Uitwerkingsplan deel I-Toelichting deel II - Juridisch deel ...

O
Uitwerkingsplan
deel I-Toelichting
deel II - Juridisch deel
Bedrijfsdoeleinden,
Harnaschpolder-Noord, fase 2
Ing
Bedrijfsdoeleinden, Harnaschpolder-Noord, Fase
Harnaschpolder Weteringzone
Look-West,
Gemengde Doeleinden, fase 1
Si
Midden-Delfland
0707
r.

Uitwerkingsplan
deel I - Toelichting
deel II - Juridisch deel
Bedrijfsdoeleinden,
Haimaschpoilder-INIooff'dl, fase 2
evens partiële herziening van de uitwerking
Bedrijfsdoeleinden, Harnaschpolder-Noord, Fase 1
Haraaseihipolder W@tt@r!ngz©ne
Look-West,
Gemengde Doeleinden, fase 1
Midden-Delfland
0707
09

Inhoudsopgave
Deel I
Toelichting
1 Inleiding 9
2 Gebiedsomschrijving
3 Het Stedenbouwkundig Plan
Bijlagen
bijlage: Resultaten tervisielegging 24
Deel II
Juridisch deel
Voorschriften 31
Plankaart
1 3
1 1

Inhoudsopgave
Deel 1: Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
Hoofdstuk 2 Gebiedsomschrijving 1 1
2.1 Gebiedsindeling
Hoofdstuk 3 Stedenbouwkundig plan 13
3.1 De opgave
3.2 Ruimtelijk en landschappelijk kader 13
3.3 Stedenbouwkundig concept voor het bedrijventerrein 15
Zone Hamaschwetering 15
A4-zone 15
Harnaschdreef 17
Beeldbepalende zone 17
Zone Lookwatering 17
Binnengebied 19
3.4 Beeldkwaliteit '. 1 9
Hoofdstuk 4 Milieuaspecten 21
4.1 Geluidzones 21
4.2 Bedrijven 21
4.3 Externe veiligheid 21
4.4 Luchtkwaliteit 21
4.5 Waterkwantiteit en -kwaliteit 22
4.6 Belemmeringen 22
4.7 Archeologie en cultuurhistorische aspecten 22
4.8 Flora en fauna 23
Bijlagen Resultaten tervisielegging 24
9
1 1
1 3

ligging Harnaschpolder
8
fyjSfVIJK
w 1
\
•
1 9m
I
\
i
A
/ Noordhta
& r na sc
v
• f
h - ' U
X
\
\
*J 't Haanije
rffl
hm
' V
V 4
V
«as
polder \ mm 'TVy
/
\
BGSV / Midden-Delfland
PP
1 # l
1
32
,,.••»* $
•

Inleiding
De Harnaschpolder in de gemeente Midden-Delfland wordt, op grond van het Streekplan Zuid-Holland
West en het Regionaal Structuurplan Haaglanden, de komende jaren (gefaseerd) ontwikkeld ten behoe­
ve van woningbouw, een bedrijventerrein en een afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Dit is de uitwerking van (delen van) bestaande bestemmingsplannen, namelijk 'Bestemmingsplan Har­
naschpolder Weteringzone', goedgekeurd op 29 maart 2005, en een deel van 'Bestemmingsplan Harna­
schpolder-Noord', goedgekeurd op 9 januari 2001 en een deel van 'Bestemmingsplan Lookwest', goed­
gekeurd op 9 januari 2001. Deze bestemmingsplannen zijn gebaseerd op het Streekplan Zuid-Holland
en een structuurschets, behorend bij het convenant van 22 december 1997, waarin de gemeente Mid­
den-Delfland met de provincie Zuid-Holland, de minister van Verkeer en Waterstaat en het hoogheem­
raadschap van Delfland nadere afspraken heeft gemaakt over de uitwerking van de diverse deelgebie­
den in het kader van een integrale ontwikkeling.
De bestemmingsplannen zijn opgezet als globaal bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht voor
enkele bestemmingen. Dit uitwerkingsplan vormt de nadere uitwerking van deze bestemmingen.
Op grond van artikel 11, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (van vóór 1 juli 2008) is ook een
partiële wijziging bij deze uitwerking opgenomen van de uitwerking Bedrijfsdoeleinden, Harnaschpol­
der-Noord, fase 1. Het betreft een onbebouwd gedeelte van een woonbestemming, dat verandert in een
kleine kantoorbestemming aan de overzijde van de Lookwatering.
De mogelijkheid bestaat om deze kantoorbestemmingen, zolang deze nog niet zijn verwezenlijkt, met
toepassing van artikel 11, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, te veranderen in de bestemming
Gemengde Doeleinden.
Uitwerkingsplannen Look-West 9

