06.08.2013 Views

Masterthesis - Geneeskunde voor het Volk

Masterthesis - Geneeskunde voor het Volk

Masterthesis - Geneeskunde voor het Volk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Forfait versus Prestatiegeneeskunde<br />

De perceptie van de huisarts op de 2 grote systemen in de huisartsgeneeskunde en hun mogelijke<br />

invloed op de arts-patiënt relatie.


Forfait versus Prestatiegeneeskunde<br />

De perceptie van de huisarts op de 2 grote systemen in de huisartsgeneeskunde en hun mogelijke<br />

invloed op de arts-patiënt relatie.<br />

Te verdedigen door: Stefanie De Winter<br />

Promotors: Prof. Dr Dirk Avonts<br />

Dr. Louis Ferrant<br />

Dr. Katrien Bombeke<br />

Voorlopige rapportering Masterproef<br />

Ter verkrijging van de Manama Huisartsgeneeskunde<br />

Academiejaar 2009- 2010<br />

2


Samenvatting<br />

Context: In België wordt in de eerstelijns geneeskunde gebruik gemaakt van 2 grote betalingssystemen: de<br />

prestatiegeneeskunde, waarin de arts vergoed wordt per geleverde prestatie, en de forfaitaire geneeskunde,<br />

waarbij de arts per ingeschreven patiënt een forfaitair bedrag ontvangt.<br />

Uit verschillende studies blijkt de wijze van betaling invloed te hebben op <strong>het</strong> gedrag van de arts, de<br />

gezondheidsuitgaven en de kwaliteit van zorg. Er is echter weinig bekend over de manier waarop artsen de<br />

verschillende systemen en de mogelijke invloed hiervan op de arts- patiënt relatie ervaren.<br />

Onderzoeksvraag: Het opzet van dit onderzoek is na te gaan hoe artsen, die in beide systemen gewerkt<br />

hebben, dit ervaren hebben; welke de <strong>voor</strong>- en nadelen zijn die zij aanhalen en welke indrukken zij hebben<br />

over de mogelijke invloed van <strong>het</strong> betalingssysteem op de arts- patiënt relatie.<br />

Methode: Ik startte met een systematische literatuuronderzoek, waarin ik op zoek ging naar de mogelijke<br />

invloed van de betalingswijze op de arts – patiënt relatie en naar wat in de literatuur gekend was over de <strong>voor</strong>-<br />

en nadelen van de forfaitaire betaling en de betaling per prestatie. Daarnaast werd bij 5 Vlaamse huisartsen,<br />

die in beide systemen werkzaam waren, een semi-gestructureerd interview afgenomen. De opnames werden<br />

thematisch geanalyseerd op geluid aan de hand van een matrix, opgesteld op basis van de geïdentificeerde<br />

sleutelthema’s. Alle interviews werden volgens dit framework gecodeerd en 2 onderzoekers bediscussieerden<br />

deze resultaten.<br />

Resultaten: 4 thema’s werden uit de interviews weerhouden: organisatie en werkomstandigheden, arts-<br />

patiënt relatie, financiële implicaties, kwaliteit van zorg. Wat opvalt, is dat sommige aspecten door de artsen<br />

eenduidig als <strong>voor</strong>- of nadeel beschouwd worden- zo wordt een goede administratieve ondersteuning als een<br />

<strong>voor</strong>deel van <strong>het</strong> forfaitaire systeem ervaren en staan de artsen unaniem negatief tegenover de rompslomp<br />

die met <strong>het</strong> cash afrekenen gepaard gaat- daar waar andere aspecten heel tegenstrijdig ervaren worden – zo<br />

betekende <strong>voor</strong> sommige artsen de samenwerking met paramedici in de eigen praktijk een verlichting van de<br />

medische taken, en <strong>voor</strong> anderen een beknotting van hun vrijheid van doorverwijzing.<br />

Of eigenschappen van <strong>het</strong> forfaitaire systeem of van <strong>het</strong> systeem van betaling per prestatie als <strong>voor</strong>- of<br />

nadeel ervaren werden hing zowel van persoonlijke factoren af als van praktijkfactoren (aantal collega’s,<br />

praktijkpopulatie,…) en is dus niet zuiver systeemgebonden.<br />

Uit wat de artsen vertelden, blijkt <strong>het</strong> betalingssysteem de arts– patiënt relatie niet wezenlijk te veranderen.<br />

Wel merken we een invloed op een aantal deelaspecten van dit complexe begrip: de verplichte inschrijving in<br />

<strong>het</strong> forfaitaire systeem blijkt toch van invloed op de machtsverhouding tussen arts en patiënt. De arts kan hier<br />

meer als reglementeerder optreden, en de drempel om af te wachten en de patiënt terug te laten komen als<br />

zijn ziektetoestand niet verbetert, ligt lager. Ook <strong>het</strong> wel of niet moeten afreken op <strong>het</strong> einde van de<br />

consultatie kan <strong>het</strong> gedrag van de arts mee bepalen. In de prestatiegeneeskunde melden sommige artsen dat<br />

<strong>het</strong> vragen van geld in bepaalde situaties (bvb. bij <strong>het</strong> vaststellen van een overlijden) bij hen een zekere<br />

schroom teweegbrengt. In <strong>het</strong> forfaitaire systeem ligt de drempel tot consulteren dan weer zeer laag,<br />

3


waardoor artsen de indruk krijgen dat er toch sneller – soms <strong>voor</strong> een peulenschil- wordt beroep gedaan op<br />

hun diensten.<br />

Conclusies: De arts- patiënt relatie blijkt niet wezenlijk verschillend te zijn tussen beide systemen, al hebben<br />

sommige factoren, eigen aan <strong>het</strong> betalingssysteem (vaste inschrijving, afrekenen) hierop toch een invloed.<br />

In de prestatiegeneeskunde bestaat er een duidelijke vraag van de artsen naar administratieve<br />

vereenvoudiging. Het afrekenen wordt beschouwd als onnodig belastend en tijdrovend. Over vele andere<br />

aspecten zijn de meningen verdeeld. Het ziet er naar uit dat, naast factoren eigen aan <strong>het</strong> betalingssyteem,<br />

ook andere factoren (persoonlijke ervaring, praktijkgebonden factoren) hierin een rol spelen. Voor vele artsen<br />

is <strong>voor</strong>al een goede praktijkondersteuning en –organisatie van primordiaal belang om goed te kunnen<br />

functioneren als arts. Daar waar dit vroeger dé troeven waren van de forfaitaire geneeskunde, zien we dit de<br />

laatste jaren in toenemende mate ook in praktijken die per prestatie werken.<br />

De verplichte inschrijving en <strong>het</strong> ‘gratis’ werken in <strong>het</strong> forfait blijven belangrijke verschilpunten, die echter niet<br />

eensluidend als positief of negatief worden ervaren. Een belangrijk aandachtspunt is de grotere aandacht<br />

<strong>voor</strong> preventie in <strong>het</strong> forfaitaire systeem.<br />

Trefwoorden: Family practice, Fee for Service, Capitation, Patient Satisfaction<br />

4


Dankwoord<br />

Graag bedank ik volgende mensen <strong>voor</strong> hun, al dan niet rechtstreekse, jarenlange steun bij deze scriptie:<br />

In de eerste plaats Professor Avonts en Dr. Ferrant, mijn promotoren, <strong>voor</strong> hun begeleiding.<br />

Prof. Avonts leerde me gestructureerd te werk te gaan en de dingen helder te zien als ik soms door de bomen<br />

<strong>het</strong> bos niet meer zag. Dr. Ferrant was dan weer een ervaringsdeskundige en wierp vanuit dit perspectief<br />

meermaals een nieuw licht op de zaak.<br />

Dr. Katrien Bombeke, <strong>voor</strong> <strong>het</strong> delen van haar expertise omtrent kwalitatief wetenschappelijk onderzoek en<br />

<strong>het</strong> keer op keer nalezen van dit manuscript. Maar ook <strong>voor</strong> <strong>het</strong> warme onthaal van mezelf met al mijn vragen<br />

en de mentale opvang in tijden van ‘masterproefcrisis-momenten’.<br />

Ook Prof De Maeseneer, <strong>voor</strong> de inwijding in dit onderwerp dat hem zo nauw aan <strong>het</strong> hart ligt.<br />

De artsen die bereid waren geïnterviewd te worden, <strong>voor</strong> de tijd die ze hier<strong>voor</strong> vrijmaakten en de oprechtheid<br />

waarmee ze spraken.<br />

Verder mogen ook mijn respectievelijke praktijkopleiders niet ontbreken: Dr Nuyts die me <strong>het</strong> eerste jaar<br />

coachte en Dr Jan Baekelandt, die me begeleidde bij <strong>Geneeskunde</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> volk. Voor hun interesse en<br />

betrokkenheid, niet enkel wat dit project betrof, maar in mijn hele groeiproces als jonge huisarts. Hierin<br />

stonden ze zeker niet alleen: mijn dank gaat natuurlijk ook uit naar alle collega’s, in beide praktijken, <strong>voor</strong> de<br />

fijne samenwerking.<br />

Dokter Bart van Balen, mijn stagecoördinator, <strong>voor</strong> de begeleiding van de seminaries, zijn gedrevenheid <strong>voor</strong><br />

en bezorgdheid om zijn ‘pupillen’. En mijn seminariegenoten, <strong>voor</strong> de boeiende uitwisseling, <strong>het</strong> groepsgevoel<br />

en de leuke momenten samen.<br />

Mijn broer, Lieven, <strong>voor</strong> <strong>het</strong> minutieus nalezen van dit manuscript.<br />

Mijn ouders, die me altijd de kans hebben gegeven mijn eigen weg te zoeken en te gaan, en me daarin<br />

steeds on<strong>voor</strong>waardelijk hebben gesteund.<br />

Tot slot: Matthias, <strong>voor</strong> zijn trouwe steun, zijn geduld en aanmoedigingen tijdens de moeilijke momenten en<br />

zijn on<strong>voor</strong>waardelijke liefde.<br />

5


Inhoudstafel<br />

1. Inleiding 8<br />

1.1. Persoonlijke motivatie 8<br />

1.2. Kaderen van <strong>het</strong> thema in de huidige situatie in de Belgische gezondheidszorg 10<br />

1.3. Beschrijving van de betalingssystemen in België: prestatie vs forfaitaire geneeskunde 10<br />

1.3.1. Prestatiegeneeskunde (fee for service) 10<br />

1.3.2. Forfaitaire geneeskunde (capitation) 11<br />

1.4. De arts- patiënt relatie 12<br />

2. Doelstelling en onderzoeksvraag 13<br />

3. Methode 14<br />

3.1. Literatuurstudie 14<br />

3.2. Kwalitatief onderzoek 15<br />

4. Resultaten 16<br />

4.1. Literatuurstudie 16<br />

4.1.1. Sterktes en zwaktes van beide betalingssystemen 16<br />

4.1.1.1. Internationale literatuur 16<br />

4.1.1.2. Situatie in België 17<br />

4.1.2. De arts- patiënt relatie 19<br />

4.2. Kwalitatief onderzoek 20<br />

4.2.1. Organisatie van de praktijk en werkomstandigheden van de huisarts 20<br />

4.2.1.1. Praktijkondersteuning 20<br />

4.2.1.2. Afrekenen 22<br />

4.2.1.3. Werkdruk 22<br />

4.2.1.4. Tevredenheid van de artsen 23<br />

4.2.2. Financiële implicaties 24<br />

4.2.3. De arts – patiënt relatie 24<br />

4.2.3.1. Machtsverhouding 25<br />

4.2.3.2. Afrekenen 25<br />

4.2.4. Kwaliteit van zorg 27<br />

4.2.4.1. Statuut & preventie 27<br />

6


4.2.4.2. Verplichte inschrijving 28<br />

4.2.4.3. Personeel en materiaal 28<br />

4.2.4.4. Watchful waiting 28<br />

4.2.5. Samenvattend 28<br />

5. Bespreking en besluiten 30<br />

5.1. Resultaten 30<br />

5.2. Sterktes en zwaktes 31<br />

5.3. Implicaties <strong>voor</strong> de praktijk 31<br />

6. Referenties 33<br />

7. Bijlagen 34<br />

7.1. Bijlage 1: Draaiboek interviews 35<br />

7.2. Bijlage 2: Coderingsframe 38<br />

7


1. Inleiding<br />

1.1. Persoonlijke motivatie<br />

Tijdens mijn 1 e jaar als Haio in een groepspraktijk die per prestatie werkte, verbaasde ik me al snel over de<br />

veelheid aan betalingsmethoden die werden gebruikt tijdens de consultaties. In mijn ogen veroorzaakte dit<br />

onnodig veel rompslomp (<strong>het</strong> juiste nomenclatuurnummer invullen, niet vergeten 2x een handtekening en<br />

stempel te zetten; zorgen dat je genoeg wisselgeld in huis hebt; soms grote bedragen innen in <strong>het</strong> midden<br />

van de nacht; <strong>het</strong> wekelijks naar de bank moeten lopen om al je cashgeld te storten…). Ik vroeg me dan ook<br />

af of er geen alternatieven waren die <strong>het</strong> allemaal wat eenvoudiger konden maken.<br />

Een tweede frustratie, hield ook verband met dat afrekenen op <strong>het</strong> einde van een consultatie…: ik voelde me<br />

vaak gegeneerd als ik om geld vroeg… En dit dan <strong>voor</strong>al wanneer <strong>het</strong> maar een kort consult betrof<br />

(bloedname, vaccinatie,…), wanneer ik <strong>het</strong> gevoel had de patiënt niet echt te hebben kunnen helpen (niet<br />

tegemoet kwam aan een gevraagd <strong>voor</strong>schrift of werkonbekwaamheid), of in een – <strong>voor</strong> de patiënt-<br />

emotioneel zware situatie (vaststellen van een overlijden, acute opname in <strong>het</strong> ziekenhuis,…). Gelukkig kon<br />

ik, bij patiënten die <strong>het</strong> duidelijk minder breed hadden, <strong>het</strong> systeem van derde betaler toepassen (ook al<br />

betekende dit nog meer administratie: opmaken van verzamelstaten, versturen naar de verschillende<br />

ziekenfondsen, etc.).<br />

Naar aanleiding van dit gevoel, rees een tweede vraag: heeft de wijze van betaling mogelijks een invloed op<br />

de arts- patiënt relatie…? Is <strong>het</strong> zo dat je je meer in een handelaarspositie bevindt als je op <strong>het</strong> einde van een<br />

consult contant afrekent? Komen patiënten vaker ‘onnodig’ naar de huisarts omdat <strong>het</strong> ‘gratis’ is (in <strong>het</strong><br />

forfaitaire systeem)?...<br />

Al snel werd duidelijk dat er 2 grote systemen bestaan in ons land: de forfaitaire betalingsmethode en de<br />

betaling per prestatie. Het leek me interessant deze verschillende manieren van werken van dichtbij mee te<br />

maken. Niet in <strong>het</strong> minst om <strong>voor</strong> mezelf uit te kunnen maken, welk systeem mij persoonlijk <strong>het</strong> beste zou<br />

liggen als ik later als afgestuurde huisarts zou moeten kiezen.<br />

Het 2 e jaar werkte ik in een groepspraktijk van ‘<strong>Geneeskunde</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Volk</strong>’. Daar werkt men forfaitair,<br />

waardoor ik als arts meteen van een hoop administratieve rompslomp bevrijd was 1 : geen tijdverlies meer aan<br />

<strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> consult, meer tijd <strong>voor</strong> <strong>het</strong> echte medisch werk. Het ‘gratis’ werken, verlaagt niet enkel de<br />

drempel <strong>voor</strong> de patiënt om te consulteren, maar ook mijn drempel om mensen terug te bestellen en de<br />

tijdsfactor uit te spelen als een diagnose niet helemaal duidelijk is… ik merkte bij<strong>voor</strong>beeld dat ik minder snel<br />

geneigd was om antibiotica <strong>voor</strong> te schrijven en meer durfde af te wachten en de patiënt adviseerde terug te<br />

komen indien de klachten verergerden.<br />

Bovendien werd er in deze praktijk duidelijk meer tijd gemaakt <strong>voor</strong> overleg, zowel medisch als met <strong>het</strong> ganse<br />

team. Er werd nagedacht over een goed gemeenschappelijk beleid (bvb. over astma of INR, afspraken rond<br />

<strong>het</strong> uniform invullen van <strong>het</strong> EMD) en er was aandacht <strong>voor</strong> de volksgezondheid buiten de muren van de<br />

1 Deze administratieve verlichting is enerzijds <strong>het</strong> gevolg van <strong>het</strong> niet te moeten afrekenen, maar anderzijds omdat de<br />

onthaalmedewerkers een grote taak hierin overnemen: <strong>het</strong> forfait brengt andere administratieve taken met zich mee, maar heeft als<br />

<strong>voor</strong>deel dat er ook personeel <strong>voor</strong> kan aangenomen worden, zodat de arts zich op zijn eigenlijke – medische- taak kan toeleggen.<br />

8


consultatieruimte (actie rond <strong>het</strong> Lange Wapper viaduct in Antwerpen, waarbij 200 000 bewoners in de<br />

hoogrisico zone zouden komen te wonen wat betreft luchtvervuiling en geluidsoverlast). Ik had meer <strong>het</strong><br />

gevoel echt in een team te werken.<br />

Een ander aspect dat ik ervaren heb als verschillend tussen beide praktijken (maar dat niet strikt<br />

systeemgebonden is) is <strong>het</strong> afsprakensysteem. In de eerste praktijk werkte men regelmatig met vrije<br />

raadpleginguren: tussen bepaalde uren konden patiënten zonder afspraak komen aanschuiven in de<br />

wachtzaal. Dit heeft als gevolg dat de consultatieduur erg on<strong>voor</strong>spelbaar is. Op sommige dagen kwamen er<br />

weinig patiënten opdagen, terwijl je op andere dagen geconfronteerd werd met een volle wachtzaal.<br />

Dit gaf me vaak een opgejaagd gevoel. Het feit dat ik niet wist om hoe laat ik klaar zou zijn, maakte bovendien<br />

dat ik na de uren vaak niet concreet iets kon afspreken en dit had dan weer zijn weerslag op mijn sociaal<br />

leven. Ook <strong>voor</strong> de patiënten was dit niet ideaal: niet alleen moesten ze soms uren wachten <strong>voor</strong> ze bij de<br />

dokter kwamen, bovendien hing de lengte van <strong>het</strong> consult af van de drukte in de wachtzaal.<br />

In de tweede praktijk werkte men uitsluitend op afspraak. Dit betekende een verademing: ik had nu vaste uren<br />

en wist ongeveer om hoe laat ik thuis was. Er werd 20 minuten gerekend per patiënt, wat me de tijd gaf om op<br />

een rustige manier consultatie te doen. En hoewel ik in totaal meer uren werkte, ging ik met minder stress<br />

naar huis.<br />

Hieronder vindt u een tabel ter samenvatting van de <strong>voor</strong>- en nadelen die ik zelf ervoer. Hierbij dient<br />

opgemerkt te worden dat ik zowel in de eerste als in de tweede praktijk een vast maandloon had. Dit maakt<br />

dat <strong>het</strong> verschil in statuut, dat er in beide systemen normaal gezien is, op mij niet van toepassing was, en dat<br />

ik daar dus geen uitspraken over kan doen… (hoewel ik als schijnzelfstandige toch meer administratie had,<br />

dan ik nu als bediende van SUI vzw heb)<br />

Tabel 1: Voor- en nadelen die ik zelf ervaren heb in de verschillende praktijken<br />

+<br />

Prestatiegeneeskunde Forfait<br />

9<br />

- Ik heb meer tijd per patiënt<br />

- Ik werk op afspraak, <strong>het</strong>geen ik als<br />

beduidend minder stresserend ervaar<br />

- Er is een betere ondersteuning door<br />

<strong>het</strong> onthaal: geen telefoontjes tijdens<br />

de RP bvb.<br />

- Groter team, dus minder problemen<br />

als er iemand uitvalt<br />

- Teamspirit<br />

- We werken meer volgens de richtlijnen<br />

- Er is een goed EMD, dat zeer volledig<br />

is, waardoor ik als HAIO beschik over<br />

de nodige informatie over de patiënt<br />

- Er is meer tijd en aandacht <strong>voor</strong><br />

preventie


-<br />

- Ik ervaar veel stress door de<br />

on<strong>voor</strong>spelbaarheid van de open<br />

raadpleging<br />

- Het afrekenen betekent <strong>voor</strong> mijn<br />

tijdverlies, meer administratie, schroom<br />

- Er wordt minder rekening gehouden<br />

met de richtlijnen<br />

- Er is weinig/geen tijd <strong>voor</strong> preventie<br />

- Het EMD is niet altijd even goed<br />

ingevuld.<br />

1.2. Kaderen van <strong>het</strong> thema in de huidige situatie in de Belgische gezondheidszorg<br />

In België bestaan er twee financieringssystemen <strong>voor</strong> de zorgverlening in de huisartsgeneeskunde: de<br />

betaling per prestatie, die veruit <strong>het</strong> meest <strong>voor</strong>komt, en de forfaitaire betaling die wordt toegekend aan de<br />

zorgverstrekkers bij wie de patiënten zich hebben ingeschreven.<br />

Er is een brede consensus dat de vergoedingswijze van de zorgverstrekkers niet zonder gevolg is <strong>voor</strong> de<br />

kosten en de kwaliteit van de zorg 1 .<br />

Bovendien klinkt, met de wereldwijd oplopende kosten van de gezondheidszorg, de vraag naar een <strong>voor</strong> de<br />

gemeenschap betaalbare en <strong>voor</strong> iedereen toegankelijke en kwaliteitsvolle eerstelijnszorg steeds luider 2 .<br />

Overheden hebben de keuze tussen verschillende technieken om de eerstelijnszorg te financieren.<br />

1.3. Beschrijving van de betalingssystemen in België: prestatie versus forfaitaire geneeskunde<br />

1.3.1. Prestatiegeneeskunde (Fee for service)<br />

In België is dit tot op heden <strong>het</strong> meest <strong>voor</strong>komende systeem. De arts krijgt een vergoeding <strong>voor</strong> elke<br />

prestatie die door hem wordt geleverd. Deze prestaties zijn op wisselende wijze gedetailleerd beschreven in<br />

een zogenaamde nomenclatuur. Artsen beslissen autonoom over de zorg die zij aanbieden, patiënten kunnen<br />

vrij hun arts kiezen. Andere landen, waaronder Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Japan en Luxemburg werken<br />

eveneens volgens dit systeem.<br />

Ook in dit systeem duiken de laatste jaren echter meer en meer forfaitair vergoedingen op. Om <strong>het</strong> beroep<br />

van huisarts aantrekkelijker te maken <strong>voor</strong> de jongere generaties werden ‘praktijkondersteunende fondsen’<br />

opgericht, zoals Impulseo I, II en binnenkort ook III; premies ter ondersteuning van de informatisering, etc… In<br />

die zin kunnen we in België toch ook spreken van een gemengd systeem.<br />

De grote verschillen met <strong>het</strong> pure forfaitaire systeem blijven echter: <strong>het</strong> statuut van de huisarts en <strong>het</strong> al dan<br />

niet afrekenen op <strong>het</strong> einde van de consultatie.<br />

10


1.3.2. Forfaitaire geneeskunde (capitation)<br />

Sinds enkele jaren zien we echter een stijging in <strong>het</strong> aantal praktijken dat forfaitair werkt (zie tabel 2).<br />

Op 30 juni 2007 werden 188.787 patiënten (een kleine 2% van de Belgische bevolking) verzorgd in 88<br />

praktijken die dit systeem toepassen. De 19 Vlaamse wijkgezondheidscentra en 11 praktijken van<br />

‘<strong>Geneeskunde</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Volk</strong>’ werken allen met forfaitaire betaling, naast een kleine 90 ‘Maisons Médicales 2 ’.<br />

Daarnaast zijn er nog een handvol andere praktijken die een “akkoord betreffende forfaitaire betaling”<br />

afsloten 3 .<br />

Tabel 2 Evolutie van <strong>het</strong> aantal forfaitair ingeschrevenen op 30 juni 2008 (bron: Riziv)<br />

Patiënten Forfaitaire praktijken<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

104.161<br />

112.266<br />

122.820<br />

143.294<br />

155.913<br />

164.739<br />

188.787<br />

11<br />

51<br />

55<br />

59<br />

67<br />

71<br />

80<br />

88 (324 huisartsen)<br />

In <strong>het</strong> systeem van de forfaitaire betaling wordt de patiënt als eenheid gebruikt. Niet hoeveel prestaties men<br />

doet, maar wel <strong>voor</strong> hoeveel en <strong>voor</strong> welke patiënten men de verzorging opneemt, bepaalt <strong>het</strong> bedrag dat<br />

men ontvangt. Het forfait per patiënt kan wisselen volgens een aantal sociale variabelen 4 . (Zie tabel 3)<br />

Tabel 3: Forfaitaire maandbedragen van toepassing vanaf 1 april 2009 (Bron: Riziv)<br />

Categorie van<br />

Rechthebbende<br />

Algemeen geneeskundigen Kinesitherapeuten Verpleging<br />

Gewone rechthebbenden<br />

die de verhoogde<br />

verzekeringstegemoetkoming<br />

niet genieten<br />

Gewone rechthebbenden<br />

die de verhoogde<br />

verzekeringstegemoetkoming<br />

wel genieten<br />

Gepensioneerden, invaliden,<br />

weduwen en wezen<br />

die de verhoogde<br />

verzekeringstegemoetkoming<br />

niet genieten<br />

Gepensioneerden, invaliden,<br />

weduwen en wezen<br />

die de verhoogde<br />

verzekeringstegemoetkoming<br />

wel genieten<br />

6,31 EUR 2,58 EUR 0,59 EUR<br />

12,94 EUR 6,64 EUR 9,63 EUR<br />

16,99 EUR 9,36 EUR 22,10 EUR<br />

35,03 EUR 20,40 EUR 84,13 EUR<br />

De patiënt ondertekent een contract met een zorgverstrekker (meestal een multidisciplinaire praktijk) en ook<br />

de verzekeringsinstelling van de patiënt ontvangt een exemplaar. Hierdoor verbindt de zorgverstrekker zich<br />

tot een continue hulpverlening van de in <strong>het</strong> contract vermelde disciplines.<br />

2 Niet alle forfaitair werkende artsen beschikken over <strong>het</strong> bediendestatuut. In de Vlaamse WGC’s is dit één van de<br />

vereisten (naar multidisciplinaire samenwerking en preventie). In Wallonië zien we echter dat artsen in sommige Maisons<br />

Médicales <strong>het</strong> zelfstandigen statuut behouden.<br />

3 Zij zijn geen lid van de vereniging van WGC, maar werken toch forfaitair.<br />

4 in België gebeurt dit aan de hand van de, aan de patiënt toegekende, Rizivcode.


Voor wat huisartsgeneeskunde betreft kan de patiënt, zonder dat er een bijkomende bijdrage wordt gevraagd,<br />

een beroep doen op de huisarts <strong>voor</strong> consultaties en huisbezoeken. Eventuele technische prestaties worden<br />

via de regeling derde betaler verrekend. Prestaties die door andere huisartsen worden verstrekt en<br />

aangerekend in <strong>het</strong> kader van de georganiseerde week- of weekendwachtdienst, worden door de<br />

zorgverstrekker aan de patiënt terugbetaald (en niet door de verzekeringsinstelling). Terugbetaling van<br />

prestaties die door andere huisartsen worden aangerekend buiten deze wachtdienst, en binnen <strong>het</strong> gebied<br />

van de praktijk waarbij de patiënt is aangesloten, kan door de zorgverstrekker geweigerd worden.<br />

Dit ‘capitation’ systeem wordt in mindere of meerdere mate toegepast in o.a. Nederland, <strong>het</strong> Verenigd<br />

Koninkrijk, Denemarken, Italië, Indonesië en Finland. In België zijn <strong>het</strong> <strong>voor</strong>namelijk de wijkgezondheidscentra<br />

en de praktijken van ‘<strong>Geneeskunde</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Volk</strong>’ die deze abonnementsgeneeskunde in de praktijk brengen.<br />

1.4. De arts – patiënt relatie<br />

Weinig zaken blijken zo moeilijk te definiëren als een ‘relatie’. Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat een goede<br />

verstandhouding of relatie tussen de arts en diens patiënt belangrijk is <strong>voor</strong> <strong>het</strong> vlotte verloop van <strong>het</strong> consult.<br />

Maar <strong>het</strong> reikt verder dan dat: uit studies blijkt dat een goede arts- patiënt relatie niet enkel als ‘aangenaam’<br />

wordt ervaren; maar dat dit bovendien van fundamenteel belang is <strong>voor</strong> goede geneeskunde.<br />

Bij uitstek is de huisarts iemand die je als patiënt moet kunnen vertrouwen. Maar ook <strong>voor</strong> de arts is <strong>het</strong><br />

belangrijk te weten wat hij van zijn patiënt kan verwachten.<br />

Men zou kunnen vermoeden dat <strong>het</strong> afrekenen op <strong>het</strong> einde van de consultatie mogelijks van invloed is op de<br />

arts – patiënt relatie. De arts in kwestie bevindt zich hierdoor meer in een handelaars positie, waarbij de klant<br />

tevreden gehouden dient te worden en de patiënt waar <strong>voor</strong> zijn geld verwacht (‘<strong>voor</strong> wat, hoort wat’).<br />

In <strong>het</strong> kader van mijn nakend afstuderen en <strong>het</strong> kiezen van een eigen praktijk leek <strong>het</strong> me zinvol na te gaan<br />

wat de <strong>voor</strong>- en nadelen van de bestaande betalingssystemen waren.<br />

Verschillende internationale studies werden hierover reeds gepubliceerd. Hoe artsen dit zelf ervaren werd<br />

echter nog niet onderzocht.<br />

Daarnaast is de idee, dat de manier waarop artsen betaald worden van invloed is op hun klinische en<br />

professionele gedrag, wijd verspreid. Zelf ervoer ik dit ook al in de praktijk. Men zou zich echter de vraag<br />

kunnen stellen of dit ook opgaat <strong>voor</strong> de arts- patiënt relatie?<br />

