01.08.2013 Views

Download de PDF - Groniek

Download de PDF - Groniek

Download de PDF - Groniek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

Rosenblum vele tongen los. Zijn stelling was uitdagend. Tot <strong>de</strong> verschijning<br />

van Mo<strong>de</strong>m Painting heerste on<strong>de</strong>r kunsthistorici <strong>de</strong> opvatting dat <strong>de</strong> internationale<br />

norm werd bepaald door Franse kunstenaars, die na 1800 voor het<br />

voetlicht tra<strong>de</strong>n. Rosenblum betoog<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne kunst zich ook via een<br />

onafhankelijke genealogie in <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke lan<strong>de</strong>n ontwikkel<strong>de</strong>. De Franse<br />

norm wortelt in zijn ogen in een l'art pour l'art-houding: het hedonisme van<br />

<strong>de</strong> Franse kunst. De Franse kunstenaars waren vooral gericht op <strong>de</strong> formele<br />

aspecten van het kunstwerk. De kunsthistorici die een formalistische kunstbena<strong>de</strong>ring<br />

propageer<strong>de</strong>n, hanteer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Franse kunst dan ook als maatstaf bij<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van een kunstwerk.<br />

Rosenblum betoogt dat, nadat <strong>de</strong> Franse Revolutie <strong>de</strong> macht van kerk en<br />

staat aan ban<strong>de</strong>n had gelegd, <strong>de</strong> Franse kunstenaars hun heil steeds meer<br />

zochten in een hedonistische kunstopvatting, of eenvoudig gezegd, het maken<br />

van mooie plaatjes. De noor<strong>de</strong>lijke kunstenaars daarentegen ging het, volgens<br />

Rosenblum, om <strong>de</strong> inhoud van het kunstwerk, waarbij het religieuze in een<br />

nieuwe iconografie werd gegoten. Het schil<strong>de</strong>rij kreeg een transcen<strong>de</strong>nt<br />

karakter. Het god<strong>de</strong>lijke werd veelal in het landschap gezocht. Als stamva<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong>ze noor<strong>de</strong>lijke traditie noemt Rosenblum <strong>de</strong> Duitse Romanticus Caspar<br />

David Friedrich (1774-1840), die daardoor plots <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

kunst wordt. Rosenblums traditie gaat over het spirituele in <strong>de</strong> kunst. Zijn<br />

traditie is een landschapstraditie.<br />

Caspar David Friedrich, Das Eismeer (voorheen "Die gescheiterte Hoffnung, circa 1824)<br />

Hamburger KunsthalIe.<br />

138


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

Rosenblum gaat met <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>eën lijnrecht in tegen <strong>de</strong> tot dan toe<br />

gehuldig<strong>de</strong> opvattingen van <strong>de</strong> Amerikaan Clement Greenberg, die in <strong>de</strong> jaren<br />

vijftig en zestig <strong>de</strong> formalistische kunstvisie propageer<strong>de</strong>. Het schil<strong>de</strong>rij was<br />

geen illusionistisch object, maar werd door <strong>de</strong> kunstenaars sinds <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw steeds meer als een plat vlak gepresenteerd. Die ontwikkeling zag<br />

Greenberg in internationaal perspectief. Ze ontstond in Frankrijk, en werd<br />

sinds <strong>de</strong> jaren veertig in Amerika voortgezet. Rosenblum typeer<strong>de</strong> Greenbergs<br />

i<strong>de</strong>eën als 'outmo<strong>de</strong>d', en voorzag <strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis van een, in zijn ogen,<br />

rechtvaardiger mo<strong>de</strong>l. In <strong>de</strong> formele uitwerking van het schil<strong>de</strong>rij zocht hij<br />

diepere gedachten. Die diepte vindt hij echter in <strong>de</strong> kunst buiten <strong>de</strong> grote<br />

kunstcentra. Rosenblum benadrukt het eigene van <strong>de</strong> regio. Naast <strong>de</strong> internationale<br />

Franse traditie plaatst Rosenblum <strong>de</strong> regionale Noor<strong>de</strong>lijke Romantische<br />

traditie.<br />

Kunstgeografie: Notdische Se<strong>de</strong><br />

De overwinning van <strong>de</strong>ze visie op die van Greenberg kreeg in 1986 en 1987<br />

haar <strong>de</strong>finitieve bekrachtiging in <strong>de</strong> tentoonstelling The Spiritual in Art, die<br />

bei<strong>de</strong> kanten van <strong>de</strong> oceaan bereis<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> catalogus wordt Rosenblums<br />

