5235 IP-telefoon Gebruikershandleiding - Mitel Edocs
5235 IP-telefoon Gebruikershandleiding - Mitel Edocs
5235 IP-telefoon Gebruikershandleiding - Mitel Edocs
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
M I T E L<br />
<strong>5235</strong><br />
<strong>IP</strong> Phone<br />
GEBRUIKERSHANDLEIDING
3300 ICP - 7.0
Inhoudsopgave<br />
INFO OVER DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON 1<br />
Functies van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> 2<br />
T<strong>IP</strong>S VOOR MEER GEMAK EN VEILIGHEID 2<br />
Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders! 2<br />
Bescherm uw oren 3<br />
De weergavehoek wijzigen 3<br />
VOOR GEBRUIKERS OP RESILIENT 3300 ICP-SYSTEMEN 4<br />
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON EN DE LIJNINTERFACEMODULE 5<br />
WERKEN MET DE TOUCHSCREENS 6<br />
Het paneel Telefoon 8<br />
Het paneel Personen 10<br />
Het paneel Berichten 12<br />
Het paneel Historie 15<br />
Het paneel Instellingen 17<br />
Het paneel Toepassingen 20<br />
Het schermtoetsenbord gebruiken 22<br />
Help opvragen 22<br />
Het touchscreen reinigen 23<br />
Tips voor het instellen van uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> 23<br />
-i-
UW <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON AANPASSEN 23<br />
Helderheid en contrast van de display instellen 24<br />
Gebruikersgegevens opgeven 25<br />
Taal opgeven 25<br />
Indeling van de toetsen op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
26<br />
programmeren<br />
Opties voor audiofeedback opgeven 27<br />
De display kalibreren 28<br />
Gedrag voor gespreksmelding opgeven 29<br />
Kiesvoorkeuren selecteren 30<br />
Belsignaal wijzigen 33<br />
Een screensaver inschakelen 34<br />
Toets Berichten programmeren 34<br />
Ontvangst van andere berichttypen programmeren 35<br />
URL-weergaven inschakelen op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> 35<br />
FUNCTIES PROGRAMMEREN VOOR DE TOETSEN 36<br />
Tips bij het programmeren van functies 36<br />
Een functietoets programmeren 40<br />
Een <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>toepassing programmeren 41<br />
Vaste toetsen programmeren 42<br />
Programmering wissen van een toets 42<br />
Programmering van persoonlijke functietoetsen inschakelen 43<br />
Bericht wacht-indicator programmeren 43<br />
UW LIJST MET CONTACTPERSONEN INSTELLEN 44<br />
Namen toevoegen aan de lijst met contactpersonen 44<br />
Informatie in uw lijst met contactpersonen bewerken 45<br />
-ii-
GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN 46<br />
Nummer kiezen vanuit de lijst met contactpersonen 46<br />
Nummer kiezen vanuit de lijst Historie 46<br />
Nummer kiezen vanuit de lijst Berichten 47<br />
Een oproep beantwoorden 47<br />
Een gesprek beëindigen 47<br />
Opnieuw kiezen 47<br />
Opnieuw kiezen: opgeslagen nummer 47<br />
Handsfree bediening 48<br />
Automatisch beantwoorden 49<br />
De analoge lijn gebruiken 49<br />
OPROEPEN AFHANDELEN 50<br />
Wachten 50<br />
Doorschakelen 51<br />
Confer. 51<br />
Wisselen 52<br />
Gesprekken doorschakelen 53<br />
Berichten: terugbellen 55<br />
GESPREKSHISTORIE GEBRUIKEN 56<br />
Uw gesprekshistorielijst vernieuwen 56<br />
Gesprekslijsten verwijderen 57<br />
Gesprekslijstgegevens weergeven 58<br />
Contactgegevens uit een gesprekslijst toevoegen aan uw lijst<br />
Personen<br />
58<br />
-iii-
ANDERE FUNCTIES GEBRUIKEN 59<br />
Accountcodes 59<br />
ACD 60<br />
Terugbellen 61<br />
In wacht 62<br />
Gesprek opnemen 63<br />
Calculator 64<br />
Taal wijzigen 64<br />
Achterschakelen 65<br />
Toetsen weergeven 65<br />
De functie Dag/Nacht 65<br />
Niet storen-functie 66<br />
Inbreken (Opschakelen) 66<br />
Oproep 67<br />
Directe oproepen 67<br />
Noodoproepen 68<br />
Kop<strong>telefoon</strong> 69<br />
Kop<strong>telefoon</strong>bewerking (met functieschakelaar) 70<br />
Maak bezet 71<br />
Bericht wacht-indicator 71<br />
Muziek 71<br />
Meeluisteren 72<br />
Groepsoproep / Intercom beantwoorden 73<br />
Spraakherkenning 74<br />
Nachtstand 74<br />
Trunk-flash 74<br />
Hot Desking 75<br />
Externe afmelding voor Hot Desk 76<br />
Berichten: adviestekst 77<br />
Telefoonboek 78<br />
Wachtrijstatus 78<br />
Herinnering 79<br />
Bel instellen 79<br />
Kiezen met behulp van voorkeuzetoetsen 80<br />
Gesprek van label voorzien 80<br />
-iv-
DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON GEBRUIKEN MET DE 5310 <strong>IP</strong>-CONFERENTIE-<br />
EENHEID<br />
De toepassing Conferentiecontroller openen 81<br />
De conferentie-eenheid in- of uitschakelen 81<br />
Het volume van de conferentie-eenheid instellen 81<br />
De conferentie-eenheid in de Presentatiemodus zetten 82<br />
De conferentiecontroller afsluiten 82<br />
Het geluid van de conferentie-eenheid dempen 82<br />
BERICHTEN 82<br />
De mailbox instellen 82<br />
Doorschakelen instellen voor uw voicemail 83<br />
Aanmelden bij uw mailbox vanaf uw eigen toestel 83<br />
Aanmelden bij uw mailbox vanaf een ander toestel 84<br />
Afmelden bij uw mailbox 84<br />
Berichtgegevens weergeven 85<br />
Een spraakbericht afspelen 85<br />
Afzender van een bericht bellen 86<br />
Een bericht opslaan 86<br />
Een bericht verwijderen 86<br />
De afzender van een bericht aan uw lijst met contactpersonen<br />
toevoegen<br />
87<br />
Een bericht doorsturen naar uw e-mailadres 87<br />
DE WEBBROWSER VAN DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON GEBRUIKEN 88<br />
DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN 89<br />
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog 90<br />
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de<br />
Overnamemodus<br />
91<br />
-v-<br />
81
INFO OVER DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON<br />
De <strong>Mitel</strong> <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> is een zeer complete <strong>telefoon</strong> voor gebruik binnen<br />
organisaties, die spraakcommunicatie biedt via een <strong>IP</strong>-netwerk. De <strong>telefoon</strong><br />
is uitgerust met een groot touchscreen met achtergrondverlichting en biedt<br />
gebruikers in real time toegang tot services en toepassingen, zoals een<br />
webbrowser, <strong>telefoon</strong>lijstbeheer en visuele voicemail. Acht vaste<br />
functietoetsen en meerdere touchscreens bieden handige toegang tot<br />
functies als Gesprekshistorie, lijsten met contactpersonen en een groot<br />
aantal aanpasbare gebruikersinstellingen. De <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> ondersteunt<br />
de MiNet-protocollen (<strong>Mitel</strong> Call Control). Wanneer de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
wordt gebruikt in combinatie met een 3300 ICP, heeft de <strong>IP</strong>-gebruiker<br />
toegang tot de rijke functieset van de <strong>5235</strong>-<strong>telefoon</strong>toepassingen. De <strong>5235</strong><br />
<strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> biedt ondersteuning voor Hot Desking en Clustered Hot Desking<br />
en voor Resiliency. De <strong>5235</strong> is ideaal voor directieleden en managers, en kan<br />
worden gebruikt als een <strong>telefoon</strong> voor ACD-agenten of supervisors, maar<br />
ook als een <strong>telefoon</strong> voor telewerkers.<br />
-1-
Functies van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
Functie Functie<br />
1 Stift Hiermee selecteert u opties op de paneelschermen.<br />
2 Belindicator Knippert om aan te geven dat er een inkomende<br />
oproep is.<br />
3 Luidspreker Levert het geluid voor handsfree-gesprekken en<br />
achtergrondmuziek.<br />
4 Touchscreen Biedt een groot weergavegebied met hoge resolutie<br />
waarin een reeks touchscreen-functies wordt<br />
weergegeven. Door de afzonderlijke panelen te<br />
openen geeft u een extra touchscreen weer dat<br />
toegang biedt tot bepaalde <strong>telefoon</strong>functies.<br />
5 Volume- en Hiermee regelt u het volume wanneer de <strong>telefoon</strong><br />
contrastregeling wordt gebruikt om te bellen. Hiermee regelt u het<br />
contrast wanneer de <strong>telefoon</strong> inactief is.<br />
6 Vaste functietoetsen Worden gebruikt voor de functies Luidspreker,<br />
Microfoon, Berichten, Wachtstand,<br />
Doorverbinden/conferentie en Annuleren.<br />
7 Toetsenblok Hiermee kiest u nummers wanneer de <strong>telefoon</strong>modus<br />
van de <strong>telefoon</strong> actief is.<br />
8 Hoorn Deze gebruikt u wanneer u niet met de luidspreker of<br />
de kop<strong>telefoon</strong> werkt.<br />
T<strong>IP</strong>S VOOR MEER GEMAK EN VEILIGHEID<br />
Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders!<br />
Langdurig gebruik van de hoorn kan nek-, schouder- of rugproblemen<br />
veroorzaken, vooral wanneer u de hoorn vasthoudt tussen uw nek en<br />
schouders. Als u veel aan de <strong>telefoon</strong> zit, kan het prettiger zijn om een<br />
kop<strong>telefoon</strong> te gebruiken. Zie Kop<strong>telefoon</strong> voor meer informatie.<br />
-2-
Bescherm uw oren<br />
De <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> is uitgerust met een knop waarmee u het volume van<br />
de hoorn of de kop<strong>telefoon</strong> kunt regelen. Aangezien langdurige blootstelling<br />
aan harde geluiden kan leiden tot een verminderd gehoor, is het verstandig<br />
het volume niet al te hard te zetten.<br />
De weergavehoek wijzigen<br />
U kunt de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> kantelen met de ingebouwde standaard, zodat u<br />
een beter zicht hebt op de toetsen.<br />
U kunt als volgt de weergavehoek wijzigen:<br />
1. Koppel de kabels los van de <strong>telefoon</strong>.<br />
2. Druk de knop aan beide zijden van de standaard aan de achterkant van<br />
de <strong>telefoon</strong> in om de standaard te verwijderen.<br />
3. Haak de haakjes van de basiseenheid in de uitsparingen aan de<br />
achterkant van de <strong>telefoon</strong> en klik die als volgt vast op hun plaats:<br />
Voor een grotere hoek haakt u de twee onderste haakjes in de<br />
onderste set uitsparingen en klikt u de twee bovenste haakjes in de<br />
middelste set uitsparingen.<br />
Voor een kleinere hoek haakt u de twee onderste haakjes in de<br />
middelste set uitsparingen en klikt u de twee bovenste haakjes in de<br />
bovenste set uitsparingen.<br />
Opmerking: zie de installatiehandleiding bij uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> die u bij<br />
uw <strong>telefoon</strong> hebt gekregen voor meer informatie over het wijzigen van de<br />
weergavehoek van uw <strong>telefoon</strong>.<br />
-3-
VOOR GEBRUIKERS OP RESILIENT 3300 ICP-<br />
SYSTEMEN<br />
Als u tijdens een gesprek een pieptoon hoort die om de 20 seconden wordt<br />
herhaald, betekent dit dat de <strong>telefoon</strong> wordt overgeschakeld naar een<br />
secundair 3300 ICP-systeem. U kunt het gesprek voortzetten; sommige<br />
toetsen en functies op uw <strong>telefoon</strong> werken nu anders. De <strong>telefoon</strong> werkt<br />
weer normaal nadat deze weer is overgeschakeld naar het primaire systeem.<br />
Als de <strong>telefoon</strong> niet actief is en is overgeschakeld naar het secundaire<br />
systeem, ziet u een knipperende rechthoek op het scherm. De rechthoek<br />
verdwijnt pas als de <strong>telefoon</strong> volledig is overgeschakeld naar het primaire<br />
systeem.<br />
Als de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> wordt overgenomen door de secundaire ICP, hebt u<br />
alleen toegang tot uw mailbox op de secundaire ICP als uw<br />
systeembeheerder een mailbox voor u heeft geprogrammeerd.<br />
Opmerkingen:<br />
De mailbox op de secundaire ICP bevat niet dezelfde berichten als de<br />
mailboxen op de primaire ICP. Geen van de voorkeuren met betrekking tot<br />
voicemail worden overgedragen van de primaire ICP naar de secundaire<br />
ICP. U moet deze voorkeuren instellen op beide ICP's.<br />
De toepassingen Historie, Contacten en Instellingen bieden geen<br />
ondersteuning voor resiliency. Uw lijsten, contactgegevens en instellingen<br />
op de primaire ICP worden niet overgedragen naar de secundaire ICP.<br />
-4-
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON EN DE LIJNINTERFACEMODULE<br />
De lijninterfacemodule (LIM) is een optioneel apparaat dat ervoor zorgt dat u<br />
uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> kunt gebruiken met een analoge <strong>telefoon</strong>lijn (POTS).<br />
Als routering van alarmgesprekken niet is geprogrammeerd op uw 3300 ICP,<br />
moet u de lijninterfacemodule gebruiken om alarmnummers te bellen.<br />
Raadpleeg Alarmgesprekken voor meer informatie over het bellen van<br />
alarmnummers.<br />
Als u een LIM hebt aangesloten op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>, gebeurt alle<br />
programmering van de LIM, behalve die van de toets Analoog, tijdens de<br />
installatie van uw <strong>telefoon</strong> door het installatieprogramma. Zie Vaste toetsen<br />
programmeren en De lijninterfacemodule gebruiken voor meer informatie.<br />
-5-
WERKEN MET DE TOUCHSCREENS<br />
Het touchscreen Overzicht op de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> biedt toegang tot alle<br />
<strong>telefoon</strong>functies die de <strong>telefoon</strong> biedt. Via het scherm Overzicht kunt u zes<br />
verschillende panelen openen door op de knop of het label van het paneel te<br />
drukken.<br />
Druk op de knop van het paneel of op het label van het paneel om een<br />
van de volgende panelen te openen:<br />
Telefoon: hiermee hebt u toegang tot programmeerbare toetsen en de<br />
hoofd<strong>telefoon</strong>- en gespreksbesturingsinterface.<br />
Personen: hiermee hebt u toegang tot uw persoonlijke <strong>telefoon</strong>lijst om<br />
contactpersonen toe te voegen, te verwijderen of weer te geven.<br />
Berichten: hiermee hebt u toegang tot een visuele voicemail om<br />
berichten te bekijken.<br />
Historie: hiermee kunt u een lijst weergeven met gemiste, gemaakte en<br />
beantwoorde oproepen.<br />
Instellingen: hiermee hebt u toegang tot alle <strong>telefoon</strong>instellingen om uw<br />
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> aan te passen.<br />
Toepassingen: op dit paneel start u de toepassingen<br />
Conferentiecontroller en Webbrowser.<br />
-6-
U kunt elk van deze panelen als volgt openen of sluiten:<br />
1. Druk met uw vinger of stift op de knop van het paneel ( ) of op het<br />
label van het paneel.<br />
2. Druk met uw vinger of stift op de naam van het paneel.<br />
U navigeert als volgt door de lijsten op elk paneel:<br />
Druk op de schuifknoppen omhoog of omlaag ( ): met de pijl-omlaag (<br />
) geeft u de volgende pagina van zes items in de lijst weer. Met de pijlomhoog<br />
( ) geeft u de vorige pagina met items weer.<br />
Als er geen volgende of vorige pagina met items is, is de desbetreffende<br />
knop uitgeschakeld.<br />
-7-
Het paneel Telefoon<br />
Het paneel Telefoon biedt toegang tot programmeerbare toetsen en de<br />
hoofd<strong>telefoon</strong>interface.<br />
Op het touchscreen Overzicht wordt in het statusgebied informatie<br />
weergegeven over het paneel Telefoon.<br />
Mogelijke waarden zijn:<br />
Niet gereed: wordt weergegeven tijdens het opstarten of als er geen<br />
communicatie is met de ICP.<br />
Telefoonnummer: wordt weergegeven zoals opgegeven op het paneel<br />
Instellingen.<br />
Kop<strong>telefoon</strong> ( ): geeft aan dat een toestel met de kop<strong>telefoon</strong> wordt<br />
gebruikt.<br />
NST ( ): geeft aan dat de modus NST (Niet storen) is geactiveerd voor<br />
het toestel.<br />
Aangem. als: geeft aan dat een Hot Desk-gebruiker is aangemeld.<br />
