Links - Gemeente Groningen
Links - Gemeente Groningen
Links - Gemeente Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Friesch-Groningsche Coöperatieve<br />
Beetwortelsuikerfabriek (Suiker Unie),<br />
Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong>
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
1. Voorwoord<br />
In januari 2008 besloot Royal Cosun – het moederbedrijf van Suiker Unie – de suikerfabriek<br />
in <strong>Groningen</strong> te sluiten, te ontmantelen en te slopen. Hiermee gaf Royal Cosun gehoor aan het<br />
beleid van de World Trade Organisation en de Europese Unie om de bietsuikerproductie aanzienlijk<br />
te reduceren ten gunste van de rietsuikerproductie elders in de wereld. De ontmanteling<br />
en sloop van de fabriek zijn intussen volop in gang.<br />
De Groninger suikerfabriek is al bijna honderd jaar een begrip, niet alleen in de stad <strong>Groningen</strong><br />
maar in een veel ruimere omgeving. Velen hebben herinneringen aan de bietencampagne<br />
in het najaar: de aanvoer van de suikerbieten over platteland en door de stad, de intense activiteiten<br />
in en rondom de fabriek, de enorme aantallen seizoenarbeiders, de stoom en rook en<br />
niet te vergeten de zoetweeïge geur van het koken van de bieten. Het herdenkingsboek „De<br />
Wolkenfabriek, 1913-2008‟ van Ingrid de Jonge (<strong>Groningen</strong>, 2008) geeft in woord en beeld<br />
een prachtig beeld van deze periode. Maar het gebouw zelf is nog een veel belangrijker herinnering<br />
…<br />
Weliswaar is de suikerindustrie (nog) niet helemaal verdwenen uit <strong>Groningen</strong>, maar veel meer<br />
dan de fabriek in Hoogkerk wordt de Groninger fabriek als een symbool van de bietsuikerproductie<br />
gezien. Dat heeft vooral te maken met de geschiedenis. De Friesch-Groningsche<br />
Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek is geworteld in Stad en Ommelanden, juist door het<br />
coöperatieve karakter. Met veel moeite kwam de fabriek tot stand in 1913-‟14. De trots op<br />
deze geweldige coöperatieve prestatie viel af te lezen aan de architectuur van het gebouw. De<br />
fabriek was niet alleen zeer zakelijk van opzet en inrichting en efficiënt, maar vooral ook representatief.<br />
Het ontwerp van het complex was ook een coöperatie tussen een bevlogen directeur<br />
J.J. van Doormaal, ingenieur W.K. van Oort en architect G. Nijhuis.<br />
De suikermarkt kenmerkt zich door enorme productie- en prijsschommelingen en veel economische<br />
onzekerheden. Desondanks heeft de „Friesch-Groningsche‟ het bijna honderd jaar<br />
uitgehouden, sedert de jaren zestig in een groter coöperatief verband. De wisselvalligheid van<br />
de suikermarkt valt ook af te lezen aan de bebouwing. Zo heeft een enorme uitbreiding<br />
plaatsgevonden in de economische toptijd van vlak na de Eerste Wereldoorlog. Bij deze uitbreidingen<br />
waren de oorspronkelijke ontwerpers opnieuw betrokken, namelijk G. Nijhuis en<br />
W.K. van Oort. Zij hebben het complex met dezelfde zorgvuldigheid uitgebreid als bij de<br />
bouw in 1913-‟14.<br />
Vlak na de Tweede Wereldoorlog moesten de installaties van het ketelhuis en machinegebouw<br />
vernieuwd worden. Hiervoor hebben ingrijpende vernieuwingen en enkele uitbreidingen<br />
plaatsgevonden van het ketelhuis en machinegebouw, nog steeds in de architectuurstijl<br />
van het oorspronkelijke gebouw!<br />
In de jaren zestig en vooral de jaren zeventig valt een schaalsprong te herkennen in de uitbreidingen<br />
en vernieuwingen. Installaties en leidingen worden namelijk ook steeds grootschaliger<br />
van karakter. Dan zijn de opzet en architectuur van het bestaande gebouw steeds minder leidraad.<br />
Het gebouw is in die periode omringd en deels zelfs overbouwd door gebouwen met<br />
een heel ander karakter. Maar binnenin staat de oudste kern van het gebouw nog fier overeind.<br />
Gaandeweg de sloop komt het oude gebouw opnieuw te voorschijn, gaver en completer dan<br />
gedacht. Dat was reden voor de gemeente <strong>Groningen</strong>, afdeling Wonen en Monumenten om nu<br />
een opdracht te geven voor een verkennend onderzoek, dat uitgevoerd is door R. Overbeek<br />
(gemeente <strong>Groningen</strong>), J. van der Hoeve (bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der<br />
Hoeve) en R. Stenvert (bureau voor bouw- en architectuurhistorie). De belangrijkste onderzoeksvraag<br />
bij deze opdracht was de vaststelling van de vanuit cultuurhistorisch oogpunt be-<br />
- 1 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
langrijkste en meest representatieve bebouwing van het complex, gebaseerd op een analyse<br />
van de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het fabriekscomplex.<br />
Het voorliggende rapport is het eerste resultaat van dit onderzoek, gebaseerd op de bestudering<br />
van de bouwaanvragen in het bouwdossier bij de gemeente <strong>Groningen</strong> en een drietal bezoeken<br />
ter plaatse. Bij dit onderzoek lag de nadruk op de kern van het fabriekscomplex, bestaande<br />
uit de oudste bebouwing uit 1913-‟14 met al zijn verbouwingen, aanpassingen en uitbreidingen.<br />
Reden hiervoor is dat er nauwelijks oude bijgebouwen bewaard zijn gebleven,<br />
terwijl ook de terreininrichting aanzienlijk is gewijzigd door ingrijpende veranderingen in het<br />
systeem van aan- en afvoer van de producten. Uitzondering hierop is de pulploods (1921), die<br />
afgezien van de vernieuwing van de gevelbekleding origineel is.<br />
Bij dit onderzoek was het niet mogelijk om het machinegebouw en de verdiepingen van het<br />
voormalige „Kalkgebouw‟ te bezoeken, vanwege asbestsanering. In deze fase is het dus nog<br />
niet mogelijk om de betekenis van met name het machinegebouw te bepalen. Gelet op de korte<br />
looptijd van het onderzoek was het niet mogelijk om het archief van Friesch-Groningsche<br />
Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek te raadplegen, dat berust bij de Groninger Archieven.<br />
Dit rapport kent de volgende opzet. In hoofdstuk 2 is een beschrijving van de productie van<br />
suiker uit suikerbieten opgenomen, aangezien het productieproces geheel af te lezen valt aan<br />
de opzet en schakeling van de gebouwen. Het productieproces is de afgelopen honderd jaar<br />
niet wezenlijk veranderd, wel de wijze van aan- en afvoer van producten, de schaal van productie<br />
en het aantal stappen in het productieproces. Deze extra stappen in het productieproces<br />
hebben te maken met een verbreding van het productieaanbod, verfijning van de productie en<br />
producten, wijzigingen in verpakking en milieu- en veiligheidseisen.<br />
Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de gebruiksgeschiedenis van de fabriek, hoofdstuk 4 van<br />
de bouwgeschiedenis. Hoofdstuk 5 beschrijft de belangrijkste cultuurhistorisch dragers van<br />
het complex, namelijk de gebouwen en onderdelen die vanuit cultuurhistorisch oogpunt het<br />
meest representatief zijn voor de bouw- en gebruiksgeschiedenis van de Friesch-Groningsche<br />
Coöperatieve Beetwortelfabriek.<br />
<strong>Groningen</strong>/ Utrecht, 1 juli 2009<br />
J.A. van der Hoeve,<br />
R. Overbeek<br />
- 2 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
2. Suikerproductie uit suikerbieten<br />
Sedert de bouw van de Groninger suikerfabriek in de vroege 20ste eeuw is het productieproces<br />
van suiker uit suikerbieten niet wezenlijk gewijzigd, wel aanmerkelijk verfijnd en efficiënter<br />
geworden. Ook is het aantal bewerkingen toegenomen. Bovendien is de productie aanzienlijk<br />
grootschaliger geworden. Daarom zijn in de loop der tijd zijn veel bestaande gebouwen<br />
uitgebreid of herbestemd en nieuwe gebouwen toegevoegd. Andere grote wijzigingen<br />
hebben plaatsgevonden in de infrastructuur. Was de fabriek aanvankelijk vooral georiënteerd<br />
op het vervoer per trein en schip (Hoendiep), later was het wegvervoer dominant. Dit valt te<br />
herkennen aan de gewijzigde inrichting van het terrein.<br />
Het productieproces van de suiker (uit de suikerbieten) vormt de leidraad voor de opzet en<br />
indeling van een suikerfabriek. De lay-out van het fabrieksterrein wordt sterk bepaald door de<br />
aan- en afvoer van de suikerbieten, hulpproducten en suiker.<br />
Schema van de productie van bietsuiker, volgens de ‘beeld-encyclopaedie 1953’. Bij de reproductie<br />
van deze afbeelding zijn nieuwe pijlen toegevoegd.<br />
In de „beeld-encyclopaedie van onze industrie‟ 1 uit 1953 staat een bondige beschrijving van<br />
het productieproces van de bietsuiker. De tekst uit dit boek is hierna volledig en nagenoeg<br />
letterlijk overgenomen:<br />
De in Europa meest gebruikte suiker wordt gefabriceerd uit suikerbieten. Deze suikerbieten<br />
worden in april gezaaid en wanneer de plantjes daarvoor groot genoeg zijn, worden zij gehakt<br />
en gedund, waarna van de ingezaaide rijen alleenstaande plantjes overblijven. Gedurende de<br />
1 B.D. Swanenburg, Beeld-encyclopaedie van onze Industrie, Amsterdam-Brussel 1953 (pag. 234-238).<br />
- 3 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
zomer groeien deze tot volwassen bieten, die gerooid worden tegen het einde van september,<br />
in oktober en in november (de „bietencampagne‟). De bietenkop wordt hierbij met het blad<br />
afgehakt en dient als veevoeder. Men is voor de oogst grotendeels afhankelijk van het weer<br />
gedurende de groeiperiode wat betreft het gewicht en het suikergehalte.<br />
Per wagen, spoorwagon, vrachtauto of schip worden de bieten naar de suikerfabriek vervoerd,<br />
waar zij met kranen gelost worden en op grote hopen komen te liggen. Met krachtige waterstralen<br />
worden zij dan in een zwemgoot gespoten, waarin zij naar de fabriek „zwemmen‟ en<br />
met een bietenpomp of scheprad in een wasmolen gebracht worden. Die wasmolen bestaat uit<br />
een lange trog waarin een as met schoepen draait en daarin worden de bieten met water gewassen.<br />
Een opvoerder brengt ze vervolgens in automatische weegapparaten en daarna in<br />
snijmolens.<br />
De bodem van zo‟n snijmolen bestaat uit een ronddraaiende schijf, die een groot aantal messen<br />
bevat, waardoor de bieten in dunne reepies gesneden worden. Een transporteur brengt<br />
deze snijdsels in een diffusiebatterij, waar zij uitgeloogd worden door heet water. Men krijgt<br />
dan bietensap en de overblijvende stof wordt pulp genoemd. Een diffusiebatterij bestaat uit 10<br />
tot 15 cilindervormige ketels. Het water komt bij de meest uitgeloogde snijdsels, vervolgens<br />
bij de minder uitgeloogde en tenslotte bij de verse snijdsels, waar het dan ruwsap geworden is<br />
en afgevoerd wordt. Uit de pulp perst men eerst het overtollige water: daarna wordt zij afgevoerd<br />
als veevoeder, al dan niet eerst gedroogd.<br />
Het verkregen ruwsap is zwart en troebel. Het wordt daarom in chauleurs gemengd met een<br />
overmaat kalk, waarna de kalk tezamen met alle mogelijke onzuiverheden door middel van<br />
koolzuurgas wordt neergeslagen in zogenaamde carbonatatiebakken. De kalk en het koolzuurgas<br />
komen uit een kalkoven waar bovenin kalksteenkeien en cokes gebracht worden. In<br />
do oven verbrandt de cokes tot koolzuurgas en de keien worden door de hitte ontleed in kluitkalk<br />
en eveneens koolzuurgas. Het gas wordt boven afgevoerd, de kalk beneden. In schuimpersen<br />
heeft vervolgens een scheiding plaats van het neerslag, de schuimaarde en het gezuiverde<br />
sap, dat nu dunsap heet. De schuimaarde wordt gebruikt als meststof en het dunsap, dat<br />
ca 15 pct suiker bevat, wordt in verdamppannen door verdamping ingedikt tot diksap met ca<br />
60 pct suiker. Dit verdampen eist vrij veel warmte, doch de temperatuur moet daarbij vrij laag<br />
zijn. Bij hogere temperatuur zou namelijk veel suiker kunnen ontleden. Men doet dit daarom<br />
in verschillende stadia, in drie, soms vier cilindrische ketels, verwarmd door een buizenstelsel<br />
waardoorheen stoom geleid wordt. De in de eerste ketel gevormde damp gaat naar de tweede,<br />
de daar ontwikkelde damp naar de derde ketel enz. Hierbij gaat geen warmte verloren en de<br />
temperatuur wordt lager naarmate de concentratie van de suiker toeneemt. Het lage kookpunt<br />
wordt verkregen door de stoom door een luchtpomp af te zuigen. Van dit diksap met opgeloste<br />
zogenaamde 2de-product-suiker kookt men in een kookpan 1ste-product-suiker: witte kristalsuiker.<br />
Zo‟n kookpan bestaat uit een stoomkamer en een sapruimte. De stoomkamer dient als verwarmingselement<br />
en in de sapruimte heeft door indamping onder vacuüm (luchtledig) de kristallisatie<br />
plaats, doordat het sap hierdoor steeds in oververzadiging wordt gehouden en dus<br />
moet uitkristalliseren.<br />
Het kookproces is hiermee afgelopen en het mengsel van suikerkristallen en stroop, masse<br />
cuite genoemd, komt in een koeltrog, waarin de massa, steeds in beweging gehouden, afgekoeld<br />
wordt. Daardoor heeft verdere uitkristallisatie plaats. De masse cuite wordt dan afgetapt<br />
in centrifuges, snel ronddraaiende trommels, die 1000 tot 1500 toeren per minuut maken. De<br />
wanden zijn geperforeerd en de suiker blijft voor de openingen zitten, terwijl de stroop er<br />
doorheen vliegt. De zo verkregen suiker wordt dan afgevoerd naar droog- en koeltrommels,<br />
namelijk draaiende cilinders, waar de suiker doorheen loopt, terwijl er warme en koude lucht<br />
in tegenstroom doorheen gezogen wordt. De suiker is nu helder wit; zij wordt met automatische<br />
weeg- en vulmachines afgewogen in jute of papieren zakken van 100 of 50 kg.<br />
- 4 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Men heeft dan de stroop uit de centrifuges overgehouden. Deze wordt met de opgeloste 3deproduct-suiker<br />
