02.08.2013 Views

LASTENBOEK

LASTENBOEK

LASTENBOEK

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dossier<br />

lot<br />

ontwerp<br />

bouwheer<br />

<strong>LASTENBOEK</strong><br />

Dossier: 1


VOORWERP VAN DE AANNEMING :<br />

Dossier: 2<br />

De aanneming heeft tot doel het verbouwen van een rijwoning volgens de voorschriften van het Algemeen Bestek,<br />

Bijzonder Bestek, de plannen en de aanwijzingen die door de architect en bouwheer gedurende de werken worden<br />

gegeven.<br />

Er wordt aangenomen dat de aannemer, door het feit dat hij een bieding indient, kennis heeft genomen van de<br />

betrokken plannen en beschrijving, en dat hij ter plaatse de toestand en omgeving aanpalend aan het gebouw heeft<br />

nagegaan.<br />

Alle levering van de materialen en alle werkzaamheden, die nodig zijn voor een totale afwerking, worden beschouwd<br />

als zijnde inbegrepen in de bieding.<br />

De aard van het werk eist een aangepaste vakkennis en ervaring van werklieden die met het werk belast worden; er zal<br />

dus van de aannemer verwacht worden dat hij dergelijke mensen ter beschikking stelt.


Dossier: 3<br />

00. GEMEENSCHAPPELIJKE CLAUSULES EN BEPALINGEN .<br />

00.01.10 Preambule<br />

00.01.11. Aannemingsdokumenten: Bestekken, Plannen, Beschrijving, enz.<br />

Documenten van toepassing:<br />

-Algemeen bestek voor de uitvoering van privé-werken.<br />

ALGEMENE VOORWAARDEN<br />

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN<br />

Uitgave NCB,FAB,WTCB<br />

-Bijzonder Bestek (N900 openbare werken)<br />

-Plannen<br />

-Details ruwbouw vlg opgave architekt volgens noodzaak<br />

-Stabiliteitsstudie (later toegevoegd door stabiliteitsbureel)<br />

Aard van de overeenkomst.<br />

De overeenkomst is een gemengde opdracht. D.w.z. een opdracht voor een totale prijs, samengesteld uit werken,<br />

waarvan opgegeven de hoeveelheden in de meetstaat zijn aangeduid en de wijzigingen, welke de bouwheer zich het<br />

recht voorbehoud, in overleg met de architekt.<br />

Deze worden verrekend op basis van eenheidsprijzen en uitgevoerd volgens prijslijst, welke de inschrijver bij zijn<br />

inschrijving dient te voegen.<br />

Tijdens de werken en na de uitvoering wordt door de aannemer in detail de uitgevoerde werken in vorderingsstaat<br />

voorgelegd.<br />

De hoeveelheden worden tegensprekelijk voor akkoord gekontroleerd en aangenomen door bouwheer en architekt.<br />

Er worden geen prijsherzieningen toegepast, noch voor uurlonen, noch voor materialen.<br />

Bij de inschrijving hoort een begroting met aanduiding van hoeveelheden en eenheidsprijzen.<br />

De opgegeven hoeveelheden zijn enkel opgegeven ten titel van inlichting. Zij zijn nooit als bestellingshoeveelheid<br />

bedoeld.<br />

De aannemer blijft verantwoordelijk voor het nazicht van de opgegeven hoeveelheden en totalen vooraleer hij de<br />

werken aanvangt, en dient de nodige aanpassingen of vergissingen te corrigeren en te signaleren aan de architekt en<br />

bouwheer.<br />

De aannemer duidt in zijn inschrijving de referentie van de publikatie van zijn registratie aan, samen met zijn<br />

registratienummer.<br />

00.01.12. Begin der werken.<br />

De termijn wordt vastgelegd op …. werkdagen, tenzij anders overeengekomen wordt. De werken dienen voltooid<br />

voor de kontraktuele einddatum.<br />

Bij overschrijden van deze termijn wordt een verwijlvergoeding aangerekend van twee-duizend frank per kalenderdag,<br />

afdwingbaar zonder verdere schriftelijke in gebreke stelling.<br />

De aanvang der werken : ……………….<br />

Einde der werken : …………………………..<br />

00.01.13. Uitvoeringsdokumenten.<br />

Detail en werktekeningen. Indien blijkt, gedurende de werken, dat bijkomende details of tekeningen nodig zijn, worden<br />

deze gemaakt door de ontwerper. De architekt heeft het recht om voor de aanvang der werken detailtekeningen<br />

toe te voegen en bindend te laten uitvoeren.


00.01.14. Wijzigingen tijdens de uitvoering der werken.<br />

Dossier: 4<br />

De bouwheer behoudt zich het recht voor de in het bestek voorziene werken te wijzigen, aan te vullen of gedeeltelijk<br />

uit te voeren, met een maximum van 30% in min en meer.<br />

De verrekening van deze werken gebeurt vlg. eenheidsprijzen. De termijnwijziging wordt verhoudingsgewijze<br />

verrekend.<br />

00.01.15. Borgtocht.<br />

De borg bedraagt 5% van het totaal der werken, afhoudbaar van elke vorderingsfaktuur.<br />

De borg wordt vrijgemaakt als volgt :<br />

2.5% bij de voorlopige oplevering.<br />

2.5% bij de definitieve oplevering.<br />

00.01.16. Betaling der werken.<br />

De eerste 75% van de betalingen geschieden na het voorleggen van de vorderingsstaat.<br />

De laatste 25% van de betalingen wordt eerst vrijgemaakt als volgt:<br />

22.5 % bij aanvaarding van voorlopige oplevering<br />

2.5 % blijft staan als waarborg 1 jaar na V.O..<br />

00.01.17. Waarborg.<br />

De waarborgtermijn omvat 1 jaar voor alle werken. Tijdens de waarborgtermijn herstelt de aannemer de gebreken, met<br />

aanvang van deze werken binnen de periode van 1 week na schriftelijke kennisgeving door bouwheer/architekt.<br />

Voor regeninfiltraties dient de herstelling te gebeuren binnen de 24 uur na verwittiging.<br />

00.01.18. Verzekeringswaarborg.<br />

Voor de aanvang der werken legt de aannemer aan de bouwheer een verzekeringswaarborg voor, waaruit blijkt dat hij<br />

van bij de aanvang der werken een kontrakt heeft gesloten van verzekering tegen de gevolgen van zijn<br />

aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen, alsmede tegen de gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid bij<br />

ongevallen, die door de werken aan derden overkomen.<br />

00.01.19. Algemene opmerkingen.<br />

1. Voor al de beschreven werken zijn de nodige schoorwerken, stellingen, enz. te voorzien, in die mate, dat alle<br />

vooruitgang van uitvoering regelmatig en volkomen veilig uit te voeren en te volgen zijn.<br />

2. Bij verbouwing of wijzigingen dient het uitnemen of afbreken van bakstenen, timmer, dakbedekking,<br />

natuursteen enz., met de meeste zorg te gebeuren, aangezien door het bestek en meetstaat aangeduide elementen<br />

kunnen worden herbruikt. In geen geval worden te herbruiken elementen naar beneden geworpen.<br />

3. Benevens bijzondere beschermingswerken zorgt de aannemer in ieder geval voor het afdekken en beschermen<br />

van omliggende gebouwdelen, publieke eigendom en het te verbouwen gebouw. Al de beschadigingen aan het<br />

gebouw, belendende gebouwen, of publieke eigendom zijn te herstellen op kosten van de aannemer, door<br />

gespecialiseerde werklieden, aanvaard door de architekt.<br />

4. Elk artikel,vermeld in de AB en/of BB, omvat al de materialen, leveringen en arbeid.<br />

00.01.50. Uitvoering van de werken gedurende het winterseizoen.<br />

Zie Algemeen bestek.


Dossier: 5<br />

01.00.00. VOORBEREIDING DER BOUWWERKZAAMHEDEN.<br />

01.00.10. Inrichten van de bouwplaats{xe "01.01.11 Inrichten van de bouwplaats"}<br />

Algemeen<br />

Dokumenten van toepassing zijn :<br />

typebestek 100 van 1984 - art.30, 37, 40 en 43<br />

MB d.d. 10.08.1977 - art. 30, 31, 32, 33, 34, 35;<br />

VLAREM en het plaatselijk politiereglement<br />

Uitvoering<br />

Bij aanvang der werken<br />

Tijdens de werken<br />

a. Veiligheid en orde op de bouwplaatsen<br />

Tijdens de uitvoering der werken houdt de aannemer de bouwplaats proper. Alle<br />

puin, vuilnis, afval en gruis moet regelmatig verwijderd worden op zijn kosten.<br />

Het tussentijds opruimen en reinigen omvat het tussentijds opruimen van overschotten van<br />

bouwmaterialen, afval, materieel, enz. en reinigen van de lokalen :<br />

indien bovenvermelde zaken de uitvoering van werken van aannemers der andere loten<br />

kunnen hinderen of beletten of als de architekt erom vraagt.<br />

Reinigen voor de voorlopige oplevering omvat het kompleet opruimen van bouwmaterialen,<br />

afval, materieel, enz. en het gebruiksklaar reinigen van de uitgevoerde werken.<br />

b. Signalisatie van de bouwplaatsen en inplanting der bouwwerken<br />

Bouwlijnen, hoogtepeilen en oriëntatiepunten: de aannemer moet zich in verbinding stellen<br />

met<br />

de bevoegde overheid voor de bouwlijn en de bouwniveaus.<br />

Werkentracé: de architekt geeft nauwkeurig op plan de grenzen van het bouwwerk. De<br />

aannemer paalt het gebouw uit, en signaleert aan de architekt de afwijkingen die op het<br />

plan voorkomen en die in tegenspraak zijn met de eigendomsgrenzen van de geburen.<br />

(c.Lokalen ter beschikking gesteld van het bestuur)<br />

(Bij aanvang der werken, het ter beschikking stellen van volgende uitrusting, op kosten van<br />

de<br />

aannemer:-een lokaal voor de werfvergaderingen ( een grote tafel en stoelen ).<br />

Indien andere aannemers gedurende zijn werken of na hem op de bouwplaats moeten<br />

werken, kan de aannemer verplicht worden de verwezenlijkte aansluiting te handhaven. In<br />

dat<br />

geval heeft hij recht op een vergoeding voor het achtergelaten materiaal en verbruik.)<br />

d.Personeel aanneming. Art. 35.<br />

e.Dagboek der werken<br />

De aannemer zal samen met de architekt en bouwheer wekelijks op de werf een dagboek bij<br />

houden met de nodige aantekeningen die enkel bindend zijn bij ondertekening door de 3<br />

partijen.<br />

Onderhoud van de werfinrichting en betalen van taksen of vergoedingen uit hoofde van de<br />

aanneming (o.a. milieutaks voor storten afval, huur van het openbare terrein, kosten voor de<br />

nodige signalisatie op het openbare terrein in overeenstemming met de plaatselijke<br />

reglementering<br />

van gemeente en politie, … ).


Na de werken<br />

Aard van de overeenkomst<br />

Dossier: 6<br />

Vóór de voorlopige oplevering, reinigt de aannemer alle lokalen waar hij de werken heeft<br />

uitgevoerd en alle bouwwerken die hij heeft uitgevoerd.<br />

- het opruimen en het reinigen van toegangswegen;<br />

- de aannemer herstelt eveneens alle schade aan bouw- en wegeniswerken;<br />

- de aannemer verwijdert alle zaken nodig voor de inrichting van de bouwwerf.<br />

Totale Prijs (TP).:De kosten voor deze post dienen gespreid te worden over de duur van aanneming, evenredig met de<br />

waarde van de reeds uitgevoerde werken.


01.00.40. STUDIES.<br />

01.00.41.A Stabiliteitsstudie: TP<br />

Dossier: 7<br />

ZAL DOOR DE BOUWHEER WORDEN TOEGEWEZEN LOS VAN DE AANNEMING RUWBOUW<br />

Algemeen<br />

De aannemingsdokumenten van toepassing:<br />

-Plannen<br />

-Bijzonder Bestek<br />

-Meetstaat<br />

-Detailtekeningen<br />

Uitvoering<br />

01. Technische konceptie en studie.<br />

De konceptie van de bouwwerken behoort tot de bevoegdheid van de architekt, de uitvoering van de aannemer. De<br />

stabiliteitsstudie wordt door een raadgevend ingenieursbureel uitgevoerd in opdracht van de aannemer met akkoord<br />

architekt. De aannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de stabiliteitsstudie tegenover de bouwheer. Een<br />

grondsondering is er niet maar kan op aanvraag van de stabiliteitsingenieur uitgevoerd worden.<br />

De volgende taken worden verplicht gesteld aan het stabiliteits-bureel:<br />

- voorbereidend bezoek aan de werf (en studie sondering).<br />

- voorbereidend gesprek met architekt over conceptie en details vooraleer de studie aan te vatten.<br />

- uitwerking voorstel voor te leggen aan de architekt ten laatste 3 weken voor de uitvoering.<br />

- indien nodig de conceptuele aanpassingen aan het voorstel op aanvraag bouwheer en architekt.<br />

- definitieve plannen en ijzerstaat over te maken aan architekt en aannemer<br />

ten laatste 2 weken voor de aanvang der werken.<br />

- opsturen plannen en kontrole plannen ivm de prefab vloeren en predallen naar de firma’s<br />

- begeleiding aannemer en uitleg bij de aanvang werf.<br />

- min.van 3 werfbezoeken (grondwerken-tussentijds-einde)<br />

- kontrole en oplevering bij einde stabiliteitswerken.<br />

- verantwoordelijkheid bij gebreken tijdens de periode van de tienjarigeaansprakelijkheid.<br />

Toepassing :<br />

De studie betreft :<br />

- funderingen<br />

- konstructieve kontrole op materiaalkeuze dragende en nietdragende muren<br />

- dimensionering dragende muurdikte en oplegzones van de balkkonstrukties<br />

- balken en kolommen in (on)gewapend beton of metaal<br />

- vloeren : volle grond, geprefabr. vloerplaten, prédallen, en houten vloerenkonstrukties<br />

- trappen in gewapend beton<br />

- gewapende betondelen allerlei: bordessen,steun en dekplaten enz.<br />

- kontrole op de dimensionering van de dakkonstruktie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale Prijs (TP).<br />

OPMERKING: DE STABILITEITSTUDIE HEEFT VOORRANG OP DE<br />

ARCHITECTUURTEKENINGEN EN MEETSTAAT !!!<br />

01.00.41.B Bodemonderzoek.<br />

Het bodemonderzoek ten laste van de bouwheer zal uitgevoerd worden op aanvraag van de stabiliteitsingenieur.


01.01.40 Plaatsbeschrijvingen<br />

Dossier: 8<br />

DOOR BOUWHEER TOEGEWEZEN AAN LANDMETER: TE ONDERTEKENEN DOOR AANNEMER EN<br />

BELANGENDE EIGENAARS VOOR HET BEGIN DER WERKEN


Dossier: 9<br />

DEEL II - TECHNISCHE BEPALINGEN<br />

HOOFDSTUK 01 - VOORAFGAANDE WERKEN EN SLOOPWERKEN<br />

01.01.10 Voorlopige omheining<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Bij de aanvang van de werken plaatst de aannemer een voorlopige omheining om de bouwplaats af te sluiten, volgens de<br />

voorschriften van art. 11.21 van STS 11 - uitgave 1990. Deze afsluiting wordt voorzien van de nodige afsluitbare toegangen.<br />

Uitvoering :<br />

De omheining wordt voldoende stevig uitgevoerd, onderhouden en zonodig hersteld. Zij wordt voorzien van de nodige<br />

signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de geldende reglementering en overeenkomstig de voorschriften van art.<br />

11.24 van STS 11 -uitgave 1990. Het bekomen van de vergunning en te betalen taksen zijn ten laste van de aannemer.<br />

01.01.11.A Voorlopige omheining in overeenstemming met de gemeentelijke voorschriften<br />

Omschrijving :<br />

Inplanting, materiaal, afmetingen en uitrusting zijn in overeenstemming met de geldende gemeentelijke voorschriften.<br />

De omheining blijft eigendom van de aannemer en wordt weggenomen zodra dit, op grond van de vordering van de<br />

werken en mits akkoord van de architect, mogelijk is.<br />

Materiaal :<br />

De omheining bestaat tenminste uit<br />

geprefabriceerde panelen uit stalen buizen, waartegen een verzinkt draadnet is bevestigd. De hoogte van de omheining<br />

is tenminste 1,80 m.<br />

Uitvoering :<br />

Toepassing :<br />

Afsluiting van de bouwplaats ten opzichte van het openbaar terrein en de afsluiting van de ingepalmde straatzone voor de<br />

werfinrichting t.o.v. de niet gebruikte straatzone, bij gebruik van de openbare weg<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Opgenomen bij de kosten voor de werfinrichting 01.00.10<br />

01.01.50 Stellingen en steigers<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De stellingen en steigers beantwoorden aan de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming<br />

(ARAB).<br />

Ze worden aldus opgevat dat ze de werklieden volkomen veiligheid bieden en tevens de architect en bouwheer (het<br />

Bestuur) in staat stellen de werken van dichtbij te volgen.<br />

Borstweringen en handgrepen zijn te voorzien rond de werkvloeren.<br />

Uitvoering :<br />

De stellingen worden, afhankelijk van de uitvoeringsvolgorde steeds aangebracht over gebouwdelen die als geheel<br />

behandeld worden. Ze worden er zo lang behouden tot alle beschreven werken voltooid en gecontroleerd zijn door de<br />

bouwheer en architect (het Bestuur).


Dossier: 10<br />

Alle openingen welke nodig zijn om de stellingen te verankeren moeten bij het demonteren terug in de oorspronkelijke staat<br />

hersteld worden. Elk rechtstreeks contact van metaal en parement wordt vermeden door tussenvoeging van speciale (of<br />

houten) stukken.<br />

(De stellingen en steigers aan de straatzijde worden voorzien van de nodige signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de<br />

geldende reglementering. Het bekomen van de vergunning en te betalen taksen zijn ten laste van de aannemer.)<br />

01.01.90 Werfaansluitingen: TP<br />

Opmerking :<br />

Water: De aannemer kan gebruikmaken van de aanwezige waterleiding.<br />

Elektriciteit: De aannemer kan gebruikmaken van de aanwezige elektriciteit<br />

Verbruikskosten zijn ten laste van de bouwheer.<br />

Volstaan de aanwezige voorzieningen niet voor de werfinrichting dan maakt de aannemer voorafgaandelijk aan de<br />

aanvang der werkzaamheden zijn wensen kenbaar bij de bouwheer.<br />

01.04.10 Slopen van constructies<br />

Algemeen<br />

0mschrijving :<br />

Vooraleer de eigenlijke sloopwerken aan te vangen laat de aannemer alle asbesthoudende materialen verwijderen, volgens de<br />

richtlijnen van Art. 148 decis 2.5 van het ARAB, door een erkende afbraakfirma. Hierna voert de aannemer zorgvuldig de<br />

afbraakwerken uit volgens de door hem opgemaakte en door de architect ambtenaar goedgekeurde werkplanning.<br />

De afbraak vangt aan op het dak en gaat verder van boven naar onder.<br />

Al de afbraakmaterialen, zonder uitdrukkelijke andere vermelding in het bestek, blijven na afbraak eigendom van de<br />

aannemer.<br />

De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan de omliggende gebouwen (en<br />

openbaar terrein) en aan de opritten. Beschadigingen door de aannemer veroorzaakt zullen in de oorspronkelijke toestand en<br />

op zijn kosten worden hersteld.<br />

Gedurende de uitvoering van de werken zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen enkele boven- en<br />

ondergrondse nutsleiding (elektriciteit, gas, water, telefoon, T.V.-distributie, e.a.) te beschadigen door neervallende<br />

brokstukken of door het opstellen van tuigen of welkdanige handeling.<br />

De aannemer draagt de kosten voor werken, leveringen, testmetingen, uitgevoerd door de betrokken<br />

distributiemaatschappijen, indien deze nodig worden bevonden.<br />

Inbegrepen :<br />

- (het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen, bij de werkzaamheden waarbij asbestvezels kunnen<br />

vrijkomen.(ARAB decis 2.5.9 en 2.5.10),)<br />

- het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen voor de aanpalende, niet te slopen, gebouwdelen.<br />

- het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen aan de straatzijde volgens de geldende reglementeringen van de<br />

gemeente. Alle bijhorende kosten dienaangaande zijn ten laste van de aannemer.<br />

- de vereiste aanpassings- en dichtingswerken aan de afvoerleidingen ter hoogte van de rioleringsaansluitingen,<br />

- het vervoeren van het puin buiten de werf. Geen puin, vuilnis of afval mag op de werf gelaten worden.<br />

- Resterende putten worden doorgeschoten teneinde waterverzameling te vermijden.


