Trappenhuisautomaten en aangekondigde uitschakeling - Hager

technische 

gids 

Elektrische karakteristieken EM001N EM003 EM002 

Voedingsspanning 230 V~ +10/-15% 

50/60 Hz 

Verbruik 

Onderbrekingsvermogen : 

1 VA 1 VA 0,5 W permanent 

max. 8 W gedurende 

tijdsinstelling 

• AC1 16 A 230 V~ 4 A 230 V~ 

• gloeilamp 2300 W 1000 W 

• halogeenlamp 230 V~ 2300 W 1000 W 

• ferromagnetische transformator 1600 W - 

• parallel-gecompenseerde fluo.lamp cap 112 µF*, 1000 W - 

• serie-gecompenseerde fluo.lamp 3600 W - 

• elektronische transformator 2300 W - 

• compacte fluorescentielamp 

Werkingskarakteristieken : 

460 W - 

tijdinstelling (druk < 3 sec.) 30 sec. tot 10 min. 30 s. tot 10 min. 24 sec. 

(druk > 3 sec.) 30 sec. tot 10 min. 1 uur - 

ruststroom (maxi) 100 mA 100 mA - 

ongevoelig voor blokkeren vd drukknop 

Omgeving : 

ja ja nee 

werkingstemperatuur -10 tot +55 °C 

opslagtemperatuur 

Aansluiting : 

-20 tot +70 °C 

soepele draad 1 tot 6 mm 2 

stijve draad 1,5 tot 10 mm 2 

aangekondigde uitschakeling 2 draden van 1,5 mm 2 

8.22 

Trappenhuisautomaten en aangekondigde uitschakeling 

* De som van de condensatoren met gemeenschappelijke inschakeling van de fluorescentielampen : 

C max = C lamp 1 + C lamp 2 + … ≤ 112 µF 

Elektrische aansluitingen 

EM001N/EM003 

F 

N 

Werkingsschema’s 

EM002 + EM001N/EM003 

F 

N 

Nota : bij grote vermogens dient een dissipatietussenstuk ( LZ 060) 

te worden geplaatst tussen de inrichting voor aangekondigde 

uitschakeling en de trappenhuisautomaat. 

Schema - 3 draden 

trappenhuis 

trappenhuisautomaat 


I rusttijd 

heropstarten 

van korte 

cyclus 

Schema - 4 draden 


cyclus van 1 uur 

wordt gestart 

tijdens korte 

cyclus 

Voorstelling 

van de producten 

Trappenhuisautomaten 

EM001N / EM003 

Aangekondigde 

uitschakeling 

EM 002 

De producten EM 001 en EM 003 herkennen en interpreteren 

automatisch de aansluitingstypes (3- of 4-draads). 

trappenhuis gang 


1 schakelknop 

geforceerde 

bediening ON of 

met tijdinstelling 

2 potentiometer 

voor instelling 

van duur 

I rusttijd 

cyclus van 1 uur 

wordt gestart en 

bewust onderbroken 

vóór het einde van 

de cyclus

Keuze van de teledimmers 

0 W 

Keuze van de teledimmers voor werking in een systeem 

Teledimmers en piloot teledimmers : keuzegids 

Verlichtingsbron individuele werking werking in een systeem 

(verbinding van teledimmers) 

gloeilampen en 

halogeenlampen 230 V 

ZLS halogeenlampen gevoed 

door ferromagnetische 

transformator 

ZLS halogeenlampen 

gevoed door elektronische 

variabele transformator 

in 230 V (cos 0,95) 

230 V 12 V 

ZLS halogeenlampen 

gevoed door variabele 

transformator in 1/10 V 

230 V 12 V 

fluorescentiebuizen of 

compacte fluolampen met 

variabele elektronische 

ballast in 1/10 V 

EVG 

voor bediening van grote 

vermogens 

20 W 300 W 600 W 1000 W 30 x 1 kW 

EV011, EV012 

EV002, EV004 

EV100, EV102 EV102 + x EV100, EV102 

EV011 

EV002, EV004 

EV100, EV102 

EV012 

EV002, EV004 

EV100, EV102 

EV106 (0 - 30 kW) 

EV108 (0 - 30 kW) 

EV102 + x EV100, EV102 

EV102 + x EV100, EV102 

Keuze van de piloot teledimmer voor de directe bediening in 1/10 V van transformatoren of elektronische ballasten 

Verlichtingsbron Aantal te bedienen elektronische ballasten 

Het aantal transformatoren en voorschakelaars die moeten worden aangesloten op de teledimmers hangt af van de 

toegelaten uitgangsstroom en van het onderbrekingsvermogen van het uitgangscontact van de stuurteledimmers. 

voorbeeld : installatie van fluorescentiebuizen 2 x 36 W : systeemvermogen : 71 W 

netstroom : 0,31 A 

stuuringang 1..10V: 1 mA 

berekening : “piloot teledimmers” EV106 of EV108 : stuuringang : 50 mA max. 

onderbrekingsvermogen : 2.300 W / 

aantal voorschakelaars : 

16 A AC1 

stuuringang piloot teledimmer = 50 mA = 50 

stuuringang voorschakelaar 1 mA 

De piloot teledimmer kan bijgevolg tot 50 voorschakelaars van dit type aansturen. Als de voorschakelaars 

buiten spanning moeten worden gezet om volledig te worden uitgeschakeld (de aanbevelingen van de 

fabrikant opvolgen) moet u eveneens rekening houden met de netstroom: 

aantal voorschakelaars : onderbrekingsvermogen 

of onderbrekingsvermogen = 2300 W netstroom 

= 32 

netvermogen 71 W 

Het aantal van dit type voorschakelaars dat de EV106 of EV108 werkelijk kan aansturen bedraagt dus 32. 

piloot teledimmers EV106 / EV108 + teledimmers EV100 / EV102 

voorbeeld : totaal vermogen dat moet worden gedimd : 8,6 kW 

vereiste producten : 

1 x EV106 et 9 x EV100 = 9 kW of 9 x EV102 = 9 kW of 1 x EV102 en 8 x EV100 

Onder voorbehoud van technische wijzigingen 8.23 

technische 

gids

technische 

gids 

Dimprincipe 

8.24 

Teledimmers : karakteristieken 

On / off Door kort in te drukken, bedient men het in- en uitschakelen ; het laatste niveau wordt daarbij in het 

geheugen opgeslagen. 

Dimmen Door ingedrukt te houden, activeert men de dimfunctie. De dimrichting wisselt telkens als men opnieuw 

indrukt. 

