02.08.2013 Views

Hoofdstuk 3. Het plotten van functies - SmartData

Hoofdstuk 3. Het plotten van functies - SmartData

Hoofdstuk 3. Het plotten van functies - SmartData

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De weergavestijl voor een functie instellen<br />

De stijl <strong>van</strong> een functie<br />

weergeven of wijzigen<br />

Tip: om Line in te stellen als<br />

de stijl voor alle <strong>functies</strong>,<br />

drukt u op ‡ en kiest u<br />

4:Reset Styles.<br />

Als u het gebied boven<br />

of onder de grafiek<br />

arceert<br />

In het basisscherm of in<br />

een programma<br />

52 <strong>Hoofdstuk</strong> <strong>3.</strong> <strong>Het</strong> <strong>plotten</strong> <strong>van</strong> <strong>functies</strong><br />

Voor iedere gedefinieerde functie kunt u een stijl instellen die<br />

specificeert hoe die functie getekend zal worden. Dit is handig<br />

bij het tekenen <strong>van</strong> meerdere <strong>functies</strong>. U kunt bijvoorbeeld<br />

één functie als een ononderbroken lijn uitzetten, een andere<br />

als een stippellijn etc.<br />

In de Y= Editor:<br />

1. Verplaats de cursor om de gewenste functie te markeren.<br />

2. Druk op ˆ.<br />

¦ Hoewel de optie Line gemarkeerd is, wordt<br />

de actuele stijl <strong>van</strong> de functie aangegeven<br />

met het teken Ÿ.<br />

¦ U kunt het menu verlaten zonder een<br />

verandering aan te brengen door op N<br />

te drukken.<br />

<strong>3.</strong> Om een verandering aan te brengen, kiest u de gewenste stijl.<br />

Stijl Omschrijving<br />

Line Verbindt geplotte punten met een lijn. Dit is de<br />

standaardinstelling.<br />

Dot Geeft een stip weer op elk geplot punt.<br />

Square Geeft een vierkantje weer op elk geplot punt.<br />

Thick Verbindt geplotte punten met een dikke lijn.<br />

Animate Een ronde cursor beweegt zich <strong>van</strong> een punt <strong>van</strong> de grafiek<br />

naar een volgend punt, maar laat geen spoor achter.<br />

Path Een ronde cursor beweegt zich <strong>van</strong> een punt <strong>van</strong> de grafiek<br />

naar een volgend punt en laat wel een spoor achter.<br />

Above Arceert het gebied boven de grafiek.<br />

Below Arceert het gebied onder de grafiek.<br />

De TI-92 beschikt over vier arceerpatronen, die gebruikt worden op<br />

rotatiebasis. Als u arcering instelt voor één functie, wordt het eerste<br />

patroon gebruikt. Voor de volgende gearceerde functie wordt het<br />

tweede patroon gebruikt, etc. Voor de vijfde gearceerde functie<br />

wordt opnieuw het eerste patroon gebruikt.<br />

Wanneer gearceerde gebieden<br />

elkaar snijden, overlappen de<br />

arceerpatronen elkaar.<br />

U kunt de stijl <strong>van</strong> een functie ook instellen in het basisscherm of in<br />

een programma. Zie de opdracht Style in bijlage A.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!