U gebruikt het paneel Telefoon om geprogrammeerde toetsen te gebruiken<br />
en nummers te kiezen.<br />
-8-
Display van de <strong>telefoon</strong>: geeft informatie weer over de ontvangen<br />
oproep. Deze informatie wordt geleverd door de 3300 ICP.<br />
Persoonlijke functietoetsen: toetsen waarmee u toegang hebt tot<br />
specifieke functies voor gespreksbesturing. U kunt de standaardwaarden<br />
van de 3300 ICP gebruiken, maar u kunt ook zelf de toetsen<br />
programmeren via het paneel Instellingen. De programmering die<br />
beschikbaar is vanaf de 3300 ICP wordt alleen weergegeven wanneer de<br />
<strong>5235</strong> inactief is.<br />
Programmeerbare toetsen: toetsen die kunnen worden<br />
geprogrammeerd om specifieke functies voor gespreksbesturing te<br />
starten. Deze toetsen worden geprogrammeerd via het paneel<br />
Instellingen. De toetsen zijn oplopend genummerd, vanaf de<br />
rechterbenedenhoek, van rechts naar links tot de linkerbovenhoek. Toets<br />
nummer 1 staat altijd op het eerste tabblad in de rechterbenedenhoek: dit<br />
is het primaire lijstnummer.<br />
Tabbladen: hiermee kunt u extra programmeerbare toetsen weergeven.<br />
Opmerking: uw primaire lijntoets staat altijd rechtsonder op tabblad 1.<br />
-9-
Het paneel Personen<br />
Het paneel Personen biedt één centrale locatie waar u namen en nummers<br />
van contactpersonen kunt toevoegen, verwijderen en bewerken. Vanuit het<br />
paneel Personen kunt u ook iedere persoon in uw lijst met contactpersonen<br />
bellen.<br />
U opent het paneel Personen als volgt:<br />
1. Druk op de knop van het paneel ( ) of op het label van het paneel.<br />
2. Druk op een geprogrammeerde toets/functietoets op het paneel Telefoon.<br />
Zie Functies programmeren voor de toetsen voor meer informatie over<br />
het programmeren van toetsen.<br />
Op het paneel Personen worden maximaal zes contactpersonen<br />
weergegeven, op alfabetische volgorde van de achternaam.<br />
-10-
Het paneel Personen bevat de volgende elementen:<br />
Schuifknoppen ( ): hiermee navigeert u door de lijst met<br />
contactpersonen.<br />
Alfanumerieke tabs: hiermee bladert u naar de pagina met de<br />
contactpersoon van wie de achternaam begint met de eerste letter op die<br />
tab. Als u bijvoorbeeld op de tab 'fgh' drukt, wordt de contactpersoon van<br />
wie de achternaam begint met een 'f' weergegeven in de lijst met<br />
contactpersonen. Wanneer u meerdere malen op een tab tikt, worden de<br />
namen die beginnen met de volgende letter op de tab weergegeven. Als u<br />
bijvoorbeeld tweemaal achter elkaar op de tab 'fgh' drukt, wordt de<br />
contactpersoon van wie de achternaam begint met een 'g' weergegeven in<br />
de lijst met contactpersonen.<br />
Nw...: druk op deze toets als u een nieuwe contactpersoon wilt toevoegen<br />
aan uw lijst met contactpersonen.<br />
Zie Uw lijst met contactpersonen instellen en Nummer kiezen vanuit de lijst<br />
met contactpersonen voor meer informatie over het gebruik van het paneel<br />
Personen.<br />
-11-
Het paneel Berichten<br />
Via het paneel Berichten hebt u toegang tot uw voicemailberichten.<br />
U opent het paneel Berichten als volgt:<br />
Druk op de knop van het paneel ( ) of op het label van het paneel.<br />
Druk op een geprogrammeerde toets/functietoets op het paneel Telefoon.<br />
Zie Functies programmeren voor de toetsen voor meer informatie over het<br />
programmeren van toetsen.<br />
Druk op de vaste toets voor berichten op de <strong>telefoon</strong> (deze optie moet zijn<br />
opgegeven op het paneel Instellingen, zie Toets Berichten programmeren<br />
voor meer informatie over het opgeven van deze optie).<br />
Op het touchscreen Overzicht wordt in het statusgebied informatie<br />
weergegeven over het paneel Berichten.<br />
Mogelijke statuswaarden zijn:<br />
1. Niet gereed: wordt weergegeven tijdens het opstarten of als er geen<br />
communicatie is met de ICP.<br />
2. Geen mailb: wordt weergegeven als aan het huidige hoofdnummer geen<br />
mailbox is toegekend.<br />
3. Aangemeld: wordt weergegeven wanneer de gebruiker op dat moment<br />
is aangemeld bij zijn of haar mailbox.<br />
4. Afgemeld: wordt weergegeven als de gebruiker is afgemeld van de<br />
mailbox en de berichtindicator niet is ingeschakeld.<br />
5. Berichten: wordt weergegeven als de gebruiker is afgemeld en de<br />
berichtindicator is ingeschakeld. Dit geeft aan dat u berichten hebt.<br />
Als u het paneel Berichten opent en u niet bent aangemeld bij uw<br />
voicemailbox, wordt het aanmeldvenster weergegeven. Via dit venster kunt<br />
u zich aanmelden bij de voicemailbox die is toegewezen aan dit toestel of<br />
kunt u zich als gast aanmelden met de optie Verbinden als gast.<br />
-12-
Via het paneel Berichten kunt u door uw berichten bladeren. Berichten<br />
worden weergegeven met het nieuwste bericht bovenaan.<br />
Het paneel Berichten bevat de volgende elementen:<br />
Schuifknoppen ( ): hiermee navigeert u door de berichtlijst.<br />
Paneeltabs: hiermee filtert u uw berichten en groepeert u ze als Urgent,<br />
Nieuw, Opgeslagen en Opgenomen. Op het tabblad Alles worden alle<br />
berichten weergegeven.<br />
Afmld: hiermee meldt u zich af bij uw voicemail.<br />
-13-
BERICHTGEGEVENS<br />
Als u een bericht selecteert op het paneel Berichten, wordt het paneel met<br />
berichtgegevens weergegeven. Dit bevat gespreksinformatie, zoals<br />
afgebeeld op de volgende schermen.<br />
Scherm 1 wordt weergegeven als de functie voor doorschakelen naar e-mail<br />
beschikbaar is op de 3300 ICP. Scherm 2 wordt weergegeven als de functie<br />
voor doorschakelen naar e-mail niet beschikbaar is op de 3300 ICP.<br />
Het paneel met berichtgegevens bevat de volgende knoppen:<br />
Kiezen: hiermee kiest u het nummer van de persoon die heeft gebeld.<br />
Opslaan: hiermee slaat u het bericht op.<br />
Wissen: hiermee verwijdert u het bericht.<br />
Nr e-mail: hiermee verzendt u de voicemail naar uw e-mail.<br />
Kop. nr contacten: hiermee voegt u de afzender van het bericht toe als<br />
een contactpersoon op het paneel Personen.<br />
Kop.: hiermee kopieert u de gegevens van de beller.<br />
-14-
Het paneel Historie<br />
Het paneel Historie biedt een gedetailleerd overzicht van uw inkomende en<br />
uitgaande gesprekken, inclusief uw gemaakte, ontvangen en gemiste<br />
oproepen. Er kunnen maximaal vijftig gespreksvermeldingen worden<br />
opgeslagen. Als er al vijftig gespreksvermeldingen zijn ontvangen, wordt<br />
voor elke volgende gespreksvermelding de oudste verwijderd. Bij dubbele<br />
gespreksvermeldingen wordt de oorspronkelijke gespreksvermelding<br />
weergegeven met de tijd van de nieuwe vermelding, waarbij wordt<br />
aangegeven hoe vaak de vermelding voorkomt.<br />
U opent het paneel Historie als volgt:<br />
Druk op de knop van het paneel ( ) of op het label van het paneel.<br />
Druk op een geprogrammeerde toets/functietoets op het paneel Telefoon.<br />
Zie Functies programmeren voor de toetsen voor meer informatie over het<br />
programmeren van toetsen.<br />
Op het touchscreen Overzicht wordt in het statusgebied informatie<br />
weergegeven over het paneel Historie.<br />
Mogelijke waarden zijn:<br />
Niet gereed: wordt weergegeven tijdens het opstarten of als er geen<br />
communicatie is met de ICP.<br />
Gemiste oproep: geeft aan dat er vermeldingen van gemiste oproepen<br />
zijn opgeslagen op de ICP (maar niet op de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>).<br />
Leeg: geeft aan dat er geen gemiste oproepen zijn.<br />
U kunt door de geregistreerde gesprekken bladeren via het paneel Historie.<br />
Gesprekslijsten worden weergegeven van de nieuwste vermelding<br />
(bovenaan) tot de oudste (onderaan).<br />
-15-
Het paneel Historie bevat de volgende elementen:<br />
Schuifknoppen ( ): hiermee navigeert u door de lijst met<br />
gespreksvermeldingen.<br />
Paneeltabs: hiermee filtert u uw oproepen en groepeert u ze als Gemist,<br />
Gemaakt en Beantwoord. Op het tabblad Alles worden alle oproepen<br />
weergegeven.<br />
Status: hier wordt de naam van de huidige weergave weergegeven en het<br />
aantal lijsten in die weergave.<br />
Vernieuwen: hiermee kunt u de lijst met gespreksvermeldingen<br />
vernieuwen. U moet op de knop Vernieuwen drukken als u nieuwe<br />
vermeldingen wilt weergeven.<br />
Alles wissen: hiermee verwijdert u alle gespreksvermeldingen.<br />
Opmerking: oproepen die u hebt ontvangen en tot stand hebt gebracht via<br />
de LIM worden niet vermeld in de gesprekshistorie.<br />
-16-
Het paneel Instellingen<br />
Het paneel Instellingen biedt één centrale locatie waar u toegang hebt tot al<br />
uw <strong>telefoon</strong>instellingen. Hier worden uw actuele communicatie-instellingen<br />
weergegeven en kunt u snel uw instellingen wijzigen. Het paneel Instellingen<br />
biedt toegang tot 16 verschillende schermen met instellingen.<br />
U opent het paneel Instellingen als volgt:<br />
Druk op de knop van het paneel ( ) of op het label van het paneel.<br />
Druk op een geprogrammeerde toets/functietoets op het paneel Telefoon.<br />
Zie Functies programmeren voor de toetsen voor meer informatie over het<br />
programmeren van toetsen.<br />
U gebruikt de 16 instellingen, die u kunt openen via het paneel Instellingen,<br />
om de instellingen voor uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> te wijzigen.<br />
Het paneel Instellingen bevat de volgende elementen:<br />
1. Schuifknoppen ( ): hiermee navigeert u door de lijst met instellingen.<br />
2. Lijst met instellingen: elke instelling in deze lijst biedt toegang tot een<br />
nieuw venster waarin u specifieke instellingen voor uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
kunt weergeven of configureren.<br />
-17-
De lijst Instellingen bevat de volgende items:<br />
Gebruikersinfo: hier geeft u de naam en het <strong>telefoon</strong>nummer op die<br />
worden weergegeven op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>.<br />
Inst. Mijn telef.: hiermee kunt u het uiterlijk van het paneel Telefoon<br />
voor uw <strong>telefoon</strong> aanpassen.<br />
Persoonlijke functietoetsen: met dit item kunt u de programmering van<br />
persoonlijke functietoetsen inschakelen op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>.<br />
Gesprekken doorschakelen: hiermee kunt u doorschakelprofielen<br />
maken die aangeven waarnaar uw gesprekken worden doorgeschakeld<br />
afhankelijk van de situatie bij ontvangst van de oproep (bijvoorbeeld<br />
Altijd, Intern in gesprek, Extern in gesprek, Geen antwoord intern en Geen<br />
antwoord extern).<br />
Gespr.melding: met deze optie kunt u opgeven dat het paneel Telefoon<br />
automatisch wordt weergegeven wanneer u gesprekken tot stand brengt<br />
of ontvangt.<br />
Kiesvoorkeuren: hiermee geeft u uw kiesvoorkeuren voor interne en<br />
externe nummers op.<br />
On line Help: geeft een URL weer van de pagina die toegang biedt tot de<br />
on line Help-informatie voor de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>.<br />
Schermkalibratie: hiermee kunt u de schermweergave opnieuw<br />
kalibreren als u merkt dat uw <strong>telefoon</strong> niet werkt zoals verwacht.<br />
Helderheid en contrast: hiermee kunt u de helderheid en het contrast<br />
van het scherm van uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> wijzigen.<br />
Screensaver: hiermee kunt u een specifieke tijd van inactiviteit voor uw<br />
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-toestel opgeven waarna de screensaver wordt weergegeven.<br />
Audiofeedback: bij alle acties die u verricht op de panelen wordt een<br />
geluidssignaal gegeven. Met deze instelling kunt u het volume van de<br />
audiofeedback en van de foutsignalen wijzigen.<br />
Configuratie toets Berichten: hiermee kunt u de toets Berichten zo<br />
programmeren dat automatisch de toepassing Berichten van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong><strong>telefoon</strong><br />
wordt gestart.<br />
Ander bericht: hiermee kunt u de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> zo programmeren dat<br />
de toepassing Telefoon wordt gestart wanneer die andere berichttypen<br />
ontvangt dan <strong>telefoon</strong>oproepen.<br />
-18-
Ga nr. URL: hiermee kunt u ervoor zorgen dat URL's van derden worden<br />
weergegeven in de toepassing Webbrowser.<br />
Talen: Hier kunt u selecteren in welke taal de <strong>telefoon</strong>aanwijzingen en<br />
toepassingen worden weergegeven. Ondersteunde talen zijn Engels,<br />
Frans, Spaans, Duits, Nederlands, Italiaans en Portugees Opmerking: Het<br />
systeem ondersteunt maximaal drie talen tegelijk. Welke taalselecties op<br />
de <strong>telefoon</strong>display worden weergegeven, wordt bepaald door de ICPprogrammering.<br />
Info over de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-toepassing: op dit scherm wordt de<br />
softwareversie weergegeven.<br />
-19-
Het paneel Toepassingen<br />
Het paneel Toepassingen biedt toegang tot de beschikbare toepassingen op<br />
de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>.<br />
U opent het paneel Toepassingen als volgt:<br />
Druk op de knop van het paneel ( ) of op het label van het paneel.<br />
Op het touchscreen Overzicht wordt in het statusgebied informatie<br />
weergegeven over het paneel Toepassingen.<br />
Mogelijke waarden zijn:<br />
Niet gereed: wordt weergegeven tijdens het opstarten of als er geen<br />
communicatie is met de ICP.<br />
2 toepass.: geeft het aantal beschikbare toepassingen op de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong><strong>telefoon</strong><br />
aan. Momenteel zijn de Conferentiecontroller en de Webbrowser<br />
de beschikbare toepassingen.<br />
U opent de beschikbare toepassingen via het paneel Toepassingen.<br />
-20-
Het paneel Toepassingen bevat de volgende elementen:<br />
Schuifknoppen ( ): hiermee navigeert u door de toepassingenlijst.<br />
De toepassingen worden geopend in het paneel Toepassingen. Zo wordt<br />
bijvoorbeeld, zoals in onderstaand voorbeeld, het venster<br />
Conferentiecontroller geopend in het paneel Toepassingen, en wordt u daarin<br />
een set opties geboden waarmee u de 5310 <strong>IP</strong>-conferentie-eenheid kunt<br />
bedienen via de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>. Zie De <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> gebruiken met de<br />
5310 <strong>IP</strong>-conferentie-eenheid voor meer informatie.<br />
-21-
Het schermtoetsenbord gebruiken<br />
Op veel van de touchscreens moet u tekst of cijfers invoeren. Wanneer u<br />
deze informatie wilt invoeren, drukt u op het desbetreffende veld om een<br />
schermtoetsenbord weer te geven.<br />
U voert als volgt informatie in met het schermtoetsenbord:<br />
1. Druk op de juiste letters of cijfers om waarden in te voeren in de velden<br />
Naam of Nummer. Hierbij geldt het volgende:<br />
Druk op Shift of Caps als u de toets- of nummerset op het<br />
schermtoetsenbord wilt wijzigen.<br />
Als u alleen cijfers en speciale tekens wilt weergeven, drukt u op 123.<br />
Als u weer wilt teruggaan naar een cijfer- en letterweergave, drukt u<br />
nogmaals op 123.<br />
Als u alle tekst in een veld wilt wissen, drukt u op Wissen.<br />
Als u fouten wilt corrigeren, plaatst u de cursor op de juiste positie<br />
met de pijl-rechts of pijl-links( ) of drukt u op de positie direct<br />
voor de verkeerde tekst, drukt u vervolgens op Backspace ( ) en<br />
voert u ten slotte het juiste cijfer of de juiste letter in.<br />
2. Druk op OK als u de informatie hebt ingevoerd.<br />
Help opvragen<br />
U opent als volgt de documentatie bij de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) tot On line Help wordt<br />
