01.08.2013 Views

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.4.2 VOGELS<br />

3.4.2.1 INLEIDING<br />

<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />

In dit hoofdstuk staan samenvattende gegevens over de vogelsoorten die op het NCP voorkomen en die<br />

wellicht hinder zouden kunnen ondervinden van de bouw en het gebruik van het geplande windparken<br />

‘ZeeEnergie’ en ‘Buitengaats’. De samenvatting is gebaseerd op de bestandsbeschrijving Vogels (zie bijlage<br />

6 van <strong>MER</strong> BARD), waarin o.a. de aantallen en trends zijn beschreven.<br />

Vogels die duikend, zwemmend of vliegend in of boven de Noordzee worden aangetroffen, kunnen in<br />

verschillende groepen worden ingedeeld. Voor het windturbineproject ‘Gemini’ wordt het vogelbestand<br />

beschreven en weergegeven aan de hand van de volgende groepen: broedvogels, niet-broedende<br />

(pleisterende) vogels en trekvogels.<br />

Voor het project ‘Gemini’ worden deze categorieën als volgt gedefinieerd:<br />

Broedvogels: alle vogelsoorten die op de eilanden of het vasteland broeden en het planningsgebied<br />

gebruiken als foerageergebied of over het planningsgebied heen vliegen als zij op zoek zijn naar<br />

voedsel.<br />

Niet-broedende (pleisterende) vogels: alle vogelsoorten die het projectgebied niet uitsluitend<br />

gebruiken als doortrekgebied, maar veeleer als pleisterplaats, overzomerings-, overwinterings- of<br />

ruigebied. Dit zijn voornamelijk zeevogelsoorten die grote delen van het jaar op zee doorbrengen.<br />

Trekvogels: alle zeevogel- en landvogelsoorten die doorgaans non-stop over de zee heen vliegen op<br />

hun trektocht van het broed- naar het overwinteringsgebied. Dit zijn voornamelijk zangvogels,<br />

steltlopers, ganzen, zwanen en eenden alsmede roofvogels en duiven. Ook doortrekkende<br />

zeevogelsoorten (vgl. DANKERS et al. 2003) vallen in deze categorie.<br />

Om de soorten die in het projectgebied voorkomen in te kunnen delen in deze groepen, moet de functie<br />

van het projectgebied voor deze soorten worden gewaardeerd. Deze waardering is uitgevoerd in de<br />

bestandsbeschrijving (bijlage 6 van <strong>MER</strong> BARD).<br />

3.4.2.2 ONDERZOEKSGEBIED EN GEGEVENSBRONNEN<br />

Om de zeevogelbestanden en in het gebied foeragerende broedvogels te tellen, stonden<br />

waarnemingsgegevens van vliegtellingen uit de databank van het Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust<br />

en Zee (RIKZ), evenals van scheepstellingen uit het ‘European-Seabirds-at-Sea-Program’ (ESAS) ter<br />

beschikking. Het geanalyseerde onderzoeksgebied dekt het zeegebied voor de eilanden Ameland tot<br />

Borkum vanaf de kust tot ongeveer de 40 m-dieptelijn af (zie bijlage 6 van <strong>MER</strong> BARD, figuur 1).<br />

Aanvullend worden er resultaten van eigen onderzoeken bij betrokken, die zijn uitgevoerd bij het ca. 40<br />

km noordelijk gelegen Duitse windparkproject ‘BARD Offshore 1’ (zie bijlage 6 van <strong>MER</strong> BARD). Voor de<br />

beschrijving van de trekvogelbestanden is eveneens gebruik gemaakt van de ‘BARD Offshore 1’-gegevens.<br />

Voorts zijn de bestandsbeschrijvingen van talrijke literatuurbronnen (o.a. ARTS & BERREVOETS 2005a,<br />

BAPTIST & WOLF 1993, BAPTIST 2000, BERREVOETS & ARTS 2001, 2002, 2003, CAMPHUYSEN &<br />

LEOPOLD 1994, LWVT/SOVON 2002, OREJAS et al. 2005 alsmede gegevens uit vergunningen voor Duitse<br />

windparken (BSH 2001, 2004a, b, c, f, 2005a, b, e, 2006a, c, d, 2007c) geanalyseerd. Een uitvoerige<br />

opsomming is te vinden in de bestandsbeschrijving Vogels (bijlage 6 van <strong>MER</strong> BARD).<br />

3.4.2.3 HUIDIGE SITUATIE<br />

Broedvogels<br />

Het plangebied heeft geen habitatstructuren die broedvogels de mogelijkheid bieden om te broeden. De<br />

dichtstbijzijnde plaats bevindt zich op ca. 56 km op de West-Friese eilanden. Door deze grote afstand kan<br />

een directe verstoring van de broedgebieden door het windpark worden uitgesloten. Broedvogels kunnen<br />

076707818:A - Definitief ARCADIS B.37<br />

Deel B

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!