In dit eindwerk trachten we hierop een antwoord te formuleren.<br />

12


2. Doelstelling en onderzoeksvraag<br />

Met deze studie wilde ik nagaan hoe Vlaamse huisartsen die zowel in <strong>het</strong> forfaitair als per prestatiesysteem<br />

werkzaam waren, beide systemen ervaren, en meer bepaald:<br />

1) welke <strong>voor</strong>- en nadelen zij ondervinden in beide systemen<br />

2) of en welke invloed zij ervaren van <strong>het</strong> betalingssysteem op de arts – patiënt relatie<br />

13


3. Methode<br />

3.1. Literatuurstudie<br />

In mijn systematische zoektocht heb ik in eerste instantie <strong>voor</strong>al gebruik gemaakt van Medline (via Cebam). Ik<br />

vertrok vanuit een aantal <strong>voor</strong>opgestelde PICO’s, bvb.:<br />

P: arts (family practice)<br />

I: patiënt betaalt (capitation fee)<br />

C: patiënt betaalt niet (fee-for- service)<br />

O: arts- patient relatie (exp Consumer Satisfaction/ or exp Patient Satisfaction/ or exp Physician-<br />

Patient Relations)<br />

In een geavanceerde zoektocht, gaf ik eerst de trefwoorden uit mijn PICO in, waarna ik de juiste MeSH<br />

termen (zie hoger) selecteerde. Deze termen liet ik zo breed mogelijk (‘explode’), om zoveel mogelijk artikels<br />

met dit onderwerp te includeren.<br />

Op deze manier ging ik ook te werk <strong>voor</strong> de andere trefwoorden van mijn PICO. Uiteindelijk liet ik de databank<br />

de artikels opzoeken die deze termen combineren door gebruik te maken van de Boolean operatoren (and-<br />

or- not).<br />

Ik selecteerde in eerste instantie aan de hand van de titel en, waar mogelijk, ook aan de hand van <strong>het</strong><br />

abstract.<br />

Zoekacties meer in detail:<br />

- family Practice AND Medical Fees AND Physician-Patient Relations leverde 19 resultaten op waarvan<br />

1 mogelijk interessant <strong>voor</strong> <strong>het</strong> onderzoek.<br />

- family Practice AND Fee-for-service plans AND Physician-Patient Relations leverde 5 resultaten op,<br />

waarvan geen enkel relevant.<br />

- family Practice AND Fee-for-service plans AND Consumer Satisfaction/ Patient Satisfaction/<br />

Physician-Patient Relations leverde 11 resultaten op, waarvan 2 bruikbaar.<br />

- family Practice AND Capitation Fee AND Consumer Satisfaction/ Patient Satisfaction/ Physician-<br />

Patient Relations leverde 11 resultaten op, waarvan 1 interessant.<br />

- family Practice AND Fee-for-service plans AND Capitation Fee AND Consumer Satisfaction/ Patient<br />

Satisfaction/ Physician-Patient Relations leverde 2 resultaten op, waarvan 1 relevant.<br />

Nadien werd een zoekactie naar review artikels ondernomen via de Cochrane databank. Ook daar werden<br />

enkele relevante artikels weerhouden.<br />

Een tweede bron van informatie bestond uit de artikels die me werden doorgestuurd door Prof. De<br />

Maeseneer. Ook via Myriam Suetens van de Vereniging van Wijkgezondheidscentra en Katrien Bombeke,<br />

14


wiens doctoraat handelt over de patiëntgerichtheid van studenten geneeskunde, kreeg ik een aantal relevante<br />

artikels.<br />

Ik bekeek ook telkens de lijst van referenties op zoek naar bijkomende studies die mogelijk interessant<br />

konden zijn <strong>voor</strong> mijn onderzoek.<br />

3.2. Kwalitatief onderzoek<br />

Ik deed een steekproef waarbij de deelnemers doelgericht werden geselecteerd met maximale variatie 20 . Aan<br />

de hand van een vast draaiboek (zie bijlage), interviewden we –na een mondelinge geïnformeerde<br />

toestemming en garantie op anonimiteit- 5 huisartsen. Bij een aantal gebeurde dit telefonisch, bij anderen in<br />

een life gesprek.<br />

Nadien werden de opnames thematisch geanalyseerd 19 : 2 onderzoekers (Katrien Bombeke (KB) en ik)<br />

luisterden eerst naar de opgenomen interviews om vertrouwd te raken met de data en om de centrale thema’s<br />

te verkennen (= familiarisatie). Vervolgens werd door deze 2 onderzoekers, onafhankelijk van elkaar, een<br />

thematisch ‘framework’ opgesteld, waarin de sleutelthema’s werden ondergebracht. Deze thema’s werden<br />

dan bediscussieerd en na overeenkomst werd hiervan een matrix opgesteld: enerzijds met de <strong>voor</strong>- en<br />

nadelen van <strong>het</strong> forfaitaire systeem versus de prestatiegeneeskunde; anderzijds met de verschillende<br />

sleutelthema’s die naar voren kwamen.<br />

In een volgende stap codeerde ik alle interviews aan de hand van deze matrix. Bij dit coderen werd speciale<br />

aandacht gegeven aan nieuwe thema’s die nog niet in de matrix opgenomen waren. Op die manier werd de<br />

matrix soepel aangepast aan nieuwe bevindingen. Specifieke citaten werden per veld bijgehouden. Over elk<br />

gecodeerd interview werd overlegd met Katrien Bombeke (KB).<br />

De laatste fase bestond uit de interpretatie van de gecodeerde data door ons beiden: de interviews werden<br />

opnieuw beluisterd, er werd gezocht naar associaties tussen verschillende thema’s, en aandacht geschonken<br />

aan de interpretatie van deze thema’s in de context van de geïnterviewde. Op die manier werden de<br />

overeenkomsten en tegenstellingen verklaard vanuit persoonlijke- en praktijk context.<br />

15


4. Resultaten<br />

4.1. Literatuurstudie<br />

4.1.1. Sterktes en zwaktes van beide betalingssystemen<br />

4.1.1.1. Internationale literatuur<br />

Eerst en <strong>voor</strong>al valt op dat er veel theoretische studies gemaakt werden over de te verwachten effecten van<br />

elk betalingssysteem, maar dat de empirische studies in de minderheid zijn. Uit deze empirische studies blijkt<br />

evenwel dat de verwachte effecten in praktijk minder zwaar wegen dan in theorie werd gedacht.<br />

Volgens de internationale literatuur ziet een arts in de prestatiegeneeskunde meer patiënten per week 6,7,8,9 en<br />

plant hij vaker follow-up raadplegingen. Doordat zijn inkomen recht evenredig is met <strong>het</strong> aantal<br />

patiëntencontacten is er mogelijk een risico op overconsumptie (supplier –induced- demand). 8,9,15 Daarnaast<br />

wordt er meer doorverwezen naar specialisten en wordt er vaker gebruik gemaakt van diagnostische en<br />

curatieve diensten. 8 Er wordt echter minder medicatie <strong>voor</strong>geschreven en ook worden patiënten minder vaak<br />

gehospitaliseerd. 8<br />

In <strong>het</strong> forfaitaire systeem wordt vaker in groep gewerkt, zien we gemiddeld jongere en vrouwelijke artsen 9,10 .<br />

Zij zien minder patiënten per week 6,7,8,9 , hebben kortere raadplegingen 7,11 maar stimuleren de zelfzorg van<br />

de patiënt en geven meer <strong>voor</strong>lichting. 8, 10,16 Ook de preventieve zorg zou hier beter ontwikkeld zijn 6,11 , al is<br />

niet helemaal duidelijk of dit <strong>het</strong> gevolg is van <strong>het</strong> forfaitaire systeem op zich, dan wel van <strong>het</strong> werken in een<br />

groepspraktijk met de nodige ondersteuning. 14<br />

Omgekeerd stelt men in de forfaitaire geneeskunde geen ‘onderbehandeling’ vast. 12 Wel wordt<br />

gewaarschuwd <strong>voor</strong> een risicoselectie bij <strong>het</strong> inschrijven van patiënten. Voor patiënten met een hoog risico of<br />

zwaardere zorgbehoeften is niet altijd een aangepaste betaling <strong>voor</strong>zien. In theorie zou dit kunnen leiden tot<br />

een selectie bij inschrijving in <strong>het</strong> forfaitaire systeem, waarbij deze patiënten benadeeld zouden kunnen<br />

worden. Jonge, gezonde patiënten brengen evenveel op, maar vergen veel minder werk van de huisarts<br />

(creamskimming). 8<br />

De kwaliteit van zorg blijkt in beide systemen volgens verschillenden artikels evenwaardig te zijn. 1, 7, 11 Ook<br />

zien we geen verschil in attitude van de artsen in beide systemen wat betreft ideeën over ziekte en<br />

gezondheid, ziekte uitlokkende factoren, omgaan met andere culturen en <strong>het</strong> benoemen van drempels in de<br />

toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. 14<br />

In alle doorgenomen artikels blijkt <strong>het</strong> betalingssysteem invloed te hebben op <strong>het</strong> gedrag van de arts. Toch<br />

was niet altijd even duidelijk in hoeverre deze verschillen <strong>het</strong> gevolg waren van <strong>het</strong> betalingssysteem, dan wel<br />

van de organisatie van de praktijk (solo vs groepspraktijk, infrastructuur, ondersteuning,…). 9<br />

16


Tabel 4: <strong>voor</strong>- en nadelen van beide systemen volgens de literatuur<br />

Bron: studie KCE - tot - - : slecht tot zeer slecht 0 : neutraal + à +++: goed tot zeer goed ? : onbekend<br />

- toegankelijkheid<br />

- continuïteit van zorg<br />

- financiële zekerheid<br />

- autonomie<br />

- kwaliteit van de raadpleging<br />

- toegankelijkheid<br />

- keuzevrijheid<br />

- <strong>voor</strong>spelbaarheid van de<br />

gezondheidsuitgaven<br />

- equity (billijkheid)<br />

- supplier induced demand<br />

- risicoselectie<br />

- overmatig doorverwijzen naar de 2e lijn<br />

- kortere raadpleging<br />

- medicatie<strong>voor</strong>schriften<br />

Prestatiegeneeskunde Forfait<br />

Gezondheidsobjectieven<br />

Voordelen <strong>voor</strong> de arts<br />

17<br />

-<br />

-<br />

?<br />

++<br />

Voordelen <strong>voor</strong> de patiënt<br />

++<br />

+<br />

++<br />

Voordelen <strong>voor</strong> de gemeenschap<br />

Nadelen<br />

Opvallend is dat geen enkele van de geraadpleegde studies de professionele tevredenheid van de artsen<br />

bevroeg.<br />

4.1.1.2. Situatie in België<br />

In september 2008 publiceerde <strong>het</strong> Federaal Kenniscentrum <strong>voor</strong> de Gezondheidszorg (KCE) een rapport<br />

waarin kosten en kwaliteit in <strong>het</strong> systeem van forfaitaire betaling en in dat van betaling per prestatie werden<br />

vergeleken 1 . Het rapport toont aan dat de forfaitair gefinancierde praktijken zoals ze momenteel in België<br />

werken, niet dezelfde nadelen vertonen als degene die algemeen worden gesuggereerd in de literatuur.<br />

Het blijkt dat de kosten van de twee systemen <strong>voor</strong> de gemeenschap gelijk zijn. 5 Voor de patiënt zijn de<br />

kosten in een systeem met forfaitaire betaling lager: hij betaalt geen remgeld bij <strong>het</strong> wijkgezondheidscentrum<br />

en zijn inschrijving is gratis. Bovendien blijkt dat medische huizen patiënten vaak generische, en dus<br />

goedkopere, geneesmiddelen <strong>voor</strong>schrijven en hen minder doorverwijzen naar ziekenhuizen en specialisten<br />

5 Dit resultaat brengt niet enkel de kosten van de eerstelijnsgeneeskunde an sich in rekening. Daarnaast wordt ook rekening gehouden<br />

met andere factoren, zoals <strong>het</strong> meer/minder gebruik maken van de tweede lijn, <strong>het</strong> <strong>voor</strong>schrijven van medicatie, etc…<br />

In België wordt <strong>het</strong> forfait berekend op basis van de gemiddelde kostprijs van een patiënt in de prestatiegeneeskunde, vermeerderd met<br />

30%.<br />

--<br />

-<br />

Ja<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

++<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

++<br />

+<br />

++<br />

++<br />

-<br />

ja<br />

ja<br />

ja<br />

ja


(in tegenstelling tot wat in de literatuur wordt beschreven), wat de patiënt remgeld en supplementen doet<br />

uitsparen. Dit maakt de forfaitaire praktijken toegankelijker. Een <strong>voor</strong>deel van de forfaitaire geneeskunde is<br />

bovendien dat de kosten meer <strong>voor</strong>spelbaar zijn dan in de prestatiegeneeskunde.<br />

De kwaliteit van zorg is, <strong>voor</strong> wat de onderzochte indicatoren (opvolging van diabetes, astma en hypertensie)<br />

betreft, beter in de forfaitaire geneeskunde. De forfaitaire medische huizen respecteren vaker de<br />

aanbevelingen bij <strong>het</strong> <strong>voor</strong>schijven van antibiotica en scoren ook beter op <strong>het</strong> gebied van ziektepreventie<br />

(bvb. opsporen van borstkanker, vaccinatie tegen griep,…)<br />

Hier<strong>voor</strong> zijn 2 mogelijke verklaringen: enerzijds weegt de niet- vergoeding van preventieve geneeskunde<br />

zwaarder door <strong>voor</strong> artsen die per prestatie werken, dan <strong>voor</strong> degenen die in een forfaitair systeem werken;<br />

anderzijds werkt <strong>het</strong> groepswerk – dat men in de forfaitaire geneeskunde vaker ziet- een snellere opvolging<br />

van de aanbevelingen in de medische praktijk en een efficiëntere organisatie van preventiecampagnes in de<br />

hand.<br />

Wat de vrees op risicoselectie in de forfaitaire geneeskunde betreft: deze blijkt in België ongegrond: de<br />

patiëntenpopulatie is sociaal zwakker, maar vertoont geen minder zware morbiditeit. Gemiddeld zien we dat<br />

de populatie in deze praktijken wel iets jonger is, maar aangezien bejaarden, die deel uitmaken van <strong>het</strong>zelfde<br />

gezin, niet geweigerd kunnen worden, lijkt dit geen bewuste selectie van patiënten. Bovendien bestaat in<br />

België, zoals reeds gezegd, wel een (zij <strong>het</strong> rudimentair) aangepaste vergoeding, naargelang <strong>het</strong> ‘statuut’ van<br />

de patiënt.<br />

Ook wat betreft de consultatieduur, wordt afgeweken van wat in de internationale literatuur wordt gesteld:<br />

deze is volgens een studie gemiddeld even lang in beide systemen (Kesteloot 2003).<br />