Functies 

spanningsverklikker Rode led gaat branden als het toestel onder spanning (230V~) 

staat 

geruisniveau • • • • • • • • Toestel geruisloos tijdens de werking 

oververhittingsbeveiliging • • • • • • • • Elektronische overhittingsbeveiliging. Het beschikbare vermogen 

is dan beperkt. Om het probleem op te lossen : een tussenstuk 

(LZ060) tussen de dimmers plaatsen en/of de aangesloten belasting 

verminderen. 

overbelastings- en oververhittingsverklikker 

• • • • • • • • Lampje brandt als de oververhittingsbeveiliging actief is. 

Lampje knippert bij overbelasting of kortsluiting. 

overbelastings- en kortsluitbeveiliging 

geheugenopslag van verlichtingsniveau 

• • • • • • • • De dimmer is beveiligd tegen overbelasting en kortsluitingen. In dit 

geval wordt het vermogen automatisch verminderd en zo nodig 

uitgeschakeld. Om dit probleem op te lossen, moet u nagaan of de 

dimmeruitgang niet kortgesloten is, of moet u het belastingsvermogen 

verminderen. 

Beveiliging van de EV011 door zekering (niet vervangbaar). 

De andere dimmers zijn voorzien van een elektronische beveiliging. 

softstart-functie Geleidelijk starten, verhoogt de levensduur van de lampen. 

ingang 1/10 V Stuuringang voor systeemwerking. 

uitgang 1/10 V Stuuruitgang voor systeemwerking. 

Werkingstypes 

teledimmer alleen (lokale modus) Dimmen via externe drukknoppen. 

systeemwerking - Slaaf (slave) Sturing van teledimmers via de verbinding van 1/10V of via een 

meester (master)-toestel : EV102 of EV106-108 

systeemwerking - Meester (master) Dimmen via externe drukknoppen. De lokale belasting wordt gestuurd 

via de verbinding 1/10V. 

Instellingen 

EV 011 

EV 012 

EV 002 

drukknop op toestel Extra sturing op voorzijde (dimmer) 

moduskeuzeschakelaar EV100 : 2-standenkeuzeschakelaar : lokale of slaafmodus 

EV102 : 3-standenkeuzeschakelaar : lokale, slaaf- of meestermodus 

dimsnelheid • • • • • • • • Instelling van de dimsnelheid van het verlichtingsniveau 

4…99 sec. (0 tot 100%) 

instellingen minimum- en maximumniveau’s 

via potentiometer 

• • • • • • • • Min: 01 tot 49% - max: 51 tot 99% 

instellingen mini.- en maxi.niveau’s via display Min: 01 tot 49% - max: 51 tot 99% 

EV 004 

EV 100 

EV 102 

EV 106 

inschakel- / uitschakelsnelheid Parameter die dient om de tijd te bepalen die nodig is om de dimmer 

in en uit te schakelen : 

- parameters niet instelbaar voor de EV011, EV012, EV002, EV004, EV100 

- parameters instelbaar voor de EV102, EV106, EV108 : 0…99 sec. 

(0 tot 100%) 

dimscenario’s 

• • • • • • • • Niveau’s instelbaar van 0% tot 99% 

scenario’s : snelheid en modus 

• • Tijd nodig om het niveau te bereiken : 0 sec tot 99 min. 59 sec. 

Modus “oproep” en “geforceerde bediening” 

EV 108 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

uitgangscontact Gebruikt om aangesloten voorschakelaars spanningsloos te maken 

dimscenario-ingangen Worden gebruikt om de dimscenario’s te activeren : 

- modus “oproep” : DK om vooraf ingesteld verlichtingsniveau op 

te roepen. 

- modus “geforceerde bediening” : schakelaar om vooraf ingesteld 

verlichtingsniveau op te roepen. 

Andere dimbediening is niet mogelijk zolang de schakelaar gesloten is. 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • • 

• • • • • • • •

Teledimmer 300W - EV011 / EV012 

1 

1 3 5 

N L 

EV002 

2 

EV 100 

242103 9 

L 

N 

local 

slave 

EV 011 

Teledimmer 600W - EV002 EV004 

1 3 5 

N L 

IN 1/10V 

2 4 6 

min. max. 

RLC 

2 

3 

230 V~ 

1 3 5 

N L 

EV004 

Teledimmer 1000W - EV100 EV102 

1 

3 

5 

Piloot teledimmers EV106 EV108 

1 

2 

3 

4 

EV 106 

242106 9 

1 3 7 

N L 

1/10 V 50mA 

01...99 

OUT 

1/10V 

8 10 

14 

16 

Teledimmers - voorstelling van de producten 

1 Foutverklikkerlampje : 

- brandt = oververhitting 

- knippert = overbelasting of kortsluiting 

2 Verklikkerlampje 230V : 

- brandt = ok 230V 

- knippert = geen belasting aangesloten 

3 DK dimmen - on/off 

DEVG 

2 

4 

ok 







3 Potentiometers voor instelling van het 

dimbereik 


5 Modusomschakelaar (lokaal of slaaf) 

1 Weergave van het dimniveau 

2 Drukknoppen voor : 

- dimsturing 

- instelling van min.- en max.waarden 

- instelling van verlichtingsniveau 


4 Contact om voeding van voor- 

schakelaar uit te schakelen 


1 

4 

1 

3 

5 

3 

1 

2 

3 

4 

2 

7 

1 3 5 

N L 

EV 102 

master 

242102 9 local 

slave 

100 W 15°C 

01...99 

EV 108 

242108 9 

1 3 7 

N L 

1/10 V 50mA 

IN/OUT 1/110V µ5AACT250V~ 

2 4 6 

01...99 

OUT 

1/10V 

8 10 

7 

RLC 

8 

9 

E1 E2 

10 

2 

14 

230 V~ 

ok 

11 15 

E1 E2 








- dimsturing 



4 Weergave van het dimniveau in % 

16 

DEVG 

2 

4 

ok 



- knippert = overbelasting of 

kortsluiting 



- knippert = geen belasting 

aangesloten 

3 - Drukknoppen voor parameterinstelling 

- Weergave van het dimniveau in % 


5 Modusomschakelaar 

(lokaal, meester of slaaf) 

1 Weergave van het dimniveau 


- dimsturing 




4 Contact om voeding van voorschakelaar 

uit te schakelen 

technische 

gids

technische 

gids 

Teledimmers 300W - EV011 - EV012 

L1 

N 

L1 

N 

L2 

L1 

N 

8.26 

EV011 

242011 7 

230 V~ 

300 W 35°C 

L 3 

N 4 

Teledimmers 600W - EV002 - EV004 

1 3 5 

EV 002 

242002 9 230 V~ 

EV 100 

242103 9 

local 

slave 

01...99 

N L 

2 

1 3 5 

N L 

IN 1/10V 

2 4 6 

min. max. 

