01.08.2013 Views

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />

Deel B<br />

Variant Totale oppervlakte<br />

[m², afgerond]<br />

Aandeel windpark-<br />

oppervlak [‰]<br />

Deel van NCP [‰] Deel van Noordzee<br />

Tripile 18.000 0,56 0,00032 0,000031<br />

Monopile 12.000 0,37 0,00021 0,000021<br />

Jacket 11.000 0,34 0,00019 0,000019<br />

Driepoot 27.000 0,84 0,00047 0,000047<br />

Zwaarte-kracht-<br />

fundament<br />

90.000 2,8 0,00158 0,000157<br />

Tabel 79 Hardsubstraatoppervlaktes van de erosiebescherming voor de afzonderlijke varianten (funderingen bij<br />

parkconfiguratie VKA; 75 windturbines), windpark ZeeEnergie<br />

Er dient rekening mee te worden gehouden dat de erosiebescherming bij de verkozen monopiles niet per<br />

definitie zoals bijv. bij Horns Rev van stenen wordt gemaakt, maar dat er mogelijk zogenaamde ‘big<br />

packs’, met zand gevulde zakken van geotextiel, gebruikt worden. Deze bieden veel minder<br />

verstopplaatsen in de tussenruimtes, waardoor de veroorzaakte verandering van de visfauna minder sterk<br />

zal zijn. In hoeverre het tot interactie tussen de afzonderlijke turbines komt, is niet duidelijk. Volgens de<br />

door KELLER et al. (2006) geanalyseerde literatuur komen interacties vanwege de relatief grote afstanden<br />

tussen de turbines niet voor. Volgens KELLER et al. (2006) zou het echter wel mogelijk kunnen zijn dat bij<br />

de afzonderlijke demersale vissoorten (bijv. bot) interacties tussen de diverse turbines optreden. De kans<br />

op interacties tussen de verschillende turbines is vanwege de geringe afstand tussen de turbines bij variant<br />

5D het grootst en bij variant 12D vanwege de grotere afstand het kleinst.<br />

Het inbrengen van nieuwe substraten vergroot de verscheidenheid van de habitat en vergroot de totale<br />

oppervlaktes door de oprijzende funderingen. Daarom wordt het inbrengen van nieuw substraat als<br />

positief beoordeeld. Significant negatieve effecten zijn daarom bij dit aspect uitgesloten. De grootte van de<br />

nieuw geschapen oppervlaktes neemt met het aantal turbines resp. bij de vergelijking van de funderingen<br />

met de oppervlakte van een afzonderlijk type fundering toe. Vergeleken met het NCP resp. de Noordzee<br />

zijn de oppervlaktes echter zeer gering.<br />

3.5.3.8 BESCHRIJVING EXTERNE WERKING<br />

Aa<strong>nl</strong>eg en verwijdering<br />

In paragraaf 3.5.3.2 t/m paragraaf 3.5.3.8 zijn de effecten van respectievelijk onderwatergeluid, visuele<br />

verstoring, habitatverlies, vertroebeling, elektromagnetische velden en bodemverwarming op de visfauna<br />

tijdens de aa<strong>nl</strong>eg en exploitatie beschreven. Hierbij werd geconcludeerd dat tijdens de aa<strong>nl</strong>eg alleen<br />

onderwatergeluid tot ruim buiten het park (>1 km) tot beschadiging en reacties van de visfauna zou<br />

kunnen leiden. Het gaat dan om fysiek letsel in een straal van 14 km rondom het park en eventuele<br />

vluchtreacties tot een afstand van 50 km rondom het park. Er is in dit hoofdstuk al geconcludeerd dat het<br />

gebied waarin fysiek letsel kan optreden relatief klein is t.o.v. het totale leefgebied van de vissen (

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!