Mo<strong>de</strong>m Painting ook onomwon<strong>de</strong>n als inspiratiebron genoemd.<br />

Met <strong>de</strong>ze stap terug in <strong>de</strong> tijd zijn we er echter nog niet. Rosenblums<br />

boek werd veelal gezien als origineel. De lijn Friedrich-Rothko, via Van Gogh<br />

en Mondriaan, is dat wel <strong>de</strong>gelijk, maar zijn anti-formalitische kunstbeschouwing<br />

en <strong>de</strong> daarmee samenhangen<strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> regio (hier: het Noor<strong>de</strong>n)<br />

zijn dat niet. De wortels hiervan liggen nog ver<strong>de</strong>r terug. Daarbij komen<br />

we uit op <strong>de</strong> kunstgeografte, een kunstvisie die voortkwam uit het groeien<strong>de</strong><br />

nationalisme van vóór <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog.<br />

Wat is kunstgeografte? Daarvoor gebruik ik graag <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van <strong>de</strong> kunsthistorica<br />

Marlite Halbertsma: "Kunsthistorisch on<strong>de</strong>rzoek waarbij uitgegaan<br />

wordt van een i<strong>de</strong>ntiteit of hechte causale relatie tussen kunst, landschap en<br />

volk. Voor het volk kan men ook lezen stam, natie of ras. Deze relatie wordt<br />

geacht geduren<strong>de</strong> lange tijd binnen een bepaald geograflSCh gebied te hebben<br />

bestaan. De kunstgeografte stelt zich ten doel <strong>de</strong> relatie tussen vooral <strong>de</strong><br />

formele kenmerken van <strong>de</strong> kunstwerken te verbin<strong>de</strong>n met kenmerken van<br />

geografISche aard van het landschap en lichamelijke of psychische kenmerken<br />

van het daar wonen<strong>de</strong> volk."2 De kunstgeografte raakte vooral in zwang<br />

tij<strong>de</strong>ns het interbellum. In 1933 werd er in Stockholm zelfs een kunsthistorisch<br />

congres aan gewijd. Momenteel beleven we, en niet zon<strong>de</strong>r gevaar, <strong>de</strong><br />

revival van <strong>de</strong> kunstgeografISche metho<strong>de</strong>.<br />

2 Marlite Halbertsma, Wl1helm Pin<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> Duitse lamstgeschie<strong>de</strong>nis (dissertatie;<br />

Groningen 1985) 195-196. In het proefschrift is een hoofdstuk over kunstgeografie in<br />

Duitsland opgenomen. Halbertsma beweert dat <strong>de</strong> term 'kunstgeografie' voor het eerst<br />

in 1916 werd gebruikt in een publicatie over het Weense woonhuis. Zelf vond ik een<br />

eer<strong>de</strong>re toepassing van <strong>de</strong> term, namelijk in een artikel in het kunsttijdschrift<br />

KunstWart over <strong>de</strong> Berlijnse JaJrrhun<strong>de</strong>rtausste/lung (1906), dat een overzicht van<br />

hon<strong>de</strong>rd jaar Duitse kunst bood.<br />

139


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

Aanvankelijk begon <strong>de</strong> kunstgeografie betrekkelijk onschuldig. Ze werd<br />

bedreven door, on<strong>de</strong>r meer, Duitse kunsthistorici als Paul Fenlinand Schmidt,<br />

Heinrich Wölfflin en Wilhelm Pin<strong>de</strong>r. Ze dachten in tegenstellingen als<br />

Noord-Zuid of Germaans-Romaans. Wölfflin, bijvoorbeeld, gaat in Ita/ien und<br />

das <strong>de</strong>utsche Fonngefühl (1931) uit van een nationaal vormgevoel, gebon<strong>de</strong>n<br />

aan ras en landschap, en voert dit als een historische constante op. De<br />

Italiaanse kunstenaars zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wereld binnen eindige verhoudingen zien,<br />

terwijl <strong>de</strong> Duitsers een hang naar het transcen<strong>de</strong>nte bezitten. Pin<strong>de</strong>r zag op<br />

zijn beurt <strong>de</strong> Duitse kunst als uitdrukking van das Nordische. Typisch Duits<br />

achtte hij <strong>de</strong> vormfantasie, <strong>de</strong> Sagetrieb, het lineaire en het mystieke. 3<br />