Dossier: 11<br />

De putten worden opgevuld met te verdichten zandgrond van de uitgravingen tenzij stabiliteitsstudie andere<br />

eisen steld.<br />

01.04.30 Slopen van gewapend beton<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Afbreken met aangepaste middelen van gewapend beton, met inbegrip van de vereiste stellingen en schoringen.<br />

Beschadigingen aan te behouden constructiedelen worden door de aannemer en op zijn kosten hersteld in hun<br />

oorpsronkelijke toe-stand.<br />

Beschermen van ondergrondse en/of in de beton gevatte leidingen allerhande, met aanwending van alle daartoe benodigde<br />

materialen en manuren.<br />

Er wordt uiterst omzichtig tewerk gegaan.<br />

Inbegrepen :<br />

- het vervoeren van het puin buiten de werf<br />

01.04.31 Slopen van gewapend beton VH m³<br />

Toepassing :<br />

Volgens plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : netto te slopen hoeveelheid.<br />

01.04.40 Slopen van metselwerk<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Uitbreken van metselwerkdelen van binnen- en/of buitenmuren uit om het even welk steenmateriaal (baksteen,<br />

betonblokken, parement, breukstenen, enz...), dorpels, muurblokken, natuursteenplinten, verankeringen, haken,<br />

spouwopvullingen, en alle andere bevattende constructiedelen; het verwijderen van overtollige dragende- en niet-dragende<br />

muren, alsook het verwijderen van niet betrouwbare slechte muurdelen, zowel binnen- als bovendaks en ongeacht de hoogte.<br />

Met aanwenden van de benodigde stellingen, beveiligingen, schoren en stutten van te behouden delen.<br />

Op het slopen van asbesthoudende elementen zijn de bepalingen van Art. 148 decis 2.5 van het ARAB van toepassing.<br />

Inbegrepen :<br />

- het afvoeren van het puin buiten de werf.<br />

01.04.41 Slopen van metselwerk VH m³<br />

Omschrijving :<br />

Wegbreken van gemetselde binnen- en buitenwanden, onder-en bovengronds.


Toepassing :<br />

B. Bovengrondsmetselwerk: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Uitnemen van metselwerk: facadesteen gemene muur + aanwerken dagkanten<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : hoeveelheid metselwerk volgemeten.<br />

01.05.11 Verwijderen van dakranden en slabben VH m<br />

Dossier: 12<br />

Omschrijving :<br />

Wegbreken van zinken slabben en loketten / loden slabben en loketten / dakrandprofielen andere dan natuursteen<br />

Afmetingen : zie detailmeetstaat<br />

Uitvoering :<br />

Volgende elementen worden gestapeld voor herbruik : geen<br />

Toepassing :<br />

A. Verwijderen van dekstenen uit pannen: gemene muren: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Verwijderen van dakrandprofielen: gemene muren: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Verwijderen van slabben: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : netto weg te breken lengte zonder rekening te houden met de overlappingen en de breedte van de<br />

profielen.<br />

01.06.20 Uitbreken van rioleringsputten en ontvangtoestellen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Volledig uitbreken van rioleringsputten en ontvangtoestellen, bijhorende deksels, funderingen, buisstukken, enz...<br />

Putten van allerlei afmetingen en ongeacht de samenstellende materialen en de bodemdiepte.<br />

Vervoer van puin buiten de werf.<br />

01.06.21 Uitbreken van rioleringsput TP<br />

0mschrijving :<br />

Uitbreken van een rioleringsput uit om het even welk materiaal tot 10cm onder de vloerplaat<br />

Materiaal :<br />

Type : enkele put / dubbele put / syphon put / prefab. put.<br />

Uitvoering :<br />

De ontstane putten worden opgevuld met te verdichten zand en genoegzaam aangedamd om de 10cm om alle latere<br />

verzakkingen te vermijden.<br />

Toepassing :


Dossier: 13<br />

Volgens situatie ter plaatsen, de architect moet van elke put op de hoogte gebracht worden om de werking of de<br />

niet werking ervan te kunnen vaststellen.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale prijs<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk.<br />

meetcode: Wegbreken met inbegrip van de deksel en opvullen met te verdichten zand.<br />

01.06.32 Supprimeren van regenput TP<br />

Omschrijving :<br />

De bodem van de regenput wordt doorschoten. Het gedeelte van de put tot 0,20 m onder het vloerveld wordt volledig<br />

weggebroken.<br />

Uitvoering :<br />

De ontstane putten worden opgevuld met te verdichten zand en genoegzaam aangedamd om de 10cm om alle latere<br />

verzakkingen te vermijden.<br />

Toepassing :<br />

Regenput onder afgebroken veranda.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk.<br />

meetcode: Wegbreken met inbegrip van de deksel en opvullen met te verdichten zand.<br />

01.06.50 Uitbreken van rioleringsleidingen<br />

Algemeen<br />

0mschrijving :<br />

Uitbreken van niet meer bruikbaar, verstopte en/of gebroken rioleringsleidingen van allerlei maten en in allerlei materialen.<br />

Inbegrepen :<br />

- alle uitgravingen, aanvullingen, doorkappingen.<br />

- het uitbreken van alle funderingen.<br />

- het treffen van alle voorzorgen opdat het hemelwater bij regenbuien en/of vuil water gedurende deze werken<br />

afdoende en wel geevacueerd wordt, met aanwending van alle daartoe benodigde materialen, middelen en prestaties.<br />

- het afdoende afdichten van de graafputten indien deze tijdelijk blijven openliggen om aldus de veiligheid op de werf<br />

te vrijwaren.<br />

- het verwijderen van het puin buiten de werf.<br />

01.06.51 Uitbreken van rioleringsleiding VH/m<br />

Omschrijving :<br />

Uitbreken van een rioleringsleiding uit om het even welk materiaal<br />

Diameter : variabel<br />

Uitvoering :<br />

De ontstane putten worden opgevuld met afgegraven grond en genoegzaam aangedamd om alle latere verzakkingen te<br />

vermijden.


Dossier: 14<br />

Toepassing :<br />

Volgens situatie na graafwerken.<br />

Volgens situatie ter plaatsen, de architect moet van elke leiding op de hoogte gebracht worden om de werking of<br />

de niet werking ervan te kunnen vaststellen.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m. netto lengte<br />

01.07.20 Uitnemen van buitenramen en -deuren<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Uitnemen van allerlei buitenramen en buitendeuren met inbegrip van alle bijhorigheden zoals muurbekledingen,<br />

omlijstingen, bevestigingsmiddelen, ankerdoken, klossen, storeplanken, beschotwerk, ... en het glaswerk.<br />

Ramen of deuren die niet onmiddellijk worden vervangen, van de te bewaren ruimten, moeten onmiddellijk winddicht<br />

afgesloten worden.<br />

De aannemer wordt er in het bijzonder op attent gemaakt dat bij deze uitbraakwerken, de grootste voorzichtigheid aan de dag<br />

dient gelegd te worden voor het behoud in hun ongeschonden staat van de tabletten, plafonds, muur- en plafondplakwerk,<br />

eventuele binnenmuurbehangwerken en verfwerken, alsook van alle roerende en onroerende goederen. Hij neemt daartoe<br />

alle voorzorgsmaatregelen evenals ter beveiliging van personen in -en buiten het gebouw.<br />

Alle ontstane beschadigingen aan raamaanslagen, meubilair, goederen, plakwerk, plafonds, muren, tabletten, faïence, enz...<br />

dienen op kosten van de aannemer hersteld in hun oorspronkelijke toestand.<br />

Indien het werk zulks vereist zullen de venstertabletten voorzichtig uitgenomen en teruggeplaatst worden, waarbij elke<br />

beschadiging aan te behouden constructiedelen door de aannemer zal hersteld worden.<br />

Inbegrepen :<br />

- het vervoer van alle puin buiten de werf.<br />

01.07.21 Uitnemen van buitenschrijnwerk VH/ m²<br />

Omschrijving :<br />

Uitnemen van buitenschrijnwerk uit hout, het glaswerk, venstertabletten inbegrepen.<br />

De venstertabletten blijven voor hergebruik op de werf en worden gestapeld op een door de bouwheer aangewezen<br />

plaats.<br />

Toepassing :<br />

Ramen en deuren: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : weg te breken oppervlakte<br />

01.09.40 Opbreken van stenen bevloeringen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van stenen bevloeringen in tegels van allerlei maten en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de<br />

samenstelling en legwijze.<br />

Inbegrepen :


- het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen.<br />

- het vervoeren van het puin buiten het Staatsdomein.<br />

01.09.41 Opbreken van stenen vloer VH m²<br />

Dossier: 15<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van vloertegels met dekvloer / vloertegels met dekvloer en draagvloer<br />

Uitvoering :<br />

Tegels + de dekvloer wordt opgebroken net zoals de draagvloer.<br />

Tegels + de dekvloer wordt opgebroken tot op de draagvloer, deze wordt ontdaan van alle onzuiverheden.<br />

Toepassing :<br />

A2. Kelder(rioleringssleuven): tegel + dekvloer + draagvloer: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto op te breken oppervlakte.<br />

01.09.50 0pbreken van houten bevloeringen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van houten bevloeringen van allerlei houtsoorten, maten en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de<br />

samenstelling en legwijze.<br />

Inbegrepen :<br />

- het verwijderen van alle bevestigingsmiddelen.<br />

- het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen.<br />

- het vervoeren van het puin buiten de werf.<br />

01.09.51 Opbreken van houten vloer VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Opbreken van planken vloer + struktuur / planken vloer.<br />

Toepassing :<br />

A. Plankenvloer + struktuur: nieuw trapgat zolder: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : op te breken oppervlakte.


Dossier: 16<br />

HOOFDSTUK 02 - GRONDWERKEN EN BIJZONDERE FUNDERINGEN<br />

02.01.10 Verwijderen van teelaarde<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

De teelaarde wordt over de volledige dikte verwijderd voor de andere uitgravingen uitgevoerd worden.<br />

02.01.12 Afgraven en stapelen van teelaarde VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De teelaarde wordt afgegraven op een dikte van max. 0.4 m (zie detailmeetstaat) en<br />

Werken zullen door bouwheer worden uitgevoerd.<br />

Toepassing :<br />

A. gebouwzone: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. terreinzone en terras: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : netto af te graven oppervlakte.<br />

02.02.10 Uitgravingen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De uitgravingen hebben betrekking op het verwezenlijken van de bouwput en sleuven voor de op te richten gebouwen. De<br />

uitgravingen voor de voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

De uitgravingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art.1 en 2. Ze worden uitgevoerd in het<br />

droge.<br />

(Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater zijn inbegrepen in dit artikel. De verlaging<br />

van het grondwater wordt pas stopgezet wanneer de bouwconstructie voldoende tegendruk biedt en mits akkoord van de<br />

verantwoordelijke stabiliteitsingenieur.)<br />

02.02.11 Uitgravingen voor grondstabilisatie VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De afmetingen van de sleuf/bouwput maken het mogelijk alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren. De<br />

werkruimte tussen de wanden van de bouwput en deze van het bouwwerk bedraagt aan de basis ten minste 0,40 m. Het<br />

roeren van de aanpalende grond is niet toegelaten.<br />

Toepassing :<br />

Naast gemene muur van de rechter buur; vermoedelijk geroerde grond en in voortuin rond oude uit te nemen<br />

mazouttank.<br />

Aard van de overeenkomst :


Dossier: 17<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Het volume van de stabilisatiesleuf/bouwput wordt begrensd door de buitenomtrek van de<br />

funderingszolen met een minimum van 0.40 m buiten de wanden van de kelders en geventileerde<br />

ruimten, zonder rekening te houden met taluds, de diepte van de uitgraving wordt gerekend tot de<br />

aanzet van kelder of geventileerde ruimte.<br />

02.02.12 Uitgravingen voor funderingszolen VH m³<br />

Uitvoering :<br />

Iedere funderingszool wordt aangezet op vorstvrije diepte en minstens 0,80 m onder het toekomstige maaiveld, volgens<br />

voorschriften van de stabiliteitsingenieur.<br />

Toepassing :<br />

A. Uitgravingen funderingszolen gebouw: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Uitgravingen funderingszolen terras (vorstranden b=20cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : het volume wordt gemeten volgens de theoretische minimum doorsnede zonder rekening te houden met<br />

taluds of gebeurlijke meerbreedte van de sleuven. Meerbreedte voor bekistingen en bestrijkingen of<br />

overdikten van 5 cm ter vervanging ervan zijn een last van dit artikel.<br />

02.02.13 Uitgravingen voor onderschoeiïngen VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De uitgravingen voor het ondervangen of onderbouwen van bestaande funderingen worden uitgevoerd in afwisselende<br />

moten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenafstand van de moten bedraagt minstens twee maal de lengte van een moot en<br />

wordt gevormd door ongeroerde grond of reeds ondervangen stroken. De te behouden fundering of grond worden gestut<br />

zodat elke zetting van het bouwwerk of de bodem vermeden wordt. De afmetingen van de sleuf maken het mogelijk de<br />

onderschoeiïngswerken gemakkelijk te controleren. De werkruimte tussen de wanden van de sleuf en deze van de bestaande<br />

constructies bedraagt aan de basis ten minste 1,00 m.<br />

Toepassing :<br />

Tuinmuur/gemene muur indien nodig na uitgravingen: niet voorzien<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Opgenomen in de post: 02.06.21: Onderschoeiing met ongewapend beton (VH m³).<br />

02.03.10 Aanvullingen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De aanvullingen hebben betrekking op het wederaanvullen rond de bouwput en sleuven van het op te richten gebouw. De<br />

aanvullingen voor voorafgaande werken, rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

De wederaanvullingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering I art. 1. Ze mogen slechts<br />

aanvangen na het akkoord van de bouwheer en architect nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de<br />

ondergrondse constructies uitgevoerd zijn.


Dossier: 18<br />

02.03.11 Aanvullingen met grond voortkomend van de uitgravingen: sleuven VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand tot het peil na afgraven van de teelaarde, begrensd<br />

door de buitenomtrek van de funderingszolen of tot 0,50 m buiten de wanden van kelders en geventileerde<br />

ruimten, zonder rekening te houden met taluds.<br />

02.03.13 Aanvullingen met te verdichten zand VH m³<br />

Materiaal :<br />

Het zand voor de aanvullingen beantwoordt aan de bepalingen van index C.2.3.2 van het T.B. 150 : zand voor<br />

onderfundering.<br />

Het zand wordt door de aannemer geleverd.<br />

Uitvoering :<br />

De aanvullingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />

draagkracht: samendrukbaarheidsmodulus M1 groter of gelijk aan 17 MN/m².<br />

Toepassing :<br />

Aanvullingen met aan te voeren te verdichten zand: onder plaat op volle grond d=5cm<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde begrensd door de binnenomtrek van de funderingsmuren,<br />

zonder rekening te houden met taluds.<br />

02.03.14 Aanvullingen met gestabiliseerd zand. VH m³<br />

Materiaal :<br />

De aanvulling bestaat uit grof zand waaraan per m³ niet verdicht zand, minimum 100 kg cement met sterkteklasse 32,5 wordt<br />

toegevoegd. Het zand beantwoordt aan de bepalingen van index C.2.3.2. van het T.B. 150 : zand voor onderfunderingen.<br />

Uitvoering :<br />

Het mengsel wordt mechanisch bereid. De mengtijd bedraagt ten minste 1 minuut.<br />

De aanvulling wordt aangebracht in lagen van max. 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende draagkracht :<br />

samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 17/35 MN/m².<br />

De aannemer maakt het gebruik van deze stabilisatie kenbaar aan de architect voor het uitvoeren van de werken.<br />

Toepassing :<br />

Voor de stabilisatie van de geroerde grondzones onder de funderingszolen: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.


Dossier: 19<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de<br />

funderingsmuren, zonder rekening te houden met taluds.<br />

02.03.20 Ophogingen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De ophogingen hebben betrekking op de aanvullingen binnen het op te trekken gebouw<br />

Uitvoering :<br />

De ophogingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van aflevering 1 art. 1 § 2. Ze mogen slechts aanvangen<br />

na het akkoord van de leidende ambtenaar nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse<br />

conctructies uitgevoerd zijn.<br />

02.03.21 Ophogingen met grond voortkomend van de uitgravingen VH m³<br />

Uitvoering :<br />

De ophogingen worden uitgevoerd in lagen van maximum 0,20 m dikte en mechanisch aangedamd tot de volgende<br />

draagkracht : samendrukbaarheidsmodulus M1 groter dan of gelijk aan 11 MN/m².<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Het volume wordt gerekend in aangedamde toestand, begrensd door de binnenomtrek van de omringende<br />

wanden.<br />

02.06.10 Onderschoeiingen met metselwerk<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Het metsel- en bepleisteringsmortel behoort tot de categorie M1 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling :<br />

minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand).<br />

Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar : bindingsvertragers zijn niet<br />

toegelaten.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd in afwisselende werkmoten van hoogstens 1,00 m lengte. De tussenruimte tussen de<br />

werkmoten bedraagt minstens twee maal de lengte van een werkmoot en wordt gevormd door ongeroede grond of reeds<br />

ondervangen stroken. De verschillende werkmoten van het metselwerk worden in verband uitgevoerd en degelijk in elkaar<br />

verbonden.<br />

Eenmaal uitgevoerd moet het onderschoeiingswerk een doorlopend geheel vormen. Het onderschoeiingsmetselwerk wordt<br />

over zijn volledige breedte goed en degelijk aangedrukt tegen de onderkant van de zuiver gemaakte bestaande fundering.<br />

Eventuele achterliggende tussenruimten worden bij het metselen meegaand aangevuld en degelijk verdicht.<br />

Alle muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd met een dikte van 10 mm.<br />

Na voldoende droging wordt de bepleistering bestreken met 2 lagen vernis geaktiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN<br />

B46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

Er mag slechts overgegaan worden tot het ondermetselen van nieuwe werkmoten nadat het onderschoeiingsmetselwerk<br />

voldoende verhard is en mits de toelating van de leidende stabiliteitsingenieur (ambtenaar).<br />

Indien tegen het onderschoeiingsmetselwerk moet aangevuld worden zal dit ten spoedigste na uitvoering van elke moot<br />

geschieden nadat de bepleistering en bestrijking is aangebracht.


02.06.11 Onderschoeiing met baksteenmetselwerk VH m³<br />

Materiaal :<br />

De volle bakstenen beantwoorden aan NBN B24-001 en index 02.11A van T.B.<br />

Uitvoering :<br />

Een wapening wordt voorzien tusen elke laag metselwerk.<br />

Toepassing :<br />

Tuinmuur/gemene muur: n.v.t.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : netto uit te voeren volume gerekend volgens de muurdikte.<br />

De wapeningen inbegrepen<br />

02.06.20 Onderschoeiïngen met beton<br />

Algemeen<br />

Dossier: 20<br />

Materiaal :<br />

Uit te voeren met ongewapend of gewapend beton.<br />

Uitvoering :<br />

Uitvoeren van de onderschoeiïng in moten van hoogstens 0.80 m lang. De tussenruimte tussen de werkmoten bedraagt<br />

minstens de lengte van twee werkstroken, zij wordt gevormd door ongeroerde grond en of reeds ondervangen moten.<br />

Eenmaal uitgevoerd vormt de onderschoeiïng een doorlopend geheel.<br />

Zowel het ongewapende als het gewapende beton wordt door wapeningsstaven met elkaar verbonden.<br />

De aansluitvlakken van het beton worden steeds mechanisch afgebikt, dit voor de aansluitende moot gestort wordt.<br />

02.06.21 Onderschoeiing met ongewapend beton VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : door de aannemer te bepalen waarvan de karakteristieke weerstand R'wk minstens gelijk is aan 20<br />

N/mm² na 28 dagen.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt gestort in lagen van maximum 20 cm dik en verdicht. Op het verwerken zijn de voorschriften van index<br />

26.0 van T.B. 104 van toepassing. Er wordt steeds in de massa getrild. De continuïteit tussen de verschillende moten wordt<br />

verzekerd door wapeningen die mogen omgeplooid worden. Deze wapeningen worden, na het ontkisten en uitgraven van de<br />

volgende moot, recht geplooid om de verbinding te vormen.<br />

Deze verbindingswapeningen worden in hoogtezin alle 20 cm geplaatst en dragen over een afstand van minstens 20 cm in de<br />

betonmassa. De wapeningen zijn van de staalklasse BE 400S.<br />

Alle bekistingen en het ontkisten zijn in de eenheidsprijs van het beton begrepen. In de werksleuf wordt de bekisting op 20<br />

cm van de te onderschoeien fundering geplaatst, alsook 10 cm hoger dan het ondervlak van deze fundering. Het beton wordt<br />

gestort gelijk met de bovenrand van deze verhoogde bekisting.<br />

De lengte van de moten is maximum : 1 m.<br />

Toepassing :<br />

Tuinmuur(voortuin)/gemene muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.


meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

De wapeningen worden aangerekend onder art. 02.06.23.<br />

02.07.10 Aardingen<br />

Algemeen<br />

Dossier: 21<br />

Omschrijving :<br />

De aardingen worden verwezenlijkt volgens de richtlijnen van art. 69 van het Algemeen Reglement op de Electrische<br />

Installaties (B.S. dd. 29.4.8 en errata in B.S. dd. 1.9.81) en van het Ministerieel Besluit dd. 6.10.81 betreffende de<br />

aardelectrode (B.S. dd. 13.10.81) aangevuld door het Ministerieel Besluit dd. 14.12.81 (B.S. dd. 22.12.81).<br />

02.07.11 Aardingslus VH m<br />

Materiaal :<br />

De aardingslus bestaat uit :<br />

een volle draad vervaardigd uit blank gehard electrolytisch koper met een minimum doorsnede van 35 mm² of een vertinde<br />

koperdraad van 10 mm² bekleed met een loodmantel. Het geheel heeft een geometrische doorsnede van 35 mm².<br />

Uitvoering :<br />

De aardingslus wordt gelegd op de bodem van de funderingssleuf onder de buitenmuren en bedekt met een laag zuiver zand.<br />

De uiteinden van de lus moet bereikbaar blijven voor onderzoek en worden aangesloten op een koperen klemplaat en tevens<br />

voorzien van een aardingsonderbreker. Indien de aardingslus is samengesteld uit meerdere in serie geplaatste geleiders<br />

moeten de uiteinden van elke geleider en hun verbinding eveneens bereikbaar blijven voor onderzoek. Het kruisen doorheen<br />

de fundering naar de klemmen gebeurt in een soepele PVC buis om elk contact met de fundering te vermijden. De<br />

spreidingsweerstand wordt gemeten vóór het gieten van het funderingsbeton.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : Netto uit te voeren lengte.


