Praktijkproject - Geneeskunde voor het Volk

Huisarts huisbezoekenarts?
Alleen wanneer nodig of nuttig

Groepspraktijk Geneeskunde voor het Volk – Hoboken
Auteur: Dr. Ilke Cabus
Met medewerking van:
Het volledige onthaalteam:
Peeters Sandra, Beraich Najat, Bernadette Willekens, Borgers Marisa en Sim Dereymaeker
Alle vrijwilligers die ’s avonds en aanvullend onthaalwerk doen
Dr. Baekelandt Jan
Dr. Branders Mie
Dr. Cabus Ilke
Dr. Gorissen Guido
Dr. Lonnée Annelies
Dr. Merckx Kris
Dr. Vanobbergen Erik
Dr. Raats Enid
Dr. Vandecasteele Lise
2

Inhoudstafel
I. Inleiding 4
II. Onderzoeksvragen 5
III. Methodologie 6
IV. Resultaten 7
1. Respons 7
2. Gerechtvaardigdheid van de huisbezoeken 8
3. Acute of chronische huisbezoeken 10
3.1 Acute huisbezoeken 11
3.1.1 Eenmalige acute huisbezoeken 13
3.1.2 Meermalige acute huisbezoeken 13
3.1.3 Te ziek of onvoldoende ziek om een huisbezoek te 14
rechtvaardigen
3.1.4 Patiënt is onvoldoende ziek om een huisbezoek te
rechtvaardigen of wordt beoordeeld als kan op
raadpleging komen
15
3.2 Chronische huisbezoeken 16
V. Bespreking 17
1. Registratie 17
2. Verhouding huisbezoeken en raadpleging 17
6. Aanbevelingen
7. Besluit
8. Bronnen
9. Bijlage
4

Verklarende woordenlijst
Onterecht huisbezoek: Een onterecht huisbezoek is een door de patiënt aangevraagd huisbezoek
waarna de arts oordeelt dat de indicatie die de patiënt opgeeft en/of het
ziektebeeld niet noodzaken tot een huisbezoek. Dit kan inhouden dat de
patiënt geen arts nodig heeft of dat deze patiënt op raadpleging gezien
kan worden.
Gerechtvaardigd
huisbezoek
de indicatie of het ziektebeeld rechtvaardigt een huisbezoek. Er wordt
geoordeeld dat de patiënt niet op raadpleging kan komen.
“Ja”: Zie gerechtvaardigd huisbezoek
“Neen”: Zie onterecht huisbezoek
“Twijfel”: De arts twijfelt of het ziektebeeld of de socio-economische toestand van
de patiënt een huisbezoek al dan niet rechtvaardigt. Eventueel zijn er
argumenten voor en tegen een huisbezoek.
5

I. Inleiding
Binnen onze groepspraktijk bestaat een algemeen gevoel dat er veel onterechte huisbezoeken
aangevraagd worden door onze patiënten. Dit gevoel leeft zowel bij de artsen, als bij de
onthaalmedewerkers.
Over hoeveel huisbezoeken het hier gaat, en om welke reden deze aangevraagd worden, weten we
echter niet precies.
Een algemene trend binnen onze praktijk is wel een daling van het aantal huisbezoeken. Het
percentage huisbezoeken daalde van 32% in 2001 tot 22,8% in 2006, een daling van 9.2%.
(volledige prestaties zie bijlage : figuur 1)
Of het hier over een daling van onnodige huisbezoeken gaat of over de toch wel nodige
huisbezoeken is niet geweten.
Percentage
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Figuur 2: Evolutie van het percentage huisbezoeken GVHV Hoboken
ten opzichte van totaal aantal prestaties
Jaartal
Huisbezoeken vragen een extra inspanning van de arts omwille van de tijd die verloren gaat in het
verkeer, zo blijft er immers minder tijd voor de patiënt over. Het gemiddelde huisbezoek beslaat 35
minuten, verplaatsingstijd en tijd die bij de patiënt doorgebracht wordt inbegrepen. 5 Een raadpleging
duurt gemiddeld 15 minuten, binnen onze praktijk 20 minuten.
Daarbij komt dat vele huisbezoeken niet efficiënt gebeuren en beschouwd kunnen worden als een
raadpleging in moeilijke omstandigheden.
Toch zijn er ook voordelen aan het huisbezoek: de arts dringt als het ware binnen in het systeem van
zijn de patiënt en krijgt een beeld van de omgeving van de patiënt. Een ander voordeel is dat in de
wachtzaal van de arts alle patiënten worden blootgesteld aan virussen en bacteriën van de andere
patiënten.
6

De algemene trend in Vlaanderen is dat het absolute aantal huisbezoeken tussen 2000 en 2005 met
21.5% gedaald is. Wanneer we dit bekijken als percentage van het totale aantal prestaties zijn de
huisbezoeken slechts met 6% gedaald.
Raadplegingen bij huisartsen zijn over diezelfde periode gestegen met 3.2%. 3,4
Uit dit cijfermateriaal blijkt dat de daling van het aantal huisbezoeken groter is binnen onze praktijk
dan in België.
P ercentage
100
Jaar Absoluut aantal
huisbezoeken
Absoluut aantal
patiëntencontacten
Percentage
huisbezoeken
(%)
2000 20.842.074 48.311.837 43
2001 19.836.541 47.735.459 42
2002 19.117.516 47.229.689 40
2003 18.496.199 45.529.736 41
2004 17.148.938 45.198.000 38
2005 16.363.962 44.713.447 37
90
80
70
60
50
40
30
20
10
Tabel 1: Evolutie van het aantal huisbezoeken in België over de periode 2000-
2005 3,4
0
Percentage huisbezoeken praktijk Percentage huisbezoeken in Belgie
2001 2002 2003 2004 2005 2006
Figuur 3: Evolutie van het percentage huisbezoeken GVHV Hoboken
ten opzichte van het percentage huisbezoeken in Belgie
Van 15 januari 2007 tot en met 31 maart 2007 werd gedurende 55 werkdagen een eerste registratie
uitgevoerd van het aantal uitgevoerde huisbezoeken. 1
Naar aanleiding van de resultaten die uit deze registratie volgden werden een aantal aanbevelingen
geformuleerd naar de artsen van onze groepspraktijk in verband met de sensibilisering van patiënt.
Een besluit dat getrokken kon worden uit de registratie in 2007 was dat minimum 15% minder
huisbezoeken gedaan kon worden indien er gesensibiliseerd werd en er voldoende
opvangmogelijkheden voor deze patiënten gecreëerd kon worden op de raadpleging.
Jaar
7

II. Onderzoeksvragen
1. Hoeveel van de door onze patiënten aangevraagde huisbezoeken zijn terecht?
2. Waarom vragen onze patiënten een huisbezoek aan?
3. Waarom vinden onze artsen een huisbezoek al dan niet gerechtvaardigd?
4. Is er een evolutie merkbaar ten opzichte van de vorige evaluatieperiode in 2007 gedurende
dezelfde tijdsspanne?
8