weer ingekookt tot masse cuite 2de-product en eveneens afgekoeld in een<br />
koettrog en afgecentrifugeerd. De suiker hiervan wordt opgelost en, zoals boven beschreven<br />
is, in het 1ste-product ingekookt. Van de blijvende stroop kookt men 3de-product masse cuite,<br />
het laatste product. Dit wordt weer afgekoeld en gecentrifugeerd. De suiker hiervan wordt<br />
weer opgelost en ingekookt in het 2de-product. Uit de stroop die dan afloopt (melasse) kan<br />
men alcohol maken.<br />
- 5 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
- 6 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
3. Geschiedenis van de Friesch-Groningsche Coöperatieve<br />
Beetwortelsuikerfabriek (Suiker Unie) 2<br />
De suikerbietenteelt in Friesland en <strong>Groningen</strong> dateert pas uit het midden van de 19de eeuw.<br />
Rond 1860 werden in deze provincies suikerbieten verbouwd op initiatief van Willem Albert<br />
Scholten die grondstoffen voor zijn bietsuikerfabriek in Zuidbroek nodig had. Deze suikerfabriek<br />
bleek geen succes. Ook de boeren waren nog weinig enthousiast voor de bietenteelt.<br />
Angst voor gronduitputting en oogstwerkzaamheden die laat in het jaar vielen, speelden daarbij<br />
een rol.<br />
De teelt kwam pas goed op gang in de jaren na 1890. Aanvankelijk werden de in het noorden<br />
geoogste bieten naar suikerfabrieken in Noord-Brabant vervoerd. Vanzelfsprekend overwogen<br />
zowel de Brabantse suikerfabrikanten als de noordelijke bietentelers de oprichting van een<br />
fabriek in Friesland of <strong>Groningen</strong>. Jan Evert Scholten, de zoon van Willem Albert, bracht de<br />
twee partijen bij elkaar en bewerkstelligde de oprichting van de Noord-Nederlandsche Beetwortelsuikerfabriek<br />
in Vierverlaten bij Hoogkerk in 1896. Dit was geen coöperatieve fabriek,<br />
zoals door velen van de telers hier gewenst werd. Een groot deel van de grieven van de landbouwers<br />
tegen de fabrikant werd weggenomen door het hanteren van het participatiecontract.<br />
Dit contract, in 1895 ontworpen door J.F. Vlekke, directeur van de NV Gastelsche Beetwortelsuikerfabriek,<br />
voorzag in een bietenprijs die zou afhangen van het suikergehalte, de gemiddelde<br />
suikerprijs en de winst van de fabriek. Deze zou na renteaftrek voor de helft aan de bietenleveranciers<br />
komen.<br />
De stichting van coöperatieve suikerfabrieken is het resultaat geweest van een langlopend<br />
belangenconflict tussen suikerfabrikanten en bietentelers. Dit conflict spitste zich uiteindelijk<br />
toe op de wijze van contracteren van de bieten. De boeren voelden zich in twee opzichten<br />
benadeeld. In de eerste plaats stonden de bietentelers vanaf 1875, toen de Bond van Suikerfabrikanten<br />
werd opgericht en een uniforme inkoopprijs werd vastgesteld, feitelijk tegenover<br />
een inkoopkartel. Toen de fabrieken in 1885 onderlinge concurrentie op de bietenmarkt uitsloten<br />
door het maken van afspraken over ieders aandeel in de beschikbare grondstof, de bietencontingentering,<br />
werd de geringe invloed van de telers nog verder gereduceerd.<br />
Daarnaast was de wijze van contracteren van de bieten ook een bron van wrijving. Aanvankelijk<br />
werden door de fabrikanten bepaalde percelen gecontracteerd; later werd meestal op gewicht<br />
uitbetaald. Steeds verdergaande selectie resulteerde in zaad dat bieten met een relatief<br />
laag gewicht en een relatief hoog suikergehalte produceerde. De wijze van contractering werd<br />
echter niet aan deze ontwikkeling aangepast, waardoor de hogere opbrengst alleen de fabrikant<br />
ten goede kwam. De bietentelers overwogen daarom al sinds de jaren '80 zelf de verwerking<br />
van hun product ter hand te nemen. Dat dit in de praktijk niet eenvoudig was, wordt aangetoond<br />
door het feit dat de Eerste Nederlandsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek in<br />
Sas van Gent pas in 1899 opgericht werd. Omdat deze coöperatie het aanvankelijk moeilijk<br />
had, heeft men elders nog lang geaarzeld alvorens tot de oprichting van een coöperatieve fabriek<br />
over te gaan. De bedrijfsfusies en -sluitingen waarmee de oprichting en uitbreiding van<br />
de Algemene Suiker Maatschappij (ASMij) gepaard ging hadden zeker invloed op de stichting<br />
van de coöperatie Dinteloord (1908) en het onmiddellijke succes van deze fabriek bevor-<br />
2 Dit hoofdstuk is bijna letterlijk overgenomen uit de „Inventaris van het archief van de Friesch Groningsche<br />
Beetwortelsuikerfabriek‟ (Groninger Archieven), zoals gepubliceerd op internet „archieven.nl/0/toegang/5/1453‟.<br />
De belangrijkste wijziging betreft de toeschrijving van het ontwerp aan G. Nijhuis in plaats van W.K. van Oort.<br />
Uit de bouwdossiers van de gemeente <strong>Groningen</strong> (RO/EZ) kan worden opgemaakt dat de architect G. Nijhuis de<br />
feitelijke architect is. Het gebouw past ook zeer goed in zijn oeuvre. Wel zijn veel van de tekeningen gestempeld<br />
door W.K. van Oort.<br />
- 7 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
derde de oprichting van de coöperaties in Puttershoek (1912), Zevenbergen (1912) en<br />
Roosendaal (1913).<br />
Ook in <strong>Groningen</strong> en Friesland ontstonden plannen om een coöperatieve fabriek op te richten.<br />
Aanvankelijk had de Noord-Nederlandsche Beetwortelsuikerfabriek in Vierverlaten in de behoefte<br />
aan een fabriek in de regio voorzien en het genoemde participatiecontract zorgde ervoor<br />
dat er geen scherpe tegenstelling ontstond met de telers. Door de gestage uitbreiding van<br />
de bietenteelt in het noorden bleek er ruimte te zijn voor een tweede fabriek. In 1912 werd het<br />
principebesluit tot oprichting van een coöperatieve fabriek genomen.<br />
De akte van oprichting van de Vereeniging Friesch-Groningsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek<br />
werd op 16 mei 1913 ondertekend en op 27 juni vond de eerste algemene ledenvergadering<br />
plaats. Als directeur werd aangetrokken J.J. van Doormaal, de directeur van de<br />
suikerfabriek in Standdaarbuiten. Van Doormaal ontwierp een zeer goed geoutilleerde fabriek,<br />
daarin bijgestaan door ingenieur W.K. van Oort en de architect G. Nijhuis. De precieze<br />
verdeling van werkzaamheden is niet bekend, maar aangenomen mag worden dat het architectonische<br />
ontwerp van de gebouwen is gemaakt door G. Nijhuis. De machines werden geleverd<br />
door Röhrig & König uit Maagdenburg. De fabriek produceerde in zijn eerste campagne<br />
nog slechts ruwsuiker. Reeds in de zomer van 1915 werd besloten een raffinaderij aan de installaties<br />
toe te voegen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog beperkte de overheid in het kader van<br />
de stimulering van de graanverbouw de teelt van suikerbieten steeds sterker. De oorlogsperiode<br />
was voor de jonge suikercoöperaties echter geen ongunstige periode. Als gevolg van hoge<br />
suikerprijzen kon ook een goede bietenprijs uitbetaald worden. Dit had een gunstig effect op<br />
bereidheid van boeren om bieten te telen voor de Friesch-Groningsche.<br />
De ingebruikname van de nieuwe suikerfabriek in <strong>Groningen</strong> had directe gevolgen voor de<br />
positie van de Noord-Nederlandsche Beetwortelsuikerfabriek in Vierverlaten. Deze kon de<br />
concurrentie op het gebied van de grondstoffeninkoop nauwelijks aan en in 1918 ging het<br />
gerucht dat de Noord-Nederlandsche te koop was. De Friesch-Groningsche was geïnteresseerd<br />
en deed een bod maar de directie van de Noord-Nederlandsche gaf de voorkeur aan verkoop<br />
aan de Wester Suikerraffinaderij in Amsterdam. Toen de Wester Suikerraffinaderij in<br />
1919 deel ging uitmaken van de Centrale Suiker Maatschappij (CSM) kreeg de Friesch-<br />
Groningsche in de fabriek in Vierverlaten een potentieel geduchte concurrent.<br />
In praktijk ontstond er op een aantal terreinen samenwerking tussen de Friesch-Groningsche<br />
en de Centrale Suiker Maatschappij via de dochteronderneming te Vierverlaten. In januari<br />
1920 sloten de Friesch-Groningsche en de Centrale Suiker Maatschappij een overeenkomst<br />
waarbij werd bepaald dat de CSM gedurende 15 jaar de door de Friesch-Groningsche geproduceerde<br />
witsuiker zou verkopen; ook werd afgesproken dat de door de Noord-Nederlandsche<br />
gemaakte ruwsuiker door de Friesch-Groningsche zou worden geraffineerd. Verder kwamen<br />
de beide partijen overeen dat zij niet zonder elkaar een derde suikerfabriek in het noorden<br />
zouden stichten.<br />
De zeer sterke uitbreiding van het bietenareaal in het noorden stelde beide fabrieken voor een<br />
probleem en reeds in de zomer van 1920 begonnen onderhandelingen tussen de Friesch-<br />
Groningsche en de Centrale Suiker Maatschappij over de oprichting van een derde fabriek.<br />
Nog datzelfde jaar besloten zij in Franeker de NV Frisia op te richten die gezamenlijk door de<br />
Friesch-Groningsche en de CSM geëxploiteerd zou worden. De fabriek werd echter gebouwd<br />
toen de conjunctuur zijn hoogtepunt had bereikt. Na de topjaren 1919-1920 zakte de suikerprijs<br />
weer tot het vooroorlogse niveau en moesten de suikerfabrieken hun uiterste best doen<br />
om rendabel te blijven. De Frisia werd dan ook geen succes en moest in 1929 sluiten. Ook de<br />
Friesch-Groningsche kwam door de dalende suikerprijzen (en bietenprijzen) in moeilijkheden<br />
- 8 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
en in 1931 gaf het bestuur de leden een stillegging van de productie in overweging. De algemene<br />
ledenvergadering besloot echter het bedrijf voort te zetten.<br />
Vanaf 1930 is er in toenemende mate overheidsbemoeienis met de suikerindustrie, eerst in de<br />
vorm van een invoerrechtheffing op witsuiker en van een contigenteringsovereenkomst voor<br />
de suikerafzet op de binnenlandse markt. In 1931 werd een productiepremie op de bietenteelt<br />
ingevoerd die in de volgende jaren telkens verhoogd moest worden. Verder werd in 1933 een<br />
vaste bietenprijs aan de telers toegezegd; tevens werd de suikerfabrieken, om hen in staat te<br />
stellen deze vaste prijs te betalen, een bepaalde opbrengst voor suiker, pulp en melasse gegarandeerd.<br />
Als laatste stap in de bescherming van de suikerindustrie volgde in 1934 een overeenkomst<br />
tot contingentering van de bietenoogst. Op deze manier hielden de zes particuliere<br />
en zes coöperatieve fabrieken het hoofd boven water tot 1940, waarna de oorlog en de bezetting<br />
de situatie drastisch veranderden.<br />
Tijdens de bezetting werden maatregelen genomen om zoveel mogelijk door de eigen landbouw<br />
in de binnenlandse behoefte aan voedsel te voorzien. De bietenteelt werd gestimuleerd<br />
maar door de buitengewone omstandigheden zoals daling van het aantal beschikbare arbeidskrachten,<br />
transportproblemen, gebrek aan hulpstoffen en inundatie van landbouwgrond werd<br />
het ieder jaar moeilijker een campagne te draaien. In 1944 werkte de Friesch-Groningsche als<br />
enige suikerfabriek boven de grote rivieren maar slechts gedurende één week. Tijdens de bezetting<br />
werd de overheidsbemoeienis met het bedrijfsleven ingrijpend veranderd. De suikerindustrie<br />
kreeg vooral te maken met twee organen: de Vakgroep Suikerindustrie en het Bedrijfschap<br />
voor Suiker.<br />
Na de bevrijding volgde al snel een herstel van de bietenteelt en deze kwam spoedig weer op<br />
de vooroorlogse vijf procent van het areaal. Tot 1958 kon de binnenlandse industrie echter<br />
niet voldoen aan de binnenlandse behoefte en ook na 1958 was dit niet altijd mogelijk. De<br />
suikerindustrie heeft te maken met grote en moeilijk voorspelbare schommelingen in zowel de<br />
bietenoogst en als in de suikeropbrengst. Dat bemoeilijkte van oudsher een sterke regulering<br />
van deze industrie van regeringswege. Niettemin zette de overheidsbemoeienis met alle aspecten<br />
van de suikerproductie zich voort. Na 1948 was er aanvankelijk een groot aanbod van<br />
bieten dat maar moeilijk verwerkt kon worden. Capaciteitsvergroting van de fabrieken loste<br />
dit probleem op. De Friesch-Groningsche werkte, onder leiding van de nieuwe directeur<br />
H.W.L. Koning, aan een verregaande modernisering in de vorm van twee vijf-jarenplannen.<br />
Toen de surplussen eenmaal verwerkt konden worden ontstond andermaal een strijd om de<br />
grondstof. De belangstelling concentreerde zich vooral op de nieuwe bietenproducerende gebieden:<br />
de zandgronden van Brabant en Limburg en de IJsselmeerpolders. Toen in 1953 weer<br />
een overeenkomst tot contingentering van de bietenoogst werd gesloten deed de Friesch-<br />
Groningsche niet mee omdat het bestuur meende de weg van de vergroting van het aantal leden<br />
en geplaatste aandelen te moeten kiezen.<br />
De teelt in het noorden van het land bleef echter achter bij de verwachtingen en in 1962 gaf de<br />
Friesch-Groningsche te kennen ook aan de contingentering mee te willen doen. Nauwere samenwerking<br />
tussen de particuliere en coöperatieve industrie was een steeds terugkerend thema.<br />
Over incidentele kwesties werd regelmatig overleg gepleegd, maar van georganiseerde<br />
samenwerking was nauwelijks sprake. Wel deden de coöperaties in 1965 een bod op alle uitstaande<br />
aandelen van de Centrale Suiker Maatschappij maar dit aanbod werd door de CSM<br />
van de hand gewezen. Overigens lag het aandeel van de coöperaties in de bieten- en suikermarkt<br />
op ongeveer 63 procent en dat van de CSM op 37 procent. Het overleg tussen de vier<br />
coöperaties over het bod op de Centrale Suiker Maatschappij aandelen leidde wel tot de op-<br />