Tabel 5: resultaten KCE studie<br />

Prestatiegeneeskunde Forfaitair systeem<br />

Kosten gemeenschap = =<br />

Toegankelijkheid ↓ ↑<br />

Doorverwijzing 2 e lijn ↑ ↓<br />

Generische producten ↓ ↑<br />

Kwaliteit van zorg ↓ ↑<br />

Opvolgen aanbevelingen ↓ ↑<br />

Preventie ↓ ↑<br />

risicoselectie = =<br />

18


4.1.2. De Arts – Patiënt relatie<br />

Een goede arts- patiënt relatie is meer dan alleen een aangename samenwerking tussen de verschillende<br />

partijen. Ze blijkt van fundamenteel belang te zijn <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beoefenen van goede geneeskunde. Het precies<br />

definiëren van deze relatie blijkt echter een complexe zaak: verschillende factoren moeten hier<strong>voor</strong> immers in<br />

kaart gebracht worden.<br />

In een review artikel van Mead en Bower 18 spreekt men van patiëntgerichtheid en wordt deze in 5 dimensies<br />

beschreven:<br />

- Het bio-psycho-sociaal model: waarin de patiënt in al zijn aspecten wordt benaderd en niet enkel wat<br />

betreft zijn fysieke klachten.<br />

- De patiënt als persoon: met zijn cultuur, opvoeding, vroegere ervaringen, etc die zijn denkbeelden<br />

rond ziekte beïnvloeden.<br />

- Het delen van macht en verantwoordelijkheid: (i.t.t. de paternalistische benadering) de patiënt heeft<br />

een actieve rol in de besluitvorming over de behandeling. Dit bevordert de therapietrouw en de<br />

zelfredzaamheid van de patiënt.<br />

- De therapeutische alliantie: <strong>het</strong> uitzetten van gemeenschappelijke doelen, nagaan wat de ideeën van<br />

de patiënt zijn rond de behandeling. De arts toont empathie en betrokkenheid.<br />

- De arts al persoon: ook de arts heeft zijn eigen cultuur, opvoeding, ideeën, etc… en deze kunnen <strong>het</strong><br />

contact met zijn patiënt ook beïnvloeden, zowel in positieve als in negatieve zin.<br />

De zogenaamde ‘therapeutische alliantie’ benadert <strong>het</strong> sterkst de arts – patiënt relatie, zoals die hier bedoeld<br />

wordt.<br />

Ook over de juiste meet- methode bestaat discussie. Hierover gebeurde zowel kwantitatief onderzoek (met<br />

als <strong>voor</strong>deel: groot aantal inclusies, nadeel: risico van <strong>het</strong> herleiden van de arts-patiënt relatie tot enkele<br />

meetbare parameters), als kwalitatief onderzoek (<strong>voor</strong>deel: onderwerp wordt breed benaderd, nadeel:<br />

arbeidsintensief, minder inclusies).<br />

19


4.2. Kwalitatief onderzoek<br />

We interviewden 5 artsen die in beide systemen gewerkt hadden (tabel 6). We bespreken de resultaten aan<br />

de hand van de 4 thema’s die naar voren kwamen: organisatie en werkomstandigheden, arts- patiënt relatie,<br />

financiële implicaties, kwaliteit van zorg. Sommige topics zullen in verschillende thema’s aan bod komen,<br />

omdat ze van invloed zijn op meerdere domeinen (bvb. afrekenen op <strong>het</strong> einde van een consultatie). Per<br />

thema worden de <strong>voor</strong>- en nadelen van beide systemen beschreven.<br />

4.2.1. Organisatie van de praktijk en werkomstandigheden van de huisarts<br />

Gezien organisatie en werkomstandigheden sterk met elkaar verbonden waren, bespreken we ze samen.<br />

4.2.1.1. Praktijkondersteuning<br />

Allereerst valt een belangrijk verschil in omkadering of praktijkondersteuning in beide systemen op. Deze is in<br />

praktijken die forfaitair werken veel beter uitgebouwd. Het team bestaat uit onthaal, verpleging, kinesisten,<br />

artsen, intercultureel bemiddelaars etc… daar waar dit in de prestatiegeneeskunde vaak beperkt blijft tot een<br />

secretaresse (zie ook tabel 6).<br />

Grofweg kan men de ‘omkadering’ opdelen in een administratief- /infrastructureel luik (onthaal, administratief<br />

verantwoordelijke, kuisploeg, …) en een paramedisch luik (verpleging, kine, diëtiste).<br />

Wat de administratie en infrastructuur betreft, zijn alle artsen <strong>het</strong> erover eens: een goede omkadering is een<br />

duidelijke meerwaarde.<br />

Citaat 1 ‘wij (prestatiegeneeskunde) werken met 2 en moeten letterlijk àlles zelf doen: lampen vervangen,<br />

WC’s kuisen etc…’ (Arts 3)<br />

Citaat 2 ‘Voor een goed leven als arts, heb je echt wel een secretaresse nodig!’(Arts 4)<br />

Ook <strong>het</strong> statuut (zelfstandige vs bediende) blijkt van invloed te zijn op de door de huisartsen ervaren<br />

administratieve overlast.<br />

Citaat 3 ‘ <strong>het</strong> bediendestatuut kan ik maar niet genoeg aanprijzen: ik heb elk jaar slecht 15 minuten nodig om<br />

mijn belastingsbrief in te vullen. De hele rompslomp in verband met sociale zekerheid, boekhouding, etc. is<br />

niet simpel als zelfstandige!’ (Arts 5)<br />

De samenwerking met paramedici kan enerzijds een verlichting van medisch- technische taken betekenen;<br />

anderzijds wordt de verplichte samenwerking in de forfait soms ook als storend ervaren.<br />

Citaat 4 ‘Bloednames, EKG’s en uitstrijkjes worden door de verpleegster gedaan. We (forfait) hebben de<br />

indruk dat we ons hierdoor kunnen concentreren op <strong>het</strong> echte medische werk.’(Arts 1)<br />

Citaat 5 ‘De samenwerking met een vast team van verpleegkundigen en kinesisten vind ik geen pluspunt,<br />

want je bent als patiënt verplicht om naar die kinesist te gaan. … ik vind dat nefast; je wordt als arts enorm<br />

beknot in je doorverwijzinggedrag. Heel storend.’ (Arts 2)<br />

20


Tabel 6: persoonlijke en professionele karakteristieken van de geïnterviewde artsen<br />

Arts 1 Arts 2 Arts 3 Arts 4 Arts 5<br />

Geslacht Man Man Man Vrouw Vrouw<br />

Leeftijd 63j 50 30j 32j 45j<br />

Praktijk<br />

Forfait PP Forfait PP Forfait PP Forfait PP Forfait PP<br />

WGC<br />

Stedelijk gebied<br />

Groepspraktijk<br />

Stedelijk<br />

gebied<br />

WGC<br />

Stad<br />

Groepspraktijk<br />

Stad<br />

21<br />

GvhV<br />

Stedelijk<br />

gebied<br />

Duoprakt<br />

Landelijk<br />

WGC<br />

Stad<br />

Groepspraktijk<br />

Stedelijk<br />

gebied<br />

GvhV<br />

Stedelijk<br />

gebied<br />

Gedurende 2j 31j 2j 22j 1j 3j 1j 4j 6j 24j<br />

Aantal collega-<br />

artsen<br />

Omkadering<br />

Aantal ptn.<br />

4 + 2 Haio’s 2 + 1 Haio 11 3 en 1 Haio<br />

• Onthaal<br />

• Verpleging<br />

• Kinesist<br />

• Coördinator<br />

• Administratieve<br />

kracht (forfaits)<br />

• Raad van bestuur<br />

• poetsvrouwen<br />

4000<br />

(25%omnio)<br />

• secretaresse<br />

• Intercultureel<br />

bemiddelaar<br />

3000<br />

(30% 3 e<br />

betaler)<br />

• Onthaal<br />

• Kinesisten<br />

• Verpleging<br />

• Preventiemedewerkers<br />

• Maatschappelijk werkers<br />

• Diëtiste<br />

• Intercultureel<br />

bemiddelaar<br />

• Poetsvrouwen<br />

• Logistiek medewerkers<br />

• Administratief<br />

medewerkers<br />

• Secretaresse<br />

• Logistiek<br />

medewerkster<br />

• diëtiste<br />

6 + 2<br />

Haio’s<br />

• Onthaal<br />

• Manager<br />

• Boekhouder<br />

• Vrijwilligers<br />

• poetsvrouw<br />

GvhV<br />

Stad<br />

stedelijk<br />

gebied<br />

1 1 4 8 + 2 Haio’s 6 + 2 Haio’s<br />

geen<br />

• Onthaal<br />

• Raad v<br />

bestuur<br />

• Verpleging<br />

• kinesist<br />

secretaresse<br />

• Onthaal<br />

• Verpleging<br />

• Diëtiste<br />

• Poetsvrouwen<br />

5000 1500-2000 2500 500 700 5000 4500 ?<br />

Patiëntenstop? Neen Neen Ja Neen Ja Neen Neen Ja Ja Neen<br />

Aantal<br />

consult/week<br />

Tijd per consult 20 min<br />

100 ? 100 75 50 35 30 100 45 45<br />

Afhankelijk van<br />

drukte<br />

wachtzaal<br />

• Onthaal<br />

• Diëtiste<br />

• poetsvrouw<br />

15 min 20 min 20 min 20 min 20MIN 15 min 20 min 20 min


Een groot team betekent meer overleg (-momenten), meer mensen om rekening mee te houden. Daar waar<br />

sommigen dit als een positieve zaak beschouwden, waren anderen er veel minder over te spreken.<br />

Citaat 6 ‘je werkt echt samen als een team, ook de patiënten voelen dit’ (Arts 1)<br />

Citaat 7 ’<strong>het</strong> (forfait) was ook een heel stroeve organisatie, <strong>het</strong> duurde soms weken eer knopen werden<br />

doorgehakt’ (Arts 4).<br />

4.2.1.2. Afrekenen<br />

Eén van de essentiële verschillen tussen <strong>het</strong> forfaitaire systeem en de prestatiegeneeskunde is <strong>het</strong> al dan<br />

niet afrekenen op <strong>het</strong> einde van een consult. Wat de puur praktische kant van de zaak betreft, waren de<br />

meningen eensluidend: door alle artsen (forfaitair werkend of per prestatie) werd dit als een tijdrovende en<br />

onnodig administratief belastende handeling beschouwd.<br />

Citaat 8 ‘Ik ben blij dat ik van die geldbeugel vanaf ben. Cash geld vragen is een middeleeuws systeem. Dat<br />

soort zaken zouden rechtstreeks via <strong>het</strong> ziekenfonds moeten gaan, zoals een soort 3 e betaler regeling.’<br />

(Arts 2)<br />

Citaat 9 ‘Ik vind <strong>het</strong> niet onze taak als arts om ons met onnozele papiertjes bezig te moeten houden, we<br />

hebben wel betere dingen te doen.’ (Arts 4)<br />

Hierbij blijkt dat sommige artsen zich bovendien veiliger voelen als ze niet met zoveel geld op zak moeten<br />

rondlopen:<br />

Citaat 10 ‘’ik ben vroeger 2 of 3 keer aangevallen bij <strong>het</strong> verlaten van de praktijk, omdat ze dachten dat ik<br />

veel geld op zak had... nu we forfaitair werken, voelen we ons op dat vlak toch wat veiliger’ (Arts 1)<br />

4.2.1.3. Werkdruk<br />

Ook over de ervaren werkdruk kan niet eenduidig een verschil worden aangetoond in beide systemen. Voor<br />

Eén van de artsen betekende de overstap naar <strong>het</strong> forfaitaire systeem een duidelijke vermindering van de<br />

werkdruk:<br />

Citaat 11 ‘Er heerst hier (forfait) nu een betere sfeer dan <strong>voor</strong>dien. Voordien (prestatiegeneeskunde) zat<br />

iedereen op zijn adem te trappen. Had ik geweten dat <strong>het</strong> zo goed zou gaan, dan was ik al veel eerder<br />

overgeschakeld.’(Arts 1)<br />

Voor een andere arts was dit echter allesbehalve <strong>het</strong> geval. Het werken in <strong>het</strong> forfaitaire systeem bracht<br />

veel stress en overuren met zich mee. Zij startte na haar opleiding in een WGC met slechts 1 andere<br />

collega. Door <strong>het</strong> kleine team en <strong>het</strong> bediendestatuut kon de continuïteit niet voldoende gegarandeerd<br />

worden: telkens wanneer één van de twee artsen de andere verving, telde dit als overuren, die later dan<br />

weer opgenomen konden worden, waardoor de collega arts ook weer overuren presteerde, die dan ook<br />

weer opgenomen konden worden, etc… Deze vicieuze cirkel was moeilijk te doorbreken. De geïnterviewde<br />

arts merkte op dat ze op de duur bijna alleen aan <strong>het</strong> werk was. Ze nam haar compensatie- uren niet meer<br />

op omdat dit betekende dat ze dan nadien weer zou moeten invallen <strong>voor</strong> de aldus verworven compensatie-<br />

uren van haar collega. Bovendien voelde ze zich verantwoordelijk <strong>voor</strong> de patiënten die toch bij hen terecht<br />

moesten kunnen. Al snel werd de werkdruk dan ook veel te hoog (zie ook citaten 15 en 33).<br />

22


Citaat 12 ‘Op de duur was ik daar (forfait) alleen aan <strong>het</strong> werken, <strong>voor</strong> een belachelijk laag loon. Ik deed<br />

enorm veel overuren, die ik nooit heb kunnen opnemen. Nu (prestatiegeneeskunde) werk ik even hard en<br />

verdien ik veel meer.’(Arts 4)<br />

Daarnaast blijkt ook <strong>het</strong> werken op afspraak <strong>voor</strong> veel artsen veel comfortabeler. Uit alle interviews bleek<br />

dat deze manier van werken een belangrijke stressreductie betekende. Hoewel dit aspect niet strikt<br />

systeemgebonden is, zien we dat in forfaitaire systemen <strong>het</strong> werken op afspraak eerder regel dan<br />

uitzondering is.<br />

Citaat 13 ‘… Wij werken nu (forfait) volledig op afspraak. Voor ons als artsen werkt dit heel comfortabel: ik<br />

heb nu meer tijd per patiënt en ook de druk van een volle wachtzaal valt weg. ’ (Arts 1)<br />

Zoals hoger reeds besproken, valt <strong>het</strong> administratieve werk in <strong>het</strong> forfaitair veel beter mee dan in de<br />

prestatiegeneeskunde; daar zijn alle artsen <strong>het</strong> erover eens.<br />