II. Methodologie
De methodologie van dit onderzoek blijft gelijk aan de methodologie die het vorige registratiejaar
gebruikt werd. Dit om zoveel mogelijk variabelen gelijk te houden; dit wil zeggen de
registratieperiode blijft dezelfde drukke winterperiode waarin ook griep aanwezig is en waarin de
meeste huisbezoeken aangevraagd worden en hetzelfde registratieformulier wordt gebruikt.
1. Periode
De registratieperiode loopt van 15 januari 2008 tot en met 28 maart 2008 gedurende 54 werkdagen.
Dit is de periode waarin het grootste aantal huisbezoeken wordt aangevraagd en waarin het dus
zeker belangrijk is om zo efficiënt mogelijk te werken.
Voor aanvang van de registratieperiode werden alle artsen, onthaalmedewerkers en vrijwilligers
gebrieft over het doel en de werkwijze van dit project.
Elk blok huisbezoeken bestrijkt nog steeds 4 uur.
Op die tijd kan elke arts in principe 7 huisbezoeken afleggen.
Per huisbezoek worden 30 minuten tijd uitgetrokken; hierin begrepen zijn de verplaatsingstijd,
alsook de tijd die werkelijke bij de patiënt doorgebracht wordt.
2. Registratie
De onthaalmedewerkers vulden voordat de artsen op huisbezoek vertrokken de patiëntengegevens
in (naam/adres/dossiernummer) en de reden van het aangevraagde huisbezoek op een voorgedrukt
registratieformulier. (zie bijlage 2: registratieformulier)
Aan alle artsen binnen de praktijk werd gevraagd het voorgedrukt formulier in te vullen.
Aangegeven moet worden of het huisbezoek gerechtvaardigd was (ja/neen/twijfel) en de reden
ervan.
3. Verwerking
Alle formulieren werden verzameld en vervolgens werden ze allen ingegeven in een Excel-sheet.
Een verschil met vorig jaar is dat de Excel-sheet vervolgens naar SPSS wordt geëxporteerd en als
dusdanig daar verder wordt verwerkt.
9

4. Interpretatie
De redenen die door de artsen opgegeven werden ter rechtvaardiging van het huisbezoek werden
samengevat en gegroepeerd in kernwoorden zodat de statistische verwerking mogelijk werd.
Meer kernwoorden worden toegevoegd en sommige items (oa. Te ziek, chronische patiënt) worden
meer gedifferentieerd.
(zie bijlage: classificatie van de opgegeven redenen)
Per huisbezoek kan slechts één reden opgegeven worden.
Een voorbeeld: er wordt een huisbezoek gevraagd voor 2 personen. Eén persoon zit in een rolstoel en
kan niet naar de praktijk komen de andere heeft een faryngitis. De eerste persoon wordt opgegeven
als rolstoelpatiënt, het andere wordt geregistreerd als “dokter kwam al voor een andere persoon” en
niet als “niet te ziek”
Huisbezoeken van patiënten die meerdere huisbezoeken gevraagd hebben worden herleidt tot 1
globale beoordeling, naargelang de overheersende rechtvaardiging. Deze huisbezoeken worden ook
apart geteld en beoordeeld.
Bespreking
Na volledige afwerking van het project worden de resultaten opnieuw in groep besproken en wordt
een evaluatie gemaakt van de resultaten en van verder te ondernemen acties.
10

IV. Resultaten
1. Respons
Arts Aantal
geregistreerde
huisbezoeken
in januari 2008
Aantal
geregistreerde
huisbezoeken in
februari
Aantal
geregistreerde
huisbezoeken in
maart
Totaal aantal
geregistreerde
huisbezoeken 2008
Aantal
huisbezoeken tov
totaal aantal
prestaties 2008
Aantal
geregistreerde
huisbezoeken
2007
% % % % % %
BI 2007 BI 2008 +/-
1. Annelies 15/16 93.7 28/37 75.6 16/27 59.3 63/80 78.8 80/606 13 68/164 41 33.9-49.4 67.9-86.8 +
2. Enid 14/14 100 20/28 74.4 22/27 81.5 56/69 81.1 69/598 12 nvt nvt nvt 69.6-89.2 nvt
3. Erik 24/32 75 48/51 94.1 25/36 69.4 97/119 81.5 119/554 21 152/157 97 92.3-98.8 73.1-87.8 -
4. Guido 61/61 100 48/93 51.6 47/69 68.1 152/223 68.2 223/726 31 68/210 32 26.2-39.2 61.5-74.1 +
5. Ilke 8/8 100 14/14 100 24/24 100 46/46 100 46/747 6 29/52 56 41.4-69.3 90.4-100 +
6. Jan 18/18 100 40/41 97.6 27/27 100 85/86 98.8 86/494 17 148/154 96 91.3-98.4 92.8-99.9 +
7. Kris 12/20 60 13/17 76.6 19/33 57.7 44/70 62.8 70/336 21 64/81 79 68.2-86.9 50.4-73.9 -
8. Lise 25/25 100 23/23 100 21/21 100 59/59 100 59/685 9 nvt nvt nvt 92.4-100 nvt
9. Mie 24/24 100 37/46 80.4 31/31 100 92/101 91 101/572 18 148/164 90 84.3-94.1 83.3-95.6 +/-
Totaal 201/218 92.2 281/350 80.3 232/295 78.6 706/863 81.8 863/5318 16 767/1100 70 66.9-72.4 79.0-84.3 +
Tabel 2: Respons en vergelijking van de respons in 2008 met de registratie in 2007. Enid en Lise waren in 2007 nog niet werkzaam in onze praktijk.
*Kwaliteit van de respons ten opzichte van 2007 (+ beter geregistreerd, - slechter geregistreerd, +/- gelijk)
Gedurende de periode van 15 januari tot 28 maart 2008 werd 81.8% (706/863) van de huisbezoeken geregistreerd. Ten opzichte van 2007 betekent
dit een toename in respons van 12%, wat een betere betrouwbaarheid van het onderzoek inhoudt. (BI: 66.9-72.4 in 2007 en BI: 80-85.1 in 2008).
18,2% van de huisbezoeken werd niet geregistreerd (BI: 27.6-33.0 in 2007 en BI: 15.7-20.9 in 2008)
Er werden 237 huisbezoeken minder gedaan dan in het vorige jaar, dit is een afname van 21.5%. In het besluit van het project in 2007 werd
opgenomen dat een afname van het aantal huisbezoeken met minstens 15% mogelijk was, eventueel zelf tot 25% indien de huisbezoeken waarover
twijfel bestonden mee opgenomen werden in deze berekening. Een afname van 21.5% is dus een zeer goed resultaat.

