4 Extrachromosomaal DNA - Secundair
4 Extrachromosomaal DNA - Secundair
4 Extrachromosomaal DNA - Secundair
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
24<br />
chromatine = <strong>DNA</strong> + histonen<br />
Een chromatinevezel is het geheel van een draadvormige <strong>DNA</strong>-molecule en histonen. De histonen fungeren<br />
daarbij als een spoel of een klos, waarrond de draadvormige <strong>DNA</strong>-moleculen kunnen worden<br />
opgewonden.<br />
Naast hun functie van verpakken van <strong>DNA</strong>, spelen histonen ook een regulerende rol in de manier waarop<br />
<strong>DNA</strong> toegankelijk is voor decodering.<br />
Het geheel, een <strong>DNA</strong>-draad gewikkeld rond een octomeer van histonen, is een nucleosoom. De nucleosomen<br />
geven de chromatine het uitzicht van een parelsnoer. In die vorm spreken we van euchromatine,<br />
waarin het <strong>DNA</strong> bereikbaar is voor decodering en het dus actief kan zijn.<br />
<strong>DNA</strong>-molecule<br />
octomeer van<br />
histonen<br />
<strong>DNA</strong><br />
nucleosoom<br />
H1-histon<br />
30 nm<br />
chromatinevezel<br />
Chromatinevezels kunnen met behulp van langgerekte H1-histonen compacter opgerold zijn. De nucleosomen<br />
liggen dan veel dichter bij elkaar en zijn regelmatig gestapeld. We spreken van heterochromatine.<br />
In die vorm is het <strong>DNA</strong> moeilijk te bereiken voor decodering en is het dus inactief.<br />
<strong>DNA</strong>-replicatie<br />
<strong>DNA</strong>-replicatie is een kopieerproces waarbij al de informatie in het <strong>DNA</strong> getrouw gekopieerd wordt tot de<br />
dubbele hoeveelheid, om het <strong>DNA</strong> dan te verdelen over de dochtercellen.<br />
3’<br />
zone binnen<br />
de replicatielus<br />
3’<br />
5’<br />
D<br />
P<br />
D<br />
P<br />
T<br />
5’<br />
D<br />
T<br />
A<br />
D<br />
A<br />
P<br />
P<br />
P<br />
D<br />
P<br />
C<br />
P<br />
D<br />
D<br />
D<br />
C<br />
G<br />
G<br />
P<br />
P<br />
D<br />
enzym<br />
<strong>DNA</strong>-ligase<br />
P<br />
G<br />
P<br />
D<br />
G<br />
C<br />
D<br />
5’<br />
C<br />
P<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
D<br />
C<br />
G<br />
G<br />
P<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
T<br />
A<br />
D<br />
A<br />
P<br />
P<br />
3’<br />
P<br />
D<br />
D<br />
D<br />
C<br />
G<br />
D<br />
G<br />
P<br />
P<br />
D<br />
G<br />
C<br />
D<br />
P<br />
G<br />
P<br />
D<br />
D<br />
C<br />
P<br />
P<br />
D<br />
P<br />
A<br />
P<br />
D<br />
D<br />
A<br />
T<br />
D<br />
T<br />
P<br />
T<br />
enzym<br />
<strong>DNA</strong>-polymerase<br />
P<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
T<br />
A<br />
D<br />
A<br />
P<br />
5’<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
G<br />
C<br />
D<br />
C<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
T<br />
A<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
G<br />
C<br />
P<br />
P<br />
D<br />
enzym<br />
<strong>DNA</strong>-helicase<br />
D<br />
G<br />
C<br />
D<br />
P<br />
D<br />
P<br />
C<br />
G<br />
D<br />
P<br />
A<br />
P<br />
D<br />
replicatievork<br />
D<br />
P<br />
P<br />
D<br />
D<br />
P<br />
5’<br />
3’<br />
eerst aangehechte nucleotiden<br />
laatst aangehechte nucleotiden<br />
Het enzym <strong>DNA</strong>-helicase ontwindt de dubbele helix en laat de twee strengen een stukje uit elkaar gaan<br />
door het verbreken van de H-bruggen tussen de basen.<br />
<strong>DNA</strong>-polymerase is nodig om nieuwe nucleotiden aan te hechten op een bestaande <strong>DNA</strong>-enkelstreng.<br />
Omdat <strong>DNA</strong>-strengen een antiparallelle oriëntatie hebben, zal <strong>DNA</strong>-polymerase aan de originele<br />
3’ 5’-streng continu nucleotide na nucleotide aanhechten, zonder onderbreking. Op de originele<br />
5’ 3’-streng zal de nieuwgebouwde streng discontinu tot stand komen en aanvankelijk bestaan uit korte<br />
stukjes met onderbrekingen.<br />
Het enzym <strong>DNA</strong>-ligase zorgt ervoor dat die korte stukjes polynucleotiden in de suiker-fosfaatruggengraat<br />
aaneengehecht worden.<br />
INKIJKEXEMPLAAR<br />
Als een <strong>DNA</strong>-molecule volledig gerepliceerd is, zijn er twee nieuwe <strong>DNA</strong>-moleculen ontstaan die elk bestaan<br />
uit een oude en een nieuwe streng. Daarom zeggen we dat <strong>DNA</strong>-replicatie semiconservatief is. De<br />
nieuwgevormde <strong>DNA</strong>-moleculen zijn qua basensequentie onderling identiek en identiek aan de oorspronkelijke<br />
<strong>DNA</strong>-molecule.<br />
T<br />
T<br />
A<br />
G<br />
C<br />
P<br />
D<br />
P<br />
D