4.2.1.4. Tevredenheid artsen<br />

Als we de tevredenheid en voldoening van de artsen nagaan, dan blijkt ook hier geen van beide systemen<br />

unaniem verkozen te worden. Sommigen zweren bij <strong>het</strong> comfort van <strong>het</strong> forfaitaire systeem, andere<br />

beroepen zich op hun vrijheid in de prestatiegeneeskunde.<br />

Citaat 14 ‘De vrijheid die ik nu (prestatiegeneeskunde) ervaar, miste ik in <strong>het</strong> forfaitaire systeem. Dat is toch<br />

een heel belangrijk punt <strong>voor</strong> mij.’(Arts 4)<br />

Dit gevoel van vrijheid blijkt <strong>voor</strong> sommigen toch een heikel punt te zijn: 3 van de 5 geïnterviewde artsen<br />

vermeldden dit als een <strong>voor</strong>deel van de prestatiegeneeskunde en <strong>het</strong> daarmee gepaard gaande<br />

zelfstandigen statuut.<br />

Twee van de ondervraagde artsen lieten verstaan toch teleurgesteld te zijn geweest in hun verwachtingen<br />

na hun omschakeling naar <strong>het</strong> forfaitaire systeem.<br />

Citaat 15 ‘Ik ben er uit idealisme aan begonnen, maar ik ben de man met de hamer tegen gekomen. Ik<br />

botste op een muur van frustraties, en kwam met mezelf in conflict: tussen mijn idealisme en de rauwe<br />

realiteit.’ (Arts 4)<br />

Citaat 16’ ik ben eerlijk gezegd wat in <strong>het</strong> systeem teleurgesteld; ik had andere dingen verwacht. Ik had<br />

gehoopt meer impact te zullen hebben op <strong>het</strong> begeleiden van mensen in hun proces van ziekte en<br />

gezondheid, dat ik meer sturend had kunnen optreden. Het comfort is hier groter, maar de voldoening is<br />

minder.’(Arts 2)<br />

23


4.2.2. Financiële implicaties<br />

Ook financieel zien we verschillen: de ervaringen zijn sterk gekleurd door de individuele situaties waarin de<br />

artsen zich bevonden.<br />

Zo is er de jonge, pas gestarte zelfstandige huisarts, in een nieuwe praktijk. Aangezien zijn<br />

patiëntenpopulatie nog moet aangroeien en hij ondertussen veel kosten heeft, is zijn maandelijks inkomen<br />

eerder laag.<br />

Citaat 17 ‘ Het leven is als beginnend huisarts zeer duur… uit financiële overwegingen moet je geen<br />

huisarts worden, zeker niets als je pas start.’(Arts 3)<br />

Hij merkt ook op dat <strong>het</strong>, op momenten van zwaar werk, weekendwachten, nachtwerk enz. troostend is, te<br />

weten dat dit financieel gecompenseerd wordt. Voor hem is prestatiegeneeskunde toch meer loon naar<br />

werk.<br />

Twee van de vijf artsen bevestigden echter dat ze, ondanks even hard of zelfs harder werkten, in <strong>het</strong><br />

forfaitaire systeem een lager inkomen hadden dan in de prestatiegeneeskunde (zie Citaat 12).<br />

Een andere arts, die na een lange carrière in de prestatiegeneeskunde, besliste om met zijn praktijk over te<br />

stappen naar een forfaitair systeem zag de totale inkomsten duidelijk toenemen, Zijn persoonlijk inkomen<br />

bleef gelijk. Wel bleek er plots veel meer financiële ruimte te zijn <strong>voor</strong> <strong>het</strong> aanwerven van nieuw personeel<br />

en de aankoop van nieuw materiaal.<br />

Citaat18:’ Wij waren heel verwonderd: de massa geld die via <strong>het</strong> forfait binnen komt is zo groot dat wij alle<br />

personeel makkelijk kunnen betalen. Ik verdien nu evenveel, maar in betere werkomstandigheden.’(Arts 1)<br />

Een laatste arts werkt bij ‘<strong>Geneeskunde</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Volk</strong>’ en kiest daarbij <strong>voor</strong> een lager loon.<br />

Het loon van een arts is dus zeker niet enkel bepaald door <strong>het</strong> systeem waarin hij werkt. Ook andere<br />

aspecten moeten hierbij in rekening gebracht worden, zoals: anciënniteit, patiëntenpopulatie, etc…<br />

4.2.3. De arts- patiënt relatie<br />

De vraag of <strong>het</strong> werken in een ander systeem een invloed had gehad op hun persoonlijke band met de<br />

patiënt, de arts- patiënt relatie, bleek moeilijk te beantwoorden. Bij verdere analyse bleken de meningen<br />

echter overeen te komen: In de ogen van de geïnterviewde huisartsen had de relatie met de patiënt niet<br />

zozeer met <strong>het</strong> al dan niet afrekenen op <strong>het</strong> einde van een consult te maken, dan wel met de<br />

persoonlijkheid van de arts (en de patiënt).<br />

Bij artsen die in hun eigen praktijk overstapten van prestatiegeneeskunde naar <strong>het</strong> forfaitaire systeem,<br />

kwam dit <strong>het</strong> sterkst tot uiting. Dit is de meest zuivere situatie: <strong>het</strong> patiëntenbestand bleef <strong>het</strong>zelfde, enkel<br />

<strong>het</strong> betalingssysteem veranderde.<br />

Citaat 19 ’Ik denk dat je persoonlijke band en je communicatieve vaardigheden meer invloed hebben op de<br />

arts – patiënt relatie’(Arts 1)<br />

24


Een andere arts, die wel van praktijk was veranderd, vond dan weer dat er wel een verschil was, maar weet<br />

dit aan <strong>het</strong> andere patiëntenpubliek.<br />

Citaat 20 ’ Het contact met de patiënten is anders: er is minder engagement van de patiënten zelf, en vaak<br />

zijn ze zeer eisend… maar dat staat los van de centen, denk ik, <strong>het</strong> heeft meer te maken met <strong>het</strong> publiek en<br />

met de taalbarrière.’(Arts 2) 6<br />

4.2.3.1. Machtsverhouding (power)<br />

Het al dan niet ‘artificieel’ creëren van een band tussen huisarts en patiënt (door een verplichte inschrijving)<br />

heeft duidelijk invloed op de ervaren machtsverhouding tussen beiden. Opvallend genoeg staan de<br />

ervaringen zelfs binnen éénzelfde systeem lijnrecht tegenover elkaar.<br />

Sommigen beschouwen dit als een pluspunt: er is volgens hen minder risico op shopgedrag bij de patiënt,<br />

je kan als vaste huisarts patiënten beter opvolgen (want <strong>het</strong> publiek is beperkt en er is minder in- en uitloop)<br />

en <strong>het</strong> geeft je ergens een sterkere positie als arts. Eén van de artsen omschreef <strong>het</strong> zo:<br />

Citaat 21 ‘In <strong>het</strong> forfaitaire systeem heb je als arts <strong>het</strong> recht om iets terug te vragen, omdat de drempel zo<br />

laag ligt. Je bent meer de reglementeerder. Als patiënten je in de prestatiegeneeskunde op huisbezoek<br />

laten komen <strong>voor</strong> bvb. een <strong>voor</strong>schriftje <strong>voor</strong> de pil, kan je daar als arts moeilijker tegenin gaan, want dan<br />

zeggen ze: ‘ik betaal er toch <strong>voor</strong>?- dan heb je als arts niets terug te piepen’(Arts 5)<br />

Citaat 22 ’Er is ook <strong>het</strong> gemak van iemand terug te kunnen zien (in forfait)… vroeger hadden we altijd de<br />

indruk: als iemand komt en betaalt, dan ben je bijna verplicht om een <strong>voor</strong>schrift mee te geven, terwijl je nu<br />

kunt zeggen:’ we wachten nog wat af en als <strong>het</strong> echt niet gaat, kom je terug.’’(Arts 1)<br />

Terwijl een andere arts die in <strong>het</strong> forfaitaire systeem werkt, net <strong>het</strong> tegenovergestelde idee had:<br />

Citaat 23 ‘Patiënten consumeren maar, er is geen enkel engagement van hun kant. Ze komen vragen <strong>voor</strong><br />

briefjes <strong>voor</strong> de kinesist en je voelt duidelijk de onderliggende evidentie in hun ogen: ik ben hier<br />

ingeschreven, dus jij (als arts) kan dat niet weigeren.’(Arts 2)<br />

In de prestatiegeneeskunde beschouwden de artsen de vrije keuze <strong>voor</strong> de huisarts toch ook als een<br />

pluspunt: hierdoor kregen ze <strong>het</strong> gevoel dat patiënten hen echt als vaste huisarts kozen. En dit schiep toch<br />

een andere band, <strong>het</strong> gaf je als arts een andere status.<br />

Citaat 24: ‘ de vaste inschrijving in <strong>het</strong> forfaitaire systeem vind ik eerder een nadeel… ik heb geen nood aan<br />

dat gevoel van controle over mijn patiënten. Ik geloof er ook totaal niet in: mensen doen wat ze willen en<br />

maken je wijs wat ze willen. Er zijn andere manieren om afspraken te maken met je patiënten.’(Arts 3)<br />

4.2.3.2. Afrekenen<br />

Zoals hoger reeds vermeld, ondervinden de artsen die per prestatie werken veel hinder van <strong>het</strong> papierwerk<br />

en <strong>het</strong> tijdsverlies die bij <strong>het</strong> afrekenen op <strong>het</strong> einde van de consultatie. Dit is echter niet <strong>het</strong> enige aspect<br />

dat hierbij komt kijken. We zien dat <strong>het</strong> afrekenen zowel bij artsen als bij patiënten een drempel kan<br />

betekenen.<br />

6 Deze arts startte in een forfaitaire praktijk, in een andere stad. Zijn patiëntenpubliek veranderde dus ook volledig: meer 4 e wereld<br />

publiek, meer anderstaligen...<br />

25


Bij sommige artsen speelt soms een zekere schroom als <strong>het</strong> er op aan komt geld te moeten vragen, en dit<br />

<strong>voor</strong>al in een aantal specifieke situaties zoals bij <strong>het</strong> vaststellen van een overlijden, of als de arts <strong>het</strong> gevoel<br />

had niet tegemoet te zijn gekomen aan de wensen van de patiënt.<br />

Citaat 25 ‘zowel mijn collega’s als ikzelf hadden moeite met <strong>het</strong> vragen van geld. Zo werden er bvb. amper<br />

GMD’s geïnd, omdat de drempel gewoon te hoog was om die 25 euro te vragen… ook als ik op wachten of<br />

in <strong>het</strong> weekend een overlijden moet gaan vaststellen… ik durf dat niet te vragen, heb er veel moeite mee<br />

om dan te zeggen: ‘dat is dan 75 euro aub.’- dat doe je toch niet… en dood ga je er niet van, van dat een<br />

paar keer te laten vallen.’ (Arts 4)<br />

Het systeem van 3 e betaler bleek <strong>voor</strong> vele artsen in de prestatiegeneeskunde hierbij een goede oplossing<br />

<strong>voor</strong> patiënten aan wie ze anders, door omstandigheden (armoede, frequente opvolging, etc…), moeilijker<br />

geld zouden durven vragen.<br />

Sommigen herkenden de moeite die ik als jonge, pas startende huisarts in de prestatiegeneeskunde soms<br />

ondervond om geld te vragen of patiënten te laten terugkomen. Maar deze terughoudendheid blijkt in de<br />

loop der jaren toch wat te verminderen. Hierin lijken <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> op eigen benen staan en <strong>het</strong> opstarten van<br />

een eigen praktijk, met <strong>het</strong> bijhorende kostenplaatje, van invloed te zijn.<br />

Citaat 26 ‘Als Hibo had ik vaak schroom om mensen terug te laten komen. Nu is die schroom helemaal<br />

weg: als je pas start met een praktijk dan bots je elke maand op inkomsten en uitgaven en moet je dat<br />

kunnen dekken…’(Arts 3)<br />

Aangezien de patiënt in een forfaitaire praktijk niets moet betalen na de raadpleging, kan men<br />

veronderstellen dat de drempel tot consulteren lager zal zijn. Dit heeft natuurlijk als belangrijk <strong>voor</strong>deel dat<br />

(<strong>het</strong> gebrek aan) geld geen barrière betekent <strong>voor</strong> medische zorgen.<br />

Citaat 27 ‘De drempel is nu (forfait) lager <strong>voor</strong> de consultaties, maar niet <strong>voor</strong> de huisbezoeken- daar zijn<br />

we streng in…’(Arts 1)<br />

De andere kant van de medaille is dan weer dat een lage drempel overconsumptie in de hand kan werken,<br />

de zogenaamde ‘frequent attenders’. Alle artsen die forfaitair werkten bevestigden dat dit wel eens <strong>voor</strong>valt.<br />

Maar er werd ook meteen aan toegevoegd dat dit een kwestie van patiëntenopvoeding is.<br />

Citaat 28 ‘…vroeger zagen we toch minder kinderen met snotneuzen en zonder koorts, dan wachtten de<br />

mensen meer af…’(Arts 1)<br />

Citaat 29 ‘Naar patiënten toe is <strong>het</strong> geen goed systeem: ze consumeren maar, er is geen wederzijds<br />

engagement…. Misschien zet <strong>het</strong> feit dat je als patiënt moet betalen, je aan om te reflecteren.’(Arts 2)<br />

Citaat 30 ‘overconsumptie gebeurt ook bij ons, en vaker bij laag opgeleide mensen, maar als ze zouden<br />

moeten betalen, dan zou er geen dokter komen en dan zouden we veel wantoestanden missen.… Het idee<br />

toch remgeld te moeten vragen omdat mensen anders misschien te vaak consulteren, vind ik onterecht! Als<br />

mensen te vaak komen, dan is dat een probleem dat bij de arts ligt, <strong>het</strong> is een kwestie van duidelijke<br />

afspraken maken en patiëntenopvoeding.’(Arts 5)<br />

26


Ook in dit geval kan <strong>het</strong> systeem van 3 e betaler een oplossing bieden in de prestatiegeneeskunde. Uit de<br />

interviews bleek dat veel van de huisartsen dit gebruikten. Het grote verschil met <strong>het</strong> forfaitaire systeem is<br />

dat je zelf als arts bepaalt wanneer je dit al dan niet toepast.<br />

Citaat 31 ‘wij werkten per prestatie zeer veel met 3 e betalersregeling, we hadden ook veel<br />

omniopatiënten.’(Arts 1)<br />

Citaat 32 ’ <strong>het</strong> verschil is dat de patiënt <strong>voor</strong> de 3 e betalersregeling helemaal afhangt van de goodwill van de<br />

arts. Als deze zegt: dit is de prijs en daar wordt niet van afgeweken, dan doe je aan een soort selectie en<br />

sluit je de kansarmen uit.’(Arts 3)<br />

4.2.4. Kwaliteit van zorg<br />

4.2.4.1. Statuut & Preventie<br />

Het verschillende statuut van de artsen werd hierboven al even kort aangehaald. In <strong>het</strong> forfaitaire systeem<br />

werk je onder <strong>het</strong> bediendestatuut, daar waar je in de prestatiegeneeskunde zelfstandige bent. Naast<br />

andere sociale <strong>voor</strong>waarden en een verschil in administratieve taken heeft dit ook andere belangrijke<br />

implicaties <strong>voor</strong> de manier van werken: vaak wordt gesproken van de patiëntgerichte drive in <strong>het</strong> forfaitaire<br />

systeem, en de prestatiegerichte drive in de prestatiegeneeskunde.<br />

In een forfaitaire praktijk ben je als arts verzekerd van een vast loon, dat niet afhankelijk is van de<br />

hoeveelheid patiënten die je per dag ziet. Doordat <strong>het</strong> inkomen van de arts en <strong>het</strong> aantal<br />

patiëntencontacten van elkaar losgekoppeld worden, ontstaat ruimte <strong>voor</strong> andere zaken, zoals <strong>het</strong><br />

uitwerken van praktijkrichtlijnen en een beter preventiebeleid, en wordt de zelfredzaamheid van de patiënt<br />

meer gestimuleerd.<br />

Het risico dat er aan verbonden is, is dat je als arts op je lauweren zou kunnen gaan rusten (want je loon is<br />

verzekerd op <strong>het</strong> einde van de maand).<br />

Citaat 33 ‘Je zit met dat vervelende van <strong>het</strong> loontrekkende statuut, en dat is helemaal geen soepel<br />

systeem… hoe meer overuren je doet, hoe meer je er mag opnemen… mijn collega nam deze ook allemaal<br />

op, waardoor ik daar op de duur alleen aan <strong>het</strong> werk was…dat statuut is volgens mij moeilijk te verenigen<br />

met de eigenheden van <strong>het</strong> huisartsenbestaan als <strong>het</strong> niet gepaard gaat met een gevoel van<br />

idealisme…(Arts 4)<br />

In de prestatiegeneeskunde hangt je loon wel rechtstreeks af van <strong>het</strong> aantal patiënten dat je als arts ziet.<br />

