1 C. Verspreide literaire teksten van Jacob Revius ... - Enny de Bruijn
1 C. Verspreide literaire teksten van Jacob Revius ... - Enny de Bruijn
1 C. Verspreide literaire teksten van Jacob Revius ... - Enny de Bruijn
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
doorluchtige, bloeien<strong>de</strong> universiteit hebben. En wat het voornaamste is: die universiteit is<br />
toegerust met mannen wier stem <strong>de</strong> zoekers naar wijsheid en voortreffelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> uiterste<br />
ein<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> Gallische streken laat snellen, zoals ooit <strong>de</strong> zoete overvloed <strong>van</strong><br />
liviaanse welsprekendheid <strong>de</strong> Galliërs naar het verre Italië trok (*11).<br />
Voor <strong>de</strong>ze buitenlandse stu<strong>de</strong>nten presenteert zich <strong>de</strong> Germaanse Natie, die, omdat ze<br />
in <strong>de</strong>ze Republiek <strong>de</strong>r Letteren alle dingen <strong>van</strong> scepter en bestuur aan <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong><br />
christelijke koningen verschuldigd is, gewillig rekening houdt met <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
weldoeners, en <strong>de</strong> enig mogelijke gehoorzaamheid betoont aan <strong>de</strong> leliedragen<strong>de</strong> scepter.<br />
An<strong>de</strong>rs moet ze immers terecht on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>genen gerekend wor<strong>de</strong>n die noch weten te bevelen<br />
noch te gehoorzamen, welke soort <strong>van</strong> mensen <strong>van</strong> het laagste allooi is en <strong>van</strong> geen enkel nut<br />
voor <strong>de</strong> staat – zoals een <strong>de</strong>skundig man heeft gezegd en een wijs man heeft opgeschreven.<br />
Met inachtneming <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, koninklijke en allerheilzaamste veror<strong>de</strong>ning is op <strong>de</strong><br />
dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag – nadat <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring bijeengekomen was om op wettige wijze een<br />
procurator <strong>van</strong> onze Natie te kiezen – <strong>de</strong>ze ene man <strong>de</strong> eer uiterst waardig geoor<strong>de</strong>eld, gezien<br />
het feit dat bijna ie<strong>de</strong>reen op hem gestemd heeft. Hij is een man in wie a<strong>de</strong>ldom wedijvert met<br />
talent, in wie – om het kort samen te vatten – <strong>de</strong> uitnemendheid <strong>de</strong>s te bekoorlijker is omdat<br />
ze uit zulk een stamboom afkomstig is.<br />
Hem presenteren wij nu aan u, hooggeachte heer, terwijl we u verzoeken om hem te<br />
bevestigen op grond <strong>van</strong> het gezag waarmee u bekleed bent, en om te veror<strong>de</strong>nen dat hij <strong>de</strong><br />
aan <strong>de</strong>ze positie verschuldig<strong>de</strong> voorrechten en privileges mag genieten. Als u, zoals wij<br />
vertrouwen, <strong>de</strong>ze weldaad welwillend aan <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> welda<strong>de</strong>n toevoegt, zult u alle<br />
le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Germaanse Natie meer en meer aan u toegewijd en met u verbon<strong>de</strong>n hebben.<br />
Dit heb ik (uitgesproken), waarop hij zeer vrien<strong>de</strong>lijk heeft geantwoord met een fraaie<br />
re<strong>de</strong>voering, waarin hij – na een lofre<strong>de</strong> op <strong>de</strong> Germaanse Natie – onze verkiezing met zijn<br />
goedkeuring heeft bezegeld. Dus zijn we naar onze bibliotheek gegaan, waar ik mijn<br />
opvolger, <strong>de</strong> zeer geachte en <strong>de</strong>skundige heer Hil<strong>de</strong>gerus Mattenclot (*12), overeenkomstig<br />
<strong>de</strong> gewoonte <strong>de</strong> plechtige eed heb afgevor<strong>de</strong>rd, en toen dat gebeurd was heb ik <strong>de</strong><br />
Assessorenplaats, <strong>de</strong> boeken en <strong>de</strong> sleutels afgestaan.<br />
Laat ik eindigen met een zegenbe<strong>de</strong>. In mijn officiële hoedanigheid (*13) bid ik <strong>de</strong> hoogste,<br />
<strong>de</strong> grootste God, <strong>de</strong> grondlegger <strong>van</strong> alle gezag en dus ook <strong>van</strong> het onze, vol eerbied om zijn<br />
eigen rijkdommen: dat <strong>de</strong> verschuldig<strong>de</strong> autoriteit ein<strong>de</strong>lijk terugkeert aan <strong>de</strong> magistraten, <strong>de</strong><br />
majesteit aan <strong>de</strong> overheid, <strong>de</strong> waardigheid aan <strong>de</strong> rechters, en dat <strong>de</strong> wil om recht te doen bij<br />
ie<strong>de</strong>reen óf ingeboezemd óf opgelegd wordt. Dat het recht verheerlijkt mag wor<strong>de</strong>n, het<br />
onrecht gestraft, dat <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rige mag opkijken naar <strong>de</strong> machtige, maar niet voor hem vrezen,<br />
dat <strong>de</strong> machtige wie ne<strong>de</strong>riger is mag voorgaan, maar hem niet verachten (*14).<br />
Eendracht, eendracht hebben we nodig, opdat <strong>de</strong> Germaanse Natie met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> beginselen<br />
als waarmee ze <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> laagte tot een mid<strong>de</strong>lmatige staat is opgeklommen, straks <strong>van</strong>uit<br />
<strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>lmatigheid een rechtmatige grootheid bereikt<br />
– opdat ze <strong>de</strong> wortels in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en het hoofd in <strong>de</strong> wolken steekt (*15).<br />
<strong>Jacob</strong>us Ricardus <strong>Revius</strong>, I.N.G. Assessor<br />
Zoek <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>, en jaag die na. Psalm 34:14 [moet zijn: 34:15b]<br />
*1 Agathon: typisch citaat uit florilegium (Lycosthenes, Apophthegmata [1555], ed. 1602, p.<br />
455, of Stobaeus, Keras amalthaias, ed. 1559, p. 298), zie ook Frank-<strong>van</strong> Westrienen 2007, p.<br />
110-112): Agathon. Dicere solebat, magistratum trium <strong>de</strong>bere meminisse. Primum, quod<br />
9