weergegeven in de lijst.<br />
3. Druk op On line Help.<br />
4. Typ in uw pc-browser de URL die op het scherm wordt weergegeven.<br />
5. Druk op Sluiten.<br />
Opmerking: als u dit scherm niet sluit voordat u naar een ander scherm<br />
navigeert, wordt de volgende keer dat u het paneel Instellingen opent dit<br />
scherm weergegeven.<br />
-22-
Het touchscreen reinigen<br />
Wanneer u het touchscreen van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> wilt reinigen, kunt u dat<br />
stilzetten via het paneel Instellingen.<br />
U zet het touchscreen als volgt stil via het paneel Instellingen :<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen tot Reinigen wordt<br />
weergegeven in de lijst.<br />
3. Reinig het scherm met een zachte doek.<br />
4. Druk op Annuleren om de modus Reinigen te sluiten.<br />
Tips voor het instellen van uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
Als u uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> hebt ontvangen, kunt u uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
aanpassen met de opties op het paneel Instellingen. Nadat u uw <strong>telefoon</strong><br />
aan uw wensen hebt aangepast, selecteert u het paneel Telefoon om te<br />
controleren of de instellingen correct zijn. Nu is uw <strong>telefoon</strong> klaar voor<br />
gebruik.<br />
UW <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON AANPASSEN<br />
Gebruik de opties op het paneel Instellingen om uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> aan te<br />
passen.<br />
-23-
Helderheid en contrast van de display instellen<br />
U kunt de helderheid en het contrast van de display wijzigen met de<br />
volumeknoppen van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> (wanneer de <strong>telefoon</strong> inactief is) of<br />
via het paneel Instellingen.<br />
U wijzigt als volgt het contrast van de display met de volumeknoppen:<br />
Druk een aantal maal op de volumeknoppen onder de luidspreker om het<br />
contrast te wijzigen. Druk op de pijl-omhoog ( ) om het contrast te<br />
vergroten en op de pijl-omlaag ( ) om het contrast te verkleinen.<br />
Opmerking: u kunt deze methode alleen gebruiken wanneer de <strong>telefoon</strong><br />
inactief is. Als de <strong>telefoon</strong> overgaat, wijzigt u hiermee het volume van het<br />
belsignaal. Als u een gesprek voert via de <strong>telefoon</strong>, wijzigt u met deze<br />
knoppen het volume van de hoorn, de kop<strong>telefoon</strong> en de luidspreker.<br />
U wijzigt als volgt de helderheid en het contrast van de display met de<br />
opties op het paneel Instellingen :<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Helderheid en contrast wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Helderheid en contrast.<br />
4. Druk op de schuifknoppen ( ) om de helderheid en het contrast van uw<br />
scherm te wijzigen. Als de pijl is uitgeschakeld, hebt u al de hoogste<br />
respectievelijk de laagste waarde ingesteld.<br />
5. Druk op de knop Opslaan.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om<br />
dit paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
-24-
Gebruikersgegevens opgeven<br />
U geeft als volgt het <strong>telefoon</strong>nummer op dat wordt weergegeven op<br />
uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) tot het label van het<br />
paneel Gebruikersinfo wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het paneellabel Gebruikersinfo.<br />
4. Druk op het veld Naam.<br />
5. Voer de letters van uw naam in met het schermtoetsenbord.<br />
6. Druk op OK.<br />
7. Druk op het veld Telefoonnummer.<br />
8. Voer via het schermtoetsenbord het juiste nummer in voor uw lijn.<br />
9. Druk op OK.<br />
10. Druk op Opslaan.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om<br />
dit paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
Taal opgeven<br />
U geeft als volgt de taal op waarin aanwijzingen en toepassingen<br />
worden weergegeven:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen( ) tot het paneellabel Talen<br />
wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het paneellabel Talen. Op de <strong>telefoon</strong> worden de drie<br />
taalselecties weergegeven die momenteel in de ICP zijn<br />
geprogrammeerd.<br />
4. Selecteer de gewenste taal en druk op Opslaan. Het touchscreen<br />
Overzicht wordt op de <strong>telefoon</strong> weergegeven in de geselecteerde taal.<br />
Opmerking: ondersteunde talen op de <strong>5235</strong> kunnen afwijken van de<br />
ondersteunde talen op de ICP. Als de <strong>telefoon</strong> is geconfigureerd voor een<br />
taal die niet wordt ondersteund, worden de aanwijzingen mogelijk<br />
weergegeven in de geselecteerde taal, maar de toepassingen voor de<br />
<strong>telefoon</strong> in de standaardtaal Engels. In het scherm talen verschijnt de<br />
melding "(naam van de geselecteerde taal)(Niet-ondersteund)".<br />
-25-
Indeling van de toetsen op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> programmeren<br />
Elke <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> heeft zes functietoetsen en 24 programmeerbare<br />
toetsen, gegroepeerd in een set van tabbladen. U kunt deze toetsen<br />
weergeven op drie tabbladen (per tabblad worden acht toetsen<br />
weergegeven) of op twee tabbladen (per tabblad worden twaalf toetsen<br />
weergegeven).<br />
U wijzigt als volgt de indeling van de display van de <strong>telefoon</strong>:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Inst. Mijn telef.<br />
4. Druk op de knop Indeling wijz.<br />
5. Selecteer 3 tabb. van 8 ttsn of 2 tabb. van 12 ttsn. De punt naast een<br />
van deze opties geeft aan dat u de desbetreffende optie hebt<br />
geselecteerd.<br />
6. Druk op de knop Opslaan.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om<br />
dit paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
U voorziet de tabbladen als volgt van een label:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Inst. Mijn telef.<br />
4. Selecteer het tabblad onder aan het scherm waarvan u de naam wilt<br />
wijzigen.<br />
5. Druk op Tabnaam wz.<br />
6. Druk op het schermtoetsenbord op Wissen om de bestaande tekst te<br />
wissen.<br />
7. Druk op de juiste toetsen om een nieuwe naam voor het tabblad in te<br />
voeren.<br />
8. Druk op OK.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om<br />
dit paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
-26-
Opties voor audiofeedback opgeven<br />
Bij alle acties die u verricht op de panelen wordt een geluidssignaal gegeven.<br />
Het volume van het piepsignaal in de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> hangt samen met het<br />
volume van de luidspreker. U kunt het volume van het piepsignaal instellen<br />
volgens deze procedure. Wanneer u echter het luidsprekervolume wijzigt,<br />
heeft dit ook gevolgen voor het volume van het piepsignaal.<br />
U wijzigt als volgt het volume van de audiofeedback:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Audiofeedback wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Audiofeedback.<br />
4. Stel de gewenste opties in met de desbetreffende acties, die hieronder<br />
worden beschreven:<br />
Optie Actie<br />
Audiofeedback bij Druk op Uit voor Foutsignalen.<br />
fouten uitschakelen<br />
Audiovolume wijzigen<br />
voor fouten<br />
Audio uitschakelen<br />
voor knopacties<br />
Audiovolume wijzigen<br />
voor knopacties<br />
5. Klik op Opslaan.<br />
Druk op een knop tussen Laag en Hoog voor<br />
Foutsignalen.<br />
Druk op Uit voor Knopsignalen.<br />
Druk op een knop tussen Laag en Hoog voor<br />
Knopsignalen.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om dit<br />
paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
-27-
De display kalibreren<br />
Voordat uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> de fabriek verlaat, is de display van de <strong>telefoon</strong><br />
gekalibreerd. Als u echter merkt dat de <strong>telefoon</strong> niet werkt zoals verwacht,<br />
kan het nodig zijn de display opnieuw te kalibreren.<br />
U kalibreert als volgt de display.<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Schermkalibratie wordt weergegeven.<br />
3. Tik met de stift op het midden van het doel.<br />
4. Blijf midden op het doel tikken terwijl dit op verschillende plaatsen op het<br />
scherm verschijnt.<br />
Als de schermkalibratie correct is, verschijnt de melding Scherm is<br />
gekalibreerd. Druk dan op OK.<br />
Als de schermkalibratie niet correct is, verschijnt de melding Scherm is<br />
niet gekalibreerd. Kalibratie begint opnieuw over 5 sec.<br />
-28-
Gedrag voor gespreksmelding opgeven<br />
U geeft als volgt op dat automatisch het paneel Telefoon wordt<br />
weergegeven wanneer u gesprekken tot stand brengt of oproepen<br />
ontvangt:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Gespreksmelding wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Gespreksmelding.<br />
4. Druk op de desbetreffende opties om aan te geven wanneer het paneel<br />
Telefoon moet worden weergegeven. Als u bijvoorbeeld de optie tijdens<br />
telef.gespr. selecteert, wordt telkens als de <strong>telefoon</strong> wordt opgepakt om<br />
een gesprek tot stand te brengen, het paneel Telefoon weergegeven.<br />
5. Druk op Opslaan.<br />
Opmerkingen:<br />
u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om dit paneel te<br />
sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
Wanneer de toepassing Conferentiecontroller wordt weergegeven, wordt<br />
het paneel Telefoon niet automatisch weergegeven wanneer u gesprekken<br />
tot stand brengt of oproepen ontvangt.<br />
-29-
Kiesvoorkeuren selecteren<br />
U kunt kiesvoorkeuren opgeven voor zowel interne als externe nummers. U<br />
kunt bijvoorbeeld opgeven dat alle externe nummers die u kiest, worden<br />
voorafgegaan door een 9 of door het netnummer 024. U kunt ook opgeven<br />
dat interne nummers vier cijfers hebben en als zodanig moeten worden<br />
gekozen.<br />
Deze regels gelden alleen voor nummers die u kiest vanuit uw persoonlijke<br />
<strong>telefoon</strong>lijst (paneel Personen ), gesprekslijsten (paneel Historie ) en visuele<br />
voicemail (paneel Berichten ).<br />
Opmerking: als er geen regels zijn opgegeven voor interne nummers,<br />
worden alle nummers behandeld als externe nummers. Alle voorkeuren die<br />
zijn ingesteld voor interne nummers onderdrukken voorkeuren voor externe<br />
nummers.<br />
-30-
U geeft als volgt voorkeuren op voor interne nummers:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Kiesvoorkeuren wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het label Kiesvoorkeuren.<br />
4. Druk op het label Interne nummers.<br />
5. Druk op het lege veld op het paneel Interne nummers.<br />
6. Druk op het schermtoetsenbord op het juiste cijfer om het aantal cijfers<br />
in een intern nummer op te geven (1 tot 7).<br />
Opmerking: elk nummer met minder cijfers dan of evenveel cijfers als<br />
het aantal dat u hier opgeeft, wordt beschouwd als een intern nummer.<br />
Interne nummers worden gekozen zoals ingevoerd en worden op geen<br />
enkele wijze geïnterpreteerd.<br />
7. Druk op OK.<br />
8. U kunt desgewenst het selectievakje Bevest.scherm externe gespr.<br />
weergeven inschakelen. Met deze optie zorgt u ervoor dat er een<br />
kiesbevestigingsscherm wordt weergegeven voordat het interne nummer<br />
wordt gekozen.<br />
9. Druk op Opslaan.<br />
10. Druk op Sluiten.<br />
Opmerking: als u dit scherm niet sluit, wordt de volgende keer dat u het<br />
paneel Instellingen opent dit scherm weergegeven.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om<br />
dit paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
-31-
U geeft als volgt voorkeuren op voor externe nummers:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Kiesvoorkeuren wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het label Kiesvoorkeuren. Druk op het label Externe<br />
nummers.<br />
4. Geef het type externe gesprekken op dat u voert:<br />
Als uw externe gesprekken altijd lokaal zijn, drukt u op de knop naast<br />
Kies als lok. gesprek.<br />
Als uw externe gesprekken altijd interlokaal zijn, drukt u op de knop<br />
naast Kies als interlokaal gesprek en gaat u verder met stap 8.<br />
Als uw externe gesprekken zowel lokaal als interlokaal zijn, drukt u op<br />
de knop naast Onbekend.<br />
5. Druk bij de optie Kies als lok. gesprek op het veld Pref. loc. gespr.<br />
6. Voer met het schermtoetsenbord de cijfers (maximaal drie) in die moeten<br />
worden gekozen voor het eigenlijke nummer. Voer hier bijvoorbeeld het<br />
nummer in dat u moet kiezen voor een buitenlijn.Druk op OK.<br />
7. Optioneel:<br />
Druk op het selectievakje Netnr. verwijderen als u uw externe<br />
nummers zonder netnummer wilt kiezen. Als uw netnummer<br />
bijvoorbeeld 024 is, en al uw externe nummers binnen het<br />
netnummergebied 024 vallen, kunt u het netnummer verwijderen uit<br />
uw kiesnummers.<br />
Voer via het schermtoetsenbord het netnummer in dat u wilt<br />
verwijderen uit het kiesnummer en druk op OK. Ga verder met stap<br />
8.<br />
Druk bij de optie Kies als interlokaal gesprek op het veld Prefix<br />
interlokaal.<br />
Voer via het schermtoetsenbord een prefix (maximaal drie cijfers) in<br />
en druk op OK. Ga verder met stap 8. Wanneer u een prefix voor een<br />
interlokaal nummer in uw nummer hebt, is deze stap niet nodig en<br />
kunt u verdergaan met stap 8.<br />
8. Druk op Opslaan. Druk op Sluiten.<br />
-32-
Opmerking: als u dit scherm niet sluit voordat u naar een ander scherm<br />
navigeert, wordt de volgende keer dat u het paneel Instellingen opent dit<br />
scherm weergegeven. U bent nu klaar met deze procedure.<br />
Belsignaal wijzigen<br />
U kunt het belsignaal alleen wijzigen wanneer de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> van de<br />
haak is.<br />
U wijzigt het belsignaal als volgt als de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> van de haak<br />
is:<br />
Druk een aantal maal op de volumeknoppen onder de luidspreker om het<br />
contrast te wijzigen. Druk op de pijl-omhoog ( ) om het volume te<br />
verhogen en op de pijl-omlaag ( ) om het volume te verlagen.<br />
Opmerkingen:<br />
Als u een gesprek voert via de <strong>telefoon</strong>, wijzigt u met deze knoppen het<br />
volume van de hoorn, de kop<strong>telefoon</strong> of de luidspreker.<br />
Als de <strong>telefoon</strong> inactief is, wijzigt u hiermee het contrast.<br />
-33-
Een screensaver inschakelen<br />
U kunt een specifieke tijd opgeven waarop de screensaver wordt<br />
ingeschakeld of u kunt de screensaver zo programmeren dat deze wordt<br />
ingeschakeld na een bepaalde periode van inactiviteit op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong><strong>telefoon</strong>.<br />
U schakelt als volgt een screensaver in:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Screensaver wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Screensaver.<br />
4. Geef de tijd van inactiviteit op waarna de achtergrondverlichting wordt<br />
uitgeschakeld:<br />
Druk op het veld Minuut.<br />
Voer met het schermtoetsenbord het aantal minuten van inactiviteit<br />
in waarna de screensaver wordt weergegeven.<br />
5. Druk op OK.<br />
6. Druk op het selectievakje naast Afb. screensaver weergeven als u wilt<br />
dat de screensaver wordt weergegeven. Als u niet op dit selectievakje<br />
drukt, wordt alleen de ingestelde achtergrondverlichting ingeschakeld.<br />
7. Druk op Opslaan.<br />
Toets Berichten programmeren<br />
Met de toets Berichten op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> kunt u automatisch uw<br />