Het risico bestaat dat je als arts prestatiegericht gaat werken: hoe meer patiënten per dag, hoe hoger je<br />

loon. De uren waarin je niet met patiënten bezig bent, zijn in die zin ‘onbetaald’ en ‘verlieslatend’. Hierin ligt<br />

mogelijks ook een verklaring <strong>voor</strong> <strong>het</strong> vaak minder goed uitgebouwde preventiebeleid in deze praktijken.<br />

(uiteraard speelt hier ook de minder goede omkadering een belangrijke rol.)<br />

Citaat 34 ‘Ik heb zelf nog meegewerkt aan <strong>het</strong> schrijven van praktijkrichtlijnen bij GvhV. Je kreeg daar tijd en<br />

ruimte <strong>voor</strong>… maar mijn verloning is nu (startend huisarts, prestatiegeneeskunde) toch wel beperkt, en als<br />

27


dan de praktijk volloopt en je moet kiezen tussen patiënten zien en je bezig houden met praktijkrichtlijnen,<br />

dan heb ik snel gekozen…’’(Arts 3)<br />

4.2.4.2. Verplichte inschrijving<br />

Arts 5 merkte op dat de verplichte inschrijving in <strong>het</strong> forfaitaire systeem, in zeker mate bijdraagt tot een<br />

betere opvolging van de patiënt. Er is 1 dossier per patiënt waarin alle informatie gecentraliseerd wordt, met<br />

minder kans op shopping gedrag bij de patiënt. Doordat er minder in- en uitloop is in <strong>het</strong> patiëntenbestand,<br />

wordt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de arts ook makkelijker patiënten goed op te volgen en beter te leren kennen.<br />

4.2.4.3. Personeel en materiaal<br />

Eén van de artsen merkte op dat ze in <strong>het</strong> forfaitaire systeem meer inkomsten hadden, en dus meer geld<br />

hadden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> aanwerven van extra personeel, maar ook <strong>voor</strong> de aankoop van nieuw medisch materiaal,<br />

wat ook bijdraagt tot de kwaliteit van zorg. Dankzij <strong>het</strong> extra personeel, is er een betere taakverdeling,<br />

waardoor artsen zich meer kunnen concentreren op <strong>het</strong> echte medische werk. (zie citaat 4)<br />

4.2.4.4. Watchful waiting<br />

Eén van de artsen haalde hierboven reeds aan dat hij <strong>het</strong> in de prestatiegeneeskunde soms moeilijker vond<br />

om mensen zonder <strong>voor</strong>schrift naar huis te sturen en hen uit te nodigen terug te komen als de symptomen<br />

niet verbeterden of erger werden. (zie citaat 22)<br />

4.2.5. Samenvattend<br />

Wat opvalt in bovenstaande resultaten is dat de meningen duidelijk verdeeld zijn. Sommige aspecten<br />

worden door de artsen eenduidig als <strong>voor</strong>- of nadeel beschouwd (bvb. een goede administratieve<br />

ondersteuning), daar waar andere aspecten heel tegenstrijdig ervaren werden. Zo kon eenzelfde thema<br />

door verschillende artsen als een <strong>voor</strong>deel of juist als een nadeel beschreven worden. (zie tabel 7)<br />

Dit hangt enerzijds af van persoonlijke factoren (<strong>voor</strong>keuren, ervaring, familiale situatie), anderzijds van<br />

praktijkfactoren (patiëntenpopulatie, praktijkorganisatie, cultuur, collega’s, …) (tabel 6), en dus niet zuiver<br />

van <strong>het</strong> systeem waarin de arts werkzaam is.<br />

28


Tabel 7 Hoe ervaren huisartsen de verschillende betalingssystemen?<br />

Praktijk ondersteuning:<br />

administratief<br />

Praktijkondersteuning:<br />

Paramedici<br />

Vrije keuze <strong>voor</strong> HA/<br />

verplichte inschrijving<br />

Cash betalen/ gratis<br />

geneeskunde<br />

Vrije keuze kinesist/verpleging <strong>voor</strong><br />

zowel arts als patiënt<br />

Prestatiegeneeskunde Forfaitaire geneeskunde<br />

+ - + -<br />

Weinig administratieve ondersteuning<br />

Artsen moeten veel zelf doen<br />

Geen/weinig paramedische onder-<br />

steuning in de praktijk: arts doet alles<br />

alleen<br />

Ptn kiezen echt <strong>voor</strong> jou als arts Risico op doktershoppen<br />

Remgeld <strong>voor</strong>komt overconsumptie<br />

Zelfstandige/bediende Autonomie, vrijheid<br />

Kwaliteit van zorg<br />

Tijdrovend<br />

Administratief belastend<br />

Onveiligheidsgevoel<br />

‘Voor wat hoort wat’<br />

financiële drempel <strong>voor</strong> de pt<br />

schroom in sommige situaties<br />

Veel administratie<br />

Meer onzekerheid<br />

Betaling per patiëntencontact: al <strong>het</strong><br />

werk daarbuiten wordt niet vergoed<br />

Minder aandacht/tijd <strong>voor</strong> preventieve<br />

maatregelen<br />

29<br />

verlichting administratieve taken<br />

Multidisciplinaire samenwerking wordt<br />

eenvoudiger<br />

Artsen kunnen meer focussen op <strong>het</strong><br />

echte medische werk<br />

Arts als reglemteerder<br />

Betere opvolging ptn, want minder in-<br />

en uitloop<br />

Gecentraliseerd medisch dossier<br />

Geen tijdsverlies of extra administratie<br />

<strong>voor</strong> de arts<br />

Arts als reglementeerder<br />

Geen financiële drempel <strong>voor</strong> pt<br />

Makkelijker om pt terug te bestellen<br />

Minder administratie<br />

Beter sociaal statuut<br />

Vergoeding niet afhankelijk van aantal<br />

Patiëntencontacten<br />

Meer aandacht <strong>voor</strong> preventie, richtlijnen,<br />

etc<br />

Beknotting vrijheid van doorverwijzing<br />

van de arts<br />

Ptn kunnen zelf niet kiezen naar<br />

wie ze gaan<br />

Minder engagement vanuit de patiënt<br />

Risico op overconsumptie<br />

Minder autonomie<br />

Risico op ambtenarenmentaliteit


5. Bespreking en besluit<br />

5.1. Resultaten<br />

In dit onderzoek heb ik getracht een antwoord te vinden op de vraag hoe artsen de verschillende<br />

betalingssystemen in België ervaren. We merken echter dat de meningen hierover niet altijd eenduidig<br />

zijn.<br />

Over een aantal onderwerpen zijn de artsen <strong>het</strong> wel eens: zo ervaren ze de administratieve<br />

rompslomp die gepaard gaat met <strong>het</strong> afrekenen op <strong>het</strong> einde van de consultatie, <strong>het</strong> uitwisselen van<br />

contant geld, enzo<strong>voor</strong>t unaniem als belastend en niet meer van deze tijd.<br />

Het comfort van een goede administratieve organisatie met personeel en <strong>het</strong> werken op afspraak werd<br />

door alle artsen als zeer positief ervaren. Ook over <strong>het</strong> betere preventiebeleid in <strong>het</strong> forfaitaire<br />

systeem zijn de artsen <strong>het</strong> zo goed als eens.<br />

Over vele andere onderwerpen zijn de meningen verdeeld, tot zelfs tegengesteld: wel of geen<br />

remgeld, verplichte inschrijving, samenwerking met paramedici, …. Deze verschillende kijk op de<br />

zaken heeft <strong>voor</strong>al te maken met de situationele context waarin de artsen zich bevinden en hun<br />

vroegere ervaringen met beide systemen.<br />

In ieder geval blijkt <strong>het</strong> betalingssysteem duidelijk zijn weerslag te hebben op de tijd en energie die<br />

artsen vrijmaken <strong>voor</strong> <strong>het</strong> opstellen van praktijkrichtlijnen en de aandacht die ze besteden aan<br />

preventie…<br />

De 2 e vraag: of de betalingswijze volgens de huisartsen ook invloed had op hun relatie met de patiënt<br />

werd met de nodige nuance beantwoord. Aan de essentie van de arts- patiënt relatie wordt niet<br />

geraakt, maar in de betalingswijze lijkt wel van invloed te zijn op enkele deelaspecten.<br />

Zo versterkt de verplichte inschrijving 7 in <strong>het</strong> forfaitaire systeem de positie van de arts als<br />

reglementeerder. Er is minder risico op shopgedrag van de patiënt.<br />

De lage drempel tot consulteren, maakt echter wel dat sommige patiënten sneller (en vaker <strong>voor</strong><br />

minimale klachten) beroep doen op de arts. Een goed patiëntenopvoeding is hier dan ook van cruciaal<br />

belang.<br />

7 De laatste jaren ziet men in Vlaanderen <strong>het</strong> aantal huisartsen afnemen, <strong>het</strong>geen zelfs bij sommige praktijken die per prestatie<br />

werken leidt tot een ‘patiëntenstop’. In sommige gebieden (impulseo) is <strong>het</strong> als patiënt tegenwoordig niet eenvoudig om een<br />

huisarts te vinden. Dit heeft tot gevolg dat men in een bijna gelijkaardige situatie terecht komt als in de forfaitaire praktijken met<br />

hun verplichte inschrijving: patiënten zijn meer artsgebonden. Waar <strong>het</strong> vroeger, door een overschot aan artsen, belangrijk was<br />

je patiënten (cliënten) tevreden te houden, zien we dat dit nu veel minder speelt: huisartsen hebben over <strong>het</strong> algemeen genoeg<br />

(te veel?) werk en verkeren daardoor in een sterkere positie ten opzichte van hun patiënten. Dit is volgens mij ook 1 van de<br />

redenen waarom <strong>het</strong>, in de literatuur aangehaalde, risico op supplier – induced- demand, hier minder meespeelt.<br />

30


In de prestatiegeneeskunde ervoeren enkele artsen toch een zekere schroom wanneer ze in bepaalde<br />

situaties naar geld moesten vragen. Ook merkten artsen dat ze <strong>het</strong>, na hun overschakeling naar <strong>het</strong><br />

forfaitaire systeem, makkelijker vonden om niet meteen medicatie <strong>voor</strong> te schrijven, maar de patiënten<br />

terug te laten komen als de klachten niet verbeterden: de patiënt moest toch niet opnieuw betalen. Zo<br />

ziet men dat <strong>het</strong> betalen op <strong>het</strong> einde van de consultatie niet enkel een drempel kan betekenen <strong>voor</strong><br />

de patiënt, maar ook <strong>voor</strong> de arts en dat dit toch diens beleid mee kan sturen.<br />

5.2. Sterktes en zwaktes<br />

De sterkte van dit onderzoek ligt in feit dat er gepeild wordt naar de persoonlijke ervaringen van artsen<br />

die in beide systemen gewerkt hebben en ze aldus van binnenuit kennen. Er werd getracht een zo<br />

gevarieerd mogelijke selectie te maken van de geïnterviewden. 1 van de artsen (Arts 1) levert ons <strong>het</strong><br />

‘zuiverste’ onderzoeksmateriaal op, wanneer <strong>het</strong> gaat over de ervaren verschillen tussen beide<br />

betalingssystemen, aangezien hij met zijn bestaande praktijk overgeschakeld is van de<br />

prestatiegeneeskunde naar <strong>het</strong> forfaitaire systeem, zonder dat dit fundamentele veranderingen<br />

teweegbracht in <strong>het</strong> patiëntenbestand.<br />

Een zwakte van deze studie behelst <strong>het</strong> aantal geïnterviewde artsen. Een groter aantal geïnterviewde<br />

artsen had ons misschien een duidelijker beeld geleverd over de ervaren <strong>voor</strong>- en nadelen.<br />

5.3. Implicaties <strong>voor</strong> de praktijk<br />

Daar waar ik bij de aanvang van dit eindwerk begonnen was met een duidelijke <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> de<br />

forfaitaire geneeskunde (betere organisatie, beter sociaal statuut, geen financiële drempel <strong>voor</strong> de<br />

patiënten, tijd en ruimte <strong>voor</strong> preventie, teamwork…), merkte ik dat dit daarom niet altijd vanzelf<br />

sprekend is. Enkele huisartsen bleken toch wel teleurgesteld te zijn bij hun overstap naar <strong>het</strong><br />

forfaitaire systeem. Ook zien we dat er toch een grote turn-over is van huisartsen in de (jonge)<br />

wijkgezondheidscentra. Veel van de ontevredenheid heeft te maken met situatiegebonden<br />

omstandigheden, deels in de hand gewerkt door <strong>het</strong> betalingssysteem.<br />

Enkele van de uitgangspunten, waarmee ik aan dit werk begonnen was, blijken in realiteit toch minder<br />

door te wegen dan ik zelf gedacht had. Zo had ik geen rekening gehouden met <strong>het</strong> huidige tekort aan<br />

huisartsen, waardoor de positie van de arts eigenlijk sterker wordt. De idee die ik eerst had, dat artsen<br />

in de prestatiegeneeskunde slaafs de grillen van hun patiënten dienen te volgen, blijkt dus gelukkig<br />

zwaar overdreven.<br />

Zelf, heb ik enkele positieve ervaringen van mijn Haiojaar bij <strong>Geneeskunde</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Volk</strong>. De kans<br />

bestaat dat ik hier volgend jaar dan ook aan <strong>het</strong> werk blijf. Vooral <strong>het</strong> feit dat er aandacht is <strong>voor</strong><br />

goede EBM en <strong>voor</strong> geneeskunde buiten de praktijkmuren, maakt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> mij interessant. Het gevoel<br />

van voldoening wordt er enkel groter door.<br />

31


Met de toenemende vervrouwelijking van <strong>het</strong> huisartsenberoep, klinkt meer en meer de vraag naar<br />

welomlijnde werkuren, halftijds werk en een gedeelde verantwoordelijkheid. De dagen van de<br />

mannelijke solo- arts die continu ter beschikking staat van zijn patiënten lijken <strong>voor</strong>bij.<br />