03.01.20 Folies.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 22<br />

HOOFDSTUK 03 - OPEN RUWBOUW<br />

Omschrijving :<br />

De folies vormen een scheidingslaag tussen de grond en de vloeropbouw<br />

Materiaal :<br />

De folies bestaan uit een dun doorgaand vel met eenvormige dikte, vervaardigd uit waterdichte onrotbare kunststof.<br />

Uitvoering :<br />

De folies mogen niet kleven of gescheurd zijn. Zij worden gestapeld op een beschutte plaats. De folies worden geplaatst met<br />

een overlapping van minstens 0,30 m. Ze worden voldoende opgetrokken tegen de muren. De aannemer neemt de nodige<br />

voorzorgen tegen beschadiging van de folie. De beschadigde delen worden hersteld met een bijkomend stuk folie, steeds met<br />

minstens 0,30 m overlapping.<br />

03.01.21 Polyethyleenfolie. VH m²<br />

Materiaal :<br />

Polyethyleenfolie met een minimum dikte van 0,2 mm.<br />

Toepassing :<br />

Onder en boven ondervloerisolatie: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto ontwikkelde oppervlakte zonder rekening te houden met overlappingen.<br />

03.01.30 Vloeren op volle grond.<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

De vloeren worden aangelegd op een aangedamde effen droge en zuivere bodem, geprofileerd en vlak afgetrokken. De<br />

randbekistingen zijn in dit artikel begrepen. De vloeren worden los van de, bestaande, wanden gelegd door tussenvoegen<br />

van stroken visqueenfolie (geëxpandeerd polystyreen van minstens 5 mm dik).<br />

03.01.33 Vloer uit licht gewapend beton op volle grond. VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />

B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-102.<br />

Dikte 12 / 15 cm.<br />

De wapening beantwoordt aan NBN A24-303 en-304 en bestaat uit :<br />

een wapeningsnet uit staal BE 500S of DE 500 BS met afmetingen 150 x 150 x 6 mm.<br />

Tenzij een andere opgave door de stabiliteitsingenieur.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt vervaardigd en verwerkt volgens index 26.0.1. en 26.0.3. van het T.B. 104.<br />

Wapening volgens opgave stabiliteitsstudie.


Dossier: 23<br />

De netten worden geplaatst met een overlapping van een volledige maas in beide richtingen en aan de hoeken gebonden.<br />

De nodige afstandshouders worden geplaatst om de vereiste betondekking te bekomen.<br />

Toepassing :<br />

A. vloer op volle grond woning (15cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

B1. vloer op volle grond voortuin (12cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

B2. vloer + vorstrand vloer op volle grond terras(12cm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m3.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume. De wapeningen en de afstandshouders zijn inbegrepen in de post<br />

03.03.62.A Netwapeningen.<br />

03.01.40 Niet gewapende funderingen.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft : alle niet gewapende zolen en funderingsvoeten welke op de plans zijn aangeduid.<br />

De fundering voor rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt vervaardigd en verwerkt volgens index 26.01 en 26.03 van het T.B. 104 en uitgevoerd op een droge<br />

horizontale bodem. Het bovenvlak wordt horizontaal en effen afgewerkt tot op de vereiste peilen.<br />

03.01.41 Niet gewapende funderingen uit schraal beton. VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />

B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

De wapeningen en de afstandshouders zijn inbegrepen in de post 03.03.62.B Netwapeningen.<br />

03.01.50 Lichtgewapende fundering.<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft alle licht-gewapende zolen en funderingsvoeten/balken welke op de plans zijn aangeduid.<br />

De funderingen voor rioleringen en omgevingswerken maken geen deel uit van dit artikel.<br />

Uitvoering :<br />

Het beton wordt vervaardigd, verwerkt en afgewerkt volgens index 26.0.1, 26.0.3 en 26.0.4 van het T.B. 104 en uitgevoerd<br />

op een droge horizontale bodem. Het bovenvlak wordt horizontaal en effen afgewerkt tot op de vereiste peilen. De wapening<br />

wordt aangebracht volgens de richtlijnen van het stabiliteitsplan.


Dossier: 24<br />

03.01.51 Lichtgewapende fundering/funderingsbalken/sokkels uit schraal beton VH m³<br />

Materiaal :<br />

Betonsamenstelling : 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN<br />

B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />

De wapening beantwoordt aan NBN A24-303 en -304 en bestaat uit :<br />

een wapeningsnet uit staal BE 500 S of DE 500 BS met afmetingen 150 x 150 x 6 x mm, met voorrang voor het<br />

stabiliteistplan.<br />

Uitvoering :<br />

De netten worden geplaatst met een overlapping van een volle maas en aan de hoeken gebonden.<br />

De nodige afstandshouders worden geplaatst om de vereiste betondekking te bekomen.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume, incl. wapening.<br />

De wapeningsnetten en de afstandshouders zijn in de post 03.03.62.B.<br />

03.02.10 Metselwerk in fundering in contact met de grond.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Funderingsmetselwerk uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN B 04-001.<br />

De metselmortel behoort tot de categorie M2 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : minimum 300 kg<br />

cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand ( 1 deel cement voor 4 delen zand ).<br />

Hulpstoffen in de mortels worden slechts toegelaten mits akkoord van de leidende ambtenaar; bindingsvertragers zijn niet<br />

toegelaten.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22.<br />

In geval van muurbepleistering mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling na het akkoord van de leidende<br />

architect en nadat de voorgeschreven bepleisteringen en bestrijkingen op de ondergrondse constructies uitgevoerd zijn en<br />

voldoende verhard zijn.<br />

03.02.12 Funderingsmetselwerk uit zware betonblokken in contact met de grond VH m³.<br />

Materiaal :<br />

De zware volle betonblokken beantwoorden aan NBN B 21-001.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk voor funderingen, inbegrepen de omtrekmuren van de kelders of kruipkelders wordt in verband uitgevoerd.<br />

Toepassing :<br />

A. Dikte 29cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Dikte 19cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Dikte 14cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :


Dossier: 25<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume gerekend volgens nominale muurdikten. Openingen kleiner dan 0,5 m²<br />

worden niet afgetrokken.<br />

Muurbepleistering en teren voor delen, van de buitenomtrek, in contact met de grond opgenomen in<br />

de post 03.04.34 Cementering en teren.<br />

03.02.92 Kelderverluchting: zie post 06.01.14<br />

03.04.30 Waterdichte cementeringen.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Rekening houdend met de vloerpeilen van de ingegraven constructies en met het hoogste peil van het grondwater zal een<br />

cementering worden aangebracht welke alle waarborgen biedt voor een volmaakte waterdichtheid.<br />

Uitvoering :<br />

De dichtheidslaag moet zo laat mogelijk worden uitgevoerd en bij voorkeur nadat de ruwbouw is voltooid. Zij mag niet<br />

aangebracht worden bij stortregen, bij temperaturen onder het vriespunt of wanneer nachtvorst te verwachten is.<br />

Voor het aanbrengen van de bezetting wordt de ondergrond gereinigd zodat geen enkel spoor van vet, olie,<br />

ontkistingsprodukt en zand- of mortelafval voorkomt.<br />

Gladde ondergronden worden over het gehele oppervlak gebikt. Op het aldus voorbereide oppervlak wordt met de borstel<br />

een hechtingslaag van rijke cementspecie aangebracht.<br />

De eigenlijke cementering wordt aangebracht in meerdere lagen. Een nieuwe laag wordt pas aangebracht nadat de vorige<br />

laag voldoende verhard is, zuiver is en bevochtigd werd; een tijdspanne van 12 uur tussen het aanbrengen van twee<br />

opeenvolgende lagen is gewenst. Elke laag wordt continu uitgevoerd. Wanneer lassen onvermijdelijk zijn, moeten de<br />

verschillende lagen trapsgewijze worden gelegd zodat ze elkaar steeds 20 tot 30 cm overlappen. De laatste laag wordt vlak<br />

geëffend en glad afgestreken.<br />

Alle hoeken worden goed afgerond : de kromtestraal mag niet minder dan 4 cm bedragen : de afronding wordt uitgevoerd bij<br />

het aanbrengen van de eerste pleisterlaag.<br />

Bij doorboringen moet een soepele voeg worden aangebracht zodat de dichtingslaag goed aansluit rond het element dat er<br />

doorheen voert.<br />

Wanneer de oppervlakken blootstaan aan sterke bezonning of aan droge wind, zal de vers aangebrachte mortelspecie tegen<br />

uitdroging beschermd worden.<br />

03.04.32 Cementering en teren: buitenomtrek funderingswanden. VH m²<br />

Materiaal :<br />

Voor funderingsmetselwerk in contact met de grond worden de buitenvlakken bepleisterd met mortel behorende tot de<br />

categorie M1 van NBN B14-001 met volgende samenstelling : minimum 400 kg cement (kwaliteit HSR) per m³ droog zand,<br />

hetzij 1 deel cement voor 3 delen zand. De dikte van de bepleistering is minstens 10 mm. Na verharding wordt de<br />

bepleistering beschermd met hetzij 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen geaktiveerde vernis (NBN B46-<br />

101) à rato van 200 à 400 g per m² per laag, deze beide vernislagen verschillen van kleur.<br />

Uitvoering :<br />

Na verharding wordt de bepleistering beschermd hetzij met 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen<br />

geaktiveerde vernis (NBN B46-101) à rato van 200 à 400 g per m² per laag en deze beide vernislagen verschillen van<br />

kleur.<br />

De vertikale oppervlakten worden effen afgewerkt.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat


Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Dossier: 26<br />

03.03.10 Beton voor ter plaatse gestort gewapend beton met vrije samenstelling.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Het beton beantwoordt aan :<br />

- de voorschriften van NBN B 15-101, B 15-102, B 15-103, B 15-104 en van indexen 26.0.1, 26.0.2, 26.0.3, 26.0.4<br />

van T.B. 104 wat betreft grondstoffen, berekeningen, constructieve voorschriften en uitvoering;<br />

- de voorschriften van Aflevering 4.1 - Betonwerken - Deel 1 - Betonkwaliteit wat betreft de betonkwaliteit en de<br />

kontrole ervan.<br />

De samenstelling van het beton is naar vrije keuze van de aannemer. De leidende stabiliteitsingenieur moet voorafgaandelijk<br />

in kennis worden gesteld van deze samenstelling.<br />

Het gebruik van hulpstoffen wordt toegestaan, mits voorafgaande goedkeuring van de leidende stabiliteitsingenieur.<br />

De hulpstoffen moeten voldoen aan de normen van de reeks NBN T61.<br />

De aannemer verstrekt een lijst van inlichtingen volgens NBN T61- 002, hoofdstuk 2.<br />

Uitvoering :<br />

De aannemer rekent de bekistings- en ontkistingskosten mee in de prijs van het beton.<br />

Eventuele grindnesten of beschadigingen aan het beton worden uitgekapt, grondig gereinigd en zorgvuldig hersteld door<br />

middel van een adekwate mortel.<br />

Alle beton in aanraking met de grond wordt bestreken met hetzij 2 lagen steenkoolpek, hetzij met 2 lagen met bitumen<br />

geaktiveerde vernis (NBN B 46-101) à rato van minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

Voorwaarden van toepassing van semi-prefabrikatie<br />

De aannemer kan voorstellen om elementen van de betonconstructie te prefabriceren, maar de architect en/of<br />

stabiliteitsingenieur behoudt het recht deze semi-prefabricatie te weigeren als ze onvoldoende waarborgen biedt inzake<br />

conceptie of uitvoering.<br />

03.03.12 Beton voor gewoon gewapend beton met vrije samenstelling VH m3/st.<br />

Materiaal :<br />

Het gebruik van cement sterkteklasse 42,5 is verplichtend.<br />

De vereiste karakteristieke weerstand R'wk bedraagt 30 N/mm².<br />

Uitvoering :<br />

De gladde bekistingen vernoemd onder "Toepassing" , worden uitgevoerd met een bekisting uit of gelijkwaardig aan<br />

gebakeliseerde multiplex-panelen. De hoeken van kolommen, wanden en balken zullen door een hoeklat afgeschuind<br />

worden.<br />

Bij het ter plaatse storten van zichtbaar blijvend beton op zichtbaar blijvend metselwerk wordt, zowel horizontaal als<br />

verticaal door tussenplaatsing van een wegneembaar latje, een voeg van 10 mm breed en 20 mm diep gemaakt, welke<br />

naderhand met het metselwerk mee opgevoegd wordt.<br />

Toepassing :<br />

A. Sokkels gewapend beton: kolomvoeten, opleg balken: volgens studie<br />

B1.Kolommen gewapend beton fundering: volgens studie<br />

B2.Kolommen gewapend beton : volgens studie<br />

C.Balken, lintelen gewapend beton: volgens studie<br />

D. (Vloer)platen ter plaatsen gegoten: volgens studie<br />

E.Traptreden in gewapend beton: volgens studie


Z. Reserve<br />

Dossier: 27<br />

Voor alle toepassingen zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang van de stabiliteitsstudie.<br />

* Volgende betonelementen worden glad bekist :<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³/st volgens de indeling van de opmeting.<br />

meetcode : In de eenheidsprijs is de uitvoering van uitsparingen- en doorvoeropeningen begrepen.<br />

In de eenheidsprijs is de standaard bekisting begrepen..<br />

In de eenheidsprijs is een standaard bewapening; 120kg TOR 40 staal en 30 kg A 37 staal,<br />

begrepen.<br />

03.05.10 Geprefabriceerde elementen uit gewapend beton.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft elementen uit gewapend beton waarvan de prefabricatie verplicht is.<br />

De berekeningen en de plans van deze elementen worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van het TB 100 art. 3 § 3.<br />

De berekeningen geschieden volgens de richtlijnen van NBN B15-103, en de in aanmerking te nemen acties zijn volgens de<br />

reeks NBN BO3. Voor de berekeningswijze en de maximaal toegelaten waarden van de doorbuigingen zijn de bepalingen<br />

van het TB 110 - deel III § 1.5 van toepassing.<br />

De W.T.C.B. brochure " Aanbevelingen voor de berekening en uitvoering van geïndustrialiseerde bouwwerken in beton" is<br />

van toepassing.<br />

Materiaal :<br />

Het beton en de wapeningen beantwoorden aan :<br />

- de voorschriften van Aflevering 4.1 - Betonwerken - Deel 1 -Betonkwaliteit wat betreft de betonkwaliteit en de<br />

controle ervan.<br />

- De voorschriften van NBN B15-101, B15-102, B15-103, B15-104 en van indexen 26.0.1, 26.0.2, 26.0.3, 26.0.4 van<br />

TB 104, wat betreft gronstoffen, berekening, contructieve voorschriften en uitvoering.<br />

De betonsamenstelling wordt door de aannemer bepaald en voorafgaandelijk aan de leidende stabiliteitsingenieur<br />

medegedeeld.<br />

Het cement is minstens van de sterkteklasse 42,5.<br />

Het wapeningstaal beantwoordt aan de reeks NBN A24 en aan de voorschriften van bijlage 1 van omzendbrief nr 546-17.<br />

Het gebruik van hulpstoffen wordt toegestaan, mits voorafgaande<br />

goedkeuring van de stabiliteitsingenieur.<br />

De hulpstoffen moeten voldoen aan de normen van de reeks NBN T61.<br />

De aannemer verstrekt een lijst van inlichtingen volgens NBN T61- 002, hoofdstuk 2.<br />

Uitvoering :<br />

De controle van de betonkwaliteit gebeurt volgens Aflevering 4.1 Betonwerken - Deel Betonkwaliteit.<br />

Deze controle geschiedt in principe door een beperkt aantal monsternemingen.<br />

03.05.11 Geprefabriceerde elementen uit gewapend beton, andere dan vloerelementen.<br />

VH st<br />

Omschrijving :<br />

De lintelen worden verplicht geprefabriceerd.<br />

Materiaal :<br />

De betonkwaliteit R'wk zal minstens 40N/mm² bedragen.


Dossier: 28<br />

De gestandaardiseerde afmetingen en toleranties voor kolommen en balken zijn vastgesteld in de Fe-Be Brochure<br />

"Standaardisatie van de geprefabriceerde elementen in beton voor gebouwen".<br />

Uitvoering :<br />

Alle zichtbaar blijvende vlakken van de elementen worden uitgevoerd in een gladde bekisting uit of gelijkwaardig aan<br />

gebakeliseerde multiplex-panelen. De stabiliteitsingenieur/architect heeft, benevens reden van betonkwaliteit, bepaald door<br />

de betondruksterkte, het recht van geprefabriceerde elementen om reden van gebrekkig uitzicht te weigeren. Gebreken in het<br />

uitzicht zijn ondermeer, in willekeurige volgorde :<br />

- opvallende kleurverschillen binnen eenzelfde betonelement of tussen naastliggende betonvlakken;<br />

- zichtbare niet-gewenste hernemingsvoegen of aflijning tussen betonneringsfazen;<br />

- grind- of zandnesten, grote of talrijke luchtbellen, aflopen van cementpap;<br />

- afbarsting of afscheuring.<br />

Elementen die op duidelijke en in ernstige mate één of meer van deze gebreken vertonen worden geweigerd. Het uitvoeren<br />

van herstellingen aan het betonoppervlak is principieel verboden.<br />

Toepassing :<br />

A. deurlintelen: zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsplan<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : In de eenheidsprijs zijn begrepen : de wapeningen, de bevestigings- en de opleggingsmiddelen, het<br />

beton en de wapeningen die ter plaatse worden aangebracht ter verwezenlijking van de stabiliteit van<br />

het geheel.<br />

03.05.40 Samengestelde vloerplaten.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft dragende vloerplaten met een monolitisch karakter, samengesteld uit verschillende elementen, elk met hun<br />

specifieke eigenschappen en functies.<br />

De berekeningen en de plans van deze vloerplaten worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van TB 100 art 3 § 3.<br />

De berekeningen geschieden volgens de richtlijnen van NBN B15-103, en de in aanmerking te nemen acties zijn volgens de<br />

reeks NBN B03. Voor de berekeningswijze en de maximaal toegelaten waarden van de doorbuigingen zijn de bepalingen<br />

van het T.B. 110 - deel III § 1.5. van toepassing.<br />

Uitvoering :<br />

De bovenzijde van de samengestelde vloerplaat moet in overeenstemming zijn met de peilen en dikte van de afwerking van<br />

de vloeren zoals aangegeven op de architectuurplans.<br />

03.05.41 Vloerplaten uit balken en vulblokken. VH m²<br />

Omschrijving :<br />

De dokumenten betreffende de werken worden door de aannemer geleverd overeenkomstig Art. 3 § 3 van TB 100 van 1984<br />

- 2de geval.<br />

De vloerplaat beantwoordt aan NBN 539. Ze is van het type P2 met versterkingslaag en bestaat uit geprefabriceerde balkjes,<br />

vulblokken en een ter plaatse gestorte gewapende druklaag.<br />

Materiaal :<br />

De vloerplaten moeten berekend worden voor een gebruiksbelasting van 3 KN/m².<br />

De draagbalkjes zijn uit spanbeton.<br />

Het beton en zijn wapeningen beantwoorden aan :<br />

- de voorschriften van NBN B15-101, B15-102, B15-103, B15-104 en van index 26.1 van TB 104 wat betreft<br />

grondstoffen, berekeningen, constructieve voorschriften en uitvoering.


