MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
Behalve het populatietype op de harde substraten in de omgeving van waaruit een populatie via<br />
larvenstadia plaatsvindt, zijn voor de eerste populatie echter ook het tijdstip waarop de palen worden<br />
opgesteld en de dan aanwezige larven bepalend. In de loop van de tijd en met de groeiende secundaire<br />
structurering van het habitat zullen, zoals bij kunstmatige riffen gedocumenteerd, andere soorten volgen<br />
(zie ook SVANE & PETERSEN 2001, MEISSENER & SORDYL 2006).<br />
Populaties in de omgeving<br />
Men kan aannemen dat de populatie van de palen ook invloed zal hebben op de directe omgeving (enkele<br />
meters) van de palen. Zo konden door OREJAS et al. (2005) bij “Fino 1” duidelijke verschillen in de<br />
populatiestructuur in vergelijking tot de uitgangsgegevens en in vergelijking tot het referentiegebied<br />
worden vastgesteld. Bij de macrofauna kon het verdwijnen van enkele soorten in de nabije omgeving van<br />
de palen worden waargenomen (bijv. Echinocardium cordatum, Fabulina = Tellina fabula). Andere taxa namen<br />
daarentegen in abundantie toe (bijv. Atylus swammerdami, Eunereis sp.). In totaal resulteerde een tweede<br />
onderzochte paal in de Oostzee in een afname van het aantal soorten en dichtheid van individuen in de<br />
omgeving van de paal (in de Oostzee toename). Als oorzakelijk voor de veranderingen werd naast<br />
verschillende rekrutering vanwege de veranderde stromingsomstandigheden vooral de verhoogde<br />
predatiedruk (verdwijnen van soorten) resp. ruimtelijke bescherming door de vrijgespoelde schelpen (A.<br />
swammerdami) en een vergroot voedselaanbod bij de palen (Eunereis sp.) besproken. Al snel na de bouw<br />
van het onderzoeksplatform ontstonden rond de palen kolkgebieden (kolkbeschermende maatregelen<br />
waren niet genomen). Het zandaandeel van het sediment nam af, terwijl het aandeel schelpen door het<br />
vrijspoelen van mosselschalen tegelijk toenam. Na populering van de palen door de hardsubstraatfauna<br />
nam het aandeel fijnkorrelstructuur in de directe omgeving toe. De auteurs verklaarden dit door ophoping<br />
van feces van de hardsubstraatpopulatie in gebieden met rustige stroming onder de schelpen. Ook bij<br />
steenstortingen die als erosiebescherming dienen, kan men uitgaan van een dergelijke concentratie van fijn<br />
materiaal. Hier kan het fijne materiaal zich in de holle ruimtes tussen de stenen ophopen. Hier overlappen<br />
de gevolgen van de gewijzigde stroming en van het hardsubstraataanbod elkaar.<br />
Verder is er nog onderzoek gedaan in het windpark “Horns Rev” in Denemarken. De variabiliteit van de<br />
foulinggemeenschap tussen de afzonderlijke palen was bij Horns Rev algemeen hoog. De expositie met<br />
betrekking tot de stromingsrichting speelde, zoals ook bij de erosiebeschermingsvoorzieningen geen rol.<br />
Bij laatstgenoemde was de macrofauna echter horizontaal gezoneerd, d.w.z. het gebied dichtbij en ver van<br />
de paal verwijderd verschillen in populatiestructuur. De bijzonder talrijke aanwezigheid van decapode<br />
kreeften, zoals dit bij de met steenstortingen omgeven palen van Horns Rev is waargenomen (bijv.<br />
BIO/CONSULT AS 2005) deed zich bij het onderzoeksplatform Fino 1 daarentegen niet voor. Vermoedelijk<br />
bieden de stenen de kreeften bescherming tegen voedselvijanden en trekt de omgeving van de palen<br />
bijzonder veel individuen.<br />
Populaties op de erosiebescherming<br />
In principe zullen zich op de steenstortingen van de erosiebescherming en/of de “big packs” de voor<br />
hardsubstraat typische epibenthosleefgemeenschappen ontwikkelen. Het kenmerk van de populatie<br />
varieert lokaal. Zo wordt door HISCOCK et al. (2002) bij de erosiebescherming van windturbines een door<br />
zeepokken en korstenvormende bryozoa gedomineerde populatie verwacht. In het windpark Horns Rev<br />
in de Noordzee werd de faunagemeenschap van de erosiebescherming vooral gekenmerkt door de<br />
kreeften Jassa marmarata en Caprella linearis, maar ook de mossel (Mytilus edulis), zeeanemoon (Actinaria<br />
spp.), driekantige kokerworm (Pomatoceros triqueter) en vooral de zeester (Asterias rubens).<br />
Bovendien wordt de erosiebescherming als ruimtelijke structuur binnen de vlakke zeehabitat door enkele<br />
vissoorten, maar ook door decapode kreeften (bijv. zeekreeft en Noordzeekrab) met voorkeur bezocht. Als<br />
mogelijke oorzaken hiervoor worden de door hen geboden beschermende functie tegen voedselvijanden<br />
B.186 ARCADIS 076707818:A - Definitief