MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
De toename van de stromingssnelheid veroorzaakt bij gelijkblijvende partikeldichtheid een vergroting van<br />
het voedselaanbod voor filtrerende organismen, omdat hun per tijdseenheid een groter watervolume voor<br />
voedselopname ter beschikking staat. Detritus-etende organismen worden benadeeld omdat de grotere<br />
stroomsnelheden tot geringere afzettingspercentages leiden. Anderzijds kan de extra toevoer van fecale<br />
deeltjes door de hard-substraatfauna aan de fundaties (zie boven) tegelijkertijd echter het voedselaanbod<br />
voor beide groepen vergroten. In totaal zal er door overlapping van de effecten van hardsubstraat en<br />
stromingsverandering daarom een toename van het voedselaanbod ook voor het detritus-etende<br />
macrozoöbenthos optreden. Een verschuiving in het soortenaantal bij de voedseltypes lijkt dus mogelijk.<br />
De effecten zijn plaatselijk en beperkt tot de omgeving van de fundaties.<br />
Varianten<br />
Er wordt uitgegaan van actieve erosiebescherming, door bij de aa<strong>nl</strong>eg van de windmolenpark al<br />
bescherming aan te brengen.<br />
Als beschermingsmaatregelen tegen uitschuring aan de voet van de monopiles worden geïmplementeerd,<br />
wordt het betreffende oppervlak d.m.v. hard substraat veranderd. De invloed van de veranderde<br />
hydrografie op het sediment zal in dit geval niet meer apart bepaald kunnen worden. Wij gaan ervan uit<br />
dat de erosiebescherming het gehele oppervlak beslaat waar sedimentologische of morfologische<br />
veranderingen als gevolg van stromingsveranderingen kleinschalig voorkomen. Dit geldt ook voor de<br />
overige funderingsvarianten.<br />
Ook wanneer er geen erosiebescherming wordt aangelegd, moet op basis van de heersende hydrologische<br />
en sedimentologische omstandigheden alleen met moderate veranderingen van de macrofauna worden<br />
gerekend. Omdat het sediment maar weinig voedingsstoffen en schadelijke stoffen bevat, zijn de<br />
vrijkomende hoeveelheden voedingsstoffen en schadelijke stoffen zeer gering en dus verwaarloosbaar.<br />
Omdat voornamelijk slib en fijn zand worden verplaatst zal het percentage daarvan in het sediment<br />
afnemen, maar omdat het percentage middelfijn zand in de begintoestand al relatief gering is, zijn er geen<br />
principiële veranderingen van de fauna te verwachten. Het afvoeren van slib en fijn zand leidt veeleer tot<br />
uitschuring. De effecten van een hogere toevoer van organische substantie rondom de palen zijn boven al<br />
beschreven. Volgens de beschikbare resultaten komen schelpen maar in zeer beperkte mate in het<br />
sediment voor, zodat een ontwikkeling zoals bij Fino 1 niet te verwachten is. Er zijn echter geen gegevens<br />
over het schelpengehalte van het sediment beschikbaar, zodat een verrijking met schelpen ook niet<br />
helemaal kan worden uitgesloten. Ook in dit geval moet rekening gehouden worden met een verandering<br />
van de benthos-gemeenschap in de buurt van de palen, waarbij de verandering echter in de richting van<br />
een gemeenschap met een groter percentage hard-substraatsoorten zou gaan.<br />
De veranderingen zonder erosiebescherming zouden ongeveer hetzelfde oppervlak betreffen als voor de<br />
erosiebescherming is voorzien, omdat de afmetingen daarvan conform de verwachte reikwijdtes van de<br />
morfologische veranderingen werden bepaald. Variant 12D zou dus vanwege het kleinere aantal turbines<br />
geringere effecten hebben dan de ecologisch geoptimaliseerde variant, die weer geringere effecten zou<br />
hebben dan de voorkeursvariant en de varianten 5D en 7D. Vanwege het grootste aantal turbines zijn de<br />
effecten van de economisch geoptimaliseerde variant het grootst. Bij de funderingen zou vanwege de<br />
reikwijdte van de stromingsveranderingen het zwaartekrachtfundament op afstand het ongunstigst zijn,<br />
terwijl de andere vier gelijksoortige veranderingen als gevolg zouden hebben, met als tendens iets<br />
geringere stromingsveranderingen bij jacket en tripile.<br />
076707818:A - Definitief ARCADIS B.183<br />
Deel B