Dossier: 29<br />

- de voorschriften van aflevering 4.1-Betonwerken - deel 1 -wat betreft de betonkwaliteit en de controle ervan. De<br />

vereiste karakteristieke weerstand (R'wk) van het beton bedraagt minstens 40 N/mm² na 28 dagen.<br />

De vulblokken bestaan uit holle blokken uit gebakken aarde<br />

Onder de draagbalkjes bevindt zich hetzelfde materiaal als dat van de vulelementen. Dit wordt verwezenlijkt bij de<br />

prefabricatie van de balkjes of door de vorm van de elementen.<br />

De onderzijde van de samengestelde vloer ligt in éénzelfde vlak.<br />

De constructiehoogte van de samengestelde vloerplaat bedraagt maximaal 16 cm.<br />

De dikte van de druklaag uit gewapend beton bedraagt minimaal 3 cm boven de vulblokken.<br />

De karakteristieke weerstand (R'wk) van de druklaag bedraagt ten minste 40 N/mm² na 28 dagen. De<br />

betonsamenstelling is aangepast aan de minimale dikte van de laag.<br />

Het voorspanstaal beantwoordt aan de voorschriften van de reeks NBN I 10.<br />

De wapening van de druklaag is minimaal een gelast netwerk, staalsoort BE 500S of DE 500BS, van 250 x 250 x 5 x 5 mm.<br />

Uitvoering :<br />

Voor het plaatsen van de draagbalkjes wordt dwars op de draagrichting een continue ondersteuning voorzien volgens de<br />

aanduidingen op de door de stabiliteitsingenieur goedgekeurde legplans.<br />

Deze ondersteuningen hebben een maximale tussenafstand van 1,50 m.<br />

De ondersteuning wordt zodanig gesteld dat, bij de plaatsing van de vloer, in het midden van de overspanning een tegenpeil<br />

ontstaat van 1/500 van de overspanning.<br />

De draagbalkjes en de vulblokken worden geplaatst in de volgorde en op de wijze zoals aangeduid op de door de<br />

stabiliteitsingenieur goedgekeurde legplans.<br />

Gebroken en ernstig beschadigde vulblokken mogen niet verwerkt worden.<br />

Wanneer de draagvloer steun neemt op een stalen ligger met de onderzijde in hetzelfde vlak van de vloer wordt<br />

gebruik gemaakt van balkjes met verdunde uiteinden. Voor de plaatsing van de balkjes wordt de onderflens<br />

omspannen met steengaas tot onder het oplegvlak van de balkjes.<br />

Het wapeningsnet wordt op de onderliggende elementen geplaatst zonder tussenvoeging van afstandhouders of steunblokjes.<br />

Voor het storten van de druklaag worden de vulblokken uit gebakken aarde nat gespoten tot verzadiging.<br />

De druklaag wordt in éénmaal over de volledige dikte uitgevoerd zodat deze één geheel vormt met de onderliggende<br />

elementen.<br />

De druklaag is doorlopend over de steunpunten te wapenen.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak aanbouw: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m² volgens de gebruiksbelasting.<br />

meetcode : Nuttige oppervlakte. De oplegdiepte wordt niet meegerekend.<br />

Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. In de eenheidsprijs zijn begrepen : de nodige<br />

verbindingsmiddelen zowel tussen de elementen onderling als met de randelementen (langs en dwars)<br />

de uitsparingen met hun versterkingen, de versterkte zones, de oplegmiddelen en de druklaag met<br />

haar wapening.<br />

03.03.60 Staal voor gewapend beton.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :


Dossier: 30<br />

Het staal beantwoordt aan de reeks NBN A24 en aan de voorschriften van bijlage 1 van omzendbrief nr 546-17.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan NBN B15-104.<br />

03.03.61 Wapeningsstaven voor gewapend beton. VH kg<br />

Materiaal :<br />

Staven van volgende staalklassen, zijn voorzien :<br />

BE 400 S<br />

BE 500 S<br />

Uitvoering :<br />

De staalsoort BE 400 S mag vervangen worden door BE 500 S of DE 500 BS. Dit gebeurt zonder prijswijziging of<br />

verandering van sectie.<br />

De staalsoort BE 500 S mag vervangen worden door DE 500 BS.<br />

De overlapping van de staven is gelijk aan 40 x de diameter.<br />

De nodige afstandhouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken, en zijn in de prijs begrepen.<br />

Toepassing :<br />

Volgens goedgekeurde wapeningsplans.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg, volgens staalklasse<br />

meetcode : hoeveelheid gerekend met de nominale diameters, volgens de wapeningsplans, welke de<br />

standaard voorziene wapening (03.03.12 ) overtreffen.<br />

03.03.62 Geprefabriceerde gelaste wapeningsnetten. VH m²<br />

Materiaal :<br />

De gebruikte draden en staven beantwoorden aan NBN A24-303 en -304, en zijn van klasse BE 500 S of DE 500 BS.<br />

Uitvoering :<br />

De netten worden in de fabriek gelast.<br />

Het gebruik van dubbelstaven wordt toegestaan.<br />

De overlappingslengte van de hoofdwapeningen van de geprefabriceerde netten wordt bepaald op de plannen. Wat de<br />

verdeelwapening betreft worden de netten met een overlapping van een volledige maas gelegd en aan de hoeken gebonden.<br />

De nodige afstandshouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken. Voor een dubbel net worden<br />

stalen afstandshouder gebruikt.<br />

Toepassing :<br />

A. Vloer op volle grond woning: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Funderingsstroken: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Terrasplaat op volle grond: zie plannen en detailmeetstaat<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : oppervlakte per nettype van de wapeningsplans. De afstandhouders worden niet in rekening gebracht.


03.06.10 Blanke staalconstructies.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 31<br />

Omschrijving :<br />

De voorschriften van Aflevering VII - Deel 1 - Uitgave 1988 -Metaalconstructies, Technische voorschriften zijn van<br />

toepassing. Ze worden aangevuld met de normen van de reeksen NBN A 21 en NBN A 24.<br />

De berekeningen gebeuren volgens NBN reeks B 51.<br />

De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan NBN reeks B 03. Werkingen op constructies.<br />

De aannemer legt de detail- en werktekeningen betreffende de metaalconstructies voor aan de goedkeuring van het Bestuur.<br />

Deze documenten moeten geleverd worden binnen een termijn die de verwezenlijking van de werken toelaat volgens de<br />

geviseerde algemene planning en rekening houdend met de goedkeuringstermijnen<br />

bepaald in art. 3 § 3 van het T.B. 100 van 1984.<br />

Het blankmaken geschiedt overeenkomstig art. 6 van Aflevering X - Deel 1.<br />

03.06.11 Blank profielstaal te zandstralen en te menieën VH kg.<br />

Materiaal :<br />

Staalsoort : volgens opgave stabiliteitsstudie<br />

Kwaliteit (lasbaarheid) : volgens opgave stabiliteitsstudie<br />

De schilderwerken beantwoorden aan de voorschriften van Aflevering X - deel 1 (opgelegde formules) of Aflevering X -deel<br />

2 (prestatieverven).<br />

Uitvoering :<br />

Volgens opgave stabiliteitsstudie<br />

De schilderwerken worden uitgevoerd volgens art. 7 van Aflevering X - deel 1 (opgelegde formules) of volgens art. 5 van<br />

Aflevering X - deel 2 (prestatieverven).<br />

Verfsysteem op basis van prestatieverven :<br />

Het systeem omvat verschillende verflagen.<br />

De absolute minimale dikte van de droge verflagen is minstens 120 micron.<br />

Het voorgestelde systeem mag een metallisatie of een galvanisatie omvatten.<br />

De aan te wenden klasse is van het type A1 .<br />

De technische gegevens inzake samenstelling en eigenschappen van de verven dienen aan het Bestuur te worden<br />

medegedeeld.<br />

Toepassing :<br />

A. IPE 270 :zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

B. IPE 140 : zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

C. HEA 100 gehalveerd: zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg.<br />

meetcode : Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door<br />

berekening op basis van de stuklijsten opgemaakt door de aannemer in overeenstemming met de<br />

uitvoeringstekeningen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de<br />

stukken. De uitsnijdingen en openingen worden niet afgetrokken. Geen enkele massatoeslag voor<br />

lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties wordt in<br />

rekening gebracht.<br />

De volumemassa van het staal wordt conventionaal vastgesteld op 7.850 kg/m³.<br />

Zandstralen en menieën zijn in de prijs begrepen.<br />

03.06.12 Blanke kokerprofielen VH kg<br />

Omschrijving : zie vorige post


Materiaal : zie vorige post<br />

Uitvoering : zie vorige post<br />

Dossier: 32<br />

Toepassing :<br />

A. Rond diam. 140 + voet en kopplaat; gezandstraald+gemenied: zie plannen en detailmeetstaat, met voorrang<br />

voor de stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg.<br />

meetcode : Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door<br />

berekening op basis van de stuklijsten opgemaakt door de aannemer in overeenstemming met de<br />

uitvoeringstekeningen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de<br />

stukken. De uitsnijdingen en openingen worden niet afgetrokken. Geen enkele massatoeslag voor<br />

lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties wordt in<br />

rekening gebracht.<br />

De volumemassa van het staal wordt conventionaal vastgesteld op 7.850 kg/m³.<br />

Kop- en voetplaten zijn in de prijs inbegrepen.<br />

Zandstralen en menieën zijn in de prijs begrepen.<br />

03.09.80 Stalen profielen voor metselwerk.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De profielen worden gebruikt voor het plaatselijk ondersteunen van metselwerk boven raam- en deuropeningen.<br />

De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan de normen van de reeks NBN B 03 - Werkingen op konstrukties.<br />

De berekeningen gebeuren volgens de reeks NBN B 51.<br />

03.09.81 Gemetalliseerd profielstaal voor metselwerk. VH kg<br />

Materiaal :<br />

het profielstaal beantwoordt aan omzendbrief 576 - A/6.<br />

Staalsoort : AE 235.<br />

De vorm en afmetingen:<br />

Volgens voorschriften van de stabiliteitsstudie:<br />

L-profiel met sektie 80-80-8 / 150-150-15<br />

plat-ijzer met sektie 60x6 / 100x10 mm<br />

Kwaliteit ( lasbaarheid): A /B<br />

De verankeringen bestaan uit aangelaste doken 20x4 mm / aangelaste doken 60x6 mm<br />

De lasverbindingen en perforaties gebeuren uitsluitend in de werkplaats.<br />

Het blankmaken en metalliseren van het geheel geschiedt volgens art. 6 en 10 van aflevering X - Deel 1, aangevuld door<br />

NBN 755: Z40 / Z80 / ***<br />

Bij te schilderen gemetalliseerd profielstaal wordt de eerste laag zink-chromaatverf in de werkplaats aangebracht.<br />

Uitvoering :<br />

De zijdelingse opleg bedraagt minstens 15 cm.<br />

Beschadigingen aan de metallisatie moeten voorafgaandelijk worden hersteld met verwijderen van de roestvorming,<br />

plaatselijk blankschuren en herschilderen met koudmetallisatie.


Dossier: 33<br />

De verankering aan de ruwbouw gebeurt<br />

dragend op het naastliggend metselwerk<br />

en door middel van doken met een maximale tussenafstand van 50 cm. Het plooien van de doken bij de plaatsing is<br />

verboden.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang voor stabiliteitsstudie<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : kg.<br />

meetcode: Enkel de conventionele theoretische massa van de profielen wordt in rekening gebracht. Deze wordt<br />

bepaald door berekening op basis van de lengte en de geometrische vorm van de profielen.<br />

De metallisatie en de bevestigingsmiddelen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />

03.07.10 Blauwe steen<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De blauwe steen beantwoordt aan de voorschriften van aflevering III en TV 156 van het W.T.C.B.<br />

In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de leidende architect of ambtenaar;<br />

bindingsvertragers zijn niet toegelaten.<br />

De aannemer legt voorafgaandelijk de deeltekeningen en de stuklijsten ter goedkeuring voor aan de architect; de schaal van<br />

de tekeningen is aangepast aan de aard van het werk.<br />

Uitvoering :<br />

De verwerking en de plaatsing van de blauwe steen beantwoorden aan de voorschriften van index I.5.2.2.6 van het T.B. 150.<br />

Na de plaatsing en tot de voorlopige oplevering wordt de steen beschermd tegen beschadiging of bevuiling.<br />

03.07.11 Massieven uit blauwe steen: dorpels/dekstenen VH m³.<br />

Materiaal :<br />

De blauwe steen behoort tot de klasse C<br />

De massieven worden in zo groot mogelijke lengte geleverd zodat het aantal voegen tot een minimum wordt beperkt, tenzij<br />

de aanbestedingsdokumenten een voegverdeling opleggen.<br />

Dorpels.<br />

De dorpels meten : zie detailmeetstaat<br />

De bovenvlakken worden geschuurd<br />

De zichtbare zijkanten worden geschuurd<br />

De maximumlengte van de dorpelstukken is 1,50 m.<br />

Aan de rugzijde wordt een opstand gelijmd<br />

De raamdorpels zijn voorzien van een druiplijst van 10 mm breedte en 6 à 7 mm diepte<br />

Algemeen<br />

De metselmortel behoort tot de categorie M2 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : minstens 300 kg<br />

cement sterkteklasse 30 per m³ droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).<br />

De voegspecie voor dorpels is


Dossier: 34<br />

een elastische kit op basis van polysulfide op een voegvullingsband uit polyurethaanschuim, kleur : donkergrijs / blauwgrijs<br />

Uitvoering :<br />

A. Dorpels.<br />

De dorpels worden in een vol mortelbed geplaatst.<br />

Vlakke dorpels worden met lichte helling naar buiten toe geplaatst.<br />

Onder de dorpels wordt een vochtisolatie aangebracht.<br />

B. Dekstenen.<br />

De zichtvlakken worden gefrijnd à rato van 10 / 12 / 15 slagen per dm<br />

De elementen hebben een rechthoekige doorsnede<br />

De dekstenen worden voorzien van een druiplijst van 10 mm breedte en 6 à 7 mm diepte<br />

De dekstenen rusten op een vol mortelbed.<br />

Onder de dekstenen wordt een vochtisolatie geplaatst.<br />

Algemeen<br />

Het voegwerk voor de dorpels, dekstenen is inbegrepen.<br />

Het niet meegaand voegwerk voor parement is voorzien in art. 03.10.23.<br />

Toepassing :<br />

B. Blauwe hardsteen: dorpels met opkant: grijs geschuurd<br />

C. Blauwe hardsteen: dekstenen omrandingen recht: gefrijnd<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Netto volume<br />

Volumes kleiner dan 0,010 m³ worden voor 0,010 m³ in rekening gebracht.<br />

De vochtisolatie en het voegwerk voor dorpels zijn in de eenheidsprijs begrepen<br />

03.09.10 Dragend opgaand metselwerk.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Metselwerk samengesteld uit bouwelementen aangepast aan het modulestelsel volgens NBN BO4-001.<br />

In de metselmortels worden hulpstoffen slechts toegelaten mits akkoord van de stabiliteitsingenieur of architect;<br />

bindingsvertragers zijn niet toegelaten.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401 en volgens de voorschriften van STS 22 - Deel 3.<br />

Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur<br />

minstens 0,60 m beschermen, gerekend vanaf de top van de muur.<br />

Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen.<br />

Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst.<br />

Het buitenspouwblad wordt verbonden met het binnenspouwblad door minstens 5 spouwhaken per m²; de diameter, lengte,<br />

vorm en aantal wordt bepaald in functie van de spouwbreedte en de aard en afmetingen van de spouwisolatie.<br />

Metselwerken en betonkolommen worden om de 0,60 m mechanisch met elkaar verbonden.<br />

Voor zichtbaar blijvend metselwerk worden de passtenen gezaagd en niet gekapt, stenen die onregelmatig zijn van vorm of<br />

uitzicht zullen niet verwerkt worden. De nodige voorzorgen worden genomen om aan het metselwerk een verzorgd en<br />

onbesmeurd uitzicht te geven en dit te behouden.


Dossier: 35<br />

03.09.12 Dragend opgaand metselwerk uit geperforeerde baksteen. VH m³<br />

Materiaal :<br />

De geperforeerde bakstenen beantwoorden aan NBN B23-003; zij hebben minder dan 40 % holle ruimte (NBN 476).<br />

De gemiddelde druksterkte van de stenen bedraagt minstens 15 N/mm².<br />

De metselmortel beantwoordt aan :<br />

categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5 per m³ droog<br />

zand (1 deel cement voor 4 delen zand ).<br />

De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal. De diameter is minstens 4 mm. De lengte is derwijze dat<br />

zij dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die<br />

zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.<br />

Uitvoering :<br />

Achterliggende muren worden<br />

in metselverband aan de doorgaande muren gekoppeld.<br />

De muren worden tegen het betonskelet aangesloten met bandijzer 40 x 2 mm om de 0,60 m hoogte bevestigd aan de<br />

betonstructuur en over een afstand van 0,50 m ingewerkt in het metselwerk.<br />

Lateien worden opgelegd met een steundiepte van minstens 140 mm, volgens stabiliteitsplan.<br />

Van het metselwerk dat naderhand gevoegd, bepleisterd of betegeld wordt worden de voegen uitgekrabd tot 1 cm achter het<br />

dagvlak.<br />

Toepassing :<br />

A. dragend opgaand metselwerk, snelbouw 29/9/14<br />

B. dragend opgaand metselwerk, snelbouw 29/14/14<br />

C. dragend opgaand metselwerk, invulmetselwerk: snelbouw 29/19/14<br />

X. Uitvullingsmetselwerk, snelbouw 29/9/14, aanzet parament<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³ volgens muurdikte en aard.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs :<br />

Bevestigingsmiddelen van achterliggende muren aan het betonskelet.<br />

De spouwankers voor spouwmuren.<br />

De klossen voor de bevestiging van het schrijnwerk.<br />

03.09.25 Niet dragend opgaand metselwerk uit cellenbetonblokken VH m³.<br />

Materiaal :<br />

De cellenbetonblokken beantwoorden aan NBN B21-002.<br />

De blokken worden in een krimpfolie geleverd en in droge toestand gehouden tot verwerking.<br />

De blokken zijn glad gestructureerd en hebben een witte kleur.<br />

De thermische geleidbaarheid bij 20° in droge toestand is maximum 0,13 W/mmk voor de categorie C3-05/0,16 w/mk<br />

voor de categorie C4-06.<br />

De hygrometrische krimp is maximum 0,4 mm per m.<br />

De metselmortel is<br />

een fabrieksmortel waarvan de technische fiche ter goedkeuring wordt voorgelegd.<br />

Uitvoering :


Dossier: 36<br />

met geprefabriceerde wapeningen bestaande uit een netwerk samengesteld uit geprofileerde langsdraden onderling<br />

verbonden door een doorlopende dwarswapening in diagonaalvorm of een gelijkwaardig systeem in de voegen van de<br />

doorgaande muur ingewerkt. Een gelijkaardige wapening wordt in de voeg van de doorgaande muur geplaatst. Ten opzichte<br />

van het verbindingspunt heeft de wapening een lengte van 0,50 m in elke richting. Er worden minstens 2 wapeningen per<br />

meter hoogte voorzien.<br />

Volgende muurdelen worden van een wapening voorzien : alle muren met cellenbetonblokken<br />

De muren en vertikale aansluitvoegen worden meegaand gevoegd<br />

Uitzettingsvoegen van 10 mm breedte worden voorzien op tussenafstanden van maximum 8 m. voor muurdikten kleiner dan<br />

150 mm, en maximum 12 m voor muurdikten groter dan 150 mm. Voor gewapende muurdelen worden deze afstanden groter<br />

volgens de gegevens van de fabrikant. De beide muurdelen worden aan elkaar verankerd met veerankers uit gegalvaniseerd<br />

staal waarvan de benen aan het metselwerk bevestigd worden door 2 gegalvaniseerde nagels van + 8 cm lengte.<br />

De voegen worden afgedicht met een elastische voegvulling op basis van polysulfiden aangebracht op een voegbodem uit<br />

synthetisch materiaal. De voegen worden glad afgestreken.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³.<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

Zijn inbegrepen in de eenheidsprijs :<br />

Verbindingselementen en/of - wapeningen van niet ingebonden achterliggende of kruisende muren.<br />

03.09.30 Parement.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Voor de uitvoering worden stalen ter goedkeuring aan de bouwheer en architect voorgelegd.<br />

De stenen worden in zo groot mogelijke hoeveelheden op de werf aangevoerd en voor de verwerking vermengd zodat geen<br />

verschillen in kleur en textuur in de gevelvlakken te merken zijn.<br />

De aannemer onderzoekt vooraf het SO4 gehalte in en de verenigbaarheid van mortel en stenen zodat uitbloeiingen en<br />

verwering van voeg- en legmortel vermeden worden.<br />

Hulpstoffen in de mortel worden slechts toegelaten mits akkoord van de architect of stabiliteitsingenieur;<br />

bindingsvertragers zijn niet toegestaan.<br />

Uitvoering :<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van NBN B24-401 en STS 22.<br />

Stenen met gebroken hoeken of kanten komen niet in het zichtvlak voor.<br />

De nodige voorzorgen worden genomen om een verzorgd en onbesmeurd uitzicht aan het metselwerk te geven en dit te<br />

behouden.<br />

Op het einde van elke werkdag worden de bovenste lagen van het metselwerk afgedekt, deze bedekking moet de muur<br />

minstens 60 cm beschermen, gerekend vanaf de top van de muur.<br />

Bij warm en droog weer moet het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid worden om uitdroging te voorkomen.<br />

Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetst.<br />

Stukken kleiner dan een halve steen worden niet verwerkt.<br />

Stenen voor zichtwerk mogen niet worden gekapt maar worden gezaagd.<br />

Voor de ventilatie van de spouwen worden boven de plint en de lateien en onder de dakrand om de 0.60 m stootvoegen<br />

opengelaten. Deze open stootvoegen worden gemarkeerd tot na de uitvoering van het voegwerk. worden getroffen om de<br />

spouw rein te houden.


