Tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> uita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g wordt geen geneesmid<strong>de</strong>l verneveld.<br />

Vernevelapparatuur kan <strong>in</strong>tern een accu hebben, maar een aansluit<strong>in</strong>g voor een externe<br />

energiebron zoals het elektriciteitsnet of een autoaccu is mogelijk. Er komen steeds meer<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n voor mobiel gebruik [CVZ, 2004; KITTZ, 2003]. Nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen zijn<br />

vernevelaars ter grootte van een walkman die sneller en efficiënter <strong>de</strong> gewenste hoeveelheid<br />

medicatie leveren [AZM, pers. comm].<br />

Accessoires<br />

- medicijncups;<br />

- (k<strong>in</strong><strong>de</strong>r)mondstuk;<br />

- (k<strong>in</strong><strong>de</strong>r)masker;<br />

- filters (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bacteriefilters, expiratiefilters);<br />

- hulpstuk voor patiënten met een tracheostoma;<br />

- draagtas.


RIVM rapport 265011004 pag. 107 van 132<br />

De voorschrijver is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>in</strong>structie en begeleid<strong>in</strong>g, maar kan dit overdragen<br />

aan <strong>de</strong> wijkverpleegkundige, fysiotherapeut of praktijkassistent. De patiënt gaat vaak<br />

zelfstandig met <strong>de</strong> apparatuur om. Plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur v<strong>in</strong>dt veelal plaats door het<br />

facilitair bedrijf. Deze is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> vernevelapparatuur en het<br />

periodieke on<strong>de</strong>rhoud. Het komt ook voor dat een (gespecialiseer<strong>de</strong>) verpleegkundige uit het<br />

ziekenhuis <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur test. Bij afwijk<strong>in</strong>gen wordt <strong>de</strong> apparatuur<br />

teruggestuurd naar <strong>de</strong> leverancier. De patiënt of mantelzorger verzorgt zelf <strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> apparatuur. De re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g bestaat uit het huishou<strong>de</strong>lijk re<strong>in</strong>igen en goed drogen van het<br />

hulpmid<strong>de</strong>l. Ook is het nodig <strong>de</strong> apparatuur met alcohol te <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fecteren. De frequentie van<br />

re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is me<strong>de</strong> afhankelijk van het ziektebeeld van <strong>de</strong> patiënt. Ver<strong>de</strong>r is het nodig dat <strong>de</strong><br />

voorschrijver na verloop van tijd <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g evalueert [AZM, pers. comm.; Quak et al.,<br />

2005; TNO-PG, 2003].<br />

4.6.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Vernevel<strong>in</strong>g wordt vooral gebruikt bij behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van luchtwegaandoen<strong>in</strong>gen. Patiënten<br />

kunnen zowel k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren als volwassenen zijn. Inhalatietherapie door mid<strong>de</strong>l van een<br />

vernevelapparaat kan wor<strong>de</strong>n toegepast bij:<br />

- persisterend astma;<br />

- astma exacerbatie;<br />

- bronchopulmonale dysplasie;<br />

- ernstig COPD;<br />

- COPD-exacerbatie;<br />

- ernstige luchtweg<strong>in</strong>fecties bij HIV/AIDS, cystische fibrose of verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> weerstand;<br />

- on<strong>de</strong>rhoudstherapie bij cystische fibrose.<br />

Patiëntengroepen die <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate met vernevel<strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len behan<strong>de</strong>ld<br />

wor<strong>de</strong>n, zijn bijvoorbeeld patiënten met ciliaire dysk<strong>in</strong>esie en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die via een<br />

tracheacanule wor<strong>de</strong>n bea<strong>de</strong>md.<br />

Er zijn geen strikte <strong>medische</strong> contra-<strong>in</strong>dicaties voor het gebruik van vernevelapparatuur.<br />

Wanneer het mogelijk is een geneesmid<strong>de</strong>l toe te dienen met bijvoorbeeld een<br />

doseerdrukverstuiver of poe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>halator, heeft dit <strong>de</strong> voorkeur, omdat vernevelapparaten veel<br />

na<strong>de</strong>len hebben (zie paragraaf 4.6.3) [AZM, pers. comm.; CVZ, 2004; Quak et al., 2005].<br />

De thuiszorg heeft geen volledig zicht op alle gebruikers van vernevelapparatuur [Van<br />

Kammen, 2004]. In 1998 werd het aantal vernevelaars dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> uitstond, geschat<br />

op meer dan 10.000 [ZonMw, 1998].<br />

Tabel 30. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal extramurale gebruikers van vernevelaars en prognose voor 2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005 -<br />

2009<br />

GIP-CVZ 1<br />

Ziekenfonds<br />

Totale bevolk<strong>in</strong>g 2<br />

ZonMw (1998)<br />

Meer<br />

dan<br />

10.000<br />

16.600<br />

26.600<br />

14.100<br />

21.200<br />

11.300<br />

18.100<br />

17.500<br />

28.000<br />

19.000<br />

30.400<br />

22.600 3<br />

36.200<br />

25.700 4<br />

41.100<br />

50.000 5<br />

1 Gegevens uit <strong>de</strong> GIP-hulpmid<strong>de</strong>lendatabank verstrekt door CVZ. Vanwege een update wijken <strong>de</strong> cijfers af van<br />

eer<strong>de</strong>r gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

2 Berekend op basis van gemid<strong>de</strong>ld aantal <strong>in</strong>woners en gemid<strong>de</strong>ld aantal ziekenfondsverzeker<strong>de</strong>n per jaar.<br />

3 Voorlopige cijfers 2004.<br />

4 Ram<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers <strong>in</strong> 2005.<br />

5 Indicatie toekomstig gebruik op basis van l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cijfers CVZ-GIP.


pag. 108 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Uit <strong>de</strong> registraties van het GIP blijkt dat het aantal verstrekk<strong>in</strong>gen van vernevelaars <strong>de</strong> laatste<br />

jaren sterk is toegenomen. Door stijg<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het aantal personen met (ernstige)<br />

COPD kan het gebruik van vernevelaars ver<strong>de</strong>r toenemen [RIVM]. Er vanuit gaan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong><br />

stijgen<strong>de</strong> trend zicht voortzet, geeft l<strong>in</strong>eaire doorbereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> GIP-cijfers een aantal van<br />

circa 50.000 extramurale gebruikers van vernevelapparatuur <strong>in</strong> 2009. Het beschikbaar komen<br />

van medicatie die ook zon<strong>de</strong>r vernevelapparatuur kan wor<strong>de</strong>n toegediend, kan <strong>de</strong> groei<br />

remmen [AZM, pers. comm.].<br />

60000<br />

50000<br />

40000<br />

30000<br />

20000<br />

10000<br />

0<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />

Figuur 19. Verloop en prognose van het aantal extramurale gebruikers van vernevelaars op basis van <strong>de</strong><br />

gegevens uit Tabel 30.<br />

4.6.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Om meer <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> risico’s die kunnen optre<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze<br />

apparatuur, zijn allereerst <strong>de</strong> meld<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met vernevelaars (co<strong>de</strong> CAF, perio<strong>de</strong><br />

1-1-2001 tot 31-3-2005, n=40) uit <strong>de</strong> MAUDE database van <strong>de</strong> FDA geanalyseerd. Deze<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten had<strong>de</strong>n vooral betrekk<strong>in</strong>g op een <strong>de</strong>fect aan het apparaat. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len raakten<br />

kapot, schoten los of er was sprake van een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> toevoer van vloeistofdruppeltjes<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Oververhitt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur, soms zelfs lei<strong>de</strong>nd tot brand, kwam<br />

meer<strong>de</strong>re keren voor. Enkele malen was sprake van verkeerd on<strong>de</strong>rhoud of verkeer<strong>de</strong><br />

aansluit<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. In <strong>de</strong> meeste gevallen waren <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten niet<br />

ernstig. In een vier<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten wel en was er sprake van letsel of overlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

patiënt. Hierbij moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> relatie tussen hulpmid<strong>de</strong>l en letsel niet altijd<br />

uit <strong>de</strong> meld<strong>in</strong>gen naar voren komt. Ook bleek uit <strong>de</strong> meld<strong>in</strong>gen dat <strong>de</strong> apparatuur zowel door<br />

<strong>de</strong> zorgverlener als <strong>de</strong> patiënt of mantelzorger werd toegepast. Gegevens over <strong>de</strong> plaats van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten zijn beperkt voorhan<strong>de</strong>n: bij slechts enkele <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten stond expliciet vermeld<br />

dat het om <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> g<strong>in</strong>g. Twee maal ontstond brand <strong>in</strong> huis door aanwezigheid van<br />

een vernevelaar en dit heeft <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> gevallen waarschijnlijk bijgedragen aan het overlij<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> patiënt. In een an<strong>de</strong>r geval ontbrak een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vernevelaar, waardoor <strong>de</strong><br />

patiënt geen medicatie kon toedienen. Het gevolg voor <strong>de</strong> patiënt was ziekenhuisopname<br />

omdat niet op tijd kon wor<strong>de</strong>n gestart met <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g van medicatie.<br />

Ver<strong>de</strong>r waarschuwt het ECRI voor onjuiste aansluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vernevelaar op an<strong>de</strong>re<br />

apparatuur: er is een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt bekend waarbij een vernevelaar op een <strong>in</strong>traveneus<br />

toedien<strong>in</strong>gsysteem werd aangesloten. Dit leid<strong>de</strong> tot luchtembolie. In twee gevallen werd een<br />

vernevelaar op een tracheacanule met manchet aangesloten, waardoor er geen uitweg was<br />

voor uita<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gslucht. Instructies en supervisie door geschool<strong>de</strong> zorgverleners zijn<br />

noodzakelijk om <strong>de</strong> risico’s die het gebruik van vernevelaars met zich meebrengt te<br />

beheersen [ECRI].