\
\
va /
i
T
uw benaming deelgebieden
u
fragment uit Ontwerp Streekplan Zuid-Holland West

Gebiedsomschrijving
Het plangebied is gelegen op het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland, direct gren­
zend aan de kern van Den Hoorn. Het gebied ligt gunstig in de regio. De directe relatie met
Rijswijk, de 'glazen stad' van het Westland, de 'kennisstad' Delft, de 'Hofstad' Den Haag en het
groene Midden Delfland maken het gebied tot een aantrekkelijke plaats om te wonen én om te
werken.
Alle voorzieningen op het gebied van medische zorg, cultuur, recreatie, winkels en hoger onder­
wijs bevinden zich in de directe omgeving. De aanwezigheid van de A4 betekent een potentiële
extra impuls en zet het gebied ook op de kaart van de randstad.
2.1 Gebiedsindeling
Voor de uitwerking van het ontwikkelingsgebied is de volgende gebiedsindeling gemaakt:
- Look-West; het eerst door de gemeente Midden-Delfland te ontwikkelen woonmilieu in het
gebied waarvoor een bestemmingsplan is vastgesteld. In het oostelijk deel van dit plangebied
is reeds gestart met de woningbouwontwikkeling.
- Lookwest-Noord;een toekomstige uitbreiding van Look-West. Onder verantwoordelijkheid van
gemeente Midden-Delfland is een eerste stedenbouwkundige studie opgesteld.
- Lookwatering-West; een door de gemeente Delft te ontwikkelen woongebied. Een eerste
stedenbouwkundige studie is reeds opgesteld.
- Voordijkshoorn; een, aansluitend op het bestaande Hof van Delft, te ontwikkelen kleinschalig
woongebied door de gemeente Delft.
- Het Scharnier; een bestaand en verder, door de gemeente Midden-Delfland, te ontwikkelen
kleinschalig woonmilieu en tegelijkertijd groene en recreatieve geleding tussen Harnasch­
polder-Noord en Harnaschpolder-Zuid en daarbij de toegangspoort van de stedelijke om­
geving naar het open Midden-Delflandgebied.
- Harnaschpolder-Noord; een onderdeel van het toekomstig bedrijventerrein 'de Harnasch
(ook genoemd Vrij-Harnasch)' waarvoor een bestemmingsplan is vastgesteld en plangebied
voor dit uitwerkingsplan.
- Harnaschpolder-Midden; een onderdeel van het toekomstig bedrijventerrein 'de Harnasch
(Hoog-Harnasch)' en plangebied voor het inmiddels vigerende Bestemmingsplan Harnasch­
polder-Midden.
- Harnaschpolder Weteringzone; een onderdeel van het toekomstig bedrijventerrein
'de Harnasch (Woud-Harnasch)' waarvoor een bestemmingsplan is vastgesteld en plangebied
voor dit uitwerkingsplan.
Uitwerkingsplannen Look-West 11

Structuurschets Harnaschpolder e.o. 2002
— toekomstige gemeentegrens
| | wonen
1 j| 1 interne groenstructuur
| wonen in het groen
BH wonen en werken in het groen
| bedrijven
H bedrijven in het groen
[ | AWZI
I I water polderpeil
water boezempeil (0.40 + NAP)
I | groene recreatieve verbinding
I I groene tanen
hO-H hoogwaardig ov-tracé
t 1 hoofdontsluiting
wij kontsluiting
f \ fietsroute
zie bestemmingsplannen Harnaschpolder Noord en Look-West
structuurschets Harnaschpolder e.o. 2002
BGSV / Midden-Delfland
older Noord
arnasch
Lookwa
kshoornSepolder
Den Hoorn
24 oktober 2002