- 9 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
richting van de Suiker Unie, een top-coöperatie met als doel: de coördinatie van investeringen,<br />
de rationalisatie van het vervoer van suiker, bieten en nevenproducten, de concentratie<br />
van kennis, ervaring en kapitaal en de bundeling van beleid en invloed. De vier coöperaties<br />
bleven voorlopig als zodanig bestaan totdat de integratie in de Suiker Unie voltooid zou zijn.<br />
Per 31 december 1970 werden de samenwerkende verenigingen opgeheven en de telers werden<br />
nu rechtstreeks lid van de Suiker Unie. De Friesch-Groningsche werd de fabriek <strong>Groningen</strong><br />
van de Suiker Unie.<br />
Omdat in de suikerindustrie geen verdere zelfstandige groei meer mogelijk was, heeft de Suiker<br />
Unie ook andere activiteiten in de agrarische sector ontwikkeld. Begin jaren negentig<br />
kende de Suiker Unie vier groepen activiteiten: suiker, zaden, fruit & groenten en specerijen.<br />
Als gevolg van deze diversificatie volgde in 1996 een naamswijziging van de coöperatie tot<br />
Cosun. Bij het honderdjarige bestaan van het oudste onderdeel uit de coöperatie, de „Eerste<br />
Nederlandsche Coöperatie Beetwortelsuikerfabriek‟ (Sas van Gent), werd de naam gewijzigd<br />
in „Royal Cosun‟ (Koninklijke Coöperatie Cosun U.A.). In 2007 heeft Royal Cosun ook de<br />
CSM overgenomen. Bij deze overname ging Cosun er nog van uit dat de beide fabrieken van<br />
Hoogkerk en <strong>Groningen</strong> hard nodig waren voor de suikerproductie. Nog geen twee jaar later<br />
bleek deze situatie radicaal gewijzigd. Oorzaak hiervan was een aanpassing van het suikermarktbeleid<br />
door de Europese Unie, waarbij het bietsuikerquotum werd verlaagd van 18 naar<br />
12 miljoen ton. Daarop besloot Cosun in januari 2008 tot een onmiddellijke sluiting van de<br />
fabriek in <strong>Groningen</strong>. Inmiddels is een start gemaakt met de afvoer van bruikbare installaties<br />
en sloop van de gebouwen. In juni 2009 hebben de Suikerunie en de gemeente <strong>Groningen</strong> een<br />
intentieovereenkomst getekend voor de verkoop van de terreinen. 3<br />
3 Bronnen: www.suikerunie.nl (geschiedenis van Suiker Unie) en www.cosun.nl (cosun nieuws, 19-06-2009).<br />
- 10 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
4. Bouwgeschiedenis<br />
Onderstaand overzicht van de bouwgeschiedenis is toegespitst op het hoofdgebouw van het<br />
complex, waarvan de kern uit 1914 bestaat. Vrijwel alle oude bijgebouwen zijn in de jaren<br />
zeventig en tachtig gesloopt bij een complete herinrichting van het terrein.<br />
Bouwfase 1 (1913-1914)<br />
Op 16 mei 1913 werd de Vereeniging Friesch-Groningsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek<br />
is opgericht voor de bouw en exploitatie van een coöperatieve beetwortelsuikerfabriek.<br />
De eerste directeur van de coöperatie was J.J. van Doormaal, voordien directeur de directeur<br />
van de suikerfabriek in Standdaarbuiten. Hij wist een groot terrein ten westen van de stad<br />
<strong>Groningen</strong> te verwerven voor de bouw van een suikerfabriek, strategisch gelegen aan het<br />
Hoendiep en de spoorlijn Leeuwarden - <strong>Groningen</strong>. Vermoedelijk was J.J. van Doormaal verantwoordelijk<br />
voor het ontwerp van de fabriek, bijgestaan door ingenieur W.K. van Oort en<br />
de architect G. Nijhuis. De precieze verdeling van werkzaamheden is niet bekend, maar aangenomen<br />
mag worden dat het architectonische ontwerp van de gebouwen is gemaakt door de<br />
architect G. Nijhuis. Voor de levering van de machines werd de firma Röhrig & König uit<br />
Maagdenburg ingeschakeld.<br />
Noord<br />
Fragment van de situatietekening voor de bouw van de Coöperatieve Friesch Groningsche Beetwortelsuikerfabriek,<br />
volgens een tekening van 9 oktober 1913 (Archief RO/EZ). De fabriek bestond uit een<br />
washuis (A), voorgebouw (B, ook hoofdgebouw genaamd), suikerhuis (C), suikerpakhuis (D), machinekamer<br />
(E), ketelhuis (F), gebouw met kalkovens (G) en kalkmengers (H), laboratorium (I), lokaal<br />
voor pompen (k), privaten etc (L) en schoorsteen (M). Het terrein vertoonde geringe hoogteverschillen,<br />
namelijk van -0,3 tot -0,75 meter WP (Winschoter Peil). Het gebouw is op een podium op 0 meter<br />
WP geplaatst, omgeven door flauwe hellingen van 1/10 en 1/90. De laatstgenoemde helling sloot aan<br />
op de kade van het Hoendiep. Rondom de contour van het gebouw staat de funderingsput aangegeven,<br />
waarvan de bodem op -3,00 meter WP lag. Op dat niveau zijn houten palen geslagen, waarop betonnen<br />
voetmuren. De bakstenen gevels zijn op deze betonnen voetmuren opgetrokken.<br />
- 11 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Het ontwerp is uitgetekend in het najaar van 1913. Op 29 januari 1914 verleende B&W van<br />
de gemeente <strong>Groningen</strong> vergunning voor de bouw van een „nieuwe fabriek met schoorsteen,<br />
suikerpakhuis en suikerhuis en kantoorgebouw‟ en twee andere gebouwen met badcellen,<br />
privaten en waterplaatsen.<br />
Het hoofdgebouw van de fabriek heeft een compacte U-vormige opzet, bestaande uit een<br />
langgerekte zuidvleugel (gebouw A-B-C-D), een korte dwarsvleugel (kalkgebouw G-H) en<br />
een noordvleugel (laboratorium- en pompengebouw I-K en ketelhuis F). Door de hoogteverschillen<br />
van de gebouwen heeft het complex een afwisselende bouwmassa. De gebouwen<br />
hebben flauwe zadeldaken, deels voorzien van lichtstraten. Alleen het kalkgebouw heeft een<br />
gebogen kapvorm.<br />
Overzicht van de zuidgevel van de fabriek tijdens de bouw in 1914 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
Van links naar rechts: het tweelaags suikerpakhuis (D), het hoge suikerhuis (C) en het tweelaags<br />
voorgebouw (B). Rechts voor het gebouw is het kantoorgebouw herkenbaar, dat met een loopbrug<br />
verbonden werd met het hoofdgebouw van de fabriek.<br />
<strong>Links</strong>: detail van de kopgevel van het hoge suikerhuis, circa 1914 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
Op deze foto valt de verzorgde, representatieve gevelarchitectuur van gevels goed te herkennen.<br />
In de rechter langsgevel van dit gebouw zijn op het hoogste niveau siervelden in de nissen aangebracht.<br />
De pilasters in de kopgevels worden beëindigd met ‘koppen’ van wit graniet.<br />
Rechts: overzicht van het ‘lage’ ketelhuis, vlak na de bouw in 1914 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
Alleen de langsgevels van het ketelhuis zijn uitgevoerd in stalen vakwerk met baksteen invullingen.<br />
Het achterste deel heeft bakstenen gevels met pilasters, zoals de overige gebouwen (laboratorium<br />
en pomplokaal). De kopgevel heeft dezelfde manifeste architectuur als de overige gebouwen.<br />
- 12 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
De fundering bestaat uit houten palen en betonnen voeten. Deze betonnen voeten zijn tot ongeveer<br />
het maaiveld opgetrokken, deels zichtbaar als plint. Vrijwel alle gebouwen hebben<br />
massieve bakstenen gevels, die naar boven toe verjongen. De gevels worden in traveeën verdeeld<br />
door middel van pilasters, die vlak onder de dakvoet zijn gekoppeld door lijstwerk<br />
(spaarvelden). Deze verdeling in traveeën vormt het stramien voor de plaatsing van de (stalen)<br />
vensters en deuren. De flauw hellende kopgevels zijn afgedekt met deklijsten van wit graniet,<br />
onderbroken door de geprofileerde bekroningen van de pilasters. Ook deze bekroningen zijn<br />
uitgevoerd in wit graniet. De verdere versiering van de gevels bestaat uit spekbanden en segmentboogvormige<br />
ontlastingsbogen in helderrode strengperssteen, geprofileerde cordonlijsten<br />
(horizontale banden) en gevelbeëindigingen. In de langsgevels correspondeert de geleding in<br />
traveeën met het aantal spanten van het dak. De ijzeren vakwerkspanten van de kappen zijn<br />
opgelegd in de muren, juist op de punten waar deze zijn verstevigd met pilasters.<br />
De langsgevels van het ketelhuis hadden als enige een afwijkende gevelvorm, namelijk stalen<br />
vakwerkconstructies met invullingen in baksteen en glas. Ook de opbouw op het washuis had<br />
een stalen vakwerkconstructie, ingevuld met baksteen.<br />
Noord<br />
.<br />
De hoofdgebouwen van het fabriekscomplex uit 1914 (fase 1), ingetekend op een overzicht van het<br />
fabrieksterrein omstreeks 1980 (archief RO/EZ). Ten zuiden van de fabriek ligt het kantoorgebouw,<br />
verbonden met het hoofdgebouw door middel van een loopbrug.<br />
Bouwfase 2 (1915-1917)<br />
De fabriek produceerde in zijn eerste campagne slechts ruwsuiker. Daarom werd in de zomer<br />
van 1915 besloten om een raffinaderij aan de installaties toe te voegen. Voor de suikerindustrie<br />
bleek de Eerste Wereldoorlog een goede en lucratieve periode, ondanks het feit dat de<br />
Rijksoverheid pogingen deed om de suikerbietenteelt terug te dringen ten gunste van de<br />
graanproductie. De hoge suikerprijzen maakten het namelijk mogelijk om een goede prijs<br />
voor de suikerbieten te betalen. En op die wijze steeg het aanbod.<br />
Gedurende deze periode hebben diverse uitbreidingen plaatsgevonden. Op 12 mei 1915 verkreeg<br />
de Friesch-Groningsche vergunning voor de uitbreiding van het administratiegebouw<br />
met een aanbouw. De volgende aanvraag (19 juli 1915) betrof een uitbreiding van het bestaande<br />
suikerpakhuis en de bouw van een tweelaags pakhuis met twee flauwe zadeldaken<br />
naast het bestaande suikerpakhuis. Dit is het oude entrepot. De architectuur en constructie<br />
(met stalen kapspanten) van deze uitbreidingen zijn vrijwel identiek aan de bestaande bebouwing.<br />
Van de bestaande kopgevel van het suikerpakhuis zijn in elk geval de granieten dekstenen<br />
en koppen van de pilasters hergebruikt, mogelijk ook de profielstenen. Uit de bouwtekeningen<br />
valt op te maken dat de uitbreiding van het bestaande suikerpakhuis een betonnen tussenvloer<br />
bezat, het nieuwe pakhuis een ongedeelde ruimte over twee lagen. In aansluiting op<br />
- 13 -<br />
Hoendiep
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
de bestaande architectuur, hebben de gevels vensters op twee niveaus. De onderste reeks vensters<br />
is echter als nissen uitgevoerd (blindvensters). De flauwe zadeldaken worden gedragen<br />
door stalen kolommen en vakwerkspanten. Het ontwerp voor deze uitbreidingen is getekend<br />
en ondertekend door G. Nijhuis en W.K. van Oort. De betonwerken zijn geleverd door de<br />
firma H. Vriens uit Breda, fabriek van gewapend en ongewapend beton en cementijzerwerken.<br />
Het vermoeden bestaat dat de stalen spanten en ramen zijn geproduceerd door De Vries<br />
Robbé uit Gorinchem.<br />
Dwarsdoorsnede van de uitbreiding van het suikerpakhuis uit 1914, volgens de bouwaanvraag van<br />
1915 (archief RO/EZ).<br />
Noord<br />
.<br />
De uitbreidingen van het hoofdgebouw van het fabriekscomplex in de periode 1915-1917 (fase 2),<br />
ingetekend op een overzicht van het fabrieksterrein omstreeks 1980. Ten zuiden van de fabriek ligt het<br />
kantoorgebouw, verbonden met het hoofdgebouw door middel van een loopbrug. De nieuwe gebouwen<br />
zijn in rood aangegeven.<br />
- 14 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
De bouwaanvraag van 17 april 1916 betrof de oprichting van portierswachthuisje, een weeghuis,<br />
twee bergruimten, twee kantoren, een machinegebouw en een directiekeet. Deze directiekeet<br />
was bestemd als tijdelijke woning. En in 1917 volgde de aanvraag voor het realiseren<br />
van een kleine aanbouw aan het bestaande ketelhuis (vijf traveeën), twee roetkamers aan<br />
weerszijden van de fabrieksschoorsteen, een noritstation en een tijdelijk schaftlokaal met<br />
bergruimte. Het ontwerp van deze gebouwen is getekend door G. Nijhuis. Op 11 juni 1917<br />
volgde de aanvraag voor de bouw van een aftakstation (trafohuisje), ten behoeve van de hoogspanningsaansluiting<br />
van de suikerfabriek aan het hoogspanningskabelnet van het Provinciaal<br />
elektriciteitsbedrijf.<br />
Overzicht van het kantoorgebouw naast het fabriekscomplex, gebouwd in 1914 en uitgebreid in 1915<br />
(foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’). Op de achtergrond is de skyline van de stad <strong>Groningen</strong> herkenbaar.<br />
Bouwfase 3 (1921/ 1922)<br />
Kort voor 1920 vond een zeer sterke uitbreiding plaats van het bietenareaal in de provincies<br />
<strong>Groningen</strong> en Friesland, zodat het aanbod van suikerbieten aanzienlijk toenam. Met name<br />
1919 en 1920 waren topjaren. In 1921 en 1922 heeft de Friesch-Groningsche aanzienlijke<br />
uitbreidingen gerealiseerd, waarbij de gehele fabriek in fasen gereorganiseerd is.<br />
De eerste aanvraag voor een uitbreiding (29 mei 1919) betrof een uitbreiding tegen het in<br />
1915 gerealiseerde nieuwe suikerpakhuis. Dit plan is pas uitgevoerd in 1922, volgens een<br />
aangepast plan.<br />
In 1921 werd een vergunning verkregen voor de bouw van een pulploods (pulp-entrepot) op<br />
het westelijke deel van het terrein en een aanbouw van een ruimte voor verdamping aan het<br />
voorgebouw, beide naar ontwerp van de architect G. Nijhuis. De betonwerken voor de pulploods<br />
zijn geleverd door de NV Bredasche Beton Maatschappij v/h H. Vriens, die onder een<br />
andere naam reeds eerder werk voor de Friesch-Groningsche had geleverd.<br />
Onderdeel van deze aanvraag was een kleine uitbreiding van het ketelhuis. Deze uitbreiding is<br />
niet gerealiseerd, want enige maanden later (begin 1922) volgde een aanvraag voor een zeer<br />
- 15 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
omvangrijke verbouwing van het ketelhuis, waarbij het tweelaags gebouw werd opgehoogd<br />
