LASTENBOEK
LASTENBOEK
LASTENBOEK
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Dossier: 19<br />
meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de<br />
funderingsmuren, zonder rekening te houden met taluds.<br />
02.03.20 Ophogingen<br />
Algemeen<br />
Omschrijving :<br />
De ophogingen hebben betrekking op de aanvullingen binnen het op te trekken gebouw<br />
Uitvoering :<br />
De ophogingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering 1 art. 1 § 2. Ze mogen slechts aanvangen<br />
na het akkoord van de leidende ambtenaar nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse<br />
conctructies uitgevoerd zijn.<br />
02.03.21 Ophogingen met grond voortkomend van de uitgravingen VH m³<br />
Uitvoering :<br />
De ophogingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />
draagkracht : samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 11 MN/m².<br />
Toepassing :<br />
zie plannen en detailmeetstaat<br />
Aard van de overeenkomst :<br />
Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />
Meetwijze :<br />
meeteenheid : m³.<br />
meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de omringende<br />
wanden.<br />
02.06.10 Onderschoeiingen met metselwerk<br />
Algemeen<br />
Materiaal :<br />
Het metsel- en bepleisteringsmortel behoort tot de categorie M1 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling :<br />
minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand).<br />
Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar : bindingsvertragers zijn niet<br />
toegelaten.<br />
Uitvoering :<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />
Het metselwerk wordt uitgevoerd in afwisselende werkmoten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenruimte tussen de<br />
werkmoten bedraagt minstens twee maal de lengte van een werkmoot en wordt gevormd door ongeroede grond of reeds<br />
ondervangen stroken. De verschillende werkmoten van het metselwerk worden in verband uitgevoerd en degelijk in elkaar<br />
verbonden.<br />
Eenmaal uitgevoerd moet het onderschoeiingswerk een doorlopend geheel vormen. Het onderschoeiingsmetselwerk wordt<br />
over zijn volledige breedte goed en degelijk aangedrukt tegen de onderkant van de zuiver gemaakte bestaande fundering.<br />
Eventuele achterliggende tussenruimten worden bij het metselen meegaand aangevuld en degelijk verdicht.<br />
Alle muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd met een dikte van 10 mm.<br />
Na voldoende droging wordt de bepleistering bestreken met 2 lagen vernis geaktiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN<br />
B46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />
Er mag slechts overgegaan worden tot het ondermetselen van nieuwe werkmoten nadat het onderschoeiingsmetselwerk<br />
voldoende verhard is en mits de toelating van de leidende stabiliteitsingenieur (ambtenaar).<br />
Indien tegen het onderschoeiingsmetselwerk moet aangevuld worden zal dit ten spoedigste na uitvoering van elke moot<br />
geschieden nadat de bepleistering en bestrijking is aangebracht.