Dossier: 37<br />

Elk rechtstreeks contact tussen het binnen- en buitenspouwblad wordt vermeden. Het tussen te plaatsen materiaal moet<br />

verenigbaar zijn met de voegvulling van het schrijnwerk.<br />

BELANGRIJKE OPMERKING:<br />

Het parement wordt pas opgebouwd als het binnenspouwblad en de spouwisolatie verdiepingshoog uitgevoerd zijn.<br />

03.09.32 Parement uit machinale handvormsteen. VH m²<br />

Materiaal :<br />

De gevelbakstenen beantwoorden aan NBN B23-002.<br />

De parementstenen zijn handvormstenen die machinaal in vormbakken zijn gemouleerd.<br />

Ze hebben volgende fysische kenmerken :<br />

- gemiddelde / karakteristieke drukvastheid volgens NBN B24- 201: minimum 30 N/mm²<br />

- vorstbestendigheid volgens NBN B23-002 : Gc factor is volgens NBN B27-010 kleiner dan 2,5 en veroont geen<br />

schade (code 0) na de directe vriesproef volgens NBN B27-009, na impregnering onder 51 kPa.<br />

- kalkinsluitsels zijn niet toegelaten.<br />

Terca SAS Antraciet M65<br />

Afmetingen : 188 x 88 x 63<br />

Kleur : blauw zwart tot diep zwart.<br />

Terca Warneton rood<br />

Afmetingen : 215 x 102 x 40<br />

Kleur : rood<br />

De metselmortel behoort tot :<br />

categorie M2 van NBN B14-001 of heeft de volgende samenstelling : 300 kg cement per m³ droog zand (1 deel cement<br />

voor 4 delen zand).<br />

De spouwankers zijn vervaardigd uit gegalvaniseerd staal De diameter is minstens 4 mm. De lengte is derwijze dat zij<br />

dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en van het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die<br />

zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.<br />

Uitvoering :<br />

In het parementmetselwerk wordt een wapening aangebracht die voorzien is in art. 03.09.71. In dit geval wordt alleen<br />

de mortelcategorie M2 toegelaten.<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd in halfsteensverband<br />

De voegbreedte bedraagt +/-12 mm.<br />

De voegen worden uitgekrabd tot minimum 1 cm achter het dagvlak.<br />

De rollaag boven de raam- en deuropeningen wordt aan het binnenspouwblad verankerd door middel van :<br />

een continu L-profiel uit verzinkt / roestvrij staal, voorzien in art. 03.09.80.<br />

spouwhaken om de twee stootvoegen, begrepen in de eenheidsprijs van het parement.<br />

Toepassing :<br />

A. Gevelmetselwerk uitbreiding: Terca SAS Antraciet M65 : zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Gevelmetselwerk (voor)tuinmuren: Terca Warneton rood 215x102x40 : zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².


Dossier: 38<br />

meetcode : Netto uit te voeren zichtbare oppervlakte zonder onderscheid te maken voor kant-, rol-, streklagen,<br />

dorpels, hoekstenen, sierlagen, kroonlijsten, enz.; dagkanten tot een halve steen worden echter niet<br />

bijgeteld ; uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.<br />

Spouwankers en murfor-wapening inbegrepen.<br />

03.10.20 Niet-meegaand voegwerk.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De aannemer zal onder zijn verantwoordelijkheid vooraf de voegmortel onderzoeken op de verenigbaarheid van de mortels<br />

en de stenen zodat uitbloeiingen vermeden worden.<br />

De drukweerstand van de voegspecie is kleiner dan of gelijk aan deze van metselmortel.<br />

Er mogen geen kleurverschillen in het voegwerk merkbaar zijn.<br />

Uitvoering :<br />

Het voegwerk wordt aangevangen na de volledige voltooiing van de te voegen oppervlakten en na de aanvaarding van<br />

een proefoppervlak van 1 m² per type gevelsteen.<br />

Meerdere proefvlakken kunnen gevraagd worden.<br />

Het uitzicht, de vorm en de kleur van de voegen wordt bepaald door de ontwerper samen met de bouwheer.<br />

De uitzettingsvoegen worden open gelaten en zullen naderhand gedicht worden met elastische voeg welke hierin niet<br />

begrepen is.<br />

De aansluitingen van de parementwanden op de andere ruwbouwstructuren worden uitgevoerd met een verdiepte voeg.<br />

Voor de ventilatie van de spouwen worden om de 3 stenen de stootvoegen open gelaten boven de plint en de lateien en<br />

onder de dakrand.<br />

Na de voltooiing zullen de muren doelmatig beschermd worden tegen bevuiling en beschadiging.<br />

03.10.21 Niet-meegaand voegwerk met traditionele voegmortel. VH m²<br />

Materiaal :<br />

De voegmortel is<br />

van de categorie M3 van NBN B14-001 en heeft de volgende samenstelling : 250 kg cement sterkteklasse 32,5 en 50 kg<br />

vette poederkalk per m³ droog zand (2 delen cement en 1 deel vette poederkalk voor 9 delen zand).<br />

De menging mag aangepast worden tot het bekomen van de gewenste kleur en textuur.<br />

Kleur : Donkere voeg in de kleurtint van de gevelsteen: mangaan<br />

Uitvoering :<br />

Oppervlaktetextuur : glad<br />

Vorm : platvolle voeg<br />

Toepassing :<br />

A. Niet-meegaand voegwerk: gevelsteen handvormsteen uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat.<br />

B. Niet-meegaand voegwerk: gevelsteen handvormsteen (voor)tuinmuur: zie plannen en detailmeetstaat.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren zichtbare oppervlakte zonder onderscheid te maken voor kant-, rol-, streklagen,<br />

dorpels, hoekblokken, sierlagen, kroonlijsten, enz.... Uitsparingen groter dan 0,5 m² worden<br />

afgetrokken.


03.11.10 Muurisolatie tegen opstijgend vocht.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 39<br />

Omschrijving :<br />

Een dichtingslaag wordt aangebracht op alle plaatsen waar capillair vocht kan opstijgen in de bovenbouw.<br />

Uitvoering :<br />

De muurisolatie wordt aangebracht over het volledig te isoleren bouwdeel. De contactvlakken zijn voldoende zuiver en glad<br />

zodat perforaties worden voorkomen.<br />

03.11.17 Isolatie tegen opstijgend vocht met PE-folie TP.<br />

Materiaal :<br />

De vochtisolatie bestaat uit een laag polyethyleenfolie van minstens 0,900 g/cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is<br />

minstens 400%.<br />

De folie is<br />

0,45 mm dik, weegt minstens 450 g/m² en heeft een generfd oppervlak.<br />

Of minstens 0,2 mm dik, weegt minstens 150 g/m² en heeft een wapeningsreliëf.<br />

Uitvoering :<br />

Onder de muurisolatie wordt een mortelafstrijklaag van 1 cm dikte aangebracht.<br />

De banen worden aangebracht met een overlapping van minimum 0,10 m. De overlappende stroken worden over het<br />

volledige oppervlak aan elkaar gekleefd. De te kleven oppervlakken moeten zuiver en droog zijn.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en aanvullende schetsen in het werfboek.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale Prijs (TP)<br />

03.11.20 Vochtisolatie in spouwmuren voor afvoer van regen- en condensatiewater.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Een vochtisolatie wordt aangebracht aan de basis van de spouwmuren, overal waar de spouw wordt onderbroken en bij elke<br />

overgang van het buitenspouwblad van een binnen naar een buitenomgeving (vb. hoger opgaande muren, dakdoorsteken van<br />

schouwen e.d.). De aanslagen van ramen en deuren worden vertikaal ook voorzien van een strook vochtisolatie.<br />

Uitvoering :<br />

De vochtisolatie wordt geplooid met de afwatering naar buiten toe. De vochtisolatie dekt de volledige breedte van het<br />

buitenspouwblad af.<br />

Daar waar het buitenniveau niet horizontaal is, wordt de vochtisolatie trapsgewijze gelegd door boven elkaar geplaatste<br />

overlappende lagen. De plaatsing en plooiing van deze lagen verzekeren tevens een afwatering trapafwaarts.<br />

De vochtisolatie zal in de spouwen volledig gesteund zijn met een afgeschuinde, niet capillaire en onrotbare isolatiestrip.<br />

Precies boven deze vochtisolatie worden in het gevelmetselwerk de open stootvoegen gelaten.<br />

03.11.26 Vochtisolatie in spouwmuren met PE-folie. TP<br />

Materiaal :<br />

De vochtisolatie bestaat uit een laag polyethyleenfolie van minstens 0,900 g/cm³ aan polymeren. De rek bij breuk is<br />

minstens 400%.<br />

De folie is<br />

0,45 mm dik, weegt minstens 450 g/m² en heeft een generfd oppervlak.<br />

Of minstens 0,2 mm dik, weegt minstens 150 g/m² en heeft een wapeningsreliëf.<br />

Uitvoering :


Dossier: 40<br />

Het hoogteverschil tussen de laag in het binnenspouwblad en het buitenspouwblad bedraagt minstens 10 cm<br />

De vochtisoleerlaag is te plaatsen op de volledige dikte van de spouwmuur.<br />

In het geval dat de vochtisolatie niet kan ingewerkt worden in het binnenspouwblad wordt deze isolatie over een hoogte van<br />

minimum *15* cm tegen het binnenspouwblad gekleefd.De banen worden aangebracht met een overlapping van minimum<br />

0,10 m. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd.<br />

Zie detailtekening: aanzet alle opgaande muren en ring rond dagopeningen en alle onderbrekingen in de<br />

spouwmuur.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Totale Prijs (TP).<br />

03.12.10 Thermische spouwmuurisolatie.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere<br />

bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend.<br />

De platen hebben een hoogte van 0,60 m.<br />

De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B62-201.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband en aaneengesloten geplaatst.<br />

Koudebruggen en vervormingen van de isolatielaag worden vermeden.<br />

Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />

Perforaties van het isolatiemateriaal worden tot een minimum beperkt door een aangepaste keuze van de vorm en de<br />

plaatsingswijze van de spouwankers.<br />

Bij de aanzet op of onderbreking door de vochtisolatie worden de platen afgeschuind volgens de helling van de vochtisolatie.<br />

03.12.12 Isolatie uit geëxtrudeerd polystyreen VH/TP m².<br />

Omschrijving :<br />

Gedeeltelijke spouwvulling met platen uit geëxtrudeerd polystyreen.<br />

Richtmerk : DOW Floormate 200 Avance (CFK-vrij)<br />

Materiaal :<br />

De isolatieplaten beantwoorden aan de bepalingen van STS 08.82.41.<br />

Type geëxtrudeerd polystyreen PS-e 30.<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt hoogstens 0,035 W/mK bij 20°C.<br />

Dikte : 20 / 50 mm.<br />

De platen zijn voorzien van tand en groef.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden nauwsluitend tegen de binnenzijde van de spouw geplaatst.<br />

De platen worden aan de kanten recht versneden en sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />

Aan de hoeken wordt de isolatie op de volledige dikte doorgetrokken.<br />

Ter geleiding van de vochtisolatie tegen opstijgend vocht zullen de platen bij de aanzet parement schuin worden<br />

afgesneden zodat de PE-folie gesteund is en geen zakken kan vormen.<br />

Toepassing :<br />

A. Spouwisolatie d=5cm: aanzet parement: zie plannen en detailmeetstaat.<br />

C. Dorpelisolatie d=2cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).


Totale Prijs (TP)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken.<br />

03.12.15 Spouwisolatie uit minerale vezels. VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Gedeeltelijke spouwvulling met platen uit minerale vezels.<br />

Dossier: 41<br />

Richtmerk: Rockwool – Rockfit 434 / 201 Vario<br />

Materiaal :<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt ten hoogste 0,033 W/mK bij 10°C.<br />

De volumieke massa van de platen bedraagt ingeval van rotswol minstens 65 kg/m³; en ingeval van glaswol minstens<br />

45 kg/m³.<br />

De dikte van de platen bedraagt minstens 60 mm in de spouw en 2x60 mm achter de gevelbekleding in hout.<br />

De afstandhouders die op de spouwhaken bevestigd worden, zijn aangepast aan het isolatiemateriaal. Een model wordt ter<br />

goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorgelegd.<br />

Uitvoering :<br />

De nodige zorg wordt besteed ter voorkoming van mortelbruggen.<br />

Hiertoe wordt, tijdens het verder optrekken van het binnenspouwblad, de spouw afgedekt met een plank.<br />

De nodige versnijdingen worden over de volledige dikte doorgetrokken; de platen worden aan de kanten recht versneden en<br />

sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />

Aan de hoeken wordt de isolatie over de volledige dikte doorgetrokken.<br />

De platen worden met zorg over de spouwankers gedrukt en met een lichte druk sluitend op en tegen elkaar geplaatst om<br />

dichte naden te bekomen.<br />

De platen worden nauwsluitend tegen de binnenzijde van de spouw geplaatst.<br />

Het aantal bevestigingspunten per plaat is minstens 3 stuks. (Rockfit)<br />

Aan raam- en deuraanslagen wordt de isolatie 1 à 2 cm doorgetrokken teneinde een goede aansluiting te hebben met het<br />

schrijnwerk.<br />

Tijdens de duur van de werken worden de spouwmuren afgedekt ter bescherming tegen de weersinvloeden. Ook de<br />

kopse kanten van de isolatieplaten voor de houten gevelbekleding moet ten alle tijden afgedekt worden ter<br />

bescherming tegen de weersinvloeden.<br />

Toepassing :<br />

A. Spouwisolatie Rockwool Rockfit 434 (60mm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Spouwisolatie (gevelbekleding) Rockwool 201 Vario (2x60mm): zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.<br />

03.12.22 Ondervloerisolatie uit geëxtrudeerd polystyreen. VH m²<br />

Omschrijving :


Dossier: 42<br />

Volledige ondervulling tussen funderingsmuren met platen uit geëxtrudeerd polystyreen.<br />

Richtmerk : DOW Floormate 200 Avance (CFK-vrij)<br />

Materiaal :<br />

De isolatieplaten beantwoorden aan de bepalingen van STS 08.82.41.<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt hoogstens 0,035 W/mK bij 20°C.<br />

Dikte : 50 mm.<br />

De platen zijn voorzien van tand en groef.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden nauwsluitend tegen de funderingsmuren geplaatst.<br />

De platen worden aan de kanten recht versneden en sluiten perfect aan tegen de andere bouwelementen.<br />

Aan de hoeken wordt de isolatie op de volledige dikte doorgetrokken.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken.<br />

03.13.10 Akoestische isolatie tussen muren.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere<br />

bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend.<br />

De platen hebben een hoogte van 0,60 m.<br />

De akoestische eigenschap wordt gemeten volgens NBN S01.400.<br />

Uitvoering :<br />

De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband en aaneengesloten geplaatst. Akoestische bruggen en<br />

vervormingen van de isolatielaag worden vermeden.<br />

Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />

Perforaties van het isolatiemateriaal worden tot een minimum beperkt door een aangepaste keuze van de vorm en de<br />

plaatsingswijze.<br />

03.13.14 Scheidingslaag in minerale wol<br />

Merk: Isover sonebel 110<br />

Toepassing :<br />

Akoestische scheiding in ankerloze scheidingswand<br />

Beschrijving :<br />

De akoestische scheiding in de ankerloze scheidingswand wordt uitgevoerd door plaatsing van platen Isover sonebel<br />

110, bestaande uit glaswol, gebonden met een thermohardende binder en onbekleed.<br />

Specificaties:<br />

Volumieke massa : max. 20 kg/m³<br />

Afmetingen : 1200 X 600mm<br />

Dikte : 25 mm


R declared ( ISO/DIS 10456) 0,75 m².K/W<br />

Brandreactie : onbrandbaar ( A1 volgens NBN S 21-203)<br />

Dossier: 43<br />

Toepassing :<br />

Tussen oude gemene muur achterbouw met nieuw op te trekken muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.


Algemeen<br />

Dossier: 44<br />

03.14.20 TIMMERWERK<br />

Materiaal :<br />

Het timmerhout beantwoordt aan STS 04<br />

Het hout wordt voorafgaandelijk behandeld volgens een A1-procédé (S.T.S. 04.31).<br />

Het op de bouwplaats geleverde hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering en berekeningen beantwoorden aan STS 31.0 en STS 32.0.<br />

Al het hout dat in aanraking komt met metselwerk wordt geschilderd met 2 lagen menieverf.<br />

De stalen verbindingsstukken worden geschilderd met twee lagen menieverf.<br />

Het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.<br />

03.14.21 Balklagen uit hout. VH m<br />

Omschrijving :<br />

De balklagen vormen de dragende elementen van houten vloeren/luifels<br />

Materiaal :<br />

Het te gebruiken hout is: zie detailmeetstaat met voorrang voor de stabiliteitsstudie<br />

Het te gebruiken hout is<br />

Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "uitgekozen timmerhout" (selected Merchantable) / "timmerhout"<br />

(Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />

De sekties van de balken zijn 175 x 38 / 230 x 38 , volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde<br />

hout moet binnen de nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />

Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272, sortering volgens NBN 272.<br />

De secties van de balken zijn 175 x 38 volgens NBN reeks 219.<br />

De balken zijn geschaafd op twee zijden<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 31.1.<br />

De balklagen worden stevig met het metselwerk of beton verankerd door middel van gemetalliseerde steunschoenen.<br />

Toepassing :<br />

A. Balklagen uit hout: Oregon/PNG 180*38 roostering vloervelden; herstellingen:<br />

B1.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 230*60 plat dak lichtstraat:<br />

B2.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 150*22 plat dak lichtstraat:<br />

B3.Balklagen uit hout: Oregon/PNG 125*22 plat dak lichtstraat:<br />

D1.Hellingslatten uit hout: plat dak lichtstraat:<br />

zie plannen en detailmeetstaat met voorrang van de stabiliteitsstudie.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : het netto lengte van de ongeschaafde balken wordt gemeten<br />

met inbegrip van de bevestigingsmiddelen<br />

03.14.22.B Beplating uit hout: watervastverlijmde multiplex. VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Afwerking roostering voor vloervelden, bakgootbekledingen, dakranden, enz.


