LASTENBOEK

3. houten bekleding.
Dossier: 47
Materiaal :
Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is
Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het
Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.
De sekties van de balken zijn volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet binnen de
nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.
Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272) , sortering volgens NBN 272. Het
hout heeft de nominale secties overeenkomstig NBN reeks 219.
Het timmerhout voor de buiten zichtbare delen is
Afzelia Doussié, als alternatief Western Red Cedar kwaliteit “Tight Knotty”. Vochtgehalte voor de plaatsing van 15-
18%. Het profiel van de planken mag geen vlakken, boorden of randen vertonen waarop water kan blijven staan. Goede
afschuiningen of afrondingen zorgen voor een vlotte evacuatie van het regenwater. Scherpe kanten moeten daarom
steeds afgerond worden met een straal van minimum 3mm. De minimale dikte van de planken bedraagt 19mm. De
breedte van de planken bedraagt 180 – 220 mm. De breedte van de enkelvoudige overlapping in functie van type
bekleding tussen 8 en 12%. Bij tand- en groefverbinding moet de tandbreedte 10% bedragen van de werkende breedte,
in de verbinding wordt een speling van tenminste 2mm voorzien om het werken van het hout toe te laten. Tegen
vergrijzing dient men het hout al een eerste maal af te werken met een buitenbeits (C2) of een CTOP-produkt. De
vernageling mag enkel gebeuren met roestvrij stalen nagels.
Onderdakmembraan:
Het onderdakmembraan is een dampopen ongeweven vlies dat een ATG-goedkeuring bezit voor gebruik als
onderdakfolie. Richtmerk: TYVEK onderdakfolie (leverancier Ravago Plastics, Moerenstraat 89, 2370 Arendonk, tel.
014/67 20 01), Delta-Vent onderdakfolie (leverancier Dorken, Brusselsesteenweg 477, 1731 Zellik, tel. 02/466 02 75).
Tengellatten:
De tengellatten beantwoorden aan STS 04 en zijn uit PNG nr 414.
De kwaliteit is 3e keuze volgens NBN 272.
De houtsectie is 15 x 38 mm.
De latten zijn behandeld volgens het Al-procédé (STS 04.31).
Uitvoering :
De horizontale buitenbetimmering wordt bevestigd op een dubbel regelwerk van eerst horizontale en daarna vertikale
regels. De regels hebben een maat van 38x63 mm (nuttige afmeting droog) en hebben een preventieve
beschermingsbehandeling gehad(homologatiecode A1). De afstand tussen de regels is bepaald op 50cm (maximaal
60cm).
Elke plank mag slechts met één bevestigingsmiddel op elke regel vastgemaakt worden. De koppen van de nagels
worden juist gelijk met houtoppervlak ingeslagen zonder het houtoppervlak te beschadigen. Bij tand- en
groefverbindingen moet men werken met een onzichtbare bevestiging.
Vernageling met roestvrij stalen nagels, de lengte van de draadnagels bedraagt tenminste 2.5maal de dikte van de
bekledingsplank.
Bij horizontale bekleding moet het kopshout afgedekt worden met een houten lat om het opzuigen van water te
beletten.
Achter de buitenbetimmering moet een luchtspouw voorzien worden en mag er geen contact zijn tussen de betimmering
en de isolatie (Rockwool Vario-platen). Men moet er voor zorgen dat het water onder aan de betimmering kan
weglopen, deze opening aan de onderzijde moet voorzien zijn van een duurzaam muggengaas.
De gevelbetimmering moeten minstens 15 cm boven het (plat)dakvlak stoppen. Hier moet een afschuining van de
koppen voorzien worden(60°).
Bij de aansluitingen van de gevelbekleding met ramen of andere materialen moet de nodige ruimte gelaten worden om
direct contact te vermijden zodat er geen opzuiging van water kan zijn. Op deze plaatsen moeten maatregelen genomen
worden (plaatsen van soepele dichtingsfolies of metalen slabben) om de waterdichting te verzekeren.