Groepspraktijken zijn dan ook de toekomst.<br />

Daarnaast zorgt een brede omkadering van de arts (door extra personeel) <strong>voor</strong> een belangrijke<br />

stressreductie. Een goed uitgebouwde groepspraktijk, met voldoende artsen en personeel om de<br />

taken te verdelen, een multidisciplinaire samenwerking, en een goed elektronisch medisch dossier zijn<br />

troeven die <strong>het</strong> beroep van huisarts enkel aantrekkelijker kunnen maken.<br />

Bij alle artsen hoor je de onderliggende vraag naar administratieve vereenvoudiging, zodat ze zich<br />

meer zouden kunnen toeleggen op <strong>het</strong> echte medische werk. Het huidige systeem van <strong>het</strong> cash<br />

betalen in <strong>het</strong> dokterskabinet is in die zin achterhaald. Er zou snel werk gemaakt moeten worden van<br />

een rechtstreekse verrekening van de kosten via de mutualiteit.<br />

Als laatste: veel van de <strong>voor</strong>delen die oorspronkelijk eigen waren aan <strong>het</strong> forfaitaire systeem (goed<br />

uitgebouwd onthaal, vermindering van de administratieve last, groepswerk, etc…) zien we nu ook<br />

meer en meer in groepspraktijken die per prestatie werken. De verschillen tussen beide systemen<br />

worden in die zin kleiner door de logistieke ondersteuning vanuit de overheid… Bovendien kan men in<br />

de prestatiegeneeskunde niet echt spreken van een zuiver ‘zelfstandigen statuut’, aangezien, op <strong>het</strong><br />

remgeld na, <strong>het</strong> grootste deel van <strong>het</strong> loon van de huisarts wordt betaald door <strong>het</strong> Riziv (en dus door<br />

de overheid). In die zin evolueren we meer en meer naar een ‘gemengd’ systeem.<br />

Er zou evenwel dringend een oplossing gevonden moeten worden <strong>voor</strong> de onderwaardering van<br />

preventieve maatregelen, en intellectuele arbeid buiten de consultatie uren die men <strong>voor</strong>namelijk in de<br />

prestatiegeneeskunde aantreft. In <strong>het</strong> buitenland zien we dat hier<strong>voor</strong> een soort ‘target payment’ in<br />

leven werd geroepen, waarbij huisartsen die bepaalde <strong>voor</strong>opgestelde doelen/ targets (bvb wat betreft<br />

de vacinnatiestatus van hun patiënten, of <strong>het</strong> aantal vrouwen dat een uitstrijkje liet doen) haalden,<br />

hier<strong>voor</strong> een vergoeding kregen. Hierdoor werd preventie gestimuleerd (en vergoed). De vraag is<br />

natuurlijk of dit de beste methode is, en of dit een haalbare kaart is in België.<br />

32


Referenties<br />

1. Annemans L, Closon J-P, Closon M-C, Heymans I, Lagasse R, Mendes da Costa E, et al., Federaal<br />

Kenniscentrum <strong>voor</strong> de Gezondheidszorg (KCE). Vergelijking van de kost en kwaliteit van twee<br />

financieringssystemen <strong>voor</strong> de eerstelijnszorg in België. Brussel: Health Services Research (HSR); 2008. p158<br />

2. Scott Brown MD. Physician funding and health care systems – an international perspective. A summery of a<br />

conference hosted by the WHO, WONCA and RCGP at St John’s College, Cambridge. London: The Royal<br />

College of General Practitioners; 1999. p110.<br />

3. Mortelmans D. Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Uitgeverij Acco; 2007.p536<br />

4. Pope C, Ziebland S, Mays N. Qualitative research in health care, analysing qualitative data. BMJ 2000; 320:114-<br />

116<br />

5. Bruno Art, Jan De Maeseneer. Forfaire betaling: een beter systeem <strong>voor</strong> patiënt en huisarts? Gent<br />

6. Gosden T, Pedersen L, Torgerson D. How should we pay doctors: a systematic review of salary payments and<br />

their effect on doctor behaviour. QJM: an international Journal of Medicine. 1999; 92 (1): 47-55<br />

7. Gosden T, Sibbald B, Williams J, Petchey R, Leese B. Paying doctors by salary: a controlled study of general<br />

practitioner behaviour in England. Health Policy 2003; 64: 415-423<br />

8. Gosden T, Forland F, Kristiansen IS, Sutton M, Leese B, Giuffrida A, Sergison M, Pedersen L. Capitation, salary,<br />

fee-for-service and mixed systems of payment: effects on the behaviour of primary care physicians. Cochrane<br />

Database Syst Rev. 2000;(3)<br />

9. Kinder K. Assessing the Impact of Payment Method and Practice Setting on German Physicians’ Practice<br />

Patterns. J Ambulatory Care Manage 2001; 24(2): 11–18<br />

10. Hibbard J, Greenlick M, Kunkel L, Capizzi J. Mode of payment, practice characteristics, and physician support<br />

for patient self care. American Journal of Preventive Medicine 2001; 20:118-123<br />

11. Balkrishnan R, Hall MA, Mehrabi D, Chen GJ, Feldman SR, Fleischer AB Jr. Capitation payment, length of visit,<br />

and preventive services: evidence from a national sample of outpatient physicians. Am J Manag Care 2002; 8(4):<br />

332-40.<br />

12. Berwick DM. Quality of health care part 5: payment by capitation and the quality of care. The New England<br />

Journal of Medicine 1996; 335 (16)<br />

13. Kristiansen. The general practioner’s use of time: is it influenced by the remuneration system? Social Science<br />

and medicine 1993, 37 (3)<br />

14. Art B, Snauwaert C, Masureel B, De Maeseneer J. GP Attitudes towards health, prevention and poverty in<br />

deprived communities: does working with capitation or fee-for-service make a difference? Arch Public Health<br />

2006;64:175-183.<br />

15. Delnoij D. Physician payment systems and cost control. Social Science & Medicine 1994, 41:601-602<br />

16. Hibbard J. Mode of payment, Practice characteristics, and Physician Support for Patient Self Care. American<br />

Journal of Preventive Medicine 2001; 20: 118- 123<br />

17. Haidet P, Dains J, Paterniti Debora, Hechtel L, Chang T, Tseng E, Rogers J. Medical student attitudes toward the<br />

doctor- patient relationship. Medical Education 2002; 36: 568-574<br />

18. Mead N, Bower P. Patient-centredness: a conceptual framework and review of the empirical literature. Social<br />

Science & Medicine 2000; 51: 1087-1110<br />

19. Epstein R, Franks P, Fiscella K, Shields C, Meldrum S, Kravitz R, Duberstein P. Measuring Patient-centered<br />

communication in Patient- Physician consultations: Theoretical and practical issues. Social science & Medicine<br />

2005; 61:1516- 1528<br />

20. Street R, Krupat E, Bell R, Kravitz R, Haidet P. Beliefs about control in the physician – patient relationschip: effect<br />

on communication in Medical Encounters. J Gen Inter Med 2003; 18:609-616<br />

33


6. Bijlagen<br />

34


6.1. Bijlage 1: Draaiboek Interviews<br />

Attituden van de huisarts tov de patiënt in praktijken die gebruik maken van verschillende betalingsmethoden.<br />

1. Doelstelling:<br />

Nagaan in welke mate <strong>het</strong> al dan niet afrekenen op <strong>het</strong> einde van de consultatie een invloed zou kunnen hebben<br />

op de arts patiënt- relatie. Omwille van tijdsgebrek werd in eerste instantie besloten in dit interview enkel de artsen<br />

hierover te interviewen.<br />

2. Theoretische achtergrond<br />

Studies die specifiek handelen over de invloed op de arts-patiënt relatie werden niet gevonden. De studies die <strong>het</strong><br />

meest aanleunden bij <strong>het</strong> onderwerp beschreven de meer ‘meetbare’ componenten van <strong>het</strong> consult: duur van <strong>het</strong><br />

consult, aantal doorverwijzingen, <strong>voor</strong>schriften <strong>voor</strong> medicatie, preventieve geneeskunde, etc.<br />

Dit werd dan <strong>voor</strong>namelijk vergeleken tussen praktijken die werken met betaling per prestatie tov praktijken met<br />

vaste loondienst. Men kwam tot volgende besluiten:<br />

Artsen in praktijken die werken in vaste loondienst…<br />

- doen meer aan preventieve geneeskunde dan praktijken die werken met betaling per prestatie- Gosden<br />

(al bestaat de mogelijkheid dat dit eerder zou afhangen van groeps -vs solo werking- Art)<br />

- vragen minder bijkomende onderzoeken aan- Gosden<br />

- zien minder patiënten per week- Gosden<br />

- hebben minder ziekenhuisopnames- Gosden<br />

- hebben minder administratief werk<br />

- …<br />

3. Wie interviewen?<br />

We interviewden artsen die ervaring hebben met beide systemen. We trachtten een zo gevarieerde mogelijke<br />

populatie te includeren: mannen en vrouwen, van alle leeftijden, solo en groepspraktijken, etc<br />

35


Beste dokter;<br />

Ik stel mij even <strong>voor</strong>, ik ben Stefanie de Winter, huisarts in beroepsopleiding en maak een manama over betalingswijzen in<br />

de huisartsenpraktijk. Ik heb specifiek u uitgekozen <strong>voor</strong> dit interview omdat u zowel <strong>het</strong> forfaitair systeem als <strong>het</strong> betalen per<br />

prestatie van binnenuit kent. Met dit interview wil ik uw ervaringen hiermee beter leren kennen.<br />

Alvast bedankt <strong>voor</strong> uw bereidwillige medewerking.<br />

• Klopt <strong>het</strong> dat u ervaring hebt met beide systemen?<br />

• (Met welk systeem werkt u op dit moment?)<br />

• Hoe is dat <strong>voor</strong> u om op die manier te werken?<br />

• Is er een bepaalde reden of motivatie geweest om van betalingssysteem te veranderen?<br />

• Hoe was <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de patiënten om over te schakelen? Ging dit probleemloos?<br />

• Zijn er verschillen die u opgevallen zijn?<br />

En dan meer specifiek op uw relatie met de patiënt:<br />

• Vindt u dat deze veranderd is? In welke zin dan?<br />

• In welke zin dan? Bvb<br />

o meer/minder tijd <strong>voor</strong> patient,<br />

o afstand tss arts en patiënt,<br />

o verzoeken van patiënten waar u mss niet helemaal achter staat?<br />

o Continuïteit van zorg?<br />

• Zijn er zo concrete <strong>voor</strong>beelden die u te binnen schieten?<br />

• Hebben deze verschillen echt met de betalingswijze op zich te maken? Of zouden er andere factoren kunnen<br />

meespelen?<br />

• Vindt of vond u <strong>het</strong> soms moeilijk om op <strong>het</strong> einde van een consult te moeten afrekenen?<br />

• In welke situaties komt/kwam dit <strong>voor</strong>? (Zijn er concrete vbn die u te binnen schieten?)<br />

• Wanneer rekende u wel/niet af?<br />

• Heeft afrekenen volgens u soms <strong>voor</strong>delen?<br />

• Werkt(e) u veel met derde betalersregeling?<br />

• welk van beide systemen zou u een beginnende collega aanraden?<br />

• Zijn er zaken die u zelf nog wil aanbrengen over dit onderwerp?<br />

36


Om af te sluiten; nog enkele korte vraagjes:<br />

Naam:<br />

Geslacht:<br />

Leeftijd:<br />

• Hoe lang duurt een gemiddelde consultatie per patiënt bij u?<br />

• Heeft u een idee hoeveel patiënten u per week ziet?<br />

• Hoeveel jaar heeft u in elk systeem gewerkt?<br />

Praktijk: solo/groep Per prestatie/forfaitair GVHV/WGC<br />

37


6.2. Bijlage 2: Coderingsframe<br />

38


1. Achtergrondinfo<br />

Per prestatie Forfait<br />

31j Groepspraktijk per prestatie<br />

22j Groepspraktijk per prestatie<br />

3j Duopraktijk per prestatie<br />

4j Groepspraktijk per prestatie<br />

24j GvhV per prestatie aan terugbetalingstarief<br />

39<br />

2j WGC<br />

2j WGC<br />

1j Gvhv als Haio<br />

1j WGC<br />

6j GvhV<br />

Arts 1, man, 63j<br />

Arts 2, man, 50j<br />

Arts 3, man, 30j<br />

Arts 4, vrouw, 32j<br />

Arts 5, vrouw, 45<br />

2. Overstap<br />

2.1 Naar wat? Forfait, mei 2008<br />

Forfait 2007<br />

PP<br />

PP<br />

Forfait, 2004<br />

2.2 Aanleiding? Vertrek van collega wegens<br />

overwerkt. Zaten met te weinig artsen<br />

(2+1 hibo), moest echt iets<br />

veranderen<br />

Start eigen praktijk na opleiding<br />

Burn out in forfaitair systeem<br />

Praktische overwegingen, gratis<br />

2.3 Hoe? - nieuw gestart met 1 collega.<br />

- instap in bestaande groepspraktijk in impulseogebied,<br />

patiëntenstop sinds 5j<br />

- Moeilijk owv administratieve berg<br />

- mbv vereniging WGC<br />

- 1 jaar <strong>voor</strong>bereid<br />

- vlot verloop<br />

- remming: wantrouwen, zal dat wel gaan?<br />

eerlijke werkverdeling?<br />

- Instap in bestaand WGC<br />

- Praktijk en patiëntenbestand bleef <strong>het</strong>zelfde,<br />

nagaan of financieel mogelijk was, toen bleek<br />

dat dat ok is: met vrijwilligerswerk alle<br />

patiënten ingeschreven<br />

geneeskunde<br />

2.4 reacties patiënt? - gratis naar de dokter kunnen:<br />

vonden ze natuurlijk goed<br />

- soms wel moeite met verplichte<br />

inschrijving


- sommige patiënten haakten af,<br />

want konden door vaste<br />

inschrijving niet meer gaan<br />

shoppen<br />

- <strong>voor</strong> de rest: iedereen zeer<br />

tevreden<br />

2.5 reacties omgeving? - andere artsen uit de buurt: weinig<br />

rechtstreeks. Sommigen voelen<br />

zich toch benadeeld door <strong>het</strong> wgc<br />

- ziekenhuizen: positieve reacties<br />

3. Werking<br />

3.1 Organisatorisch<br />

- omkadering - enkel secretaresse betaalbaar met GMD’s<br />

- wij vonden dat dat meer moest zijn (intercultureel<br />

bemiddelaar<br />

- secretaresse + 12 artsen<br />

- geen secretaresse of ander personeel, alles zelf doen<br />

- secretaresse en 3 artsen<br />

- afspraak vs open RP - alles vrije RP, wij dachten dat afspraken niet zouden<br />