RLC 

7 9 

E1 E2 

Teledimmers 1000W - EV100 Teledimmers 1000W - EV102 

Piloot teledimmers - EV106 - EV108 

L3 

L2 

L1 

N 

EV 108 

242108 9 

1 3 7 

N L 

1/10 V 50mA 

01...99 

OUT 1/10V 

8 10 

230 V~ 

11 15 

E1 E2 

14 

16 

ok 

DEVG 

Teledimmers - aansluitingen 

N 

EVG 

L 

+ 

ETR 

L3 

L2 

L1 

N 

1 3 5 

N L 

EV 102 

master 

242102 9 local 

slave 

100 W 15°C 

01...99 

2 4 6 

7 

RLC 

8 

9 

E1 E2 

IN/ 

OUT 1/110V µ5AACT 

250V~ 

10 

230 V~ 

ok

L3 

L2 

L1 

N 

L3 

L2 

L1 

N 

N 

EVG 

L 

1 3 5 

N L 

EV 102 

master 

242102 9 local 

slave 

100 W 15°C 

01...99 

EV 108 

242108 9 

1 3 7 

N L 

1/10 V 50mA 


2 4 6 

01...99 

7 

RLC 

8 

9 

E1 E2 

10 

+ 1-10V 

OUT 1/10V 

8 10 

230 V~ 

ok 

Teledimmers - aansluitingen 

Koppeling van de teledimmer EV102 aan teledimmers EV100 / EV102 

11 15 

E1 E2 

14 

16 

DEVG 

ok 

1 3 5 

N L 

EV 102 

master 

242102 9 local 

slave 

100 W 15°C 

01...99 


2 4 6 

Koppeling van de piloot teledimmers EV106 / EV108 aan teledimmers EV100 / EV102 

RLC 

1 3 5 

N L 

EV 102 

master 

242102 9 local 

slave 

100 W 15°C 

01...99 

7 

8 


2 4 6 

+ 1-10V 

ETR 

9 

E1 E2 

10 

7 

RLC 

8 

230 V~ 

ok 

9 

E1 E2 

10 

230 V~ 

ok 

1 3 5 

N L 

EV 102 

master 

242102 9 local 

slave 

100 W 15°C 

01...99 



EV 100 

242103 9 

local 

slave 

1 3 5 

N L 

IN 1/10V 

2 4 6 

min. max. 

RLC 

2 4 6 

7 

RLC 

8 

9 

E1 E2 

230 V~ 

10 

230 V~ 

ok 

technische 

gids

technische 

gids 

afmetingen 

voedingsspanning 

opgenomen vermogen 

dimprincipe 

belastingstype 

dimbereik 

belastingstype 

- gloeilampen 

- halogeenlampen 230V 

- ZLS-halog.lampen - ferrromagn. (inductief) 

- ZLS-halog.lampen - elektron. (capacitief) 

- fluo.lamp met voorschakelaars 1-10V 

opvoeren van vermogen 

systeemwerking : 

- slaaf (in 1-10V) 

- meester (out 1-10V) 

sturing via potentiometer 

functies : 

- display voor visuele weergave 

- sturing via verlichte drukknop 

- sturing via drukknop op voorzijde 

- sturing via lokale drukknop 

- beperking van het dimbereik 

- instelling van de dimparameters 

- dimscenario(’s) 

- oververhittingsbeveiliging 

- overbelastings- en kortsluitbeveiliging 

- “softstart”-functie 

- geheugenopslag van het laatste niveau 

maximum afstand voor de drukknoppen 

aansluiting : soepele / stijve draad 

werkingstemperatuur 

Aanbevelingen : 

- Rekening houden met het verlies van de ferromagnetische transformatoren (ongeveer 20%) bij het berekenen van het aantal lampen. 

De transformator mag niet worden gebruikt op minder dan 50% van zijn nominale belasting. 

- Elektronische transformatoren : rekening houden met ongeveer 5% verlies. 

- De aanbevelingen van de lampenfabrikant opvolgen. 

- Compacte fluorescentielampen met ingebouwde voorschakelaar mogen niet worden gedimd. 

- Een tussenstuk (LZ060) voorzien om tussen de teledimmers te plaatsen. 

Nota : fabrikanten van lampen of van (elektronische of ferromagnetische) ZLS-transformatoren vermelden in hun technische documentatie de 

toe te passen fasesnijding. Voor de deductieve belasting is het absoluut noodzakelijk gebruik te maken van de faseaansnijding. 

De elektronische transformatoren daarentegen worden meestal gestuurd in faseafsnijding. 

8.28 

Teledimmers - karakteristieken 

EV011 

1M. 

6W 

fasefaseaansnijdingafsnijding inductief capacitief 

20 tot 300W bij 35° C 

ja 

ja 

ja 

nee 

nee 

nee 

nee 

nee 

nee 

nee 

ja (max. 5 mA) 

nee 

ja 

ja 

nee 

nee 

nee 

ja 

ja (zekering) ja (elektronisch) 

ja 

ja 

50m max. 

EV012 

1M. 

nee 

ja 

EV002 

4M. 

230V~ (+10%-15%) 50 Hz 

ja 

ja 

ja 

ja 

nee 

1 tot 6 mm 2 

/ 1,5 tot 10 mm 2 

EV004 

4M. 

ja 

ja 

ja 

ja 

-10° C tot +35° C -10° C tot +35° C 

EV100 

5M. 

15W 

ja 

ja 

ja 

ja 

nee 

ja 

ja 

nee 

nee 

nee 

EV102 

5M. 

ja 

nee 

ja 

ja 

ja 

EV106 

4M. 

nee 

ja 

ja 

nee 

EV108 

4M. 

automatische herkenning v/h belastingstype piloot teledimmer 1-10V 

capacitief / inductief - 

20 tot 600W bij 45°C 20 tot 1000W bij 45° C 30 EV 100-2/50mA 1-10V 

ja via EV100 - 102 

ja via EV100 - 102 

ja via EV100 - 102 

ja via EV100 - 102 

ja 

ja (max 30 EV100 - 102) 

ja

Technische specificaties 

Elektrische karakteristieken : 

- voedingspanning : 230 V +10 -15% 50 Hz 

- verbruik : 2,5 VA 

- potentiaalvrije uitgangen : 

uitgang ➀, 1 wisselcontact : 

contact NG : 10 A/250 V AC 1 voor ED 192 - ED 193 en ED 194 

15 A/250 V AC 1 voor ED 391 

contact NO : 0,1 A/250 V 

uitgangen ➁ en ➂,1 contact NO : 0,1 A 250 V 

Functionele karakteristieken : 

- kalibers : 15 - 20 - 25 - 30 - 40 - 45 - 50 - 60 - 75 - 90 A 

- voorrangcyclus : 5 mn 

- tijderegeling-uitschakeling : 0,5 tot 2 seconden 

Werkingsprincipe : 

De voorrangschakelaar vergelijkt de gemeten 

stroomsterkte met de afleesbare waarde op 

de behuizing. Wanneer de bepaalde drempel 

wordt overschreden, zullen de niet-prioritaire 

kringen na 5 minuten worden uitgeschakeld. 

