MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
gegevens uit het geplande windpark zelf niet beschikbaar zijn en juist de benthospopulatie aan sterke<br />
interjaarlijkse fluctuaties onderhevig is. Toch vormen de beschreven gegevens een goed basis om de orde<br />
van grootte van de schade aan het benthos te schatten, omdat gegevens van meerdere jaren en uit de<br />
directe omgeving van het windpark van vergelijkbare gemeenschappen voorhanden zijn. In tegenstelling<br />
tot de benthosdata zijn de data over de betrokken oppervlaktes zeer nauwkeurig bekend. Hierbij bestaan<br />
geen onzekerheden.<br />
Samenvattend overzicht van de effectvoorspellingen<br />
De effecten op het macrozoöbenthos door de aa<strong>nl</strong>eg zijn het resultaat van directe beschadigingen in het<br />
ingreepgebied en van de remobilisatie van het sediment bij het inheien van de fundaties en het trenchen<br />
van de kabels. Daarbij wordt bij het trenchen van de kabels de grotere hoeveelheid sediment<br />
geremobiliseerd. Beïnvloed wordt steeds de nadere omgeving van elk werkgebied, omdat het slibgehalte<br />
van het sediment gering is en het grootste gedeelte van het sediment, de zanden, dus direct in de buurt<br />
weer sedimenteert. De toename van de vertroebeling en het transport over grotere afstanden is naar<br />
verhouding gering. In het gebied waarin direct wordt ingegrepen, komt het tot blootspoelen/doden van<br />
het benthos, terwijl in de andere gebieden een aantasting door bedekking en/of toegenomen vertroebeling<br />
mogelijk is. De ‘grindgemeenschappen’ zouden hier bijzonder gevoelig op reageren. De effecten van het<br />
onderhoud en de verwijdering zijn in principe hetzelfde als bij de aa<strong>nl</strong>eg, maar die hebben een beduidend<br />
geringere intensiteit en een beduidend kleinere omvang.<br />
In verband met het gebruik wordt door het visserijverbod en het inbrengen van hard substraat als nieuw<br />
kolonisatieoppervlak een verandering van de populatie veroorzaakt. De veranderingen van het benthos<br />
door harde substraten (grotere abundanties/biomassa, verandering van de soortensamenstelling,<br />
aanwezigheid van hard-substraatsoorten) betreffen vooral de directe omgeving van de turbines, terwijl het<br />
visserijverbod (grotere abundantie/biomassa van vooral de epifauna) een verandering in het gehele<br />
plangebied tot gevolg heeft. Via migratie en verspreiding kan ook de nadere omgeving van het windpark<br />
worden beïnvloed. Verdere veranderingen in de leefomstandigheden van het benthos zijn het resultaat<br />
van de sedimentverandering als gevolg van de veranderde stromingen in het windpark en de lokale<br />
sedimentopwarming bij de kabels. Rond de windturbines komt het tot een habitatverlies. In verhouding<br />
tot het oppervlak van het NCP is dit verlies echter extreem gering. Dit geldt ook m.b.t. het totale oppervlak<br />
van de getroffen gemeenschappen op het NCP. De effecten van het windpark op het macrozoöbenthos<br />
worden door de verwijdering beëindigd.<br />
De effecten zijn samenvattend volgens de in hoofdstuk 1 beschreven methodiek in Tabel 103 tot en met<br />
Tabel 110 weergegeven. Zoals reeds in de tekst beschreven ontstaan bij de verschillende<br />
windparkvarianten door de verschillen in bodemafdekking, windparkafmetingen etc. licht verschillend<br />
grote gebieden waarin zich effecten op het macroozoöbenthos voordoen. Deze zijn echter in verhouding<br />
tot het oppervlak van de Noordzee of het NCP zeer klein.<br />
Om deze reden kan vanuit het oogpunt van de macrozoölogische bodemfauna aan geen van de varianten<br />
de voorkeur worden gegeven, vooral omdat tegenover de voordelen van de verschillende varianten ook<br />
altijd nadelen staan: bij variant 5D bijv. is het windpark weliswaar kleiner en de kabellengte geringer dan<br />
bij de voorkeursvariant, maar als gevolg daarvan is ook de visverbodzone met haar positieve effecten het<br />
kleinst en is het oppervlakteverlies groot in verhouding tot het windparkoppervlak. Variant 12D biedt het<br />
geringste absolute oppervlakteverlies en het kleinste oppervlakteverlies in verhouding tot het<br />
windparkoppervlak en heeft een kortere infield kabels, maar heeft ook een beduidend lagere totale<br />
opbrengst dan de voorkeursvariant. Duidelijk het minst voordelig met betrekking tot de milieueffecten is<br />
de economisch geoptimaliseerde variant. De ecologisch geoptimaliseerde variant, 7D variant en de<br />
voorkeursvariant vertonen ongeveer dezelfde effecten op de visfauna en horen bij de middenmoot. Bij de<br />
B.194 ARCADIS 076707818:A - Definitief