voicemailsysteem bellen. U kunt deze toets ook zo programmeren dat<br />
automatisch de toepassing Berichten van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> wordt gestart:<br />
U programmeert als volgt de toets Berichten zo dat de toepassing<br />
Berichten automatisch wordt gestart als u op de toets drukt:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Configuratie toets Berichten wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Configuratie toets Berichten.<br />
4. Druk op het selectievakje naast de tekst De toepassing Berichten starten<br />
in plaats van mijn voicemailsysteem te bellen.<br />
5. Druk op Opslaan.<br />
-34-
Ontvangst van andere berichttypen programmeren<br />
U kunt de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> zo programmeren dat de toepassing Telefoon<br />
wordt gestart wanneer die andere berichttypen ontvangt dan<br />
<strong>telefoon</strong>oproepen.<br />
U programmeert als volgt de ontvangst van andere berichttypen:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Ander bericht wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het label Ander bericht.<br />
4. Druk op het selectievakje naast de tekst Hoofdtoepassing starten als een<br />
ander bericht wordt weergegeven op mijn toestel.<br />
5. Druk op Opslaan.<br />
URL-weergaven inschakelen op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong><br />
U zorgt er als volgt voor dat URL's van derden worden weergegeven in<br />
de toepassing Webbrowser:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) tot het label Ga nr. URL<br />
wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het label Ga nr. URL.<br />
4. Druk op het vakje naast de tekst Schakel weergave URL's van derden in<br />
de toepassing Webbrowser in.<br />
5. Druk op Opslaan.<br />
-35-
FUNCTIES PROGRAMMEREN VOOR DE TOETSEN<br />
Tips bij het programmeren van functies<br />
U kunt de persoonlijke functietoetsen en programmeerbare toetsen van uw<br />
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> programmeren om functies in te schakelen. Voor het<br />
programmeren van uw toetsen gebruikt u:<br />
het paneel Instellingen<br />
de Superkey van de <strong>5235</strong><br />
U moet de Superkey van de <strong>5235</strong> alleen gebruiken voor het programmeren<br />
van de volgende functies:<br />
Calculator<br />
Herinnering met tijdsinstelling<br />
Wachtrijstatus<br />
Telefoonboek<br />
Terugbellen<br />
Bel instell.<br />
Taal (zie opmerking)<br />
Pickup-groep<br />
Zie Vaste toetsen programmeren voor meer informatie over het<br />
programmeren van een Superkey op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>.<br />
Opmerking: wanneer u de weergavetaal voor uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> wijzigt,<br />
heeft dit alleen gevolgen voor de aanwijzingen die op het toestel worden<br />
weergegeven vanaf de 3300 ICP. Alle andere aanwijzingen op de <strong>5235</strong> zijn<br />
voor deze versie in het Engels.<br />
-36-
U kunt het volgende toewijzen aan een functietoets of programmeerbare<br />
toets:<br />
Functies: zie Een functietoets programmeren<br />
Toepassingen: Personen, Berichten, Historie, Instellingen, Webbrowser<br />
en Conferentiecontroller (zie Een <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>toepassing<br />
programmeren )<br />
Functies voor vaste toetsen van de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>: Wachtstand,<br />
Doorverbinden/conferentie, Annuleren, Microfoon, Analoge lijn, Bericht,<br />
Opnieuw kiezen en Luidspreker (zie Vaste toetsen programmeren ).<br />
Opmerking: wanneer u een functietoets wilt programmeren, moet u eerst<br />
programmering van functietoetsen inschakelen, anders heeft de<br />
programmering geen effect. Als u programmering van functietoetsen hebt<br />
ingeschakeld, is de standaardprogrammering vanaf de 3300 ICP niet meer<br />
beschikbaar.<br />
-37-
Functies die kunnen worden geprogrammeerd onder functietoetsen<br />
of programmeerbare toetsen<br />
Functie Functietoets Programmeerbaar<br />
Kiezen met behulp van<br />
voorkeuzetoetsen<br />
Ja Ja<br />
Automatisch<br />
beantwoorden<br />
Nee Ja<br />
Oproep Nee Ja<br />
Muziek Ja Ja<br />
Kop<strong>telefoon</strong> Nee Ja<br />
Nachtstand Ja Ja<br />
Maak bezet Nee Ja<br />
Niet storen-functie Nee Ja<br />
Directe oproep Nee Ja<br />
Accountcode<br />
geverifieerd<br />
Ja Ja<br />
Accountcode niet<br />
geverif.<br />
Ja Ja<br />
Overnemen Nee Ja<br />
Terugbellen Nee Ja<br />
Achterschakelen Nee Ja<br />
Negeren Nee Ja<br />
1x flash Nee Ja<br />
2x flash Nee Ja<br />
Meet Me beantwoorden Nee Ja<br />
Bericht wacht-indicator Nee Ja<br />
Noodoproep Nee Ja<br />
Gesprek van label<br />
voorzien<br />
Nee Ja<br />
Telefoonboek Ja Ja<br />
Spraakherkenning Ja Ja<br />
ACD Ja Ja<br />
Hot Desking Ja Ja<br />
-38-
Vaste toetsen die kunnen worden geprogrammeerd onder<br />
functietoetsen of programmeerbare toetsen<br />
Vaste toets Functietoets Programmeerbaar<br />
Superkey Ja Ja<br />
Microfoon Ja Ja<br />
Bericht Nee Nee<br />
Opnieuw kiezen Ja Ja<br />
Luidspreker Ja Ja<br />
Wachten Nee Ja<br />
Doorzenden/Conferentie Nee Ja<br />
Annuleren Nee Ja<br />
Analoge ln Nee Ja<br />
-39-
Een functietoets programmeren<br />
U kunt functietoetsen of programmeerbare toetsen gebruiken om functies te<br />
programmeren volgens de hierna beschreven procedure.<br />
U programmeert als volgt een functie onder een toets:<br />
1. Als u deze functie programmeert onder een functietoets, moet u<br />
controleren of programmering van functietoetsen is ingeschakeld. Zie<br />
Programmering van persoonlijke functietoetsen inschakelen voor meer<br />
informatie.<br />
2. Open het paneel Instellingen.<br />
3. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
4. Druk op de toets die u wilt programmeren. Er wordt een<br />
programmeervenster met drie tabbladen weergegeven.<br />
5. Druk op de tab Functies.<br />
6. Blader met de schuifknoppen ( ) door de lijst met functies en selecteer<br />
de functie die u wilt programmeren.<br />
7. Druk op het label van de functie (druk bijvoorbeeld op het functielabel<br />
Oproepen ).<br />
8. Druk op het veld Label.<br />
9. Voer via het schermtoetsenbord de juiste letters in voor het label<br />
(bijvoorbeeld Oproepen).<br />
10. Druk op OK.<br />
11. Als u een andere functie dan Bericht wacht-indicator en Verkort kiezen<br />
programmeert, drukt u op Opslaan en bent u klaar met de procedure.<br />
Als u Bericht wacht-indicator en Verkort kiezen programmeert, voert u de<br />
volgende stappen uit:<br />
Druk op het veld Telefoonnummer.<br />
Druk op het schermtoetsenbord op de cijfers van het nummer van de<br />
<strong>telefoon</strong> voor de berichten waarvan u een melding wilt ontvangen.<br />
Druk op Opslaan.<br />
Opmerking: het is niet nodig om de programmering van een toets te<br />
wissen voordat u een nieuwe functie programmeert.<br />
-40-
Een <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>toepassing programmeren<br />
U kunt een persoonlijke functietoets of een programmeerbare toets<br />
programmeren op uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> zodat die automatisch de volgende<br />
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>toepassingen start:<br />
Pers.<br />
Berichten<br />
Historie<br />
Conferentiecontroller<br />
Webbrowser<br />
U programmeert als volgt een toets om automatisch een <strong>5235</strong> <strong>IP</strong><strong>telefoon</strong>toepassing<br />
te starten:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Inst. Mijn telef.<br />
4. Druk op de toets die u wilt programmeren. Er wordt een<br />
programmeervenster met drie tabbladen weergegeven.<br />
5. Druk op de tab Toepassingen.<br />
6. Druk op de naam van een toepassing in de lijst.<br />
7. Druk op Label. Er verschijnt een schermtoetsenbord.<br />
8. Voer via het schermtoetsenbord een tekst voor het label in (maximaal 15<br />
tekens) en druk op OK.<br />
9. Druk op Opslaan.<br />
Opmerkingen:<br />
U kunt op elk gewenst moment terug naar de lijst met toepassingen: druk<br />
daarvoor op Annuleren of op het label Toepass.lijst.<br />
Het is niet nodig om de programmering van een toets te wissen voordat u<br />
een nieuwe functie programmeert.<br />
-41-
Vaste toetsen programmeren<br />
U programmeert als volgt Superkey, Wachtstand,<br />
Doorverbinden/conferentie, Annuleren, Microfoon, Analoge lijn,<br />
Bericht, Opnieuw kiezen en Luidspreker:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Inst. Mijn telef.<br />
4. Druk op de toets die u wilt programmeren. Er wordt een<br />
programmeervenster met drie tabbladen weergegeven.<br />
5. Druk op de tab Vaste ttsen.<br />
6. Druk op een vaste toets in de lijst. Met de schuifknoppen ( ) kunt u<br />
meer vaste toetsen weergeven.<br />
7. Druk op Label. Er verschijnt een schermtoetsenbord.<br />
8. Voer een tekstlabel in voor deze vaste toets en druk op OK.<br />
Opmerking: het is niet nodig om de programmering van een toets te<br />
wissen voordat u een nieuwe functie programmeert.<br />
Programmering wissen van een toets<br />
Het is niet nodig om de programmering van een toets te wissen voordat u<br />
een nieuwe functie programmeert. Maar als u een bepaalde functie niet<br />
meer gebruikt, kunt u de programmering ervan desgewenst wissen.<br />
U wist als volgt de functie- of toetsprogrammering van de toets:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het label Inst. Mijn telef.<br />
4. Druk op de toets waarvan u de programmering wilt wissen.<br />
5. Druk op Toets wissen. Het programmeervenster wordt weergegeven.<br />
U kunt dit venster sluiten met Annuleren, maar u kunt ook meteen deze<br />
toets herprogrammeren.<br />
-42-
Programmering van persoonlijke functietoetsen inschakelen<br />
Wanneer u programmering van persoonlijke functietoetsen inschakelt,<br />
worden de standaardfunctietoetsen die zijn geprogrammeerd door de 3300<br />
ICP (wanneer de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> inactief is) niet meer weergegeven en zijn<br />
die niet meer beschikbaar.<br />
U schakelt als volgt programmering van functietoetsen in:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Pers. func.toetsen wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Pers. func.toetsen.<br />
4. Druk op het selectievakje voor Actieve pers. functietoets.<br />
5. Druk op Opslaan.<br />
Bericht wacht-indicator programmeren<br />
U kunt een Bericht wacht-indicator (MWI) programmeren onder een<br />
programmeerbare toets, zodat u wordt gewaarschuwd door een knipperende<br />
toets wanneer er een bericht is achtergelaten op een andere <strong>telefoon</strong>.<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling Inst.<br />
Mijn telef. wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Inst. Mijn telef.<br />
4. Druk op de toets die u wilt programmeren. Er wordt een<br />
programmeervenster met drie tabbladen weergegeven.<br />
5. Als het tabblad Functies niet is geselecteerd, drukt u op het tabblad<br />
Functies.<br />
6. Blader met de schuifknoppen ( ) door de lijst met functies totdat<br />
Bericht wacht-indicator wordt weergegeven.<br />
7. Druk op Bericht wacht-indicator.<br />
8. Druk op het veld Nummer.<br />
9. Druk in het schermtoetsenblok op de juiste cijfers voor het<br />
<strong>telefoon</strong>nummer (u wordt gewaarschuwd voor berichten op dit<br />
<strong>telefoon</strong>nummer) en klik op Klaar.<br />
10. Klik op Opslaan.<br />
-43-
UW LIJST MET CONTACTPERSONEN INSTELLEN<br />
Als u uw lijst met contactpersonen wilt instellen, gebruikt u het paneel<br />
Personen.<br />
Namen toevoegen aan de lijst met contactpersonen<br />
U kunt een naam toevoegen aan uw lijst met contactpersonen door die<br />
rechtstreeks in te voeren via het paneel Personen of door een nummer te<br />
kopiëren van een ontvangen gesprek in het paneel Historie of Bericht.<br />
U voegt als volgt een naam toe aan uw lijst met contactpersonen op<br />
het paneel Personen :<br />
1. Open het paneel Personen.<br />
2. Druk op Nieuw.<br />
3. Druk op het veld Naam.<br />
4. Druk op het schermtoetsenbord op het veld Voornaam.<br />
5. Druk op de juiste letters voor de voornaam van uw contactpersoon.<br />
6. Druk op het veld Achternaam.<br />
7. Druk op de juiste letters voor de achternaam van uw contactpersoon.<br />
8. Druk op OK.<br />
9. Druk op het veld Nummer.<br />
10. Voeg via het schermtoetsenbord de nodige informatie toe. Zie Het<br />
schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
11. Druk op OK.<br />
12. Druk op Opslaan.<br />
U kunt een nummer toevoegen aan uw lijst met contactpersonen door<br />
het nummer te kopiëren vanuit de toepassing Berichten. Zie De afzender<br />
van een bericht aan uw lijst met contactpersonen toevoegen voor meer<br />
informatie.<br />
U kunt ook een nummer toevoegen aan uw lijst met contactpersonen<br />
door het nummer te kopiëren vanuit de toepassing Historie. Zie<br />
Contactgegevens uit een gesprekslijst toevoegen aan uw lijst Personen<br />
voor meer informatie.<br />
-44-
Informatie in uw lijst met contactpersonen bewerken<br />
1. Open het paneel Personen.<br />
2. Zoek op een van de volgende manieren de naam die u wilt bewerken:<br />
Blader met de schuifknoppen ( ) door de lijst met contactpersonen.<br />
Gebruik het alfanumerieke tabblad met de eerste letter van de<br />
achternaam van uw contactpersoon.<br />
3. Druk op de naam die u wilt bewerken<br />
4. Druk op Bewerken.<br />
Opmerking: als u de naam wilt verwijderen uit de lijst met<br />
contactpersonen, drukt u op Wissen.<br />
5. Voer de volgende stappen uit:<br />
Voer stap 6 tot en met 11 uit en ga verder als u de naam van de<br />
contactpersoon wilt bewerken.<br />
Voer stap 12 tot en met 14 uit en ga verder als u het <strong>telefoon</strong>nummer<br />
wilt bewerken.<br />
Voer stap 6 tot en met 15 uit als u zowel de naam als het<br />
<strong>telefoon</strong>nummer van de contactpersoon wilt bewerken.<br />
6. Druk op het veld Naam.<br />
7. Druk op het veld Voornaam.<br />
8. Werk via het schermtoetsenbord de nodige informatie bij. Zie Het<br />
schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
9. Druk op het veld Achternaam.<br />
10. Werk via het schermtoetsenbord de nodige informatie bij. Zie Het<br />
schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
11. Druk op OK.<br />
12. Druk op het veld Nummer.<br />
13. Werk via het schermtoetsenbord de nodige informatie bij. Zie Het<br />
schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
14. Druk op OK.<br />
15. Druk op Opslaan.<br />
-45-
GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN<br />
U kunt op de volgende manieren een gesprek tot stand brengen:<br />
1. Druk op de geprogrammeerde toets die u hebt gekoppeld aan de persoon<br />
die u wilt bellen. Zie Functies programmeren voor de toetsen voor meer<br />
informatie over het programmeren van toetsen.<br />
2. Kies het nummer met behulp van de <strong>telefoon</strong>toetsen.<br />
3. Kies een nummer vanuit de lijst met contactpersonen, de historielijst of<br />
de lijst met berichten.<br />
Nummer kiezen vanuit de lijst met contactpersonen<br />
U kiest als volgt het nummer van een contactpersoon uit de lijst met<br />
contactpersonen:<br />
1. Open het paneel Personen.<br />
2. Zoek op een van de volgende manieren de contactpersoon die u wilt<br />
bellen:<br />
Blader met de schuifknoppen ( ) door de lijst met contactpersonen.<br />
Gebruik het alfanumerieke tabblad met de eerste letter van de<br />
achternaam van uw contactpersoon.<br />
3. Druk op de naam van de contactpersoon die u wilt bellen.<br />
4. Druk op Kiezen.<br />
Opmerking: u kunt andere contactpersonen zoeken met de<br />