Wanneer de voorrangschakelaar 2 of 3 kringen 

heeft, zal hij een andere kring uitschakelen 

wanneer de overschrijding aanhoudt. 

De voorrangschakelaar zal de toestand na 5 

min. proberen te herstellen door het opheffen 

van de uitschakeling. 

Wanneer de overbelasting verdwenen is, 

wordt de uitschakeling opgeheven ; wanneer 

de overbelasting voortduurt, zal de voorrangschakelaar 

opnieuw een hiërarchische of 

beurtelingse cyclus doorlopen op 1, 2 of 3 

niveaus, naargelang van het type voorrangschakelaar 

(zie het schema op pagina 8.30) 

Monofasige voorrangschakeling 

• het gebruik van gescheiden torussen 

vermijdt de plaatsing van de voorrangschakelaar 

tussen de hoofdautomaat en de 

smalautomaat 

- verdwijning van de aansluiting van grote 

secties op de voorrangschakelaar 

- opheffing van de te warme punten 

- overbruggingsmogelijkheid van de 

verdeelde beschermingséénheden 

Driefasige voorrangschakeling 

vb. : 

• monofasige voorrangschakelaar op 2 fasen 

- voor te schakelen kringen verdeeld op 

fase 1 en 2 

- fase 3 is voorbehouden aan de prioritaire 

kringen 

Afzonderlijke torus 

• de afzonderlijke torus laat de detectie toe 

van stromen < 15 A door het aantal windingen 

aan te passen aan de primaire kant van de torus 

2 windingen ➞ 7,5 A, 5 windingen ➞ 3 A, enz ... 

• wanneer de torus aangesloten is op de uitgang 

van een stroomtransformator (secundair 5 A) laat 

hij het toe stromen van meer dan 90 A te detecteren. 

Voorrangschakelaars 

1 

- bedieningsingang : compatibel met alle reeds gebruikte contacten 

(relais, uurschakelaars, programmatoren ...) 

Omgeving : 

- werkingstemperatuur : -5 tot +40 °C 

- stockagetemperatuur : -40 tot +80 °C 

Aansluiting : 

- ontvanger-torus : 

kabeldoorgang : 10 mm (35 mm2 ) 

draadlengte voor aansluiting van de torus 10 m en 2 x 1,5 

- modulair omhulsel : 

aansluiting door beschermde kooiklemmen 

aansluitingscapaciteit : - soepele : 1 tot 6 

- stijve : 1,5 tot 10 


2 

3 

3 

2 

1 

1 de torus meet voortdurend 

de door de installatie totale 

opgeslorpte stroomsterkte 

2 de voorrangschakelaar 

vergelijkt de gemeten 

stroomst. met het afleesbaar 

bevel (15 tot 90 A) en 

bedient de voorrangcyclus 

3 1, 2 of 3 contacten 

sturen de bevelen van voorrang 

naar de elektische installatie 

de voorgeschakelde uitgangen 

zijn gevisualiseerd op de 

voorkant van het apparaat 

4 voorgeschakelde kringen 

(belangrijke inertiekringen : 

verwarming, boiler, enz ...) 

5 niet voorgeschakelde 

kringen (prioriteiten) 

15 A 7,5 A 5 A 3 A 

4 

5 

technische 

gids

technische 

gids 

Elektrische aansluitingen en functiediagramma’s 

voorrangschakelaar 1 kring 

F 

N 

8.30 

230V 

230V 

F 

1 3 5 7 9 

1 

2 4 6 8 10 

voorrangschakelaar 2 kringen 

F 

N 

1 3 5 7 9 

2 1 

2 4 6 8 10 

voorrangschakelaar 3 kringen 

F 

N 

230V 

afstandsbediening 

EDF of 

uurwerk 


EDF of 

uurwerk 

vermogen te 

verzekeren 

door contactor 

met NG-contact 


EDF of 

uurwerk 

detectietorus 

relais 

schakeling 

detectietorus 

detectietorus 

F 

vermogen te 

verzekeren 

door contactor 

met NG-contact 

1 3 5 7 9 

3 2 

1 

2 4 6 8 10 

Voorrangschakelaars 

3 kW maxi 

directe voorrangschakeling 

directe 

voorrangschakeling 

directe 


geen 

voorrang 

voorrangs- geen 

kring voorrang 

voorrangs- geen 

kring voorrang 

ED 391 

kring 

zonder voorr. 0 

voorrangschak. 1 

gedwongen F 1 

➀ 

om vermogens > 3 kW te controleren, 

moet men NG contactoren gebruiken, 

de contacten in parallel schakelen 

(deklasseringscoëfficient : 0,8) 

vb : voor 2 contacten van 20 A in II : 

scheidingsvermogen = 32 A 

ED 192 - ED 392 

kringen 

zonder voorr. 

1ste cyclus 

2de cyclus 

3de cyclus 

4de cyclus 

gedwongen F 

➁ 

➀ 0 0 

1 0 

1 1 

1 1 

1 1 

1 1 

onderbrekingsvermogen 

uitgang ➀ 2 kW / 230 V voor 

ED 192 - ED 193 

en ED 194 

3 kW / 230 V voor 

ED 391 

kaliber calibre 

I Opnemend I absorbé 

calibre 

I absorbé 

ED 193 - ED 393 ED 194 - ED 394 

kringen ➀ ➁ ➂ 

zonder voorr. 0 0 0 

1ste cyclus 0 0 

2de cyclus 0 0 


4de cyclus 0 

5de cyclus 0 

6de cyclus 0 


8ste cyclus 

9de 1 

1 

1 

1 1 

1 1 

1 1 

1 

1 1 

cyclus 1 0 0 

gedwongen F 1 1 1 

➀ ➁ 

0 0 0 

➂ 

1 0 0 

0 1 0 

0 0 1 

1 1 0 

1 0 1 

0 1 1 

1 0 0 

1 1 1 

0 0 1 

1 1 1 

nota : bij een installatie van ”elektrische verwarming” 

zal de ED 194 een optimale functie van elke niet 

prioritaire kring verzekeren. 

legende van de 

diagramma’s 

toestand van de niet-prioritaire 

voorgeschakelde uitgangen 

1 


1 ste niveau 

voorrangschak. 