2. Gerechtvaardigdheid van de huisbezoeken
2.1 Globaal
Zie bijlage 4: Tabel 3 Verdeling van de huisbezoeken volgens arts, geslacht en leeftijd van de arts, dag
en dagdeel en statuut van de arts
19%
6%
1%
74%
Figuur 3: Verdeling van de gerechtvaardigdheid van alle
huisbezoeken
2.1.1 Verschillen in beoordeling tussen de artsen
ja
neen
twijfel
niet geweten
Tussen de artsen onderling bestaan er verschillen in de beoordeling van de gerechtvaardigheid van
de huisbezoeken.
Gemiddeld 74.4% (min 45.6%;max 88.7%) van de huisbezoeken wordt als gerechtvaardigd
beschouwd.
Gemiddeld 19.4% (min 8.1%, max 25%) van de huisbezoeken is niet gerechtvaardigd.
Twijfel bestaat over gemiddeld 5.6% (min 1.0%, max 15.2%) van de huisbezoeken .
Gewettigd / ja Niet gewettigd / neen Twijfel Niet geweten
% % % %
1. Annelies 46/63 73 10/63 15.8 5/63 7.9 2/63 3.2
2. Enid 42/56 75 9/56 16.1 5/56 8.9 nvt
3. Erik 86/97 88.7 10/97 10.3 1/97 1.0 nvt
4. Guido 110/152 72.4 38/152 25.0 2/152 1.3 1/152 0.6
5. Ilke 21/46 45.6 18/46 39 7/46 15.2 nvt
6. Jan 69/86 80.2 7/86 8.1 8/86 9.3 nvt
7. Kris 35/44 79.5 8/44 18.1 1/44 2.3 nvt
8. Lise 43/72 59.7 19/72 26.4 10/72 13.9 nvt
9. Mie 72/92 78.2 17/92 18.5 1/92 1.1 1/92 1.1
Totaal artsen 525/706 74.4 137/706 19.4 40/706 5.6 4/706 0.6
Tabel 3a: Verdeling van de huisbezoeken per arts

2.1.2 Verschil tussen geslachten
Tussen de mannelijke en vrouwelijke artsen in onze praktijk bestaat er een duidelijk verschil tussen
in de beoordeling van de huisbezoeken.
Gemiddeld 79.6% (min 72.4%, max 88.7%) van de huisbezoeken wordt als gerechtvaardigd
beschouwd door de mannen, terwijl dit 68.2% (min 45.6%, max 78.2%)bij de vrouwen bedraagt.
De vrouwelijke artsen vinden dan weer meer huisbezoeken niet gewettigd. Gemiddeld 22.3% (min
15.8%, max 39% van de huisbezoeken wordt door hen als niet gerechtvaardigd beoordeeld, terwijl
dit bij de mannen slechts 16.9% (min 8.1%, max 25%) bedraagt.
Man
Vrouw
n=4
n=6
Gewettigd/ja Niet gewettigd/neen Twijfel Niet geweten
% % % %
301/378 79.6 64/378 16.9 12/378 3.17 1/378 0.3
BI: 75.1-83.5
13.4-21.2
BI:1.7-5.6
224/328 68.2 73/328 22.3 2/328 0.61 3/328 0.9
BI:62.9-73.2
BI:17.9-27.2
BI:: 0.1-2.0
Tabel 3b: Verdeling van de huisbezoeken per geslacht van de arts
2.1.3 Leeftijdsverschillen
De artsen onder 35, allemaal van het vrouwelijke geslacht vinden slecht 60.9% (min 45.6%, max 75%)
van de huisbezoeken gerechtvaardigd. Dit is minder dan de artsen tussen 35 en 50 die 76.6% (min
73%, max 78.2% )van de afgelegde huisbezoeken gerechtvaardigd vinden en dan de 50-plussers die
79.6% (min 72.4, max 88.7%) van de huisbezoeken gerechtvaardigd vinden.
De jongere artsen vinden 26.4% ( min 16.1%, max 39%) van de huisbezoeken niet gerechtvaardigd, de
artsen ouder dan 35 vinden minder huisbezoeken niet gerechtvaardigd. De artsen tussen 35 en 50
vinden 17.5% (min 15.8% , max 18.5%)niet gerechtvaardigd en de artsen boven 50 vinden 16.9% (min
8.1%, max 25%) niet gerechtvaardigd.
Onder 35 jaar bestaat er meer twijfel over het gerechtvaardigd karakter van de huisbezoeken. Deze
twijfel bestaat bij 15.1% (min 16.1%, max 39%) van de huisbezoeken, terwijl deze rond de 3.5% (min
8.1%, max 25%) schommelt bij de artsen ouder dan 35 jaar.
≤ 35
n=3 ♀
≥ 35 lft ≤ 50
n =2 ♀
≥ 50
n=4 ♂
Gewettigd/ja Niet gewettigd/neen Twijfel Niet geweten
% % % %
106/174 60.9 46/174 26.4 22/174 15.1 nvt
BI:53.2-68.1
BI:20.2-33.8
BI: 8.3-18.7
118/154 76.6 27/154 17.5 6/154 3.9 3/154 1.9
BI:68.9-82.9
BI:12.1-24.5
BI:1.6-8.7
301/378 79.6 64/378 16.9 12/378 3.2 1/378 0.3
BI:75.1-83.5
BI:13.4-21.2
BI:1.7-5.6
Tabel 3c: Verdeling van de huisbezoeken per leeftijdscategorie waartoe de arts behoort
13

2.1.4 Verschillen volgens statuut
De HIBO’s twijfelen bij 19.9% (min 7.9%, max 13.9%) over het gerechtvaardigd karakter van de
huisbezoeken, terwijl dit slechts 3.9% (min 1%, max 15.2%) is bij de vaste artsen.
Vaste arts
n=6, 4 ♂+ 2♀
HIBO
n=3 ♀
Gewettigd/ja Niet gewettigd/neen Twijfel Niet geweten
% % % %
394/515 76.5 99/515 19.2 20/515 3.9 2/515 0.4
BI:72.7-80.1
BI:15.9-22.9
BI:2.5-6.0
131/191 68.6 38/191 19.9 38/191 19.9 2/191 1.0
BI:61.4-74.9
BI:14.6-26.4 BI:14.6-26.4
Tabel 3d: Verdeling van de huisbezoeken per statuut van de arts
2.1.5 Opmerking
Het voorgaande cijfermateriaal moet echter gekaderd worden in de verdeling van de huisbezoeken
afgelegd bij acute pathologie ( acuut huisbezoek, een -of meermalig) en de huisbezoeken afgelegd bij
chronische patiënten.
Zo blijkt dat onze mannelijke artsen, allen ouder dan 50 jaar, percentueel meer chronische patiënten
hebben, dan de vrouwelijke artsen, alsook ten opzichte van de jongere artsen, die allen jonger zijn
dan 35 jaar.
14

3. Acuut of chronisch huisbezoek
We kunnen de 706 geregistreerde huisbezoeken opdelen in patiënten die een acuut huisbezoek
aanvragen ( 331/706 = 44.1%) en in chronische huisbezoeken ( 375/706 = 53.1%).
De acute huisbezoeken kunnen opgesplitst worden in eenmalige en meermalige huisbezoeken.
53%
47%
Acuut
Chronisch
Figuur 4: Verhouding van acute en chronische huisbezoeken
15