schuifknoppen ( ).<br />
5. Vervolg het gesprek met de luidspreker of neem de hoorn op.<br />
Nummer kiezen vanuit de lijst Historie<br />
U kiest als volgt het nummer van een contactpersoon uit de lijst<br />
Historie:<br />
1. Open het paneel Historie.<br />
2. Selecteer een gesprekslijst in de lijst met gesprekslijsten.<br />
3. Selecteer in het venster met historische gegevens de optie Kiezen.<br />
-46-
Nummer kiezen vanuit de lijst Berichten<br />
U kiest als volgt het nummer van een contactpersoon uit de lijst<br />
Berichten:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Selecteer een bericht in de lijst Berichten.<br />
3. Selecteer in het venster met berichtgegevens de optie Kiezen.<br />
Een oproep beantwoorden<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
1. Selecteer de programmeerbare lijntoets voor de inkomende lijn die<br />
knippert.<br />
2. Neem de hoorn op of druk op HANDSFREE ( ).<br />
3. Als het paneel Telefoon open is, drukt u op de knipperende lijntoets.<br />
Een gesprek beëindigen<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
1. Druk op de toets Ophangen of Annuleren ( ).<br />
2. Leg de hoorn weer op de haak.<br />
3. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Annuleren.<br />
4. Als u handsfree belt, drukt u op de toets Luidspreker.<br />
Opnieuw kiezen<br />
U kunt als volgt het laatste nummer dat u handmatig hebt gekozen,<br />
opnieuw kiezen:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de toets die hebt geprogrammeerd als de toets voor de opdracht<br />
Opnieuw kiezen.<br />
Opnieuw kiezen: opgeslagen nummer<br />
Het nummer opslaan dat u het laatst handmatig heeft gekozen:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Kies de desbetreffende toegangscode voor de functie.<br />
Een opgeslagen nummer opnieuw kiezen:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Kies de desbetreffende toegangscode voor de functie.<br />
-47-
Handsfree bediening<br />
U schakelt als volgt de handsfree-functie in:<br />
Druk op de luidsprekertoets op de <strong>telefoon</strong> ( ).<br />
U schakelt als volgt tijdens een gesprek over van de handsfree-functie<br />
op de hoornfunctie:<br />
Neem de hoorn van de haak.<br />
U kunt de microfoon als volgt tijdelijk in- of uitschakelen terwijl de<br />
handsfree-functie is ingeschakeld:<br />
1. Druk op de microfoontoets op de <strong>telefoon</strong> ( ) (het lampje van de<br />
microfoon brandt rood wanneer de microfoon is uitgeschakeld).<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Microfoon.<br />
Voer een van de volgende handelingen uit om een handsfree-gesprek<br />
te beëindigen:<br />
1. Druk op de luidsprekertoets op de <strong>telefoon</strong> ( ).<br />
2. Druk op de toets voor annuleren op de <strong>telefoon</strong> ( ).<br />
3. Druk op de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> op de toets die u hebt geprogrammeerd<br />
voor Annuleren.<br />
-48-
Automatisch beantwoorden<br />
Wanneer de functie Automatisch beantwoorden actief is, geven inkomende<br />
oproepen een kort geluidssignaal waarna de <strong>telefoon</strong> de oproep beantwoordt<br />
in handsfree-modus. U kunt het gesprek handsfree of met de hoorn<br />
voortzetten.<br />
Automatisch antwoorden in- of uitschakelen:<br />
Druk op de toets voor Automatisch beantwoorden. (Zie Functies<br />
programmeren voor de toetsen voor instructies voor de programmering<br />
van functies op uw <strong>telefoon</strong>.) De toets is verlicht en alle inkomende<br />
oproepen worden beantwoord in de handsfree-modus.<br />
U schakelt als volgt over van de luidspreker naar de hoorn:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de luidsprekertoets op de <strong>telefoon</strong> ( ).<br />
U beëindigt als volgt een gesprek:<br />
Druk op de toets voor annuleren op de <strong>telefoon</strong> ( ), druk op de<br />
functietoets Ophangen of wacht tot de beller ophangt.<br />
De analoge lijn gebruiken<br />
Als de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> niet is aangesloten op de 3300 ICP, biedt de <strong>telefoon</strong><br />
ondersteuning voor de LIM. In dit scenario wordt het openingsscherm<br />
weergegeven.<br />
-49-
OPROEPEN AFHANDELEN<br />
Wachten<br />
U plaatst als volgt een oproep in de wacht:<br />
1. Druk op WACHTSTAND. ( )<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor de wachtstand. Het<br />
lampje knippert op de lijn met de wachtende oproep.<br />
Opmerking: u kunt alleen een oproep uit de wachtstand halen wanneer het<br />
<strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-toestel inactief is.<br />
U haalt als volgt een gesprek uit de wacht:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Neem de hoorn van de haak en druk op de knipperende lijntoets.<br />
Druk op het knipperende lampje.<br />
Gebruik de functie voor het toevoegen van een gesprek in de wacht<br />
om het gesprek in de wacht op te nemen.<br />
U kunt als volgt een gesprek uit de wacht opnemen op een ander<br />
toestel:<br />
Druk op de knipperende lijntoets. -of- Kies de juiste functietoegangscode<br />
en het nummer van het toestel waarop het gesprek in de wacht is<br />
geplaatst.<br />
-50-
Doorschakelen<br />
U schakelt als volgt een actief gesprek door:<br />
1. Druk op de opdrachttoets voor doorverbinden/conferentie ( ) of<br />
druk op de knop die u hebt geprogrammeerd voor<br />
Doorverbinden/conferentie.<br />
2. Kies het nummer van de volgende persoon.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
a. U voltooit de doorverbinding door op te hangen of op de toets voor<br />
annuleren op de <strong>telefoon</strong> te drukken.<br />
b. U kunt de doorverbinding aankondigen door te wachten tot de <strong>telefoon</strong><br />
wordt opgenomen, de desbetreffende persoon in te lichten en<br />
vervolgens op te hangen of op de toets voor annuleren op de <strong>telefoon</strong><br />
te drukken.<br />
c. Als u terug wilt naar het eerste gesprek voordat u het gesprek<br />
doorverbindt, drukt u op de verlichte toets.<br />
Confer.<br />
U kunt als volgt een telefonische conferentie beginnen wanneer er al<br />
een gesprek met twee personen tot stand is gebracht, of een andere<br />
persoon toevoegen aan een bestaande conferentie:<br />
1. Druk op de toets voor doorverbinden/conferentie op de <strong>telefoon</strong> ( )<br />
of druk op de knop die u hebt geprogrammeerd voor<br />
Doorverbinden/conferentie.<br />
2. Kies het nummer van de volgende persoon.<br />
3. Wacht op een antwoord.<br />
4. Druk op de toets voor doorverbinden/conferentie op de <strong>telefoon</strong> ( )<br />
of druk op de knop die u hebt geprogrammeerd voor<br />
Doorverbinden/conferentie.<br />
Een telefonische conferentie verlaten:<br />
Hang op of druk op de toets voor annuleren op de <strong>telefoon</strong> ( ).<br />
-51-
Wisselen<br />
U belt als volgt een andere persoon wanneer u zich bevindt in een<br />
gesprek waarbij twee partijen zijn betrokken:<br />
1. Druk op de toets voor doorverbinden/conferentie op de <strong>telefoon</strong> ( ).<br />
2. Kies het gewenste nummer.<br />
U wisselt als volgt tussen de twee personen:<br />
Druk op de functietoets Wisselen.<br />
-52-
Gesprekken doorschakelen<br />
Met Gesprekdoorschakeling kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar<br />
een ander nummer wanneer uw <strong>telefoon</strong> bezet is, wanneer u de <strong>telefoon</strong> niet<br />
opneemt of altijd.<br />
GESPREK DOORSCHAKELEN PROGRAMMEREN<br />
U kunt doorschakelprofielen maken waarin wordt aangegeven waarnaar uw<br />
inkomende oproepen moeten worden doorgestuurd. Als u een<br />
doorschakelprofiel hebt gemaakt en opgeslagen, kunt u dat profiel op elk<br />
gewenst moment in- of uitschakelen in het touchscreen Instellingen.<br />
Opmerkingen:<br />
Het profiel Geen is een standaardprofiel dat door het systeem wordt<br />
geleverd. Er zijn geen nummers in geprogrammeerd en het wordt gebruikt<br />
om het doorschakelen van oproepen uit te schakelen.<br />
Het standaardprofiel is de huidige gespreksdoorschakeling van het <strong>5235</strong><br />
<strong>IP</strong>-toestel. De punt (.) naast het profiel geeft aan dat dat op dat moment<br />
het actieve profiel is.<br />
Er kan slechts één gespreksprofiel tegelijk actief zijn.<br />
-53-
U maakt als volgt een doorschakelprofiel:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Gesprekken doorschakelen wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Gesprekken doorschakelen.<br />
4. Druk op Nieuw.<br />
5. Druk op Profielnaam. Er verschijnt een schermtoetsenbord.<br />
6. Druk op de juiste toetsen op het schermtoetsenbord om de profielnaam<br />
in te voeren en druk op Opslaan. Deze profielnaam geeft aan waarnaar<br />
uw <strong>telefoon</strong>gesprekken worden doorgestuurd.<br />
7. Schakel het selectievakje naast een of meer van de volgende categorieën<br />
voor doorschakelen in:<br />
Altijd: hiermee worden alle oproepen doorgeschakeld.<br />
Int. in gespr.: hiermee worden interne oproepen doorgeschakeld als<br />
uw lijn bezet is.<br />
Ext. in gespr.: hiermee worden externe oproepen doorgeschakeld als<br />
uw lijn bezet is.<br />
Geen antw.int: hiermee worden interne oproepen doorgestuurd en<br />
worden gesprekken doorgeschakeld na een aantal belsignalen als u<br />
niet opneemt.<br />
Geen antw. ext: hiermee worden externe oproepen doorgestuurd en<br />
worden gesprekken doorgeschakeld na een aantal belsignalen als u<br />
niet opneemt.<br />
Opmerking: u kunt een of meer instellingen kiezen, maar de instelling<br />
Altijd onderdrukt alle andere instellingen.<br />
8. Voor elk van de doorschakelcategorieën doet u het volgende:<br />
Druk op het lege veld om het schermtoetsenbord weer te geven.<br />
Voer via het schermtoetsenbord het juiste nummer in.<br />
Druk op OK.<br />
9. Druk op Opslaan. Het bewerkingsvenster wordt gesloten. Dit profiel<br />
wordt opgeslagen maar niet geactiveerd. Zie Gesprekdoorschakeling<br />
activeren als u dit profiel wilt activeren.<br />
Opmerking: u kunt op elk gewenst moment op Annuleren drukken om<br />
dit paneel te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.<br />
-54-
GESPREKDOORSCHAKELING ACTIVEREN<br />
Nadat u gesprekdoorschakeling hebt geprogrammeerd, schakelt u deze<br />
functie als volgt in:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Gesprekken doorschakelen wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Gesprekken doorschakelen.<br />
4. Druk op de juiste profielinstelling.<br />
5. Druk op Activeren.<br />
GESPREKDOORSCHAKELING ANNULEREN<br />
U annuleert als volgt de functie Gesprekdoorschakeling:<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Gesprekken doorschakelen wordt weergegeven.<br />
3. Druk op de instelling Gesprekken doorschakelen.<br />
4. Druk op de juiste profielinstelling.<br />
5. Druk op Geen (Doorschakelen uitschakelen).<br />
Berichten: terugbellen<br />
U laat als volgt een Bericht wacht-indicator achter op een <strong>telefoon</strong><br />
wanneer u de ingesprektoon of terugbeltoon hoort:<br />
1. Kies het gewenste nummer.<br />
2. Als u een ingesprektoon of een terugbeltoon hoort, drukt u op de toets<br />
StuurBericht.<br />
De Bericht wacht-indicator knippert op de <strong>telefoon</strong> die u probeert te<br />
bereiken. Wanneer de ontvanger van uw oproep op de berichttoets op de<br />
gebelde <strong>telefoon</strong> drukt, wordt uw <strong>telefoon</strong>lijstnummer weergegeven op<br />
het touchscreen van die <strong>telefoon</strong>.<br />
-55-
GESPREKSHISTORIE GEBRUIKEN<br />
Uw gesprekshistorielijst vernieuwen<br />
U kunt door de geregistreerde gesprekken bladeren via het paneel Historie.<br />
Als op het paneellabel wordt aangegeven dat u oproepen hebt gemist, kunt<br />
u de gesprekshistorielijst vernieuwen zodat deze oproepen worden<br />
weergegeven.<br />
U vernieuwt als volgt uw gesprekshistorielijst:<br />
1. Open het paneel Historie.<br />
2. Druk op de tab van de gesprekshistorielijst die u wilt vernieuwen<br />
(bijvoorbeeld Alles, Gemist, Gemaakt of Beantwoord).<br />
3. Druk op Vernieuwen.<br />
Uw lijst wordt bijgewerkt met alle nieuwe oproepen en het label van het<br />
paneel is nu leeg.<br />
-56-
Gesprekslijsten verwijderen<br />
U kunt één gesprekslijst of een groep van gesprekslijsten verwijderen (u<br />
kunt bijvoorbeeld alle oproepen of alleen de gemiste, gemaakte en/of<br />
beantwoorde oproepen verwijderen).<br />
U verwijdert als volgt één gesprekslijst:<br />
1. Open het paneel Historie.<br />
2. Druk op de tab van het tabblad met de gesprekslijst die u wilt<br />
verwijderen (dat wil zeggen, druk op Alle, Gemist, Gemaakt of<br />
Beantwoord ).<br />
3. Druk op de oproep die u wilt verwijderen.<br />
4. Druk op Verwijderen.<br />
De volgende oproep in de lijst wordt weergegeven.<br />
U verwijdert als volgt alle gesprekslijsten:<br />
1. Open het paneel Historie.<br />
2. Druk op de tab van het tabblad met de groep lijsten die u wilt<br />
verwijderen (als u bijvoorbeeld alle beantwoorde oproepen wilt<br />
verwijderen, drukt u op de tab Beantwoord ).<br />
3. Druk op Alles wissen.<br />
4. Druk in het bevestigingsscherm op Wissen.<br />
Alle oproepen op dit tabblad worden gewist.<br />
-57-
Gesprekslijstgegevens weergeven<br />
1. Open het paneel Historie.<br />
2. Druk op de tab van het tabblad met de gesprekslijsten die u wilt<br />
weergeven (bijvoorbeeld Alle, Gemist, Gemaakt of Beantwoord ).<br />
3. Druk op de gesprekslijst waarvoor u informatie nodig hebt.<br />
In het detailgedeelte van het paneel vindt u de volgende informatie:<br />
status van het gesprek (Gemist, Gemaakt of Beantwoord)<br />
of het gesprek nieuw is (status wordt vetgedrukt weergegeven)<br />
nummer en naam van de beller (indien bekend)<br />
duur van het gesprek (bij een dubbele oproep, duur van het laatste<br />
gesprek)<br />
aantal keer dat de oproep is geweest<br />
aanduiding of het een doorverbonden oproep of een<br />
conferentiegesprek is<br />
U geeft andere nummers in uw gesprekslijst weer met de pijl-omhoog<br />
of -omlaag ( ).<br />
Contactgegevens uit een gesprekslijst toevoegen aan uw lijst<br />
Personen<br />
1. Open het paneel Historie.<br />
2. Druk op de tab van het tabblad met de oproep waarvan u de<br />
contactgegevens wilt kopiëren (bijvoorbeeld Alle, Gemist, Gemaakt of<br />
Beantwoord ).<br />
3. Druk op de oproep waarvan u de contactgegevens wilt kopiëren naar uw<br />
lijst Personen.<br />
4. Druk op Kop. nr contacten.<br />
-58-
ANDERE FUNCTIES GEBRUIKEN<br />
Accountcodes<br />
Een accountcode is een reeks cijfers die u toewijst aan uw gesprekken,<br />
meestal voor administratieve doeleinden. De code identificeert de account in<br />
de gespreksrecords die uw systeem genereert. Een geforceerde accountcode<br />
wordt meestal ingevoerd vanaf een ander toestel, en zorgt ervoor dat u<br />
functies kunt gebruiken of gesprekken kunt voeren die anders niet mogelijk<br />
waren vanaf dat toestel. Neem contact op met de systeembeheerder als u<br />
deze functie wilt inschakelen op uw <strong>telefoon</strong>.<br />
Opmerking: als u wilt gebruikmaken van accountcodes, moet u eerst een<br />
toets programmeren voor de functie Accountcodes.<br />
U gebruikt als volgt geforceerde accountcodes:<br />
1. Druk op de toets Accountcode.<br />
2. Voer met de <strong>telefoon</strong>toetsen de cijfers van de accountcode in.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Druk op de toets # om de accountcode te verzenden.<br />
Als u een verkeerd ingevoerd cijfer wilt corrigeren, drukt u op de<br />
functietoets die uw gecodeerde invoer bevat ( ). Telkens<br />
wanneer u op de toets drukt, wordt het laatst ingevoerde nummer<br />
verwijderd.<br />