Na Hitlers machtsovername in 1933 verwerd <strong>de</strong> kunstgeografische metho<strong>de</strong><br />

tot een hol vehikel dat <strong>de</strong> nationaal-socialistische machthebbers uitbuitten<br />

ter meer<strong>de</strong>re glorie van <strong>de</strong> Duitse kunst. Serieuze kunstwetenschappers<br />

hiel<strong>de</strong>n zich er niet meer mee bezig, maar in <strong>de</strong> populaire kunsttijdschriften<br />

en <strong>de</strong> kranten werd <strong>de</strong> suprematie van <strong>de</strong> Duitse kunst en haar unieke<br />

kwaliteiten gevierd. Titels van die publicaties waren bijvoorbeeld Deutsche<br />

Grofte en Nordische Seele. Met het verlies van <strong>de</strong> oorlog valt ook het doek<br />

voor <strong>de</strong> kunstgeografie in Duitsland.<br />

Het is opmerkelijk dat sinds 1975 Gachnang, Fuchs en later ook Hoet<br />

een subjectieve kunstbena<strong>de</strong>ring voorstaan, intuïtie hoog in het vaan<strong>de</strong>l<br />

hebben staan en <strong>de</strong> kunst uit <strong>de</strong> regio gaan opzoeken. Hun kunstbena<strong>de</strong>ring<br />

is, evenals die van Rosenblum, anti-formalistisch.<br />

Rosenblum kan met zijn Mo<strong>de</strong>m Painting niet beschuldigd wor<strong>de</strong>n<br />

suprematiegedachten of een i<strong>de</strong>ologie uit te dragen. En ik neem tot nu toe<br />

aan, dat zijn navolgers Gachnang, Fuchs en Hoet evenmin <strong>de</strong>rgelijke i<strong>de</strong>eën<br />

koesteren.<br />

De romantiek van Rudi Fuchs<br />

Toch laat het benadrukken van een culturele i<strong>de</strong>ntiteit al kwalijke bijverschijnselen<br />

zien. Zo kwam Fuchs in 1989 in <strong>de</strong> publiciteit met zijn voornemen twee<br />

werken van Picasso en een van Monet uit zijn collectie van het Haags<br />

Gemeentemuseum te verkopen, om met het verkregen geld an<strong>de</strong>re kunst aan<br />

te kopen: een programma. Voordat dit bericht 1 maart 1989 in <strong>de</strong> Volkskrant<br />

voorpaginanieuws was, had hij al op subtiele wijze in zijn column in NRC­<br />

Han<strong>de</strong>lsblad van 3 februari on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel 'De volgor<strong>de</strong>' ruchtbaarheid<br />

gegeven aan zijn suprematie-opvattingen: "Als we niet uitkijken belemmert <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> kunst ons het zicht op <strong>de</strong> nieuwere kunst. Richard Long is beter dan<br />

Zadkine en ongeveer zo goed als Brancnsi. Penck is beter dan Braque; Judd<br />

is beter dan Van Doesburg en Joseph Beuys is beter dan Picasso - maar<br />

Mondriaan is beter dan Beuys. Enzovoort." Het is vooral <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke kunst<br />

die zijn aandacht verdient. Het "fijnzinnige Franse schil<strong>de</strong>rij dat <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw zo heeft beheerst..4 en haar twintigste eeuwse Franse navolging in<br />

3 Zie Wilhelm Pin<strong>de</strong>r, inleiding van Vom Wesen und Wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>utscher Formen (1935 e.v.).<br />

Deze verscheen in 1940 als zelfstandige publicatie on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Wesenszüge <strong>de</strong>utscher<br />

Kunst (Leipzig 1940).<br />

4 Rudi Fuchs, 'Ontsnapt aan <strong>de</strong> eeuw', NRC-Han<strong>de</strong>lsblad, 6 april 1990, p.3.<br />

140


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

Picasso en Braque vindt, moet voor Fuchs plaats maken voor <strong>de</strong> diepzinnige<br />

kunst uit <strong>de</strong> regio.<br />

Uit een artikel over Vincent van Gogh (NRC-Han<strong>de</strong>lsblad, 6 april 1990),<br />

waaruit ik zoëven citeer<strong>de</strong>, bleek eveneens Fuchs' schatplichtigheid aan<br />