tot vier lagen. Hierbij werd tevens de bestaande vakwerkgevels vervangen door bakstenen<br />
gevels, waarvan de architectuur aansluit op die van de rest van het complex. De vakwerkgevels<br />
waren ongetwijfeld te licht uitgevoerd om een verhoging tot vier bouwlagen te kunnen<br />
realiseren. Twee stukken van de gevel hoefden niet te worden vervangen, namelijk de zijgevels<br />
van het laboratorium en pomplokaal. Deze waren reeds uitgevoerd in baksteen. De granieten<br />
dekplaten en pilasterkoppen zijn herplaatst in de nieuwe kopgevel.<br />
Noord<br />
.. .<br />
.<br />
De uitbreidingen van het hoofdgebouw van het fabriekscomplex in de periode 1921-1922 (fase 3),<br />
ingetekend op een overzicht van het fabrieksterrein omstreeks 1980. Van de bijgebouwen is alleen de<br />
grote pulploods getekend. Nieuwe gebouwen zijn in rood aangegeven, ingrijpend gewijzigde en verhoogde<br />
gebouwen in goudkleur.<br />
Overzicht van de suikerfabriek in 1946, gezien vanuit het noordoosten (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
Rechts is het in 1921 verhoogde en grotendeels vernieuwde Ketelhuis herkenbaar.<br />
De vergunning van 1922 betrof ook een uitbreiding en verhoging van het suikerpakhuis uit<br />
1915 met één bouwlaag, geheel conform de bestaande architectuur. De begane grond van het<br />
gebouw werd in gebruik verzelfstandigd door toevoeging van een betonconstructie, bestaande<br />
uit kolommen, balken en vloeren. De hoge eerste verdieping kreeg een pakhuisfunctie. De<br />
kapconstructie bestaat uit stalen kolommen en de hergebruikte stalen spanten uit 1915.<br />
- 16 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
2<br />
1<br />
Overzicht van het westelijke deel van de suikerfabriek in 1955 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
Op deze foto zijn het oude entrepot (1) en nieuwe entrepot (2, gesloopt in 1979) herkenbaar, evenals<br />
het ‘klontjesgebouw’ (3). Ter plaatse van de aansluiting van het ‘klontjesgebouw’ op het Suikerpakhuis<br />
is een plaatselijke verhoging zichtbaar.<br />
Het nieuwe entrepotgebouw met suikeropslag, circa 1922 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
- 17 -<br />
3
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Naast het oude entrepot werden een nieuw entrepot (gesloopt in 1979) en een melassetank<br />
(gesloopt) gebouwd. In opzet en architectuur leek dit gebouw sterk op het oude entrepot. De<br />
afschuining aan de noordwestzijde van dit gebouw had te maken met het beloop van een bedrijfsspoorlijn.<br />
Bouwfase 4 (kleinschalige wijzigingen, 1924-1945)<br />
Na de topjaren 1919 en 1920 zakte de suikerprijs terug tot het vooroorlogse niveau, waardoor<br />
de suikerfabrieken alles op alles zetten om rendabel te blijven. Dat was ook het geval voor de<br />
Friesch-Groningsche. In 1930 waren de problemen van de fabriek zo groot, dat zelfs sluiting<br />
werd overwogen.<br />
In de jaren dertig werd de suikermarkt van overheidswege sterk gereguleerd, aanvankelijk<br />
door invoerrechtheffingen op witsuiker, contingenteringsovereenkomsten voor de binnenlandse<br />
markt en productiepremies op de bietenteelt. Na 1933 volgen vaste prijzen voor de bieten<br />
en suikerproducten. Tenslotte wordt ook de bietenteelt gecontingenteerd. Daarmee wist ook<br />
de Friesch-Groningse het hoofd boven water te houden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel<br />
de suikerproductie sterk terug, vanwege de steeds geringere beschikbaarheid van arbeidskrachten,<br />
transportproblemen, gebrek aan hulpstoffen en inundatie van landbouwgrond. In<br />
1944 bleef de bietencampagne beperkt tot slechts één week.<br />
Noord<br />
.<br />
..<br />
.<br />
De uitbreidingen van het hoofdgebouw van het fabriekscomplex in de periode 1924-1945 (fase 4),<br />
ingetekend op een overzicht van het fabrieksterrein omstreeks 1980. Nieuwe gebouwen en uitbreidingen<br />
zijn in rood aangegeven.<br />
Na de grootschalige verbouwingen van 1921-‟22 hebben nog enkele aanpassingen plaatsgevonden<br />
in de periode 1924-1927. In 1924 werd een tijdelijke houten loods gebouwd, ten behoeve<br />
van een kantoorfunctie. Tegen de kopgevel van het ketelhuis is in 1925 een kleine aanbouw<br />
gerealiseerd, het kleine ketelhuis. In 1926 volgden de bouw van een fundatie voor een<br />
kraanspoor en de bouw van 7 kolenbunkers.<br />
Een relatief kleinschalige, maar wel ingrijpende uitbreiding betrof de vergroting van het oorspronkelijke<br />
voorgebouw in zuidelijke richting in 1927, ten behoeve van de vergroting van de<br />
„diffusieruimte‟. Het voorgebouw was in de jaren twintig in gebruik als „kookhuis‟. Om de<br />
hal te verbreden werd bijna de gehele zuidgevel van het gebouw gesloopt en ongeveer 3 meter<br />
zuidelijker in precies dezelfde architectuur en detaillering herbouwd. Wellicht zijn onderdelen<br />
uit de bestaande gevel hergebruikt, zoals de stalen ramen. Er zijn geen aanwijzingen voor<br />
hergebruik van de baksteen, want de profielstenen onder de stalen ramen zijn vernieuwd. De<br />
- 18 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
bestaande stalen spanten werden met een vak verlengd, zodat ze opgelegd konden worden in<br />
de nieuwe gevel. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door De Vries Robbé uit Gorinchem.<br />
In de periode 1930-‟40 hebben slechts kleine aanpassingen en uitbreidingen van de fabriek en<br />
het kantoor plaatsgevonden (1938). Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn alleen onderhoudswerkzaamheden<br />
uitgevoerd.<br />
Bouwfase 5 (1945-1957, moderniseringen en uitbreidingen)<br />
Na de bevrijding volgde al snel een herstel van de bietenteelt, zodanig zelfs dat er capaciteitstekorten<br />
ontstonden bij de verwerking van de bieten tot suiker. Onder leiding van de nieuwe<br />
directeur H.W.L. Koning werkte de Friesch-Groningsche aan een verregaande modernisering<br />
in de vorm van twee vijfjarenplannen.<br />
In 1947 hebben aanpassingen in het terrein plaatsgevonden, waaronder de bouw van een autogor<br />
(opslagplaats met zwemgoten voor suikerbieten), het omleggen van de bestaande toegangsweg<br />
met spoorwegovergang, het verplaatsen van drie weegbruggen en van een portiersloge<br />
met weeghuisje. In 1948 volgde een herinrichting van het bietenopslagterrein.<br />
De meest grootschalige verbouwingen in deze periode betroffen de vernieuwing van alle installaties<br />
van het ketelhuis en de machinekamer in de periode 1949 - 1953, nadat de bestaande<br />
installaties door het stoomwezen waren afgekeurd. Niet alleen hebben hierbij grootschalige<br />
vernieuwingen in de draagconstructies plaatsgevonden (aanbrengen van nieuwe betonconstructies,<br />
betonnen tussenvloeren en vernieuwing van een deel van de stalen spanten), maar<br />
ook een uitbreiding in westelijke richting. Deze uitbreiding is uitgevoerd in dezelfde stijl als<br />
het bestaande gebouw; wel zijn er afwijkingen in het metselwerk te zien. Verder zijn diverse<br />
elementen uit de bestaande kopgevel van het ketelhuis hergebruikt, waaronder de granieten<br />
dekplaten en pilasterkoppen, vensters en deuren. De ruimte tussen de noordelijke en zuidelijke<br />
vleugel van het complex werd volledig bebouwd als onderdeel van het ketelhuis, waarbij<br />
een deel van de bestaande bebouwing is gesloopt. Hoogstwaarschijnlijk is toen het oostelijke<br />
deel van het oude ketelhuis in gebruik genomen als feestzaal (theaterzaal) met alle bijbehorende<br />
voorzieningen. Bij de herinrichting van de machinekamer is een gewapend betonnen<br />
tussenvloer toegevoegd. De bestaande stalen kapconstructie kreeg een dakdekking van bimsbetonplaten.<br />
Noord<br />
.. .<br />
.<br />
De uitbreidingen van het hoofdgebouw van het fabriekscomplex in de periode 1945-1957 (fase 5),<br />
ingetekend op een overzicht van het fabrieksterrein omstreeks 1980. Nieuwe gebouwen zijn in rood<br />
aangegeven, ingrijpend gewijzigde en verhoogde gebouwen in goudkleur.<br />
- 19 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
In 1952 is een kleine aanbouw tegen het voorgebouw geplaatst, waarin een bietenpomp werd<br />
opgesteld. Verder zijn een nieuwe kalkloods (1953) tot stand gekomen, verscheidene uitbreidingen<br />
aan het kantoorgebouw (1954-„58), een tarreerlokaal met laboratorium en kantoren<br />
(1954), een suikerzakkenloods (1954), een houten loods (1955), houten barakken voor tijdelijke<br />
huisvesting van het campagnepersoneel (1956) en tijdelijke uitbreidingen van de fabriek<br />
(1957).<br />
Uitsnede uit het situatieplan van de Friesch-Groningsche Coöperatieve Beetwortelfabriek in februari<br />
1960 (archief RO/EZ). Deze tekening is gemaakt ten behoeve van de bouw van het zeefgebouw (1960).<br />
De legenda van deze tekening geeft inzicht in het functioneren van de fabriek, voorafgaande aan de<br />
grootschalige verbouwingen vanaf de jaren zestig (niet alle gebouwen staan op deze uitsnede):<br />
01. Scheepsgorren<br />
02. Nettengor<br />
03. Reservegrot<br />
04. Bietenpompgebouw<br />
05. Washuis<br />
06. Voorfabriek<br />
07. Kantoren en laboratorium<br />
08. Suikerhuis<br />
09. Machinekamer<br />
10. Electrowerkplaats<br />
11. Kalkovens<br />
12. Werkplaats<br />
13. Magazijn<br />
14. Dunsap accu‟s<br />
15. Schoorsteen<br />
16. Ketelhuis (CV)<br />
17. Pulpdrogerij<br />
18. Vuurhaarden Pulpdrogerij<br />
19. Pompenkamer<br />
20. Ketelhuis<br />
21. Ventilatorenkamer<br />
22. Kleinverpakking<br />
23. Oud Entrepot<br />
24. Nieuw Entrepot<br />
25. Melassetanks<br />
26. Tarreerlokaal<br />
27. Rijwielstalling<br />
28. Pompstation oost<br />
29. Portiershuisje<br />
30. Weegbrug pulp<br />
31. Weegbrug bieten<br />
32. Weegbrug<br />
33. Weegbrug wagons<br />
34. Timmerwerkplaats<br />
35. Garage.<br />
36. Kalkmelkgebouw<br />
37. Kalkloods<br />
38. Trafostations<br />
39. Kolen- en kalksteenopslag<br />
40. Schuimaardeopslag<br />
41. Bergplaats voor campagnemateriaal<br />
42. Pulploods<br />
43. Pulploods<br />
44. Bezinkputten<br />
45. Pompstation west<br />
46. Locomotiefloods<br />
47. Zakkenloods<br />
48. Wagon-Elfa<br />
49. Auto-Elfa<br />
50. Toilet<br />
51. Man-trolleybaan<br />
- 20 -<br />
52. Watergemaal<br />
53. Woning<br />
54. Pulpwaterbezinkput<br />
55. Woning directeur<br />
56. Constructiewerkplaats<br />
57. Houtopslag<br />
58. Ketelhuis, Melassestation<br />
59. Olietank<br />
60. Pompstation, olietank<br />
61. Huisvesting voor campagnepersoneel<br />
62. IJzerkraal<br />
63. Brandspuit en BBmateriaal<br />
64. Waterleiding (10 m 3 )<br />
65. Melasseleiding<br />
66. Pulpblaasleiding<br />
67. Cokes Transportbaan<br />
68. Auto Rupro<br />
69. Wagon Rupro<br />
70. Melassestation<br />
71. Suikersilo‟s (plan)<br />
72. Pompstation west<br />
73. Hoendiepwaterpompen
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Bouwfase 6 (verdichting en verhoging, 1958 - 1962)<br />
Vanaf de jaren vijftig vond een bijna aaneengesloten reeks verbouwingen plaats, waarbij alle<br />
installaties worden vernieuwd. Hiermee wordt een aanzienlijke schaalvergroting van de productie<br />
bereikt. In 1958/1959 wordt het westelijk deel van het zuidvleugel of het „kookhuis‟<br />
verhoogd met twee bouwlagen, het voormalige suikerpakhuis (1914). Dit is de eerste uitbreiding<br />
van het complex, waarbij de gevels in duidelijk afwijkende vorm worden uitgevoerd. De<br />
gevels van de onderbouw worden wit geschilderd. Inwendig krijgt het gebouw een aantal tussenvloeren,<br />
uitgevoerd in een (gelaste) staalconstructie met betonnen vloeren. Een vide in het<br />
gebouw zorgt ervoor dat het licht tot op de begane grond doordringt. De kap wordt afgedekt<br />
met bimsbetonplaten.<br />
In 1959 volgen de bouw van een pomphuisje, drie melassetanks op betonnen funderingen en<br />
een aanpassing van de technische kantoren. Uit 1960 dateert het zeefgebouw, dat boven op de<br />
oostelijke uitbreiding van het oude entrepot (het „klontjesgebouw‟ uit 1921) is geplaatst. De<br />
constructie van het zeefgebouw is uitgevoerd in beton, staande op pulspalen van “De Waal”.<br />
Het zeer flauwe zadeldak is afgedekt met linexplaten en afgedekt met mastiekdak en fijn<br />
grind. Een stofexplosie in 1965 ontzet de gevels, waarna deze in versoberde vorm weer worden<br />
ingevuld. Tegelijk met het zeefgebouw zijn twee suikersilo‟s en een elevatorgebouw gerealiseerd.<br />
Deze silo‟s zijn samengesteld uit betonnen elementen van 2,5 meter hoogte.<br />
Luchtfoto van de suikerfabriek in 1960 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’). Op het moment van de<br />
foto was men bezig met de bouw van het zeefgebouw, de beide betonnen silo’s en de loopbrug met een<br />
suikertransportband. Tegen de oostgevel van het oude entrepot valt de constructie van een luifel te<br />
herkennen, hier nog zonder dakbedekking. Deze luifel is gesloopt in de jaren tachtig, zodat er nu alleen<br />
nog bouwsporen vallen te herkennen.<br />
- 21 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Eveneens uit 1960 dateren het zakkenmagazijn met personeels-accommodatie, het laadstation<br />
voor bulk-auto‟s en drie loopbruggen voor voetgangers en transportgoederen. In 1961 zijn<br />
twee loodsen aan het Hoendiep herplaatst en betonfunderingen aan het Hoendiep geplaatst ten<br />
behoeve van verplaatsing van drie melassetanks. Tegen de oost- en zuidgevel van het suikerpakhuis<br />
is een luifel geplaatst (intussen weer verdwenen). En uit 1962 dateert het fabrieksgebouw<br />
voor verwerking van suikerbieten, het zogenaamde diffusiegebouw met 2 diffusietorens<br />
en 3 verbindingskokers.<br />
Noord<br />
De uitbreidingen van het hoofdgebouw van het fabriekscomplex in de periode 1958-1962 (fase 6),<br />