3.1 Acute huisbezoeken
Er werden 331 acute huisbezoeken afgelegd. Van deze huisbezoeken waren 191/331
Van de acute huisbezoeken zijn 191/331 (57.7%) gerechtvaardigde huisbezoeken, 109/331 (34.3%) is
niet gerechtvaardigd. Over 16/331 (4.8%) bestaat er twijfel over het gerechtvaardigd karakter van het
huisbezoek.
34,3%
De acute huisbezoeken kunnen we op zichzelf indelen in acute huisbezoeken waarvoor éénmaal op
huisbezoek gegaan werd (223/331 = 67.3% of ten opzichte van hele groep huisbezoeken: 223/706 =
31.6%) en waarvoor meerdere malen op huisbezoek werd gegaan (108/331 = 32.6% of ten opzichte
van hele groep huisbezoeken 108/706 = 15.3%).
53%
5%
0%
15%
32%
57,7
Figuur 5: Gerechtvaardigdheid van de acute huisbezoeken
Acuut eenmalig
Acuut meermalig
chronisch
Figuur 6: Verdeling Acute en Chronische huisbezoeken
ja
neen
twijfel
niet geweten
16

3.1.1. Eenmalige, acute huisbezoeken
Er werden 223 eenmalige huisbezoeken afgelegd (223/706 = 31.6%)
135/223 (60.5%) van deze huisbezoeken was gerechtvaardigd, 70 (31.4%) van deze huisbezoeken was
niet gerechtvaardigd. Over 17 (7.6%) van de huisbezoeken bestond twijfel over het gerechtvaardigd
karakter en over 1 huisbezoek (0.45%) werd geen mening geregistreerd.
3.1.1.1. Redenen ter rechtvaardiging van een éénmalig huisbezoek.
31%
8% 0%
Figuur 7: Gerechtvaardigdheid van de acute, éénmalige huisbezoeken
De belangrijkste redenen voor de artsen om een huisbezoek te rechtvaardigen is wanneer de patiënt
te ziek is om zich naar de raadpleging te begeven. Welke pathologieën ter rechtvaardiging van een te
zieke patiënt behoren zal later duidelijk worden.
Huisbezoeken die niet gerechtvaardigd werden beschouwen waren huisbezoeken waar men vond
dat de patiënt niet te ziek was en die aldus op raadpleging konden komen.
ja neen twijfel
Administratief 1 1
Afhankelijk van derden voor vervoer /
Geen vervoer
1 2 1
Dokter kwam al voor andere persoon 3 6 1
Gaat wel ergens anders heen 2
Geen plaats op raadpleging 5
Geen reden opgegeven 14 2 9
Niet te ziek, kan op raadpleging komen 47 5
Niet thuis 1
Praktisch niet haalbaar 7 1
Principieel niet naar praktijk 1
Rolstoel 1
Te ziek 111
Verworven recht 1
Wil niet in wachtzaal wachten 1
Tabel 4: Redenen opgegeven door de arts ter rechtvaardiging van een
eenmalig aangevraagd huisbezoek
61%
ja
neen
twijfel
niet geweten
17

3.1.2. Meermalige, acute huisbezoeken
Bij 41 patiënten werden 108 huisbezoeken afgelegd.
25/41 (61%) van deze patiënten vroegen 2 huisbezoeken aan, 10/41 (24%) van de patiënten vroegen 3
huisbezoeken aan en 6/41 (15%) van de patiënten vroegen 4 huisbezoeken aan.
De verdeling van deze huisbezoeken vindt u in de volgende tabel en figuur.
10, 24%
6, 15%
3.1.2.1 Patiënten die 2 huisbezoeken aanvroegen
25, 61%
2 huisbezoeken
3 huisbezoeken
4 huisbezoeken
Figuur 8: Aantal patienten per hoeveelheid aangevraagde huisbezoeken
25 patiënten vroegen 2 huisbezoeken aan gedurende de registratieperiode
20/50 (40%) van de huisbezoeken aangevraagd door mensen die tijdens de registratieperiode 2
huisbezoeken aanvroegen was gerechtvaardigd, 23/50 (46%) van deze huisbezoeken was niet
gerechtvaardigd en over 7/50 (14%) bestond twijfel over het gerechtvaardigd karakter van dit
huisbezoek.
Twaalf patiënten kregen steeds dezelfde beoordeling. Hun huisbezoek was aldus ofwel steeds
gerechtvaardigd, niet gerechtvaardigd of er bestond steeds twijfel over het gerechtvaardigd karakter
van de aangevraagde huisbezoeken.
Bij 6 patiënten was het eerste huisbezoek steeds gerechtvaardigd. Bij diezelfde 6 patiënten werd het
tweede huisbezoek niet meer als gerechtvaardigd beschouwd.
Bij 2 patiënten werd het eerste huisbezoek als gerechtvaardigd beschouwd, maar was er twijfel over
het karakter van het tweede huisbezoek.
18

23, 46%
7, 14%
3.1.2.2 Patiënten die 3 huisbezoeken aanvroegen
20, 40%
Figuur 8a: Gerechtvaardigd karakter van de huisbezoeken bij patienten die
acuut tw ee huisbezoeken aanvroegen gedurende de registratieperiode
10 patiënten vroegen 3 huisbezoeken aan gedurende de registratieperiode
23/30 (77%) van de huisbezoeken aangevraagd door mensen die tijdens de registratieperiode 3
huisbezoeken aanvroegen was gerechtvaardigd, 7/30 (23%) van deze huisbezoeken was niet
gerechtvaardigd
6/10 patiënten kregen steeds dezelfde beoordeling. Hun huisbezoek was aldus ofwel steeds
gerechtvaardigd, niet gerechtvaardigd of er bestond steeds twijfel over het gerechtvaardigd karakter
van de aangevraagde huisbezoeken.
Bij twee patiënten waren de eerste twee huisbezoeken gerechtvaardigd, het derde huisbezoek was
niet gerechtvaardigd.
Bij twee andere patiënten was enkel het eerste huisbezoek gerechtvaardigd.
ja
neen
tw ijfel
19

7, 23%
0, 0%
23, 77%
Figuur 8b: Gerechtvaardigd karakter van de huisbezoeken bij patienten die acuut
drie huisbezoeken aanvroegen gedurende de registratieperiode
3.1.2.3 Patiënten die 4 huisbezoeken aanvroegen
ja
neen
tw ijfel
6 patiënten vroegen 4 huisbezoeken aan gedurende de registratieperiode
13/24 (54%) van de huisbezoeken aangevraagd door mensen die tijdens de registratieperiode 4
huisbezoeken aanvroegen was gerechtvaardigd, 9/24 (38%) van deze huisbezoeken was niet
gerechtvaardigd en over 2/24 (8%) bestond twijfel over het gerechtvaardigd karakter van dit
huisbezoek.
Slechts 1 patiënte die 4 maal een huisbezoek aanvroeg kreeg en eenduidig negatief antwoord over de
vier huisbezoeken.
9, 38%
2, 8%
13, 54%
Figuur 8c: Gerechtvaardigd karakter van de huisbezoeken bij patienten die acuut vier
huisbezoeken aanvroegen gedurende de registratieperiode
ja
neen
tw ijfel
20