RIVM rapport 265011004 pag. 109 van 132<br />

Speciaal voor het thuisgebruik van vernevelaars is een richtlijn verschenen. Deze richtlijn is<br />

opgesteld omdat on<strong>de</strong>rzoek uitwees dat <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland onvoldoen<strong>de</strong> werd voldaan aan <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n voor verantwoord gebruik van <strong>de</strong>ze apparatuur. Zo bleken <strong>de</strong> kwaliteit van<br />

vernevelapparaten en geneesmid<strong>de</strong>len, het ontbreken van regionale afstemm<strong>in</strong>g, het<br />

ontbreken van of ondui<strong>de</strong>lijkheid over <strong>in</strong>structie ten aanzien van re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, gebruik en<br />

voorlicht<strong>in</strong>g belangrijke knelpunten. Voorwaar<strong>de</strong>n voor het gebruik van vernevelapparatuur<br />

thuis zijn bijvoorbeeld mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge en schriftelijk <strong>in</strong>structie door een (transmurale)<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige, het volgen van <strong>de</strong> juiste re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsprocedure en<br />

on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van het zorgproces door <strong>de</strong> leverancier [TNO-PG, 2003].<br />

De risico’s bij het gebruik van vernevelaars zijn opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel en zijn<br />

te ver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> risico’s met betrekk<strong>in</strong>g tot gebruik en on<strong>de</strong>rhoud, medicatierisico’s, en risico’s<br />

die voortvloeien uit <strong>de</strong> organisatie van zorg. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen<br />

wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht opgenomen.<br />

Tabel 31. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van vernevelaars thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Gebruik en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> apparatuur<br />

Afbreken of losschieten van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Dit kan<br />

gevaar voor <strong>in</strong>slikken van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met zich<br />

meebrengen.<br />

Geen of onvoldoen<strong>de</strong> luchtstroom of toevoer<br />

van medicatie.<br />

Luchtweg<strong>in</strong>fecties door verontre<strong>in</strong>ig<strong>de</strong><br />

apparatuur.<br />

Verkeer<strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>. Mogelijk is <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> fabrikant aanbevolen re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong><br />

niet geschikt voor gebruik van vernevelaars <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>.<br />

Slecht functioneren van <strong>de</strong> apparatuur door<br />

verkeerd on<strong>de</strong>rhoud en re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g.<br />

On<strong>de</strong>skundig en verkeerd (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

verkeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>halatietechniek, geneesmid<strong>de</strong>l niet<br />

geschikt voor type vernevelaar) gebruik<br />

waardoor effectiviteit van <strong>de</strong> therapie afneemt.<br />

Periodiek on<strong>de</strong>rhoud.<br />

Dagelijkse re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g (zie algemene<br />

re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> WIP (2003)).<br />

Tijdige vervang<strong>in</strong>g van stof- en bacteriefilters.<br />

Instructie en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g voor gebruik.<br />

Het gebruik van ultrasone vernevelaars zon<strong>de</strong>r<br />

koppelwater wordt ontra<strong>de</strong>n, omdat <strong>de</strong>ze niet<br />

goed te re<strong>in</strong>igen en <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fecteren zijn. Vervangen<br />

van het koppelwater van ultrasone vernevelaars<br />

bij ie<strong>de</strong>re re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsbeurt.<br />

Voor re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsprocedure: zie algemene<br />

re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> WIP (2003) en periodiek<br />

on<strong>de</strong>rhoud.<br />

De zorgleverancier dient <strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> te<br />

beoor<strong>de</strong>len en dient <strong>in</strong>dien noodzakelijk een<br />

an<strong>de</strong>re re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> te geven.<br />

Juiste re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsprocedure (zie algemene<br />

re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> WIP (2003)) en periodiek<br />

on<strong>de</strong>rhoud. (Mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge) voorlicht<strong>in</strong>g over <strong>de</strong>ze<br />

aspecten.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en voorlicht<strong>in</strong>g.


pag. 110 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Oververhitt<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, kortsluit<strong>in</strong>g.<br />

Uitval apparatuur door lege accu.<br />

Het is mogelijk een vernevelaar aan te sluiten<br />

op an<strong>de</strong>re hulpmid<strong>de</strong>len die daarvoor niet<br />

bedoeld zijn.<br />

Defect apparaat.<br />

Medicatie-effecten<br />

Onvoorziene reacties door mengen<br />

geneesmid<strong>de</strong>len.<br />

Bij gebruik van vernevelvloeistoffen bestaat <strong>de</strong><br />

kans dat <strong>de</strong> patiënt reageert met<br />

bronchusobstructie.<br />

Irritaties en contam<strong>in</strong>atie van gezichtshuid of<br />

ogen bij toedien<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong><br />

geneesmid<strong>de</strong>len door mid<strong>de</strong>l van een masker 11 .<br />

Medicatierisico’s voor omstan<strong>de</strong>rs en omgev<strong>in</strong>g<br />

bij gebruik van antimicrobiële mid<strong>de</strong>len.<br />

Tijdig opla<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> accu.<br />

Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en voorlicht<strong>in</strong>g.<br />

Meeleveren reserveapparatuur bij patiënten die<br />

sterk afhankelijk zijn van <strong>de</strong> medicatie.<br />

Gegevens over mengbaarheid medicatie en effect<br />

op vernevelparameters (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

druppelgrootte) is beperkt voorhan<strong>de</strong>n; zie<br />

Hulpmid<strong>de</strong>len Kompas Vernevelapparatuur<br />

(2004) voor <strong>in</strong>ventarisatie van gegevens met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> mengbaarheid van medicatie.<br />

Voorlicht<strong>in</strong>g aan patiënt over dit aspect. Ver<strong>de</strong>r<br />

wordt aanbevolen, zeker bij toepass<strong>in</strong>g van nog<br />

niet geregistreer<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> eerste<br />

doser<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r kl<strong>in</strong>ische controle toe te laten<br />

dienen door een arts die ervar<strong>in</strong>g heeft met het<br />

mid<strong>de</strong>l.<br />

Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g gezichtshuid en ogen na toedien<strong>in</strong>g.<br />

Gebruik van een goed aansluitend masker zodat<br />

huid en ogen niet met <strong>de</strong> nevel <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g<br />

komen.<br />

Risico’s zijn kle<strong>in</strong> bij voldoen<strong>de</strong><br />

voorzorgsmaatregelen zoals het aanbrengen van<br />

een expiratiefilter, ventilatie van <strong>de</strong> ruimte na het<br />

vernevelen, een wachttijd voordat men <strong>de</strong> ruimte<br />

betreedt waar is geïnhaleerd en het re<strong>in</strong>igen van<br />

oppervlakken <strong>in</strong> <strong>de</strong> directe omgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

patiënt. Bij <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gsgestuur<strong>de</strong><br />

vernevelapparaten, die zijn voorzien van <strong>in</strong>- en<br />

uitlaatkleppen, en <strong>de</strong> nieuwere typen met<br />

bijvoorbeeld een Adaptive Aërosol Delivery, die<br />

uitsluitend aërosol afgeven wanneer <strong>de</strong> patiënt<br />

<strong>in</strong>haleert, komt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aërosol <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g<br />

terecht.<br />

11 Geneesmid<strong>de</strong>len waarbij dit aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt zijn ipratropium, corticosteroï<strong>de</strong>n, am<strong>in</strong>oglycosi<strong>de</strong>n en<br />

colist<strong>in</strong>e, pentamid<strong>in</strong>e en dornase alfa (CVZ).


RIVM rapport 265011004 pag. 111 van 132<br />

Risico’s met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> organisatie<br />

van zorg<br />

Te late lever<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur bij acute<br />

situaties.<br />

Onvoldoen<strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong>skundigheid bij<br />

zorgverleners.<br />

Gebruiksfouten door lever<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur<br />

per post zon<strong>de</strong>r mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge toelicht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

zorgverlener/leverancier.<br />

Inzet van (transmurale) longverpleegkundige als<br />

zorgcoörd<strong>in</strong>ator om <strong>de</strong> kwaliteit en doelmatigheid<br />

van <strong>de</strong> zorg verhogen.<br />

Persoonlijke <strong>in</strong>structies ten behoeve van effectief<br />

en doelmatig gebruik.<br />

Bron: [CVZ, 2004; FDA-MAUDE-databestand; KITTZ, 2003; MHRA; TNO-PG, 2003; WIP, 2003].<br />

Literatuur<br />

AZM, Aca<strong>de</strong>misch Ziekenhuis Maastricht. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Boezen HM, Postma DS, Smit HA, Gijsen R, Poos MJJC. Neemt het aantal mensen met<br />

astma en COPD toe of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g, Nationaal Kompas<br />

Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, (geraadpleegd 07-<br />

10-2005).<br />

CVZ, College voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2004. Hulpmid<strong>de</strong>len Kompas 2004,<br />

Vernevelapparatuur. Apeldoorn: VDA.<br />

(geraadpleegd 07-07-<br />

2005).<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

ECRI, Emergency Care Research Institute. (geraadpleegd 26-04-2005).<br />

FDA, Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration. Manufacturer and User Facility Device Experience<br />

Database - (MAUDE)<br />

(geraadpleegd<br />

20-04-2005).<br />

MHRA, Medic<strong>in</strong>es and Healthcare products Regulatory Agency.<br />

(geraadpleegd 15-06-2005).<br />

Kammen J van. 2004. Thuiszorg<strong>technologie</strong>: achtergrondstudie. Zoetermeer: Centrum voor<br />

ethiek en gezondheid.<br />

KITTZ, KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g. 2003. Catalogus<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>. Vernevelen.<br />

(geraadpleegd 15-03-<br />

2005).


pag. 112 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

RIVM, Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu. Nationaal Kompas<br />

Volksgezondheid, versie 3.3.1, 11 oktober 2005.<br />

TNO-PG, Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek - Preventie en<br />

Gezondheid. 2003. Richtlijn - Het gebruik van vernevelapparaten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>:<br />

<strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g, zorgproces, hulpmid<strong>de</strong>len en organisatie. Lei<strong>de</strong>n : Van Zui<strong>de</strong>n<br />

Communications<br />

WIP, Werkgroep Infectie Preventie. 2003. Ziekenhuizen: Vernevelaars en verdampers.<br />

(geraadpleegd 07-07-2005).<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


RIVM rapport 265011004 pag. 113 van 132<br />

Figuur 20. Vernevelaar en maskers.<br />

Figuur 21. Oxymeter.


pag. 114 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 115 van 132<br />

5. Monitor<strong>in</strong>g<br />

5.1 Cardiotocografie bij risicozwangerschap<br />

5.1.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Bij monitor<strong>in</strong>g bij vrouwen met een risicozwangerschap wor<strong>de</strong>n cardiotocogrammen<br />

(CTG’s) gemaakt met een draagbaar apparaat [Gezondheidsraad, 2004].<br />

Met <strong>de</strong> CTG-apparatuur wordt <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> foetale hartslag verkregen door mid<strong>de</strong>l van<br />

een ultrageluidtransducer. Tegelijk wordt <strong>de</strong> activiteit van <strong>de</strong> baarmoe<strong>de</strong>r geregistreerd door<br />

een druktransducer die optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> krachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> buikwand opneemt. De transducers wor<strong>de</strong>n<br />

met een band op <strong>de</strong> buik van <strong>de</strong> vrouw bevestigd. De transducers zijn met kabels verbon<strong>de</strong>n<br />

aan het CTG-apparaat. Er bestaat CTG-apparatuur die ook beweg<strong>in</strong>gen van het k<strong>in</strong>d<br />

registreert [Quak et al., 2005].<br />

Accessoires<br />

- kabels;<br />

- transducers;<br />

- gel.<br />

Bij thuismonitor<strong>in</strong>g komt een gespecialiseer<strong>de</strong> verpleeg- of verloskundige ie<strong>de</strong>re dag langs<br />

met <strong>de</strong> draagbare apparatuur en wordt een cardiotocogram gemaakt. De gegevens van moe<strong>de</strong>r<br />

en k<strong>in</strong>d wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> verloskundige naar het ziekenhuis verstuurd, waar ze beoor<strong>de</strong>eld<br />

wor<strong>de</strong>n door een arts-assistent of <strong>de</strong> gynaecoloog [AMC, 2005].<br />