ingetekend op een overzicht van het fabrieksterrein omstreeks 1980. Nieuwe gebouwen zijn in rood<br />
aangegeven, ingrijpend gewijzigde en verhoogde gebouwen in goudkleur.<br />
Bouwfase 7 (diverse aanpassingen 1967-1974)<br />
In de periode tussen 1967 en 1974 zijn voornamelijk bijgebouwen toegevoegd en verbouwd.<br />
Bovendien is het terrein op vele punten heringericht. De bouwdossiers van RO/EZ getuigen<br />
van de bouw van een ontvangststation voor aardgas (1967), een derde silo van gewapend beton<br />
en een houten kap met mastiekbedekking (1967), een installatie voor het indikken van<br />
bieten-zwemwater annex pompenkelder, een gebouw voor het onderbrengen van een luchtconditioneringsinstallatie<br />
voor de silo‟s (1968), de vergroting van het diffusiegebouw en de<br />
vernieuwing van een diffusietoren (1969), de bouw van een kalkovenstation en kalkbunkers<br />
(1971), de bouw van centrale werkplaatsen (1971), de bouw van een autobietenopslag (1972)<br />
en vergroten van het poedergebouw, de bietenopslag met kiepstation en een transportband<br />
(1972). Uit 1973 dateert het tarreerlokaal.<br />
Bouwfase 8 (opnieuw moderniseringen, vanaf 1977)<br />
Eind jaren zeventig hebben opnieuw moderniseringen van gebouwen en installaties plaatsgevonden,<br />
die ingrijpen op de oudste kern van het complex. Uit 1977 dateren het nieuwe kantoorgebouw,<br />
de nieuwe schoorsteen, een stord persengebouw en het pomp- en bedieningsgebouw<br />
voor de bietengor. Verder is de bietenopslag veranderd en vergroot. In 1978 is een<br />
nieuw suikerhuis gebouwd, pal tegen het oude voorgebouw. Hetzelfde jaar zijn de wasinrichting,<br />
het snijmolenstation en de diffusie aangepast. Voor de bouw van de vierde silo in 1979 is<br />
het nieuwe entrepotgebouw uit 1921 gesloopt.<br />
Van de jongste uitbreidingen en wijzigingen zijn nog geen tekeningen aanwezig in het bestudeerde<br />
bouwdossier van RO/EZ.<br />
- 22 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Noord<br />
.<br />
De uitbreidingen van het hoofdgebouw van het fabriekscomplex in de periode na 1977 (fase 8), ingetekend<br />
op een overzicht van het fabrieksterrein omstreeks 1980. Nieuwe gebouwen zijn in rood aangegeven.<br />
- 23 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
- 24 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
5. Cultuurhistorische dragers van het complex<br />
Inleiding<br />
Volgens een inventarisatie van de Projectbureau Industrieel Erfgoed hebben er in Nederland<br />
in totaal 42 beetwortelsuikerfabrieken gestaan. Hiervan is het gros gesloopt. Van sommige<br />
zijn slechts een paar restanten bewaard gebleven, zoals een pakhuis, een barak of een ketelhuis.<br />
In 1994 waren nog vijf van de twaalf toen overgebleven fabrieken in bedrijf. 4 Deze nog<br />
resterende suikerfabrieken waren ingrijpend gemoderniseerd en grondig verbouwd, mede als<br />
gevolg van de enorme schaalvergroting in deze industrietak.<br />
Recent worden ook deze gemoderniseerde en fors uitgebreide suikerfabrieken met sluiting<br />
bedreigd of zijn al gesloten in verband met het beleid van de Europese Unie om de bietsuikerproductie<br />
in Europa drastisch te reduceren, zoals de Suikerunie-bedrijven Puttershoek (2004)<br />
en <strong>Groningen</strong> (2008).<br />
Cultuurhistorische betekenis<br />
Omdat het productieproces in de beetwortel (biet)suikerindustrie in de periode 1850 - 1950<br />
niet wezenlijk veranderde, traden ook geen grote verschillen in de bouw van deze fabrieken<br />
op. De architectuur van de gebouwen is grotendeels bepaald door functionele uitgangspunten.<br />
Het specifieke gebruik stelde een aantal eisen ten aanzien van materiaal en constructies. Opmerkelijk<br />
en verrassend - zeker gezien het proces van voortdurende uitbreiding, schaalvergroting<br />
en vernieuwing, vooral vanaf 1955 en 1978 - is dat een groot deel van de oude kern van<br />
het fabriekscomplex van de Friesch-Groningsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek nog<br />
zo goed herkenbaar is en grotendeels intact is gebleven. De belangrijkste onderdelen worden<br />
afzonderlijk in de volgende paragraaf beschreven en beoordeeld.<br />
Door het voortgaande afpellen van de later aangebrachte aanbouwen, leidingen, installaties en<br />
constructies geeft de fabriek haar oorspronkelijke vormen langzamerhand weer prijs. Haar<br />
grote betekenis voor de stad moet worden gezien in het licht van de sociaal-maatschappelijke<br />
en cultuurhistorische geschiedenis van <strong>Groningen</strong>, zowel van Stad als Ommeland. Ook de<br />
totstandkoming van de coöperatievorm is van belang voor de sociaal-economische geschiedenis<br />
van <strong>Groningen</strong>.<br />
Het bijzondere belang van deze fabriek voor Stad en Ommeland wordt nog onderstreept in de<br />
architectuur. Voor het architectonische ontwerp was de architect G. Nijhuis aangetrokken, die<br />
het gebouw vorm gaf als een „burcht‟. Nijhuis was bekend van ontwerpen voor het Jugendstil<br />
kantoor van het Nieuwsblad van het Noorden (1903) en de Noord-Nederlandse Oliefabriek<br />
aan het Eemskanaal (1908).<br />
Honderden arbeiders uit <strong>Groningen</strong> en de wijde omtrek, vaak meerdere generaties lang binnen<br />
één familie, werkten hier tijdens de Campagnetijd – van lossers tot zakkennaaiers. De fabrieksgebouwen<br />
en hun bijbehorende infrastructuur zijn beeld- en geurbepalend geweest voor<br />
hele generaties inwoners van de stad <strong>Groningen</strong> en ver daar buiten. Bovendien herinnert het<br />
gebouw aan de geschiedenis van de suikerproductie en -industrie, zoals die zich hier tussen<br />
1913 en 2008 heeft plaatsgevonden. Deze bijzondere bedrijfstak was alleen in <strong>Groningen</strong> en<br />
de „Suikerhoek‟ in het westen van Noord-Brabant gevestigd. De Friesch-Groningsche was<br />
eens de grootste suikerfabriek van Europa. Voor de stad <strong>Groningen</strong> en de directe omgeving<br />
was deze fabriek van buitengewone omvang. Want in tegenstelling tot industriegebieden als<br />
de Zaanstreek of Twente was <strong>Groningen</strong> in de eerste plaats een plaats van handel en dienstverlening.<br />
4 PIE RAPPORTENREEKS nr. 2 Suiker-, Suikerwerk-, cacao- en chocolade-industrie. P.M. Kuiper en E.A.<br />
Schoorel, Uitgave: Stichting Projectbureau Industrieel Erfgoed, Zeist, 1994.<br />
- 25 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: kade van het Hoendiep, vlak naast de pulploods uit 1921.<br />
Rechts: overzicht van de fabriek, gezien vanuit de oostelijke silo. Rechts op deze foto staat het zeefgebouw,<br />
dat via een transportband in de loopbrug is verbonden met de silo’s.<br />
Terrein<br />
Uit het onderzoek is gebleken dat de gehele terreininrichting gebaseerd is op de aanwezige<br />
infrastructuur van water- en spoorwegen. De aanvoer van de suikerbieten en afvoer van de<br />
suiker en bijproducten geschiedde aanvankelijk via deze infrastructuur. De positionering van<br />
de gebouwen is hierop afgestemd, zoals duidelijk valt te zien op de oude situeringsplannen.<br />
De kern van het gebouw ligt evenwijdig aan het Hoendiep, daarmee verbonden door middel<br />
van een brede laad- en loskade. De relatie met het water is sterk verminderd, omdat de laad-<br />
en loskade in de loop der tijd vrijwel geheel bebouwd is. Alleen de kalkopslag en de pulploods<br />
hebben nog een directe relatie met de kade.<br />
Helaas zijn alle herinneringen aan de spoorweginfrastructuur verdwenen, aangezien het vervoer<br />
sedert de jaren zeventig vrijwel uitsluitend over weg geschiedt. De spoorlijnen zijn in de<br />
loop van de jaren zeventig opgebroken. Het tracé van de spoorlijnen valt nu niet of nauwelijks<br />
meer te herkennen, aangezien diverse gebouwen daar overheen zijn geplaatst.<br />
Bebouwing<br />
Uit het overzicht van de bouw- en gebruiksgeschiedenis valt af te lezen dat het fabriekscomplex<br />
in zijn eerste opzet voldeed tot medio jaren vijftig, weliswaar met enkele forse uitbreidingen<br />
en ophogingen in de jaren twintig en aanpassingen in het begin van de jaren vijftig.<br />
Tot op dat moment geschiedden alle aanpassingen dan ook conform de oorspronkelijke stijl<br />
en architectuur („aangepaste bouw‟). Het complex had een zeer eenduidig karakter.<br />
In de tweede helft van de jaren vijftig vond een omslag plaats. De aanpassingen en uitbreidingen<br />
werden steeds grootschaliger en installaties steeds complexer en omvangrijker, waarmee<br />
de oorspronkelijke fabrieksgebouwen geheel werden opgevuld, uitgehold, doorbroken en „ingepakt‟.<br />
Niet langer koos men bij de uitbreidingen voor aangepaste architectuur, maar voor<br />
nieuwe vormen. Diverse oude gebouwen werden nieuwe bekleed (damwandprofielen, klampen,<br />
etc.). Het huidige beeld wordt gedomineerd door installaties, leidingen en nieuwe gebouwen,<br />
die geen samenhang meer vertonen met het oorspronkelijke architectuurbeeld. En<br />
van de oorspronkelijke overmaat aan ruimte in de gebouwen valt dan ook niet meer te herkennen.<br />
Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is de periode tot circa 1955 het meest interessant, aangezien<br />
het complex zich tot die tijd heeft ontwikkeld binnen het oorspronkelijke „architectonische‟<br />
concept. In de periode daarna vormt het gebouwencomplex slechts de kapstok voor installaties<br />
en machines. De nieuw toegevoegde gebouwen en installaties laten geen eenduidig nieuwe<br />
beeldconcept zien, hetgeen zich toont in de zeer verschillende architectuurbeelden en het<br />
- 26 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
eenvoudigweg inpakken van gebouwen met damwandprofielen. het zeefgebouw (1960) kan<br />
nog worden beschouwd als een architectonisch manifest, dat een „gezicht‟ naar de stad vormde.<br />
Maar al spoedig verloor ook dit gebouw zijn „gezicht‟door het aanbrengen van een beplating<br />
met smalle vensterstroken.<br />
Noord<br />
Geschematiseerd overzicht van de voornaamste bouwfasen van het hoofdgebouw van de suikerfabriek,<br />
ingetekend op een situatie uit circa 1980.<br />
1914 1945-1957<br />
1915-1922 1958-1977<br />
1924-1945 1977 en later<br />
Bij het onderzoek is aangesloten op de systematiek van de „richtlijnen bouwhistorisch onderzoek‟<br />
uit 2009, zoals opgesteld door de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, de Rijksgebouwendienst,<br />
bureau Rijksbouwmeester, de Stichting Bouwhistorie Nederland en de VNG<br />
(Vereniging Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n). 5 De belangrijkste gebouwen voor de cultuurhistorische<br />
betekenis van het complex zijn geclassificeerd onder de noemer „hoge monumentwaarden‟<br />
(cruciaal belang voor de structuur en/of betekenis van het object of gebied). Een aantal andere<br />
gebouwen vormt een belangrijke ondersteuning van de cultuurhistorische betekenis van het<br />
complex. Deze zijn geclassificeerd onder de noemer „positieve monumentwaarden‟ (van belang<br />
voor de structuur en/of betekenis van het object of gebied).<br />
Bij het onderzoek was het tot nu toe niet mogelijk om het machinegebouw en de verdiepingen<br />
van het voormalige kalkgebouw te bezoeken, aangezien hier asbestsaneringen plaatsvonden.<br />
5 L. Hendriks en J. van der Hoeve (red.), Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, Lezen en analyseren van cul-<br />
tuurhistorisch erfgoed’, Den Haag 2009.<br />
- 27 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Luchtfoto van het complex, omstreeks 1960 (reproductie van een afdruk in het zeefgebouw)<br />
8<br />
Noord<br />
Op dit kaartje zijn de voornaamste cultuurhistorische dragers voor het fabriekscomplex aangeven,<br />
waarbij blauw staat voor ‘hoge monumentwaarden’ en groen voor ‘positieve monumentwaarden’. De<br />
ingekleurde vlakken staan voor complete gebouwen, de lijnen voor gevels. De onderlegger is een situatieplan<br />
uit circa 1980.<br />
- 28 -<br />
5<br />
6<br />
4<br />
.<br />
2<br />
7<br />
1<br />
3
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
De belangrijkste onderdelen van het complex zijn:<br />
1. Voorgebouw (1914 en 1927)<br />
2. Suikerhuis (1914)<br />
3. Kalkgebouw (1914)<br />
4. Ketelhuis (1914, 1921, 1949 en 1951)<br />
5. Suikerpakhuis (1914 en 1915)<br />
6. Oude entrepot (1915 en 1921), zonder de opbouw uit 1960.<br />
7. Oude schoorsteen (1914)<br />
8. Pulploods of pulpentrepot (1921).<br />
5.1. Voorgebouw<br />
Het voorgebouw behoort tot de zuidvleugel van de Friesch-Groningsche Beetwortelsuikerfabriek,<br />
gebouwd in 1914 naar ontwerp van de architect G. Nijhuis en de ingenieur W.K. van<br />
Oort. Aan de zuidzijde is het gebouw over bijna de volle lengte verbreed met een strook van<br />
circa 3 meter (1927), gevat onder een verlenging van het zuidelijke dakschild verlengd.<br />
Noord<br />
Positie van het voorgebouw in het fabriekscomplex, ingetekend op een situatietekening uit circa 1980.<br />
Ter oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
Het voorgebouw hoort tot de oorspronkelijke kern van het complex (1914). Het gebouw heeft<br />
een representatieve architectuur, die zich kenmerkt door de sterke geleding, de regelmatige<br />
plaatsing van de vensters en de toepassing van decoratieve elementen (lijstwerk, banden en<br />
strekken). De kopgevel aan de oostzijde werd nog sterker geaccentueerd door de geprofileerde<br />
koppen op de pilasters en de dekplaten, alle uitgevoerd in wit graniet. Opmerkelijk is de uitbreiding<br />
aan de zuidzijde uit 1927, waarvan de gevel is uitgevoerd als een kopie van de oorspronkelijke<br />
gevel, echter iets lager.<br />
De bouwmassa, gevels en kapconstructie zijn redelijk compleet bewaard gebleven.<br />