2 de niveau blijvende 

vermogen 

overschrijding 

voorrangschak. 

3 de niveau blijvende 

vermogen 

overschrijding 

gedwongen F 

uitgangen ➁,➂ verzekeren door contactor 

(voor ED 192, ED 193 en 

ED 194) ; 

enkelpolige contactoren 

zijn geleverd met voorrangschakelaars 

/ 

contactoren (ED 392, 

ED 393 en ED 394) 

1 

1 

1 

kaliber calibre 

I I Opnemend absorbé



Metingskring : 

- wisselstroom : 50 Hz 

- vermogengamma : 0 tot 32 A 

- max. vermogen : 38 A 

Bedieningskring : 

- het contact met statische uitgang is aangesloten 

in serie van de voedingskring met de spoel van de contactor : 

230 V +10 -15% 50 Hz 

- max. scheidingsvermogen : 150 mA 

- min. scheidingsvermogen : 10 mA 

- lekstroom bij rust : 2 mA 

- levensduur > 10 6 bedieningen 


Metingskring : 

- 2 omschakelbare drempels : 3 A en 7 A 

- betrouwbaarheid : 6% tussen 0 °C en +40 °C 

3% bij constante temperatuur 

Omgeving : 



Aansluiting : 

- metingskring : soepele 1 tot 6 

stijve 1,5 tot 10 

- bedieningskring : soepele 0,75 tot 4 

stijve 1,5 tot 6 

Elektrische aansluiting 

F 

N 

ontvanger 

met voorrang 

I max. 32 A 

Vermogenrelais ED 180 - ED 190 

vermogenrelais ED 180 vermogenrelais ED 190 

Vermogenkring moet verzekerd worden door een contactor 

de statische uitgangen mogen niet aangesloten worden aan 

andere uitgangen van hetzelfde type 

Het in werking stellen van de prioritaire ontvanger veroorzaakt de 

uitschakeling van een niet prioritaire ontvanger. 

Deze laatste is in werking zonder dat de spoel van de contactor 

onder spanning staat. 

Bij het inschakelen van de prioritaire kring, zal een lichte tijdregeling 

(< 1”) vermijden dat de niet prioritaire kring onmiddellijk uitschakelt, 

zodat er geen ”klopeffect” ontstaat. 

1 ED 180 5 

A1 

1 ED 190 5 

A1 

contactor 2 NG contactor 2 NO 

3 A 

I > 

7 A 

A2 

3 A 

I > 

7 A 

A2 

2 6 

ontvanger 

zonder 

voorrang 

de relais ED 180 

schakelt een 

contactor NG in 

1 5 

voor contactor NG voor contactor NO 

ontvanger 

met voorrang 

I max. 32 A 

2 6 

ontvanger 

zonder 

voorrang 

de relais ED 190 

schakelt een 

contactor NO in 


2 

F N 

3 A 

7 A 

I > 

6 

1 5 

2 

3 A 

7 A 

I > 

6 

technische 

gids

technische 

gids 

Bimetale thermostaten EK 051, EK 053 

Technische karakteristieken : 

- temperatuurbereik : +5°C tot +35°C 

- statische differentieel : 0,5 K 

- onderbrekingsvermogen : 

NG contact : 10 A 250 V AC 

resistieve belasting 

- voeding : 230 V + 10%/-15% 50/60 Hz 

- beschermingsgraad : IP 30 

- isolatieklasse : II 

- afmetingen : 80 x 80 x 30 mm 

- werkingstemperatuur : 0°C tot +50°C 

- opslagtemperatuur : -10°C tot +65°C 

Elektronische thermostaten 

Gemeenschappelijke karakteristieken EK 003, EK 004 

- voeding : 230 V ± 15% 

- frequentie : 50/60 Hz. 

- beschermingsgraad : IP30 

- isolatieklasse : II 

- werkingstemperatuur : 0°C tot +50°C 

- opslagtemperatuur : -10°C tot +65°C 

- afmetingen : 80 x 80 x 31mm 

Technische karakteristieken EK 003 

- hoofdschakelaar aan/uit 

- werkingsverklikker verwarming 

- programmeerbare verlaging van de temperatuur 

door aparte klok (-3K) 

- werking in chronoproportionele 

modus met tijdbasis 8 min., selectie via interne verbinding 

- temperatuurbereik : +5°C tot +30°C 

- statische differentieel : < 0.5 K 


wisselcontact 

resistieve belasting 8 A 250 V AC 

inductieve belasting (cos ϕ = 0.6) 3 A 250 V AC 

Technische karakteristieken EK 004 

- instelmodus NO/NG 

- instelbereik : +5°C tot +30°C 

- statische differentieel : ≤ 1 K 


verbreekcontact 

resistieve belasting 8 A 250 V AC 

inductieve belasting (cos ϕ = 0.6) 3 A 250 V AC 

8.32 

Analoge kamerthermostaten 

EK 051, EK 053, EK 003 en EK 004 

Instellen van het bevel 

Regelbaar temperatuurbereik waardoor men de insteltemperatuur kan 

doen samenvallen met de reële temperatuur aangegeven door een 

thermometer. 

Afmetingsschema 

F 

N 

Toepassingsschema 

F 

N 

Beperking van de temperatuurregeling 

Mogelijkheid om het temperatuurbereik te beperken bijvoorbeeld 

tussen 15 en 20°C of om de regeling op een vaste temperatuur te 

blokkeren (bijvoorbeeld 18°C) dankzij bereikbegrenzingspennen die 

van de sokkel van de thermostaat moeten worden verwijderd 

(behalve ref. EK 053). 

