van der hart.pdf - DSpace at Open Universiteit
van der hart.pdf - DSpace at Open Universiteit
van der hart.pdf - DSpace at Open Universiteit
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INLEIDING<br />
juridiaans. Inleiding 2<br />
Ruim twintig jaar geleden ontdekte ik tijdens mijn studie Engels d<strong>at</strong> ik niet alleen stond<br />
in w<strong>at</strong> op de middelbare school nog als een afwijking werd gezien, mijn enthousiasme<br />
voor gramm<strong>at</strong>ica. Ik stortte mij volledig op de taalkunde en studeerde daarin af. Hoewel<br />
ik de wetenschappelijke ontwikkelingen sindsdien maar m<strong>at</strong>ig heb bijgehouden – an<strong>der</strong><br />
werk ging voor – beschouw ik mijzelf in het diepst <strong>van</strong> mijn gedachten nog steeds als<br />
een taalkundige die tijdelijk iets an<strong>der</strong>s is gaan doen. Toen de vraag zich voordeed aan<br />
welk juridisch scriptie-on<strong>der</strong>werp ik het meeste plezier zou beleven, lag het antwoord<br />
dan ook voor de hand: rechtstaal.<br />
In de loop <strong>van</strong> het on<strong>der</strong>zoek d<strong>at</strong> ik voor de scriptie heb verricht is mijn<br />
waar<strong>der</strong>ing voor de Ne<strong>der</strong>landse rechtstaal gekenterd. Bij aan<strong>van</strong>g scheen het mij toe<br />
d<strong>at</strong> het recht meer reden had dan an<strong>der</strong>e professies om zijn vaktaal te koesteren en af te<br />
schermen. Rechtstaal kon bogen op een lange traditie en vertoonde een distantie die<br />
prettig contrasteerde met de waan <strong>van</strong> de dag. De vele nuances leken mij even zo vele<br />
blijken <strong>van</strong> zorgvuldigheid. N<strong>at</strong>uurlijk had je ook de vakclichés, de dikdoenerij, het<br />
idioom voor de incrowd, maar welk vak blijft daar<strong>van</strong> verschoond? Hoe meer ik er<br />
echter over nadacht, hoe meer ik las, hoe problem<strong>at</strong>ischer de rechtstaal eruit naar voren<br />
kwam. Twee kwesties z<strong>at</strong>en mij met name dwars. Ten eerste bleken eigenschappen die<br />
door gebruikers aan de rechtstaal worden toegedicht taalkundig soms op wankele grond<br />
te berusten. Ten tweede viel de versperring die een gespecialiseerde rechtstaal opwerpt<br />
tussen juristen en leken moeilijk te rijmen met niet-juridische belangen, individueel en<br />
collectief. Ik zal deze twee kwesties kort toelichten.<br />
Eerst de toegedichte eigenschappen. Het recht is op meer<strong>der</strong>e niveaus talig. Niet<br />
alleen worden de processen <strong>van</strong> het recht door middel <strong>van</strong> taal voltrokken, ook het<br />
basism<strong>at</strong>eriaal, het positieve recht, besta<strong>at</strong> hoofdzakelijk uit taal. 1 Daarom begrenzen de<br />
eigenschappen <strong>van</strong> taal de speelruimte voor de jurist. Of hij nu wetten maakt, vonnist,<br />
of hulp verleent, w<strong>at</strong> de taal mogelijk maakt behoort tot zijn arsenaal, waar de taal<br />
dienst weigert sta<strong>at</strong> de jurist met lege handen. Het is dan ook opmerkelijk d<strong>at</strong> velen aan<br />
de rechtstaal kwaliteiten toekennen die botsen met courante taaltheorieën. Misschien<br />
wreekt zich hier de lange traditie: ook juridische táálopv<strong>at</strong>tingen lijken niet zelden met<br />
minstens één been in het verleden te staan.<br />
1 Gibbons1999; in dezelfde geest Gaakeer 2006 en Brouwer 2005.