Als u wilt annuleren, drukt u op de toets voor annuleren op de<br />
<strong>telefoon</strong> ( ) of op de toets die u hebt geprogrammeerd voor<br />
Annuleren.<br />
-59-
U voert als volgt een accountcode in tijdens een gesprek:<br />
1. Druk op de toets Accountcode.<br />
2. Voer met de <strong>telefoon</strong>toetsen de cijfers van de accountcode in.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Druk op de opdrachttoets Verif./opsl. voor een gecontroleerde<br />
accountcode.<br />
Druk op de opdrachttoets Opslaan voor een niet-gecontroleerde<br />
accountcode.<br />
Opmerking: via gecontroleerde accountcodes kunt u toegang krijgen tot<br />
functies die anders niet beschikbaar zijn op een station. Met nietgecontroleerde<br />
accountcodes kunt u codes invoeren in de SMDR-record voor<br />
facturering en/of het beheren van gesprekken.<br />
ACD<br />
Als uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> is ingeschakeld voor ACD, kunt u zich aanmelden<br />
als agent. Wanneer er geen agent is aangemeld op een voor ACD<br />
ingeschakeld toestel, wordt de melding AFGEMELD weergegeven.<br />
U meldt zich als volgt aan als een ACD-agent:<br />
1. Druk op de ACD-toets die u hebt geprogrammeerd. Zie Functies<br />
programmeren voor de toetsen voor meer informatie over het<br />
programmeren van een ACD-toets.<br />
2. Druk op Aanmeld. agent.<br />
3. Voer uw agent-ID in met het toetsenblok.<br />
4. Druk op Enter.<br />
De tekst AFGEMELD verdwijnt.<br />
-60-
Terugbellen<br />
Met de functie Terugbellen kunt u zich laten waarschuwen wanneer een<br />
<strong>telefoon</strong>lijn die bezet was, vrijkomt, of wanneer een <strong>telefoon</strong> is gebruikt<br />
nadat een oproep niet was beantwoord.<br />
U verzoekt als volgt om te worden teruggebeld wanneer het station<br />
dat u belt bezet is of niet opneemt:<br />
1. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Bel me terug.<br />
2. Hang op.<br />
Wanneer de gebelde persoon beschikbaar is, gaat uw <strong>telefoon</strong> over en wordt<br />
de belindicator voor terugbellen weergegeven met het <strong>telefoon</strong>nummer van<br />
de desbetreffende persoon.<br />
U beantwoordt als volgt een verzoek om terug te bellen:<br />
Wanneer u de belindicator ziet, neemt u de hoorn op.<br />
-61-
In wacht<br />
Met de functie In wacht kunt u een gesprek in de wacht zetten. Vervolgens<br />
kunt u of iemand anders het gesprek uit de wacht halen vanaf elk toestel in<br />
het systeem.<br />
Nadat een gesprek in de wacht is gezet, kunt u automatisch worden<br />
verbonden met een oproepsysteem zodat u de gewenste persoon kunt<br />
informeren over het gesprek.<br />
U kunt als volgt een actief gesprek in de wacht zetten:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Druk op de functietoets In wacht (moet zijn geprogrammeerd).<br />
Druk op ( DS./CONF. ) en kies vervolgens *7#.<br />
Op het scherm ziet u WACHT@, gevolgd door de bestemming en de<br />
wachtrij-index (indien van toepassing). Voorbeeld: WACHT@ 1234 @<br />
02.<br />
2. Kies het nummer van de <strong>telefoon</strong>lijst waarbij u het gesprek in de wacht<br />
wilt zetten (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de<br />
functietoets In wacht ).<br />
3. Als u een gebruiker wilt laten weten dat een gesprek voor hem of haar in<br />
de wacht staat, gaat u op een van de volgende manieren te werk:<br />
Als automatisch oproepen is ingeschakeld, kondigt u het gesprek aan,<br />
evenals de cijfers op het scherm waarmee het gesprek uit de wacht<br />
kan worden gehaald.<br />
Als automatisch oproepen niet is ingeschakeld, drukt u op de<br />
geprogrammeerde toets Oproep of kiest u **9, gevolgd door het<br />
nummer van de oproepzone (indien nodig). Kondig vervolgens de<br />
oproep aan evenals de cijfers waarmee het gesprek uit de wacht kan<br />
worden gehaald. Deze cijfers worden weergegeven op het scherm.<br />
Opmerking: Oproepen via een luidspreker is niet toegestaan als u<br />
handsfree belt. U moet de hoorn of de hoofd<strong>telefoon</strong> gebruiken.<br />
-62-
U kunt als volgt een gesprek uit de wacht ophalen:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Kies *8#.<br />
Druk op de functietoets Uit wacht (moet zijn geprogrammeerd).<br />
2. Kies het nummer van de <strong>telefoon</strong>lijst waarbij het gesprek in de wacht<br />
staat (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de<br />
functietoets In wacht ).<br />
3. Als er onder het nummer meerdere gesprekken in de wacht staan, kiest u<br />
het tweecijferige indexnummer om een specifiek gesprek op te halen.<br />
Met # kunt u het gesprek ophalen dat het langste in de wacht staat.<br />
Gesprek opnemen<br />
Een oproep beantwoorden die binnenkomt op een ander toestel in uw<br />
pickup-groep:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Opnemen.<br />
U beantwoordt als volgt een oproep die binnenkomt op een ander<br />
toestel dat niet in uw pickup-groep zit:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Kies de desbetreffende toegangscode voor de functie.<br />
3. Kies het nummer van het station dat overgaat.<br />
-63-
Calculator<br />
Met zijn calculator kan de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> worden gebruikt als een<br />
basiscalculator met vier functies: hiervoor gebruikt u het toetsenblok van de<br />
<strong>telefoon</strong>, de display en de functietoetsen.<br />
U gebruikt de calculator als volgt:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Calculator.<br />
Opmerking: als de optie Calculator niet wordt weergegeven, drukt u op<br />
Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. Gebruik het volgende voor uw berekeningen:<br />
Het toetsenblok van de <strong>telefoon</strong>: dit is het numerieke toetsenblok.<br />
De toets *: dit is de decimale komma.<br />
De functietoetsen: deze gebruikt u voor Invoer wissen/wissen<br />
(CE/CLR), x, -, +/= en ÷<br />
Druk op de Superkey om de functie af te sluiten.<br />
Taal wijzigen<br />
Gebruik deze functie ALLEEN als u de aanwijzingen voor het opgeven van de<br />
taal reeds hebt opgevolgd en op de <strong>telefoon</strong> een bericht wordt weergegeven<br />
dat de geselecteerde taal niet wordt ondersteund. U kunt met deze functie<br />
alleen de weergavetaal voor de <strong>telefoon</strong>aanwijzingen instellen. Toepassingen<br />
worden nog steeds weergegeven in de eerder geselecteerde taal, of in de<br />
standaardtaal Engels.<br />
U wijzigt als volgt de taal:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Taal wijzigen.<br />
Opmerking: als de optie Taal wijzigen niet wordt weergegeven, drukt u<br />
op Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. Druk op de taal waarin u de aanwijzingen van de 3300 ICP wilt<br />
weergeven.<br />
-64-
Achterschakelen<br />
Wanneer u een ingesprektoon hoort, kunt u de functie Parkeren gebruiken<br />
om te worden gewaarschuwd wanneer de desbetreffende persoon weer vrij<br />
is.<br />
U wacht als volgt op vrijkomen van een station in gesprek:<br />
Druk op de functietoets Ik wacht.<br />
U neemt als volgt een gesprek op wanneer u de parkeertoon hoort:<br />
u kunt de functie Wisselen of Gesprek wisselen gebruiken met de vaste<br />
toets voor doorverbinden/conferentie of met een programmeerbare<br />
lijntoets.<br />
Toetsen weergeven<br />
U kunt als volgt bepalen welke functie onder een bepaalde toets is<br />
geprogrammeerd:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Toetsen weergeven.<br />
Opmerking: als de optie Toetsen weergeven niet wordt weergegeven,<br />
drukt u op Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. Druk op een persoonlijke toets.<br />
De functie die is geprogrammeerd onder deze toets wordt weergegeven.<br />
4. Druk op de Superkey om de functie af te sluiten.<br />
De functie Dag/Nacht<br />
Met de functie Dag/Nacht kunt u de nachtstand in- of uitschakelen met de<br />
Superkey.<br />
U schakelt als volgt de dag- of nachtstand in:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Dag/Nacht.<br />
Opmerking: als de optie Dag/Nacht niet wordt weergegeven, drukt u op<br />
Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. Druk op de gewenste stand.<br />
-65-
Niet storen-functie<br />
Wanneer u de functie Niet storen inschakelt, horen bellers een ingesprektoon<br />
en krijgen zij een bericht op de display dat aangeeft dat u niet wilt worden<br />
gestoord.<br />
U schakelt de functie Niet storen als volgt in of uit:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor de functie Niet storen.<br />
Deze toets is verlicht wanneer Niet storen is ingeschakeld en is niet<br />
verlicht als Niet storen niet is ingeschakeld.<br />
Niet storen inschakelen vanaf een toestel op afstand:<br />
1. Neem de hoorn op.<br />
2. Kies de desbetreffende toegangscode voor de functie.<br />
3. Kies het nummer van het station waarvoor u Niet storen wilt inschakelen.<br />
4. Hang op.<br />
U schakelt Niet storen als volgt uit vanaf een station op afstand:<br />
1. Neem de hoorn op.<br />
2. Kies de desbetreffende toegangscode voor de functie.<br />
3. Kies het nummer van het station waarop Niet storen is ingeschakeld.<br />
4. Hang op.<br />
Inbreken (Opschakelen)<br />
Wanneer u een nummer kiest waarvan de eigenaar de functie Maak bezet<br />
heeft ingeschakeld, wordt op uw <strong>telefoon</strong> het bericht weergegeven dat de<br />
lijn bezet is. U kunt deze instelling desgewenst negeren.<br />
U gebruikt als volgt de functie Negeren als u een ingesprektoon krijgt:<br />
1. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Negeren.<br />
2. Wacht op een antwoord.<br />
-66-
Oproep<br />
Intercom gebruiken:<br />
1. Neem de hoorn op.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Oproepen.<br />
3. Kies het nummer van de oproepzone (indien nodig).<br />
4. Kondig de oproep aan.<br />
Directe oproepen<br />
Met de functie Intercom kunt u de persoon die u belt oproepen via de<br />
luidspreker van de <strong>telefoon</strong> van die persoon.<br />
U roept als volgt iemand op een ander toestel op:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Intercom.<br />
3. Kies het toestelnummer.<br />
4. Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort.<br />
Als de functie voor handsfree beantwoorden is ingeschakeld op uw<br />
<strong>telefoon</strong> en u een directe intercomoproep krijgt terwijl de <strong>telefoon</strong> niet<br />
actief is of terwijl u een gesprek voert via een hoorn of kop<strong>telefoon</strong>,<br />
wordt automatisch na één signaal een handsfree-gesprek tot stand<br />
gebracht. Voor de volgende instructies is er vanuit gegaan dat de functie<br />
voor handsfree beantwoorden niet is ingeschakeld op uw <strong>telefoon</strong>.<br />
Een directe intercom beantwoorden(wordt aangegeven met één<br />
belsignaal):<br />
Neem de hoorn op. - of Druk op MICROFOON ( ).<br />
U beantwoordt een page als volgt wanneer u de hoorn gebruikt:<br />
Druk op MICROFOON ( ).<br />
U schakelt de functie voor handsfree antwoorden als volgt in of uit:<br />
Druk op MICROFOON terwijl de <strong>telefoon</strong> niet actief is.<br />
-67-
Noodoproepen<br />
Waarschuwing voor het bellen van alarmnummers: Vraag de<br />
plaatselijke overheden naar alarmnummers en de beschikbaarheid van 112<br />
of vergelijkbare diensten in uw regio.<br />
Alarmnummers kunnen op twee manieren worden gebeld, afhankelijk van de<br />
programmering van de 3300 ICP:<br />
Routering van noodoproepen NIET geprogrammeerd<br />
Routering van noodoproepen WEL geprogrammeerd<br />
Voorzichtig: Vraag de systeembeheerder hoe u alarmnummers kunt bellen.<br />
ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN<br />
NOODOPROEPEN NIET IS GEPROGRAMMEERD<br />
Als routering van noodoproepen NIET is geprogrammeerd, moet u<br />
een alarmnummer kiezen door de hoorn op te nemen en de<br />
geprogrammeerde LIM-toets (lijninterfacemodule) te selecteren. Als<br />
de modus Privégesprek is ingeschakeld en de lokale lijn van de LIMtoets<br />
bezet is, wordt er geen nummer gekozen via de LIM-lijn. Het<br />
bellen van een alarmnummer via een <strong>IP</strong>-verbinding wordt mogelijk niet<br />
ondersteund vanwege de configuratie van het ICP-systeem en het land<br />
waarin u zich bevindt. Neem contact op met de systeembeheerder voor<br />
meer informatie.<br />
Een alarmnummer bellen via de LIM-lijn:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets.<br />
Op het toestel verschijnt de mededeling <strong>IP</strong> FAIL: ANALOG CALL<br />
3. Kies het lokale alarmnummer.<br />
-68-
Wanneer er geen <strong>IP</strong>-verbinding kan worden gemaakt, belt u een<br />
alarmnummer als volgt via de LIM-lijn:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets.<br />
Op het toestel verschijnt de mededeling <strong>IP</strong> FAIL: ANALOG CALL.<br />
3. Kies het lokale alarmnummer.<br />
ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN<br />
NOODOPROEPEN WEL IS GEPROGRAMMEERD<br />
Opmerking: Deze procedure geldt als aanvulling op de methoden die<br />
hiervoor zijn beschreven.<br />
Een alarmnummer bellen terwijl routering van noodoproepen wel is<br />
geprogrammeerd:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Kies het lokale alarmnummer (112 of vergelijkbaar nummer).<br />
Raadpleeg De lijninterfacemodule gebruiken voor meer informatie over het<br />
gebruik van de LIM-lijn.<br />
Kop<strong>telefoon</strong><br />
U schakelt als volgt de kop<strong>telefoon</strong>bewerking in:<br />
Druk op de kop<strong>telefoon</strong>toets ( ). Wanneer bellen met de kop<strong>telefoon</strong><br />
is ingeschakeld, staat het pictogram van de kop<strong>telefoon</strong> ( ) naast het<br />
toestelnummer.<br />
U beantwoordt als volgt een gesprek (wanneer Automatisch<br />
beantwoorden is uitgeschakeld):<br />
Druk op de lijntoets met het knipperende pictogram.<br />
U hangt als volgt op:<br />
Druk op de toets Annuleren .<br />
U schakelt als volgt de kop<strong>telefoon</strong>bewerking uit:<br />
Druk op de kop<strong>telefoon</strong>toets ( ).<br />
-69-
Kop<strong>telefoon</strong>bewerking (met functieschakelaar)<br />
BELANGRIJKE OPMERKING kop<strong>telefoon</strong>s van <strong>Mitel</strong> Networks met<br />
functieschakelaar moeten worden aangesloten op de daarvoor bestemde<br />
kop<strong>telefoon</strong>aansluiting aan de achterkant van het toestel. Als u de<br />
kop<strong>telefoon</strong> aansluit, wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld.<br />
Wanneer u de kop<strong>telefoon</strong> loskoppelt bij de aansluiting of de snelleontkoppelingsstekker,<br />
wordt de hoorn weer ingeschakeld. Als u de<br />
kop<strong>telefoon</strong> voor langere tijd moet gebruiken, moet u de <strong>telefoon</strong> weer<br />
instellen op de kop<strong>telefoon</strong>modus met de functietoets kop<strong>telefoon</strong>.<br />
U schakelt als volgt de kop<strong>telefoon</strong>bewerking in:<br />
Druk op de kop<strong>telefoon</strong>toets die u hebt geprogrammeerd. Wanneer<br />
bellen met de kop<strong>telefoon</strong> is ingeschakeld, staat het pictogram van de<br />
kop<strong>telefoon</strong> ( ) naast het toestelnummer.<br />
Een oproep beantwoorden:<br />
Druk op de lijntoets met het knipperende pictogram. -of- Druk snel op de<br />
functieschakelaar van de kop<strong>telefoon</strong> en laat deze weer los.<br />
U dempt als volgt de kop<strong>telefoon</strong>microfoon:<br />
Druk op de functieschakelaar van de kop<strong>telefoon</strong> en houd deze<br />
ingedrukt.<br />
U hangt als volgt op:<br />
Druk op de opdrachttoets Ophangen. -of- Druk snel op de<br />
functieschakelaar van de kop<strong>telefoon</strong> en laat deze weer los.<br />