I 

0 

20 

15 

10 

25 

5 

30 

°C 

mechanische aanslag 

verwarmingsketel 

230 V 

verwarmingsketel 

230 V



- voeding : 230 V +10 -15% 50/60 Hz 


- uitgang : 1 wisselcontact 

2 A 250 V AC1 


- 4 gamma’s van temperaturen : 

-30 tot 0 °C 

0 tot +30 °C 

+30 tot +60 °C 

+60 tot +90 °C 

- regelbare statische differentieel 

Omgeving : 



Aansluiting : 

- soepele : 1 tot 6 

stijve : 1,5 tot 10 

- voeler : maxi afstand 50 m 

Voorstelling van het product 

2 

3 

1 

2 

3 

4 

1 

2 

3 

4 

stand van de 

omschakelaar 

5 

10 

0 

15 

20 

25 

30 

Multigamma thermostaat EK 186 

gamma van de temperaturen 

-30 tot 0 0 tot 30 30 tot 60 60 tot 90 

1 2,15 2,54 2,98 3,43 

2 0,15 0,18 0,21 0,24 

3 0,38 0,45 0,53 0,61 

4 1,23 1,45 1,70 1,96 

verkozen waarde voor elk gamma van de temperatuur 

-30 

90 

0 

30 

60 

EK 186 

selectie van het gamma 

regeling van de temperatuursinstelling 

selectie van de differentieel 

visualisering van de toestand van de uitgang 

Functieprincipe 

De EK 186 regelt de temperatuur in alles of niets : hij kan 

gekoppeld worden aan verscheidene voelers, naargelang de 

toepassing dient de differentieel als functie van een 

temperatuurgamma en is geselecteerd door een omschakelaar. 

Keuzevoorbeeld van de differentieel 

- regeling van de kamertemperatuur 

gamma : 0 tot +30 °C 

differentieel : 0,18 °C = 2 

- controle van een warmwater vertrek 

gamma : +30 tot +60 °C 

différentieel : 0,53 °C = 3 

4 

1 

Voornaamste karakteristieken 

● Veelzijdige toepassingen : 

één enkel product voor al uw problemen op te lossen wat de 

regeling of de controle aangaat van de temperatuur vanaf de koele 

berging tot de sauna. 

● Regelbare differentieel : 

om de differentieel in functie van zijn toepassing aan te passen 

vb : fijn voor de regeling van de kamertemperatuur, grof voor de 

regeling van de sauna. 

● Veiligheid ’’scheiding voeler’’ : 

om de installaties te beschermen indien de voeler ontkoppeld is 

door toeval of bij vergissing ; 

de gebruiker kiest door zijn kablering het gedrag van de thermostat : 

- permanent stop 

- permanent onder spanning 

- inwerkingstelling cyclus 1 min. alle 4 min. 

● Visualisering : 

van de toestand van een uitgang. 


permanent onder 

spanning staan 

vb : koele berging 

om de lage 

temperatuur te 

behouden 

1 3 5 7 9 

EK 186 

2 4 6 8 10 

keuze van de veiligheid ”scheiding voeler” 

EK 186 

2 4 6 8 10 

zonder brug 

vb : verwarming om 

installaties te 

beschermen bij 

vriesweer 

verbruiker 

EK 081 

EK 083 

permanente 

”stop” 

vb : sauna, opdat 

deze niet voortdurend 

zou blijven 

opwarmen 

Voorzorgsmaatregelen : 

Het gebruik van de EK 186 in de bereiken 30-60 °C en 60-90 °C. 

indien de waargenomen temperatuur < 30 °C moet de ”scheiding 

voeler” beveiliging van het type ”permanent onder spanning” zijn, 

tot de gemeten temperatuur de minimum ingestelde temperatuur 

bereikt die met het gamma overeenstemt 

(30 °C voor het gamma 30-60 °C en 60 °C voor het gamma 60-90 °C). 


F 

N 

technische 

gids

technische 

gids 



- voeding : 230 V +10 -15% 50/60 Hz 


- uitgang : 1 wisselcontact 

2 A 250 V AC1 


- 3 beveltemperaturen bedienbaar via buitenbevel 

● kamertemperatuur : regelbaar van +5 tot +30 °C 

● verminderde kamertemperatuur : vermindering van 2 tot 8 °C 

tegenover het kamertemperatuurorder 

● afwijking : regelbaar van +5 tot +30 °C 

- statische differentieel : 0,2 °C 

Omgeving : 



Aansluiting 

- soepele : 1 tot 6 


- voeler : maxi afstand 50 m 

Voorstelling van het product 

1 

4 

1 

2 

3 

4 

5 

6 

7 

8.34 

10 

15 20 

5 

30 

25 

-5 

10 

15 20 

-2 -8 

Auto EK 187 

5 

2 3 

Multi-bevelen thermostaat EK 187 

referentiebevel : kamertemperatuur 

vermindering t.o.v. het referentieorder : 

verminderde kamertemperatuur 

afwijkingsbevel : gebruikt bij vorstbeveiliging 

geforceerd afwijkingsorder 

visualisering van de stand van het bevel 

verklikkerlicht dat de regeling t.o.v. het afwijkingsbevel weergeeft 

verklikkerlicht dat de regeling t.o.v. het herleidingsbevel weergeeft 

30 

25 

5 

6 

7 

Voornaamste karakteristieken 

● Temperatuursbevelen bedienbaar door buitenbediening : 

door een programmator te koppelen kan men de verwarming 

regelen t.o.v. een programma opgesteld door de gebruiker 

● Verbinding met twee draden : 

tussen de voeler en het modulaire kastje : het biedt de mogelijkheid, 

op een eenvoudige manier, de kamerthermostaten te vervangen in 

een bestaande installatie 

● Veiligheid ”voeler onderbreking” : 

indien de voeler ontkoppeld wordt door toeval of door vergissing, 

zal de verwarming terug in dienst gesteld worden gedurende 

1 minuut en dit alle 4 minuten ; in geval van grote koude zal men 

de installatie beschermen tegen vorst 

● Visualisering : 

van de toestand van een uitgang en van het geselecteerd bevel, 

om te dialogeren met de verwarmingsinstallatie. 

Werkingsprincipe 

Elektrische aansluiting 1 

F 

N 

1 3 5 7 9 

EK 187 

2 4 6 8 10 

verbruiker 

EK 081 

EK 082 

EK 083 

De EK 187 regelt de temperatuur helemaal of niet, hij is gekoppeld 

aan een voeler voor kamertemperatuur en functioneert dus in een 

gesloten lus (zie voelers pagina’s 6.48 en 6.49) 

De temperatuursbevelen zijn geselecteerd door buitenbevelen 

(contacten vrij van potentieel). 

De EK 187 is dus over het algemeen gekoppeld aan schakelklep op 

programmator. 

Bij gebrek aan een buitenbevel zal de EK 187 de verwarming regelen 

t.o.v. het referentiebevel , een omschakelaar zal het forceren van 

het afwijkingsbevel toelaten. 