- 29 -<br />
4<br />
.<br />
1
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
bouwmassa<br />
Het voorgebouw is een langgerekte hal met een flauw zadeldak. Het gebouw is aan de zuidzijde<br />
verbreed met een smalle, langgerekte aanbouw, gevat onder een verlenging van het dakschild.<br />
Deze bouwmassa is sedert de verbreding van 1927 nauwelijks gewijzigd. Daarom valt<br />
het gebouw in het fabriekscomplex goed als zelfstandige eenheid te herkennen, weliswaar<br />
vrijwel geheel ingebouwd door belendingen. Alleen ter plaatse van de aansluiting op het vanouds<br />
hogere Suikerhuis is een opbouw geplaatst, voorzien van een afwijkende kapvorm.<br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de noordoosthoek van het voorgebouw. De kap is origineel. De oostgevel (links)<br />
is bekleed met een klamp en damwandprofielen. Aan de binnenzijde valt te zien dat de gevel redelijk<br />
gaaf is, afgezien van het dichtzetten van de vensters. De noordgevel (rechts) is wit geschilderd, maar<br />
heeft zijn architectonische expressie goed bewaard. Zelfs enkele vensters zijn origineel.<br />
Rechts: overzicht van het oostelijke deel van de zuidgevel, gezien vanuit het interieur. De sprong in<br />
deze gevel is gevolg van de uitbreiding van 1927. De gevel is redelijk compleet, afgezien van het feit<br />
dat alle ramen zijn verwijderd en er diverse doorbraken zijn gemaakt voor leidingen. De buitenzijde is<br />
in schoon werk.<br />
gevels<br />
Vanaf de buitenzijde vallen de gevels moeilijk te overzien, want het gebouw vrijwel geheel<br />
ingebouwd. Alleen de oostgevel en een deel van de noordgevel zijn buitenaf zichtbaar.<br />
De oostgevel is sedert de late jaren zeventig of tachtig aan het zicht onttrokken door een<br />
klamp. Aan de binnenzijde valt echter te zien dat het metselwerk nauwelijks doorbraken heeft<br />
en (vrijwel) alle vensteropeningen bewaard zijn, weliswaar zonder ramen en dichtgemetseld.<br />
De afdekking van deze gevel is verwijderd, afgezien van één hoekornament in wit graniet.<br />
De noordgevel viel slechts in fragmenten te zien. In hoofdopzet lijkt de gevel redelijk compleet,<br />
inclusief de pilasters, lijstwerk, spekbanden en ontlastingsbogen. Nagenoeg alle vensters<br />
zijn verwijderd of dichtgezet. Het van buiten af zichtbare deel van de gevel is wit geschilderd.<br />
De westgevel is een blinde scheidingsmuur tussen het voorgebouw en het suikerhuis, slechts<br />
voorzien van doorgangen en doorvoeropeningen voor leidingen. Beide zijden van de muur<br />
zijn gepleisterd. Bovendaks hoort deze muur bij het suikerhuis (zie aldaar).<br />
De zuidgevel dateert vrijwel geheel uit 1927. Ten behoeve van de verbreding van het voorgebouw<br />
in 1927 is ongeveer 3 meter voor de oude gevel een nieuwe gevel opgetrokken, naar<br />
ontwerp van G. Nijhuis (architectenbureau Nijhuis en Reker). Deze nieuwe gevel is een kopie<br />
- 30 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
van de oude gevel uit 1914, opnieuw voorzien van pilasters, geprofileerde lijsten en stalen<br />
vensters. Midden in deze gevel bevindt zich een brede doorgang. Na de bouw van het nieuwe<br />
suikerhuis tegen deze gevel in 1978 zijn alle vensters uitgenomen en werden vele doorbraken<br />
gemaakt voor leidingen. Ter plaatse van de aansluiting op het oude suikerhuis (1914) ontbreken<br />
enkele traveeën, hetgeen te maken heeft met een betrekkelijk bescheiden uitbreiding.<br />
constructie en interieur<br />
De constructie bestaat uit de dragende bakstenen gevels, versterkt met pilasters. Ter plaatse<br />
van de pilasters zijn de stalen vakwerkspanten opgelegd. Deze vakwerkspanten stammen uit<br />
de bouwtijd (1914) en zijn samengesteld uit standaard profielijzer, dat door middel van klinknagels<br />
met elkaar is verbonden. Op de staalprofielen valt de naam van de leverancier te lezen,<br />
Rombach. Elk van de spanten bestaat uit twee geprefabriceerde delen, die in het midden door<br />
middel van bouten aan elkaar zijn bevestigd. Ter plaatse van de oostelijke kopgevel is het<br />
spant gereduceerd tot een eenvoudig staalprofiel, rustend op gietijzeren consoles. Voor de<br />
verbreding van het gebouw in 1927 zijn de spanten aan de zuidzijde met een vak verlengd,<br />
hetgeen uitgevoerd is door De Vries Robbé uit Gorinchem. De gordingen zijn origineel, de<br />
dakdekking van geïsoleerde damwandprofielen stamt uit de jaren zeventig of tachtig.<br />
Overzicht van de kapconstructie van het voorgebouw, gezien naar het westen. De stalen vakwerkspanten<br />
zijn origineel (1914). Opmerkelijk is dat het merendeel van deze spanten met een vak is uitgebreid<br />
in verband met een verbreding van het gebouw, een opmerkelijke prestatie van De Vries Robbé.<br />
Twee spanten zijn vervangen door bredere en hogere spanten, vanwege de plaatselijke verhoging<br />
van het gebouw bij de aansluiting op het oude suikerhuis. Het staal van deze spanten is<br />
geleverd door Hoogovens. Deze verbreding en verhoging waren noodzakelijk voor de plaatsing<br />
van grotere ketels.<br />
Het gebouw heeft in zijn huidige opzet een tussenverdieping van stalen spanten en betonnen<br />
vloeren, die gelet op de constructie niet ouder is dan de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Deze<br />
tussenvloer heeft geen betekenis voor het gebouw. In de interieur-afwerking zijn geen bijzonderheden<br />
gesignaleerd.<br />
- 31 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: de spanten in het voorgebouw zijn samengesteld uit twee geprefabriceerde, geklonken constructie,<br />
die in het midden door middel van bouten aan elkaar zijn gezet.<br />
Rechts: strijkspant tegen de oostgevel, bestaande uit gietijzeren consoles en een stalen NP-profiel.<br />
5.2. Oude suikerhuis<br />
Het oude suikerhuis behoort tot de oorspronkelijke zuidvleugel van de Friesch-Groningsche<br />
Beetwortelsuikerfabriek, gebouwd in 1914 naar ontwerp van de architect G. Nijhuis en de<br />
ingenieur W.K. van Oort. Het gebouw is in de loop der tijd volledig ingebouwd geraakt, zodat<br />
nergens meer een overzicht valt te verkrijgen.<br />
Het oude suikerhuis was het meest sprekende en opvallende onderdeel van het fabriekscomplex<br />
uit 1914. De gevels hebben een representatieve architectuur door de sterke geleding, de<br />
regelmatige plaatsing van de vensters en de decoratieve elementen (lijstwerk, banden en<br />
strekken). Door de grote hoogte van dit gebouw ten opzichte van zijn belendingen waren ook<br />
de kopgevels goed zichtbaar, inclusief de geprofileerde koppen op de pilasters en de dekplaten.<br />
Deze elementen zijn uitgevoerd in wit graniet.<br />
De bouwmassa, gevels en kapconstructie zijn redelijk compleet bewaard gebleven, echter met<br />
uitzondering van de westgevel. De westgevel is vrijwel geheel gesloopt om een open verbinding<br />
met het (verhoogde) suikerpakhuis te verkrijgen.<br />
Noord<br />
Positie van het oude Suikerhuis in het fabriekscomplex, ingetekend op een situatietekening uit circa<br />
1980. Ter oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
- 32 -<br />
4<br />
2<br />
.
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
bouwmassa<br />
De bouwmassa van het oude suikerhuis is sedert de bouw van 1914 nauwelijks gewijzigd.<br />
Daarom valt het gebouw goed te herkennen binnen het fabriekscomplex, weliswaar geheel<br />
omgeven door belendingen van gelijke of grotere hoogte. Alleen ter plaatse van de aansluiting<br />
op het vanouds lagere voorgebouw is een opbouw geplaatst, voorzien van een afwijkende<br />
hoogte en kapvorm.<br />
Overzicht van de zuidgevel van de zuidvleugel, tijdens de bouw in 1914 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
Het oude suikerhuis domineert het beeld.<br />
Het oude suikerhuis is tegenwoordig geheel omgeven door hoge bebouwing. De beide kopgevels worden<br />
gemarkeerd door hogere opbouwen. Het eigen dak heeft een lantaarn.<br />
gevels<br />
Vanaf de buitenzijde vallen de gevels moeilijk te overzien, want het gebouw is geheel ingebouwd.<br />
Alleen op de daken zijn nog enkele gedeelten herkenbaar. In de aangrenzende gebou-<br />
- 33 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
wen valt te zien dat de zijgevels nog grotendeels intact zijn, hoewel alle vensters zijn dichtgemetseld.<br />
Ook de decoraties lijken grotendeels intact, inclusief pilasters, lijstwerk, spekbanden<br />
en segmentbogen. Bijzonder zijn de rechthoekige siervlakken in de bovenste zone van de<br />
gevels. Wel zijn in de zuidgevel enkele forse doorbraken voor leidingen gemaakt.<br />
De oostelijke kopgevel lijkt grotendeels gaaf. De bescheiden doorgangen naar het naastgelegen<br />
Voorgebouw kunnen origineel zijn. Wel is het bovenste deel van de gevel aan het zicht<br />
onttrokken door een opbouw op het voorgebouw, juist op het punt waar de gevel zijn meest<br />
prominente uitstraling had. Hier zijn ook de gevelbeëindigingen gesloopt (de granieten dekplaten<br />
en koppen van de pilasters). De westelijke kopgevel is vrijwel geheel gesloopt, aangezien<br />
hier een open verbinding is gemaakt met het voormalige suikerpakhuis.<br />
<strong>Links</strong>: noordoosthoek van het oude suikerhuis, zoals zichtbaar op het dak. Oorspronkelijk stak het<br />
gebouw ruimschoots boven zijn belendingen uit. De beëindiging van de kopgevel is verwijderd bij<br />
realisatie van de opbouw.<br />
Rechts: detail van de zuidelijke langsgevel van het oude suikerhuis. Op deze foto is een van de originele<br />
rechthoekige siervelden zichtbaar, nu afgedekt door leidingen.<br />
Twee details van een origineel vakwerkspant in het oude suikerhuis, namelijk de oplegging in de zuidgevel<br />
(links) en de aansluiting van de twee geprefabriceerde geklinknagelde gedeelten in het midden<br />
(rechts).<br />
constructie en interieur<br />
De constructie bestaat uit de dragende bakstenen gevels, versterkt met pilasters. Ter plaatse<br />
van de pilasters zijn de stalen vakwerkspanten opgelegd. Deze vakwerkspanten stammen uit<br />
de bouwtijd (1914) en zijn samengesteld uit standaard profielijzer, dat door middel van klinknagels<br />
met elkaar is verbonden. Elk van de spanten bestaat uit twee geprefabriceerde delen,<br />
die in het midden door middel van bouten aan elkaar zijn bevestigd. De gordingen zijn origineel,<br />
de lichtkap en de dakdekking van geïsoleerde damwandprofielen stammen uit de jaren<br />
zeventig of tachtig. Ter plaatse van de aansluiting op het oude suikerpakhuis is in de jaren<br />
- 34 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
tachtig een opbouw geplaatst, waarvoor één origineel spant heeft moeten wijken. Opmerkelijk<br />
zijn de gelaste vollewandliggers (1989?).<br />
Het interieur is geheel vernieuwd in de late jaren zeventig bij plaatsing van de huidige hoge<br />
ketels (1979). Er zijn geen oude vloeren meer herkenbaar.<br />
5.3. Voormalige kalkgebouw<br />
Het voormalige kalkgebouw is de oorspronkelijke oostvleugel van de Friesch-Groningsche<br />
Beetwortelsuikerfabriek, gebouwd in 1914 naar ontwerp van de architect G. Nijhuis en de<br />
ingenieur W.K. van Oort. Het gebouw had van meet af aan zijn huidige hoogte, waarbij de<br />
gevels vier rijen vensters bevatten. Opvallend was de licht gebogen kapvorm.<br />
De verdiepingen van dit pand konden nog niet van binnen bezocht worden, vanwege de asbestsanering.<br />
De gevels zijn onlangs vrijgelegd door sloop van de leidingen. Vooruitlopend<br />
op het bezoek aan het interieur kon al wel vastgesteld worden dat het gebouw tot de oorspronkelijke<br />
opzet van het complex behoort (1914). Het gebouw heeft een representatieve<br />
architectuur, die zich kenmerkt door de sterke geleding, de regelmatige plaatsing van de vensters<br />
en de toepassing van decoratieve elementen (lijstwerk, banden en strekken).<br />
De gevels zijn redelijk compleet bewaard gebleven. De oorspronkelijke gebogen kap is in de<br />
jaren tachtig vervangen door een plat dak, waarbij men wel de omringende gevels heeft aangeheeld<br />
conform het oorspronkelijke architectuurbeeld.<br />
Noord<br />
Positie van het voormalige kalkgebouw in het fabriekscomplex, ingetekend op een situatietekening uit<br />
circa 1980. Ter oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
bouwmassa<br />
Het voormalige kalkgebouw valt nog goed te herkennen in het fabriekcomplex, ondanks de<br />
verhoging van het aangrenzende ketelhuis tot vrijwel gelijke hoogte. Op de oudste foto‟s van<br />
het complex valt de zelfstandige bouwmassa van dit gebouw goed te herkennen, bestaande uit<br />
vier bouwlagen en een gebogen kap. Deze gebogen kap is vermoedelijk in de jaren tachtig<br />
gesloopt en vervangen door een plat dak (in elk geval na 1979) .<br />
- 35 -<br />
.<br />
3
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
gevels<br />
Na sloop van alle leidingen is de oostgevel onlangs weer in het zicht gekomen. In hoofdopzet<br />
is deze gevel nog gaaf, afgezien van de toegevoegde ventilatieroosters en enkele wijzigingen<br />
in de vensters. Deze gevel heeft nog betrekkelijk veel originele vensters, deels in hout en<br />
deels in staal. De verschillen in de materialisatie van deze vensters getuigen nog van de oorspronkelijke<br />
tweedeling van dit gebouw in ruimten voor de kalkovens en ruimten voor de<br />
kalkmengers. Op de begane grond van het gebouw is deze tweedeling nog steeds herkenbaar<br />
(werkplaats en elektriciteitscentrale).<br />
De oostgevel wordt geleed door pilasters en geprofileerde lijsten. De lijst onder de goot is<br />
vernieuwd na sloop van het gebogen dak, opmerkelijk genoeg conform bestaand. Opmerkelijk,<br />
