MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
Excursie berekeningsgrondslagen<br />
Onderstaand zijn de uitgangspunten voor de inschatting van de verliezen van oppervlakte en biomassa en de tijdelijke<br />
oppervlakteverstoringen voor windturbines, parkinfield kabels en export kabels samenvattend beschreven.<br />
Oppervlakteverlies/-verstoringen absoluut:<br />
Windturbines: Alle cijfers over oppervlakteverlies door de afzonderlijke turbines zijn ontleend aan hoofdstuk 4 in deel<br />
A. Deze cijfers zijn vermenigvuldigd met het totale aantal turbines (75) om het verlies door het gehele windpark te<br />
bepalen. Dit totale verlies is per variant verschillend en in de betreffende tabellen aangegeven. Als ‘worst case’ werd<br />
voor de daaropvolgende inschatting van de verliezen voor de diverse levensgemeenschappen etc. steeds uitgegaan<br />
van het totale oppervlak van funderingen, erosiebescherming en corrosiebescherming.<br />
Parkinfield kabels: Zoals aangegeven in hoofdstuk 4 in deel A wordt voor de kabelaa<strong>nl</strong>eg een werkbreedte van in<br />
totaal 3,8 m ingepland. Er wordt ervan uitgegaan dat hiervan 0,4 m op het kabeltrog (100% verlies van de populatie)<br />
en 3,4 m op het werkstrook (oppervlaktebeschadiging, verlies van 20% van de populatie) vallen. Samen met de in<br />
hoofdstuk 4 in deel A gecombineerde totale lengtes van de infield kabels wordt hieruit het totale tijdelijk verstoorde<br />
oppervlak per variant berekend.<br />
Oppervlakteverlies/-verstoringen relatief:<br />
De absolute oppervlakteverliezen worden voor het benthos gerelateerd aan de totaaloppervlakte van het NCP, de<br />
gehele Noordzee en de diverse benthosgemeenschappen binnen het NCP. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende<br />
oppervlaktes:<br />
- NCP: 57.000km² (noordzeeloket.<strong>nl</strong>)- Noordzee: 572.000km² (noordzeeloket.<strong>nl</strong>)<br />
BenthosBenthosgemeenschappen (zie kaart in bijlage 9 van BARD <strong>MER</strong> uit 2009):<br />
- gemeenschap 4: 4.450 km² (HOLTMANN et al. 1996)<br />
- gemeenschap 5: 28.250 km² (HOLTMANN et al. 1996)<br />
- gemeenschap 6 (kustzone+ waddenzee): 4.950 km² (HOLTMANN et al. 1996 + waddenzee nach Seekarten,<br />
waarvan eulitoraal ca. 950 km² volgens EUNIS); “grindgemeenschap”: 800 km² (kerngebied Klaverbank volgens<br />
OFFRINGA et al. 2004)<br />
Voor de 'grindgemeenschap' wordt conform het geschatte oppervlaktepercentage maar 10% van het<br />
oppervlakteverlies in de berekening meegenomen.<br />
Harde substraten met de bijbehorende fauna komen op het NCP op nog twee andere plaatsen voor (Texelse Stenen,<br />
Borkumse Stenen, zie LINDEBOOM et al. 2005, DANKERS et al. 2003). Hier is echter niet duidelijk hoe groot de<br />
oppervlaktes met harde substraten daadwerkelijk zijn; daarom kunnen ze niet worden meegenomen in de evaluatie.<br />
Morfologie/sedimenten:<br />
grof zand (mediane korrelgrootte >500 μm): 270 km² (www.noordzeeatlas.<strong>nl</strong>)<br />
Tijdelijke biomassaverliezen absoluut:<br />
Voor de biomassa werd uitgegaan van de waarden uit HOLTMANN et al. (1996) voor de gemeenschappen 4, 5 en 6.<br />
Voor de grindgemeenschap werd vanwege het gebrek aan informatie hierover in HOLTMANN et al. (1996) de<br />
biomassa van station OFF29 volgens DAAN & MULDER (2001) verondersteld (vergelijkbare sedimentsamenstelling).<br />
Inbrengen van hard substraat:<br />
Het aanbrengen van de erosiebescherming en de steenstortingen bij de kabelkruisingen resulteert niet alleen in een<br />
oppervlakteverlies voor de zacht-substraatfauna, maar ook in een oppervlaktegroei voor de hard-substraatfauna. Voor<br />
de inschatting van deze veranderingen worden dezelfde uitgangspunten gebruikt als voor de oppervlakteverliezen,<br />
alleen worden zij uitsluitend toegepast op het oppervlak van de erosiebescherming.<br />
B.174 ARCADIS 076707818:A - Definitief