01.08.2013 Views

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Figuur 19 Verlichting van het onderzoeksplatform ‘FINO 1’ bij nacht<br />

<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />

Anderzijds draagt de verlichting, bebakening en kleurstelling van de turbines er zowel ’s nachts als<br />

overdag toe bij dat het windpark en de turbines worden waargenomen als obstakel in het luchtruim. In<br />

‘Horns Rev‘ vertoonden watervogels ’s nachts eerder vermijdingsreacties dan overdag (PETERSEN et al.<br />

2006b); een van de oorzaken hiervan is vermoedelijk de zichtbaarheid van de turbines door de verlichting.<br />

Deze zichtbaarheid kan het aanvaringsrisico verminderen doordat de vogels de obstakels op tijd<br />

herkennen en er omheen vliegen.<br />

De gevolgen betreffen onderdelen van het windpark dan wel het hele park en zijn permanent. Volgens de<br />

huidige kennis op dit gebied zal de intensiteit gering zijn.<br />

4. Toelichting bij aanvaringsrisico<br />

In de bestandsbeschrijving (bijlage 6 van <strong>MER</strong> BARD, hoofdstuk 2.3.2.9) staat een analyse van het<br />

aanvaringsrisico voor de waargenomen soorten. Volgens deze analyse zijn met name de vogelsoorten<br />

bedreigd die talrijk tot gemiddeld talrijk in het onderzoeksgebied voorkomen en die vooral ’s nachts<br />

vliegen. In totaal 37 soorten zijn daarom als bedreigd geclassificeerd.<br />

Bij het beoordelen van de bedreigdheid van een populatie speelt de omvang van de totale populaties een<br />

belangrijke rol. Bij alle soorten met Europese populaties van meer dan 5.000.000 broedparen gaan wij –<br />

zelfs bij het hypothetisch zeer onwaarschij<strong>nl</strong>ijke getal van 50 vogelaanvaringen per turbine per jaar (vgl.<br />

PETERSEN et al. 2006, DESHOLM 2006) – er vanuit dat in totaal zo weinig exemplaren van een soort<br />

worden gedood dat de populatie niet bedreigd wordt. Uitgaande van een theoretische populatie van<br />

5.000.000 broedparen en 75 turbines zou minder dan 0,04 procent van een soort worden gedood.<br />

Er blijven dan dertien steltlopersoorten en zes zangvogelsoorten over waarvan de biogeografische<br />

broedpopulaties minder dan 5.000.000 broedparen bevatten (Tabel 28).<br />

076707818:A - Definitief ARCADIS B.65<br />

Deel B

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!