Stedenbouwkundig plan
3.1 De opgave
Een stedenbouwkundige studie voor het bedrijventerrein is opgesteld, Bedrijvenpark Harnasch d.d.
020902, met het doel om stedenbouwkundige voorwaarden en ruimtelijk-functionele kwaliteitseisen te
verschaffen en inzicht te geven in de kwalitatieve en kwantitatieve potenties voor toekomstige bedrijven.
Mede op basis van de resultaten uit deze studie is inmiddels een bedrijvenschap opgericht tussen de
gemeenten Delft, Dèn Haag en Midden Delfland. Dit samenwerkingsverband draagt de zorg voor de aan­
leg van het gehele bedrijventerrein Harnaschpolder.
Het bedrijventerrein neemt een strategische plek in tussen stad en ommeland.
Het plan voor het terrein wordt dan ook gedragen door verbindingen ten behoeve van verkeer, recreatie
en landschap tussen het stedelijke gebied en het buitengebied. In verband met deze strategische ligging
zal op het bedrijventerrein aandacht moeten worden besteed aan een relatief hoogwaardige en ruime
opzet, zonder hierbij afbreuk te doen aan een optimaal grondgebruik. Hierbij speelt de verscheidenheid
aan kavels, alsmede de aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte een rol. De stedenbouwkundi­
ge opzet en de na te streven invulling daarvan zijn in deze toelichting beschreven. De bestemmingsplan­
nen richten zich hoofdzakelijk op de ruimtelijk-functionele aspecten. In aanvulling hierop is het Beeldkwa­
liteitsplan 'Bedrijventerrein de Harnasch', vastgesteld door gemeente Midden-Delfland d.d.011104, opge­
steld om de ruimtelijk-visuele aspecten aan bod te laten komen. Parallel aan dit uitwerkingsplan is een
actualisatie van het Beeldkwaliteitsplan 'Bedrijventerrein Harnaschpolder' opgesteld om zo het totale pak­
ket aan randvoorwaarden naar een hoger detailniveau te brengen. Het beeldkwaliteitplan wordt op zich­
zelf vastgesteld als beleidskader door de gemeenteraad en fungeert ook als welstandsnota.
Dit recente Beeldkwaliteitsplan 'Bedrijventerrein Harnaschpolder' bevat ook de lintbebouwing langs de
Lots- of Harnaschwatering en die langs de Lookwatering, en zal het Beeldkwaliteitsplan 'Bedrijventerrein
de Harnasch' van 011104 zal vervangen (zie ook 3.4).
3.2 Ruimtelijk en landschappelijk kader
Op hoofdlijnen wordt de ruimtelijke indeling van de Harnaschpolder in eerste instantie door de volgende
structuurbepalende elementen bepaald:
- een bestaand (te handhaven) boezemwatersysteem met bijbehorende lintbebouwing.
- een aantal recreatieve verbindingen tussen het stedelijk gebied en het Midden-Delflandgebied
- een groenblauwe inrichting onder het bestaande hoogspanningstracé.
- een netwerk van ecologische en landschappelijke verbindingen dat grotendeels samenvalt met de drie
voorgaande verbindingen.
- de aansluitingen op de A4 (bij de Harnasch- en de Woudseknoop) en de nieuwe hoofdontsluitingsweg,
opgespannen tussen beide aansluitingen.
- technische randvoorwaarden zoals hoogspanningstracé, geluidscontouren
Uitwerkingsplannen Look-West 13

I
stedenbouwkundige opzet op hoofdlijnen groenwatercasco
A4-zone zone Hamaschwetering
14 BGSV / Midden-Delfland

3.3 Stedenbouwkundig concept voor het bedrijventerrein
Zone Hamaschwetering
Langs de Lots- of Harnaschwatering is een zone waarin woon-werkeenheden worden voorgestaan. De
zone Hamaschwetering loopt centraal door het bedrijventerrein Woud-Harnasch en vormt een karakteris­
tiek en structuurbepalend element. De bestaande bebouwing in deze zone zal gedurende de ontwikkeling
van het bedrijventerrein behouden blijven. De maat en schaal van de bestaande bebouwing ligt ten
grondslag aan de randvoorwaarden voor nieuwe bebouwing, zowel in als grenzend aan de zone Hama­
schwetering. Langs beide zijden van de Lots- of Harnaschwatering is een zone vastgesteld waarbinnen
aanvullende regels gelden die de karakteristieke kenmerken gedurende toekomstige ontwikkelingen zul­
len waarborgen. In deze zone is ruimte voor zowel vrijstaande woningen als kleinere bedrijfseenheden
met lichte vormen van bedrijvigheid (waaronder ambachtelijke bedrijven) in combinatie met een bedrijfs­
woning. De maximale omvang van een woning dan wel de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebou­
wen per bedrijf is in de voorschriften nader bepaald, waardoor de gewenste kleinschaligheid verkregen
kan worden.
A4-zone
Woud-Harnasch biedt ruimte voor zowel standaard bedrijven als hoogwaardige bedrijven.
Aan de westzijde van de Lots- of Harnaschwatering ligt de 'A4-zone'. Zowel vanwege de gewenste uitstra­
ling van de A4 als hoogwaardig bedrijventerrein, als vanuit de situering op de rand van het reconstructie­
gebied Midden Delfland worden voorwaarden gesteld aan de landschappelijke inrichting van de A4-zone.
Daarom is tussen de A4 en de uit te geven kavels is een brede strook voor groen en water gereserveerd.
Om de zichtbaarheid en vooral de attentiewaarde van het terrein te optimaliseren wordt gedacht aan
meerdere landmarks in de vorm van bijzondere gebouwen, georiënteerd op de A4.
Voor de hoogte van bedrijfspanden is een bouwenvelop opgesteld welke in het profiel op de plarikaart is
weergegeven. Deze bouwenvelop zorgt voor een goede aansluiting van de bedrijfsbebouwing op de klei­
ne korrel langs de Lots- of Harnaschwatering. De bedrijfskavels van de A4 zone liggen aan de achterzijde
tegenover de kavels van de zone Hamaschwetering.Om de kwaliteit van de Harnaschweteringzone te
behouden en te optimaliseren als groen structuurelement, komt er een strook met openbare groen en
water aan de westzijde van de zone. Deze strook schept een gepaste afstand tussen de bedrijven van de
A4-zone en de kleinschalige bebouwing van de zone Hamaschwetering en verschaft de A4-zone tegelij­
kertijd een groen kader.
Uitwerkingsplannen Look-West 15