Soms wordt <strong>de</strong> apparatuur thuis geplaatst en bedient <strong>de</strong> patiënt <strong>de</strong> apparatuur zelf na<br />

<strong>in</strong>structie <strong>in</strong> het ziekenhuis [AMC Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team, pers. comm.]. Apparatuur met<br />

een zogenaam<strong>de</strong> ‘home-monitor<strong>in</strong>g functie’ kan zo wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld dat wanneer <strong>de</strong> patiënte<br />

<strong>de</strong>ze zelf toepast zij slechts <strong>de</strong> aan-/uitfunctie hoeft te bedienen [Oxfords Instruments BV,<br />

pers. comm.].<br />

De uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke bevall<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> het ziekenhuis plaats [AMC Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team, pers.<br />

comm.]. De thuiszorg wordt bij gebruik van <strong>de</strong>ze <strong>technologie</strong> niet zwaar<strong>de</strong>r belast [LUMC,<br />

2002].<br />

Er zijn wel voorwaar<strong>de</strong>n aan gebruik van CTG-apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> verbon<strong>de</strong>n: er<br />

moet een mantelzorger aanwezig zijn om <strong>de</strong> vrouw te verzorgen en zonodig naar het<br />

ziekenhuis te brengen, <strong>de</strong> patiënt moet <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio van het ziekenhuis wonen, <strong>de</strong> procedure en<br />

<strong>de</strong> complicaties die eventueel kunnen optre<strong>de</strong>n moeten <strong>de</strong> patiënt dui<strong>de</strong>lijk zijn en <strong>de</strong> patiënt<br />

of mantelzorger moeten over voldoen<strong>de</strong> communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n beschikken. Tevens<br />

dient <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> verloskundige een tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g gevolgd te hebben voor <strong>de</strong>ze vorm van zorg<br />

[AMC Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team, pers. comm.].<br />

5.1.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

Thuiscontrole van zwangeren is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re mogelijk voor vrouwen met een<br />

risicozwangerschap (hypertensie, groeiachterstand, prematuur gebroken vliezen, diabetes)<br />

[AMC Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team, pers. comm.; Gezondheidsraad, 2004]. Het gaat om patiënten<br />

die geen acute behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g nodig hebben, maar wel risico lopen en dus gecontroleerd moeten<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Enkele projecten met thuismonitor<strong>in</strong>g van zwangeren zijn <strong>de</strong> afgelopen jaren van start<br />

gegaan. Het AMC bijvoorbeeld heeft een speciaal Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team met


pag. 116 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

verloskundigen en past thuismonitor<strong>in</strong>g toe bij zo’n 100 à 110 patiënten per jaar. In totaal<br />

doen op dit moment circa 12 ziekenhuizen aan <strong>de</strong>ze vorm van monitor<strong>in</strong>g. Naar schatt<strong>in</strong>g<br />

wor<strong>de</strong>n lan<strong>de</strong>lijk zo’n 700 vrouwen op <strong>de</strong>ze wijze bewaakt.<br />

Verwacht wordt dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van CTG-apparatuur thuis toe zal nemen door <strong>de</strong> wens van <strong>de</strong><br />

patiënt om thuis behan<strong>de</strong>ld te wor<strong>de</strong>n en het beleid van extramuralisatie. Echter, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g,<br />

(gekwalificeerd) personeel en logistiek vormen belemmeren<strong>de</strong> factoren voor <strong>de</strong><br />

implementatie van thuismonitor<strong>in</strong>g [AMC Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team, pers. comm.].<br />

Onlangs is het besluit genomen dat zwangerschapsmonitor<strong>in</strong>g thuis regulier zal wor<strong>de</strong>n<br />

vergoed door verzekeraars, waardoor ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur mogelijk is [Quak<br />

et al., 2005].<br />

Tabel 32. Schatt<strong>in</strong>g van het aantal vrouwen dat zwangerschapsmonitor<strong>in</strong>g thuis ontvangt en prognose voor<br />

2009.<br />

Bron 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2005-<br />

2009<br />

ZonMw (1998) 300<br />

AMC Thuis<br />

Monitor<strong>in</strong>g Team,<br />

pers. comm.<br />

700 >><br />

(groei)<br />

5.1.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

Twee Ne<strong>de</strong>rlandse studies lieten zien dat <strong>in</strong>tensieve monitor<strong>in</strong>g thuis en <strong>in</strong> het ziekenhuis<br />

medisch gezien gelijkwaardige vormen van zorg zijn: er wer<strong>de</strong>n geen verschillen gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />

gezondheidsuitkomst van zowel moe<strong>de</strong>r als k<strong>in</strong>d [Gezondheidsraad, 2004; Mon<strong>in</strong>cx en<br />

Birnie, 2000].<br />

In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel zijn voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s van CTG-apparatuur weergegeven.<br />

Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het overzicht<br />

opgenomen.<br />

Tabel 33. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van CTG-apparatuur thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Onjuiste registraties.<br />

Registraties aanvullen met observatie door<br />

professionele zorgverlener.<br />

Uitval apparatuur.<br />

Problemen met verzend<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gegevens<br />

naar specialist.<br />

Alternatieve diagnose.<br />

Bron: [AMC Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team, pers. comm.; MHRA; Oxfords Instruments BV].


RIVM rapport 265011004 pag. 117 van 132<br />

Literatuur<br />

AMC, Aca<strong>de</strong>misch Medisch Centrum. <br />

(geraadpleegd 31-03-2005).<br />

AMC, Aca<strong>de</strong>misch Medisch Centrum, Thuis Monitor<strong>in</strong>g Team. 2005. Persoonlijke<br />

communicatie.<br />

Gezondheidsraad. 2004. Signaler<strong>in</strong>g ethiek en gezondheid. Hoofdstuk 4: <strong>Geavanceer<strong>de</strong></strong><br />

thuiszorg<strong>technologie</strong>: morele vragen bij een ethisch i<strong>de</strong>aal. Den Haag: Gezondheidsraad.<br />

LUMC. 2002. Thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor zwangerschappen met een verhoogd risico.<br />

Persbericht.<br />

MHRA, Medic<strong>in</strong>es and Healthcare Products Regulatory Agency. http://www.medical<strong>de</strong>vices.gov.uk<br />

(geraadpleegd 20-04-2005).<br />

Mon<strong>in</strong>cx W, Birnie, E. Fetal monitor<strong>in</strong>g at home <strong>in</strong> high-risk pregnancy. Proefschrift.<br />

Universiteit van Amsterdam, 2000.<br />

Oxford Instruments BV. (geraadpleegd 05-04-2005).<br />

Oxford Instuments BV. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

Quak ABWM, Schuit KW, Wilms E. 2005. Thuiszorg. In: JJE van Everd<strong>in</strong>gen en JH Glerum<br />

(red.) Diagnose en therapie Jaarboek 2005. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. p. 775-812.<br />

ZonMw, ZorgOn<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland en Medische Wetenschappen. 1998.<br />

Thuiszorg<strong>technologie</strong>: programma.


pag. 118 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

5.2 Respiratoire en circulatoire monitor<strong>in</strong>g<br />

5.2.1 Typen apparatuur en werk<strong>in</strong>g<br />

Monitoren voor respiratoire gassen, zoals zuurstof- of koolstofdioxi<strong>de</strong>, wor<strong>de</strong>n meest <strong>in</strong>gezet<br />

voor <strong>de</strong> monitor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cardiorespiratoire status van <strong>de</strong> patiënt bij operaties en op <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>tensive care, maar zijn ook <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re omgev<strong>in</strong>gen geïntroduceerd, zoals bij <strong>de</strong> patiënt thuis.<br />

Meest voorkomend zijn monitoren die het zuurstofgehalte en hartslag meten, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

pulsoxymeters. Hierbij wordt een sensor aangebracht op een pulserend arterieel vaatbed,<br />

zoals op een v<strong>in</strong>ger of een teen. De sensor bevat een dubbele lichtbron (dat wil zeggen ro<strong>de</strong><br />

en <strong>in</strong>fraro<strong>de</strong> dio<strong>de</strong>s, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> LEDs) en een foto<strong>de</strong>tector. Op het display van <strong>de</strong>ze<br />

monitor zijn zichtbaar:<br />

- <strong>de</strong> zuurstofverzadig<strong>in</strong>g van hemoglob<strong>in</strong>e <strong>in</strong> het arteriële bloed (procentueel);<br />

- <strong>de</strong> pulsfrequentie (slagen per m<strong>in</strong>uut);<br />

- eventueel een golfvorm of een an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>dicatie van <strong>de</strong> pulsamplitu<strong>de</strong>.<br />

De meeste pulsoxymeters geven ook een hoorbaar signaal af tegelijk met elke puls.<br />

Er bestaan ook monitors die naast het zuurstof-, ook het koolstofdioxi<strong>de</strong>gehalte meten<br />

(capnografie).<br />

Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> apparatuur is uitgerust met een hoorbaar of visueel alarm, voor bijvoorbeeld<br />

polsslag, zuurstofspann<strong>in</strong>g of lege batterij. De monitors zijn draagbaar, zoals <strong>de</strong> v<strong>in</strong>ger<br />

pulsoxymeters of polsmo<strong>de</strong>llen, maar er zijn ook grotere mo<strong>de</strong>llen verkrijgbaar (zie Figuur<br />

21, pag. 113). De apparatuur werkt op netspann<strong>in</strong>g of batterijen en bevat ver<strong>de</strong>r een aantal<br />

functieknoppen [CTB Utrecht, pers. comm.; PT Medical].<br />

Accessoires<br />

- sensor (v<strong>in</strong>gerklem, oorclip of zelfkleven<strong>de</strong> sensoren; sensoren geschikt voor éénmalig<br />

gebruik of hergebruik; sensoren voor volwassenen of sensoren voor pediatrisch<br />

gebruik);<br />

- kabeltjes;<br />

- beschermhoes;<br />

- batterijen.<br />

Een toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur is <strong>de</strong> controle van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparatuur<br />

bij <strong>de</strong> patiënt thuis. Hierbij wordt een gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> oxymeter/capnograaf <strong>in</strong>gezet door een<br />

me<strong>de</strong>werker van het CTB. De apparatuur wordt <strong>in</strong> het bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gssysteem aangesloten.<br />

Meestal v<strong>in</strong>dt een met<strong>in</strong>g geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> nacht plaats. De dag erna wordt <strong>de</strong> apparatuur<br />

opgehaald. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> opgeslagen gegevens <strong>in</strong> het geheugen van <strong>de</strong> apparatuur<br />

wordt bekeken of <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van het bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gsapparaat juist is. De met<strong>in</strong>g wordt twee<br />

keer per jaar of zonodig vaker gedaan [CTB Utrecht, pers. comm.; ErasmusMC, 2004]. Ook<br />

komt het voor dat <strong>de</strong> pulsoxymeter als extra bewak<strong>in</strong>g bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g<br />

wordt <strong>in</strong>gezet [CTB Rotterdam, pers. comm.]<br />

On<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> apparatuur is beperkt tot het re<strong>in</strong>igen van <strong>de</strong> buitenkant van <strong>de</strong> apparatuur<br />

en vervang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensoren. De eenvoudigere mo<strong>de</strong>llen hoeven niet gekalibreerd te<br />

wor<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> levensduur van het apparaat [PT Medical, pers. comm.]. De gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong><br />

capnograaf/pulsoxymeter moet maan<strong>de</strong>lijks gekalibreerd wor<strong>de</strong>n [CTB Utrecht, pers. comm].<br />