N F 

1 3 

2 4 6 8 10 

2 

3 

EK 187 

1 2 3 

5 

7 

9 

EK 081 

EK 082 

EK 083 

bevel voeler 

bevel 

contactor

Technische gegevens 

Voedingsspanning 

Frequentie 

Schakelvermogen : 

- AC 1 

- gloeilampen 

- halogeenverlichting 230 V 

- conventionele transformatoren 

- ongecompenseerde TL-verlichting 

Functies : 

instelbereik 

tijdbereik 

detectiehoek PIR 

detectieafstand PIR 

breedte detectieveld PIR 

positionering PIR 

Behuizing : 

beschermingsklasse 

afmeting (h. x b. x d.) 

bevestiging 

Omgevingstemperaturen : 

bedrijfstemperatuur 

opslagtemperatuur 

Bewegingsdetector 

EE 800 / EE 802 EE 801 / EE 803 

230 V~ - + 10 / - 15 % 

50 Hz 

8 A - 230 V~ 

1000 W 

1000 W 

500 VA 

1200 W 

5 - 2000 lux 

5 sec. - 5 min. 

140° 

12 m 

8 m 

0° - 60° verticaal / ± 80° horizontaal 

IP 55 

100 x 70 x 106 mm 

opbouw * 

- 20 °C à + 50 °C 

- 20 °C à + 60 °C 

* wordt standaard geleverd met hoekadapter en afdekschotten 

Aansluitschema’s 

Functie : automatisch/uit Functie : automatisch/aan 

N 

L 

groen/gele 

(optioneel) 

10 A 

N 

schakelaar 

blauw 

S1 

L 

bruin 

L1 

wit 

verbinding 

infrarood 

sensor 

verlichting 


(optioneel) 

Functie : parallelschakeling 2 bewegingsmelders (max. 6 stuks parallel schakelen) 

N 

L 


(optioneel) 

10 A 

N 

blauw 

S1 

L 

bruin 

L1 

wit 

verbinding 

infrarood 


5 - 2000 lux 

5 sec. - 5 min. 

200° 

12 m 

10 m 

0° - 60° verticaal / ± 80° horizontaal 

infrarood 



N 

L 

blauw 

schakelaar schakelaar 

bruin 


(optioneel) N L L1 

N 

wit 

blauw 

10 A 

verbinding 

L 

bruin 

schakelaar S1 

infrarood 


L1 

verlichting 

wit 

verbinding 

verlichting 

technische 

gids

technische 

gids 


voeding 

aantal kanalen 

verbruik 

montage 

uitgang 

contact 

max. onderbrekingsvermogen 

gloeilampen 

halogeenlampen 230 V 

ZLS-halogeenlampen ferromagn. 

ZLS-halogeenlampen elektronisch 

niet gecompenseerde fluo.lamp 

parallel gecompenseerde fluo.lamp 

in serie gecompenseerde fluo.lamp 

compacte fluo.lamp met elektr. ballast 

verlichtingsdrempel 

vertraging On/off 

celtype (*) 

programmering 

technologie 

cyclus 

werkingstemperatuur : 

cel 

toestel 

max. afstand cel / toestel 

Voorstelling en aansluiting 

8.36 

Programmeerbare schemerschakelaars 

EE 100 - EE 101 EE 171 EE 110 

1 

2 

3 

Potentiometer voor instelling van de lichtsterktedrempel 

Schakelaar voor keuze van het lichtsterktebereik 

Schakelaar voor keuze van de permanente manuele bedieningen 

WERKING of STOP, van de automatische modus of de testmodus 

EE 700 

1 

4 

5 

100 

Lux 

50 

2000 

auto 

test 

85 

2 

3 

5 

EE700 EE100 EE101 EE110 EE11 EE200 EE201 EE202 EE203 

1 NO 

10A 250V 

2000W 

10/40 sec. 

geïntegreerd 

nee 

-25 tot +45°C 

-25 tot +45°C 

* cellen EE002 en EE003 apart beschikbaar, zie pagina 8.08 

230V~ +10 / -15% - 50Hz 

1 

1 

1,5 VA max. 

buiten op DIN rail 

-- 

4 

P 

6 

+ 

1 

4 

geïntegreerde cel 

IP 54 

1 potentieel vrije omschakelaar 

16A 250V~ AC1 

2000W 

1000W 

1000W 

200W 

1000W 

5 tot 1000 lux 5 tot 100 lux en 50 tot 2000 lux 

15 sec. tot 60 sec. 

opbouw inbouw opbouw opbouw 

nee nee ja ja 

electrom. electrom. 

24u. 7 dagen 

-30°C tot +60°C 

-10°C tot +50°C 

50m 

5 

100 

Lux 

50 

2000 

auto 

test 

EE700 10 A-250 VAC1 

225700 1 

70 

1 

2 

3 

5 

4 

5 

6 

7 

10 

8 

12 

EE 100 - EE 101 - EE 171 EE 110 

9 

6 

14 

Visualisering van de uitgangstoestand 

Mogelijkheid tot verzegeling 

Elektronische programmator 

Elektromechanische programmator 

7 

4 

12 

6 

2 

1,5 VA max. 

op DIN rail 

2 NO 

16 A 250V~ AC1 

2300W 

2300W 

1500W 

2300W 

16 

1000W 

450W 

2 tot 200 lux en 200 tot 20 000 lux/kanaal 

30 sec. 

-- opbouw -- opbouw 

nee nee nee nee 

-30°C tot +60°C 

0°C tot +45°C 

50 m 

2 

18 

3 

24 

22 

20 

1 

4 

5 

100 

Lux 

50 

2000 

auto 

test 

2 

3 

5

Voorstelling 

Schemerschakelaars 

EE 200 - EE201 EE 202 - EE203 

1. Schakelaar voor de werkingsmodus auto / test 

2. 4-standenschakelaar voor keuze van het lichtsterktebereik en voor de geforceerde bediening 

3. Verklikkerlampje voor visualisering van de uitgangstoestand 

4. Potentiometer voor instelling van de lichtsterktedrempel 

5. Potentiometer voor selectie van de automatische / halfautomatische modus met tijdvertraging 

Opmerkingen : 

- EE200 en EE202 worden geleverd zonder cel 

- EE201 en EE203 worden geleverd met opbouwcel EE003 


EE 200 - EE201 EE 202 - EE203 

Functies van de EE 202 - EE 203 

Automatische modus 

Potentiometer (5) in de stand “modus 1” 

In deze modus stuurt de schemerschakelaar uitgangen als de lichtsterkte 

onvoldoende is, zodra de ingang E1 geactiveerd wordt (230 V 

voorhanden). 

