03.08.2013 Views

rapport - Universiteit Antwerpen

rapport - Universiteit Antwerpen

rapport - Universiteit Antwerpen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Monitoraat op Maat – Academisch Nederlands 10<br />

Studenten zelf lijken zich weinig zorgen te maken over hun spelling. Uit onderzoek naar problemen bij<br />

taaltaken in het hoger beroepsonderwijs blijkt alvast dat Nederlandstalige studenten spelling niet als<br />

een struikelblok ervaren (Van Hogen & Melissen, 2002 en Simons, 2006). Alleen studenten met een<br />

anderstalige achtergrond noemen spelling in de top 3 van de grootste obstakels bij schriftelijke<br />

taken. In een bevraging van de Artevelde Hogeschool blijkt dat slechts 1 op 5 studenten zijn tekst of<br />

e-mail naleest: studenten hebben volgens de onderzoekers ten onrechte een groot vertrouwen in hun<br />

spelvaardigheid (Vrijders, 2007).<br />

Schrijven algemeen<br />

Maas (2003) verrichtte een peiling onder letterenstudenten van de Vrije <strong>Universiteit</strong> Amsterdam. Dit<br />

onderzoek leidde tot de vaststelling dat eerstejaarsstudenten die in hun vooropleiding de Tweede<br />

Fase 2 hebben doorlopen, vinden dat ze minder nood hebben aan een training academische<br />

schrijfvaardigheid dan studenten die traditioneel onderwijs hebben genoten. De studie laat niet zien of<br />

de Tweede Fasestudenten ook daadwerkelijk beter schrijven.<br />

2.3 Leesvaardigheid en woordbegrip<br />

Uit peilingen naar de leesvaardigheid van eerstejaarsstudenten hoger onderwijs blijkt een groot deel<br />

van de studenten zwak te scoren. Afhankelijk van het type van test worden problemen vastgesteld op<br />

woordniveau en/of structurerend niveau. Studenten zelf geven moeilijkheden aan met nieuwe<br />

woordenschat, de grote hoeveelheid tekst en structurerend lezen. Studenten met een anderstalige<br />

achtergrond ervaren de grootste problemen op woord- en zinsniveau.<br />

De meeste taaltoetsen testen leesvaardigheid op microniveau: via gesloten vragen wordt gepeild naar<br />

de kennis van woordbetekenis. In het algemeen scoren eerstejaarsstudenten daarvoor zwak, zoals<br />

blijkt uit de mediaberichtgeving (Herbots, 2008 en Van Twillert, 2009). Uit de resultaten van de taaltest<br />

aan de Vrije <strong>Universiteit</strong> Amsterdam blijkt bijvoorbeeld dat in 2007 72% van de studenten de<br />

uitdrukking ‘advocaat van de duivel spelen’ niet kende; in de test van 2008 wist 53% niet wat ‘ambigu’<br />

betekent. In de taaltoets van de <strong>Universiteit</strong> Hasselt moesten economiestudenten in een lijst van<br />

bestaande woorden (bv.‘emissie’) en fictieve woorden (bv. ‘botteur’) aanduiden van welke woorden ze<br />

de betekenis kenden (Van Haegendoren, 2008). Meer dan de helft van de deelnemende studenten<br />

scoorde matig tot zwak. Allochtone studenten scoorden daarbij iets slechter dan autochtonen.<br />

Testen die peilen naar de mate waarin studenten een (stuk) tekst begrijpen (globaal en gedetailleerd),<br />

stellen vast dat studenten hiermee moeilijkheden ondervinden. In een lopend onderzoek van de<br />

Lessius Hogeschool komen de onderzoekers tot de tussentijdse vaststelling dat een derde van de<br />

geteste studenten grote problemen ondervindt met het verwerken van informatie, interpreteren en<br />

vergelijken en hoofdlijnen aanduiden (Peters en Van Houtven, 2009). Studenten uit de academische<br />

bachelor (met vooral studenten uit het ASO) bleken significant beter te scoren dan die uit de<br />

professionele bachelors (met de helft van de studenten uit het ASO). Ook op de taaltest voor<br />

eerstejaarsstudenten toegepaste economie aan de <strong>Universiteit</strong> Hasselt, scoorde meer dan de helft<br />

van de studenten matig tot zwak voor zowel gedetailleerd lezen als voor structurerend lezen<br />

(verband zien tussen verschillende hoofdstukken/alinea’s, onderscheid tussen hoofd- en bijzaken etc.)<br />

(Van Haegendoren, 2008).<br />

In onderzoek naar leerstijlen van eerstejaarsstudenten stellen Donche en Van Petegem (2004) vast<br />

dat studenten met inadequaat studeergedrag minder hoge cijfers behalen. Dit kan verband houden<br />

met onder meer een zwakke leesvaardigheid op structurerend niveau: studenten met een inefficiënte<br />

leerstijl blijken geen gebruik te maken van structurerende strategieën zoals hoofd- en bijzaken<br />

onderscheiden en de globale structuur voor ogen houden om de studiestof te verwerken.<br />

2 Met 'Tweede Fase' wordt in het Nederlandse onderwijs verwezen naar de hervorming van de<br />

bovenbouw van het voortgezet onderwijs (secundair onderwijs in Vlaanderen). De bedoeling van de<br />

Tweede Fase is het onderwijs beter te laten aansluiten bij de eisen die in het hoger onderwijs gesteld<br />

worden en aan de eisen van de snel veranderende maatschappij.<br />

© <strong>Universiteit</strong> <strong>Antwerpen</strong> – LINGUAPOLIS<br />

LINGUAPOLIS werd bekroond met het Europees Label voor Innovatief Talenonderwijs 2009.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!