5.2.2 Indicaties en gebruikersaantallen<br />

De apparatuur voor respiratoire en circulatoire bewak<strong>in</strong>g wordt on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong>gezet bij:<br />

- thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g (ter controle op <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur of ter bewak<strong>in</strong>g bij<br />

k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren);<br />

- zuurstoftherapie;


RIVM rapport 265011004 pag. 119 van 132<br />

- apneumonitor;<br />

- preventie van wiegendood (apparatuur met alarmfunctie).<br />

[CTB Rotterdam, pers. comm; PT Medical, pers. comm.].<br />

Het gebruikersaantal van pulsoxymeters <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> is onbekend, me<strong>de</strong> omdat <strong>de</strong><br />

apparatuur <strong>in</strong>gezet wordt ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g of controle van uiteenlopen<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.<br />

5.2.3 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel zijn risico’s van <strong>de</strong> monitors voor respiratoire gassen weergegeven.<br />

Risico’s tre<strong>de</strong>n vooral op wanneer <strong>de</strong> apparatuur wordt <strong>in</strong>gezet voor cont<strong>in</strong>ue bewak<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> patiënt. Waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur beheersmaatregelen wor<strong>de</strong>n genoemd zijn <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> het<br />

overzicht opgenomen.<br />

Tabel 34. Voorbeel<strong>de</strong>n van risico’s en beheersmaatregelen bij gebruik van apparatuur voor respiratoire en<br />

circulatoire bewak<strong>in</strong>g thuis.<br />

Risico’s Beheersmaatregelen<br />

Verkeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong> meetwaar<strong>de</strong>n. Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en het lezen van <strong>de</strong> gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g<br />

zijn noodzakelijk voor gebruik van <strong>de</strong>ze<br />

apparatuur.<br />

Met<strong>in</strong>gen kunnen onnauwkeurig of vertekend<br />

zijn, door fel licht, beweg<strong>in</strong>gen,<br />

verf/pigmenten/nagellak op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong><br />

sensor, blootstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> apparatuur aan vocht<br />

of door plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor op een<br />

extremiteit met een bloedrukmanchet, een<br />

arteriële katheter of een <strong>in</strong>travasculaire<br />

<strong>in</strong>fuuslijn.<br />

Weefselbeschadig<strong>in</strong>gen. Bijvoorbeeld<br />

verbrand<strong>in</strong>g of drukplekken door onjuiste<br />

plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor, langdurig gebruik van<br />

<strong>de</strong> sensor of door gebruik van een sensor met<br />

onbe<strong>de</strong>kte optische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Lege batterij.<br />

Stor<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> apparatuur.<br />

Uitval alarmfunctie.<br />

Niet opmerken (visueel) alarm.<br />

Om verteken<strong>in</strong>gen door fel licht te voorkomen<br />

<strong>de</strong> sensorplaats met ondoorzichtig materiaal<br />

be<strong>de</strong>kken.<br />

Om verteken<strong>in</strong>g door beweg<strong>in</strong>gen te voorkomen<br />

moet <strong>de</strong> sensor op een plek bevestigd wor<strong>de</strong>n<br />

waar beweg<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>imaal is. Men dient te<br />

controleren of <strong>de</strong> sensor stevig is aangebracht.<br />

Ook kunnen zelfkleven<strong>de</strong> sensoren <strong>in</strong> plaats van<br />

klemmen gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />

De plaats van <strong>de</strong> sensor moet voor gebruik<br />

gere<strong>in</strong>igd wor<strong>de</strong>n.<br />

Keuze van <strong>de</strong> juiste maat klem op basis van<br />

patiëntkenmerken. Speciale klemmen zijn<br />

beschikbaar voor pediatrisch gebruik. De klem<br />

mag niet beschadigd zijn of teveel druk<br />

uitoefenen. Regelmatige controle van <strong>de</strong><br />

plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sensor.<br />

Juiste aansluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> elektriciteitskabels<br />

zodat <strong>de</strong> batterij niet onnodig aangesproken<br />

wordt. Rout<strong>in</strong>ematige controle van <strong>de</strong> batterij.<br />

Alarm.<br />

Controle van <strong>de</strong> functies vóór gebruik.<br />

Controle alarmfunctie vóór gebruik.<br />

Gebruik van apparatuur met hoorbaar alarm.<br />

Uitval apparatuur.<br />

Bron: [Hann<strong>in</strong>g en Alexan<strong>de</strong>r, 1995; Hill en Stoneham, 2000; ECRI; Nellcor, 2001; Stoneham et al., 1994].


pag. 120 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Literatuur<br />

CTB Rotterdam, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

CTB Utrecht, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g <br />

(geraadpleegd 09-05-2005).<br />

CTB Utrecht, Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

ECRI, Emergency Care Research Institute. Medical Device Safety Reports.<br />

(geraadpleegd 15-03-2005).<br />

ErasmusMC 2004. Patiëntenfol<strong>de</strong>r Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g Rotterdam.<br />

(geraadpleegd 15-03-2005).<br />

Hann<strong>in</strong>g CD, Alexan<strong>de</strong>r-Williams JM. 1995. Pulse oximetry: a practical review. BMJ. 311:<br />

367-70.<br />

Hill E, Stoneham MD. 2000. Practical applications of pulse oximetry. Update <strong>in</strong><br />

Anaesthesia.11. (geraadpleegd 08-<br />

07-2005).<br />

Nellcor. 2001. Gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g NPB-40 Draagbare pulsoximeters.<br />

PT Medical. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

PT Medical. (geraadpleegd 15-03-2005).<br />

Stoneham MD, Saville GM, Wilson IH. 1994. Knowledge among medical staff and nurs<strong>in</strong>g<br />

staff. Lancet. 344: 1339-42.


RIVM rapport 265011004 pag. 121 van 132<br />

6. Discussie<br />

6.1 Complexe <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> bij <strong>de</strong> patiënt thuis<br />

Een aanzienlijk aantal geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën kan tegenwoordig behalve <strong>in</strong> het<br />

ziekenhuis ook thuis wor<strong>de</strong>n toegepast. Met behulp van recente rapporten,<br />

on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s en het aanbod van thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en medisch facilitaire<br />

bedrijven zijn een achttiental geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën geselecteerd die b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> scope<br />

van dit on<strong>de</strong>rzoek vallen. De meeste technieken die zijn beschreven <strong>in</strong> dit rapport zijn<br />

bedoeld voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van fysiologische functies en toedien<strong>in</strong>g van stoffen of<br />

medicatie. De apparatuur voor monitor<strong>in</strong>g omvat slechts een tweetal technieken. Re<strong>de</strong>n<br />

hiervoor is dat <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> het uitgangspunt van dit rapport vormt en allerlei<br />

nieuwe toepass<strong>in</strong>gen van telecommunicatie bij <strong>de</strong> bewak<strong>in</strong>g en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van patiënten<br />

niet zijn beschreven als <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie daarmee geen <strong>medische</strong> apparatuur wordt gebruikt of<br />

geen directe tussenkomst van een zorgverlener bestaat.<br />

Enkele <strong>technologie</strong>ën wor<strong>de</strong>n vanuit een groot aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen toegepast (bijvoorbeeld<br />

vanuit ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties), zoals <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g van medicatie per <strong>in</strong>fuus<br />

of met een vernevelaar, en uitwendige elektrostimulatie. An<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n nog<br />

slechts <strong>in</strong> beperkte mate thuis toegepast, vaak <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van on<strong>de</strong>rzoeksprojecten, zoals<br />

vacuümtherapie voor wondbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Deze <strong>technologie</strong>ën zijn <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek<br />

opgenomen met het oog op een mogelijk ruimere toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren.<br />

Daarnaast zijn er <strong>technologie</strong>ën waarbij het gebruik begeleid wordt vanuit speciale centra: <strong>de</strong><br />

<strong>technologie</strong>ën voor bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g en dialyse. Deze centra bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich vaak <strong>in</strong> een aca<strong>de</strong>misch<br />

ziekenhuis waar veel <strong>de</strong>skundigheid aanwezig is en van waaruit ook opleid<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>structie<br />

ten aanzien van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>technologie</strong> wor<strong>de</strong>n verzorgd voor zowel <strong>de</strong> patiënt als<br />

mantelzorger, maar ook voor extramuraal werken<strong>de</strong> zorgverleners.<br />

Nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen betreffen vooral toepass<strong>in</strong>gen van communicatie<strong>technologie</strong><br />

waardoor begeleid<strong>in</strong>g en bewak<strong>in</strong>g van apparatuur op afstand mogelijk wordt, zoals nu al<br />

plaatsv<strong>in</strong>dt bij nachtelijke thuisdialyse. Nog steeds wordt apparatuur compacter en<br />

eenvoudiger te bedienen.<br />

6.2 Omvang gebruik<br />

Gegevens over aantallen gebruikers van <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong>ën <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> bleken<br />

slechts beperkt beschikbaar. Van <strong>de</strong> beschreven technieken wor<strong>de</strong>n vernevelaars,<br />

zuurstofapparatuur, uitwendige elektrostimulatoren, <strong>in</strong>fuuspompen en apparatuur voor<br />

slaapapneu het meest frequent toegepast.<br />

Van bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g en dialyse wordt het gebruik door speciale centra goed bijgehou<strong>de</strong>n en is het<br />

aantal gebruikers vrij nauwkeurig en betrouwbaar weer te geven.<br />

Voor an<strong>de</strong>re technieken wordt het aantal gebruikers niet lan<strong>de</strong>lijk bijgehou<strong>de</strong>n. Hiervoor was<br />

het m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenvoudig betrouwbare gebruikersaantallen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Leveranciers zijn vanwege<br />

hun marktpositie soms terughou<strong>de</strong>nd <strong>in</strong> het verstrekken van cijfers over gebruikers van een<br />

bepaal<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>. Daarnaast vertonen gegevens uit verschillen<strong>de</strong> bronnen soms<br />

behoorlijke verschillen. Dit kan het gevolg zijn van een an<strong>de</strong>re wijze van verzamelen van <strong>de</strong><br />

gegevens (bijvoorbeeld op basis van patiëntenregistraties, <strong>in</strong>terviews met zorgverleners,<br />

verkoopcijfers, etc.) of van verschillen <strong>in</strong> aangeleg<strong>de</strong> criteria (bijvoorbeeld registraties<br />

hebben betrekk<strong>in</strong>g op extramurale toepass<strong>in</strong>g van hulpmid<strong>de</strong>len of alleen het thuisgebruik).