Dossier: 45<br />

Materiaal :<br />

Watervast verlijmde multiplex<br />

Dikte 18 mm dik.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 32.11.<br />

De platen worden in zo groot mogelijk lengten aangevoerd en verwerkt.<br />

De stootvoegen worden schrankend boven de steunpunten uitgevoerd.<br />

Toepassing :<br />

B1 :Afwerking roostering plat dak lichtstraat: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B2 :Afwerking roostering vloervelden: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B4 :Afwerking dakranden voor aanbrengen dakrandprofiel gemene muur: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

03.14.25 Keperwerk uit hout. VH m<br />

0mschrijving :<br />

De kepers vormen de dragende elementen van gevelbekleding.<br />

Materiaal :<br />

Het te gebruiken hout is<br />

Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "uitgekozen timmerhout" (selected Merchantable volgens de R-list<br />

uitgegeven door het Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />

De sekties van de kepers zijn: 63 x 75 mm volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet<br />

binnen de nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />

Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272), sortering volgens NBN 272.<br />

De sekties van de kepers zijn: 63 x 75 mm volgens NBN 219.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 31.2.<br />

Alle lassen worden schrankend ten opzichte van de steunen uitgevoerd en gebeuren door een schuine las met een lengte<br />

die gelijk is aan 2,5-maal de hoogte van de keper, deze las ligt boven het steunpunt en wordt genageld.<br />

De kepers worden hart op hart gemeten op 0,45 m geplaatst eerst horizontaal, daarna vertikaal zodat een dubbel<br />

keperwerk ontstaat met daartussen 2x60mm Rockwool 201 Vario<br />

Het werk omvat tevens het maken van de nodige ravelingen van doorbouwen en openingen.<br />

De metalen bevestigingsmiddelen krijgen dezelfde behandeling als de profielen.<br />

Toepassing :<br />

Keperwand voor gevelbekleding Oregon/PNG 63 x 75: zie plannen en detailmeetstaathellend dak<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m.<br />

meetcode : de netto lengten van de ongeschaafde balken wordt gemeten.<br />

De lassen en overlappingen worden niet meegerekend.<br />

Alle behandelde metalen verbindings- en veranke-ringselementen en het uitvullingsmateriaal voor de<br />

wandbevestiging zijn in de eenheidsprijs begrepen.


03.14.30 Dakschrijnwerk uit hout.<br />

Dossier: 46<br />

Materiaal :<br />

Het schrijnwerkershout en het timmerhout beantwoorden aan STS 04. De nominale afmetingen en toleranties zijn volgens<br />

NBN reeks 219. Timmerhout dat niet zichtbaar blijft wordt vooraf behandeld volgens een A 1 - procédé met bij te leveren<br />

attest (STS 04.31). Het schrijnwerkershout dat zichtbaar blijft wordt behandeld met de 1° laag van het C 2 procédé (STS<br />

04.33.2) vóór de plaatsing. De aannemer levert hiervan het attest, of bewijst in geval van het C 2 procédé dat de<br />

houtbescherming aangebracht werd.<br />

Het op de bouwplaats geleverd hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 32.<br />

Al het timmerhout dat ingemetseld wordt is geschilderd met menieverf. De stalen verbindingsstukken worden geschilderd<br />

met 2 lagen menieverf. het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.<br />

03.14.32.A Bekleding van Trespa Meteon . VH m²<br />

Omschrijving :<br />

Overstekende luifel en gevelbekleding lichtstraat<br />

Materiaal :<br />

Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is<br />

Oregon nr 416 van NBN 199 van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable)volgens de R-list uitgegeven door het Pacific<br />

Lumber Inspection Bureau - Seattle. De sectie van de gootklossen is 32 x 125mm.<br />

De onderbekledingen zijn een watervast verlijmde multiplexplaat voor buitenwerk overeenkomstig STS 04.51, dikte 15<br />

mm.<br />

De beplating voor de zichtbaar blijvende delen is uit :<br />

Trespa Meteon Metallics:<br />

kleur: M 51.0.1 satin<br />

dikte: 8mm<br />

Uitvoering :<br />

De Trespa Meteon bekleding op de zichtbare delen zal volgens de voorschriften van de leverende firma aangebracht<br />

worden in gelijke moten en met een zwarte tussennaad van +/- 10mm en dit door gebruik te maken van het systeem:<br />

Modulair TS 300-systeem (onzichtbare bevestiging met met geprononceerde voeg)<br />

Hoogte van de stroken: +/- 340mm<br />

Voeghoogte: 10mm<br />

Toepassing :<br />

Kasgoot voorgevel: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke hoeveekheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : grootste lengte, kopstukken inbegrepen met inbegrip van modulair TS 300-systeem met alle<br />

toebehoren voor hoeken en raam aansluitingen.<br />

07.04.12 Gevelbekleding in hout: Afzelia Doussié met inbegrip van<br />

keperwerk+onderdakmembraan+tengellatten. VH m²/m<br />

Omschrijving :<br />

Bekleding van voorzetwand tegen bestaande achtergevel. De bekleding wordt bevestigd op de keperwand (artikel 03.14.25,<br />

prijs in dit artikel inbegrepen) met thermische isolatie (artikel 03.12.15, prijs afzonderlijk) en bestaat uit drie lagen:<br />

1. onderdakmembraan: dampopen onderdakfolie (TYVEK)<br />

2. tengellatten


3. houten bekleding.<br />

Dossier: 47<br />

Materiaal :<br />

Het timmerhout voor de buiten niet zichtbare delen is<br />

Oregon nr. 416 van NBN 199 en van de kwaliteit "timmerhout" (Merchantable) volgens de R-list uitgegeven door het<br />

Pacific Lumber Inspection Bureau, Seattle.<br />

De sekties van de balken zijn volgens de handelsmaten van het amerikaans naaldhout. Het geleverde hout moet binnen de<br />

nuttige afmetingen vallen van het amerikaans naaldhout.<br />

Noords grenen (PNG) nr.414 van NBN 199 en is van 2e kwaliteit (2e Com NBN 272) , sortering volgens NBN 272. Het<br />

hout heeft de nominale secties overeenkomstig NBN reeks 219.<br />

Het timmerhout voor de buiten zichtbare delen is<br />

Afzelia Doussié, als alternatief Western Red Cedar kwaliteit “Tight Knotty”. Vochtgehalte voor de plaatsing van 15-<br />

18%. Het profiel van de planken mag geen vlakken, boorden of randen vertonen waarop water kan blijven staan. Goede<br />

afschuiningen of afrondingen zorgen voor een vlotte evacuatie van het regenwater. Scherpe kanten moeten daarom<br />

steeds afgerond worden met een straal van minimum 3mm. De minimale dikte van de planken bedraagt 19mm. De<br />

breedte van de planken bedraagt 180 – 220 mm. De breedte van de enkelvoudige overlapping in functie van type<br />

bekleding tussen 8 en 12%. Bij tand- en groefverbinding moet de tandbreedte 10% bedragen van de werkende breedte,<br />

in de verbinding wordt een speling van tenminste 2mm voorzien om het werken van het hout toe te laten. Tegen<br />

vergrijzing dient men het hout al een eerste maal af te werken met een buitenbeits (C2) of een CTOP-produkt. De<br />

vernageling mag enkel gebeuren met roestvrij stalen nagels.<br />

Onderdakmembraan:<br />

Het onderdakmembraan is een dampopen ongeweven vlies dat een ATG-goedkeuring bezit voor gebruik als<br />

onderdakfolie. Richtmerk: TYVEK onderdakfolie (leverancier Ravago Plastics, Moerenstraat 89, 2370 Arendonk, tel.<br />

014/67 20 01), Delta-Vent onderdakfolie (leverancier Dorken, Brusselsesteenweg 477, 1731 Zellik, tel. 02/466 02 75).<br />

Tengellatten:<br />

De tengellatten beantwoorden aan STS 04 en zijn uit PNG nr 414.<br />

De kwaliteit is 3e keuze volgens NBN 272.<br />

De houtsectie is 15 x 38 mm.<br />

De latten zijn behandeld volgens het Al-procédé (STS 04.31).<br />

Uitvoering :<br />

De horizontale buitenbetimmering wordt bevestigd op een dubbel regelwerk van eerst horizontale en daarna vertikale<br />

regels. De regels hebben een maat van 38x63 mm (nuttige afmeting droog) en hebben een preventieve<br />

beschermingsbehandeling gehad(homologatiecode A1). De afstand tussen de regels is bepaald op 50cm (maximaal<br />

60cm).<br />

Elke plank mag slechts met één bevestigingsmiddel op elke regel vastgemaakt worden. De koppen van de nagels<br />

worden juist gelijk met houtoppervlak ingeslagen zonder het houtoppervlak te beschadigen. Bij tand- en<br />

groefverbindingen moet men werken met een onzichtbare bevestiging.<br />

Vernageling met roestvrij stalen nagels, de lengte van de draadnagels bedraagt tenminste 2.5maal de dikte van de<br />

bekledingsplank.<br />

Bij horizontale bekleding moet het kopshout afgedekt worden met een houten lat om het opzuigen van water te<br />

beletten.<br />

Achter de buitenbetimmering moet een luchtspouw voorzien worden en mag er geen contact zijn tussen de betimmering<br />

en de isolatie (Rockwool Vario-platen). Men moet er voor zorgen dat het water onder aan de betimmering kan<br />

weglopen, deze opening aan de onderzijde moet voorzien zijn van een duurzaam muggengaas.<br />

De gevelbetimmering moeten minstens 15 cm boven het (plat)dakvlak stoppen. Hier moet een afschuining van de<br />

koppen voorzien worden(60°).<br />

Bij de aansluitingen van de gevelbekleding met ramen of andere materialen moet de nodige ruimte gelaten worden om<br />

direct contact te vermijden zodat er geen opzuiging van water kan zijn. Op deze plaatsen moeten maatregelen genomen<br />

worden (plaatsen van soepele dichtingsfolies of metalen slabben) om de waterdichting te verzekeren.


Dossier: 48<br />

Het onderdakmembraan wordt in zo groot mogelijke afmetingen in horizontale stroken geplaatst, vertrekkend van de<br />

bovenste gootrand. Het membraan wordt goed gespannen geplaatst, zonder verluchtingsspouw tussen isolatie en membraan.<br />

De stroken moeten minstens 150 mm overlappen. Loshangende stukken moeten steeds worden vermeden, aangezien ze<br />

storend geritsel kunnen veroorzaken.<br />

Beschadigde membramen mogen niet verwerkt worden.<br />

Ter hoogte van de kepers wordt het onderdakmembraan met een tengellat op het keperwerk genageld met verzinkte die<br />

minstens 27 mm in de keper dringen.<br />

Toepassing :<br />

A. Gevelbekleding bestaande achtergevel: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Randen van de gevelbekleding<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke hoeveekheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²/m<br />

meetcode : in de prijs zijn inbegrepen: het keperwerk, de betimmering, kopse afwerklatten als ook het<br />

muggengaas. Bij de randen zijn zowel de folies als de metalen profielen voor de waterdichting<br />

inbegrepen.


Dossier: 49<br />

HOOFDSTUK 05 - DAKWERKEN EN DAKWATERAFVOER<br />

05.01.10 Afschotlaag uit beton<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

Na vooraf reinigen van het oppervlak wordt de afschotlaag aangebracht volgens de voorgeschreven hellingen en op de<br />

voorziene dikten. Het bovenvlak is effen; afwijkingen van meer dan 0,5 cm, gemeten met een lat van 3 m, worden niet<br />

toegelaten. Eventuele zettingsvoegen in de constructies worden eveneens in de afschotlaag uitgespaard.<br />

05.01.11 Niet-isolerende afschotlaag uit beton VH m²<br />

Materiaal :<br />

De afschotlaag is schraal beton als volgt samengesteld : 200 kg cement, sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of<br />

grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-103.<br />

Uitvoering :<br />

De afschotlaag wordt gestort met een helling van 1.5 cm/m; de minimale dikte bedraagt 4 cm.<br />

Het beton wordt met de rij afgetrokken en vlak afgestreken.<br />

De krimpvoegen worden na het uitharden gevuld met een beton van dezelfde samenstelling.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m³<br />

meetcode : Netto uit te voeren volume.<br />

05.01.30 Dampschermen voor warm dak<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De dampschermen voor warm dak bestaan uit één of meerdere dampremmende scheidingslagen aangebracht in de<br />

dakopbouw en beantwoordende aan de gegevens van de TV 183 § 6.<br />

De dampschermen zijn verenigbaar met de isolatiematerialen en met de dakafdichting.<br />

Uitvoering :<br />

De dampschermen worden aangebracht volgens de bepalingen van de TV 183 § 6.3. De contactvlakken zijn zuiver en<br />

vlak zodat perforaties worden voorkomen.<br />

Bij de dakranden, opstanden en dakdoorbrekingen wordt de isolatie ingesloten tussen het dampscherm en de afdichting<br />

zoals voorzien in Afbeelding 17 van de TV 183.<br />

05.01.31 Dampscherm uit bitumenglasvlies VH m²<br />

Materiaal :<br />

De bitumenglasvlies V3.<br />

Uitvoering:<br />

Zie post. 05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP)


Dossier: 50<br />

Toepassing :<br />

Plat dak uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : Netto uit te voeren geprojecteerde oppervlakte zonder rekening te houden met opstanden.<br />

05.01.40 Thermische isolatie van warm dak met platen<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De isolatieplaten zijn weersbestendig en dimentioneel maatvast.<br />

De anorganische en amorfe structuur mag geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of<br />

schimmels en tasten de andere bouwelementen niet aan. Ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar, niet onderhevig aan<br />

krimp en zijn blijvend waterafstotend.<br />

De thermische geleidbaarheid wordt gemeten volgens NBN B 62-201.<br />

Uitvoering :<br />

Alvorens de isolatieplaten aan te brengen worden de contact-vlakken tussen de isolatieplaten en de ondergrond gezuiverd en<br />

ontdaan van alle oneffenheden.<br />

De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen in verband geplaatst. De nodige versnijdingen worden over de volledige<br />

dikte doorgetrokken; de platen worden versneden zodat ze volledig aansluiten tegen elkaar of tegen de andere<br />

bouwelementen. Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden.<br />

Waar nodig worden de isolatieplaten opgetrokken tegen verticale opstanden.<br />

05.01.44 Thermische isolatie van warm dak met platen uit hard polyisocyanuraatschuim<br />

Materiaal :<br />

Richtmerk: Recticel Eurothane Powerdeck 24 : dikte=100mm<br />

Uitvoering :<br />

De plaatsing gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant.<br />

De isolatieplaten worden gelijmd op de draagstructuur.<br />

De dakbedekking wordt zo snel mogelijk aangebracht over het volledige oppervlak van de platen om schade ten gevolge van<br />

UV-straling te voorkomen.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Meetwijze :<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Uitsparingen kleiner dan 1 m2 worden niet afgetrokken.<br />

05.03.51 Isolatieplaten uit minerale vezels voor plat (koud)dak VH m²<br />

Materiaal<br />

Richtmerk: Rockwool Deltaplaten<br />

De harde platen uit rotswol zijn drukvast .<br />

De thermische geleidbaarheid bedraagt ten hoogste 0,038 W/mK bij 10°C.<br />

De gemiddelde volumieke massa bedraagt minstens 45 kg/m³.<br />

De platen zijn onbekleed.<br />

De dikte van de platen bedraagt 120 mm.


Uitvoering :<br />

Voor hun verwerking worden de isolatieplaten droog opgeslagen op de bouwplaats.<br />

Dossier: 51<br />

De platen worden geklemd en mechanisch bevestigd volgens de voorschriften van de fabrikant.<br />

De isolatieplaten worden geplaatst op een droge ondergrond onmiddellijk voor het aanbrengen van de dakdichtingen; nat<br />

geworden platen worden van het dak verwijderd.<br />

Toepassing :<br />

A. Isolatie plat dak(lichtstraat): Rockwool Delta12cm: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m².<br />

meetcode : netto uit te voeren oppervlakte.<br />

05.05.20 Dakafdichtingen met plastomeerbitumen (APP)<br />

Algemeen<br />

Het betreft bitumineuze dakdichtingen met een eindlaag op basis van plastomeerbitumen met polyesterinlage (APP).<br />

De post ‘plat dak / dakdichting’ omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene<br />

(soepele) dakdichtingsbanen op platte tot een waterdicht geheel. De onder deze post begrepen eenheidsprijzen dienen<br />

steeds te omvatten :<br />

B. het nazicht en voorbereiding van het draagvlak;<br />

C. de levering en verwerking van de dakdichtingslagen, inclusief alle noodzakelijke scheidingslagen,<br />

bevestigingsmiddelen en toebehoren;<br />

D. de gebeurlijke kosten voor de proeven op de waterdichtheid van de naden.<br />

Materialen<br />

De soepele dakafdichtingsbanen behouden hun goede mechanische en fysische eigenschappen bij koude en warmte, zij<br />

zijn bestand tegen chemicaliën en atmosferische invloeden en zijn geschikt voor toepassing binnen de gekozen<br />

dakopbouw. Een doorlopende BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor het gekozen dakdichtingssysteem is<br />

vereist.<br />

De plastomeerbitumendakbaan (APP) beantwoordt aan de bepalingen van NBN B 46-003 - Dakafdichting - Producten<br />

op basis van APP of SBS- polymeerbitumen (1991). Zij bevat een wapening van polyestervlies van ten minste 150 gr<br />

per m 2 .<br />

De onderlaag, bij een koudgekleefde uitvoering, is een bekleed bitumenglasvlies V3 volgens NBN B 46-002 of een<br />

onderlaag vermeld in de technische goedkeuring.<br />

Het plastomeer-afdichtingssysteem bezit een doorlopende BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor toepassing op<br />

de betrokken ondergrond. De bijproducten hebben steeds de goedkeuring van de fabrikant van de APP-dakbaan.<br />

Uitvoering<br />

De dakafdichtingen mogen enkel worden aangebracht door gekwalificeerde plaatsers, met ervaring inzake het leggen<br />

van de desbetreffende dakbanen. Zij dienen daarenboven de bepalingen vermeld in de technische goedkeuring en/of de<br />

voorschriften van de fabrikant stipt op te volgen.<br />

De onderlagen wordt geplaatst volgens de voorschriften van NBN B 46-001. De lagen worden geplaatst met een langse<br />

en dwarse overlapping van 10 cm. De overlapping van onder- en eindlaag lopen in dezelfde richting en zijn geschrankt.<br />

De naadoverlappingen worden zorgvuldig gelast over de volledige breedte van de naad en samengedrukt.<br />

De uitvoering is deelgekleefd. De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd met een aangepaste<br />

verlijming.<br />

Omgevingsinvloeden - beschermingsmaatregelen


Dossier: 52<br />

De plaatsing zal onderbroken en voorlopig beschermd worden bij vochtig weer (regen, sneeuw, mist) en/of bij<br />

temperaturen lager dan 5°C. Het werk mag in deze gevallen enkel voortgezet worden, mits voorafgaandelijke<br />

toestemming van de architect en naleving van de door de fabrikant bepaalde voorzorgen.<br />

Plaatsing - randvoorwaarden<br />

De opvatting van de dakafdichting dient overeen te stemmen met de voorziene dakopbouw. De aannemer zal voor de<br />

aanvang van het werk alle eventuele gebreken of onverenigbaarheden, die de kwaliteit van het werk in gedrang zouden<br />

kunnen brengen, signaleren aan de architect.<br />

De ondergrond zal droog zijn en een temperatuur van meer dan 2°C hebben.<br />

Hij zal goed glad, vlak en vast zijn.<br />

Hij zal vrij zijn van alle vreemde stoffen of lichamen (vet, kiezel, olie...).<br />

Hij zal chemisch en mechanisch met de dakdichting verenigbaar zijn.<br />

Hij zal beantwoorden aan de voorschriften van de NBN B 46-001 (1991).<br />

Keuring en waarborgen<br />

Na de uitvoering van de dakafdichting wordt ter beproeving van de waterdichtheid de daken onder water gezet<br />

gedurende ten minste 24 uur.<br />

De aannemer blijft gedurende een periode van 10 jaar, na de voorlopige oplevering, aansprakelijk voor een volledige<br />

waterdichtheid van de dakafdichting. De aannemer is tevens verantwoordelijk voor plooi- en/of blaasvorming.<br />

Gedurende deze periode van 10 jaar zijn alle leveringen en eventuele herstellingswerken ten laste van de aannemer.<br />

Doen de gebreken zich voor over meer dan 1/3e van het totale oppervlak, dan dient het dak integraal te worden<br />

vervangen.<br />

05.05.22 Deelgekleefde meerlaagse dakafdichting met plastomeerbitumen VH m²<br />

Materiaal<br />

De plastomeerbitumendakbaan (APP) bevat een wapening van polyestervlies van min. 150 gr/m 2 . De onderlaag is een<br />

gewapend bitumen met glasvlies V3 volgens NBN B 46-002 of een onderlaag vermeld in de technische goedkeuring.<br />