U schakelt als volgt de kop<strong>telefoon</strong>bewerking uit:<br />
Druk op de kop<strong>telefoon</strong>toets.<br />
-70-
Maak bezet<br />
U kunt de functie Maak bezet gebruiken om het voor andere bellers te laten<br />
lijken of u in gesprek bent. Als bellers uw nummer kiezen wanneer Maak<br />
bezet is ingeschakeld, wordt op hun <strong>telefoon</strong> een bericht weergegeven dat<br />
uw lijn bezet is.<br />
U schakelt Maak bezet als volgt uit:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Maak bezet.<br />
Wanneer Maak bezet is ingeschakeld, is de toets verlicht en wordt het<br />
bericht MAAK BEZET weergegeven.<br />
U schakelt Maak bezet als volgt uit:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Maak bezet.<br />
Bericht wacht-indicator<br />
De functie Bericht wacht-indicator kan u waarschuwen als er berichten zijn<br />
achtergelaten op een andere <strong>telefoon</strong>. Als u deze functie hebt<br />
geprogrammeerd onder een toets, is deze toets altijd actief.<br />
U gebruikt de Bericht wacht-indicator als volgt om contact op te<br />
nemen met het toestel dat een bericht heeft achtergelaten:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor de functie Bericht<br />
wacht-indicator.<br />
Muziek<br />
U schakelt als volgt muziek in en uit wanneer de <strong>telefoon</strong> niet actief is:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Om de muziek in te schakelen drukt u op de toets die u hebt<br />
geprogrammeerd voor Muziek.<br />
Om de muziek uit te schakelen drukt u op de toets die u hebt<br />
geprogrammeerd voor Muziek.<br />
Wanneer de muziek is ingeschakeld, is de toets die u hiervoor hebt<br />
geprogrammeerd verlicht.<br />
-71-
Meeluisteren<br />
Met de functie Meeluisteren kunt u een gesprek voeren via de hoorn terwijl<br />
anderen in de nabije omgeving kunnen meeluisteren naar de<br />
gesprekspartner via de luidspreker in de <strong>telefoon</strong>. Wanneer de functie<br />
Meeluisteren is ingeschakeld, staat de handsfree-microfoon in de <strong>telefoon</strong><br />
uit.<br />
U kunt als volgt anderen in de kamer laten meeluisteren naar uw<br />
gesprekspartner:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meeluisteren.<br />
U kunt als volgt de functie Meeluisteren uitschakelen en weer<br />
terugkeren naar een privé-gesprek:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meeluisteren.<br />
U kunt als volgt van een 'meeluistergesprek' een handsfree-gesprek<br />
maken zodat anderen in de kamer aan het gesprek kunnen<br />
deelnemen:<br />
1. Druk op (LUIDSP).<br />
2. Leg de hoorn op de haak.<br />
-72-
Groepsoproep / Intercom beantwoorden<br />
Met Groepsoproep kunt u een groep <strong>telefoon</strong>s oproepen via de ingebouwde<br />
luidsprekers. U kunt behoren tot maximaal drie intercomgroepen, waarbij<br />
één groep wordt aangewezen als uw hoofdgroep.<br />
Wanneer u moet reageren op een groepspage maar u niet weet wie of welk<br />
toestelnummer u hebt opgeroepen, gebruikt u de functie Meet Me beantw. U<br />
hebt maximaal 15 minuten nadat u een page heeft ontvangen de tijd om de<br />
functie Meet Me beantw. te gebruiken.<br />
U maakt als volgt een groepspage:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Intercom of kies de<br />
juiste functietoegangscode.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Als u uw primaire page-groep wilt oproepen, drukt u op #.<br />
Als u een specifieke page-groep wilt oproepen, kiest u het<br />
lijstnummer van de intercomgroep.<br />
4. Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort.<br />
U reageert als volgt op een groepspage met Intercom beantwoorden:<br />
1. Neem de hoorn op.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meet Me<br />
beantwoorden of kies de juiste functietoegangscode.<br />
(Zie Functies programmeren voor de toetsen voor instructies voor de<br />
programmering van functies op uw <strong>telefoon</strong>.)<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Als u wilt reageren op een oproep van uw primaire page-groep, drukt<br />
u op #.<br />
Als u wilt reageren op een page van een specifieke page-groep, kiest<br />
u het lijstnummer van de page-groep.<br />
-73-
Spraakherkenning<br />
Gebruikers van de functietoets Speak@Ease kunnen een gesprek plaatsen<br />
door de naam uit te spreken van de persoon die zij willen bellen. Met<br />
Speak@Ease hebt u toegang tot de <strong>Mitel</strong> Networks Speech Server. De<br />
Speech Server is een toepassing voor spraakherkenning die inkomende<br />
oproepen routeert naar een specifieke bestemming op basis van gesproken<br />
opdrachten.<br />
U kiest als volgt een nummer met Speak@Ease:<br />
1. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Speak@Ease.<br />
2. Zeg de naam van de persoon die u wilt bellen.<br />
Nachtstand<br />
Met de functie Nachtstand kunt u oproepen 's nachts routeren naar een<br />
telefonist of berichtenservice.<br />
U schakelt als volgt de nachtstand in:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Nachtstand. Wanneer<br />
u Nachtstand hebt ingeschakeld, is deze toets verlicht.<br />
U schakelt als volgt de nachtstand uit:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Nachtstand.<br />
Trunk-flash<br />
Met de functie Trunk-flash heeft u toegang tot de Centrex-functies<br />
(voorzover beschikbaar) als u een extern gesprek voert.<br />
U voert als volgt een flash van de lijn uit wanneer u een extern<br />
gesprek voert:<br />
1. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Flash.<br />
Opmerking: u kunt een toets programmeren voor 1 x flash of 2 x flash.<br />
2. Wacht op de kiestoon.<br />
3. Kies de toegangscode voor de Centrex-functie.<br />
-74-
Hot Desking<br />
Via Hot Desking kunt u een flexibele aanmelding bij het <strong>telefoon</strong>systeem<br />
uitvoeren. U kunt zich dan aanmelden vanaf elke <strong>telefoon</strong> die als Hot Desk is<br />
ingesteld. Wanneer u zich aanmeldt bij de <strong>telefoon</strong> met het aan u<br />
toegewezen Hot Desk-toestelnummer, zijn automatisch al uw toetsen voor<br />
verkort kiezen, functietoetsen, doorschakelingsinstellingen, lijnweergaven en<br />
zelfs uw taalvoorkeur voor de display op de <strong>telefoon</strong> beschikbaar. Als u na<br />
de aanmelding <strong>telefoon</strong>instellingen wijzigt (en bijvoorbeeld een<br />
verkortkiesnummer toevoegt), worden de wijzigingen automatisch<br />
opgeslagen in uw persoonlijke profiel. Dit profiel wordt geactiveerd zodra u<br />
zich aanmeldt bij een <strong>telefoon</strong> die ondersteuning biedt voor Hot Desking.<br />
Opmerking: in een Hot Desking-profiel kunnen 24 programmeerbare<br />
toetsen worden opgenomen.<br />
Wanneer u zich aanmeldt als een gebruiker van Hot Desk, worden alle data<br />
op het paneel Historie voor u bijgewerkt. U ziet geen gesprekslijsten voor<br />
het geregistreerde lijstnummer van de <strong>telefoon</strong>: u ziet alleen uw historische<br />
data. Wanneer u zich afmeldt, worden de historische data van het<br />
geregistreerde lijstnummer weergegeven. Om toegang te krijgen tot uw<br />
voicemail wanneer u bent aangemeld als een Hot Desk-gebruiker, moet u<br />
zich aanmelden bij uw voicemail.<br />
Een aanmelding bij een <strong>telefoon</strong> voor Hot Desking uitvoeren (het<br />
toestel mag niet bezet zijn):<br />
1. Open het paneel Telefoon.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Hot Desking.<br />
3. Druk op de toets Aanmelden.<br />
4. Voer uw toestelnummer voor Hot Desk in met de <strong>telefoon</strong>toetsen en druk<br />
op OK.<br />
5. Voer uw PIN-nummer in en druk op OK.<br />
-75-
Een afmelding bij een <strong>telefoon</strong> voor Hot Desking uitvoeren (het toestel<br />
mag niet bezet zijn):<br />
1. Open het paneel Telefoon.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Hot Desking.<br />
3. Druk op de opdrachttoets Afmelden.<br />
4. Druk op de opdrachttoets Bevestigen.<br />
Opmerking: uw profiel kan maar op één toestel tegelijk actief zijn. Als u<br />
zich bij een ander toestel aanmeldt zonder dat u zich hebt afgemeld bij<br />
het eerste toestel, wordt uw profiel op de eerste <strong>telefoon</strong> automatisch<br />
gedeactiveerd.<br />
Externe afmelding voor Hot Desk<br />
Als een gebruiker vergeten is zich af te melden bij een Hot Desking-<strong>telefoon</strong>,<br />
kan die worden afgemeld vanaf elke <strong>telefoon</strong> die ondersteuning biedt voor<br />
een externe afmelding voor Hot Desk.<br />
Opmerking: deze functie moet via de Serviceklasse zijn toegestaan door uw<br />
systeembeheerder.<br />
Een externe afmelding bij een <strong>telefoon</strong> voor Hot Desking uitvoeren:<br />
1. Kies met de <strong>telefoon</strong>toetsen de juiste functietoegangscode.<br />
2. Kies het toestelnummer voor Hot Desk dat u wilt afmelden met de<br />
<strong>telefoon</strong>toetsen.<br />
3. Druk op de opdrachttoets Afmelden.<br />
4. Druk op de opdrachttoets Bevestigen.<br />
-76-
Berichten: adviestekst<br />
Met deze functie kunt u een bericht weergeven op het toestel waar de<br />
inkomende oproep vandaan komt. U selecteert uw bericht in een lijst met<br />
vooraf gedefinieerde berichten. Het bericht blijft op de display van het<br />
bellende toestel zolang als de <strong>telefoon</strong> overgaat, en wordt gewist wanneer<br />
de beller ophangt of het gesprek wordt opgenomen.<br />
U gebruikt Berichten: adviestekst als volgt:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Berichten.<br />
3. Druk op Advies.<br />
4. Druk een aantal maal op Volgend bericht tot u het bericht ziet dat u<br />
wilt weergeven.<br />
Op het scherm staat Berichtnummer weergeven.<br />
5. Voer het berichtnummer in via het toetsenblok.<br />
6. Druk op Enter om op te slaan.<br />
-77-
Telefoonboek<br />
Met de functie Telefoonboek kunt u een systeemgebruiker zoeken aan de<br />
hand van zijn of haar naam, toestelnummer, afdeling en/of locatie en de<br />
gewenste gebruiker vervolgens bellen.<br />
Het <strong>telefoon</strong>boek gebruiken:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Telefoonboek.<br />
3. Opmerking: als de optie Telefoonboek niet wordt weergegeven, drukt u<br />
op Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
4. Druk op Opties om de naam, het <strong>telefoon</strong>nummer, de afdeling of de<br />
locatie weer te geven.<br />
5. U gaat van het ene naar het andere informatieveld met de knop Volgend<br />
veld.<br />
6. Voer de juiste informatie in deze velden in met de <strong>telefoon</strong>toetsen.<br />
Opmerking: u hoeft niet op Opties te drukken, u kunt ook de<br />
achternaam invoeren om daarop te zoeken.<br />
7. Druk op Opzoeken.<br />
Het nummer dat is gekoppeld aan de ingevoerde naam wordt<br />
weergegeven.<br />
8. Als er meer dezelfde namen zijn, drukt u op Volgende om de juiste<br />
naam te vinden.<br />
9. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Als u het nummer wilt kiezen, drukt u op Oproep.<br />
Druk op de Superkey om te stoppen.<br />
Wachtrijstatus<br />
U bepaalt als volgt de wachtrijstatus:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Wachtrijstatus.<br />
Opmerking: als de optie Wachtrijstatus niet wordt weergegeven, drukt u<br />
op Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. Voer het groepsnummer in via het toetsenblok.<br />
4. Druk op Informatie weergeven.<br />
5. Druk op de Superkey om de functie af te sluiten.<br />
-78-
Herinnering<br />
U kunt de functie Herinnering gebruiken om uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> zo te<br />
programmeren dat deze op een bepaalde tijd binnen een periode van 24 uur<br />
overgaat en een bericht weergeeft.<br />
U gebruikt de functie Herinnering als volgt:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Herinnering.<br />
Opmerking: als de optie Herinnering niet wordt weergegeven, drukt u<br />
op Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. Voer het uur en de minuten voor de herinnering in met de<br />
<strong>telefoon</strong>toetsen.<br />
4. Druk op Opslaan.<br />
Bel instellen<br />
Met de functie Bel instellen, die u opent via de Superkey, kunt u de toon en<br />
het volume van uw <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> instellen.<br />
U wijzigt als volgt de toon en het volume van de <strong>telefoon</strong>:<br />
1. Druk op de Superkey.<br />
2. Druk op Bel instell.<br />
Opmerking: als de optie Bel instell. niet wordt weergegeven, drukt u op<br />
Meer om meer Superkey-functies weer te geven.<br />
3. U stelt de toon van het belsignaal als volgt in:<br />
Druk op Beltoon.<br />
Druk een aantal maal op om de toon te verlagen of op om de<br />
toon te verhogen.<br />
4. U stelt het volume van het belsignaal als volgt in:<br />
Druk op Volume belsignaal.<br />
Druk een aantal maal op om het volume te verlagen of op om<br />
het volume te verhogen.<br />
-79-
Kiezen met behulp van voorkeuzetoetsen<br />
Verkort kiezen is een toepassing waarmee u een bepaald nummer kunt<br />
kiezen met één druk op één toets. U moet deze functie programmeren onder<br />
een functietoets of een programmeerbare toets. Zie Toetsen voor verkort<br />
kiezen programmeren voor meer informatie over het programmeren van<br />
deze toets.<br />
U kiest als volgt een nummer met een voorkeuzetoets:<br />
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd als uw voorkeuzetoets.<br />
Gesprek van label voorzien<br />
Met de functie Gesprek van label voorzien kunt u aangeven dat u het<br />
slachtoffer bent van een gesprek met een bedreigend of kwaadwillig<br />
persoon. Met dit label kan uw systeembeheerder of <strong>telefoon</strong>maatschappij de<br />
oorsprong van het gesprek achterhalen en deze informatie doorspelen aan<br />
het desbetreffende personeel of de autoriteiten.<br />
VOORZICHTIG: Wanneer een gesprek met een niet-kwaadwillig<br />
persoon van een label wordt voorzien, kunnen boetes of andere<br />
straffen worden opgelegd.<br />
Een gesprek met een kwaadwillig persoon van een label voorzien:<br />
1. Druk op de geprogrammeerde toets Gesprek van label voorzien terwijl<br />
het gesprek gaande is. Zie Functies programmeren voor de toetsen voor<br />
meer informatie over het programmeren van toetsen OF-<br />
2. Druk op Doorvrb./conf.<br />
3. Kies de desbetreffende toegangscode voor de functie.<br />
Wanneer het gesprek is voorzien van een label, verschijnt Dank u op het<br />
scherm; anders wordt Niet toegestaan weergegeven.<br />
Opmerking: de functie Gesprek van een label voorzien kan alleen<br />
worden gebruikt tijdens gesprekken waarbij twee partijen betrokken zijn.<br />
Gesprekken die in de wacht staan en conferentiegesprekken kunnen niet<br />
van een label worden voorzien.<br />
-80-
DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON GEBRUIKEN MET DE 5310 <strong>IP</strong>-<br />
CONFERENTIE-EENHEID<br />
De <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> gebruikt de 5310 <strong>IP</strong>-conferentie-eenheid voor het<br />
houden van conferenties. U gebruikt de toepassing Conferentiecontroller om<br />
de conferentie-eenheid in of uit te schakelen, om het volume in te stellen of<br />
om de conferentie-eenheid in de presentatiemodus te zetten. U kunt slechts<br />
één sessie van Conferentiecontroller tegelijk uitvoeren. Als de 5310conferentie-eenheid<br />
niet is aangesloten op de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>, is de<br />
toepassing Conferentiecontroller niet beschikbaar.<br />
De toepassing Conferentiecontroller openen<br />
U opent als volgt de toepassing Conferentiecontroller:<br />
1. Open het paneel Toepassing en druk op het label Conferentiecontroller,<br />
of<br />
2. Open het paneel Telefoon en druk op de toets die is geprogrammeerd<br />