Harnaschdreef
16
V
zone Lookwatering
BGSV / Midden-Delfland
4
beeldbepalende zone
o

Harnaschdreef
Aan de oostzijde van de Lots- of Harnaschwatering ligt een 'strategische zone' met bedrijvenkavels geo­
riënteerd op de Harnaschdreef. De benaming van deze zone komt voort uit zijn potentiële bestemming als
mogelijke reserve voor hoogwaardige bedrijven, commerciële en niet commerciële voorzieningen.
In deze zone wordt gestreefd naar representatieve bedrijvigheid.
De hoogte van de bedrijfspanden is vastgesteld in de bouwenvelop (zie de plankaarten). Deze bouwenve­
lop zorgt voor een goede aansluiting van de bedrijfsbebouwing op de kleine korrel langs de Lots- of Har­
naschwatering.
De bedrijfskavels van de Harnaschdreef grenzen aan de achterzijde aan de kavels van de zone Hamasch­
wetering. Om flexibiliteit in verkaveling van het gebied te behouden, wordt de mogelijkheid voor een
ventweg tussen de Harnaschdreef en de Lots- of Harnaschwatering open gehouden. De voorgeschreven
bouwenvelop biedt voldoende ruimte tussen de bebouwing om een profiel van een ventweg in te passen.
Beeldbepalende zone
Met de beeldbepalende zone wordt de zone bedoeld langs de hoofdontsluitingsweg en de Harnasch-
knoop. In deze zone kunnen zich hoogwaardige bedrijven vestigen. Aan de architectuur zal veel aandacht
worden besteed, de opzet van het terrein is ruim en groen. Bereikbaarheid is van belang en zichtbaarheid
een pré.
Gelet op deze belangrijke en zichtbare ligging in deze zone dienen de bedrijven hier een representatieve
uitstraling te krijgen. Dit betekent onder andere een oriëntatie van de bebouwing naar de hoofdontslui­
tingsstructuur of de Harnaschknoop. Dit aspect is tevens opgenomen in de voorschriften van dit plan. Er is
gesteld dat de gebouwen in de beeldbepalende zone met de hoofdtoegang gericht dienen te zijn naar de
openbare weg. Deze bedrijfskavels zullen t.o.v. het gehele bedrijventerrein groter zijn. Per kavel wordt,
rekening houdend met de voorschriften, gestreefd naar een hoger percentage kantooroppervlak. Om de
hoogwaardige uitstraling te ondersteunen wordt gestreefd naar voldoende massa c.q. hoogte. Om de
bebouwing met het profiel tot een eenheid te vormen moeten de gevels langs de hoofdontsluitingswe-
gen dicht op de voorste uitgiftegrens worden geplaatst.
Ter weerszijden van de hoofdverkeersontsluiting is een specifieke kleinschalige kantoorbestemming gege­
ven, als entree voor het gebied, op basis van een vrijstellingsmogelijkheid in het moederplan. De mogelijk­
heid bestaat om deze kantoorbestemmingen, zolang deze nog niet zijn verwezenlijkt, met toepassing van
artikel 11, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, te veranderen in de bestemming Gemengde Doel­
einden, om ook andere passende functies al in de rest van het gebied toe te staan.
Zone Lookwatering
Aan de noordzijde van de Lookwatering is een zone waarin woon-werkeenheden worden voorgestaan.
Deze zone ligt ten noorden van het Scharnier. De zone Lookwatering vormt een overgang tussen de
woningen in het Scharnier en de bedrijven die noordelijk van deze zone liggen. Derhalve wordt in deze
zone gedacht aan kleinere bedrijfseenheden met lichte vormen van bedrijvigheid (waaronder ambachtelij­
ke bedrijven) in combinatie met een bedrijfswoning. De maximale omvang van de gezamenlijke opper­
vlakte van bedrijfsgebouwen per bedrijf is in de voorschriften nader bepaald, waardoor de gewenste klein­
schaligheid verkregen kan worden.
Uitwerkingsptannen Look-West