pag. 122 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

Voor een aantal <strong>technologie</strong>ën biedt het CVZ wel enig houvast voor een schatt<strong>in</strong>g van het<br />

aantal gebruikers van een hulpmid<strong>de</strong>l: <strong>de</strong> verstrekk<strong>in</strong>gen van hulpmid<strong>de</strong>len die b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />

Regel<strong>in</strong>g Hulpmid<strong>de</strong>len 1996 vallen on<strong>de</strong>r ziekenfondspatiënten, wor<strong>de</strong>n door het CVZ<br />

geregistreerd <strong>in</strong> het hulpmid<strong>de</strong>lendatabestand van het Genees- en Hulpmid<strong>de</strong>len Informatie<br />

Project (GIP). Met enige voorzichtigheid kan op <strong>de</strong>ze wijze het totaal extramuraal gebruik<br />

van hulpmid<strong>de</strong>len door ziekenfondswetverzeker<strong>de</strong>n geschat wor<strong>de</strong>n. Aspecten die daarbij tot<br />

overschatt<strong>in</strong>g van het totaal aantal gebruikers lei<strong>de</strong>n, zijn:<br />

- Het gebruik van hulpmid<strong>de</strong>len aan ziekenfondspatiënten ligt hoger dan dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g, omdat <strong>de</strong> ziekenfondspopulatie meer ou<strong>de</strong>ren en<br />

uitker<strong>in</strong>gsgerechtig<strong>de</strong>n omvat. Deze groepen hebben gemid<strong>de</strong>ld een wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>re<br />

gezondheid.<br />

- De gegevens van het GIP hebben ook betrekk<strong>in</strong>g op gebruik van hulpmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong><br />

verzorg<strong>in</strong>gshuizen. Dit is weliswaar naar verhoud<strong>in</strong>g slechts een kle<strong>in</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

ziekenfondspopulatie, maar het betreft wel uitsluitend ou<strong>de</strong>ren. Deze groep neemt <strong>in</strong><br />

het algemeen een groter <strong>de</strong>el van het hulpmid<strong>de</strong>lengebruik voor haar reken<strong>in</strong>g.<br />

- In het GIP wor<strong>de</strong>n ook on<strong>de</strong>rhoud en reparaties aan hulpmid<strong>de</strong>len als verstrekk<strong>in</strong>g<br />

geregistreerd.<br />

Een factor die tot on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g van het aantal gebruikers leidt is:<br />

- Sommige hulpmid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n langdurig gebruikt en hoeven niet elk jaar te wor<strong>de</strong>n<br />

vervangen. Er v<strong>in</strong>dt dan niet elk jaar verstrekk<strong>in</strong>g plaats en <strong>de</strong> patiënt wordt niet elk<br />

jaar als gebruiker geteld.<br />

Daarnaast hebben <strong>de</strong> meest recente cijfers uit het GIP een marge. Omdat <strong>de</strong> gegevens over<br />

2004 nog niet compleet zijn en omdat <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> zorgverzekeraars <strong>de</strong> gegevens op<br />

verschillen<strong>de</strong> wijze aanleveren kunnen <strong>de</strong> voorlopige cijfers over 2004 en <strong>de</strong> ram<strong>in</strong>gen voor<br />

2005 een afwijk<strong>in</strong>g van 5% tot 10% vertonen van <strong>de</strong> daadwerkelijke aantallen. De cijfers <strong>in</strong><br />

dit databestand zijn bovendien recent aangepast aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale norm ISO 9999: 2002<br />

‘Technische hulpmid<strong>de</strong>len voor personen met een handicap’ en wijken daardoor af van eer<strong>de</strong>r<br />

gepubliceer<strong>de</strong> gegevens.<br />

Om diverse re<strong>de</strong>nen kan niet voor alle <strong>technologie</strong>ën uit <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ventarisatie een uitspraak<br />

over het aantal gebruikers wor<strong>de</strong>n gedaan op basis van gegevens uit het GIP. Ten eerste zijn<br />

<strong>de</strong> door CVZ gebruikte categorieën voor <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ventarisatie soms te breed, waardoor geen<br />

uitspraken over het aantal gebruikers van specifieke hulpmid<strong>de</strong>len kunnen wor<strong>de</strong>n gedaan.<br />

Ver<strong>de</strong>r wordt bepaal<strong>de</strong> apparatuur thuis toegepast <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van medisch-specialistische<br />

zorg vanuit het ziekenhuis en wordt dan vergoed uit het ziekenhuisbudget. Dit gebruik wordt<br />

niet geregistreerd <strong>in</strong> het GIP. Tot slot kunnen zorgverzekeraars apparatuur die niet <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Regel<strong>in</strong>g hulpmid<strong>de</strong>len 1996 is opgenomen vergoe<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> ‘regel<strong>in</strong>g Initiatiefruimte<br />

Ziekenfondsverzeker<strong>in</strong>g’ of ‘Flexizorgregel<strong>in</strong>g’. Ook <strong>de</strong>rgelijke verstrekk<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n niet<br />

geregistreerd <strong>in</strong> het GIP.<br />

In <strong>de</strong> toekomst zijn er oploss<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong>ze problematiek. Vektis, het reken<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong><br />

particuliere zorgverzeker<strong>in</strong>gen, werkt aan een ge<strong>de</strong>tailleerd databestand van hulpmid<strong>de</strong>len die<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> wor<strong>de</strong>n gebruikt. Dit bestand zal ziekenfondspatiënten én particulieren<br />

gaan omvatten. Op dit moment zijn er echter nog geen gegevens uit <strong>de</strong>ze bron beschikbaar<br />

[Vektis, pers.comm.]. Een compliceren<strong>de</strong> factor voor het aanleggen van een eenduidig en<br />

ge<strong>de</strong>tailleerd databestand is dat verstrekk<strong>in</strong>gen van hulpmid<strong>de</strong>len door <strong>de</strong> diverse<br />

verzekeraars op verschillen<strong>de</strong> wijzen wor<strong>de</strong>n geregistreerd. Er wordt gewerkt aan een<br />

universele hulpmid<strong>de</strong>lco<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor alle verzekeraars. Deze zal gefaseerd wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevoerd<br />

over een perio<strong>de</strong> van een aantal jaren [CVZ-GIP, pers.comm.]. Als <strong>in</strong> 2006 het on<strong>de</strong>rscheid<br />

tussen ziekenfondsen en particuliere verzeker<strong>in</strong>gen wegvalt, biedt dit wellicht mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

om tot een goe<strong>de</strong> en volledige registratie te komen van het gebruik van <strong>medische</strong><br />

hulpmid<strong>de</strong>len buiten <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.


RIVM rapport 265011004 pag. 123 van 132<br />

Samenvattend kan gesteld wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> meeste gebruikersaantallen <strong>in</strong> dit rapport een<br />

betrekkelijke waar<strong>de</strong> hebben: zij geven een goed beeld maar het zijn aantallen met een grote<br />

marge.<br />

6.3 Toekomstig gebruik<br />

De onzekerheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> cijfers laat slechts een voorzichtige aanduid<strong>in</strong>g toe van <strong>de</strong> aantallen<br />

gebruikers voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren. Waar prognoses zijn vermeld is dit gebeurd door <strong>de</strong> GIPcijfers<br />

uit <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> jaren eenvoudig l<strong>in</strong>eair door te rekenen. Er is daarbij niet<br />

gecorrigeerd voor mogelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g of <strong>in</strong> snelheid<br />

waarmee <strong>de</strong> prevalentie van ziekten toe- of afneemt, en evenm<strong>in</strong> voor eventuele wijzig<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> het vergoed<strong>in</strong>genbeleid. De prognoses zijn daarom zeer globaal.<br />

Voor <strong>de</strong> meeste <strong>technologie</strong>ën uit dit rapport was <strong>de</strong> afgelopen jaren een stijg<strong>in</strong>g waar te<br />

nemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> schatt<strong>in</strong>gen van het aantal gebruikers en het is <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g van betrokken<br />

partijen dat <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> lijn <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren m<strong>in</strong> of meer wordt voortgezet. Voor zover <strong>de</strong><br />

getallen bekend zijn, wordt <strong>de</strong> sterkste groei verwacht <strong>in</strong> het thuisgebruik van apparatuur<br />

voor apneubehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>sul<strong>in</strong>epompjes, algemene <strong>in</strong>fuustherapie en vernevelaars. Ver<strong>de</strong>re<br />

extramuraliser<strong>in</strong>g, toename van het aantal ou<strong>de</strong>ren en me<strong>de</strong> daardoor toename van <strong>de</strong><br />

prevalentie van chronische ziekten als COPD en diabetes, <strong>de</strong> wens van patiënten om thuis<br />

behan<strong>de</strong>ld te wor<strong>de</strong>n en groei van <strong>de</strong> technische mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn hierbij achterliggen<strong>de</strong><br />

factoren, die ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren een rol zullen blijven spelen.<br />

De toename <strong>in</strong> het gebruik van thuiszorg<strong>technologie</strong>ën ligt <strong>in</strong> lijn met <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong><br />

gerealiseer<strong>de</strong> uren <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg. Deze zijn tussen 2000 en 2004 gestegen van ruim<br />

6 miljoen uur tot bijna 9,5 miljoen uur voor verpleg<strong>in</strong>g en voor gespecialiseer<strong>de</strong> verpleg<strong>in</strong>g<br />

van ruim 127.000 uur tot bijna 224.000 uur [VWS]. In het algemeen wordt voor<br />

thuiszorgverpleg<strong>in</strong>g een ver<strong>de</strong>re stijg<strong>in</strong>g verwacht van met 8,3% <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2005-2010 en<br />

28,5% tot 2020 [RIVM/NIVEL, 2005].<br />

Echter, niet voor alle geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën wordt een stijg<strong>in</strong>g verwacht. Van<br />

uitwendige elektrostimulatie, peritoneaaldialyse en voed<strong>in</strong>gspompen lijkt het gebruikt te<br />

stabiliseren of licht te dalen. De re<strong>de</strong>nen hiervoor zijn niet bekend.<br />

6.4 Risico’s en beheersmaatregelen<br />

De beschreven risico’s wer<strong>de</strong>n als zodanig aangetroffen <strong>in</strong> literatuur of <strong>in</strong>ternationale<br />

databestan<strong>de</strong>n en/of afgeleid uit richtlijnen of gebruiksaanwijz<strong>in</strong>gen. In veel gevallen werd <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>ze publicaties geen on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>in</strong>tra- en extramurale toepass<strong>in</strong>g.<br />

Aanvullen<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>thuissituatie</strong> werd verkregen door gesprekken<br />

met veldpartijen. Ver<strong>de</strong>r wer<strong>de</strong>n voor zeven <strong>technologie</strong>ën, geselecteerd <strong>in</strong> overleg met IGZ,<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten geanalyseerd on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re met behulp van het MAUDE-databestand van <strong>de</strong> FDA.<br />