Rosenblum. Daarin haal<strong>de</strong> hij Mondriaan en Beuys aan als "echte opvolgers<br />

in radicaliteit en in die extreme visie dat het kunstwerk niet alleen maar<br />

kunstwerk is maar ook een bewering die vervolgens als overtuiging, meer dan<br />

levensgroot, <strong>de</strong> wereld in gaat." Fuchs neemt hier afscheid van <strong>de</strong> ['art pour<br />

I'art, en bepleit krachtig zijn voorlief<strong>de</strong> voor art-for-life's-sake. Van Gogh's<br />

"werkelijke betekenis is toch eigenlijk van een an<strong>de</strong>r soort, die met stijl en<br />

schoonheid maar weinig te maken heeft", aldus Fuchs. Maar hij gaat ver<strong>de</strong>r,<br />

wanneer hij over Van Gogh beweert dat het oppervlak "in zijn laatste 'onharmonieuze'<br />

schil<strong>de</strong>rijen, (gaat) kraken en als ijsschotsen kruien." Lezen we hier<br />

geen echo van Friedrichs beroem<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij Das Eismeer (Die gescheiterte<br />

Hoffnung; 1824), dat Fuchs programmatisch als openingsplaatje afdrukte in <strong>de</strong><br />

catalogus van zijn Documenta 7 in Kassel? Tot slot Fuchs over <strong>de</strong> door hem<br />

geziene overeenkomst tussen De slaapkamer (Arles, 1888) van Van Gogh en<br />

het slaapvertrek van Beuys (Voglio ve<strong>de</strong>re Ie mie montagne, 1970-71): "Zoals<br />

<strong>de</strong> dingen in Arles staan, w simpel en w scherp, ie<strong>de</strong>r op zichzelf in die<br />

sprakeloze ruimte van een menselijk leven, want Van Gogh heeft kunst ook<br />

persoonlijk gemaakt, w heeft Beuys begrepen dat ze ook als echte dingen in<br />

een kamer kunnen staan en toch een schil<strong>de</strong>rij zijn - dat wil zeggen, een<br />

beeld met onnavolgbare zeggingskracht."<br />

Hoe schreef Rosenblum het ook al weer in 1975? "...measured by the<br />

intensity of the results, the artists who by and large pursued these Romantic<br />

goals most passionately, even <strong>de</strong>sperately, were artists of Northem and<br />

especially Northem Protestant origin, artists who seemed to work, like<br />

Friedrich, Blake, and Runge, not in the art-for-art's-sake ambience of Paris<br />

but in the art-for-life's-sake ambience of the private world in which the<br />

making of art was a means of communicating with the kinds of mystery that,<br />

before the Romantics, were located within the public confines of religion. [...]<br />

There is no better example of this survival, or perhaps revival, of the Northem<br />

Romantic dilemma into the later, post-Impressionist nineteenth century<br />

than the art of Vincent van Gogh.,s Van Gogh schept geen kunst-om-<strong>de</strong>kunst,<br />

hij heeft geen hedonistische kunstopvatting, neen, het gaat Van Gogh<br />

om kunst-voor-het-Ieven. Wat wveel wil zeggen als <strong>de</strong> boodschap van protestantse<br />

kunstenaars die transcen<strong>de</strong>nte bedoelingen in hun werk leggen.<br />

Amerikaanse impulsen voor <strong>de</strong> kunstgeografie<br />

Het <strong>de</strong>nken in kunsthistorische polariteiten is, na <strong>de</strong>cennia-lange afwezigheid,<br />

door Rosenblum weer in het za<strong>de</strong>l geholpen. Wat is <strong>de</strong> betekenis van Mo<strong>de</strong>m<br />

Painting na 1975?<br />

5 Rosenblum, Mo<strong>de</strong>rn Painting and the Nonhern Romantic Tradition: Friedrich to Rothko,<br />

(New York 1975, 1983) 70-71.<br />

141


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats lever<strong>de</strong> Rosenblum een niet te on<strong>de</strong>rschatten bijdrage<br />

aan <strong>de</strong> anti-formalistische kunstbena<strong>de</strong>ring, die vele he<strong>de</strong>ndaagse tentoonstellingsmakers<br />

en kunsthistorici zich hebben eigen gemaakt.<br />

Zoals ik al aangaf startte vanaf 1982 een reeks tentoonstellingen, waarin<br />

<strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke kunst centraal stond. Het begon allemaal met Northem Light:<br />