18 BGSV / Midden-Delfland

Binnengebied
Kavels die zich niet langs de hoofdstructuur bevinden, kunnen flexibeler worden ingevuld. De kavelgrootte
kan variëren teneinde tegemoet te komen aan een gedifferentieerde vraag. Voor de hoogte van bedrijfs­
panden in Woud-Harnasch geldt de bouwenvelop welke in het profiel op de plankaarten is weergegeven.
Deze bouwenvelop zorgt voor een goede aansluiting van de bedrijfsbebouwing op de kleine korrel langs
de Lots- of Harnaschwatering.
3.4 Beeldkwaliteit
In de beschrijving in hoofdlijnen wordt verwezen naar het opgestelde beeldkwaliteitsplan. Het beeldkwali­
teitsplan is parallel aan deze uitwerking geactualiseerd en beschrijft in essentie en meer in detail verschil­
lende randvoorwaarden. Het uitwerkingsplan schrijft voor waar een volume mag komen en wat de maxi­
male dimensies mogen zijn. In het beeldkwaliteitplan wordt verder ingegaan op vormgeving en materiali­
satie van kavels en gebouwen.
Het beeldkwaliteitsplan is geen onderdeel van het uitwerkingsplan. Burgemeester en Wethouders en de
welstandscommissie kunnen gemotiveerd afwijken van het beeldkwaliteitsplan. Dit bevat namelijk geen
algemeen verbindende voorschriften, maar beleidsregels. Als zodanig vormen zij het kader waarbinnen
Burgemeester en Wethouders het welstandstoezicht uitoefenen. Afwijking van beleidsregels is mogelijk,
mits deugdelijk gemotiveerd.
Uitwerkingsplannen Look-West 19

4
Milieuaspecten
De milieuaspecten zijn nog recent vastgesteld en goedgekeurd in het betreffende globale moederplan.
Deze uitwerkingen blijven binnen die grenzen. Samengevat, en waar nodig aangevuld, wordt een en ander
hierna weergegeven.
Uit verricht onderzoek in het kader van de MER-beoordeling is gebleken dat de milieugevolgen van dien
aard zijn, dat de kwaliteit van de leefomgeving voldoende gewaarborgd blijft (Haskoning, Aanmeldingsno­
titie ontwikkeling Harnaschpolderjuli 2003).
4.1 Geluidzones
Het gebied ligt in de geluidszones van de Rijksweg A-4 en van de nieuw aan te leggen Harnaschdreef. Met
betrekking tot de nieuw te bouwen woningen in deze zones geldt in relatie tot de A-4 en de aan te leggen
Harnaschdreef een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).Voor de bestaande woningen geldt alleen in rela­
tie tot de Harnaschdreef een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).
4.2 Bedrijven
In het plangebied worden de bedrijven bij de uitwerking gezoneerd volgens de algemene richtlijnen van
de VNG-brochure, conform de bedrijvenlijst in het globale moederplan.
4.3 Externe veiligheid
In de omgeving van het plangebied zijn de volgende risicobronnen bekend.
1. Ten westen van het plangebied loopt de Rijksweg A4. De A4 is één van de routes transport gevaarlijke
stoffen.
2. Buiten het plangebied ligt er een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding.
3. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich het bedrijf Benfried BV. Het bedrijf is een zogenaamde BEVI -
inrichting op grond van de Wet Milieubeheer.
Door de aanwezigheid van deze risicobronnen, is het van belang aandacht te schenken aan het aspect
Externe Veiligheid in het kader van dit uitwerkingsplan.
Er is onderzoek verricht naar het zogenaamde plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Het resul­
taat van dit onderzoek is vervat in de reportage van 29 februari 2008:'Bepaling van het groepsrisico door
het vervoer van gevaarlijk stoffen op de Rijksweg A4 in verband met het uitwerkingsplan 'Harnaschpolder
Weteringzone'van de gemeente Midden-Delfland.'Op basis van het onderzoeksresultaat zijn er adviezen
gevraagd bij de Hulpverleningsregio Haaglanden (HRH). Mede op basis van de ingewonnen adviezen is
het groepsrisico bij de vaststelling van het uitwerkingsplan daarmee verantwoord.
4.4 Luchtkwaliteit
Verricht onderzoek door fa Tauw heeft uitgewezen dat de uitwerkingsplannen op geen enkel moment, op
geen enkele plaats waar zich langdurig blootgestelden bevinden leiden tot een overschrijding van de
grenswaarden uit de Wet milieubeheer voor de stoffen N02 en PM10. ("Luchtkwaliteitsonderzoek t.b.v. een
goede ruimtelijke onderbouwing Harnaschpolder"d.d. 31 juli 2008, bijlage). In verband met de onzekere
strikt formele status van uitwerkingsplannen in dit verband en in verband met het op 16 januari 2009
inwerking getreden Besluit gevoelige bestemmingen (Stb. 2009,14), is in de aanvullende adviezen van Pels
Rljcken & Drooglever Fortuijn van 27 augustus 2008, nummer 10025160, en 17 juni 2009, nummer
LS/RS/10028721, geconcludeerd dat de uitwerkingsplannen - wat betreft het aspect luchtkwaliteit - niet
leiden tot een onaanvaardbaar effect op de leefomgeving van enige persoon, zodat de plannen de toets
aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening op dit punt kunnen doorstaan.
Uitwerkingsplannen Look-West