3.1.2.4 . Redenen ter rechtvaardiging van een acute meermalige huisbezoek.
De belangrijkste redenen voor de artsen om een huisbezoek te rechtvaardigen is wanneer de patiënt
te ziek is om zich naar de raadpleging te begeven.
Huisbezoeken die niet gerechtvaardigd werden beschouwen waren huisbezoeken waar men vond
dat de patiënt niet te ziek was en die aldus op raadpleging konden komen.
Acute, meermalige
huisbezoeken
ja neen twijfel
Administratief 1
Afhankelijk van derden voor vervoer /
Geen vervoer
1 2
Dokter kwam al voor andere persoon 2
Gaat wel ergens anders heen 2
Geen plaats op raadpleging 1
Geen reden opgegeven
Immobiel
2 2 9
Niet te ziek, kan op raadpleging komen 1 25
Niet thuis 5
Te ziek 52
Wil niet in wachtzaal wachten 2
Andere (vb. deelneming betuigen) 1
Tabel 5: Redenen opgegeven door de arts ter rechtvaardiging
meermalige acute huisbezoeken
21

3.1.3.. Te ziek of onvoldoende ziek om een huisbezoek te rechtvaardigen
Patiënten die een huisbezoek aanvroegen dat nadien door de arts beoordeeld werd als “ te ziek”
hadden voornamelijk griep (24/111 = 21.6% )of teveel pijn (19/111 = 17.1%). Een andere reden was
dat ze recent geopereerd waren en zich aldus niet tot de raadpleging konden begeven.
Voor 28 huisbezoeken werd verder geen pathologie opgegeven. (28/111 = 25.2%).
De meeste huisbezoeken waarvoor geen pathologie werd opgegeven werden teruggevonden bij de
acute eenmalige huisbezoeken. De meest voorkomende reden voor meerdere malen een acuut
huisbezoek aan te vragen was pijn.
De reden waarom patiënten “niet te ziek” werden bevonden werden in de meestal gevallen niet
beschreven (10/35 = 28.5%)
TE ZIEK 1 2 3 NIET TE ZIEK 1 2 3
Angina/tonsillitis 1 1 2 Bovenste luchtwegeninfectie 1 3 4
Braken 7 7 Briefje nodig 2 2
Bronchitis 5 2 7 Geen koorts, terwijl RFE koorts was 4 3 7
Diarree 6 1 7 Lichte infectie 2 4 6
Gastro-enteritis 6 3 9 Lichte temperatuursverhoging 1 1
Duizelig/draaierig 3 1 4 NNO 8 2 10
Follow up na ernstige pathologie 2 1 3 Is beter 1 1 2
Griep 17 7 24 Psychiatrie 1 2 3
Kanker 4 4
Keelpijn met ernstig ziek zijn 2 2
Kinderziekten 1 1
Koorts 8 3 11
Lumbago 5 5
NNO 25 3 28
Opvolging ernstige infectie 3 3
Orthopedisch probleem 1 1
Pneumonie 2 3 5
Postoperatief 9 9 18
Terminaal/Palliatief 2 1 3
Teveel pijn 6 13 19
Tabel 6: Verdeling ziek/niet ziek: reden waarom de arts het huisbezoek al dan niet beoordeelde als te ziek of niet te
ziek.
1. Eenmalige acute huisbezoeken
2. Meermalige acute huisbezoeken
3. Alle acute huisbezoeken
22

3.1.4 Patiënt is onvoldoende ziek om een huisbezoek te krijgen (=”niet te ziek”) of wordt beoordeeld als “kan
op raadpleging komen.
3.1.4.1 Terminologie
De term “kan op raadpleging komen” werd in de loop van het project ingevoerd. We voegen dit na
overleg bij de term “niet te ziek”. Dit kunnen we beschouwen als een tekortkoming in het project
waar we naar de toekomst en volgende projecten rekening mee moeten houden.
Over 35 patiënten oordeelden onze artsen dat ze onvoldoende ziek waren om een huisbezoek te
rechtvaardigen. Bij 4 patiënten bestond er twijfel of de patiënt al dan niet toch naar de praktijk kon
komen.
Bij 41 patiënten werd genoteerd dat ze op raadpleging konden komen.
Voor de verdere verwerking nemen we de 41 patiënten die op raadpleging konden komen mee op
onder “niet te ziek”. De groep patiënten “niet te ziek” bestaat vervolgens uit 76 patiënten.
3.1.4.2 Verwerking
De redenen die door de patiënt worden opgegeven zijn vooral buikgriep (11/76 = 14.5%) en koorts
(9/76 = 11.8%) . Vaak werd geen reden opgegeven (14/76 = 18.4%).
De artsen oordeelden dat huisbezoeken niet gerechtvaardigd worden omdat patiënten niet te ziek
waren bij een banale infectie, indien er geen koorts was. Vijf patiënten mochten buiten komen en bij
41 patiënten was men van mening dat zij op raadpleging konden komen.
Reden door patiënt opgegeven Niet te
ziek
Reden waarom arts deze huisbezoeken niet
gerechtvaardigd vond
Zieke kindjes 3 Ziek = banale infectie 6
Administratief 1 Jong, geen koorts 3
Bronchitis 3 Al dagen bezig 1
Buikgriep 11 Bovenste luchtwegeninfectie 5
Griep 5 Psychisch 3
Draaierig 4 Nu beter 4
Huidprobleem 1 Geen koorts 5
Keelontsteking 1 Moet buiten komen 2
Koorts 9 Niet ziek 3
Niet gaan werken 1 Reden consult niet duidelijk 1
Nog niet beter 1 Operatie maanden geleden, misbruikt om
huisbezoek te krijgen
1
Pijn orthopedisch 5 Verlenging AO maar niet ziek 2
Overgeven 5 Werkt heel de dag 2
Urinestaaltje 3 Moet leren op RP te komen 2
Wondcontrole 2 Hypochonder 2
NNO 14 Mag niet op RP komen van vader 1
Bloedname 1 Liepen op straat 2
Operatie gehad 1 Mogen buiten komen 5
Kan niet op benen staan 2 Kan op raadpleging komen NNO 41
Moe 1
Tabel 7: Redenen waarom patiënten een huisbezoek vroegen die door de arts als niet te ziek
gecatalogeerd werden en de motivatie die hiervoor door de arts gegeven werd.
23

