MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
neglecta een grotere kolonisatie in gebieden met lagere temperaturen aantonen. Corophium volutator<br />
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
vertoonde daarentegen geen gericht migratiegedrag. Deze voorbeelden illustreren dat de benthos-fauna in<br />
het gebied direct rondom de kabels waarschij<strong>nl</strong>ijk een verandering zal doormaken richting soorten met<br />
een hogere warmtetolerantie, terwijl de populatiedichtheden en de biomassa's zullen afnemen. Vanwege<br />
de grote onzekerheid van de prognoses is echter meer onderzoek noodzakelijk. In hoofdstuk 4.4.3.4 is een<br />
uitvoerige beschrijving opgenomen van de mogelijke gevolgen van temperatuurveranderingen in water<br />
resp. sedimenten.<br />
Productie van elektomagnetische velden<br />
Volgens onderzoek door OREJAS et al. (2005) hadden elektromagnetische velden, en hierbij met name de<br />
magnetische componenten in laboratoriumexperimenten, geen significante invloed op het gedrag en het<br />
overlevingspercentage van geselecteerde macrozoöbenthos-soorten (o.a. Nereis diversicolor, Asterias rubens,<br />
Saduria entomon). De enige uitzondering hierop was het gedrag van de garnaal Crangon crangon;<br />
individuen van deze soort zochten de magneetvelden in enkele gevallen gericht op. In een literatuur-<br />
review van GILL et al. (2005) in opdracht van COWRIE werden kreeften inclusief Crangon crangon als<br />
soorten genoemd waarbij indicaties voor reacties op magnetische velden bestaan.<br />
OREJAS et al. (2005) benadrukten bij de interpretatie van de resultaten dat effecten op subcellulair niveau,<br />
die op lange termijn een beschadiging van het individu tot gevolg kunnen hebben, niet kunnen worden<br />
uitgesloten door hun laboratoriumexperimenten. Als voorbeeld citeerden de auteurs het veranderde<br />
transport van Ca 2++- -ionen naar celmembranen (bijv. GOBBA et al. 2003).<br />
Varianten<br />
Opwarming van de bodem<br />
Volgens de beschikbare documenten over de kabel naar het land toe wordt het sediment boven de<br />
wisselstroomkabel bij een temperatuur van het kabeloppervlak van max. 66°C bij vollast op een diepte van<br />
0,3 m ca. 3,3 K warmer. Dit geldt voor een ingraafdiepte van 1 m en vollast. Deze situatie doet zich<br />
maximaal 1.500 h/jaar voor, ofwel ca. 17% van de tijd. In de getroffen gebieden is dus een lichte<br />
verandering van de populatie in de richting van soorten met een voorkeur voor een warmere omgeving<br />
mogelijk. Een kwantificering van de veranderingen is bij de huidige kennisstand niet mogelijk. De grootte<br />
van het betroffen oppervlak hangt af van de lengte van de kabels in het windpark. De volgende tabellen<br />
geven de kabellengtes weer bij verschillende varianten voor windpark Buitengaats en ZeeEnergie.<br />
Voorkeurs-<br />
variant:<br />
Variant 7D: Variant 5D: Variant 12D: Ecologische<br />
variant:<br />
Economische<br />
variant:<br />
58 80 km 45 km 56 km 105 km 183,75 km<br />
Tabel 93 Lengte infield kabels bij windpark Buitengaats<br />
Voorkeurs-<br />
variant:<br />
Variant 7D: Variant 5D: Variant 12D: Ecologische<br />
variant:<br />
Economische<br />
variant:<br />
58 80 km 42 km 49 km 113,75 km 183,75 km<br />
Tabel 94 Lengte infield kabels bij windpark ZeeEnergie<br />
Conclusie<br />
In verhouding tot de totale oppervlakte van het NCP resp. de totale Noordzee zijn bij alle varianten de<br />
betrokken oppervlaktes extreem klein. Omdat er vanuit de betrokken oppervlaktes ook geen depopulatie<br />
zal optreden, maar zich naar onze inschatting hoogstens en lichte verschuiving in het soortenspectrum zal<br />
076707818:A - Definitief ARCADIS B.181<br />
Deel B