4.5 Waterkwantiteit en -kwaliteit
Er is regelmatig overleg met de waterbeheerder over de integrale aanpak van de Harnaschpolder. In het
kader van de globale bestemmingsplannen zijn hiervan de resultaten met overeenstemming in de toelich­
ting en ook in de voorschriften vastgelegd. Deze blijven ook nu van toepassing. Het overleg over de uit­
voering wordt nog steeds voortgezet.
In het uitwerkingsplan Bedrijfsdoeleinden, Harnaschpolder-Noord,fase 2uitwerkingsplan wordt aangege­
ven op welke plek ruimte voor nieuw boezemwater is gereserveerd.
In het kader van de herontwikkeling worden verder diverse waterlopen en kunstwerken aangepast of
nieuw aangelegd om de afvoer naar het poldergemaal te verbeteren. Hiermee wordt in dit uitwerkings­
plan rekening gehouden
4.6 Belemmeringen
De hoogspanningsleiding is (in de betreffende moederplannen reeds afzonderlijk en gedetailleerd
bestemd. Er zijn in deze uitwerkingen geen leidingen die een aparte bestemming vereisen. Conform advies
van de staatsecretaris van VROM in 2005 is uit voorzorg in de voorschriften van deze uitwerkingsplan gere­
geld dat zowel bedrijven als voorzieningen ten dienste van de bedrijfsbestemming, waarin sprake is lang­
durig verblijf van kinderen, zoals kinderopvangplaatsen, crèches en scholen, niet toegelaten worden.
4.7 Archeologie en cultuurhistorische aspecten
De Harnaschpolder en de Woudse Polder maken deel uit van een rijk en oud cultuurland. Resten van dit
culturele erfgoed zijn in de vorm van archeologische vondsten en grondsporen in de bodem van dit
gebied opgeslagen. Archeologisch onderzoek in en rond dit gebied heeft aangetoond dat onder meer
nederzettingen met het bijgehorend verkavelingpatroon uit de Romeinse tijd in de bodem bewaard zijn
gebleven, evenals tal van middeleeuwse vindplaatsen. Ook de huidige verkaveling van het gebied gaat tot
de twaalfde eeuw terug. Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de Provincie Zuid-Hol­
land blijkt, dat sprake is van een redelijk tot hoge archeologische verwachting ter plaatse van de projectlo­
caties. Met archeologisch veldonderzoek, uitgevoerd in 2006 én 2007, is deze verwachting inmiddels
bevestigd.
De gemeente Midden-Delfland onderkent de archeologische waarden in het gebied en heeft maatregelen
genomen om de archeologische belangen bij de inrichtingsplannen te betrekken. Voor het plangebied
heeft de gemeente middelen vrijgemaakt om een gedegen archeologische inventarisatie uit te voeren en
om gedurende de herinrichting van het gebied archeologische begeleiding in te zetten of andere vormen
van archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren om aan de archeologische belangen zo veel mogelijk
recht doen. Hiertoe heeft Midden-Delfland per 30 november 1999 een gemeentelijk archeoloog aange­
steld. Middelen voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek worden doorberekend in de projectkos­
ten. Volgens de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, die op 1 september 2007 in werking is getre­
den, is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de kosten die met de uitvoering van dit onderzoek samen­
hangen.
Er wordt een werkplanning opgesteld volgens welke de onderzoeken plaatsvinden. Op dit moment
bestaan er voor delen van het plangebied nog feitelijke belemmeringen om het onderzoek uit te voeren;
deze terreinen moeten eerst toegankelijk en leeg zijn. Andere delen van het plangebied zijn de afgelopen
jaren reeds onderzocht door middel van archeologisch vooronderzoek of een opgraving. Voor deze delen
geldt niet langer de aanduiding (potentieel) archeologisch waardevol gebied en zijn dus ontheven van de
plicht tot (voor)onderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg.
22 BGSV / Midden-Delfland

