MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
MER WINDPARKEN GEMINI DEEL B - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>MER</strong> Windparken Gemini<br />
Deel B<br />
Geluidssterkte Duur<br />
Funderingstype Diameter pijler [m] Rang Aantal pijlers Lengte<br />
pijlers [m]<br />
Tripile 3,35 3 3 34 3<br />
Monopile 7 4 1 38-41 2<br />
Jacket 2,4 2 4 (30)-37 5<br />
Driepoot 2,3 2 3 36-40 4<br />
Zwaartekrachtfundering - 1 0 - 1<br />
* resulteert vereenvoudigend uit aantal pijlers x lengte pijlers<br />
Tabel 67 Geluidssterkte en duur werkzaamheden bij aa<strong>nl</strong>eg van verschillende funderingstypen<br />
Rang *<br />
Deze tabel is alleen een poging een eerste indeling te maken, omdat vergelijkende onderzoeken met<br />
verschillende funderingen bij vergelijkbare randvoorwaarden tot nu toe ontbreken.<br />
De verwachting is dus, dat bij de funderingen waarbij heien nodig is, de geluidssterkte bij toepassing van<br />
jacket- of driepootsfunderingen het geringst is, terwijl de duur van de heiwerkzaamheden bij de monopile<br />
het kortst is. De geringste geluidsemissies ontstaan echter bij de zwaartekrachtfundering, waarbij geen<br />
heiwerkzaamheden nodig zijn.<br />
Aangezien de geluidssterkte de omvang van de beschadigingen bepaalt, wordt in dit deel van de<br />
beoordeling alleen gekeken naar de diameter van de pijlers om de funderingstypen te beoordelen. Bij dat<br />
uitgangspunt zijn jacket en driepoot de gunstigste funderingsvarianten, terwijl monopile als meest<br />
ongunstig voor de visfauna beoordeeld wordt. Het verschil tussen tripile en jacket en driepoot is<br />
aanmerkelijk kleiner dan het verschil tussen tripile en monopile.<br />
Transformatorplatform<br />
Onafhankelijk van de gekozen variant (parkconfiguratie resp. fundering) moeten via vibratieheien vier<br />
pijlers voor het transformatorplatform in de ondergrond worden ingebracht. De effecten hiervan op de<br />
visfauna komen in hoge mate overeen met de hiervoor bij de bouw van de turbinefunderingen beschreven<br />
effecten.<br />
Conclusie<br />
Bij de heiwerkzaamheden voor de funderingen worden onafhankelijk van parkconfiguratie en<br />
funderingstype slechts relatief zee klein deel van de vissenpopulatie op het NCP gedood of gewond.<br />
Omdat de totaalpopulatie van de afzonderlijke vissoorten in de totale Noordzee niet ter beschikking staat,<br />
is een raming aan de hand van de betrokken oppervlaktes uitgevoerd. Daaruit bleek dat er slechts op<br />
minder dan 0,4% van de oppervlakte van het NCP sprake is van doding van individuen. De omgeving van<br />
de bouwplaats wordt door vissen weliswaar wegens het lawaai gemeden, maar direct na beëindiging van<br />
de werkzaamheden zijn de betrokken oppervlaktes weer onbeperkt als leefomgeving beschikbaar. Men<br />
kan ervan uitgaan dat er geen significante schade aan de visfauna van het NCP resp. de Noordzee door<br />
het lawaai bij de bouw wordt aangericht.<br />
Exploitatie<br />
Geluidsfrequenties van de turbines<br />
Tijdens het bedrijf van de turbines ontstaan trillingen. De door de draaiende rotor geproduceerde<br />
trillingen komen op twee manieren in het water terecht en veroorzaken daar op twee manieren<br />
geluidsgolven : via de lucht en doordat de trillingen van de rotor via de mast en het fundament in het<br />
water en de ondergrond over worden gebracht. De overdracht via de eerste manier blijkt te verwaarlozen<br />
B.136 ARCADIS 076707818:A - Definitief