MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
afschrikkende werking door bedrijfsgeluiden optreden. Deze werking kan echter door gewenning na<br />
verloop van tijd afnemen. Momenteel is niet met zekerheid vast te stellen of een combinatie van deze<br />
effecten tot een verandering van de visfauna zal leiden en in hoeverre deze ook buiten het plangebied<br />
waar te nemen zullen zijn. Maar waarschij<strong>nl</strong>ijk zullen de veranderingen op de nadere omgeving van het<br />
plangebied beperkt blijven.<br />
Barrièrewerkingen op viseitjes en -larven zijn niet te verwachten. Wat de barrièrewerkingen van<br />
magnetische velden betreft is de kennis nog te gebrekkig om definitieve uitspraken over de effecten te<br />
doen. De door de kabels gegenereerde magneetvelden kunnen door de keus van het kabeltype en de<br />
aa<strong>nl</strong>egmethode wel in vergelijking met het aardmagneetveld relatief klein worden gehouden. Effecten op<br />
het oriëntatiegedrag en/of een barrièrewerking door magnetische velden zijn bij voldoende ingraving niet<br />
waarschij<strong>nl</strong>ijk.<br />
De effecten van het windpark op de visfauna worden door de verwijdering van het park beëindigd.<br />
De effecten zijn samenvattend volgens de in hoofdstuk 1 beschreven methodiek in Tabel 80 (Buitengaats)<br />
en Tabel 81 (ZeeEnergie) weergegeven. Zoals in de tekst uitgelegd, zijn de te verwachten effecten op de<br />
visfauna door de verschillende bodemafdekking/afstand tussen de turbines, de afmetingen van het<br />
windpark, het aantal turbines, funderingstypen etc. per variant licht verschillend. Omdat het betroffen<br />
oppervlak, dat voor de visfauna de essentiële parameter is, in verhouding tot het oppervlak van de<br />
Noordzee of de zuidelijke Noordzee zeer klein is, zijn deze verschillen maar marginaal. Om deze reden<br />
kan vanuit het oogpunt van de visfauna aan geen van de varianten de voorkeur worden gegeven, vooral<br />
omdat tegenover de voordelen van de verschillende varianten ook altijd nadelen staan: bij variant 5D bijv.<br />
is het windpark weliswaar kleiner en de kabellengte geringer dan bij de voorkeursvariant, maar als gevolg<br />
daarvan is ook de visverbodzone met haar positieve effecten het kleinst en is het oppervlakteverlies groot<br />
in verhouding tot het windparkoppervlak. Variant 12D biedt het geringste absolute oppervlakteverlies en<br />
het kleinste oppervlakteverlies in verhouding tot het windparkoppervlak en heeft een kortere infield<br />
kabels, maar heeft ook een beduidend lagere totale opbrengst dan de voorkeursvariant. Duidelijk het<br />
minst voordelig met betrekking tot de milieueffecten is de economisch geoptimaliseerde variant. De<br />
ecologisch geoptimaliseerde variant, variant 7D en de voorkeursvariant vertonen ongeveer dezelfde<br />
effecten op de visfauna en horen bij de middenmoot.<br />
De beoordeling van beide parken is weergegeven in Tabel 82.<br />
Effecten op leefomgeving functies<br />
Het windparkgebied kan de volgende ecologische functies voor de visfauna of bepaalde vissoorten<br />
hebben:<br />
Paaigebied<br />
Kraamkamer<br />
Foerageer- en/of leefgebied<br />
Doortrekgebied<br />
Deze functies kunnen door een windpark worden beperkt. Het volledige verlies van een functie is hier<br />
echter niet te verwachten omdat de effecten, zoals in de vorige paragraven beschreven, maar een zeer<br />
klein gedeelte van het windpark betreffen (bijv. oppervlakteverlies door bodemafdekking), slechts tijdelijk<br />
optreden (bijv. habitatverlies door lawaai) of zeer weinig of weinig intensief zijn (bijv. visuele onrust).<br />
De visfauna heeft ook een functie voor andere diergroepen. Zij dient bijv. als voedselvoorziening voor<br />
vogels en zeezoogdieren. Deze functie wordt niet substantieel beperkt, aangezien de blijvende negatieve<br />
effecten om de bovengenoemde redenen slechts relatief geringe effecten op de totale biomassa van de<br />
076707818:A - Definitief ARCADIS B.155<br />
Deel B