Waar op de plankaart aangeduid is als (potentieel) archeologisch waardevol gebied geldt de plicht tot
archeologisch (voor)onderzoek, met dien verstande dat bodemingrepen met een totale ruimtelijke
omvang van maximaal 50 m2 hiervan zijn vrijgesteld. In de planvoorschriften wordt deze afweging voor­
geschreven.
4.8 Flora en fauna
Beschermde soorten volgens de Flora- en Faunawet zijn in een eerste inventarisatie niet aangetroffen (Het
Natuurloket,4 juli 2003). In 2004 is door adviesbureau Tauw een nader onderzoek gedaan in het kader van
de Flora- en Faunawet. Hierbij is geconcludeerd dat enkele beschermde planten en diersoorten zoals bos­
muis, egel, redelijkerwijs in het plangebied mogen worden verwacht.Ten behoeve van deze beschermde
soorten is bij brief d.d. 8 februari 2005 door de Minister van LNV ontheffing verleend. De transformatie van
het gebied van kassen naar bedrijven zal geen wezenlijke verandering brengen in de natuurwaarde van
het plangebied. Er zal op worden toegezien dat redelijkerwijs wordt voorkomen dat nadelige gevolgen
voor flora en fauna worden veroorzaakt.
Uitwerkingsplannen Look-West

Bijlage
Resultaten tervisielegging
Nota beantwoording van zienswijzen over het Ontwerp-uitwerkingsplan
Look-West, Gemengde Doeleinden, fase 1
Voor u ligt de Nota beantwoording van zienswijze(n) met betrekking tot het ontwerpuitwerkingsplan
"Look-West, Gemengde Doeleinden, fase 1" dat vanaf 4 november 2008 tot en
met 17 november 2008, gedurende twee weken, ter visie heeft gelegen. Gedurende de ter visie
ligging is één schriftelijke zienswijze ontvangen.
(1) Indiener van de zienswijze: Kleijweg Hoveniers, de heer A.H.M. Kleijweg, Woudseweg
132, 2635 CG Den Hoorn, ingediend door Agro Adviesburo b.v., Tiendweg 18, 2671 SB
Naaldwijk,
Zienswijze 1.1
In de bij de het uitwerkingsplan horende Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn Hoveniersbedrijven
(SBI code 0141.1) niet expliciet opgenomen. Reclamant gaat ervan uit dat bij de doeleindenomschrijving
van Bedrijfsdoeleinden en Gemengde Doeleinden zijn hoveniersbedrijf is inbegrepen
en derhalve is toegestaan, aangezien dit bedrijfstype geacht wordt te behoren tot categorie 1.
Het inpassen van het hoveniersbedrijf doet recht aan hetgeen is besproken bij de verkoop van
de locatie 'Paardenbaan'. Ten aanzien hiervan heeft het Bedrijvenschap op grond van een leveringsakte
een inspanningsverplichting om het hoveniersbedrijf in het uitwerkingsplan in te passen.
Antwoord
In het ontwerp-uitwerkingsplan valt het hoveniersbedrijf deels in de zone "Gemengde Doeleinden"
en deels in de zone "Bedrijfsdoeleinden". De inpassing van het bedrijf - als direct recht- is
mogelijk met een kleine aanpassing in de bestemming "Bedrijfsdoeleinden". Nu is het al mogelijk
via een vrijstelling, maar dat vergt een extra procedure. In de bestemming "Gemengde
Doeleinden" is het hoveniersbedrijf direct als "gelijk te stellen" aan te merken als bedoeld in artikel
4, lid 1 onder a. en dus al bij recht toegelaten. Bij de vaststelling wordt aangegeven dat naar
aanleiding van de zienswijzen het plan als volgt wordt gewijzigd:
In artikel 3, lid 1 wordt aan de doeleindenomschrijving aan het slot toegevoegd: in afwijking
hiervan is ter plaatse van de aanduiding (bho) tevens toegestaan een hoveniersbedrijf (categorie
ten hoogste 2 volgens de VNG-lijst Editie 2009). Op de plankaart wordt deze aanduiding in
de bestemming aangegeven.
Zienswijze 1.2
Op het Bedrijvenschap rust een inspanningsverplichting om voor het hoveniersbedrijf een uitweg
op de nieuwe ontsluitingsweg (Harnaschdreef) te realiseren. Deze verplichting geldt tevens
ten aanzien van het naastgelegen bedrijf Woudseweg 130 (A.P.M. Kleijweg). Daarbij gelden
ook inspanningsverplichtingen voor het Bedrijvenschap om de erfdienstbaarheden inzake het
recht van weg van en naar de Woudseweg over de percelen locatie Woudseweg 130 en 132 te
laten vervallen.
Antwoord
In eerste instantie geldt dat de gemeente Midden-Delfland rechtens niet gebonden is aan de
door reclamant bedoelde inspanningsverplichting, die op het Bedrijvenschap rust en enkel betrekking
heeft op Woudseweg 130. Daarnaast is een inspanningsverplichting geen resultaatsverplichting.
Bovendien heeft het opheffen van de door reclamant bedoelde erfdienstbaarheden
betrekking op de percelen locatie Woudseweg 130 en Woudseweg 132, die, onder andere wat
betreft deze erfdienstbaarheid buiten het gebied van het uitwerkingsplan liggen. Het mist dus de
ruimtelijke relevantie in het kader van de onderhavige procedure tot vaststelling van het uitwerkingsplan.
Ten aanzien van de erfdienstbaarheid Woudseweg 130 geldt dat de zienswijze enkel
is ingediend namens Kleijweg Hoveniers, de heer A.H.M. Kleijweg, Woudseweg 132 en niet
24. BGSV / Midden-Delfland

