MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
containers) in totaal niet buitensporig groot zijn. Bovendien vindt in het water een verdunning plaats.<br />
Zelfs al mocht het benthos licht verhoogde hoeveelheden schadelijke stoffen absorberen, is dus niet te<br />
verwachten dat die invloed op het benthos zullen hebben.<br />
Exploitatie<br />
Antifouling<br />
Bij onder water gelegen delen wordt van het gebruik van verf afgezien. De in de spatzone en boven water<br />
gebruikte verf is TBT-vrij.<br />
Voor de corrosiebescherming wordt een externe stroombron (kathodische corrosiebescherming)<br />
geïnstalleerd (actieve corrosiebescherming). Details over de effecten van externe stroombronnen op het<br />
macrozoöbenthos zijn niet beschikbaar. Op basis van de ervaringen bij het Duitse onderzoeksplatform<br />
“Fino 1”, die is uitgerust met een kathodische corrosiebescherming en waar toch sprake is van een rijke<br />
groei (zie boven bij Verandering habitat - Introductie van nieuw substraat), nemen wij aan dat deze vorm<br />
van corrosiebescherming het benthos niet nadelig beïnvloedt. Door de externe stroombron komt het tot<br />
een oppervlakteverlies van 1 m² per turbine (hiermee is bij de informatie over oppervlakteverlies in<br />
hoofdstuk 3.5.4.2 al rekening gehouden). Er worden geen stoffen afgegeven aan het water.<br />
Bij een passieve corrosiebescherming d.m.v. opofferingsanoden van aluminium zou geen<br />
oppervlakteverlies plaatsvinden. De anoden liggen als een ring rond het fundament, maar liggen niet op<br />
de bodem. Deze anoden zouden echter wel stoffen aan het water afgeven. Elk jaar komt volgens de<br />
berekeningen van de initiatiefnemer per tripile 292,8 kg aluminium in het water terecht. Vermoedelijk ligt<br />
dit voor het gebruik van monopiles iets hoger, hier zijn echter geen gegevens over beschikbaar. Daarbij<br />
wordt aangenomen dat de anoden aan het einde van de totale levensduur van twintig jaar zijn verbruikt.<br />
Er zijn hierdoor geen effecten op het benthos te verwachten omdat de afgegeven hoeveelheid aluminium<br />
ten opzichte van de tijdsduur relatief klein is. Bovendien zou de intensieve wateruitwisseling in dit gebied<br />
tot een sterke verdunning leiden. De aluminiumconcentratie in het water zou daarom nauwelijks hoger<br />
worden.<br />
Een kwantificering van de verhoging van aluminiumconcentraties is moeilijk, omdat ten eerste de<br />
uitwisselingspercentages van het water in het windpark en daarmee de verdunningseffecten slechts grof<br />
zijn in te schatten zonder een geperfectioneerde nabootsing en ten tweede er nauwelijks gegevens over<br />
opgelost of gedeeltelijk gebonden aluminium in het zeewater van de Noordzee beschikbaar zijn.<br />
Aluminium wordt in geen enkel monitoringprogramma van de staten die aan de Noordzee liggen<br />
regelmatig geregistreerd (zie bijv. BOVELANDER & LANGENBERG 2006 en<br />
http://www.ices.dk/env/guidelines/index.htm voor JAMP, www.bsh.de (BLMP), http://www.waddensea-<br />
secretariat.org/TMAP/Monitoring.html (TMAP)). Ook in de overeenkomstige OSPAR-lijst (OSPAR 2005)<br />
en de Nederlandse milieustandaards (in BOVELANDER & LANGENBERG 2006) worden geen<br />
achtergrondwaarden voor aluminium in zeewater genoemd. De hierna uitgevoerde modelberekening<br />
geeft daarom slechts een grove benadering weer. Zij laat in ieder geval duidelijk zien dat de verhoging van<br />
de aluminiumconcentraties zeer gering is. Door deze geringe stijging wordt ook voor monopiles slechts<br />
een geringe toename verwacht. De modelberekening laat ook de vergelijking met de grenswaarde voor<br />
aluminium in drinkwater zien. Deze ligt 0,2 mg/l (Commissie Integraal Waterbeheer 2000).<br />
Uitwijding vrijkomen van aluminium<br />
Per park en jaar komt er 292,8 kg aluminium in het water terecht. Het windpark ligt volgens OSPAR (2000) in de<br />
ICES-subregio 7b, die een hydrologische eenheid vormt en een volume van 2770 km³ heeft. Voor het gemak wordt er<br />
vanuit gegaan dat het aluminium zich over het watervolume verspreidt. Zodoende zal de aluminiumconcentratie in het<br />
water, zonder rekening te houden met de wateruitwisseling en de daarmee verbonden verdunning, bij 75 turbines met<br />
076707818:A - Definitief ARCADIS B.179<br />
Deel B