MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.4.3.6 EXTERNE WERKING<br />
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
De effecten op de morfologie, hydrologie en sedimenten hierboven al in detail beschreven. Over het geheel<br />
gezien zijn er geen noemenswaardige externe effecten te verwachten. De enige verstorende factor is de<br />
verandering van het stromingsregime door de turbines, maar deze zijn zeer gering. Externe veranderingen<br />
van de sedimentsamenstelling en morfologie zijn nauwelijks te verwachten. Significante externe effecten<br />
kunnen dan ook worden uitgesloten. De kans dat de prognose over de significantie van de effecten<br />
uitkomt, kan als ‘zeker’ worden geclassificeerd.<br />
4.4.4 INSCHATTING VAN DE BETROUWBAARHEID VAN GEGEVENS VOOR HET<br />
KWANTIFICEREN VAN DE EFFECTEN<br />
Waar mogelijk zijn de effecten aan de hand van de beschikbare literatuur en gegevens gekwantificeerd.<br />
Het is relatief goed mogelijk om de schade voor het abiotische milieu te kwantificeren, omdat hiervoor al<br />
een aantal onderzoeken en modelberekeningen beschikbaar zijn.<br />
4.4.5 SAMENVATTEND OVERZICHT VAN DE EFFECTVOORSPELLINGEN<br />
De effecten op morfologie, hydrologie en sedimenten tijdens de aa<strong>nl</strong>eg zijn hoofdzakelijk het resultaat van<br />
de remobilisatie van het sediment bij het inheien van de fundaties en het trenchen van de kabels. Daarbij<br />
wordt bij het trenchen van de kabels de grootste hoeveelheid sediment geremobiliseerd. Alleen de directe<br />
omgeving van elk werkgebied wordt beïnvloed. Dit komt doordat het slibgehalte van het sediment gering<br />
is en het grootste gedeelte van het sediment, de zanden, dus direct in de buurt weer sedimenteert. De<br />
toename van de vertroebeling en het transport van sediment over grotere afstanden zijn naar verhouding<br />
gering. In het gebied waarin direct wordt ingegrepen kan een verandering van de sedimenten<br />
(ontmenging) en de morfologie (ontstaan van geulen) plaatsvinden, terwijl in de overige gebieden een<br />
verandering door afdekking mogelijk is. De effecten van het onderhoud en de verwijdering zijn in<br />
principe hetzelfde als bij de aa<strong>nl</strong>eg, maar hebben een beduidend geringere intensiteit en een beduidend<br />
kleinere omvang. Rond de windturbines komt het tot een habitatverlies. In verhouding tot het oppervlak<br />
van het NCP is dit verlies echter extreem gering.<br />
In verband met het gebruik wordt, als gevolg van obstakels (de fundaties), een lichte verandering van de<br />
stromingscondities in het gehele windpark. Deze verandering kan zich mogelijk uitstrekken tot buiten het<br />
windpark (exerne werking), maar zal niet noemenswaardig zijn. Sterkere veranderingen komen echter<br />
alleen in de directe omgeving van de turbines voor. Indirect kan het in de omgeving van de turbines tot<br />
sedimentverschuivingen, uitschuringen en het ontstaan van vertroebelingspluimen met als gevolg<br />
vrijkomende voedingsstoffen en schadelijke stoffen komen. Met betrekking tot het windpark is een lichte<br />
verandering van de morfologie/sedimenten en een lichte verandering van de de dynamiek niet uit te<br />
sluiten. Deze veranderingen blijven beperkt tot het gebied van het windpark. Door de fundaties en de<br />
erosiebescherming komt het tot een oppervlakteverlies. De effecten van de windparken op de abiotiek<br />
worden door de verwijdering van het park beëindigd.<br />
De effecten zijn samenvattend beschreven en in Tabel 120 t/m Tabel 124 weergegeven (Tabel 120 is van<br />
toepassing op Buitengaats, Tabel 121 op ZeeEnergie en Tabel 122 t/m Tabel 124 op beide windparken).<br />
Zoals reeds eerder in de tekst beschreven ontstaan bij de verschillende varianten door de verschillen in<br />
bodemafdekking, windparkafmetingen, fundamenttypen etc. licht verschillende effecten op morfologie,<br />
hydrologie en sedimenten voordoen. Deze effecten treden overigens hoofdzakelijk op in het gebied van de<br />
beide windparken. Er is nauwelijks externe werking. Omdat het beïnvloede oppervlak, dat de relevante<br />
referentiegrootte is, in verhouding tot het oppervlak van de Noordzee of de zuidelijke Noordzee zeer klein<br />
076707818:A - Definitief ARCADIS B.235<br />
Deel B