Realism and Symbo/ism in Scandinavian Painting 1880-1910, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re te<br />

zien in het New Yorkse Brooklyn Museum. Northem Light was georganiseerd<br />

door Kirk Varnedoe, <strong>de</strong>stijds een collega van Rosenblum aan <strong>de</strong> New Vork<br />

University. In <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> catalogus schrijft hij dat <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>uropese<br />

kunstenaars vanaf <strong>de</strong> late negentien<strong>de</strong> eeuw wel <strong>de</strong> Parijse schil<strong>de</strong>rtechnieken<br />

overnamen, maar <strong>de</strong>ze in eigen land toepasten om typisch 'noor<strong>de</strong>lijke'<br />

emoties uit te drukken. In een noot bij het slot van zijn betoog noemt hij<br />

Mo<strong>de</strong>m Painting "the key text relevant to the reevaluation of Northern art of<br />

the nineteenth century":<br />

In many of the paintings in Northern Light, the energy that fueled innovation and<br />

beauty was that of areaction away from mo<strong>de</strong>m civilization toward a greater<br />

inwardness, a purer moment in history, or the authority of blood, the soil, and the<br />

seasons. [...l Beyond its intrinsic visual appeal, Northern Light should join with other<br />

recent critical reappraisals in bringing these consequential issues to the forefront<br />

ofour continuing reassessment of the roots of mo<strong>de</strong>m art. 6<br />

Kortom, Varnedoe wil met zijn tentoonstelling een bijdrage leveren aan <strong>de</strong><br />

revisie van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne kunst. Ondanks <strong>de</strong> invloed van<br />

Rosenblum op dit punt, speelt Varnedoe het wel klaar <strong>de</strong> oorsprong van<br />

Scandinavische kunst toe te schrijven aan 'bloed en bo<strong>de</strong>m'. Het is vreemd<br />

hoe besmette termen in Amerika weer in het reine wor<strong>de</strong>n getrokken.<br />

Europese tentoonstellingsmakers: Fuchs, Gachnang en Hoet<br />

In Rosenblums visie wordt niet meer gedacht in <strong>de</strong> trant van elkaar opvolgen<strong>de</strong><br />

stijlen en bewegingen, maar gesproken van een horiwntale lijn. Europa's<br />

toonaangeven<strong>de</strong> tentoonstellingsmakers sinds 1975 etaleren een zelf<strong>de</strong> horiwntale<br />

visie op <strong>de</strong> kunst. Johannes Gachnang, Rudi Fuchs en Jan Hoet spreken<br />

in termen die w van Rosenblum af lijken te stammen. De Zwitser Gachnang<br />

spreekt over '<strong>de</strong>r nordische Raum' en het begrippenpaar Apollinisch-Dionysisch.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r Fuchs ziet <strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis zich ook buiten Parijs<br />

ontwikkelen. En <strong>de</strong> Belg Hoet maakt volstrekt intuïtieve en subjectieve keuzes<br />

en hanteert eveneens het wjuist genoem<strong>de</strong> begrippenpaar.<br />

De Zwitser Gachnang leer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> jaren zestig bij Baselitz het gedachtengoed<br />

van <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke ruimte kennen. Toch is het opvallend dat we hem<br />

6 Kirk Vamedoe, 'Nationalism, Internationalism, and the Progress of Scandinavian Art',<br />

tentoonstellingscatalogus Northern Light: Realism and Symbolism in Scandinavian<br />

Painting, 1880-1910, Corcoran Gallery of Art, Washington 1982 (e.v. The Brooklyn<br />

Museum New York 1982-83; The Minneapolis Institute of Arts Minnesota 1983), 32<br />

(noot 16), JO. Vamedoe noemt <strong>de</strong> late negentien<strong>de</strong> eeuwse Scandinavische schil<strong>de</strong>rkunst<br />

<strong>de</strong> 'missing link' tussen <strong>de</strong> Duitse Romantiek en het Duitse Expressionisme. In<br />

navolging van Rosenblum maakt hij vergelijkingen tussen het werk van Scandinavische<br />

kunstenaars en dat van Friedrich, Van Gogh en Marc.<br />

142


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

pas sinds 1976 in <strong>de</strong>rgelijke termen horen praten? Over zijn monstertentoonstelling<br />

