Onderhoud - Schorch Elektrische Maschinen und Antriebe GmbH
Onderhoud - Schorch Elektrische Maschinen und Antriebe GmbH Onderhoud - Schorch Elektrische Maschinen und Antriebe GmbH
4.3.4 Plaatsing aansluitkast aan zijkant Montage en inbedrijfneming Verplaatsing van de aan de zijkant aangebrachte aansluitkast van RECHTS naar LINKS of omgekeerd is niet mogelijk (met uitzondering van uitvoering 315X en ashoogte 355+400). 4.3.5 Draairichting De elektrische machines zijn normaal voor beide draairichtingen geschikt. Uitzonderingen worden op de vermogensplaat met de betreffende pijl ter aanduiding van de draairichting aangegeven. Voor de betreffende draairichting geldt de volgende aansluiting van de stator: Aansluiting van L1, L2, L3 Draairichting gezien aan aandrijfzijde U1 - V1 - W1 rechts W1 - V1 - U1 links Draairichting controleren. Hiertoe de volgens de voorschriften aangesloten motor in ongekoppelde toestand kort in- en uitschakelen. Bij de draaiveldcontrole mag alleen de controleur zich in de gevarenzone van de machine/werktuigmachine ophouden. De machine inschakelen en de draairichting controleren. Omkering van de draairichting: Soort inschakeling en wikkeling Maatregel Directe inschakeling en motoren met mogelijkheid van ove rschakeling van de pole n met a parte wikke ling Sterdrie hoekschakelin g en motoren met mogelijkhe id van overscha keling van de p olen met Dahlande r-wikkeling Twee aders van de netvoedin g o p het klemmenbord va n de motor verwisselen Twee aders van de netvoedin g b ij de invoer van de schakelco mb inatie verwisselen 21
Montage en inbedrijfneming 4.3.6 Y/Δ -aanloop 22 Ter voorkoming van ontoelaatbare overschakelstroom- en momentenstoten mag de overschakeling van Y op Δ pas plaatsvinden wanneer de aanloopstroom van de Y-trap is afgenomen of de acceleratie is beëindigd. De machines tijdens de acceleratie alleen in noodgevallen uitschakelen ter bescherming van de schakelinrichtingen en van de machine. 4.3.7 Motorbeveiliging Ingebouwde halfgeleider-temperatuursensors overeenkomstig het schakelschema met uitschakelmechanisme verbinden. Eventueel noodzakelijke doorgangsmeting van de temperatuursensors alleen met meetbrug (max. 5 V) uitvoeren. M + Afb.10: Schakelaar met overstroomrelais thermistorbeveiliging en zekering Ter verkrijging van een volledige beveiliging van de elektrische machine moet bovendien een thermisch vertraagde overbelastingsbeveiliging worden toegepast (→ afb. 10). Smeltveiligheden beveiligen meestal alleen het net en niet de elektrische machine.
- Page 1: ELEKTRISCHE MASCHINES, AANDRIJFSYST
- Page 4 and 5: Inhoudsopgave Hoofdstuk Bladzijde 5
- Page 6 and 7: 1 Aanwijzingen voor de veiligheid 1
- Page 8 and 9: 1.6 Opschriften en waarschuwingsbor
- Page 10 and 11: De elektrische machines zijn geschi
- Page 12 and 13: 3.1 Aanwijzingen voor de veiligheid
- Page 14 and 15: 4.1 Aanwijzingen voor de veiligheid
- Page 16 and 17: Afb. 4: Montage zonder centergat Af
- Page 18 and 19: Afb 7: Axiale meting (hoekverdraaii
- Page 20 and 21: 4.3 Elektrisch Alle werkzaamheden b
- Page 24 and 25: 5 Onderhoud 5.1 Aanwijzingen voor d
- Page 26 and 27: 5.3.1 Smeernippel Het gebruik van s
- Page 28 and 29: 5.5 Lagervervanging - ashoogte (AH)
- Page 30 and 31: 5.5.2 Montage bij diepgroefkogellag
- Page 32 and 33: 5.5.3 Demontage bij cilinderlager a
- Page 34 and 35: 5.6 Lagervervanging - ashoogte (AH)
- Page 36 and 37: 5.6.2 Montage bij diepgroefkogellag
- Page 38 and 39: 5.6.3 Demontage bij cilinderlager a
- Page 40 and 41: Onderhoud 5.6.4 Montage bij cilinde
- Page 42 and 43: 5.7 Onderhoudsschema uitvoering met
- Page 44 and 45: 6.2 Storing, elektrisch Kenmerken v
- Page 46 and 47: 7 Aanwijzingen voor reparaties Repa
- Page 48 and 49: Reserveonderdelen 25 Bevestigingsri
- Page 50: Gegevens met betrekking tot hoeveel
Montage en inbedrijfneming<br />
4.3.6 Y/Δ -aanloop<br />
22<br />
Ter voorkoming van ontoelaatbare overschakelstroom- en momentenstoten<br />
mag de overschakeling van Y op Δ pas plaatsvinden wanneer de<br />
aanloopstroom van de Y-trap is afgenomen of de acceleratie is beëindigd.<br />
De machines tijdens de acceleratie alleen in noodgevallen uitschakelen ter<br />
bescherming van de schakelinrichtingen en van de machine.<br />
4.3.7 Motorbeveiliging<br />
Ingebouwde halfgeleider-temperatuursensors overeenkomstig het<br />
schakelschema met uitschakelmechanisme verbinden.<br />
Eventueel noodzakelijke doorgangsmeting van de temperatuursensors alleen<br />
met meetbrug (max. 5 V)<br />
uitvoeren.<br />
M<br />
+<br />
Afb.10: Schakelaar met overstroomrelais<br />
thermistorbeveiliging en zekering<br />
Ter verkrijging van een volledige<br />
beveiliging van de elektrische<br />
machine moet bovendien een<br />
thermisch vertraagde<br />
overbelastingsbeveiliging worden<br />
toegepast (→ afb. 10).<br />
Smeltveiligheden beveiligen<br />
meestal alleen het net en niet de<br />
elektrische machine.