De waterdichte dakafdichting heeft een doorlopende technische goedkeuring BUtgb of EUtgb.<br />

Specificaties dampscherm - onderlaag<br />

Dikte - mm 3<br />

Wapening - versterkt glasvlies<br />

Gewicht<br />

wapening<br />

van de - g/m² 50<br />

Verwekingspunt - °C 150<br />

Trekweerstand overlangs N/5cm 500<br />

- dwars N/5cm 180<br />

Scheurweerstand<br />

spijker<br />

bij overlangs N 60<br />

- dwars N 60<br />

Specificaties isolatielaag<br />

De thermische isolatie zal uitgevoerd worden met CFK-vrije platen in hard polyisocyanuraatschuim (RECTICEL<br />

EUROTHANE POWERDECK 24), dikte 100 mm.<br />

Dikte - mm 100 (of 2x50 mm)<br />

Volumegewicht - kg/m 3 30<br />

Brandreactie NBN S21-203 A1<br />

Bekleding onderzijde gecoat glasvlies<br />

Bekleding bovenzijde gebitumineerd glasvlies<br />

Gedeclareerde<br />

warmtegeleidingscoëfficiën<br />

t<br />

W/mK 0.025<br />

Druksterkte<br />

vervorming<br />

bij 10% overlangs kPa 120


Dossier: 53<br />

Afmetingen dwars mm 1200 x 600<br />

Specificaties eindlaag<br />

Dikte - mm 4<br />

Wapening glasvlies g/m² 55<br />

- niet-geweven<br />

polyester<br />

g/m² 150<br />

Verwekingspunt - °C 150<br />

Koude buigbaarheid<br />

(180°/ 5sec)<br />

°C -20<br />

Trekweerstand - overlangs N/ 5cm 675<br />

- - dwars N/ 5cm 625<br />

Rek tot breuk - overlangs % 50<br />

- - dwars % 50<br />

Afwerking<br />

bovenzijde<br />

leischilfers<br />

Wortelweerstand bevat<br />

wortelwerende<br />

middelen (m.b.t.<br />

groendaken).<br />

Uitvoering<br />

De dakafdichting wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van TV 183 § 8.23.23 en § 8.25, volgens de<br />

koudkleefmetode (code PCc) en is als volgt samengesteld:<br />

1. al of niet een voorsmeerlaag in functie van de ondergrond, bestaande uit een kleefvernis (richtmerk<br />

DERBIPRIMER S)<br />

2. koudlijm, streepsgewijs aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant (richtmerk DERBIBOND S);<br />

3. dampscherm: V3 met gelaste naden (richtmerk DERBICOAT S);<br />

4. koudlijm, streepsgewijs aangebracht volgens de voorschriften van de fabrikant (richtmerk DERBIBOND S);<br />

5. isolatielaag hard polyisocyanuraatschuim (merk Recticel Eurothane Powerdeck 24) De isolatieplaten worden<br />

op het dampscherm gekleefd met bitumineuze koudlijm (4), streepsgewijs aangebracht met een tussenafstand<br />

van ongeveer 20 cm; waarbij er voor gezorgd wordt dat ter plaatse van beide plaatuiteinden een lijmstreep<br />

aanwezig is. De platen worden in halfsteens verband en met gesloten voegen geplaatst.<br />

6. koudlijm aangebracht over de volledige oppervlakte (richtmerk DERBIBOND S);<br />

7. onderlaag: V3 met gelaste naden (richtmerk DERBICOAT S); Deze laag wordt onmiddellijk na de plaatsing<br />

van de isolatie volvlakkig gekleefd op de isolatieplaten met behulp van een aangepaste bitumineuze koudlijm<br />

(6), volgens de richtlijnen van de lijmfabrikant. De compatibiliteit van de koudlijm met de isolatieplaten zal<br />

aangetoond worden door de lijmfabrikant.<br />

8. koudlijm aangebracht over de volledige oppervlakte (richtmerk DERBIBOND S);<br />

9. eindlaag: de APP dakafdichtingsbaan uitgerold in de koudlijm. De naden worden gelast. (richtmerk<br />

DERBIGUM SP-WW, wortelbestendig).<br />

10. ballastlaag: gerold grind / extensief dakbegroeningssysteem.<br />

De onderlaag wordt geplaatst volgens de voorschriften van NBN B 46-001. De onderlaag en eindlaag worden geplaatst<br />

met een langse en dwarse overlapping van 10 cm. De overlapping van onder- en eindlaag lopen in dezelfde richting en<br />

zijn geschrankt. De opstanden worden steeds volledig gekleefd uitgevoerd met een aangepaste verlijming.<br />

Vóór het aanbrengen van de ballastlaag wordt het dak, ter beproeving van de waterdichtheid onder water gezet<br />

gedurende ten minste 24 uur.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak uitbreiding: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :


Dossier: 54<br />

meeteenheid : m²<br />

meetcode : Netto horizontaal gemeten dakoppervlakken; openingen met een dagmaat kleiner dan 1 m2 worden niet<br />

afgetrokken.<br />

De uitgevoerde oppervlakte van de dakopstanden worden gemeten vanaf de snijlijn met het dakvlak.<br />

Alle noodzakelijke beschermings- en scheidingslagen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />

05.05.60 Ballast.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De ballast zal onder de te verwachten gebruiksbelasting de ondergelegen dakdichting niet beschadigen of te zeer indrukken.<br />

05.05.61.A Grindballast. VH m²<br />

Materiaal :<br />

Gewassen en gerold riviergrind, kaliber 14/22 of 14/28. De keitjes hebben geen scherpe kanten die de andere materialen<br />

zouden kunnen beschadigen. De ballast is ontdaan van alle zand en vuil.<br />

Uitvoering :<br />

Het grind wordt gelijkmatig verdeeld over het volledig dakoppervlak, onmiddellijk na plaatsing van de dichtingslaag.<br />

De laagdikte bedraagt : 6 cm.<br />

Het grind wordt gelijkmatig uitgespreid over het volledig dakoppervlak, onmiddellijk na plaatsing van de dichtingslaag.<br />

Het grind wordt blijvend tegengehouden ter plaatse van de dakwaterafvoeren en de dakranden (zie artikel<br />

kiezelvanger).<br />

Toepassing :<br />

Voor dakvlakken boven keuken en lichtbak volledig en boven de leefruimte voor een randstrook van 50cm: zie plannen<br />

en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m² volgens de dikte van de laag.<br />

meetcode : de horizontaal geprojecteerde oppervlakte van de dakvlakken, openingen met dagmaat kleiner dan 1 m²<br />

worden niet afgetrokken.<br />

05.05.61.B Ballast – extensief dakbegroeningssysteem. VH m²<br />

Algemeen<br />

Het dakbegroeningssysteem wordt over een oppervlakte van 7.5 m 2 geplaatst op het platte dak boven de leefruimte. De<br />

plaatsing gebeurt door de bouwheer, na afloop van de bouwwerken.<br />

Het dakbegroeningssysteem is een vierlaagse extensieve dagbegroening:<br />

eerste laag: drainage volgens DIN 4095, hemelwaterreservoir in de drainage laag zonder de dakbedekking dampdicht af<br />

te sluiten (dikte 54 mm)<br />

tweede laag: volkapillair filterdoek :<br />

derde laag: mineraal substraat - onder FLL controle geproduceerd (dikte 70 mm)<br />

vierde laag: vegetatie gekweekt op FLL substraat, planten zowel als zaadgoed<br />

De waterafvoer van het platte dak met dakbegroening is niet aangesloten op de regenwaterput.<br />

Waterverzadigd gewicht: ca. 110 kg/m 2<br />

Drooggewicht: ca. 70 kg/m 2<br />

Max. hemelwatervoorraad: ca. 40 lt/m 2<br />

Opbouwhoogte: ca. 12,5 cm


Leverancier:<br />

EGD N.V., Toekomststraat 10 d , 3560 Lummen, tel : 011/43.38.51<br />

Eerste laag: drainage<br />

Plaatsing van platen dienende als drainage en als waterreserve FLORADAK DHrs 13.<br />

Dossier: 55<br />

Afmeting : 125 x 100 cm, rondom met sponning, hoogte 54 mm (plaatsing op oppervlakte 375 x 200 cm: 6 platen)<br />

Materiaal : geëxpandeerd PS 30 vlamdovende vormdelen voorzien van tand en groef<br />

Aan de onderzijde van de platen zijn er uithollingen voorzien die de kanalisering van het wateroverschot voor zich<br />

neemt. De platen zelf zijn uitgehold zodanig dat wanneer de platen onder helling staan er steeds water in de reservoirs<br />

blijft staan.<br />

Eigenschappen : hemelwaterreservoir ca. 13 lt/m 2<br />

: drainerend, ook onder zware lasten, volgens DIN 4095<br />

: extra wortelbeluchting<br />

: thermische isolatie waarde R: 0,53 m 2 K/W<br />

: goed beloopbaar<br />

: vorstbestendig<br />

: uitstekende bescherming van de worteldoorgroeivaste constructie<br />

Tweede laag: filter<br />

Plaatsing van een filtervlies FLORADAK, volkapillair, stabiel filter<br />

Materiaal : polypropyleen, eenzijdig thermisch behandeld, gewicht : 150 gr/m 2<br />

Verwerking : min. overlapping 200 mm, op te zetten bij opgaand werk max. 40 mm<br />

Eigenschappen : waterdoorlaatbaarheid : bij een zuil van 10 cm water 70 lt/m2/sec<br />

: na waterverzadiging direct drainerend<br />

: max. hemelwateropname 2 lt/m 2<br />

: onrotbaar<br />

: duurzaam volkapillair<br />

: vegetatievriendelijk.<br />

Derde laag: mineraal substraat<br />

Plaatsing van een substraatlaag FLORADAK - mineraal substraat<br />

Dikte: 7 cm (ingeklonken)<br />

Bestanddelen van natuurlijke grondstoffen :<br />

- lava met gelijkmatige korrelopbouw, granulaat van 2/8<br />

- max. 15 % organische stoffen : uitgerijpt compost en turf<br />

Alvorens de substraatlaag te plaatsen, de drainageplaten vullen met water.<br />

Eigenschappen : hemelwatercapaciteit 3,5 lt/m 2 per cm substraat<br />

: drooggewicht ca. 860 kg/m 3<br />

: waterverzadigd gewicht ca 1210 kg/m 3<br />

: gelijkmatige korrelopbouw en vormvaste structuur<br />

: uitstekend drainerend<br />

: hoog poriëngehalte = hoog luchtvolume<br />

: uitstekend doorwortelbaar<br />

: laag zoutgehalte<br />

: vorststabiel<br />

: gering onderhoud<br />

: productie onder FLL controle<br />

Vierde laag: beplanting: wintergroene sedums met accenten van bloeiers en kruiden


Dossier: 56<br />

Een combinatie van wintergroene sedum scheuten min. 50 gr/m2 met zaadgoed van kruiden 3 - 5 gr/m 2 . Alle planten<br />

zijn volgens FLL voorschriften voorgekweekt in mineraal substraat. Een beplantingsplan wordt aan de architekt ter<br />

goedkeuring voorgelegd.<br />

05.06.10 Dakrand- en muurdekprofielen.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Het dakrand- of muurdekprofiel is zo opgevat dat vervormingen door temperatuursschommelingen worden voorkomen.<br />

Uitvoering :<br />

De dakrand- en muurdekprofielen worden rechtlijnig aangebracht en in zo groot mogelijke lengten verwerkt.<br />

Het geheel verzekert een waterdichte aansluiting op de dakdichting.<br />

05.06.12 Dakrandprofiel uit aluminium. VH m<br />

Materiaal :<br />

De dakrandprofielen zijn industrieel geplooide profielen uit een aluminium Al.Mg.1 - legering of profielen uit een geperst<br />

aluminium Al.Mg.Si. 0,5 F 22 - legering.<br />

Ze zijn<br />

antraciet geanodiseerd min 20 micron<br />

De profielen zijn 3 m lang en de wanddikte bedraagt 2 mm.<br />

De hoogte van de voorzijde bedraagt 60 mm.<br />

Het dakrandprofiel bestaat uit<br />

een enkelvoudig afwerkingsprofiel met V-vormige gleuf.<br />

Uitvoering :<br />

Het enkelvoudig dakrandprofiel wordt ter hoogte van de sleufgaten bevestigd met roestvrije schroeven en plugs op de<br />

dakrand nadat een drukverdelingslaag uit hetzelfde materiaal als de dichtingslaag hieronder is aangebracht.<br />

Tussen de dakrandprofielen worden voegen van 3 mm gelaten en worden de passende verbindingsstukken<br />

geplaatst.<br />

Aan binnen- en buitenhoeken wordt een passend verbindingsstuk geplaatst.<br />

De verdere dakdichting wordt op het enkelvoudig profiel gekleefd.<br />

Bij afwerkingsprofielen met V-vormige gleuf wordt de bitumineuse dichtingsbaan in de gleuf gedrukt , waarna<br />

deze wordt opgegoten met geoxydeerd bitumen.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens de hoogte aan de voorzijde.<br />

meetcode : geplaatste lengte. Verbindings- en bevestigings-elementen zijn in de eenheidsprijs begrepen.<br />

05.06.21 Vaste lichtkoepel met opstand. FH st<br />

Algemeen:<br />

Vaste bolvormige lichtkoepel in driewandig helder polycarbonaat met geïsoleerde opstand in glasvezelversterkt<br />

polyester.<br />

Richtleveranciers:<br />

AG Plastics Boerderijstraat 5, 8530 Harelbeke, tel.056/21 95 99<br />

Ravago Plastics, Bistweg 80, 2520 Broechem, tel. 03/470 12 12


Caroplast, Vijfwilgenstraat 23-25, 3440 Halle-Booienhoven, tel. 011/78 15 65<br />

Dossier: 57<br />

Specificaties koepel<br />

De koepel is vervaardigd uit helder slagvast polycarbonaat, bolvormig gevormd in een driewandige uitvoering. De<br />

koepel is afgewerkt met een omgezette verstijvingsrand aan de afwateringsboord. De dagmaat van de koepel heeft een<br />

diameter van 70 cm. De diameter van de dakuitsnijding bedraagt 90 cm.<br />

De koepel is voorzien van een inbraakpreventief bevestigingssysteem. De op de koepel aangebrachte montagedoppen<br />

verzekeren een waterdichte aansluiting. De bevestiging van de koepel op de opstand of het raam gebeurt met inox<br />

bevestigingsmaterialen. De warmtedoorgangscoëfficiënt van de opstand bedraagt hoogstens 2.1 W/m 2 K.<br />

Specificaties opstand<br />

De opstand is vervaardigd uit glasvezelversterkt polyester. De hoogte van de opstand is 30 cm. De opstand heeft een<br />

isolatiekern in polyurethaanschuim met een minimale dikte van 20 mm. De warmtedoorgangscoëfficiënt van de opstand<br />

bedraagt hoogstens 1.4 W/m 2 K.<br />

De binnenzijde is glad afgewerkt met een beschilderbare gelcoatlaag. De buitenzijde is ruw voor een goede hechting<br />

met de dakbedekking en een weersbestendige afwerkingscoating.<br />

Toepassing :<br />

Plat dak boven keuken<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfataire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : Aantal volgens vorm en afmetingen. Koepel + prefab opstand.<br />

05.06.50 Slabben en loketten.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving<br />

De loketten worden aangewend om de naden tussen constructiedelen regendicht af te werken.<br />

Het betreft ondermeer aansluitingen tussen dak en opgaande muur, dak en schoorsteen, rond dakdoorgangen en aan bovenen<br />

zijranden van dakvlakken. Loketten zijn stukken die aan één kant in de muur worden bevestigd en aan de anndere kant<br />

vallen over de opstaande strook van een slab of een afdichtingsbaan.<br />

Uitvoering :<br />

De uitvoering beantwoordt aan STS 34 en waarborgt een waterdicht geheel.<br />

05.06.52 Loket en aansluitingsband uit lood VH m<br />

Materiaal :<br />

Het lood beantwoordt aan de voorschriften van STS 33.06.33.<br />

De dikte bedraagt :1,5 mm.<br />

De bevestigingshaken zijn verzinkt<br />

Uitvoering :<br />

De loketten worden uitgevoerd met een overlapping van ten minste 10 cm in geval van stroken en 6 cm bij traploketten. De<br />

bladloodstroken worden goed aangeklopt en strak afgesneden.<br />

De loketten bezitten een haakboord van 2 cm en worden ingewerkt in een vooraf gekapte, geslepen of uitgespaarde gleuf van<br />

2,5 cm diepte.<br />

Aantal bevestigingen : 3/4 haken per m bij loketstroken en 2 haken per traploket.<br />

Bij de aansluiting van opgaande muren met een hellend dakvlak worden de loketten in één rechte lijn volgens de<br />

dakhelling .<br />

De resterende voeg wordt gedicht met een elastisch blijvende kit klasse V volgens T.V. 107.


Toepassing :<br />

A. Loketten uit lood voor overgang muur-dak: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m<br />

meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte.<br />

Inbegrepen het vrijmaken van de voeg en het aanbrengen van de kit.<br />

05.08.10 Regenafvoerbuizen.<br />

Algemeen<br />

Uitvoering :<br />

Dossier: 58<br />

De regenafvoerbuizen worden geplaatst volgens de voorschriften van hoofdstuk 3 van NBN 306 en STS 33.21.<br />

Bij de plaatsing wordt zorg gedragen dat de buizen vrij kunnen uitzetten.<br />

05.08.11 Regenafvoerbuizen uit zink VH m.<br />

Materiaal :<br />

De regenafvoerbuizen zijn vervaardigd uit electrolytisch zink met een zuiverheid van minimum 99,99 % met toevoeging van<br />

koper en titaan.<br />

De wanddikte van de buis bedraagt 0,7 mm.<br />

De buizen zijn : rond 90 mm .<br />

De lengte van de buiselementen bedraagt : 1 m.<br />

De buizen zijn gesoldeerd.<br />

De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m² volgens NBN 657.<br />

De sluiting van de beugels geschiedt met 1 scharnierpunt en 1 bevestigingsschroef. De bevestigings-schroeven zijn verzinkt<br />

/ uit roestvrij staal.<br />

De soldeerlegering bestaat uit minstens 40 % tin en bevat vrijwel geen onzuiverheden in het bijzonder antimoon.<br />

Uitvoering :<br />

De buizen worden op 2 cm voor het muurvlak geplaatst.<br />

De buiselementen zijn zodanig gevormd dat ze onderaan vernauwd zijn.<br />

Het knippen van de buiselementen onderaan is verboden.<br />

De penetratie van de verschillende stukken bedraagt min. 3 cm. Bij richtingsveranderingen dringen de buizen min. 8 cm in<br />

elkaar.<br />

Behalve de koude verbindingen voor de montage en de uitzetting worden alle buizen aan elkaar gesoldeerd.<br />

Het solderen beantwoordt aan de voorschriften van NBN 283 art. 1.7.<br />

De solderingen worden op een gezuiverde ondergrond uitgevoerd.<br />

De soldeernaden worden uitgevoerd in 3 opeenvolgende bewerkingen : voorbereiding van de oppervlakten met chloorzink of<br />

met hars, vertinnen en solderen.<br />

Er mag slechts 1 passtuk per afloop worden geplaatst.<br />

Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt maximum 2 m.


De eerste beugel bevindt zich op +/- 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis.<br />

Ter hoogte van de onderafvoerbuis is de afvoerbuis voorzien van een neus.<br />

De overlangse naad is naar de muur gericht.<br />

Dossier: 59<br />

De regenafvoerbuizen worden luchtdicht op het rioleringsnet aangesloten.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat.<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens doorsnede.<br />

meetcode : Netto te plaatsen lengte, gemeten in de as van de buis, bochten inbegrepen.<br />

05.08.20 Eindstukken van regenafvoerbuizen<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

De eindstukken zijn verbindingsstukken aan de voet van de regenafvoerleiding. Ze verzekeren een perfekte afwatering van<br />

het regenwater tussen de afvoerleiding en de riolering.<br />

05.08.21 Eindstuk uit gietijzer VH st.<br />

Materiaal :<br />

Het gietijzeren eindstuk beantwoordt aan de bepalingen van STS 33.06.51.2 - deel II materialen en NBN B54-104.<br />

Het eindstuk is recht<br />

De doorsnede is<br />

rond : 100 (voor ronde zinken regenafvoer 90)<br />

Uitzicht : effen<br />

Lengte : 1,00 m.<br />

De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m² volgens de reeks NBN I 07.<br />

De sluiting van de beugels geschiedt met 2 schroeven. De schroeven zijn uit inox.<br />

Uitvoering :<br />

De voegen tussen het eindstuk, de regenafvoerbuis en de ondergrondse riolering worden reukdicht opgevoegd met een<br />

dichtingsring .<br />

De zichtvlakken worden ontroest en voorzien van een grondlaag en twee afwerklagen verf op basis van alkydharsen.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : Aantal volgens vorm en afmetingen. Het schilderen is in de eenheidsprijs begrepen.<br />

05.08.30 Hulpstukken voor regenafvoer.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft de hulp- en verbindingsstukken welke een perfecte afwatering van het regenwater toelaten vanaf de opvang op de<br />

dakvlakken tot de afvoer.