Bil<strong>de</strong>rstreit in Keulen (1989), een persoonlijke keuze uit <strong>de</strong> Europese<br />

en Amerikaanse kunst sinds 1960, spreekt hij in termen van 'Gegensatzpaare'<br />

en 'Kulturräume'. En in een lezing in het Eindhovense Van Abbemuseum (15<br />

april 1989) schaalt hij <strong>de</strong> gekozen kunstenaars in on<strong>de</strong>r het kopje Apo//inisch­<br />

Dionysisch. Tij<strong>de</strong>ns Bil<strong>de</strong>rstreit citeer<strong>de</strong> hij Newmans uitspraak 'The Sublime<br />

Is Now', als credo voor zijn kunstvisie. Gachnang is overdui<strong>de</strong>lijk, net als<br />

Rosenblum, gecharmeerd door <strong>de</strong> kunst uit <strong>de</strong> regio. Al met al een verrassen<strong>de</strong><br />

overeenkomst met Rosenblums i<strong>de</strong>eën, ook al weten we dat Gachnang<br />

hierin -naar zijn zeggen- door <strong>de</strong> architect Hans Scharoun (1893-1972; van <strong>de</strong><br />

kunstgeografische generatie) is beïnvloed. Hij richt zich op <strong>de</strong> Italianen en <strong>de</strong><br />

Duitsers, en plaatst <strong>de</strong> Amerikanen aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re pool. De lijn Rosenblum­<br />

Gachnang blijft diffuus, maar Mo<strong>de</strong>m Painting zal Gachnang niet koud<br />

hebben gelaten.<br />

Bij Fuchs vin<strong>de</strong>n we betere bewijzen die aantonen dat hij zich niet aan <strong>de</strong><br />

invloedssfeer van Rosenblum heeft kunnen onttrekken. Fuchs leer<strong>de</strong> Gachnang<br />

in het voorjaar van 1975 kennen. In het najaar verscheen Mo<strong>de</strong>m<br />

Painting. Sinds <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren zeventig zijn z'n teksten niet<br />

meer Greenbergiaans maar anti-formalistisch getint. De catalogus van Documenta<br />

7 (1982) opent met Das Eismeer van Friedrich, en in 1984 stelt hij <strong>de</strong><br />

tentoonstelling Uit het Noor<strong>de</strong>n (Munch, Jorn en Kirkeby) samen. In <strong>de</strong><br />

begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> catalogus doet hij uitspraken die negen jaar eer<strong>de</strong>r al in Mo<strong>de</strong>m<br />

Painting wer<strong>de</strong>n gedaan: Parijs mag dan lange tijd dè culturele hoofdstad zijn<br />

geweest, <strong>de</strong> oorsprong van Munchs werk (en dat van Jorn en Kirkeby) ligt<br />

volgens Fuchs in het Noor<strong>de</strong>n. De kunstgeschie<strong>de</strong>nis wordt herschreven, een<br />

nieuw perspectief is gevon<strong>de</strong>n, betoog<strong>de</strong> hij.<br />

Toen Fuchs in 1975 directeur van het Van Abbemuseum werd, moesten<br />

zijn Amerikaanse hel<strong>de</strong>n Carl Andre en Donald Judd in het Van Abbemuseum<br />

ook donkere Duitsers als Baselitz en Kiefer naast zich dul<strong>de</strong>n. Presentaties<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r Jan Dibbets wer<strong>de</strong>n afgewisseld met die van A.R.<br />

Penck. Fuchs was hiermee <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandse museumdirecteur die jonge<br />

Duitse kunst presenteer<strong>de</strong>.<br />

De zeven<strong>de</strong> Documenta beteken<strong>de</strong> niet alleen <strong>de</strong> bevestiging van <strong>de</strong><br />

kwaliteit van <strong>de</strong> Duitse kunst, maar tevens <strong>de</strong> wereldwij<strong>de</strong> doorbraak ervan.<br />

Europa .kreeg voorrang boven Amerika. De internationale (formalistische)<br />

norm maakt plaats voor een regionale (subjectieve) standaard. Fuchs belandt<br />

via een omweg -die Gachnang en Rosenblum heet- vanaf eind jaren zeventig<br />

eveneens op een subjectieve route, die over <strong>de</strong> landwegen van <strong>de</strong> kunst voert.<br />

