LASTENBOEK

Dossier: 48
Het onderdakmembraan wordt in zo groot mogelijke afmetingen in horizontale stroken geplaatst, vertrekkend van de
bovenste gootrand. Het membraan wordt goed gespannen geplaatst, zonder verluchtingsspouw tussen isolatie en membraan.
De stroken moeten minstens 150 mm overlappen. Loshangende stukken moeten steeds worden vermeden, aangezien ze
storend geritsel kunnen veroorzaken.
Beschadigde membramen mogen niet verwerkt worden.
Ter hoogte van de kepers wordt het onderdakmembraan met een tengellat op het keperwerk genageld met verzinkte die
minstens 27 mm in de keper dringen.
Toepassing :
A. Gevelbekleding bestaande achtergevel: zie plannen en detailmeetstaat
B. Randen van de gevelbekleding
Aard van de overeenkomst :
Vermoedelijke hoeveekheid (VH)
Meetwijze :
meeteenheid : m²/m
meetcode : in de prijs zijn inbegrepen: het keperwerk, de betimmering, kopse afwerklatten als ook het
muggengaas. Bij de randen zijn zowel de folies als de metalen profielen voor de waterdichting
inbegrepen.