namens Woudseweg 130. Aan inhoudelijke reactie op ten aanzien van Woudseweg 130 wordt
zodoende zonder meer verder niet toegekomen.
Zienswijze 1.3
Het hoveniersbedrijf opteert voor de ontsluiting van de percelen voor de oplossing zoals vervat
in de tekening van 3 april 2008 die bij de bedenkingen is bijgevoegd, omdat de betrokken percelen
direct ontsloten worden op de Harnaschdreef. Bij het vaststellen van het uitwerkingsplan
zal het inpassingsplan 'percelen Kleijweg' met ontsluiting, volgens de voornoemde tekening,
niet meer mogelijk zijn.
Antwoord
Door het bedrijvenschap is meerdere keren aangegeven dat het voorstel van 3 april 2008 is
teruggetrokken. Inmiddels is een alternatief overeengekomen.
Daarnaast geldt ten aanzien van de door reclamant voorgestane wijze van ontsluiting dat dit
een feitelijke invulling/uitvoering van het uitwerkingsplan betreft. Het uitwerkingsplan laat op de
volgende wijze de realisatie van een ontsluitingsweg toe.
Gronden met de bestemming "Bedrijfsdoeleinden -B-" zijn volgens artikel 3, lid 1, van de planvoorschriften
bestemd voor de volgens dit artikel toegelaten bedrijven, met een aantal bij de
bestemming horende zaken, waaronder ontsluitingswegen.
Op gronden met de bestemming "Gemengde Doeleinden -GD-" zijn ten dienste van en in verband
met deze bestemming een aantal zaken toegelaten, waaronder volgens artikel 4, lid 1,
sub j, van de planvoorschriften, ontsluitingsverhardingen en langzaamverkeersverbindingen.
Zienswijze 1.4
De op de plankaart aangegeven verkeersontsluiting langs de Harnasch- of Lotswetering, die op
de percelen Woudseweg 132 eindigt, suggereert dat er vanaf de Harnaskade (oostzijde) ontsluiting
zou zijn op de Woudseweg. Sinds het aanleggen van de Koebrug over de Harnasch- of
Lotswetering is van deze doorgang geen sprake meer.
Antwoord
Deze zienswijze geeft aanleiding tot aanpassing van de plankaart. De pijl die de verkeersontsluiting
weergeeft zal worden ingekort tot aan de Koebrug. De pijl loopt dan niet meer tot het
perceel Woudseweg 132.
Uitwerkingsplannen Look-West 25