Jan Hoet tenslotte, <strong>de</strong> samensteller van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> Documenta in 1992,<br />

sprak in 1984 al over het typische karakter van <strong>de</strong> Belgische kunst. Hij<br />

vergeleek België met Litouwen! Lan<strong>de</strong>n die "alleen maar leven van <strong>de</strong><br />

nostalgie en <strong>de</strong> vlucht uit <strong>de</strong> werkelijkheid."s "Ne<strong>de</strong>rland is bureaucratischer,<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r is analytischer van aard, functioneert niet zo gevoelsmatig",<br />

7 Johannes Gachnang, Reisebil<strong>de</strong>r (Wenen 1985) 64.<br />

B Jan Hoet, 'De Belg is een kunstenaar die steelt. Vier vragen aan Jan Hoet.' (vraaggesprek<br />

door Paul Groot), Museumjoumaal, 3 (1984) 15S.<br />

143


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

aldus Hoet in hetzelf<strong>de</strong> interview. Opmerkelijk is dat het <strong>de</strong>nken in nationale<br />

karakteristieken nooit boven het voor-<strong>de</strong>-vuist-weg-niveau uitstijgt.<br />

In zijn recente expositie Open Mind-gesloten circuits (Museum van<br />

He<strong>de</strong>ndaagse Kunst, Gent 1989) plaatst Hoet <strong>de</strong> kunst tussen twee uitersten:<br />

het irrationele van geesteszieken en <strong>de</strong> vormcultus van <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mies. De twee<br />

polen waartussen <strong>de</strong> kunst zich beweegt, omschrijft hij als volgt: "Deze<br />

tweespalt hangt samen met klassieke begripsparen als het Dionysische en het<br />

Apollinische of het emotionele en het rationele. In onze Westerse beschaving<br />

wordt daarbij telkens het twee<strong>de</strong> begrip (iconen, het Apollinische, het ratione­<br />

Ie) als <strong>de</strong> these aangevoeld en zijn complement als <strong>de</strong> antithese. In <strong>de</strong><br />

tentoonstelling Open Mind wordt als startpunt een tegengestel<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong><br />

genomen. Open Mind wil zich binnen <strong>de</strong> iconoclastische pool bevin<strong>de</strong>n, daar<br />

waar persoonlijke, intuïtieve bewegingen expliciet naar waar<strong>de</strong> geschat wor<strong>de</strong>n."9<br />

Ziehier, <strong>de</strong> overwinning van Dionysos. Het gewicht van <strong>de</strong> intuïtie<br />

weegt zwaar<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> formele analyse.<br />

Het populaire Noor<strong>de</strong>n<br />

Feit is dat Rosenblums herinvoering van kunsthistorische polariteiten navolging<br />

heeft gekregen. Ondanks zijn afkeer <strong>de</strong> Noord-Frans-polariteit aan een<br />

i<strong>de</strong>ologie te koppelen, is voorzichtigheid gebo<strong>de</strong>n. Een nationale volkerenkarakteristiek<br />

verleidt al gauw tot suprematiegedachten. Gelukkig is Fuchs' plan<br />

voor <strong>de</strong> uitverkoop van Monet en Picasso voorlopig van <strong>de</strong> baan.<br />

De kunsthistoricus E.H. Gombrich doorzag <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kunsthistorische<br />

polarisatie goed, toen hij in zijn essay 'Norm and Form' uit <strong>de</strong> gelijknamige<br />

bun<strong>de</strong>l (1966) tot <strong>de</strong> conclusie kwam dat het <strong>de</strong>nken in termen van<br />

polariteiten een norm veron<strong>de</strong>rstelt, met name <strong>de</strong> tegenstelling klassiek versus<br />

niet-klassiek, een metho<strong>de</strong> die in zwang raakte ten tij<strong>de</strong> van Johann Joachim<br />

Winckelmann. Deze veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> Rococo ten<br />

gunste van het Neoclassicisme. Dat resulteer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> uitspraak Edle Einfalt<br />

und stille Gröf3e. De Ier Edmund Burke kwam in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> eeuw al tot<br />

Sub/ime versus Beautiful.<br />

In zijn overzicht van polariteiten legt Gombrich <strong>de</strong> ware aard ervan bloot:<br />