Met een onderdrukkingsdrukknop die aangesloten is op de ingang E2 

kunt u de toestand van de verlichtingszones omkeren. 

De verlichting wordt automatisch uitgeschakeld zodra E1 

gedesactiveerd is (0 V). 

Halfautomatische modus (modus 2) 

In deze modus dient de ingang E1 voor het bepalen van de toegelaten 

perioden (230 V op ingang E1 voorhanden) vast te leggen. 

Met een drukknop die aangesloten is op de ingang E2 kunt u het licht 

in- en uitschakelen. 

Buiten de toegelaten periode wordt de inschakelduur vertraagd. 

De duur hiervan wordt geregeld via een potentiometer. 

Tijdens de toegelaten periode gebeurt het inschakelen met een druk 

op de drukknop. 


technische 

gids

technische 

gids 

Uitgangsmodules TU 302 en TU 304 

Techniques specificaties 

Elektrische karakteristieken 

- voeding : 230 V +10 % tot -15 % 

- verbruik : 5 VA 

- uitgangen : TU 302 : 2 potentiaalvrije NO contacten 

TU 304 : 4 potentiaalvrije NO contacten 

8.38 

Radioafstandsbediening 

- onderbrekingsvermogen : AC1 : 16 A 250 V 

gloeilamp 2000 W : 125 000 cyclussen 

- 2-draadsverbinding tussen ontvanger en uitgangsmodule : 

- max. lengte 50 m 

- voeding van de ontvanger : max. 20 V 

Omgeving 

werkingstemperatuur : 0 °C tot +50°C 

opslagtemperatuur : -20 °C tot +70°C 

Aansluiting 

- capaciteit : soepele : 1 tot 6 


Beschrijving van de uitgangsmodules TU302 en TU304 

De uitgangsmodules TU 302 en TU 304 zijn op de ontvanger aangesloten 

via een ZLS-verbinding. Ze zetten de acties van de 

afstandsbedieningen (max. 16 toetsen per uitgang) om in acties op 

verbreekcontacten waarop ontvangers (verlichtingsapparaten, 

stopcontacten) of geautomatiseerde toestellen (lichtdimmer, 

rolluikenbediening, garagepoort) zijn aangesloten. 

De bedieningen kunnen van het type ON, OFF, bistabiel (ON en OFF) 

of monostabiel zijn. De werkingsmodus van elke uitgang wordt 

rechtstreeks op de bedieningsmodules geconfigureerd. Er kunnen 

(onbeperkt) verschillende uitgangsmodules onderling worden 

verbonden om het aantal uitgangen te verhogen. 


De uitgangsmodules TU 302 et TU 304 werken volgens twee modi : 

auto en prog. 

• in de auto-modus (normaal gebruik) bieden ze de volgende mogelijkheden 

: 

- de bedieningen van elektrische ontvangers : 

- in- en uitschakelen van de verlichtingsapparaten 

- in werking en buiten werking stellen van de bediende stopcontacten 

- de bedieningen van de geautomatiseerde toestellen : 

- teledimmers 

- rolluikbedieningssystemen 

- thermostaten 

- uitvoeren van lokale bedieningen die afwijken van het verdeelbord 

• in de prog.-modus zorgen ze voor de configuratie, de visualisering 

en het wissen van de uitgangen van de module. 

Voorstelling van de producten 

TU 302 

schakelaar 

auto/prog.modus 

DK voor 

configuratie en 

forceren 

TU 304 

schakelaar 

auto/prog. 

modus 

DK voor 

configuratie en 

forceren 

TU 302 601302 5 

230 V 16A AC1 

TU 304 601304 9 

230 V 16A AC1 

Aansluitingsschema 

F 

N 

TU 350 

kabel ≥ 1mm 

auto 

prog 

auto 

prog 

1 2 

1 2 

3 4 

1 3 11 13 17 19 

TU 304 

2 4 6 8 12 14 18 20 

R 

ON OFF ON/OFF 

ON OFF ON/OFF 

R 

R 

visualisering 

van de 

uitgangen 

visualisering 

van de bedieningsmodi 

DK voor 

selectie van 

de bedieningsmodus 

visualisering 

van de 4 

uitgangen 

visualisering 

van de 

bedieningsmod 

DK voor 

selectie van 

de bedie 

ningsmodus 

R elektrische 

ontvanger 

bediende 

- lampen 

- stopcontacten 

naar andere uitgangsmodules 

TU 302 of 

TU 304 (stroomlusverbinding) 

- geautomatiseerd bedieningstoestel 

al dan niet modulair, bijv. : 

- teledimmers

Radioafstandsbediening 

Toepassingsvoorbeelden 

Afstandsbediening van twee verlichtingskringen waarvan één voor het dimmen 

F 

N 

TU 350 

1 3 11 13 17 19 

TU 302 

2 4 

Ontvanger met uitgangscontact TU 301 

Elektrische karakteristieken 

- voeding : 230V +10% tot -15% 


- uitgang: TU 301: 1 potentiaalvrij NO-contact 

- onderbrekingsvermogen : AC1 : 16 A 250 V 

- gloeilamp 1000 W : 50 000 cyclussen 

- radiofrequentie : 433MHz 

- beschermingsgraad : IP 55 

Aansluiting 

soepele draad : 0,5 tot 1,5 

stijve draad : 0,5 tot 2,5 

Afmetingen 

- 130 x 60 x 27 mm 

1 2 

1 3 5 7 

N L 

EV 010 

2 4 6 8 

ON 

uitgang 1 : geconfigureerd in ON en OFF met de 

toetsen 1 en 2 van de afstandsbediening 

uitgang 2 : geconfigureerd in monostabiel met 

toets 3 van de afstandsbediening voor het dimmen 


Met de waterdichte ontvanger TU 301 kan gebruik worden gemaakt 

van de radioafstandsbedieningen TU 202, TU 204, 

TU 209, TU 230 om de kringen aan te sturen. 

Voor het realiseren van een installatie kunnen verschillende ontvangers 

worden gebruikt. 

Met een drukknop die zich op de bovenkant van de ontvanger 

bevindt, kunt u de modi “auto” en “prog.” selecteren. De “auto”modus 

is de normale werkingsmodus van het toestel vanuit de 

radiozenders. In deze modus kan ook het bedieningstype 

worden gevisualiseerd en kan de uitgangstoestand in de geforceerde 

bediening worden geschakeld. De “prog”-modus biedt de 

mogelijkheid het toestel te configureren, de configuratie te wijzigen 

en te wissen. 


technische 

gids

Trappenhuisautomaten en aangekondigde uitschakeling - Hager

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?