01.08.2013 Views

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />

Deel B<br />

Voor het trenchen van de kabels wordt ervan uitgegaan dat de sleuf voor 30 tot 90% weer wordt opgevuld<br />

(mondelinge informatie SUBMARINE CABLE & PIPE GmbH, Dr. Meffert / T. Roggenbert). Zoals<br />

beschreven in het hoofdstuk 4 resulteert een grove schatting onder worst case voorwaarden<br />

(hervullingspercentage slechts 30%) erin dat bij het trenchen van de kabels meer materiaal wordt<br />

verplaatst dan bij de bouw van tripile- of monopilefunderingen. Het verplaatste sediment zal<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk voor het grootste gedeelte in de nabije omgeving weer sedimenteren. Zo werd bijv. ook<br />

voor een windpark in Groot-Brittannië voorspeld dat 90% van het bij het leggen van de kabels<br />

geresuspendeerde materiaal binnen een afstand van maximaal 1 km zou worden gesedimenteerd (vgl.<br />

MEISSNER & SORDYL 2006).<br />

Verhoging van de sedimentatie<br />

Veel zacht-substraatsoorten zijn relatief ongevoelig voor afdekking en kunnen een extra laag sediment van<br />

enkele centimeters dik overleven (BIJKERK 1988). Volgens ESSINK (1996) moet van een negatieve invloed<br />

op het macrozoöbenthos worden uitgegaan zodra de sedimentatiesnelheid hoger is dan de snelheid van<br />

de omhoog kruipende bodemdiertjes. Polychaeta zoals Nereis spp. en Nephtys spp. kunnen een tot 60 cm<br />

dikke laag slib en tot 85 cm dikke laag fijn zand aan. Uit onderzoek naar Tellina spp. bleek dat bij<br />

afdekking met slib de dodelijke laagdikte 38 cm bedraagt, bij afdekking met fijn zand is dit 45 cm (ESSINK<br />

1996). Bij de kokkel Cerastoderma edule veroorzaakte een plotselinge reductie van de lichtinval een<br />

heroriëntering van de dieren richting sedimentoppervlak (RICHARDSON et al. 1993). In een waterdiepte<br />

van meer dan 35 m lijkt de kans op een dergelijk reactiepatroon van de macrofauna eerder gering, omdat<br />

er waarschij<strong>nl</strong>ijk niet genoeg licht zal zijn voor reacties op optische prikkels.<br />

Sterk sessiele organismen (bijv. anthozoa, hydrozoa en bryozoa) kunnen echter vanwege hun immobiliteit<br />

al door duidelijk geringere laagdiktes worden bedreigd.<br />

Ontstaan van vertroebelingspluimen<br />

Het door de bouwactiviteiten in suspensie gebrachte slib veroorzaakt vertroebelingspluimen, wat betekent<br />

dat de lichtdoorlatendheid van de waterkolom wordt gereduceerd. Afhankelijk van het percentage slib in<br />

het sediment, de stroming en andere factoren, kunnen volgens NEWELL et al. (1998)<br />

vertroebelingspluimen van meerdere honderden meters groot ontstaan. Volgens KELLER et al. (2006)<br />

ontstaan ook bij het heien van een monopile vertroebelingspluimen.<br />

Vertroebelingspluimen kunnen een vermindering van de fotosynthesecapaciteit van het fytoplankton tot<br />

gevolg hebben, en daarmee een gereduceerde productie van biomassa door de primaire producenten<br />

(NEWELL et al. 1998). Of en in welke mate dit gebeurt, hangt in eerste instantie ervan af hoe hoog de<br />

deeltjes zich in de waterkolom verdelen en hoe groot de eufotische zone is.<br />

Verhoogde sedimentvrachten die in de buurt van de bodem worden getransporteerd, kunnen bij<br />

macrozoöbenthos-taxa die zich met suspensie voeden verstoppingen van de filterorganen veroorzaken,<br />

wat op lange termijn tot een verminderde biomassa en biomassaproductie kan leiden.<br />

Vrijkomen van voedingsstoffen en schadelijke stoffen<br />

Door vrijkomende voedingsstoffen en schadelijke stoffen kunnen een verandering/vermindering van de<br />

populatie en ziektes veroorzaakt worden. Een verhoogde aanwezigheid van schadelijke stoffen in<br />

benthische organismen kan tevens gevolgen hebben voor hogere, tropische niveaus. Theoretisch is het ook<br />

mogelijk dat zuurstoftekorten optreden.<br />

Verandering van het sediment<br />

Bij het opwervelen van het sediment gaan fijne deeltjes verloren, wat eerst door sedimentatie en lateraal<br />

transport weer gecompenseerd moet worden. Wat de bekabeling betreft is het ook denkbaar dat de sleuf<br />

B.176 ARCADIS 076707818:A - Definitief

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!