omdat bij veel van de andere verbouwingen in de jaren tachtig geen rekening meer werd<br />
gehouden met de oorspronkelijke geleding. Omdat de gevel onbeschilderd is, zijn ook de versieringen<br />
met rode spekbanden en segmentboogjes goed herkenbaar.<br />
De noordgevel is ook redelijk compleet en ongewijzigd behouden gebleven. Oorspronkelijk<br />
vormde deze gevel een hoog hoekaccent in de noordvleugel. Met de verhoging van het ketelhuis<br />
in 1921 is dat radicaal veranderd. Door sloop van de gebogen gevelbeëindiging lijkt de<br />
gevel nu welhaast deel uit te maken van de noordgevel van het ketelhuis. Het verschil valt<br />
echter nog wel te herkennen aan de verschillen in de vensteropeningen en de smalle travee als<br />
overgangszone tussen het voormalige kalkgebouw en het ketelhuis. In de plattegrond bevinden<br />
zich in deze smalle travee gangen.<br />
De westgevel is geheel ingebouwd. Er zijn aanwijzingen dat deze gevel nog grotendeels behouden<br />
is en betrekkelijk gaaf bewaard is. Tussen het ketelhuis en het voormalige kalkhuis<br />
zijn er nauwelijks doorgangen of leidingen. Wel is de gevel gepleisterd en/of geschilderd als<br />
binnenwerk. Ook de zuidgevel is ingebouwd, maar vanouds een binnengevel. Het bovendakse<br />
deel is na sloop van de kap op weinig verfijnde wijze aangeheeld.<br />
constructie en interieur<br />
Het interieur van het voormalige kalkgebouw was niet toegankelijk wegens asbestsanering.<br />
Overzicht van de oostgevel van het voormalige kalkgebouw, na verwijdering van bijgebouwen en leidingen<br />
(juni 2009).<br />
- 36 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: overzicht van het kalkgebouw vanuit het zuiden, gezien vanuit het nieuwe suikerhuis. <strong>Links</strong> op<br />
de achtergrond is het Ketelhuis herkenbaar.<br />
Rechts: deeloverzicht van de westgevel, gezien in de trekkenruimte achter de theaterzaal. Dit deel van<br />
de gevel stak oorspronkelijk boven het aansluitende ketelhuis uit. De oorspronkelijke geleding en indeling<br />
(dichtgezette vensters) zijn goed herkenbaar.<br />
Deeloverzicht van de noordgevel van de fabriek, tijdens de bouw in 1914 (foto ontleend aan ‘De Wolkenfabriek’).<br />
<strong>Links</strong> is het hoge kalkgebouw zichtbaar, rechts daarvan het Ketelhuis. Het lage ketelhuis<br />
had in 1914 nog een vakwerkgevel, ingevuld met baksteen en glas. Tussen het ketelhuis en het kalkgebouw<br />
bevindt zich een laag bouwdeel met een bakstenen gevel, waarin het laboratorium en de pompruimten<br />
waren ondergebracht.<br />
- 37 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
5.4. Ketelhuis<br />
Het ketelhuis behoort tot de oorspronkelijke opzet van het complex, maar had aanvankelijk<br />
een veel kortere en lagere bouwmassa. De langsgevels waren uitgevoerd in een stalen vakwerk<br />
met invullingen van baksteen en glas, de kopgevel daarentegen was geheel in baksteen<br />
uitgevoerd met een soortgelijke architectuur en geleding als de kopgevels van de andere gebouwen.<br />
In 1916/1917 heeft een eerste uitbreiding plaatsgevonden. Volgens de bouwtekeningen<br />
stonden de ketels op zware betonnen funderingen.<br />
In 1921 is het gebouw opgetrokken tot zijn huidige hoogte, voorzien van een flauw zadeldak.<br />
De bestaande vakwerkgevels zijn vervangen door bakstenen gevels, waarvan de architectuur,<br />
detaillering en materialisatie aansloot op de rest van het complex. In 1925 werd aan de westzijde<br />
een bijgebouw geplaatst, dat bij de uitbreidingen van 1949 en 1951 gesloopt werd. Deze<br />
vernieuwingen in 1949 en 1951 waren noodzakelijk, omdat de bestaande installaties door het<br />
stoomwezen werden afgekeurd. Tegelijk werd het gebouw aan de zuidzijde uitgebreid, waarmee<br />
de ruimte tussen de noord- en zuidvleugel geheel werd ingevuld. Bestaande bebouwing<br />
op dat binnenterrein werd grotendeels in de nieuwbouw geïntegreerd. In het oostelijk deel van<br />
het gebouw werd een theaterzaal ingericht, grotendeels voorzien van een eigen constructie.<br />
Deze uitbreidingen kregen soortgelijke gevels als de rest van het complex, voorzien van dezelfde<br />
architectonische uitstraling maar met een aangepaste materialisatie.<br />
Het ketelhuis hoort tot de primaire kern van het fabriekscomplex, zowel qua situering als<br />
functie. Opvallend is dat het gebouw aanvankelijk een veel soberder opzet had dan de rest van<br />
de gebouwen van de fabriek, namelijk eenvoudige vakwerkgevels. De verhoging in 1921<br />
vormde de aanleiding om een rijkere architectuur te kiezen, geheel conform de reeds bestaande<br />
gebouwen. Hiermee werden de noord- en zuidvleugel meer gelijkwaardig. Met de uitbreidingen<br />
van 1949 en 1951 kreeg het fabriekscomplex een carrévormige kern, omsloten door<br />
gelijkvormige gevels.<br />
Noord<br />
Positie van het voormalige ketelhuis in het fabriekscomplex, ingetekend op een situatietekening uit<br />
circa 1980. Ter oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
- 38 -<br />
4<br />
.<br />
2<br />
1
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
bouwmassa<br />
De bouwmassa van het ketelhuis heeft zijn huidige vorm gekregen bij de verbouwingen van<br />
1921 en 1949/1951, namelijk „vier bouwlagen‟ met een flauw zadeldak met lichtstraten. Het<br />
dak wordt gedomineerd door diverse aanbouwen, een transportband en leidingen.<br />
gevels<br />
De noordgevel is een van de meest prominente gevels van het complex, mede door de grote<br />
lengte. Midden tegen deze gevel staat een betonnen aanbouw, waarvan de constructie geheel<br />
los lijkt te staan van de oude bakstenen gevel.<br />
De bakstenen noordgevel kent een geleding door middel van pilasters, geprofileerde lijsten en<br />
spekbanden (van gekleurde steen). Opvallend zijn de verschillen in de plaatsing van de vensters,<br />
die getuigen van de verschillende functies in het gebouw. alle ramen zijn vernieuwd in<br />
de jaren zeventig of tachtig. Alleen op de begane grond bevinden zich enkele oude, deels herplaatste<br />
deuren en vensters. De westelijke traveeën hebben een enigs afwijkend materialisatie,<br />
waaraan de relatief jonge datering valt te herleiden (1949/1951).<br />
De zuidgevel valt moeilijk te overzien, aangezien deze grotendeels is ingebouwd. Voor zover<br />
nu valt te beoordelen is de gevel in hoofdopzet gaaf en compleet, hoewel vrijwel alle vensters<br />
zijn verwijderd. Alleen in het bovendakse deel van de gevel zijn vensters herkenbaar, weliswaar<br />
in dichtgezette vorm. Enkele ramen zijn daarbij blijven zitten. Het aantal doorbraken<br />
voor leidingen lijkt op eerste gezicht beperkt, omdat men hiervoor vooral raamopeningen<br />
heeft gebruikt. De gevel heeft een soortgelijke geleding als de noordgevel, eveneens met pilasters,<br />
geprofileerde lijsten en spekbanden (van helderrode baksteen). Delen van de gevel<br />
zijn wit geschilderd.<br />
De oostelijke kopgevel steekt sedert de verhoging van het ketelhuis in 1921 boven het kalkgebouw<br />
uit. Dit deel van de kopgevel heeft een flauwhellend beloop, aansluitend op de vorm<br />
van het zadeldak. De gevel wordt geleed door pilasters, afgedekt met koppen van wit graniet.<br />
De vlakken daartussen zijn voorzien van dekplaten, gemaakt van hetzelfde materiaal.<br />
De westelijke kopgevel van het ketelhuis en de uitbreiding van het ketelhuis (1951) hebben<br />
een soortgelijke vormgeving als de oostelijke kopgevel. De relatief jonge datering van deze<br />
gevels valt te herkennen aan de gebruikte baksteen; de dekplaten en pilasterkoppen zijn uitgevoerd<br />
uit wit graniet (hergebruikt). De vensters zijn vernieuwd in de jaren zeventig of tachtig.<br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de noordgevel van het voormalige kalkgebouw (links, drie traveeën) en het ketelhuis<br />
(rechts). De gevel van het voormalige Kalkgebouw stamt uit 1914, dit deel van de gevel van het<br />
ketelgebouw voornamelijk uit 1921. Een klein deel van de gevel hoort bij het laboratorium uit 1914.<br />
Rechts: overzicht van het westelijke deel van het kalkgebouw, dat tot stand is gekomen in 1949-1951.<br />
- 39 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de bovenste verdieping van het ketelhuis, zoals zichtbaar boven het dak van het<br />
verhoogde machinegebouw. <strong>Links</strong> valt een rand van de schoorsteen uit 1914 te zien. De vensters zijn<br />
geblindeerd door een voorzetwand van het theater.<br />
Rechts: een van de stalen vensters in de zuidgevel van het ketelhuis (1921). Dit is een van de weinige<br />
originele stalen vensters in het gehele complex.<br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de top van de oostelijke kopgevel van het verhoogde ketelhuis (1921). Deze gevel<br />
wordt afgedekt door dekplaten van wit graniet, terwijl de pilasters geprofileerde koppen hebben van<br />
hetzelfde materiaal.<br />
Rechts: detail van de geprofileerde gootlijst van de noordgevel van het ketelhuis (1921). Opvallend<br />
zijn de profielstenen.<br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de westelijke kopgevel van het ketelhuis en de aansluitende uitbreiding van het<br />
ketelhuis (1951). Deze gevel heeft dezelfde architectuur als de oorspronkelijke gevels van het complex,<br />
zij het dat de uitvoering en materialisatie verschillen. De dekplaten en geprofileerde koppen van de<br />
pilasters zijn uitgevoerd in wit graniet. Deze elementen zijn herplaatst.<br />
Rechts: detail van de westelijke kopgevel van het ketelhuis (1951). Op deze foto valt goed te zien dat<br />
het metselwerk veel grover van uitvoering is dan het oorspronkelijke metselwerk uit 1914 -1927). Het<br />
raam is vernieuwd in de jaren zeventig of tachtig.<br />
- 40 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de theaterzaal in het ketelhuis, gezien in de richting van het podium. Deze zaal<br />
dateert uit de jaren vijftig, maar is gemoderniseerd omstreeks 1970.<br />
Rechts: regietafel achter het podium van de theaterzaal in het ketelhuis.<br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de kapconstructie van het Ketelhuis (1921), bestaande uit stalen vakwerkspanten.<br />
Op deze foto zijn de lichtkap en de bovenlichten in het plafond van de theaterzaal herkenbaar.<br />
Rechts: detail van een van de spanten (1921). Deze spanten bestaan uit twee geprefabriceerde gedeelten<br />
(klinknagelverbindingen), die in het midden zijn verbonden door middel van schroefbouten.<br />
constructie en interieur<br />
Voor wat betreft de constructie valt een duidelijke tweedeling in de noordvleugel te herkennen.<br />
In het oude gedeelte (1921) is sprake van dragende bakstenen wanden en stalen vakwerkspanten.<br />
Deze spanten bestaan elk uit twee geprefabriceerde delen (geklinknageld), die in het<br />
midden zijn samengevoegd met schroefbouten. In de uitbreiding uit 1949 en 1951 valt een<br />
betonconstructie te herkennen, waarvan de vorm en opzet geheel zijn afgestemd op de ketels<br />
en ovens. De randkolommen van deze constructie zijn opgenomen in de bakstenen buitengevels.<br />
Het dak wordt gedragen door stalen spanten, bestaande uit gelaste profielen.<br />
Het interieur van het ketelhuis is grotendeels tot stand gekomen bij de verbouwingen van<br />
1949 en 1951, waarbij ook de nieuwe ketels, installaties en leidingen zijn geplaatst. Vernieuwingen<br />
hebben plaatsgevonden in de jaren zeventig en tachtig. In het oostelijke deel bevindt<br />
zich een theaterzaal uit de jaren vijftig met alle bijbehorende voorzieningen, die ook als kantine<br />
werd gebruikt. Ook hier is sprake van een betonconstructie. In de jaren zeventig en negentig<br />
hebben hier nog aanpassingen plaatsgevonden.<br />
- 41 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
5.5. Gevels van het suikerpakhuis<br />
Het suikerpakhuis behoort tot de oorspronkelijke zuidvleugel van de Friesch-Groningsche<br />
Beetwortelsuikerfabriek, gebouwd in 1914 en uitgebreid in 1915 naar ontwerp van de architect<br />
G. Nijhuis en de ingenieur W.K. van Oort. In 1958-‟59 is het gebouw verhoogd tot het<br />
niveau van het suikerpakhuis. Bij deze verhoging zijn de gevels niet langer uitgevoerd in aangepaste<br />
architectuur, zoals nog het geval was bij de uitbreiding van het ketelhuis in 1949 en<br />
1951. Evenmin heeft men gekozen voor een eigen, nieuwe architectuur, zoals bij het zeefhuis<br />
(1960). Inwendig kreeg het gebouw een zware staalconstructie met betonnen vloeren. Een<br />
vide in het midden van de ruimte zorgt ervoor dat er natuurlijk licht binnendringt op alle niveaus.<br />
De installaties uit 1958-‟59 zijn vervangen in 1979. Ook de loopkraan dateert uit de<br />
late jaren zeventig (1979).<br />
Het suikerpakhuis wordt gedomineerd door de ingrepen uit 1958-‟59. Van het gebouw uit<br />
1914 zijn alleen de gevels bewaard gebleven. Deze gevels maken deel uit van de totale zuidvleugel,<br />
waartoe ook het suikerhuis (3) en het voorgebouw (1) behoren. De gevels van het<br />
suikerpakhuis zijn betrekkelijk gaaf, afgezien van het dichtmetselen van de vensters. Er zijn<br />
zelfs weinig doorbraken voor leidingen.<br />
Aan de onderste bouwlagen van de gevels uit 1914 en 1915 zijn positieve monumentwaarden<br />
toegekend, omdat ze wezenlijk onderdeel zijn van de zuidvleugel in zijn oorspronkelijke opzet.<br />
Deze zuidvleugel was vanouds de meest prominente en representatieve vleugel van de<br />
fabriek. De zuidgevel heeft zelfs hoge monumentwaarden gekregen, aangezien deze onderdeel<br />
is van het oude suikerentrepot (zie aldaar).<br />
Noord<br />
Positie van de gevels van het suikerpakhuis in het fabriekscomplex, ingetekend op een situatietekening<br />
uit circa 1980. Ter oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
- 42 -<br />
5<br />
.