3.2 Chronische huisbezoeken
Er werden 375 huisbezoeken afgelegd bij 153 patiënten. (375/706 = 53.1%).
Wanneer we elk huisbezoek afzonderlijk bekijken waren 331 (88.3%) van deze huisbezoeken
gerechtvaardigd, 25 (6.7%) waren niet gerechtvaardigd. Over 12 (2.0%) van de huisbezoeken bestond
twijfel over het gerechtvaardigd karakter en over 7 huisbezoeken (1.9%) werd geen mening
geregistreerd.
Van de chronische huisbezoeken werd 88.3% als gerechtvaardigd beschouwt.
Indien we de huisbezoeken opsplitsen in het aantal huisbezoeken dat per patiënt werd aangevraagd
opsplitsen, blijken 35 chronische patiënten slechts 1 huisbezoek te hebben. 48 Patiënten vroegen 2
huisbezoeken aan, 29 patiënten vroegen 3 huisbezoeken aan, 11 patiënten vroegen 4 huisbezoeken
aan, 9 patiënten vroegen 5 huisbezoeken aan, 5 patiënten vroegen 6 huisbezoeken aan, 1 patiënt
vroeg 7 huisbezoeken aan en 1 patiënt vroeg er 10 aan.
Gemiddeld vroegen chronische patiënten 2.54 huisbezoeken aan (min 1, max 10) binnen de
registratieperiode van 54 werkdagen.
Aantal patienten (absoluut aantal)
60
50
40
30
20
10
0
7%
3% 2%
Figuur 9: Gerechtvaardigdheid van de chronische
huisbezoeken
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Aantal patienten 35 48 29 11 9 5 1 0 0 1
88%
Figuur 10: Hoeveelheid patienten per aantal aangevraagde huisbezoeken
ja
neen
twijfel
niet geweten
Aantal huisbezoeken
24

De patiënten die 3, 6 of 7 huisbezoeken aanvroegen vroegen al hun huisbezoeken om een
gerechtvaardigde reden volgens de arts..
Er waren 9 patiënten die 5 huisbezoeken aanvroegen.
Van deze 5 patiënten was er één patiënt waar 3 huisbezoeken gerechtvaardigd waren, 2
huisbezoeken werden als onnodig beoordeeld omdat het huisbezoek enkel werd aangevraagd
omwille van administratieve redenen, de arts moest enkel een brief van een specialistisch consult in
ontvangst nemen.
Bij de patiënte die 10 huisbezoeken aanvroeg, zijn er 8 gerechtvaardigd. Twee huisbezoeken werden
als niet gerechtvaardigd beschouwd omdat hier enkel een medicatievoorschrift geschreven diende te
worden, ondanks dat de patiënte op zeer regelmatige basis op huisbezoek bezocht werd. Na 4
huisbezoeken werd met de patiënte afgesproken dat er slechts om de 2 weken een huisbezoek zou
plaatsvinden, toch bleef echter een gemiddelde van 3 maal per maand verder bestaan.
Aantal aparte huisbezoeken
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
ja 35 85 87 36 42 30 7 0 0 8
neen 11 7 0 2 2 0 0 0 0 2
tw ijfel 3 2 0 6 0 0 0 0 0 0
niet gew eten 0 2 0 0 1 0 0 0 0 0
Beoordeling elk huisbezoek apart per groep gevraagde huisbezoeken
Figuur 11: Gerechtvaardigdheid van de chronische huisbezoeken
25

Chronische huisbezoeken werden voornamelijk afgelegd bij patiënten met gangmoeilijkheden
(46/153 = 30%). Gangmoeilijkheden situeerden zich vooral in de groep patiënten die gedurende de
54 werkdagen van de registratieperiode 2 en 3 huisbezoeken aanvroegen.
Een grote groep chronische huisbezoeken werd niet omschreven (55/153 = 35.9%). De meeste niet
omschreven chronische patiënten situeren zich in de groep patiënten die 1 of 2 huisbezoeken
aanvroegen.
Aantal huisbezoeken 1 2 3 4 5 6 7 10
Totaal aantal patiënten 153 49 48 29 11 9 5 1 1
CVA 4 1 1 2
Dement 9 3 3 2 1
Ernstige diabetes mellitus 2 1 1
Evenwichtsstoornis 1 1
Gangmoeilijkheiden 46 22 13 2 4 4 1
Medicatie nodig 2 2
Hartfalen 4 2 1 1
INR 3 2 1
Kan op raadpleging komen 7 7
MS 1 1
NNO 55 26 15 9 3 1 1
Aan zuurstof 2 2
Te oud 4 1 1 1 1
Palliatief 2 1 1
Parkinson 1 1
Psychosociaal 2 2
Rolstoel 3 1 2
Acuut ziek 4 4
Tabel 8: Redenen waarom bij chronische patiënten een huisbezoek genoteerd werd (er werd geen rekening
gehouden met het al dan niet gerechtvaardigd karakter van dit huisbezoek.
26

V. Bespreking
1. Registratie
De deelname aan het project wordt vooral weergegeven door het aantal geregistreerde huisbezoeken.
Een respons van 81.8% is een goed resultaat.
Ten opzichte van 2007 betekent dit een toename in respons van 12%, wat een betere betrouwbaarheid
van het onderzoek inhoudt. (BI: 66.9-72.4 in 2007 en BI: 80-85.1 in 2008)
Ten opzichte van het project in 2007 is er tevens een gelijkmatigere verdeling van het aantal
geregistreerde huisbezoeken tussen de verschillende artsen. Zo bestaat er een responsinterval tussen
62.8-100%, in 2007 was dit 32-96%.
2. Verhouding huisbezoeken en raadplegingen
Naar aanleiding van het cijfermateriaal dat tijdens het registratieproject in 2007 werd bekomen
berekenden we dat er 15% minder huisbezoeken afgelegd konden worden. Concreet betekende dit
dat er per week 2 extra blokken raadpleging voorzien moesten worden, wat ook uitgewerkt werd in
een nieuw uurrooster. Op jaarbasis zouden we zo 718 patiënten op raadpleging kunnen helpen in
plaats van op huisbezoek. Tijdens de onderzoeksperiode betreft het 172 patiënten.
Omdat de studie steeds in dezelfde periode plaatsvond kunnen we hier het cijfermateriaal van
vergelijken. Het gaat hier slechts om 2 jaargangen (2007 en 2008) waardoor we deze gegevens toch
met enige omzichtigheid dienen te interpreteren.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
2007 2008
HB 1209 1079
RP 4470 4774
Figuur 12: Verhouding huisbezoeken en raadplegingen tijdens de 2 onderzoeksjaren
(gegevens hebben enkel betrekking op de maanden januari, februari en maart)
27

In april 2008, net na het afsluiten van deze studie, verscheen in artsenkrant een artikel over het
stijgende aantal consultaties ten opzichte van het aantal huisbezoeken. 2
Omdat we van 2008 slechts van 4 maanden absolute aantallen hebben van raadplegingen kan hier
geen uitspraak gedaan worden. Wel beschikken we over gegevens van 2006 en 2007, zodat we wel
een uitspraak kunnen doen over de impact van de studie over de maanden april-december 2006 –
2007.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
2006 2007
HB 3190 2942
RP 11769 12063
Figuur 13:Verhouding huisbezoeken en raadplegingen tijdens het eerste
onderzoeksjaar ( 2007) en het jaar voordien (2006)
(gegevens hebben enkel betrekking op de maanden april-december)
Er zijn 294 raadplegingen meer in de maanden na het project ten opzichte van dezelfde periode het
jaar voordien.
De huisbezoeken dalen over die periode met 248. 248 huisbezoeken minder betekent 82 uur, of 246
raadplegingen. Hiernaast komt nog 42uur vrij waarin andere zaken gedaan kunnen worden. Hiervan
wordt een extra deel opgevuld met raadpleging (in dit geval worden 46 raadplegingen extra gedaan
en blijft er nog 27 uur over die ingevuld kunnen worden)
28

