03.08.2013 Views

4 Extrachromosomaal DNA - Secundair

4 Extrachromosomaal DNA - Secundair

4 Extrachromosomaal DNA - Secundair

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3 De celkern in de delingsfase<br />

van chromatine tot chromosoom<br />

Tijdens de celdelingsfase komt het erop aan de chromatine nauwkeurig<br />

te verdelen over de dochtercellen. Daartoe gaat de chromatine<br />

over naar zijn meest compacte vorm, nl. chromosomen.<br />

De overgang van chromatinevezel tot chromosoom is gekenmerkt<br />

door sterke spiralisatie en condensatie. Daarbij wordt de<br />

chromatinevezel in lussen geplooid, die op hun beurt worden opgerold.<br />

Elk chromosoom is in de lengterichting opgebouwd uit twee aan<br />

elkaar vasthangende chromatiden. De twee chromatiden van<br />

een chromosoom – we noemen ze zusterchromatiden – zijn<br />

het resultaat van de voorafgaande <strong>DNA</strong>-replicatie en bevatten dus<br />

identiek <strong>DNA</strong>. De plaats waar de twee zusterchromatiden samenhangen,<br />

is het centromeer.<br />

Chromosomen hebben de volgende eigenschappen:<br />

• Het aantal chromosomen in de lichaamscellen is per soort constant. Dat aantal is altijd een<br />

even getal en duiden we aan als het diploïde aantal, voorgesteld door 2n.<br />

• In eicellen en zaadcellen, ook geslachtscellen of gameten genoemd, is slechts de helft van het diploïde<br />

aantal chromosomen aanwezig. Dat halve aantal noemen we het haploïde aantal, voorgesteld<br />

door n.<br />

• Binnen het diploïde aantal chromosomen van alle organismen vinden we paren van chromosomen die even<br />

lang zijn en hun centromeer op dezelfde plaats dragen. Die chromosomenparen bestaan uit twee overeenkomstige<br />

of homologe chromosomen. Ze bevatten geen identieke informatie, maar wel informatie<br />

van dezelfde aard op dezelfde plaatsen.<br />

• De chromosomen die de informatie voor alle lichaamskenmerken behalve de geslachtskenmerken<br />

dragen, noemen we de autosomen. De twee chromosomen die de informatie voor de geslachtskenmerken<br />

dragen, zijn de geslachtschromosomen of heterosomen. Ze worden aangeduid met X en<br />

Y.<br />

Toegepast op de mens komen we tot het volgende schema:<br />

2n = 46<br />

44 autosomen = 22 chromosomenparen<br />

2 heterosomen 2 X-chromosomen = XX =<br />

1 X-chromosoom + 1 Y-chromosoom = XY =<br />

Een karyogram is een chromosomenbeeld dat meestal gemaakt wordt voor diagnostische doeleinden.<br />

4 <strong>Extrachromosomaal</strong> <strong>DNA</strong><br />

centromeer<br />

zusterchromatiden<br />

INKIJKEXEMPLAAR<br />

Ook buiten de celkern komt er <strong>DNA</strong> voor: het extrachromosomaal <strong>DNA</strong>. Dat is een kleine hoeveelheid<br />

<strong>DNA</strong> in de mitochondriën en in de chloroplasten. In prokaryote cellen van bacteriën komt er extrachromosomaal<br />

<strong>DNA</strong> voor in de vorm van plasmiden.<br />

Thema 1: structuur van chromatine en chromosomen in de cel<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!