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: westgevel van het suikerpakhuis. Het onderste deel uit 1915 heeft klimmende spaarvelden, die<br />
een restant zijn van de oorspronkelijke architectuur. Het bovenste deel stamt uit 1958-’59. Deze gevel<br />
vormt een sobere verwijzing naar de oorspronkelijke architectuur.<br />
Rechts: bovenste deel van de zuidgevel (1958-’59).<br />
Interieur van het verhoogde suikerpakhuis (1958-’59).<br />
5.6. Oude suikerentrepot en ‘klontjesgebouw’<br />
Tegen de zuidgevel van het suikerpakhuis (1914) staat het suikerentrepot. Dit suikerentrepot<br />
is in twee fasen tot stand gekomen, deels in 1915 en deels in 1921. Het oude entrepot uit 1915<br />
was een ongedeelde hal, voorzien van een rij middenkolommen en stalen vakwerkspanten<br />
voor twee evenwijdige zadeldaken. In 1921 is dit entrepot met één bouwlaag verhoogd. Tegelijk<br />
werd een gewapend betonnen tussenvloer aangebracht, bestaande uit een stelsel van kolommen<br />
balken en vloeren. Op die wijze werd het gebouw verdeeld in een lage onderruimte<br />
(begane grond) en een hoge opslagruimte (verdieping). In de opslagruimte werd de oude<br />
staalconstructie herplaatst, bestaande uit een rij stalen middenkolommen en vakwerkspanten<br />
(voor twee evenwijdige zadeldaken).<br />
Eveneens in 1921 werd een aanbouw tegen de oostzijde van het entrepot geplaatst, voorzien<br />
van een betonconstructie in drie lagen. Dit gebouw stond omstreeks 1945 bekend als het<br />
„klontjesgebouw‟. Ter plaatse van de aansluiting op het suikerpakhuis (1914) heeft dit gebouw<br />
een plaatselijke verhoging, voorzien van een eigen flauw zadeldak. In 1960 werd dit<br />
gebouw verhoogd met het „zeefgebouw‟, waar de suiker werd uitgezeefd in verschillende korrelgrootten.<br />
Het zeefgebouw werd door middel van een loopbrug verbonden met de nieuwe<br />
silo‟s, waarin onder andere een transportband voor suiker is opgenomen.<br />
Het oude suikerentrepot en „klontjesgebouw‟ behoren tot de eerste uitbreidingen van de fabriek<br />
(1915 en 1921). Door de opzet en architectuur sloten ze volledig aan op het bestaande<br />
complex (1914). Ook deze gebouwen zijn ontworpen door W.K. van Oort en G. Nijhuis. De<br />
gevels en constructie zijn sedert 1921 nagenoeg ongewijzigd.<br />
- 43 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Noord<br />
Positie van het oude suikerpakhuis en het ‘klontjesgebouw’ in het fabriekscomplex, ingetekend op een<br />
situatietekening uit circa 1980. Ter oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
<strong>Links</strong>: westgevel van het oude suikerentrepot. De onderste twee lagen van deze gevel stammen uit<br />
1915, de bovenste twee uit 1921.<br />
Rechts: zuidgevel van het oude suikerentrepot en het ‘klontjesgebouw’. De gevel van het laatstgenoemde<br />
gebouw gaat grotendeels schuil achter het ‘dockingstation’. De opbouw op het ‘klontjesgebouw’<br />
is het zeefgebouw (1960). Het ‘dockingstation’is na 1885 toegevoegd.<br />
bouwmassa<br />
Het gebouw bestaat uit twee delen, het oude entrepot en het „klontjesgebouw‟. Het oude entrepot<br />
is een bijna vierkant gebouw van twee bouwlagen met twee evenwijdige flauwe zadel-<br />
- 44 -<br />
6<br />
.
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
daken. De gevels van de verdieping bevatten twee rijen vensters boven elkaar, hetgeen de<br />
indruk geeft dat het gebouw bestaat uit drie bouwlagen.<br />
Het „klontjesgebouw‟ bestaat grotendeels uit drie bouwlagen met een plat dak, het gedeelte ter<br />
plaatse van het suikerpakhuis (1914) heeft een bouwlaag meer en wordt afgedekt door een<br />
flauw zadeldak. Het platte dak van het drielaags gebouw vormt het basement voor het daar<br />
bovenop geplaatste zeefgebouw (1960). Dit zeefgebouw wordt hier verder buiten beschouwing<br />
gelaten, evenals het „dockingstation‟ tegen de zuidgevel.<br />
<strong>Links</strong>: detail van de zuidgevel van het oude suikerentrepot. De verhoging van het oorspronkelijke gebouw<br />
uit 1915 laat zich lezen door een verschil in het metselwerk en de lichtere kleur van de spekbanden<br />
en segmentbogen. De gaten in de gevel zijn gevolg van de beschietingen tijdens de bevrijding van<br />
<strong>Groningen</strong> in 1945.<br />
Rechts: afdekking van de westgevel van het oude suikerentrepot, bestaande uit dekplaten en profielen<br />
van wit graniet. Deze elementen stammen uit 1915, maar zijn herplaatst bij de verhoging van het gebouw<br />
in 1921.<br />
- 45 -<br />
Oostgevel van het ‘klontjesgebouw’<br />
uit 1921. <strong>Links</strong> is het ‘dockingstation’<br />
tegen de zuidgevel van<br />
dit gebouw te herkennen. De verhoging<br />
stamt uit 1960 (zeefgebouw).
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
gevels<br />
De gevels van beide aanbouwen hebben dezelfde opbouw en architectuur als het gebouw uit<br />
1914. Ook hier is sprake van bakstenen gevels, die naar boven toe verjongen. Deze gevels zijn<br />
geleed door pilasters (spaarvelden), geprofileerde lijsten en banden van rode baksteen. De<br />
vensters zijn in de spaarvelden geplaatst en zijn voorzien van strekken van oranjerode strengperssteen.<br />
De kopgevels hebben flauwe geveltoppen, die aansluiten op de zadeldaken. Deze<br />
gevelstoppen zijn afgedekt door dekplaten van wit graniet, terwijl de doorstekende pilasters<br />
zijn voorzien van granieten beëindigingen. Veel van de vensters zijn dichtgemetseld, andere<br />
vervangen. In de zuidgevel zijn omstreeks 1945 houten vensters geplaatst. Deze gevel vertoont<br />
vele kogelinslagen uit de tweede wereldoorlog (bevrijding).<br />
constructie en interieur<br />
Het entrepotgebouw heeft een klassieke betonconstructie op de begane grond, uitgevoerd door<br />
de NV Bredasche Beton Maatschappij v/h H. Vriens (1921). Deze constructie bestaat uit kolommen,<br />
balken en vloeren. De eerste verdieping heeft dragende baksteen wanden, één rij<br />
stalen middenkolommen en stalen vakwerkspanten. De stalen kolommen en spanten zijn vermoedelijk<br />
herplaatst bij de verbouwing van 1921.<br />
Het „klontjesgebouw‟ heeft een betonconstructie uit 1921. De vierde bouwlaag heeft een<br />
complete staalconstructie. De wanden zijn uitgevoerd in een vakwerkconstructie met baksteeninvullingen,<br />
de draagconstructie bestaat uit stalen vakwerkspanten.<br />
Betonconstructie op de begane grond van het oude entrepotgebouw. Deze betonnen tussenvloer stamt<br />
uit 1921. In de vloer bevonden zich vele luiken, die intussen dichtgezet zijn.<br />
Staalconstructie op de verdieping van het oude entrepotgebouw. Bij de verhoging van dit gebouw in<br />
1921 is de bestaande constructie uit 1915 herplaatst.<br />
- 46 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: hoge gedeelte van het ‘klontjesgebouw’, gezien vanaf de oostelijke silo. Deze hogere opbouw<br />
met lichtbeuk stamt uit 1921. De gevels zijn uitgevoerd in vakwerk met invullingen van baksteen. De<br />
kopgevels hebben dekplaten en sierelementen van beton.<br />
Rechts: kapconstructie van het hoge deel van het ‘klontjesgebouw’. Herkenbaar zijn de stalen vakwerkspanten<br />
van de kapconstructie.<br />
5.7. Oude schoorsteen<br />
De oude schoorsteen behoort tot de oorspronkelijke opzet van het fabriekscomplex en stamt<br />
uit 1914. Aanvankelijk stond de schoorsteen vrij op het onbebouwde terrein tussen de noord-<br />
en zuidvleugel, vlak naast het machinegebouw. In 1917 werden ter weerszijden roetkamers<br />
gebouwd. Stapsgewijs is de bebouwing op deze binnenplaats steeds verder verdicht, waarna<br />
de gehele ruimte in 1949-‟51 werd overkapt als uitbreiding van het ketelhuis. In 1977 is een<br />
nieuwe schoorsteen gebouwd, waarna de oude tot ongeveer de helft is afgetopt.<br />
Hoge fabrieksschoorstenen staan symbool voor de 19de- en vroeg-20ste-eeuws industrialisatie<br />
van ons land. Fabrieken uit die periode werden gekenmerkt door de hoge schoorstenen, die<br />
tevens een herkenningspunt voor de stad vormden. Dat gold ook voor de schoorsteen van de<br />
Friesch-Groningsche. De symboolwaarde van deze schoorsteen werd nog onderstreept door<br />
de zorgvuldige afwerking met sierlijke patronen in gele baksteen.<br />
Noord<br />
De oude schoorsteen in het fabriekscomplex, ingetekend op een situatietekening uit circa 1980.<br />
- 47 -<br />
.<br />
7
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
<strong>Links</strong>: overzicht van het fabriekscomplex, gezien vanaf de oostelijke silo. Op de voormalige binnenplaats<br />
tussen de noord- en zuidvleugel staat de oude schoorsteen, behorend bij het machinegebouw<br />
(1914). Deze schoorsteen is kort na 1977 afgetopt tot ongeveer de helft van de oorspronkelijke hoogte.<br />
Rechts: binnenaanzicht van de oude schoorsteen, gezien naar boven.<br />
<strong>Links</strong>: sierpatroon in gele baksteen, aangebracht in de oude schoorsteen. De schoorsteen is net boven<br />
deze decoraties afgetopt.<br />
Rechts: detail van een ringanker rond de oude schoorsteen, vermoedelijk aangebracht in 1948.<br />
Vlak naast de machinekamer staat een conisch toelopende ronde bakstenen schoorsteen, voorzien<br />
van een iets bredere ronde voet. Deze voet wordt afgesloten door een profielrand, die<br />
tevens de overgang vormt tussen metselwerk in gewone baksteen en radiaalsteen. Vlak onder<br />
bovenrand valt een sierlijk patroon van gele baksteen te herkennen. Dit patroon bevond zich<br />
oorspronkelijk ongeveer halverwege de schoorsteen.<br />
5.8. Pulploods<br />
De pulploods is een van de nieuwe bijgebouwen uit het begin van de jaren twintig (1921).<br />
Sedert de bouw hebben slechts ondergeschikte wijzigingen plaatsgevonden, waaronder de<br />
vernieuwing van de gevelbekleding en de dakbedekking. De cultuurhistorische waarden van<br />
deze loods zijn voornamelijk toegekend aan de bijzondere opzet en uitvoering van de stalen<br />
draagconstructie.<br />
exterieur<br />
De pulploods is een rechthoekig gebouw met een zadeldak. De gevels bestaan uit een hoge<br />
bakstenen voet, waarboven een vakwerkconstructie met een gevelbeplating. De huidige bepla-<br />
- 48 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
ting van damwandprofielen stamt uit de jaren zeventig. In de voetmuur zijn enkele deuren en<br />
vensters aangebracht. In de zuidelijke zijgevel bevindt zich een hoge entreedeur.<br />
8<br />
Noord<br />
Positie van de pulploods op het fabrieksterrein, ingetekend op een situatietekening uit circa 1980. Ter<br />
oriëntatie is de oude schoorsteen ingetekend (zwart).<br />
interieur<br />
De loods wordt door middel van een bakstenen dwarsmuur in twee grote ruimte verdeeld. De<br />
constructie bestaat uit stalen vakwerkspanten met afgeschoorde gordingen. In verband met de<br />
grootte van de overspanning is onder de nokgording een extra ondersteuning aangebracht,<br />
bestaande uit „pendelkolommen‟.<br />
<strong>Links</strong>: overzicht van de pulploods, gezien vanaf de westelijke suikersilo. Naast deze loods is het Hoendiep<br />
zichtbaar, dat hier een haakse bocht maakt. Op de achtergrond zijn de vloeivelden zichtbaar.<br />
Rechts: overhoeks aanzicht van de pulploods, gezien vanuit het zuidoosten. De gevelbekleding is vernieuwd<br />
in de jaren zeventig.<br />
- 49 -<br />
.
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
Overzicht van de constructie van de pulploods. De constructie bestaat uit een reeks vakwerkspanten<br />
met gordingen. Vanwege de grote overspanning wordt de nokgording extra ondersteund door middel<br />
van vakwerkkolommen, die naar onder en boven toelopend in een punt (pendels).<br />
- 50 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
6. Inhoud<br />
pag. hoofdstuk<br />
1 1. Voorwoord<br />
3 2. Suikerproductie uit suikerbieten<br />
7 3. Geschiedenis van de Friesch-Groningsche Coöperatieve Beetwortelfabriek<br />
(Suiker Unie)<br />
11 4. Bouwgeschiedenis<br />
25 5. Cultuurhistorische dragers van het complex<br />
29 5.1. Voorgebouw<br />
32 5.2. Oude suikerhuis<br />
35 5.3. Voormalig kalkgebouw<br />
38 5.4. Ketelhuis<br />
42 5.5. Gevels van het suikerpakhuis<br />
43 5.6. Oude suikerentrepot en „klontjesgebouw‟<br />
47 5.7. Oude schoorsteen<br />
48 5.8. Pulploods<br />
51 6. Inhoud<br />
- 51 -
Suikerfabriek (Suiker Unie): Van Heemskerckstraat 101, <strong>Groningen</strong><br />
- 52 -