voor de toepassing Conferentiecontroller.<br />
De conferentie-eenheid in- of uitschakelen<br />
1. Controleer of de conferentie-eenheid is aangesloten op de <strong>5235</strong> <strong>IP</strong><strong>telefoon</strong>.<br />
2. Open de Conferentiecontroller. Zie De toepassing Conferentiecontroller<br />
openen voor meer informatie.<br />
3. Druk op Inschakelen/Uitschakelen.<br />
Opmerking: u gebruikt dezelfde knop op het touchscreen om uw<br />
conferentie-eenheid in en uit te schakelen. De knop biedt de juiste optie<br />
afhankelijk van de status van uw conferentie-eenheid (Uitschakelen wanneer<br />
de eenheid is ingeschakeld en Inschakelen wanneer de eenheid is<br />
uitgeschakeld).<br />
Het volume van de conferentie-eenheid instellen<br />
Druk op Volume + of Volume -.<br />
-81-
De conferentie-eenheid in de Presentatiemodus zetten<br />
De presentatiemodus wordt gebruikt wanneer slechts één persoon tegen een<br />
groep spreekt. Als een andere persoon in de groep het woord wil nemen,<br />
moet u de presentatiemodus eerst uitschakelen. Als de presentatiemodus is<br />
ingeschakeld, worden achtergrondgeluiden tot een minimum beperkt.<br />
U zet de conferentie-eenheid als volgt in de presentatiemodus:<br />
Druk op Presentatiemodus.<br />
De conferentiecontroller afsluiten<br />
U sluit de conferentiecontroller als volgt af:<br />
Druk op Sluiten.<br />
Het geluid van de conferentie-eenheid dempen<br />
U dempt als volgt het geluid van de conferentie-eenheid zodat een<br />
gesprek in de vergaderzaal niet hoorbaar is voor de deelnemers aan de<br />
<strong>telefoon</strong>conferentie:<br />
Druk op Dempen.<br />
BERICHTEN<br />
De mailbox instellen<br />
Voordat u voicemail kunt gebruiken, moet u uw mailbox instellen.<br />
U stelt uw mailbox als volgt in:<br />
1. Kies het huntgroepnummer dat u van de systeembeheerder hebt<br />
gekregen.<br />
2. Volg de gesproken instructies op om uw persoonlijke wachtwoord te<br />
maken en om uw naam en begroetingstekst op te nemen.<br />
-82-
Doorschakelen instellen voor uw voicemail<br />
1. Open het paneel Instellingen.<br />
2. Druk een aantal maal op de schuifknoppen ( ) totdat de instelling<br />
Gesprekken doorschakelen wordt weergegeven.<br />
3. Druk op het label Gesprekken doorschakelen.<br />
4. Druk op Nieuw.<br />
5. Druk op Profielnaam. Er verschijnt een schermtoetsenbord.<br />
6. Typ 'Voicemail' op het schermtoetsenbord en druk op Opslaan.<br />
7. Zet in alle velden het huntgroepnummer dat u van de systeembeheerder<br />
hebt gekregen.<br />
8. Druk op Activeren.<br />
Aanmelden bij uw mailbox vanaf uw eigen toestel<br />
Opmerking: u kunt zich telkens slechts vanuit één toepassing tegelijk<br />
aanmelden bij uw mailbox. Als u zich bijvoorbeeld bij uw mailbox hebt<br />
aangemeld vanuit de TUI, 5140/5240 VVM of 5230 VVM, wordt een<br />
foutmelding weergegeven wanneer u probeert zich bij uw mailbox aan te<br />
melden vanuit het paneel Berichten.<br />
U meldt zich als volgt vanaf uw toestel aan bij uw mailbox:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
Opmerking: het mailboxnummer dat is toegewezen aan het<br />
hoofdnummer van deze <strong>telefoon</strong> wordt weergegeven. Vanuit dit venster<br />
kunt u zich alleen aanmelden bij de mailbox die is toegewezen aan dit<br />
toestel. Zie Aanmelden bij uw mailbox vanaf een ander toestel als dit niet<br />
uw mailboxnummer is. Als er geen mailbox is gekoppeld aan het<br />
hoofdnummer van de <strong>telefoon</strong>, wordt de mailboxstatus Geen mailb.<br />
weergegeven. Zie in dat geval Aanmelden bij uw mailbox vanaf een<br />
ander toestel.<br />
2. Druk op het veld Voer uw toegangscode in.<br />
3. Voer via het schermtoetsenbord uw toegangscode in.<br />
4. Druk op OK.<br />
5. Als u wilt dat uw systeem deze code onthoudt, drukt u op het<br />
selectievakje Wachtwrd onthouden.<br />
6. Druk op Aanmelden.<br />
-83-
Aanmelden bij uw mailbox vanaf een ander toestel<br />
Opmerking: u kunt zich telkens slechts vanuit één toepassing tegelijk<br />
aanmelden bij uw mailbox. Als u zich bijvoorbeeld bij uw mailbox hebt<br />
aangemeld vanuit de TUI, 5140/5240 VVM of 5230 VVM, wordt een<br />
foutmelding weergegeven wanneer u probeert zich bij uw mailbox aan te<br />
melden vanuit het paneel Berichten.<br />
U meldt zich als volgt vanaf een ander toestel aan bij uw mailbox:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Druk op Verbinden als gast.<br />
3. Druk op het veld Accountnummer mailbox.<br />
4. Voer via het schermtoetsenbord het accountnummer van uw mailbox in.<br />
5. Druk op het veld Voer uw toegangscode in.<br />
6. Voer via het schermtoetsenbord uw toegangscode in.<br />
7. Druk op Aanmelden.<br />
Opmerking: als u op zeker moment terug wilt naar het aanmeldvenster<br />
voor de eigenaar, drukt u op Terug naar eig.<br />
Afmelden bij uw mailbox<br />
U meldt zich als volgt af bij uw mailbox:<br />
Druk op Afmelden. Hiermee sluit u het paneel Berichten.<br />
Opmerking: na vijf minuten van inactiviteit wordt u automatisch afgemeld<br />
bij uw mailbox en wordt het paneel Berichten gesloten. Wanneer u het<br />
paneel Berichten sluit, wordt u niet automatisch afgemeld van uw mailbox.<br />
-84-
Berichtgegevens weergeven<br />
U geeft als volgt gegevens over een bericht weer:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst. In het venster kan de volgende<br />
informatie over uw bericht worden weergegeven:<br />
Type bericht: nieuw, opgeslagen, vertrouwelijk, urgent of opgenomen<br />
Datum, tijd en duur van het bericht<br />
In dit venster kunt u het bericht opslaan, afspelen of verwijderen. U<br />
kunt de voicemail naar uw e-mail sturen als de functie Doorschakelen<br />
naar e-mail is ingeschakeld. U kunt het nummer van de afzender van<br />
het bericht kiezen of de afzender van het bericht toevoegen aan uw<br />
lijst met contactpersonen in het paneel Personen.<br />
4. Als u andere berichten met de bijbehorende gegevens wilt weergeven,<br />
bladert u met de schuifknoppen ( ) omhoog of omlaag door de lijst.<br />
Een spraakbericht afspelen<br />
U speelt een spraakbericht als volgt af:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst.<br />
4. Druk op de afspeelknop .<br />
U regelt het afspelen van het bericht met de volgende<br />
opdrachtknoppen:<br />
Stop<br />
Pauzeren<br />
Naar het begin van het bericht gaan<br />
Naar het eind van het bericht gaan<br />
Het bericht vijf seconden terugspoelen<br />
Het bericht vijf seconden vooruitspoelen<br />
Opmerking: de geluidsverbinding wordt na 30 seconden van inactiviteit<br />
verbroken.<br />
-85-
Afzender van een bericht bellen<br />
U kiest als volgt het nummer van de afzender van een bericht:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst.<br />
4. Druk op Kiezen.<br />
Als er geen nummer bekend is, is de knop Kiezen uitgeschakeld. Als het<br />
een intern nummer betreft, wordt het nummer onmiddellijk gekozen. Als<br />
het geen intern nummer is, gelden de kiesvoorkeuren, zoals opgegeven<br />
op het paneel Instellingen.<br />
Een bericht opslaan<br />
U slaat een bericht als volgt op:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst.<br />
4. Druk op Opslaan.<br />
Het opgeslagen bericht wordt verwijderd uit de lijst met nieuwe berichten<br />
en toegevoegd aan de lijst met opgeslagen berichten.<br />
Een bericht verwijderen<br />
U verwijdert als volgt een bericht:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst.<br />
4. Druk op Verwijderen.<br />
Het volgende bericht in de berichtlijst wordt weergegeven. Als het laatste<br />
bericht in de lijst is verwijderd, wordt het venster met berichtgegevens<br />
gesloten.<br />
-86-
De afzender van een bericht aan uw lijst met contactpersonen<br />
toevoegen<br />
U voegt als volgt een afzender toe aan uw lijst met contactpersonen:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst.<br />
4. Druk op Kop. nr contacten.<br />
De contactpersoon wordt toegevoegd aan uw lijst met contactpersonen.<br />
Als de contactpersoon al bestaat in uw lijst met contactpersonen, wordt<br />
die niet toegevoegd.<br />
Een bericht doorsturen naar uw e-mailadres<br />
U kunt een bericht alleen naar uw e-mailadres doorsturen wanneer de<br />
functie Doorschakelen naar e-mail op uw systeem is ingeschakeld. Als de<br />
knop Nr. e-mail wordt weergegeven maar niet beschikbaar is, betekent dit<br />
dat de functie is gekocht maar niet ingeschakeld.<br />
U stuurt als volgt een bericht door naar uw e-mailadres:<br />
1. Open het paneel Berichten.<br />
2. Meld u aan bij uw mailbox.<br />
3. Druk op een bericht in de berichtlijst.<br />
4. Druk op Nr e-mail.<br />
Het bericht wordt doorgestuurd naar uw e-mailadres. Als u, in het<br />
bureaubladprogramma, de voorkeur hebt ingesteld om berichten na<br />
doorsturen te verwijderen, wordt het bericht verwijderd en wordt het<br />
volgende bericht in de lijst weergegeven. Als er geen berichten meer zijn,<br />
wordt het venster met berichtgegevens gesloten.<br />
-87-
DE WEBBROWSER VAN DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-TELEFOON<br />
GEBRUIKEN<br />
U start als volgt de toepassing Webbrowser:<br />
1. Open het paneel Toepassingen.<br />
2. Druk op de instelling Webbrowser.<br />
Opmerking: u kunt de <strong>telefoon</strong> ook zo programmeren dat u de<br />
toepassing Webbrowser kunt starten met een geprogrammeerde toets.<br />
Zie Een <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong>toepassing programmeren voor meer informatie.<br />
U voert als volgt een zoekopdracht uit met de zoekmachine Google:<br />
1. Druk op het pictogram Zoeken ( ).<br />
2. Druk op het schermtoetsenbord op de juiste letters om een onderwerp in<br />
te voeren. Zie Het schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
3. Druk op OK.<br />
U voert als volgt een URL of adres van een webpagina in:<br />
1. Druk op het veld URL.<br />
2. Druk op het schermtoetsenbord op de juiste letters om een onderwerp in<br />
te voeren. Zie Het schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
3. Druk op OK.<br />
U voert als volgt informatie in een veld in de webbrowser in:<br />
1. Druk op het veld waarin u informatie wilt invoeren.<br />
2. Druk op het schermtoetsenbord op de juiste letters om een onderwerp in<br />
te voeren. Zie Het schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.<br />
3. Druk op OK.<br />
-88-
U navigeert als volgt binnen de webbrowser:<br />
1. Als u de browser open maar verborgen wilt houden, drukt u op .<br />
2. Als u wilt vooruitbladeren door webpagina's, drukt u op .<br />
3. Als u wilt terugbladeren door webpagina's, drukt u op .<br />
4. Als u de pagina-informatie wilt bijwerken, drukt u op .<br />
5. Als u naar de startpagina wilt gaan, drukt u op .<br />
6. Als u het laden van de pagina wilt stoppen, drukt u op .<br />
7. Als u wilt navigeren binnen een webpagina, schuift u de pagina omhoog<br />
of omlaag, naar links of naar rechts met de horizontale en verticale<br />
schuifbalken onder en rechts langs het scherm.<br />
DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN<br />
DE <strong>5235</strong> <strong>IP</strong>-<strong>telefoon</strong> biedt ondersteuning voor de <strong>Mitel</strong> lijninterfacemodule<br />
(LIM). Met de LIM kunt u gesprekken plaatsen en oproepen ontvangen via<br />
een analoge lijn (LIM-lijn) die is aangesloten op uw <strong>telefoon</strong>. De LIM werkt in<br />
een van beide volgende modi, die wordt bepaald door de systeembeheerder:<br />
LIM-modus: hierbij kunt u de LIM-lijn op elk gewenst moment gebruiken.<br />
Overnamemodus: hierbij kunt u de LIM-lijn alleen gebruiken als de <strong>IP</strong>verbinding<br />
niet werkt.<br />
Opmerking: op de LIM-lijn kunt u geen nummers handsfree of met de<br />
hoorn op de haak kiezen.<br />
Raadpleeg Noodroepen voor informatie over het bellen van alarmnummers<br />
via de lijninterfacemodule.<br />
-89-
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog<br />
U plaatst als volgt een gesprek met de analoge lijn:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor LIM.<br />
De tekst ANALOOG GESPREK wordt weergegeven.<br />
3. Kies het gewenste nummer.<br />
Opmerking: wanneer u een extern gesprek plaatst via de analoge lijn, hoeft<br />
u geen prefix voor het nummer te kiezen. Als voor de LIM-toets van uw<br />
<strong>telefoon</strong> de optie Privacy is ingeschakeld, hebt u geen toegang tot de<br />
analoge lijn wanneer een andere <strong>telefoon</strong> de analoge lijn gebruikt (toets is<br />
effen oranje). U hebt pas toegang tot de analoge lijn als de gebruiker van de<br />
andere <strong>telefoon</strong> heeft opgehangen. Vraag de systeembeheerder of de optie<br />
Privégesprek is ingeschakeld.<br />
U beantwoordt als volgt een oproep met de analoge lijn:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
2. Druk op de verlichte LIM-toets.<br />
U beantwoordt als volgt een wachtende oproep met de analoge lijn:<br />
Opmerking: als u een abonnement hebt op een wachtservice voor analoge<br />
oproepen, kunt u de haak van de hoorn gebruiken of op Annuleren ( )<br />
drukken om een wachtende analoge oproep te beantwoorden. Wanneer u<br />
een gesprek voert op de analoge lijn en er een wachtende analoge oproep<br />
binnenkomt, hoort u een pieptoon. Deze functie wordt mogelijk niet in alle<br />
regio's ondersteund.<br />
U kunt als volgt een wachtende analoge oproep beantwoorden of<br />
teruggaan naar het oorspronkelijke analoge gesprek:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
Druk kort op de haak van de hoorn.<br />
Druk op Annuleren ( ).<br />
2. Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor LIM.<br />
U zet als volgt het huidige gesprek in de wacht om een inkomende<br />
analoge oproep te beantwoorden:<br />
Druk op de verlichte LIM-toets.<br />
-90-
U kunt als volgt schakelen tussen het huidige gesprek en het gesprek<br />
in de wacht wanneer voor een van de gesprekken de analoge lijn<br />
wordt gebruikt:<br />
Als u voor het huidige gesprek de analoge lijn gebruikt, drukt u op de<br />
knipperende lijntoets van het gesprek in de wacht. Het analoge gesprek<br />
wordt automatisch in de wacht gezet.<br />
Als u voor het huidige gesprek de <strong>IP</strong>-lijn gebruikt, drukt u op de verlichte<br />
LIM-toets. Het <strong>IP</strong>-gesprek wordt automatisch in de wacht gezet.<br />
U beëindigt als volgt het huidige gesprek wanneer een inkomende<br />
analoge oproep binnenkomt:<br />
Druk op Annuleren ( ) en druk vervolgens op de verlichte LIM-toets.<br />
Het huidige gesprek wordt beëindigd en u wordt verbonden met de beller<br />
op de analoge lijn.<br />
U beëindigt als volgt het huidige analoge gesprek wanneer een<br />
inkomende oproep binnenkomt:<br />
Druk op Annuleren ( ). Het huidige analoge gesprek wordt beëindigd<br />
en u wordt verbonden met de nieuwe beller.<br />
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de Overnamemodus<br />
U brengt als volgt een gesprek tot stand met de analoge lijn wanneer<br />
de <strong>IP</strong>-verbinding niet werkt:<br />
1. Neem de hoorn van de haak.<br />
Op de <strong>telefoon</strong> verschijnt de melding <strong>IP</strong> FAIL: ANALOG CALL.<br />
2. Kies het gewenste nummer.<br />
U beantwoordt als volgt een oproep met de analoge lijn wanneer de<br />
<strong>IP</strong>-verbinding niet werkt:<br />
Neem de hoorn van de haak. De oproep wordt beantwoord.<br />
Op de <strong>telefoon</strong> verschijnt de melding <strong>IP</strong> FAIL: ANALOG CALL.<br />
-91-
TM , ® Handelsmerk van <strong>Mitel</strong> Networks Corporation.<br />
© Copyright 2006, <strong>Mitel</strong> Networks Corporation.<br />
Alle rechten voorbehouden.