Witte, F., Rutjes, C., Wanink, J. & van den Thillart, G. (2005)
Witte, F., Rutjes, C., Wanink, J. & van den Thillart, G. (2005)
Witte, F., Rutjes, C., Wanink, J. & van den Thillart, G. (2005)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De effecten <strong>van</strong> lage zuurstofconcentraties<br />
op vissen<br />
Door verschillende oorzaken kan de zuurstofspanning<br />
in het milieu <strong>van</strong> vissen lager wor<strong>den</strong><br />
dan normaal. We spreken dan <strong>van</strong> hypoxie. Opgemerkt<br />
moet wor<strong>den</strong> dat dit een relatief begrip<br />
is. Voor vissen die normaal leven in een omgeving<br />
met 7 mg zuurstof per liter, is bijvoorbeeld<br />
3 mg/l hypoxisch, terwijl voor vissen die in een<br />
milieu leven met 3 mg/l, een zuurstofconcentratie<br />
<strong>van</strong> 1 mg/l pas hypoxisch kan zijn. Door<br />
toenemende voedselrijkdom (eutrofiëring) en<br />
andere vervuiling <strong>van</strong> water neemt de hoeveelheid<br />
zuurstof wereldwijd in veel meren en andere<br />
wateren af. Bij eutrofiëring ontstaat algenbloei.<br />
Wanneer deze algen dood gaan, kost de<br />
afbraak er<strong>van</strong> veel zuurstof. Dit laatste kan lei<strong>den</strong><br />
tot zelfs volledige zuurstofloosheid (anoxie).<br />
Op korte termijn kunnen vissen op twee manieren<br />
reageren op hypoxie wanneer een aanpassing<br />
door een snellere ademhaling niet meer<br />
mogelijk is. Ze kunnen inactief wor<strong>den</strong>, waardoor<br />
ze energie sparen, of ze kunnen wegvluchten,<br />
wat extra energie kost. Ieder <strong>van</strong> deze<br />
reacties heeft zijn eigen voordeel. In het eerste<br />
geval kan de vis het langer uithou<strong>den</strong> bij de lage<br />
zuurstofspanning, in het tweede geval kan hij<br />
in een gunstigere omgeving terechtkomen. Veel<br />
vissoorten vluchten naar de oppervlakte waar<br />
ze water, vermengd met lucht, ophappen. De<br />
reactie verschilt per vissoort en per situatie.<br />
kleiner bij een anaërobe stofwisseling. Afhankelijk<br />
<strong>van</strong> de soort, kunnen vissen deze situatie enkele<br />
minuten tot enkele dagen overleven. De<br />
Zuid-Amerikaanse pauwoogcichlide, Astronotus<br />
ocellatus, kan langer dan 16 uur overleven bij een<br />
zuurstofconcentratie <strong>van</strong> 0,4 mg/l in water <strong>van</strong><br />
28 ºC en zelfs vier uur bij complete zuurstofloosheid<br />
(Muusze et al., 1998). In het milieu <strong>van</strong><br />
deze soort in het Amazonebekken komen lage<br />
zuurstofconcentraties regelmatig voor.<br />
Tolerantie jegens kortdurende lage<br />
zuurstofconcentraties bij cichli<strong>den</strong><br />
Er zijn verschillen gevon<strong>den</strong> in gedrag, eigenschappen<br />
<strong>van</strong> het bloed, stofwisselingssnelheid<br />
en kieuwvorm tussen cichli<strong>den</strong> die in verschillende<br />
omgevingen leven. Soorten die voorkomen<br />
in moerassen <strong>van</strong> de satellietmeren <strong>van</strong> het<br />
Victoriameer hebben meer rode bloedlichaampjes,<br />
een hoger hemoglobine-gehalte, een groter<br />
kieuwoppervlak, en zijn toleranter jegens<br />
hypoxie dan soorten uit het open water in deze<br />
meren (Chapman et al., 2002). Verder hebben<br />
cichli<strong>den</strong> meerdere typen hemoglobine (Verheyen<br />
et al., 1986) die bij verschillende temperaturen<br />
en zuurstofspanningen functioneel zijn.<br />
De reactie op kortdurende hypoxie werd onderzocht<br />
bij negen cichli<strong>den</strong>soorten uit het Victoriameer<br />
(zeven haplochromine- en twee tilapiine<br />
soorten) en drie soorten uit het Tanganjikameer<br />
(Cyprichromis leptosoma, Tropheus moorii en<br />
Neolamprologus tretocephalus; Chapman et al.,<br />
Het belangrijkste fysiologische effect <strong>van</strong> 1995). Onderzocht werd hoe goed de soorten aan<br />
hypoxie is een zeer sterke<br />
afname <strong>van</strong> het vermogen Aloys Peter tij<strong>den</strong>s het meten <strong>van</strong> de zuurstofconcentratie in de Mwanzagolf.<br />
om zuurstof op te nemen,<br />
waardoor de vis minder<br />
energie beschikbaar heeft<br />
voor allerlei activiteiten.<br />
Het evenwicht tussen energieverbruik<br />
en zuurstofopname<br />
bepaalt de zogeheten<br />
anaërobe drempel.<br />
Dit is de grens tussen de<br />
aërobe (= met zuurstof)<br />
stofwisseling en anaërobe<br />
(= zonder zuurstof) stofwisseling.<br />
Het is een kritisch<br />
punt, want de overlevingskansen<br />
wor<strong>den</strong> snel<br />
Cichlidae 31-6 december <strong>2005</strong> (© NVC) 145