De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> paragrafen samengevat en <strong>in</strong> <strong>de</strong> risicotabellen<br />

opgenomen. Daarbij moet wor<strong>de</strong>n aangetekend dat <strong>de</strong>rgelijke meld<strong>in</strong>gsrapporten vaak niet<br />

volledig en eenduidig zijn <strong>in</strong>gevuld, waardoor <strong>de</strong> hieruit gehaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie lacunes bevat.<br />

Het MAUDE-databestand blijft echter uniek <strong>in</strong> zijn publieke toegankelijkheid, en biedt <strong>de</strong><br />

mogelijkheid snel <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> apparatuurgerelateer<strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten voor elke type<br />

<strong>medische</strong> <strong>technologie</strong>.<br />

Het is vanzelfsprekend dat niet elke <strong>technologie</strong> even grote risico’s met zich meebrengt. De<br />

grootte van <strong>de</strong> risico’s van een <strong>technologie</strong> hangt af van <strong>de</strong> kans op een bepaal<strong>de</strong> gebeurtenis<br />

en <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> gevolgen ervan [IGZ, 2004b; NEN, 2001].<br />

Ten eerste kunnen op populatieniveau vaker <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten voorkomen als een techniek veel, dat<br />

wil zeggen door een groot aantal patiënten, wordt toegepast. Dit wordt ge<strong>de</strong>eltelijk


pag. 124 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

gecompenseerd doordat relatief m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten zullen optre<strong>de</strong>n wanneer er meer<br />

ervar<strong>in</strong>g is opgedaan met een techniek. Technieken die veel wor<strong>de</strong>n toegepast zijn<br />

bijvoorbeeld vernevelaars, <strong>in</strong>fuus<strong>technologie</strong>, zuurstofapparatuur en CPAP-apparatuur.<br />

Ten twee<strong>de</strong> bepaalt <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> gevolgen van een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> grootte van een risico.<br />

Inci<strong>de</strong>nten met ernstige afloop wor<strong>de</strong>n het meest gezien bij <strong>technologie</strong>ën die vitale functies<br />

overnemen, <strong>technologie</strong>ën waarmee stoffen (medicatie, voed<strong>in</strong>g) toegediend wor<strong>de</strong>n, of<br />

<strong>in</strong>vasieve <strong>technologie</strong>ën.<br />

Gevolgen van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met <strong>technologie</strong>ën die vitale functies overnemen, zoals bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>gs-<br />

en slijmuitzuigapparatuur, zijn <strong>in</strong> het algemeen potentieel ernstiger dan gevolgen van<br />

<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met apparatuur die een meer on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> functie heeft, zoals CPM-apparatuur.<br />

Bij <strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën waarbij sprake is van toedien<strong>in</strong>g van een stof, kan een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsfout of<br />

een <strong>de</strong>fect al snel lei<strong>de</strong>n tot over- of on<strong>de</strong>rdoser<strong>in</strong>g. Afhankelijk van <strong>de</strong> toegedien<strong>de</strong> stof zijn<br />

<strong>de</strong> gevolgen meer (bijvoorbeeld toedien<strong>in</strong>g van cytostatica met een <strong>in</strong>fuuspomp) of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

ernstig (bijvoorbeeld <strong>in</strong>halatie van ontstek<strong>in</strong>gsremmers met een vernevelaar).<br />

Invasiviteit van <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> speelt ook een rol. Wanneer hulpmid<strong>de</strong>len het lichaam<br />

b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen, zoals bij dialyse, <strong>in</strong>fuusbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>vasieve bea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g, ontstaan nieuwe<br />

of grotere risico’s. De belangrijkste voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn <strong>in</strong>fecties en <strong>in</strong>wendige<br />

beschadig<strong>in</strong>gen.<br />

Daarnaast is het van grote <strong>in</strong>vloed <strong>in</strong> hoeverre <strong>de</strong> fabrikant risicobeheersmaatregelen heeft<br />

getroffen door bijvoorbeeld een veilig ontwerp, alarmfuncties en een speciale<br />

gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g of tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g. Ver<strong>de</strong>r is van belang of er sprake is van samenhang op alle<br />

niveaus (<strong>de</strong> directe zorgverlen<strong>in</strong>g, zorgorganisatie, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g en regelgev<strong>in</strong>g) en of al veel<br />

ervar<strong>in</strong>g met een bepaal<strong>de</strong> techniek is opgedaan.<br />

Elke <strong>technologie</strong> kent specifieke risico’s die <strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> paragraaf zijn beschreven. Het<br />

meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> risico’s betreft het mogelijk optre<strong>de</strong>n van gebruiksfouten, die <strong>in</strong> het<br />

algemeen <strong>de</strong> oorzaak zijn van een belangrijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten met <strong>medische</strong><br />

<strong>technologie</strong>ën [IGZ, 2004a]. Frequent optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn <strong>in</strong>stelfouten,<br />

verkeer<strong>de</strong> re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n, een lege accu of batterij en fouten <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

apparatuur.<br />

Ver<strong>de</strong>r zijn nog risico’s te i<strong>de</strong>ntificeren die specifiek gekoppeld zijn aan <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van<br />

een <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>:<br />

- Apparatuur die ontwikkeld is voor ziekenhuizen is vaak te <strong>in</strong>gewikkeld voor<br />

verantwoord thuisgebruik. Ook gebruiksaanwijz<strong>in</strong>gen kunnen ongeschikt zijn voor<br />

toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>.<br />

- Er zijn bij thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g vaak veel partijen – zorgverleners uit <strong>de</strong> eerste en twee<strong>de</strong><br />

lijn (bijvoorbeeld specialist, verpleegkundige, diëtist, thuiszorgme<strong>de</strong>werker, huisarts),<br />

leveranciers, verzekeraars – betrokken, waardoor er kans is op communicatiestor<strong>in</strong>gen<br />

en overdrachtsfouten. Er kunnen hierdoor fouten of vertrag<strong>in</strong>gen ontstaan <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Voor eenzelf<strong>de</strong> <strong>technologie</strong> kan bovendien <strong>de</strong> organisatie van het<br />

zorgproces en <strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong> zorgketen van regio tot regio verschillen.<br />

- Er zijn patiënten die met meer<strong>de</strong>re <strong>technologie</strong>ën tegelijk wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld (zoals<br />

parenterale voed<strong>in</strong>g plus zuurstoftherapie of nierdialyse), waardoor <strong>de</strong> complexiteit van<br />

<strong>de</strong> zorg extra groot is. Dit leidt tot hogere belast<strong>in</strong>g van zorgverleners en mantelzorgers,<br />

en stelt hogere eisen aan <strong>de</strong> communicatie.<br />

- De <strong>de</strong>skundigheid van algemeen werken<strong>de</strong> wijkverpleegkundigen op het gebied van<br />

geavanceer<strong>de</strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong> is ger<strong>in</strong>ger vergeleken met die van<br />

verpleegkundigen <strong>in</strong> een ziekenhuisomgev<strong>in</strong>g. Wijkverpleegkundigen hebben m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

ervar<strong>in</strong>g met complexe behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en hebben niet altijd <strong>de</strong> gelegenheid om<br />

voldoen<strong>de</strong> vaardigheid te ontwikkelen.


RIVM rapport 265011004 pag. 125 van 132<br />

- Verpleegkundigen staan er <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> alleen voor, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mogelijkheid van<br />

controle door een twee<strong>de</strong> zorgverlener (bijvoorbeeld bij het programmeren van een<br />

<strong>in</strong>fuuspomp) en zon<strong>de</strong>r collega’s en <strong>de</strong>skundigen waarop men direct kan terugvallen.<br />

- Instrumenteel technisch han<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> kan soms verstoord wor<strong>de</strong>n door<br />

communicatie (per mobiele telefoon) over bijvoorbeeld <strong>in</strong>take van nieuwe patiënten.<br />

- De professionele observatie van <strong>de</strong> patiënt is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r cont<strong>in</strong>u. De kans bestaat dat<br />

fouten <strong>in</strong> bijvoorbeeld <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van apparatuur of bijwerk<strong>in</strong>gen van een toegediend<br />

geneesmid<strong>de</strong>l later wor<strong>de</strong>n opgemerkt dan <strong>in</strong> het ziekenhuis, en <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> voor <strong>de</strong><br />

patiënt daardoor groter is. Er zijn bovendien beperk<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> snelheid waarmee en<br />

<strong>de</strong> wijze waarop medisch kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gegrepen.<br />

- De patiënt/mantelzorger heeft geen professionele kennis en ervar<strong>in</strong>g en is niet per<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie <strong>in</strong> staat <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen voor <strong>de</strong> dagelijkse, soms<br />

langdurige, behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. De verantwoor<strong>de</strong>lijke arts moet zich ervan overtuigen dat <strong>de</strong><br />

patiënt en/of <strong>de</strong> mantelzorger een risicovolle han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g zelfstandig a<strong>de</strong>quaat kan<br />

uitvoeren, en zonodig ook of er voldoen<strong>de</strong> mantelzorgers beschikbaar zijn. Bij langer<br />

duren<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, zoals dialyse, zou een <strong>de</strong>rgelijke toets<strong>in</strong>g na verloop van tijd<br />

herhaald moeten wor<strong>de</strong>n [Looten, 2005; Wet BIG].<br />

- In een huiselijke situatie kan beschadig<strong>in</strong>g of ontregel<strong>in</strong>g optre<strong>de</strong>n door k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren,<br />

huisdieren, het gebruik van dimmers <strong>in</strong> het elektrische circuit, etc. Ergonomische<br />

omstandighe<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld beweg<strong>in</strong>gsruimte, belicht<strong>in</strong>g) zijn niet altijd optimaal.<br />

- Een <strong>de</strong>fect aan apparatuur komt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel aan het licht en vervang<strong>in</strong>g kan vaak<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n dan <strong>in</strong> een ziekenhuisomgev<strong>in</strong>g.<br />

- On<strong>de</strong>rhoud, kalibratie, re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>s<strong>in</strong>fectie zijn niet altijd dui<strong>de</strong>lijk geregeld.<br />

De beheersmaatregelen <strong>in</strong> dit rapport zijn op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze geïnventariseerd als <strong>de</strong> risico’s<br />

en liggen op het gebied van productontwikkel<strong>in</strong>g, organisatie en kennis bij <strong>de</strong> zorgverleners<br />

en patiënt.<br />

Belangrijke voorbeel<strong>de</strong>n van maatregelen op het gebied van productontwikkel<strong>in</strong>g zijn het<br />

ontwerpen van eenvoudig te bedienen producten en het afleveren met een dui<strong>de</strong>lijke<br />

gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>. Het is van belang dat apparatuur voor thuisgebruik<br />

een zekere robuustheid kent en is uitgerust met bijvoorbeeld een goe<strong>de</strong> en betrouwbare accu,<br />

een alarmfunctie en mogelijkhe<strong>de</strong>n voor beveilig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g.<br />

