MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
Inschatting van de databetrouwbaarheid ter kwantificering van de effecten<br />
Daar waar mogelijk zijn de effecten in overeenstemming met de beschikbare literatuur en data<br />
gekwantificeerd. Kwantificatie van de negatieve effecten op visfauna is echter niet direct mogelijk, omdat<br />
belastbare informatie over de totale populatie van de afzonderlijke soorten in de Noordzee in hoge mate<br />
ontbreken. Alle kwantitatieve informatie kan daarom alleen betrokken worden op bijv. verlies van<br />
leefomgeving. Toch vormen deze bij wijze van hulp geraadpleegde grootheden een goede basis om de<br />
orde van grootte van de schadelijke effecten aan de visfauna en vooral de variantenvergelijking in te<br />
schatten, omdat aan de ene kant de effecten op de visfauna vaak lineair afhankelijk zijn van bijvoorbeeld<br />
de bedekte oppervlakte en deze informatie aan de andere kant heel nauwkeurig gekwantificeerd kan<br />
worden.<br />
Samenvattend overzicht van de effectvoorspellingen<br />
De effecten op de visfauna door de aa<strong>nl</strong>eg zijn hoofdzakelijk het resultaat van de geluidsontwikkeling bij<br />
het inheien van de fundaties, wat in extreme gevallen een verhoging van de mortaliteit veroorzaakt. Dit<br />
betreft wel alleen de directe omgeving van de werkzaamheden en waarschij<strong>nl</strong>ijk ook slechts enkele<br />
individuen, aangezien deze gebieden door veel vissen vanwege de geluidsontwikkeling al voor het begin<br />
van de heiwerkzaamheden worden vermeden. Omdat viseitjes en vislarven niet kunnen vluchten, gaan<br />
PRINS et al (2008) ervan uit dat deze sterker worden getroffen dan adulte vissen. Op grond van de<br />
ondanks alles relatief geringe verliezen aan larven door de hei-activiteiten voor het Gemini-project is er<br />
geen sprake van een verandering in de natuurlijke mortaliteit boven de natuurlijke variabiliteit. Bovendien<br />
zijn de verliezen tijdelijk van aard. Schade aan bestanden is daarom niet waarschij<strong>nl</strong>ijk. Door de voorziene<br />
vermijdingsmaatregelen (zoals de heiwerkzaamheden uitvoeren in de periode juli-december wanneer<br />
minder vislarven aanwezig zijn) is bovendien een vermindering van de geluidsemissie te verwachten, wat<br />
de effecten op larven verder verkleint. Voor de vislarven geldt dezelfde rangorde van de varianten als<br />
voor adulte vissen (zie hierna), omdat deze zich alleen door geluidssterkte en duur van het heien<br />
onderscheiden. Het ramen van de verliezen aan vislarven is gebaseerd op het oorspronkelijk voor de<br />
Tweede Maasvlakte door WL|Delft Hydraulics (nu: Deltares) en RIVO (nu: Wageningen IMARES)<br />
ontwikkelde vislarvenmodel, dat nu zoals in PRINS et al. (2008) beschreven, voor alle momenteel<br />
geplande Nederlandse offshorewindparken toegepast moet worden. Het vislarvenmodel vormt een eerste<br />
poging, de mogelijke effecten van hei-activiteiten op vislarven te kwantificeren. Er bestaan echter nog<br />
grote onzekerheden in de bestaande prognoses, vooral omdat het model om verschillende redenen niet<br />
toegepast kan worden op het gebied van het Gemini-project. Daarom is in overleg met RWS besloten, de<br />
effecten op vislarven door hei-activiteiten voor het de windparken Buitengaats en ZeeEnergie door een<br />
“expert-judgement” te ramen.<br />
Het lijkt waarschij<strong>nl</strong>ijk dat het plangebied gedurende de bouwperiode door vissen versterkt zal worden<br />
vermeden. Bovendien kunnen bij lawaaigevoelige soorten nog andere gedragsveranderingen en tijdelijke<br />
negatieve effecten op de gezondheid optreden (bijv. drempelverschuiving). Daarnaast kan in het gebied<br />
waarin direct wordt ingegrepen door de heiwerkzaamheden en het trenchen van de kabels tijdelijk een<br />
sterkere vertroebeling ontstaan die vooral op viseitjes en -larven negatieve effecten kan hebben. De<br />
effecten van het onderhoud en de verwijdering zijn in principe hetzelfde als bij de aa<strong>nl</strong>eg, maar hebben<br />
een beduidend geringere intensiteit en een beduidend kleinere omvang. Rond de windturbines komt het<br />
tot een habitatverlies. In verhouding tot het oppervlak van het NCP is dit verlies echter extreem gering.<br />
In verband met het gebruik wordt door het visserijverbod en het rifeffect van de turbines een<br />
aantrekkende werking op sommige soorten veroorzaakt. De veranderingen van de visfauna door het<br />
rifeffect (grotere abundanties, verandering van de soortensamenstelling) betreffen vooral de directe<br />
omgeving van de turbines, terwijl het visserijverbod (grotere abundantie, groei van gemiddelde lengtes en<br />
biomassa) een verandering in het gehele plangebied tot gevolg heeft. Wel kan soortspecifiek een bepaalde<br />
B.154 ARCADIS 076707818:A - Definitief