VI . Besluit
19%
6%
1%
74%
Figuur 13 Verdeling van de gerechtvaardigdheid van alle
huisbezoeken
ja
neen
twijfel
niet geweten
In 2007 werd een aanbeveling gedaan om het aantal huisbezoeken met minstens 15% te verminderen.
Dit aantal werd overtroffen door een daling van 21% in dezelfde periode in 2008. Toch kunnen we
opmerken dat er nogmaals een vermindering van minimum 19% mogelijk is.
In 2008 kunnen we dit naar aanleiding van de cijfers van 2007 extrapoleren naar de volgende
gegevens:
- In 2007 werden 3916 huisbezoeken afgelegd. Volgens onze vervolgstudie konden we op
jaarbasis nogmaals 19% van de huisbezoeken besparen: dit betekend nogmaals 744
huisbezoeken minder.
- Binnen de registratieperiode van 54 werkdagen (15/1 tot en met 31/3) komt dit neer op
een besparing van 163 huisbezoeken.
- Op de tijd van deze 163 huisbezoeken kan men 244 patiënten op raadpleging helpen of
heeft men 27 uur over om aan andere projecten te werken. Op jaarbasis betekent dit dat er
124 uur aan andere projecten besteedt kan worden.
29

VII. Bronnen
1. Huisbezoeken anno 2007. Efficiënt ja of neen? Dr. Ilke Cabus, ed. Geneeskunde voor het
Volk Hoboken. 2007
2. Huisbezoeken min 400.000, consultaties plus 750.000. Pascal Selleslagh, artsenkrant nr
1915, 29 ste jaar, 29 april 2008
3. Huisartsgeneeskunde in België. Nieuwe gegevens op basis van studies bij het RIZIV.
Persbericht 3 maart 2007.
4. Kenniscentrum statistiek: Vlaamse statistieken, strategisch management en
surveyonderzoek.Sterke daling van de het aantal huisbezoeken door artsen
http://aps.vlaanderen.be/statistiek/nieuws/gezondheid/2004-10_artsen.htm
5. Huisarts op zwart zaad. Dossier de huisarts. Jos Vranckx en Karen van Heusden.
16/12/2002.1.
http://www.gva.be/dossiers/-h/huisarts/dossier.asp
1. Huisarts op zwart zaad. Dossier de huisarts. Jos Vranckx en Karen van Heusden.
16/12/2002.1.
http://www.gva.be/dossiers/-h/huisarts/dossier.asp
2. Kenniscentrum statistiek: Vlaamse statistieken, strategisch management en
surveyonderzoek.Sterke daling van de het aantal huisbezoeken door artsen
http://aps.vlaanderen.be/statistiek/nieuws/gezondheid/2004-10_artsen.htm
3. Huisartsgeneeskunde in België. Nieuwe gegevens op basis van studies bij het RIZIV.
Persbericht 3 maart 2007.
4. Huisbezoeken anno 2007. Efficiënt ja of neen? Dr. Ilke Cabus, ed. Geneeskunde voor het Volk
Hoboken. 2007
5. Huisbezoeken min 400.000, consultaties plus 750.000. Pascal Selleslagh, artsenkrant nr 1915,
29 ste jaar, 29 april 2008
30

VIII. Bijlagen
Figuur 1: aantal prestaties
Absoluut aantal prestaties
25000
20000
15000
10000
5000
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Aantal raadplegingen 15462 14981 15193 14973 15708 16239 15143
Aantal huisbezoeken 7287 5674 5983 5610 5439 4792 3916
Totaal aantal prestaties 22749 20655 21176 20583 21147 21031 19059
Figuur 1 : Totaal aantal prestaties GVHV Hoboken
31

Bijlage 2: registratieformulier
HUISBEZOEKEN
naam: dag en datum:
NAAM EN ADRES EN DOSS.
1 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
2 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
3 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
4 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
5 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
6 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
7 reden:
gerechtvaardigd ja/neen:
waarom:
32

Bijlage 3: classificatie redenen + verklaring
Verworven recht De patiënt is het steeds gewoon dat de arts op
huisbezoek komt en is dit eigenlijk gewoon
Praktisch niet haalbaar De patiënt kan het niet georganiseerd krijgen om
naar de praktijk te komen. Dit kan om meerdere
redenen: veel kleine kinderen thuis,
onthaalmoeder, de kinderen werken overdag en
hebben de auto…
Immobiel De patiënt kan zich niet naar de praktijk begeven
omwille van gips, gangmoeilijkheden,…
Niet thuis De patiënt heeft een huisbezoek aangevraagd en
is niet thuis wanneer de arts zich aanmeldt
Rolstoel De patiënt zit in een rolstoel
Te oud De arts oordeelt dat de patiënt te oud is om zich
naar de praktijk te begeven.
Gaat zelfstandig met openbaar
vervoer elders heen
De patiënt neemt wel de tram of bus of
organiseert zelf ander vervoer om zich naar
andere plaatsen dat de praktijk te begeven.
Principieel niet naar praktijk De patiënt komt principieel niet naar de praktijk
en vindt dat de arts op huisbezoek moet komen.
Geen plaats op consultatie Er is geen plaats op raadpleging
Chronische patiënt
INR ER moet op regelmatige tijdstippen bij de patiënt
een INR geprikt worden
Gangmoeilijkheden De patiënt kan moeilijk gaan
Evenwichtsstoornissen De patiënt heeft evenwichtsstoornissen
waardoor het moeilijk is zich naar de praktijk te
beven
NNO
Hartfalen De patiënt heeft hartfalen waardoor dyspnoe
bestaat en de patiënt een verminderde
inspanningscapaciteit heeft
CVA De patiënt heeft een CVA in de voorgeschiedenis
met implicaties op de ADL
Aan zuurstof Patiënt heeft zuurstof nodig en kan zich niet met
zuurstofflessen naar de praktijk bewegen
Medicatie De patiënt heeft voorschriften nodig voor zijn
chronische medicatie
Ernstige diabetes De patiënt heeft ernstige diabetes met implicaties
op de ADL
Psychiatrisch
Psychosociaal
Te oud De arts oordeelt dat de patiënt te oud is om zich
naar de praktijk te begeven
PArkinson De patiënt heeft een gevorde parkinson met
implicaties op de ADL
MS De patiënt heeft MS met implicaties op de ADL
en de mobiliteit
Dokter kwam al voor andere persoon De arts kwam al voor een andere, al dan niet
zieke, persoon binnen het gezin.
Wil niet in wachtzaal wachten De patiënt wenst niet in de wachtzaal te wachten
Dokter thuis is gemakkelijk De patiënt vind een dokter aan huis gemakkelijk
zodat hij zijn activiteiten thuis verder kan zetten
en niet in de wachtzaal moet wachten
33