On<strong>de</strong>r organisatorische beheersmaatregelen valt <strong>de</strong> keuze van apparatuur geschikt voor<br />

thuisgebruik door <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en thuiszorgleveranciers. Van belang is dat daarbij het<br />

assortiment wordt beperkt, zodat zorgverleners met bepaal<strong>de</strong> typen apparatuur meer ervar<strong>in</strong>g<br />

kunnen opdoen.<br />

Het vergroten van kennis bij professionals kan plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n door tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en specialisatie.<br />

Kennis en toepass<strong>in</strong>g van richtlijnen en protocollen voor thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>zet van<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> teams van verpleegkundigen zijn eveneens voorbeel<strong>de</strong>n van maatregelen op<br />

het gebied van <strong>de</strong>skundigheid.<br />

Omdat bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van apparatuur thuis een grote verantwoor<strong>de</strong>lijkheid wordt gelegd bij <strong>de</strong><br />

patiënt en mantelzorger, is een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>structie en <strong>de</strong>skundige begeleid<strong>in</strong>g essentieel. Ook<br />

voor on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt na <strong>de</strong> aanvangsfase van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld door<br />

het aanbie<strong>de</strong>n van nazorg of monitor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van telecommunicatietoepass<strong>in</strong>gen, moet<br />

voldoen<strong>de</strong> capaciteit wor<strong>de</strong>n vrijgemaakt. Ver<strong>de</strong>r moet het voor <strong>de</strong> patiënt of mantelzorger<br />

dui<strong>de</strong>lijk zijn welke taken zij hebben op het gebied van on<strong>de</strong>rhoud en re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g.<br />

In aansluit<strong>in</strong>g op bovengenoem<strong>de</strong> maatregelen is er een aantal ontwikkel<strong>in</strong>gen te signaleren<br />

waardoor <strong>de</strong> risico’s, met name <strong>de</strong> gebruiksfouten, enigsz<strong>in</strong>s wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geperkt:


pag. 126 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

- Er zijn <strong>in</strong> ziekenhuizen liaison- of transferverpleegkundigen aangesteld die <strong>de</strong> overgang<br />

van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt van het ziekenhuis naar <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> begelei<strong>de</strong>n,<br />

en daarvoor contact opnemen met <strong>de</strong> diverse betrokken partijen. Zodoen<strong>de</strong> wordt<br />

kennis gebun<strong>de</strong>ld.<br />

- Er zijn teams gevormd van gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen die <strong>in</strong> een regio vaak<br />

voor één of meer<strong>de</strong>re thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen patiënten begelei<strong>de</strong>n. Deze<br />

verpleegkundigen kunnen specifieker geïnstrueerd wor<strong>de</strong>n, en hebben meer ervar<strong>in</strong>g en<br />

vaardigheid dan algemeen werken<strong>de</strong> wijkverpleegkundigen. Ook het begelei<strong>de</strong>n van<br />

sommige <strong>technologie</strong>ën vanuit enkele gespecialiseer<strong>de</strong> centra waar veel <strong>de</strong>skundigheid<br />

aanwezig is, kan bijdragen aan beheers<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> risico’s. Ver<strong>de</strong>r verzamelen<br />

specialistische verenig<strong>in</strong>gen kennis en versprei<strong>de</strong>n dit on<strong>de</strong>r hun le<strong>de</strong>n.<br />

- Er zijn medisch facilitaire bedrijven die <strong>medische</strong> apparatuur verhuren en bij aflever<strong>in</strong>g<br />

een dienstenpakket aanbie<strong>de</strong>n, meestal bestaan<strong>de</strong> uit: <strong>in</strong>structie bij aflever<strong>in</strong>g van<br />

apparatuur, on<strong>de</strong>rhoud, eventuele nalever<strong>in</strong>gen van toebehoren, en een 24-uurs<br />

help<strong>de</strong>sk waarop <strong>de</strong> patiënt/mantelzorger <strong>in</strong> geval van problemen en stor<strong>in</strong>gen kan<br />

terugvallen. Zij bie<strong>de</strong>n een aantal <strong>technologie</strong>ën aan of zijn gespecialiseerd <strong>in</strong> één<br />

<strong>technologie</strong> en werken regionaal of lan<strong>de</strong>lijk. Zij wor<strong>de</strong>n gecontracteerd door<br />

zorgverzekeraars en werken samen met thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

- Thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn naar beperk<strong>in</strong>g gaan streven van het assortiment<br />

hulpmid<strong>de</strong>len waarmee zij werken, waardoor zij met bepaal<strong>de</strong> apparatuur meer ervar<strong>in</strong>g<br />

kunnen opdoen.<br />

- Fabrikanten hebben voor thuisgebruik apparatuur ontwikkeld met een beperkter aantal<br />

toepass<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n, een simpeler bedien<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>terface en <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen te beveiligen. Er wor<strong>de</strong>n soms speciale gebruiksaanwijz<strong>in</strong>gen bij een<br />

apparaat geschreven voor het thuisgebruik, bijvoorbeeld door medisch-facilitaire<br />

bedrijven.<br />

- De laatste jaren zijn voor diverse behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen protocollen ontwikkeld om een goe<strong>de</strong><br />

en veilige toepass<strong>in</strong>g thuis te bevor<strong>de</strong>ren, zoals <strong>de</strong> Richtlijn voor zuurstofbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

(zie paragraaf 3.4) en Richtlijnen voor thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en<br />

parenterale voed<strong>in</strong>g (zie paragraaf 4.3/4.4).<br />

Het effect van bovengenoem<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen kan verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n doordat<br />

zorgaanbie<strong>de</strong>rs te maken krijgen met een toenemend aantal zorgverzekeraars die <strong>in</strong> hun regio<br />

actief zijn. Deze zorgverzekeraars kunnen verschillen<strong>de</strong> eisen stellen ten aanzien van merk en<br />

type apparatuur, een an<strong>de</strong>r vergoed<strong>in</strong>genbeleid voeren en eigen afspraken hebben met<br />

leveranciers. Dit doorkruist het beleid van thuiszorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen om het assortiment<br />

apparatuur te beperken. Regionale afspraken kunnen dan tot enige uniformiteit van<br />

apparatuur lei<strong>de</strong>n.<br />

Daarnaast kan een hoge werkdruk, bijvoorbeeld door personeelstekort of een krappe<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g, tot gevolg hebben dat er te we<strong>in</strong>ig gelegenheid is voor tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en te we<strong>in</strong>ig tijd<br />

beschikbaar is voor goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatieoverdracht aan leken, en voor communicatie en<br />

coörd<strong>in</strong>atie tussen zorgverleners on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g. In een onlangs verschenen rapport wordt zorg<br />

uitgesproken over een mogelijk groeiend tekort aan verpleegkundigen en an<strong>de</strong>re<br />

zorgverleners <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg ten gevolge van een toename van <strong>de</strong> vraag [RIVM/NIVEL,<br />

2005]. Er zijn ook signalen van zorgverleners <strong>in</strong> het veld die hun ongerustheid uitspreken<br />

over een toenemen<strong>de</strong> rol van medisch-facilitaire bedrijven bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van patiënten.<br />

Medische <strong>technologie</strong> vraagt dan ook om ketenzorg en kan alleen veilig en doelmatig thuis<br />

wor<strong>de</strong>n toegepast als ‘<strong>de</strong> keten op <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is’ en er voldoen<strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate kennis bestaat van en<br />

vaardighe<strong>de</strong>n zijn ontwikkeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> techniek en <strong>de</strong> organisatie waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> techniek moet plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Met het oog op het toenemen<strong>de</strong> gebruik van <strong>medische</strong><br />

<strong>technologie</strong>ën b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> thuiszorg voert het Ne<strong>de</strong>rlands Normalisatie-<strong>in</strong>stituut (NEN) een


RIVM rapport 265011004 pag. 127 van 132<br />

verkenn<strong>in</strong>g uit naar <strong>de</strong> normalisatiemogelijkhe<strong>de</strong>n voor het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorwaar<strong>de</strong>n voor<br />

verantwoord gebruik van <strong>medische</strong> hulpmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg’.<br />

Ondanks <strong>de</strong> risico’s biedt behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g thuis <strong>de</strong> patiënt veel voor<strong>de</strong>len. Het betekent dat <strong>de</strong><br />

patiënt <strong>in</strong> zijn eigen omgev<strong>in</strong>g kan blijven, wat hij vaak prettiger v<strong>in</strong>dt, en waar hij meer<br />

privacy heeft terwijl dit zowel <strong>de</strong> patiënt als zijn huisgenoten veel reistijd en kosten bespaart.<br />

Ook uit het oogpunt van kostenbespar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg kan thuisbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door<br />

beperk<strong>in</strong>g van ligdagen gunstig zijn. Bovendien zijn er ook risico’s die thuis niet of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

vaak zullen optre<strong>de</strong>n zoals het oplopen van ziekenhuis<strong>in</strong>fecties en vergiss<strong>in</strong>gen met<br />

materialen of medicatie.<br />

Dit rapport wil een aanzet geven tot het werken aan een optimale beheers<strong>in</strong>g van risico’s bij<br />

gebruik van geavanceer<strong>de</strong> <strong>medische</strong> apparatuur thuis.<br />

Literatuur<br />

CVZ-GIP, Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van het College voor<br />

Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

IGZ, Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2004a. Staat van <strong>de</strong> gezondheidszorg 2004.<br />

Patiëntveiligheid: <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van geneesmid<strong>de</strong>len en <strong>medische</strong> hulpmid<strong>de</strong>len <strong>in</strong><br />

zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en thuis. Den Haag: IGZ.<br />

IGZ, Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg. 2004b. Patiëntveiligheid – <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itielijst.<br />

Lehoux P, Sa<strong>in</strong>t-Arnaud J, Richard L. 2004. The use of technology at home: what patient<br />

manuals say and sell vs. what patients face and fear. Sociology of Health and Illness. 26: 617-<br />

644.<br />

Looten, DM. 2005. Risicovolle han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen thuis. Medisch Contact. 15: 632-635.<br />

NEN, Ne<strong>de</strong>rlands Normalisatie Instituut. 2001. Medische hulpmid<strong>de</strong>len - Toepass<strong>in</strong>g van<br />

risicomanagement voor <strong>medische</strong> hulpmid<strong>de</strong>len. NEN-EN-ISO 14971: 2001. Ne<strong>de</strong>rlands<br />

Normalisatie Instituut, Delft: NEN.<br />

RIVM, Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met NIVEL,<br />

Centrum voor Volksgezondheid Toekomstverkenn<strong>in</strong>gen. 2005. Op één lijn.<br />

Toekomstverkenn<strong>in</strong>g eerstelijnszorg 2020. RIVM rapport 270751009. Bilthoven:<br />

Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu.<br />

Vektis. 2005. Persoonlijke communicatie.<br />

VWS. Brancherapporten – Thuiszorg – Zorggebruik en productie.<br />

(geraadpleegd 16-6-2005).<br />

Wet BIG, Wet op <strong>de</strong> beroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele gezondheidszorg. Art 35 en 38. (1993, laatst<br />

gewijzigd bij wet van 27 september 2001).


pag. 128 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 129 van 132<br />

7. Conclusies<br />

De resultaten van dit on<strong>de</strong>rzoek lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> conclusies:<br />

