rapport - Universiteit Antwerpen
rapport - Universiteit Antwerpen
rapport - Universiteit Antwerpen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Monitoraat op Maat – Academisch Nederlands 9<br />
Spelling<br />
De vaststellingen in de literatuur over de spelvaardigheid van studenten lopen uiteen. In de media<br />
verschenen de laatste jaren alarmerende berichten over de zwakke spelvaardigheid van<br />
eerstejaarsstudenten naar aanleiding van spellingstoetsen en –onderzoek. Elders stelt men vast dat<br />
spelfouten in vergelijking met andere taalkwesties een relatief kleine foutencategorie uitmaken. Het<br />
verschil in interpretatie lijkt voor een gedeelte samen te hangen met de manier van toetsen. Studenten<br />
hebben – terecht of onterecht – een groot vertrouwen in hun spelvaardigheid. Enkel allochtone<br />
studenten noemen spelling een groot obstakel bij schriftelijke taken. De vooropleiding blijkt ook een<br />
bepalende factor bij de spelvaardigheid.<br />
Net zoals voor grammatica en correct woordgebruik scoren studenten op taaltoetsen (Vrije <strong>Universiteit</strong><br />
Amsterdam, Erasmus <strong>Universiteit</strong> Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Pabo-opleiding) gemiddeld zeer<br />
slecht voor spelling (o.a. Grezel, 2007 en Van Twillert, 2008). Bij de invoering in 2006 van een<br />
verplichte spelling– en taaltoets in de Nederlandse lerarenopleiding voor instromende studenten,<br />
haalde 86% van de studenten een onvoldoende. Ondanks de kritiek op de toets over ‘moeilijke’<br />
testonderdelen zoals het afbreken van woorden (verlang-en: juist of fout?), de expliciete bevraging<br />
naar regels (De officiële naam van een feestdag (bijvoorbeeld pasen) schrijven we met een kleine<br />
letter: juist of fout?), en de hoge norm om te slagen, bevestigde de score voor velen het algemene<br />
gevoel dat de spelvaardigheid van afgestudeerden in het voortgezet onderwijs te wensen overlaat.<br />
Voor de afnemers van de taaltest aan de Vrije <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam blijkt dat vooral uit fouten<br />
tegen eenvoudige woorden zoals ‘onmiddellijk’. Er wordt geen melding gemaakt van significante<br />
verschillen in score tussen de studenten volgens taal- of studieachtergrond. De zwakke resultaten<br />
kregen de afgelopen jaren uitgebreid aandacht in de media (o.a. Lesaffer, 2008 en Van Twillert 2009).<br />
Ook onderzoekers van de Artevelde Hogeschool zien het aanvoelen bevestigd dat de spelvaardigheid<br />
achteruitgaat. In een dictee om de spelvaardigheid van eerste- en tweedebachelorstudenten in het<br />
hoger onderwijs te testen, presteerden de deelnemers nog slechter dan men had verwacht (Vrijders,<br />
2007 en Herbots, 2008). Uit de foutenanalyse van het dictee blijkt dat studenten vooral fouten maken<br />
als ze een regel moeten toepassen zoals:<br />
- het wel of niet schrijven van een hoofdletter (schrijf niet ‘Oost-vlaming’ maar ‘Oost-Vlaming’)<br />
- de tussen-n (niet ‘groentenschotel’ maar ‘groenteschotel’)<br />
- het liggend streepje (niet ‘anti-sociale’ maar ‘antisociale’).<br />
- de werkwoordspelling (niet ‘vindt jij’ maar ‘vind jij’ en niet ‘gefaxed’ maar ‘gefaxt’)<br />
De meeste fouten werden gemaakt tegen de werkwoordspelling. De onderzoekers stellen vast dat<br />
studenten met een ASO-opleiding significant beter scoren dan studenten uit het TSO.<br />
Uit onderzoek van het Huis van het Nederlands Brussel (2006) blijkt eveneens dat studenten de<br />
meeste fouten maken tegen de spelling van het werkwoord: 22% van de studenten schrijft minstens<br />
één werkwoordfout bij het schrijven van een motivatietekst. In een reeks van 18 onderzochte<br />
foutencategorieën komen de werkwoordfouten daarmee echter pas op de tiende plaats. Andere<br />
spelfouten zoals verkeerde spelling van de open en gesloten lettergrepen, komen nog verder in de<br />
rangschikking.<br />
In onderzoek naar de functionele geletterdheid bij eerstejaarsstudenten van de Lessius Hogeschool<br />
komen de onderzoekers tot vergelijkbare vaststellingen (Peters en Van Houtven, 2009). In een<br />
samenvattend verslag bij drie artikels halen de studenten gemiddeld een goede score voor spelling.<br />
De meest frequente fouten werden gemaakt tegen de werkwoordspelling en de juiste keuze tussen<br />
ei/ij.<br />
Zowel Baltzer et al. (1989) en Daems et al. (1991) stellen bij de beoordeling van de spelling in een<br />
geschreven tekst vooral problemen vast met de interpunctie. Daarnaast blijkt er een verband te<br />
bestaan tussen de spelvaardigheid en de (voor)opleiding: het ASO/VWO levert betere spellers dan het<br />
TSO/HAVO.<br />
© <strong>Universiteit</strong> <strong>Antwerpen</strong> – LINGUAPOLIS<br />
LINGUAPOLIS werd bekroond met het Europees Label voor Innovatief Talenonderwijs 2009.