01.08.2013 Views

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />

Deel B<br />

In de jaren 70 werden nauwelijks bruinvissen in Nederland gezien. Er werden toen uitsluitend min of<br />

meer volgroeide bruinvissen gezien, maar de laatste paar jaar komen ook weer moeder-kalf stelletjes voor.<br />

In de jaren 80 begon een toename van het aantal waarnemingen en aanvankelijk werden vooral van<br />

oktober tot april veel bruinvissen gezien. Er is sprake geweest van een geleidelijke seizoensverbreding; de<br />

laatste jaren worden ook in de nazomer en de vroege herfst kleine aantallen Bruinvissen opgemerkt. Het<br />

dieptepunt in het voorkomen voor de kust is nu in juni (Tabel 23). Kennelijk verlaten de dieren kort<br />

voordat de wijfjes moeten werpen onze kustwateren, om daar pas weer in de loop van de herfst te<br />

verschijnen. Ze trekken zich in ieder geval terug tot voorbij OWEZ, zoals blijkt uit continue metingen aan<br />

bruinvisgeluid in dat windpark (Brasseur et al, 2008).<br />

Functie van het planningsgebied<br />

Er zijn in het projectgebied en in de verdere omgeving daarvan maar heel weinig bruinviskalveren<br />

waargenomen. Het areaal heeft kennelijk geen functie voor de voortplanting van de soort. Het hoge<br />

aandeel kalveren in het nabijgelegen Habitatrichtlijngebied Borkum-Riffgrund volgens het BfN<br />

(Bundesamt für Naturschutz) (BFN 2004) is gebaseerd op vijf waarnemingen in de wijdere omgeving van<br />

het gebied in de zomer van 2002. Tellingen in de daaropvolgende jaren leverden echter ook hier slechts<br />

kleine percentages kalveren op (bijv. MINOS + 2006).<br />

Het gebied wordt ook gebruikt door dieren op zoek naar voedsel, waarbij mijding of voorkeur voor het<br />

gebied in vergelijking met andere gebieden niet waar te nemen is. Het projectgebied ligt in het voorjaar in<br />

het gebied van een waarschij<strong>nl</strong>ijk naar het oosten en een van de kust wegtrekkende migratiebeweging,<br />

waardoor zich hier een tijdelijk concentratiegebied kan vormen.<br />

Gewone zeehond (Phoca vitulina)<br />

De gewone zeehond komt voor in de Noord-Atlantische en –Pacifische kustwateren. De zeehonden komen<br />

vooral voor dicht langs de kust en in delta’s, waar zij bij eb op zandbanken of rotsen rusten en bij vloed<br />

foerageren in zee. Van circa 17.000 individuen in de Nederlandse kustwateren in 1900, is een daling<br />

opgetreden tot circa 1.000 in de jaren ’80, waarna weer een toename optrad tot circa 4.500 in de<br />

Nederlandse Waddenzee in 2002. Door een infectieziekte daalde het aantal zeehonden daarna tot circa<br />

3.200 in 2002. Momenteel komen ca. 8000 gewone zeehonden voor in de Nederlandse Waddenzee (TSEG,<br />

2011).<br />

Op open zee is de concentratie van zeehonden zeer laag, al kunnen de dieren wel tot op 200 km van de<br />

kust worden aangetroffen. De dichtheden van zeehonden zijn hoog langs de kust (Waddenzee en<br />

Voordelta). Ter plaatse van de locaties voor de windparken, die relatief ver op zee liggen, zijn de kansen<br />

om Gewone zeehonden waar te nemen relatief klein. In het gebied van de pla<strong>nl</strong>ocatie van de windparken<br />

Buitengaats en ZeeEnergie bedraagt de kans 0,1-0,2% (op een 4 km 2 -quadrant; willekeurig tijdstip). Figuur<br />

16 geeft een beeld van de kansen om zeehonden aan te treffen op het NCP. In<br />

Voor zeehonden hebben Brasseur et al (2012) de dichtheid gemodelleerd voor het NCP. Deze modelstudie<br />

is echter nog te experimenteel om te gebruiken voor het maken van schattingen van het aantal dieren dat<br />

als gevolg van hei-activiteiten effecten zouden ondervinden (Boon et al., 2012). Er is echter geen<br />

betrouwbare data van zeehondendichtheid in de Nederlandse kustwateren beschikbaar. Er wordt daarom<br />

op basis van de studie van Brasseur uitgegaan van een indicatieve gemiddelde dichtheid tussen de 0.0126<br />

en 0.1 individuen/km 2 .<br />

B.50 ARCADIS 076707818:A - Definitief

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!