<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> komt neer op een opblazen van verschillen. Oppositiekampen als<br />

<strong>de</strong> late zeventien<strong>de</strong> eeuwse 'Rubénistes' en 'Poussinistes', staan<strong>de</strong> voor het<br />

primaat van kleur of ontwerp, hebben vaak opvallend veel gemeen. Be<strong>de</strong>nkers<br />

en aanhangers van polariteiten noemt Gombrich dan ook "terribles simplificateurs".10<br />

De cultuur- en kunsthistorische polariteiten zijn dus allen op <strong>de</strong> tegenstelling<br />

klassiek versus niet-klassiek en <strong>de</strong> daarvan afgelei<strong>de</strong> Sub/ime versus<br />

Beautiful terug te voeren. Noord-Frans, Germaans-Romaans, Noord-Zuid en<br />

Dionysisch.Apollinisch zijn <strong>de</strong>rhalve slechts <strong>de</strong>rivaten van <strong>de</strong>ze tegenstelling.<br />

9 Jan Hoet, Brochure bij <strong>de</strong> tentoonstelling Open Mind-Closed Circuits, Museum voor<br />

He<strong>de</strong>ndaagse Kunst, Gent 1989, zon<strong>de</strong>r pagina.<br />

10 E.H. Gombrich, 'Norm and Form: The Stylistic Catagories of Art History and their<br />

Origins in Renaissance i<strong>de</strong>als', Norm and Form. Studies in the art of the Renaissance<br />

(Lon<strong>de</strong>n/New York 1966) 97. Dit essay is gebaseerd op een lezing in het Italiaans,<br />

gehou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Bibliotheca Filosofica van <strong>de</strong> Turijnse Universiteit in april 1963.<br />

144


Wereldbeel<strong>de</strong>n<br />

Siert Dallinga, Tegenspoed (1991) 130 x 19Ocm. (Foto A.M. Norman, courtesy Galerie<br />

d'Eendt, Amsterdam.)<br />

In plaats van internationale Franse kunst te verkopen, om zodoen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

mystieke noor<strong>de</strong>lijke kunst op een voetstuk te kunnen plaatsen, zijn <strong>de</strong> musea<br />

en hun publiek er meer bij gebaat alle kunstuitingen van niveau te behou<strong>de</strong>n,<br />

en zo mogelijk aan te vullen. Nu zijn het landwegen van <strong>de</strong> kunst die <strong>de</strong> toon<br />

aangeven, morgen weer <strong>de</strong> internationale highways.<br />

Voorlopig zal <strong>de</strong> door Rosenblum geïnitieer<strong>de</strong> kunstbena<strong>de</strong>ring en <strong>de</strong><br />

daarmee samenhangen<strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> regio nog wel even aanhou<strong>de</strong>n.<br />

Opnieuw blijkt <strong>de</strong> kunst het voortouw te hebben genomen. Rosenblum brak<br />

in 1975 <strong>de</strong> drang van <strong>de</strong> Greenberg-discipelen naar internationale normen; <strong>de</strong><br />

Europese volkeren bevechten vijftien jaar later het recht op hun eigen cultuur.<br />

De vraag wordt actueel in hoeverre op het eerste oog onschuldige verlangens<br />

kunnen omslaan in suprematie-gedachten. Rosenblums discipel Varnedoe<br />

sprak in 1982 al van 'bloed en bo<strong>de</strong>m'. Fuchs poog<strong>de</strong> in 1989 exponenten van<br />

<strong>de</strong> ('Franse') internationale school weg te gooien ten faveure van <strong>de</strong> duistere<br />

uitingen uit <strong>de</strong> regio. En Friesland bracht in <strong>de</strong> zomer van 1990 een kunstmanifestatie<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel 11 ste<strong>de</strong>n-11 lan<strong>de</strong>n, waarmee <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>ntiteit<br />

van he<strong>de</strong>ndaagse beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst en architectuur boven <strong>de</strong> drieënvijftigste<br />

breedtegraad werd gevierd. Het völkische Noor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Duitsers bestaat<br />

niet meer, het populaire Noor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s te meer. Wat volgt?<br />

145


Emu-dans: weergave van <strong>de</strong> reis die <strong>de</strong> mythologische Emu door het clangebied maakte.<br />

(Foto: dr. A Borsboom.)<br />

146

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!