1. Er wordt een aanzienlijk aantal geavanceer<strong>de</strong> <strong>medische</strong> <strong>technologie</strong>ën toegepast <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>thuissituatie</strong>, waarbij sprake is van verpleegkundig technisch han<strong>de</strong>len en observatie.<br />

Deze <strong>technologie</strong>ën zijn on<strong>de</strong>r te ver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> drie categorieën: <strong>technologie</strong>ën (a) ter<br />

on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van fysiologische functies, (b) voor toedien<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>g of<br />

medicatie en (c) voor monitor<strong>in</strong>g.<br />

2. Er is op dit moment geen volledige lan<strong>de</strong>lijke registratie van het gebruik van<br />

<strong>medische</strong> apparatuur buiten <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. De gebruikersaantallen <strong>in</strong> dit rapport komen<br />

uit verschillen<strong>de</strong> bronnen en geven een goed beeld, maar hebben een behoorlijke<br />

marge.<br />

3. Het jaarlijks geschatte aantal gebruikers van een <strong>technologie</strong> varieert van enkele<br />

tientallen (nachtelijke dialyse en apparatuur voor parenterale voed<strong>in</strong>g) tot meer dan<br />

tienduizend (vernevelaars, zuurstofapparatuur, uitwendige elektrostimulatoren,<br />

<strong>in</strong>fuuspompen en apparatuur voor slaapapneu).<br />

4. Voor <strong>de</strong> meeste geavanceer<strong>de</strong> <strong>technologie</strong>ën is het gebruik gestegen, me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<br />

<strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> prevalentie van chronische ziekten, <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>g en<br />

extramuralisatie. De verwacht<strong>in</strong>g is dat <strong>de</strong>ze trend zich <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> vijf jaar blijft<br />

voortzetten. Het gebruik van elektrostimulatoren, son<strong>de</strong>voed<strong>in</strong>g en apparatuur voor<br />

peritoneale dialyse lijkt te stabiliseren of licht te dalen.<br />

5. Aan het gebruik van thuiszorg<strong>technologie</strong>ën zijn risico’s verbon<strong>de</strong>n. In het algemeen<br />

zijn <strong>de</strong> risico’s het grootst bij <strong>technologie</strong>ën die op populatieniveau bij veel patiënten<br />

wor<strong>de</strong>n toegepast, die vitale functies overnemen, die <strong>in</strong>vasief zijn of waarmee<br />

medicatie of an<strong>de</strong>re stoffen wor<strong>de</strong>n toegediend. Veel van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> risico’s<br />

betreffen het mogelijk optre<strong>de</strong>n van gebruiksfouten, zoals fouten <strong>in</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

apparatuur en on<strong>de</strong>rhoud, maar ook ontwerpfouten en <strong>de</strong>fecten zijn van belang.<br />

6. Bij gebruik van complexe apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> kunnen risico’s optre<strong>de</strong>n<br />

doordat zorgverleners niet altijd <strong>in</strong> staat zijn voldoen<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> techniek op te<br />

doen, <strong>de</strong> <strong>technologie</strong> ook wordt toegepast door niet of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschool<strong>de</strong> personen,<br />

zoals <strong>de</strong> patiënt zelf of <strong>de</strong> mantelzorger, en zorgverleners niet altijd direct <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt<br />

zijn. Daarnaast komen technische mankementen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel aan<br />

het licht dan <strong>in</strong> een ziekenhuis en zijn <strong>de</strong>ze soms m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel te verhelpen.<br />

7. Belangrijke beheersmaatregelen met betrekk<strong>in</strong>g tot risico’s van geavanceer<strong>de</strong><br />

<strong>medische</strong> apparatuur zijn <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van apparatuur geschikt voor thuisgebruik,<br />

toepass<strong>in</strong>g van goe<strong>de</strong> accu’s en goe<strong>de</strong> alarmfuncties, het verstrekken van een<br />

aangepaste gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g voor thuisgebruik, keuze voor gebruiksvrien<strong>de</strong>lijke<br />

apparatuur en on<strong>de</strong>rhoud door <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en thuiszorgleveranciers, beperk<strong>in</strong>g van<br />

het assortiment waarmee zorgverleners werken, <strong>in</strong>zet van gespecialiseer<strong>de</strong><br />

verpleegkundigen, begeleid<strong>in</strong>g van patiënt en mantelzorger en dui<strong>de</strong>lijke afbaken<strong>in</strong>g<br />

van taken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> betrokken partijen.<br />

8. Er zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren ontwikkel<strong>in</strong>gen te signaleren die bijdragen aan<br />

risicobeheers<strong>in</strong>g, zoals <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van teams van gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundigen,<br />

<strong>de</strong> opkomst van medisch facilitaire bedrijven, <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van apparatuur die<br />

geschikt is voor thuisgebruik, het streven van zorgverleners naar beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />

assortiment apparatuur waarmee zij werken en <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van protocollen voor<br />

gebruik van apparatuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>thuissituatie</strong>.


pag. 130 van 132 RIVM rapport 265011004


RIVM rapport 265011004 pag. 131 van 132<br />

Afkort<strong>in</strong>genlijst<br />

AED Automatische externe <strong>de</strong>fibrillator<br />

AIDS Acquired Immune Deficiency Syndrome<br />

ALS Amyotrofische Lateraal Sclerose<br />

AMC Aca<strong>de</strong>misch Medisch Centrum, Amsterdam<br />

APD Automatische Peritoneale Dialyse<br />

AZM Aca<strong>de</strong>misch Ziekenhuis Maastricht<br />

BEM Begeleid<strong>in</strong>g Extramurale Medische Technologie<br />

CAPD Cont<strong>in</strong>ue Ambulante Peritoneale Dialyse<br />

CBO Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg, Utrecht<br />

CBS Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek, Voorburg<br />

COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease<br />

CPAP Cont<strong>in</strong>uous Positive Airway Pressure<br />

CPM Cont<strong>in</strong>uous Passive Motion<br />

CPR Cardiopulmonaire resuscitatie<br />

CTB Centrum voor Thuisbea<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g<br />

CTG College Tarieven Gezondheidszorg, Utrecht<br />

CTG-apparatuur CardioTocoGrafie-apparatuur<br />

CVZ College voor zorgverzeker<strong>in</strong>gen, Diemen<br />

DGV Ne<strong>de</strong>rlands Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik, Utrecht<br />

Dianet Dianet dialysecentra<br />

DVN Diabetes Verenig<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland, Leus<strong>de</strong>n<br />

EAVD Eerste Associatie van Diabetes Verpleegkundigen, Utrecht<br />

ECRI Emergency Care Research Institute<br />

FDA Food and Drug Adm<strong>in</strong>istration<br />

FES Functionele Elektrostimulatie<br />

GIP Genees- en hulpmid<strong>de</strong>len Informatie Project van CVZ<br />

HIV Humaan Immuno<strong>de</strong>ficiëncy Virus<br />

IGZ Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg, Den Haag<br />

IVD In vitro diagnostica<br />

KITTZ KwaliteitsInstituut voor Toegepaste ThuisZorgvernieuw<strong>in</strong>g, Gron<strong>in</strong>gen<br />

KNO Keel- Neus- en Oorheelkun<strong>de</strong><br />

LUMC Leids Universitair Medisch Centrum<br />

LVT Lan<strong>de</strong>lijke Verenig<strong>in</strong>g voor Thuiszorg, per 01-07-2005 Z-org,<br />

organisatie van zorgon<strong>de</strong>rnemers, Bunnik<br />

MAUDE Manufacturer and User Facility Device Experience Database<br />

MDA Medical Devices Agency<br />

MDSR Medical Device Safety Reports<br />

MHRA Medic<strong>in</strong>es and Healthcare Products Regulatory Agency<br />

MIP Meld<strong>in</strong>gscommissie Inci<strong>de</strong>nten Patiëntenzorg<br />

MLDS MaagLeverDarmSticht<strong>in</strong>g, Nieuwege<strong>in</strong><br />

MS Multiple Sclerose<br />

NEN Ne<strong>de</strong>rlands Normalisatie Instituut, Delft<br />

NHG Ne<strong>de</strong>rlands Huisartsen Genootschap, Utrecht<br />

NITEL Ne<strong>de</strong>rlands <strong>in</strong>stituut telemedic<strong>in</strong>e, Den Haag<br />

NVALT Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g van Artsen voor Longziekten en Tuberculose,<br />

’s-Hertogenbosch<br />

NVN Nierpatiënten Verenig<strong>in</strong>g Ne<strong>de</strong>rland, Bussum<br />

NVSAP Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g van SlaapApneu Patiënten, Krommenie


pag. 132 van 132 RIVM rapport 265011004<br />

NVvPD Ne<strong>de</strong>rlandse Verenig<strong>in</strong>g van Posttraumatische Dystrofie Patiënten<br />

OSAS Obstructief Slaap Apneu Syndroom<br />

PD peritoneaaldialyse<br />

Ren<strong>in</strong>e Sticht<strong>in</strong>g Registratie Nierfunctievervang<strong>in</strong>g, Rotterdam<br />

RET Registratie Enterale voed<strong>in</strong>g Thuis Ne<strong>de</strong>rland<br />

RIVM Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven<br />

RVZ Raad voor <strong>de</strong> Volksgezondheid en Zorg, Zoetermeer<br />

STOOM Sticht<strong>in</strong>g On<strong>de</strong>rzoek en Ontwikkel<strong>in</strong>g Maatschappelijke<br />

gezondheidszorg, Bunnik<br />

STT Sticht<strong>in</strong>g Toekomstbeeld <strong>de</strong>r Techniek, Den Haag<br />

TENS Transcutane Elektrische Neurostimulatie<br />

TNO Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek, Delft<br />

TNO-PG TNO Preventie en Gezondheid (tegenwoordig: Sector Beleid en<br />

Doelmatigheid, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van TNO Kwaliteit van Leven)<br />

TPV Totale parenterale voed<strong>in</strong>g<br />

UMC St. Radboud Universitair Medisch Centrum St. Radboud<br />

VAC Vacuum Assisted Closure<br />

Vektis Lan<strong>de</strong>lijk Informatiecentrum van Zorgverzekeraars, Zeist<br />

VSCA Verenig<strong>in</strong>g Samenwerk<strong>in</strong>gsverband Chronische<br />

A<strong>de</strong>mhal<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, Baarn<br />

VTV Volksgezondheid Toekomst Verkenn<strong>in</strong>g<br />

VWS M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Den Haag<br />

WIP Werkgroep Infectie Preventie, Lei<strong>de</strong>n<br />

ZN Zorgverzekeraars Ne<strong>de</strong>rland, Zeist<br />

ZonMw Zorgon<strong>de</strong>rzoek Ne<strong>de</strong>rland, Medische Wetenschappen, Den Haag<br />

Z-org Z-org, organisatie van zorgon<strong>de</strong>rnemers, voorheen LVT, lan<strong>de</strong>lijke<br />

Verenig<strong>in</strong>g voor Thuiszorg, Bunnik

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!