MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
De voor monopiles beschikbare resultaten kunnen worden vertaald naar de eveneens cilindervormige<br />
zware fundaties. Aangezien ze vooral bij de voet een veel grotere doorsnede hebben dan monopiles, moet<br />
ook rekening worden gehouden met verder strekkende stromingsveranderingen. De hier onderzochte<br />
zware fundaties hebben een doorsnede van 26 m, zodat stromingsveranderingen maximaal ca. 100 m ver<br />
zouden reiken. Voor de fundamenttypen jacket en tripod zijn geen modelleringsgegevens beschikbaar<br />
vanwege hun complexe structuur. Op basis van de door de initiatiefnemer geplande afmetingen van de<br />
erosiebescherming bij de afzonderlijke fundamenttypen (zie Hoofdstuk 4.2 van <strong>MER</strong> BARD) kan er echter<br />
van worden uitgegaan dat de stromingsveranderingen bij jacket en tripile in principe groter zijn dan bij<br />
monopile.<br />
In overeenstemming met het kleinere aantal turbines zijn de kleinschalige veranderingen bij variant 12D<br />
het geringste. De grootschalige veranderingen blijven in wezen beperkt tot het windparkoppervlak; dit<br />
oppervlak is bij variant 5D het kleinst. Tegelijkertijd is te verwachten dat het dempende effect vanwege de<br />
kleinere afstanden tussen de turbines doorgaans versterkt wordt. Bij variant 12D is dus vanwege de<br />
grootste afstand tussen de turbines (groter dan bij het VKA) te verwachten dat het dempende effect<br />
doorgaans minder is. De economisch geoptimaliseerde variant heeft het grootste aantal turbines en dus de<br />
kleinste afstand tussen de turbines, zodat de effecten zowel op kleine als grote schaal het grootste zullen<br />
zijn.<br />
Morfologie<br />
Algemeen<br />
De stromingsveranderingen die in de directe omgeving van onderwaterstructuren plaatsvinden (zie<br />
boven) kunnen daar tot morfologische veranderingen (met name uitschuringen) leiden. Volgens<br />
GIGAWIND (2004b) bestaan bij toepassing van de klassieke rekenkundige benadering nog grote<br />
onzekerheden bij de voorspelling. De modelberekeningen voor het windpark Thorntonbank gaan uit van<br />
een uitschuringsdiepte van 8-13 m en een radius van 12-19 m voor een monopile, en van 1-3 m diepte en 2-<br />
4 m radius voor een driepoot (C-POWER 2005). Meer onderzoeken zijn in MEISSNER & SORDYL (2006)<br />
verzameld. De berekeningen voor het windpark Scroby Sands gingen volgens OSPAR (2006b) er vanuit<br />
dat in de daar aanwezige zeer dynamische omgeving uitschuringen van maximaal tien maal de monopile-<br />
diameters ontstaan (hierbij is natuurlijk wel een verschil tussen normale en extreme condities). Er werden<br />
uitschuringen met een diepte van maximaal 5 m en een diameter van 60 m waargenomen (REES 2006). De<br />
voorspelling werd daardoor bevestigd (monopile-diameter 5 m). Als gevolg van de aangebrachte<br />
erosiebescherming ontstonden secundaire uitschuringen, dus uitschuringen om de erosiebescherming<br />
heen.<br />
Bij de meeste modellen worden de uitschuringen alleen maar voor constante stroomsnelheden en<br />
stromingsrichtingen berekend, zodat er afwijkingen tegenover de in de natuur waar te nemen<br />
uitschuringen optreden (UNGRUH & ZIELKE 2003).<br />
Grootschalig gezien worden, vanwege de geringe stromingsveranderingen op grotere afstand van de<br />
turbines, geen veranderingen verwacht. Ook bij Scroby Sands lijkt het waarschij<strong>nl</strong>ijk dat de uitschuringen<br />
bij de afzonderlijke turbines elkaar niet zullen beïnvloeden (in OSPAR 2006b). Volgens REES (2006) is met<br />
betrekking tot dit aspect nog verder onderzoek nodig omdat de uitschuringen gedeeltelijk zeer langgerekt<br />
waren. De verplaatsing van de ribbels en megaribbels die in het gebied van nature voorkomen, werd<br />
volgens REES (2006) door het windpark niet beïnvloed. Als er al een grootschalige verandering van de<br />
morfologie door het windpark Scroby Sands te zien was, dan alleen in het zuiden van het windpark in een<br />
gebied van enkele honderden meters, en slechts in geringe mate. De hoeveelheden sediment die in de<br />
B.230 ARCADIS 076707818:A - Definitief