rapport - Universiteit Antwerpen
rapport - Universiteit Antwerpen
rapport - Universiteit Antwerpen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Monitoraat op Maat – Academisch Nederlands 28<br />
4.2 Leesvaardigheid<br />
Doordat de meeste leesopdrachten zelfstandig worden uitgevoerd, hebben docenten geen duidelijk<br />
beeld van de leesvaardigheid van hun studenten. Alleen als lezen aan bod komt in de les (RECH,<br />
LERb) of tijdens individuele feedbackmomenten (PSW, CHEM) worden er soms problemen<br />
vastgesteld.<br />
Tegelijkertijd noemen vrijwel alle respondenten lezen een belangrijke vaardigheid om te studeren in<br />
het hoger onderwijs. Studenten moeten goed kunnen lezen in functie van:<br />
- het voorbereiden van lessen en practica<br />
- het verwerken en studeren van grote hoeveelheden leerstof<br />
- het zoeken, selecteren en interpreteren van informatie<br />
- het begrijpen van instructies bij zelfstandig uit te voeren opdrachten<br />
- het oplossen van examenvragen<br />
Afhankelijk van de opleiding en de taken die moeten worden uitgevoerd, benadrukken de<br />
respondenten het belang van verschillende manieren van lezen: scannend en gericht lezen (CHEM,<br />
RECH, PSW), structurerend lezen (PSW, RECH, OW+), kritisch lezen (OW+), gedetailleerd lezen<br />
(CHEM, RECH) of een combinatie hiervan:<br />
Dus uiteindelijk is taalvaardigheid voor mij: lezen, teksten begrijpen, zowel het<br />
detail, daar het belang van kunnen zien als zelf een synthese kunnen maken. Dat<br />
is allemaal heel belangrijk. (CHEM)<br />
In een aantal academische opleidingen geldt dat studenten uit een grote hoeveelheid tekst snel<br />
relevante informatie moeten kunnen selecteren (PSW, CHEM, RECH, RECH+, OW). Ze moeten<br />
daarvoor syllabi, artikels en naslagwerken gericht scannen op bruikbare informatie, i.e. informatie die<br />
hen helpt een antwoord op een specifieke probleemstelling te formuleren.<br />
Het is belangrijk om teksten vlug te kunnen lezen, vlug zien of het relevant is voor<br />
je probleemsituatie of niet. Vooral bij ons, met die geschreven bronnen is dat heel<br />
belangrijk: ze moeten veel lezen. Bij ons is een boek vaak niet iets dat je uitleent,<br />
maar een naslagwerk. Je neemt de passages door die relevant zijn. Je moet snel<br />
kunnen lezen, snel zien of iets interessant is of niet. (RECH)<br />
Een geschikte leesstrategie toepassen is van belang bij zelfstandige leesopdrachten, waarbij<br />
studenten zonder begeleiding actief aan de slag moeten met grote hoeveelheden informatie.<br />
Er staat meer in de cursus dan ze nodig hebben: de belangrijke dingen moeten ze<br />
zelfstandig uit de cursus kunnen halen. (FBD)<br />
Hoe snel zijn ze in staat om informatie vanuit een nieuwe tekst op te nemen en er<br />
iets mee te doen, dus echt te interpreteren? ‘Wat is hier nu de betekenis?’ Want<br />
volgens mij stoelt daar alles bijna op wat ik met hen probeer te doen: [minder uren<br />
doceren, en tijd vrijmaken voor voorbereidende zelfstudie] (…) als ik ga zeggen,<br />
hier, we gaan deze week met dat hoofdstuk werken, die twee uur zijn dan voor jou<br />
voorzien, dan moeten zij in staat zijn om daar al heel wat informatie uit te halen.<br />
(CHEM)<br />
Kortom, studenten moeten al lezend grote hoeveelheden informatie verwerken. Ze moeten teksten<br />
beoordelen, analyseren, selecteren, synthetiseren. Hierbij staat de vaardigheid om structuur aan te<br />
brengen in wat men leest centraal (PSW, RECH, OW+).<br />
Bijvoorbeeld: hoe ga ik om met de informatie die wordt aangereikt? Hoe kan ik<br />
daar het kaf van het koren scheiden? Hoe kan ik een structuur aanbrengen in die<br />
hoeveelheid van informatie? (OOW+)<br />
© <strong>Universiteit</strong> <strong>Antwerpen</strong> – LINGUAPOLIS<br />
LINGUAPOLIS werd bekroond met het Europees Label voor Innovatief Talenonderwijs 2009.