05.08.31 Tapbuizen FH st.<br />

Zinken tapbuis (STS 33.23.1.) rechthoekig 90*90<br />

Toepassing :<br />

Nieuw dak: rechthoekig 90*90: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze : opgenomen bij de post 05.08.11<br />

05.08.33 Kiezelbak FH st.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st.<br />

05.08.37 Spuwer FH st.<br />

Zinken spuwer (STS 33.23.1.) diameter 3 cm.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st.<br />

Dossier: 60


06.01.10 Rioleringsleidingen.<br />

Algemeen<br />

Dossier: 61<br />

HOOFDSTUK 06 - RIOLERINGEN<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft ingegraven afvoerleidingen bestemd voor afvoer van afvalwater en regenwater, afkomstig van leidingen,<br />

toestellen en putten.<br />

Materiaal :<br />

De rioleringsleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1.<br />

Uitvoering :<br />

De buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel voor als tijdens het lossen als<br />

bij of na het plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden<br />

zonodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee putten of toestellen zal<br />

gebeuren met rechte stukken en in helling en vangt aan bij het laagste punt.<br />

De buizen worden over hun volledige lengte op de voorziene fundering ondersteund. De breedte van de fundering is<br />

minimaal gelijk aan de buitendiameter van de buis plus 30 cm.<br />

Bij muurdoorgangen worden de leidingen vrij geplaatst volgens STS 35.10.82. Onder funderingsplaten en zolen worden de<br />

rioleringen in een koker gelegd zodat boven de buis minimum 5 cm vrije ruimte blijft.<br />

De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen na het uitvoeren van controleproeven op de waterdichtheid en na<br />

goedkeuring door de bouwheer en architect.<br />

De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten.<br />

Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan de bouwheer een tekening van het<br />

rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd. Deze tekening bevat de juiste ligging en de hoogtepeilen van de diverse<br />

leidingen, verzamelputten en aflopen.<br />

06.01.14 Rioleringsleidingen uit polyvinylchloride. VH m/st<br />

Materiaal :<br />

De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn<br />

Benor gekeurd.<br />

Diameter : ND 110<br />

Uitvoering :<br />

De buizen worden gefundeerd op :<br />

de ongeroerde (buiten de funderingsstroken) natuurlijke grond (figuur 1 van STS 35.45-11)<br />

Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-ëinde zorgvuldig gereinigd.<br />

Het rioleringsstelsel wordt voor de beproeving van de waterdichtheid in vakken verdeeld.<br />

De wederaanvullingen van de sleuven wordt uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />

Toepassing :<br />

A. Rioleringsleidingen diam. 110: zie plannen en detailmeetstaat<br />

B. Rioleringsleidingen diam. 160: zie plannen en detailmeetstaat<br />

X. Hulpstukken en bochten : zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de aanvulling : grond voortkomend van de uitgraving<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).


Dossier: 62<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens binnendiameter / stuks voor de hulpstukken<br />

meetcode : netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of het<br />

toestel.<br />

Hulpstukken: 06.01.14.X<br />

In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, de schoor-en stutwerken, de funderingen, de<br />

leidingen, hulpstukken en toezichtstukken, de verbinding met de putten en toestellen, de<br />

muurdoorgangen en inkokeringen, de beproeving, de wederaanvullingen, het vervoer van de<br />

overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van het<br />

oppervlaktewater, de tekening van het rioleringsstelsel.<br />

Sleuven in de keldervloer zijn opgenomen bij de afbraakwerken.<br />

06.01.20 Wachtbuizen.<br />

Algemeen<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft ingemetselde of ingegraven buizen bestemd voor het doorvoeren van kabels of leidingen.<br />

Materiaal :<br />

De leidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 35.1<br />

Uitvoering :<br />

De ingegraven buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05 en volgens voorschriften van de leverende<br />

nutsvoorzieningsmaatschappij. Alle buizen welke beschadigd worden, zowel vòòr als tijdens het lossen als bij of na het<br />

plaatsen worden vervangen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend; de wanden worden zonodig geschoord<br />

teneinde inzakkingen te vermijden. De plaatsing van de buizen tussen twee aansluitpunten of putten zal gebeuren met rechte<br />

stukken. De buizen worden over hun volledige lengte gefundeerd op een voldoende breed zandbed en hierin verzonken (STS<br />

35.45.12 fig. 2). In geval van gebundelde wachtbuizen worden de ruimten tussen de buizen eveneens opgevuld met zand. De<br />

aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen, waarbij scherpe bochten vermeden worden. Bij de doorboringen van wanden<br />

worden maatregelen getroffen om waterinsijpeling te vermijden. De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen<br />

na goedkeuring van de leidende ambtenaar.<br />

In de wachtbuizen bestemd voor kabels worden voorlopige, gegalvaniseerde stalen trektraden geplaatst teneinde de<br />

kabeldoorvoer te vergemakkelijken.<br />

Vòòr de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het wachtleidingsstelsel.<br />

06.01.21 Wacht- en verluchtingsbuizen uit polyvinylchloride. VH/TP m/st<br />

Materiaal :<br />

De buizen met bijhorende koppel- en hulpstukken hebben een technische goedkeuring BUtgb of EUtgb of zijn Benor<br />

gekeurd.<br />

Diameter : ND 110<br />

Uitvoering :<br />

De wederaanvullingen, waar nodig, van de sleuven worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />

Toepassing :<br />

B. Wachtbuizen uit pvc verluchtingsdoorvoer buis+gevelrooster in aluminium: zie plannen en detailmeetstaat<br />

C. Wachtbuizen vertikale verluchting dia. 110: zie plannen en detailmeetstaat<br />

E. Kelderverluchting T-stuk pvc diam. 210 + alu rooster: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Vermoedelijke Hoeveelheid (VH).<br />

Totale Prijs (TP).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m volgens binnendiamter./stuks<br />

meetcode : Netto te plaatsen lengte van de leidingen, gemeten volgens de aslijn.


Dossier: 63<br />

Er wordt een supplement aangerekend voor bochten + 0,20 m buis.<br />

In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, de schoor- en stutwerken, de leidingen en<br />

hulpstukken, de verbinding met de aansluitputten, de muurdoorgangen, de wederaanvullingen, het<br />

vervoer van de overtollige grond buiten de bouwplaats, alle werken voor het voorlopig afvoeren van<br />

het oppervlaktewater, de tekening van het wachtbuizenstelsel.<br />

06.04.10 Gemetselde putten.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De funderingsplaat wordt uitgevoerd in schraal beton met volgende samenstelling : 300 kg cement sterkteklasse 32,5,<br />

800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B 11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-<br />

103.<br />

De put wordt gemetseld met volle baksteen volgens NBN B24-0O1 en index 02.11A van het T.B. 104.<br />

De metselmortel heeft volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand (1 deel cement voor<br />

4 delen zand).<br />

De bepleisteringsmortel wordt bereid met 400 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m³ droog zand (1 deel cement voor 3<br />

delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend produkt<br />

toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën ; het<br />

produkt wordt vooraf aan de leidende ambtenaar voorgelegd.<br />

Uitvoering :<br />

Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater<br />

zijn inbegrepen in dit artikel.<br />

De put wordt aangezet op een funderingsplaat die aan de vier zijden tot 10 cm buiten de metselwerkwand reikt.<br />

Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401.<br />

De put wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen tot een dikte van 20 mm; de laatste laag wordt vlak geëffend<br />

en glad afgestreken; de hoeken zijn uitgerond.<br />

De muurvlakken in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte. Na voldoende verharding wordt de<br />

buitenbepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van<br />

minimum 200 g per m² en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

Er mag slechts overgegaan worden tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur.<br />

06.04.11 Enkele gemetselde put. FH st<br />

Uitvoering :<br />

Binnenafmetingen : 41 X 41 cm.<br />

De dikte van funderingsplaat is 10<br />

De gemetselde wanden zijn 19 cm dik.<br />

De diepte van de put wordt bepaald door het peil van de rioleringsleidingen.<br />

Op de bodem van de put wordt een doorlopende halve buissectie van de hoofdleiding gelegd en omringd met een<br />

schuin geëffende betonlaag.<br />

Een put welke niet opgetrokken wordt tot het maaiveld wordt afgedekt met een gewapende betonplaat van 6 cm dikte.<br />

Een put opgetrokken tot het maaiveld wordt afgedekt met een berijdbare gietijzeren deksel (zie 06.05.30)<br />

De wederaanvullingen rond de put worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen<br />

Toepassing :<br />

Enkele gemetselde put: zie plannen en detailmeetstaat<br />

De gemetselde putten mogen vervangen worden door prefab putten van Dyka<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st volgens binnenafmeting.


Dossier: 64<br />

meetcode : De gegeven binnenafmetingen zijn de binnenmaten van de onbepleisterde put.<br />

In de eenheidsprijs zijn begrepen : de uitgravingen, het beton, het metselwerk, de bepleistering, de<br />

bestrijking en de wederaanvullingen.<br />

• De open buis / de ondergrondse afdekplaat is eveneens in de eenheidsprijs begrepen.<br />

• De deksel is ook in de eenheisprijs begrepen.<br />

06.04.40 Prefabgeulen met rooster<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De prefabgeulen worden gevormd door een aaneenschakeling van afzonderlijke elementen en passtukken met roosters. De<br />

elementen worden voorzien van spie- en mofeind of van uitsparingen voor dichtingsstrippen.<br />

Uitvoering :<br />

De prefabgevel wordt aangezet op een fundering uit schraal beton alsvolgt samengesteld : 300 kg cement sterkteklasse 32,5,<br />

800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens NBN B11-101 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589-<br />

103. Deze fundering steekt 10 cm uit op de wanden van de prefabgeul.<br />

Het samenvoegen van de prefabelementen gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant met aangepaste middelen teneinde<br />

een waterdicht geheel te bekomen.<br />

De aansluiting op de riolering of putten gebeurt met speciaal voor dit doel geprefabriceerde elementen.<br />

De nodige grondwerken en het vervoer van de overtollige grond buiten de werf zijn inbegrepen.<br />

06.04.42 Prefabgeul uit polyesterbeton FH m<br />

Materiaal :<br />

Polyesterbeton bestaande uit kwarts en polyesterhars met volgende mechanische eigenschappen : druksterkte minstens 100<br />

N/mm2 treksterkte minstens 20 N/mm2 en chemisch bestendig. De prefabgeul beantwoordt aan dezelfde sterkteklasse als<br />

deze van het rooster.<br />

Binnensectie :<br />

100 mm breed en voorzien van uitgeholde bodem met verval.<br />

De nuttige lengte van de geulelementen is 1 m.<br />

De prefabgeul wordt afgedekt met een<br />

thermisch verzinkt sleuvenrooster beantwoordend aan de lastencategorie volgens DIN 19580 : klasse C : 250 kN<br />

De prefabgeul wordt bij elke uitlaat voorzien van een aangepaste zandvanger met hevel, rooster en rioolaansluiting : diameter<br />

100 mm.<br />

Uitvoering :<br />

De funderingslaag heeft een dikte van 15 cm. De prefabgeul wordt vlottend op de natte zetmortel geplaatst, er op lettend dat<br />

de voor- en achterkant van de goten zuiver blijven zodat een goede voegaansluiting bekomen wordt. De bovenzijde van het<br />

rooster ligt 3 à 5 mm lager dan het niveau van de aangrenzende bevloering.<br />

De zijkanten van de geul worden opgestort met een 10 / 15 cm brede beton laag over de volledige geulhoogte aangepast aan<br />

de aangrenzende bevloering. De samenstelling van het beton wordt door de aannemer bepaald, de karakteristieke weerstand<br />

R'wk bedraagt minstens 30 N/mm2 na 28 dagen. De bovenkant is vlak afgewerkt. De aannemer treft de nodige maatregelen<br />

om het indrukken en opdrijven van de geulen te beletten.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : m


Dossier: 65<br />

meetcode : Netto uit te voeren lengte met inbegrip van geulelementen, sleuvenrooster aansluiting op riolering en de<br />

nodige graaf en funderings/betonwerken<br />

06.04.50 Ontvangtoestellen.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

Op de ontvangers voor het oppervlaktewater buiten het gebouw zijn de bepalingen van STS 35.12.1 van toepassing.<br />

Uitvoering :<br />

De ontvangers worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel van de categorie M2<br />

van NBN B 14-001 en heeft de volgende samenstelling : minstens 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, per m³ droog zand (1<br />

deel cement voor 4 delen zand).<br />

volgnr.<br />

06.04.53 Buitenontvanger met klok. FH st<br />

Materiaal :<br />

De kloksterfput is vervaardigd uit<br />

gietijzer volgens NBN 830-01 of vormgietstaal volgens NBN A22-101 en beantwoordt aan de bepalingen van STS 35.12.12<br />

en DB 18.1 met een waterslot van minimum 60 mm. Buitenafmetingen 300 x 300 mm.<br />

Uitvoering :<br />

Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met een laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars.<br />

De kleur is te bepalen door de ontwerper.<br />

Toepassing :<br />

zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk<br />

meetcode : netto uit te voeren hoeveelheid volgens aard en afmetingen.<br />

06.05.30 Berijdbare putdeksels.<br />

Algemeen :<br />

Omschrijving :<br />

Het betreft deksels met kaders op putten van allerlei aard, gelegen in zones waar een belasting van meer dan 15 kN mogelijk<br />

is.<br />

Materiaal :<br />

Het beton voor de omrandingen is als volgt samengesteld 350 kg cement van de sterkteklasse 42,5, 780 l rolgrind 4/28 en<br />

380 l zand voor beton.<br />

Uitvoering :<br />

Het kader of de omranding uit beton wordt in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel<br />

van de categorie M2 van NBN B 14-001 met volgende samenstelling: minstens 300 kg cement, sterkteklasse 32,5, per m³<br />

droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand).


06.05.32 Rijwegdeksel uit gietijzer.<br />

Dossier: 66<br />

Materiaal :<br />

Het deksel en het kader beantwoorden aan NBN B54-101, sterkteklasse III, en is vervaardigd uit gietijzer volgens NBN 830-<br />

01 of uit vormgietstaal volgens NBN A22-101.<br />

Het rijwegdeksel moet weerstaan aan een belasting van 100 kN en wordt onbehandeld geleverd op de bouwplaats.<br />

Uitzicht : vol gewafeld.<br />

Minimum hoogte van het kader : 100 mm.<br />

Minimum buitenafmetingen van het kader : 600 x 600 mm.<br />

* Er worden in totaal 1 hefsleutel geleverd.<br />

Utvoering :<br />

Het kader wordt ingegoten in of vastgezet op een omranding uit licht gewapend beton.<br />

Deze omranding wordt zichtbaar in de bevloering geplaatst. Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met 1 laag menieverf<br />

en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars. De kleur is te bepalen door de ontwerper.<br />

Toepassing :<br />

Zie detailmeetstaat: gemetselde put 06.04.11<br />

06.07.10 Regenputten<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De regenputten beantwoorden aan STS 35.50.2 en 35.50.3.<br />

De put is bereikbaar voor toezicht en ruiming.<br />

Uitvoering :<br />

Alle werken worden uitgevoerd in het droge. Het verlagen van de grondwaterstand en het afvoeren van het oppervlaktewater<br />

zijn begrepen in dit artikel. Het peil van de bodem van de putten wordt bepaald zodanig dat de putten op hun maximale<br />

capaciteit functioneren. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de put.<br />

De putten wordt aangezet op een funderingsplaat welke min. 10 cm rond de put uitsteekt. Er mag slechts overgegaan worden<br />

tot wederaanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur. Na de uitvoering zullen de nodige maatregelen<br />

getroffen worden om het omhoogdrijven van de putten te voorkomen; daartoe worden zij desgevallend gevuld met drinkbaar<br />

water.<br />

Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gekuist zijn.<br />

06.07.12 Regenput uit beton<br />

0mschrijving :<br />

De regenput bestaat uit één element<br />

Op de put wordt een mangat met binnenafmetingen 60 x 60 gemetseld.<br />

Materiaal :<br />

De put is uit gewapend beton. Het beton beantwoordt aan de voorschriften van Aflevering 4.1. de karakteristieke druksterkte<br />

bedraagt minstens 30 N/mm².<br />

Zijn nuttige inhoud is minstens +/-3200 liter.<br />

De regenwaterput is rechthoekig.<br />

Het mangat wordt gemetseld met volle baksteen volgens NBN B24-001 en index 02.11A van het T.B. 104.<br />

De metselmortel heeft volgende samenstelling : 300 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m3 droog zand (1 deel cement<br />

voor 4 delen zand).<br />

De bepleisteringsmortel van het mangat wordt bereid met 400 kg cement met sterkteklasse 32,5 per m3 droog zand (1 deel<br />

cement voor 3 delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een<br />

vochtwerend produkt toegevoegd dat de sterkteeigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische<br />

stoffen en oliën; het produkt wordt voorafgaandelijk aan de leidende ambtenaar voorgelegd.


Dossier: 67<br />

Uitvoering :<br />

De put wordt bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum<br />

200 g per m2 en per laag. Beide lagen verschillen van kleur.<br />

De gemetselde wanden van het mangat zijn 19 cm dik. Het mangat wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen<br />

tot een dikte van 20 mm; de laatste laag wordt vlak geëffend en glad afgestreken; de hoeken zijn uitgerond. De muurvlakken<br />

in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte.<br />

Na voldoende verharding wordt de buitenbepleistering bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of<br />

bitumen (NBN B46-101) à rato van minimum 200 g per m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur.<br />

De wederaanvullingen rond de put worden uitgevoerd met grond voortkomend van de uitgravingen / te verdichten zand /<br />

gestabiliseerd zand.<br />

Toepassing :<br />

Zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH)<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : st<br />

meetcode : plaatsing put met inbegrip van uitgrzvingen, aanvullingen en het mangat met deksel.<br />

06.08.10 Aansluiting op rioleringsstelsel.<br />

Algemeen<br />

Materiaal :<br />

De aansluiting wordt uitgevoerd met hulpstukken en bochtstukken uit hetzelfde materiaal als de aan te sluiten afvoerbuis.<br />

Uitvoering :<br />

Voor de uitvoering van de aansluiting zal de aannemer zich vergewissen van de ligging van de nutsleidingen.<br />

De aansluitopening heeft een gave doorsnede. Na de aansluiting mogen geen brokstukken achterblijven in de riolering<br />

06.08.12 Aansluiting op bestaande rioleringsstelsel. FH st<br />

Materiaal :<br />

De aansluiting gebeurt met een kort spruitstuk van dezelfde diameter als de aan te sluiten buis. Dit spruitstuk heeft een kraag<br />

zodat het niet in de riool kan schuiven.<br />

Uitvoering :<br />

De nieuwe rioleringsleidingen worden aangesloten op de bestaande rioileringsbuizen in de kelder. Er zijn twee punten<br />

waarop we aansluiten en dat zijn voor het regenwater in de kelder de oude regenwaterbuis aan de rand van het oude<br />

terras met de oude keuken en voor het vuil water de oude afvoeren van de voormalige wc nabij de traphal.<br />

Na uitvoering van de aansluiting en wederaanvulling of terug dichten van de gemaakte openingen worden de verhardingen<br />

in hun oorspronkelijke staat hersteld.<br />

Bij de rioleringsbuizen (06.01.14) zijn de buizen en hulpstukken geteld tot aan de achtergevel van de hoofdbouw<br />

Toepassing :<br />

Niet van toepassing tenzij bij gebrekkige doorstroming vanaf de eindonderbreker: zie plannen en detailmeetstaat<br />

Aard van de overeenkomst :<br />

Forfaitaire Hoeveelheid (FH).<br />

Meetwijze :<br />

meeteenheid : stuk. Per aansluiting


Dossier: 68<br />

meetcode : Alle werkzaamheden nodig voor de aansluiting zijn hierin begrepen, zowel het kappen en dichten van<br />

openingen als de buizen met hulpstukken.<br />

Voor akkoord:<br />

Bouwheer Aannemer Architect<br />

Datum:<br />

Plaats:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!