Administratief De patiënt heeft een verwijsbrief nodig,
formulieren voor het ziekenfonds, enkel een
attest of heeft een brief van een specialist voor
zijn huisarts
Alleen medicatie De patiënt heeft enkel een medicatievoorschrift
nodig
Geen reden opgegeven/NNO
Niet te ziek, kan op raadpleging
komen
Te ziek
Geen koorts De patiënt heeft geen koorts of slechts een lichte
temperatuursverhoging.
Na antipyretica geen koorts De patiënt heeft reeds een antipyreticum
meer
genomen en heeft geen koorts meer
Lichte
Temperatuur 37-38°
temperatuursverhoging
Bovenste luchwegeninfectie De patiënt heeft enkel een banale verkoudheid
Keelpijn De patiënt heeft keelpijn zonder koorts of
algemeen ziek zijn
Menstruatie De patiënt menstruatie of menstruatiepijn en
heeft een afwezigheidsattest nodig
NNO
Lichte infectie De patiënt heeft keelpijn, oorpijn,lichte diarree,
… zonder algemeen ziek zijn of koorts
Probleem is beter De patiënt heeft geen klachten meer ten tijde van
het huisbezoek
Briefje nodig De patiënt heeft enkel een afwezigheidsattest
nodig
Psychiatrie
Kan op raadpleging komen
Teveel pijn De patiënt heeft teveel pijn om zich naar de
praktijk te begeven en in de wachtzaal te
wachten
Griep
Bronchitis
Pneumonie
Diarree De patiënt heeft ernstige diarree en kan zich
omwille van de frequentie en
onvoorzienbaarheid niet naar de praktijk
begeven
Diarree +braken De patiënt braakt ernstig en heeft ernstige
diarree en kan zich omwille van de frequentie en
onvoorzienbaarheid niet naar de praktijk
begeven
Braken De patiënt braakt ernstig en kan zich omwille
van de frequentie en onvoorzienbaarheid niet
naar de praktijk begeven
Gastro-enteritis Zie diarree+braken
Lumbago De patiënt heeft ernstige rugpijn en kan zich
moeilijk naar de praktijk beven
Koorts De patiënt heeft een temperatuur boven de 38°
Kinderziekte De patiënt heeft een kinderziekte en kan
vanwege de besmettelijkheid niet in de
wachtzaal wachten
Kanker
Opvolging ernstige infectie De patiënt moet opgevolgd worden omwille van
een ernstige infectie (vb. pneumonie)
34

Angina/tonsillitis De patiënt heeft een ernstige tonsillitis met hoge
koorts en ernstig algemeen ziek zijn
NNO
Terminaal/palliatief
Keelpijn met ernstig ziek
zijn
De patiënt heeft gewone keelpijn maar is ernstig
ziek met hoge koorts
Orthopedisch probleem Knieartrose, artritis, jichtaanval
Duizeligheid/draaierigheid De patiënt is te duizelig om zich buitenshuis te
beven
Pscyhiatrie
35

Bijlage 4: Tabel 3 Verdeling van de huisbezoeken volgens arts, geslacht en leeftijd van de arts, dag
en dagdeel en statuut van de arts
Gewettigd / ja Niet gewettigd /
neen
Twijfel Niet geweten
% % % %
I. Per arts
1. Annelies 46/63 73 10/63 15.8 5/63 7.9 2/63 3.2
2. Enid 42/56 75 9/56 16.1 5/56 8.9 nvt
3. Erik 86/97 88.7 10/97 10.3 1/97 1.0 nvt
4. Guido 110/152 72.4 38/152 25.0 2/152 1.3 1/152 0.6
5. Ilke 21/46 45.6 18/46 39 7/46 15.2 nvt
6. Jan 69/86 80.2 7/86 8.1 8/86 9.3 nvt
7. Kris 35/44 79.5 8/44 18.1 1/44 2.3 nvt
8. Lise 43/72 59.7 19/72 26.4 10/72 13.9 nvt
9. Mie 72/92 78.2 17/92 18.5 1/92 1.1 1/92 1.1
Totaal artsen 525/706 74.4 137/706 19.4 40/706 5.6 4/706 0.6
II Per geslacht van arts
1. Man (n=4) 301/378
BI: 75.1-83.5
2. Vrouw (n=6) 224/328
BI:62.9-73.2
III. Per leeftijd arts
≤ 35 (n=3) 106/174
BI:53.2-68.1
≥ 35 lft ≤ 50 (n=2) 118/154
BI:68.9-82.9
≥ 50 (n=4) 301/378
BI:75.1-83.5
IV. Per statuut arts
Vaste arts (n=6) 394/515
BI:72.7-80.1
HIBO (n=3) 131/191
BI:61.4-74.9
V. Per dagdeel
1. Voormiddag 324/422
BI:72.4-80.7
2. Namiddag 201/284
BI:65.4-75.9
VI. Per dag van de
week
1. maandag 133/178
BI: 67.6-80.8
2. dinsdag 136/192
BI:63.8-77.0
3. woensdag 42/61
BI:55.6-79.8
4. donderdag 119/150
BI:71.8-85.3
5. vrijdag 95/125
BI:67.4-83.0
79.6 64/378
13.4-21.2
68.2 73/328
BI:17.9-27.2
60.9 46/174
BI:20.2-33.8
76.6 27/154
BI:12.1-24.5
79.6 64/378
BI:13.4-21.2
76.5 99/515
BI:15.9-22.9
68.6 38/191
BI:14.6-26.4
76.8 71/422
BI:13.4-20.8
70.8 66/284
BI:18.4-28.7
74.7 31/178
BI:12.3-23.9
70.8 47/192
BI:18.7-31.3
68.9 12/61
BI:11.0-32.2
79.3 24/150
BI:10.7-23.1
76.0 23/150
BI:12.3-26.5
16.9 12/378
BI:1.7-5.6
22.3 2/328
BI:: 0.1-2.0
26.4 22/174
BI: 8.3-18.7
17.5 6/154
BI:1.6-8.7
16.9 12/378
BI:1.7-5.6
19.2 20/515
BI:2.5-6.0
19.9 38/191
BI:14.6-26.4
16.8 24/422
BI:3.8-8.5
23.2 16/284
BI:3.4-9.2
17.4 14/178
BI:4.5-13.1
24.5 7/192
BI:1.6-7.7
19.7 6/61
BI:4.1-20.9
16.0 7/150
BI:2.1-9.8
18.4 6/125
BI:1.9-10.6
3.17 1/378 0.3
0.61 3/328 0.9
15.1 nvt
3.9 3/154 1.9
3.2 1/378 0.3
3.9 2/515 0.4
19.9 2/191 1.0
5.7 3/422 0.7
5.6 1/284 0.4
7.9 nvt
3.7 2/192 1.0
9.8 1/61 1.6
6.7 nvt
4.8 1/125 0.8
36