MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
ZeeEnergie<br />
VKA<br />
Opp. windpark (excl. veiligheidszone, km 2 ) 32 43 21,2 43 43 43 43 43<br />
Deel van de Noordzee (%) 0,004 0,006 0,003 0,006 0,006 0,006 0,006 0,006<br />
Deel van NCP (%) 0,06 0,08 0,04 0,08 0,08 0,08 0,08 0,08<br />
Energie-opbrengst (GWh/jaar) 1.744 1.775 1.642 663 1.464 2.245 1.042 1.959<br />
Habitatverlies (km²/GWh) 0,02 0,02 0,01 0,06 0,03 0,02 0,04 0,02<br />
Toelichting: Noordzee: 750.000 km²; NCP= 56.785 km²<br />
Tabel 33 Habitatverlies, windpark ZeeEnergie.<br />
Technische varianten<br />
De technische varianten van de turbines (turbinehoogte, rotordiameter) hebben geen invloed op het<br />
ruimtebeslag. Voor de tripile-constructie van de turbinefundering worden geen alternatieven overwogen;<br />
monopiles met een vergelijkbare stabiliteit moeten een doorsnede hebben van 7,5 m en zouden dus meer<br />
ruimte in beslag nemen.<br />
In verhouding tot het beschikbare Noordzeeoppervlak (750.000 km 2 , OSPAR Region II) moet het mogelijke<br />
habitatverlies als zeer klein worden gezien. Het habitatverlies van de verschillende varianten is, met<br />
uitzondering van variant 5D vergelijkbaar gering negatief. Op grond hiervan wordt niet uitgegaan van een<br />
significantie van de effecten voor pleisterende vogels.<br />
3.5.1.6 BESCHRIJVING VERTROEBELING EN VERONTREINIGING<br />
Aa<strong>nl</strong>eg en verwijdering<br />
In het kader van de bouwmaatregelen, bijv. door heien van de fundaties of het plaatsen van de zeekabels,<br />
kan er opdwarrelen van sediment optreden en daardoor vertroebeling van het omgevende waterlichaam.<br />
Dit veroorzaakt een kleinschalige nadelige invloed op de voedingsbasis en de voedselverwerving.<br />
Bovendien kunnen voedings- en schadelijke stoffen in het water vrijkomen en via de voedselketen ook<br />
pleisterende vogels daar last van ondervinden. Daarbij gaat het om visetende soorten zoals bijv.<br />
Jan van genten of alken die het grootste deel van het jaar in het plangebied aangetroffen worden, evenals<br />
de in kleine aantallen doortrekkende zeeduikers en sternen. Zeeëenden zoals de zwarte zeeëend die<br />
bodemfauna eten komen in het plangebied heel zelden voor en dan alleen op doortrek. Dit hangt samen<br />
met de voor voedselopsporing te grote waterdiepte van ca. 30 m. De genoemde soorten geven de voorkeur<br />
aan dieptes van 10 - 20 m en hebben derhalve niet te maken met de verstoring door sediment aan het<br />
wateroppervlak.<br />
De effecten zijn steeds kleinschalig en kortdurend doordat de desbetreffende voedselbronnen zich snel<br />
herstellen. De intensiteit van de effecten op het pleisterende vogelbestand is gering.<br />
Varianten<br />
Zie variantenbeschrijving onder de beschrijving van geluid en trillingen bij de aa<strong>nl</strong>eg en verwijdering van<br />
de windparken (zie paragraaf 3.5.1.3).<br />
B.82 ARCADIS 076707818:A - Definitief<br />
Variant 7D<br />
Variant 5D<br />
Variant 12D<br />
Ecologische<br />
variant<br />
Economische<br />
variant<br />
7D (3 MW)<br />
7D (7 MW)