werken bij ons publiek<br />

- zowel open RP als op afspraak<br />

- alles op afspraak<br />

- hoeveel pat./ week? - 35 pat per week op RP, zeer weinig HB want zeer<br />

jonge patiënten<br />

- 100 pat per week<br />

40<br />

- onthaal<br />

- verpleegster<br />

- coördinator (prakt zaken: gebouw, kuisen,…)<br />

- admin kracht (forfaits)<br />

- 4 artsen, 2 hibo’s<br />

- WGC: 12 artsen, 8 kinés, verpleging, onthaal,<br />

…<br />

- Gvhv Deurne: onthaal, verpleging, veel artsen,<br />

etc.<br />

- er is daar ook admin werk, maar dat wordt door<br />

iemand anders gedaan<br />

- onthaal, 2 artsen, 1 VPK en 1 kine<br />

- onthaal, 10 artsen, 2 Hibo’s, 2 VPK, 1 diëtiste<br />

- bijna enkel nog op afspraak: 20min pp<br />

- lukt goed met onze patiënten<br />

- rustiger werken<br />

- enkel op afspraak<br />

- alles op afspraak, buiten vrijdag avond en<br />

zaterdag vm: vrije RP<br />

- 5 HB en 100 RP<br />

- meer dan in PP<br />

3.2 Arts Patiënt relatie -<br />

- tijd per consult - open RP: tijd afhankelijk van hoe druk de wachtzaal - 20’ pp


is, veel mensen sneller werken<br />

- 20 min pp<br />

- 20 min pp<br />

- 15 min pp, met om de 4 afspraken een buffer van<br />

15min<br />

- Arts - patiënten kwamen écht <strong>voor</strong> jou<br />

- andere status<br />

- weinig verschil in de AP relatie, zo lang je op een<br />

redelijke manier kan werken in beidesystemen, dan<br />

zijn er andere factoren veel belangrijker<br />

- geen nood aan gevoel van controle over de patiënt<br />

(door verplichte inschrijving), er zijn andere<br />

manieren om met je pat afspraken te maken<br />

- je zit in een sterkere onderhandelingspositie<br />

- geen schroom meer om geld te vragen: je moet elke<br />

maand rondkomen<br />

- relatie hangt toch eerder af van je<br />

communicatievaardigheden en persoonlijke band<br />

met je pat dan van <strong>het</strong> geld.<br />

- Patiënt - mensen zijn gewoon te moeten betalen. Het is<br />

eerder <strong>het</strong> omgekeerde dat ze niet gewoon zijn.<br />

- als <strong>het</strong> hen niet zint, gaan ze wel naar een andere<br />

arts<br />

- pat doen wat ze willen en maken je ook wijs wat ze<br />

willen<br />

- mensen kunnen je uittesten, blijven als ze tevreden<br />

zijn<br />

- patiënten weten wat ze wel of niet mogen vragen<br />

van medicatie via telefoon, lijst hangt in de<br />

wachtzaal<br />

- ook redelijk aan praktijk gebonden, vermits<br />

impulseogebied en patiëntenstop en dus weinig<br />

andere keuze…<br />

- weinig shoppers, strikte regels in de praktijk,<br />

worden goed gevolgd<br />

- drempel - laatste 4-5j toch serieus meer 3 e betalersregeling<br />

- 3 e betaler bij mensen die <strong>het</strong> vragen, of die WIGW<br />

statuut hebben<br />

- veel 3 e betaler, dus ook geen drempel <strong>voor</strong> mensen<br />

41<br />

- 15’ pp<br />

- 20’pp, bovendien verlies je geen tijd aan<br />

afrekenen<br />

- 20’ pp<br />

- minder verplicht voelen VS mee te geven, pat<br />

eerder laten terugkomen (citaat)<br />

- op afspraak: comfortabeler <strong>voor</strong> de arts<br />

- de relatie zelf tss arts en pat is niet veel<br />

veranderd<br />

- Arts: minder voldoening van <strong>het</strong> werk<br />

- Minder nauwe band met patiënt, komen iets<br />

van je vragen<br />

- Je staat als arts sterker omdat je geen geld<br />

vraagt, geen ‘<strong>voor</strong> wat hoort wat’ mentaliteit<br />

- Ervaren afsprakensysteem als iets positiefs<br />

- kunnen meestal de dag zelf nog op RP komen<br />

- meer continuïteit van zorg: wgc blijft bestaan,<br />

zelfs als je arts op pensioen gaat<br />

- pat voelt dat er meer groepsgevoel is<br />

- pt kunnen meestal dag zelf nog op RP komen<br />

- zeer veeleisend, hoge verwachtingen: ‘wij zijn<br />

hier ingeschreven, dus…<br />

- Non verbaal gedrag: ‘wij zijn hier<br />

ingeschreven, wij hebben daar allemaal recht<br />

op’<br />

- Taalproblemen/ cultuurverschillen<br />

- Het is gratis dus…<br />

- Je trekt een ander soort pat aan, meer sociaal<br />

zwakkeren<br />

- lager <strong>voor</strong> de RP, maar niet <strong>voor</strong> de HB (citaat<br />

snotvallingen)<br />

- controle <strong>voor</strong> HB door onthaal<br />

- triagefunctie door capabel persoon zou goed


die <strong>het</strong> moeilijk hebben.<br />

- moeite om als arts geld te vragen: GMD’s,<br />

overlijden vaststellen, als je niet voldaan had aan de<br />

wensen van de patiënt<br />

3.3 Financieel - we hielden weinig over, ondanks <strong>het</strong> harde werk,<br />

konden geen extra personeel betalen<br />

- nog geen superdrukke praktijk, dus nog niet<br />

superveel inkomsten.<br />

- hard en lang werken, maar op een wacht verdien je<br />

dan weer veel geld<br />

3.4 Werkomstandigheden<br />

arts<br />

- goed werk leveren<br />

- heel veel werk<br />

- overvraagd: ‘iedereen zat op en zijn adem te<br />

trappen’<br />

- geen tijd om te vergaderen<br />

- spanningen in de groep door hoge werkdruk<br />

- je moet alles zelf doen, geen omkadering, van<br />

patiënten zien tot de wc’s kuisen<br />

- vrijblijvender, geen regeltjes<br />

- heel aangenaam: toffe collega’s, werkt even hard,<br />

maar doet <strong>het</strong> graag<br />

- eerlijke werkverdeling<br />

- veel meer vrijheid<br />

- nu veel minder administratie: want secretaresse doet<br />

dat en bovendien veel minder illegalen,<br />

vluchtelingen etc<br />

42<br />

zijn.<br />

- Zéér laag, mensen consulteren bij <strong>het</strong> minste.<br />

Consumeren, geen engagement meer naar eigen<br />

gezondheid toe<br />

- Drempel is lager, mensen consulteren sneller,<br />

met futiliteiten, want <strong>het</strong> is toch gratis<br />

- Drempel is laag, maar je moet wel kiezen om<br />

vast ingeschreven te worden<br />

- citaat: makkelijk te betalen! (veel- 25%-<br />

omnio’s: groter inkomen dan doorsnee WGC)<br />

- Ik verdien evenveel als er<strong>voor</strong><br />

- Voor de gemeenschap: veel duurder! Vroeger<br />

deden we veel meer zelf, niet alles werd<br />

aangerekend.<br />

- Geldverspilling (<strong>voor</strong> de samenleving): pat<br />

komen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> minste<br />

- Lager inkomen dan er<strong>voor</strong><br />

- evenveel uren werk<br />

- betere sfeer, groepswerk<br />

- meer tijd <strong>voor</strong> vergaderen meer kwaliteit<br />

- meer verantwoordelijkheid (als <strong>voor</strong>zitter vzw)<br />

- veiliger gevoel: deur gaat om 19u dicht,<br />

controle via onthaal, geen cash geld (vroeger 2-<br />

3x overvallen geweest)<br />

- als ik nu opnieuw zou moeten beginnen, zou ik<br />

direct in forfait starten<br />

- veel minder administratieve rompslomp, je bent<br />

werknemer, dus geen boekhouding meer na de<br />

uren<br />

- ik zie meer patiënten dan er<strong>voor</strong><br />

- ik voel me beknot in mijn doorverwijzingsgedrag<br />

- Veel regeltjes, tal van <strong>voor</strong>waarden, mogelijks<br />

controle op je manier van werken, vies gevoel<br />

- Heel hard moeten werken, meer dan voltijds<br />

hoewel ze volgens contract maar 19u had.


3.5 Kwaliteit van zorg - je kan minder op praktijkniveau werken, je hebt<br />

zoveel werk met alles wat er rond komt kijken dat er<br />

weinig tijd overschiet om aan preventie etc te doen.<br />

Bovendien word je betaald pp en betekent <strong>het</strong> dus<br />

ergens een verlies aan inkomen, als je daar tijd in<br />

steekt.<br />

43<br />

- Tegen lage verloning<br />

- Collega die van de situatie (loontrekkende<br />

statuut) profiteerde, waardoor zij <strong>voor</strong> veel<br />

meer werk opdraaide<br />

- Gevoel dat dingen boven haar hoofd werden<br />

beslist en ze te weinig gewicht had om er<br />

tegenin te gaan<br />

- Desillusie/ burn-out, hoewel gestart met veel<br />

idealisme<br />

- Veel regeltjes, geen soepel systeem<br />

- betere taakverdeling: je kan je meer<br />

concentreren op <strong>het</strong> echte medisch werk<br />

- minder snel VS meegeven, gemakkelijker om<br />

pat terug te laten komen.<br />

- Continuïteit van zorg is beter<br />

- Meer mogelijkheid tot vernieuwing van<br />

materiaal<br />

- In principe meer risico om aan slechte<br />

geneeskunde te doen (citaat), je hebt vaste<br />

inkomsten, pat merken <strong>het</strong> niet. Aanstellen van<br />

gezondheidspromotor die dit controleert. Ook<br />

interne controle: door collega’s, onthaal, etc<br />

(bvb ben je consequent in <strong>het</strong> <strong>voor</strong>schrijven van<br />

AO?)<br />

- Patiënten komen sneller langs HA, <strong>voor</strong>aleer<br />

naar de specialist/spoed te gaan (ook omdat ze<br />

soms denken dat ze dit dan ook uit eigen zak<br />

zullen moeten betalen)<br />

- Meer vergaderen: komt de kwaliteit van zorg<br />

ten goede<br />

- Beter preventiebeleid, want betere logistieke<br />

ondersteuning<br />

- Verplichte doorverwijzing naar de<br />

kinesist/verpleging van <strong>het</strong> WGC is nefast. Je<br />

kan niet gericht doorverwijzen naar iemand met<br />

een bepaalde specialiteit<br />

- Zelf nog meegewerkt aan <strong>het</strong> opstellen van


3.6 Nadelen? - teveel werk, iedereen zat op zijn adem te trappen,<br />

spanningen in de groep<br />

- geen financiële ruimte om extra personeel aan te<br />

werven<br />

- ‘alles komt op je af, je moet alles zelf regelen,<br />

financieel alles goed in’t oog houden<br />

- je moet alles zelf doen, veel administratieve<br />

rompslomp, veel tijdverlies<br />

- -afrekenen op <strong>het</strong> einde van een consult= onnozel<br />

tijdsverlies<br />

- minder aandacht <strong>voor</strong> preventie etc<br />

- onnozele papiertjes invullen en geld innen<br />

- geen nomenclatuurnr <strong>voor</strong> bvb opvolging van<br />

depressie… wordt ondergewaardeerd.<br />

- door impulseo en ptstop: ptn zitten aan je vast:<br />

kunnen niet echt kiezen<br />

3.7 Voordelen? - je bent meer je eigen baas, met je eigen visie op<br />

geneeskunde, zelfstandiger<br />

- je hebt je eigen stijl en publiek, mensen komen echt<br />

<strong>voor</strong> jou<br />

44<br />

richtlijnen. Je krijgt er tijd en ruimte <strong>voor</strong>.<br />

- Er werd aan preventie gedaan, terwijl de<br />

basiszorg niet kon ingevuld worden, wat absurd<br />

is<br />

- lage drempel <strong>voor</strong> consultatie, soms RP <strong>voor</strong><br />

onnozele snotvalling<br />

- nog evenveel werkuren<br />

- ‘schijn’zelfstandige statuut<br />

- is zowel werknemer als werkgever<br />

- wie mag zetelen in raad van beheer? bij ons<br />

teveel intern volk, en te weinig externen in raad<br />

van beheer.<br />

- Betaling tegen welk barema?<br />

- Patiënten zijn veeleisender<br />

- Minder voldoening van <strong>het</strong> werk<br />

- Financieel minder interessant<br />

- Je verdwijnt een beetje in de massa (minder<br />

eigen visie, zelfstandigheid)<br />

- Geen wachtvergoeding, na een wacht moest je<br />

<strong>het</strong> geld afgeven<br />

- Veel regeltjes, tal van <strong>voor</strong>waarden, controle op<br />

je manier van werken, vies gevoel<br />

- Verplichte inschrijving van patiënten<br />

- Verplichte inschrijving: ptn hebben geen keuze,<br />

moeten <strong>het</strong> totaalpakket nemen, ook al klikt <strong>het</strong><br />

mss niet met alle leden van <strong>het</strong> team. ‘gaat deze<br />

arts me even goed verzorgen als die toch weet<br />

dat ik sowieso terugkom?’<br />

- Bediendestatuut, risico op gemakzucht,<br />

ambtenarenmentaliteit<br />

- Veel regeltjes, log systeem, niet soepel<br />

- Teveel werk, consultatie steeds overvol<br />

- beter omringd: meer artsen, meer personeel<br />

- groter veiligheidsgevoel (bij vrouwelijke<br />

collega’s)<br />

- betere sfeer, groepswerk


- toch een andere status<br />

- minder regels, minder gebonden<br />

- meer loon naar werk ‘boter bij de vis’<br />

- vrijheid, eigen baas zijn, meer zelf kunnen kiezen<br />

hoe je je organiseert als team. (bvb ook<br />

samenwerking met een VPK, maar die niet mee in<br />

de praktijk zit- wordt ervaren als een <strong>voor</strong>deel)<br />

- gelijkwaardigheid onder collega’s<br />

- hoger inkomen<br />

3.8 punten ter verbetering - meer en meer evolueren naar een gemengd systeem:<br />

waar ook met forfaits gewerkt wordt, maar <strong>het</strong><br />

zelfstandige statuut behouden blijft, om niet in de<br />

ambtenarenmentaliteit te verzeilen<br />

45<br />

- financieel comfortabel<br />

- op afspraak werken<br />

- blij dat ik van die geldbeugel vanaf ben<br />

- minder administratie<br />

- beter preventiebeleid, meer logistieke<br />

ondersteuning hier<strong>voor</strong><br />

- geen afrekenen meer<br />

- tijd <strong>voor</strong> praktijk richtlijnen en preventie<br />

- geen administratie, want iemand anders doet<br />

dat <strong>voor</strong> jou<br />

- geen geldtransacties<br />

- triage door verpleegster of opgeleide<br />

praktijkassistente: wat is ernstig, wat kan<br />

wachten?<br />

- nog geen officieel barema <strong>voor</strong> de artsen<br />

- ik ga zelf een nieuw WGC mee opstarten en <strong>het</strong><br />

helemaal anders doen: meer grenzen stellen<br />

naar patiënten toe. Geen HB <strong>voor</strong> snotvallingen<br />

- forfait is mss nodig, in de eerste plaats in de<br />

grote steden, waar anders veel mensen uit de<br />

boot vallen. Maar opgepast <strong>voor</strong> Matheus effect<br />

in andere gevallen…

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!