Veiligheidsinformatieblad - The Dow Chemical Company

Productnaam: ZOLDINE(TM) GA 50 Synthetic Tanning Agent Herzien: 2011/08/23 

Print datum: 24 Aug 2011 

The Dow Chemical Company moedigt u aan het volledige Veiligheidsinformatieblad (VIB) te lezen, 

omdat het belangrijke informatie bevat. Wij verwachten dat u de voorzorgsmaatregelen vermeld in het 

VIB zal volgen, behalve wanneer de specifieke omstandigheden waarin u dit product gebruikt andere 

geschikte maatregelen vereisen. 

Sectie 1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE 

ONDERNEMING 

1.1 Productidentificaties 

Productnaam 

ZOLDINE(TM) GA 50 Synthetic Tanning Agent 

Chemische naam: Glutaaraldehyde 

CAS-Nr. 111-30-8 

EG-Nr. 203-856-5 

REACH registratienummer 

01-2119455549-26-0001 

1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik 

Geïdentificeerd gebruik 

Industrieel gebruik: Distributie van de stof, industrieel. Formulering en (her)verpakken van stoffen en 

mengsels. Chemisch product voor het looien van leder Crosslinker. Beroepsmatig gebruik: 

Corrosieinhibitor. Gebruik in reinigingsmiddelen, professioneel. Consumentengebruik: Cosmetica. 

Persoonlijke zorg. Voor meer informatie over het gebruik van descriptoren en 

blootstellingsscenario's, verwijzen wij u naar de uitgebreide deel van het veiligheidsinformatieblad. 

1.3 Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad 

IDENTIFICATIE VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING 

The Dow Chemical Company 

2030 Willard H. Dow Center 

48674 Midland, MI 

USA 

Klanten informatie nummer 800-258-2436 

SDSQuestion@dow.com 

1.4 TELEFOONNUMMER VOOR NOODGEVALLEN 

Veiligheidsinformatieblad 

The Dow Chemical Company 

Veiligheidsinformatieblad volgens Reg. (EG) Nr. 453/2010 

24-u. tel. nummer voor noodgevallen: 989-636-4400 

Lokaal contact voor noodgevallen: 00 32 3575 0330 

®(TM)*Handelsmerk 

Pagina 1 van 26


Sectie 2. IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN 

2.1 Indeling van de stof of het mengsel 

Classificatie - VERORDENING (EG) Nr. 1272/2008 

Acute toxiciteit (Oraal) Categorie 3 H301 Giftig bij inslikken. 

Acute toxiciteit 

(Inademing) 

Categorie 3 H331 Giftig bij inademing. 

Huidcorrosie/-irritatie Categorie 1 H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en 

oogletsel. 

Ademhalingssensibilisati Categorie 1 H334 Kan bij inademing allergie-of 

e 

astmasymptomen of 

ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. 

Huidsensibilisering Categorie 1 H317 Kan een allergische huidreactie 

veroorzaken. 

Specifieke 

Categorie 3 H335 Kan irritatie van de luchtwegen 

doelorgaantoxiciteit - 

eenmalige blootstelling 

(Inademing) (Irriterend 

voor de luchtwegen) 

veroorzaken. 

Acute aquatische Categorie 1 H400 Zeer giftig voor in het water levende 

toxiciteit 

organismen. 

Classificatie volgens EU-Richtlijnen 67/548/EEG of 1999/45/EG 

T R23/25 Vergiftig bij inademing en bij opname 

door de mond. 

C R34 Veroorzaakt brandwonden. 

R42/43 Kan overgevoeligheid veroorzaken bij 

inademing of contact met de huid. 

N R50 Zeer vergiftig voor in het water levende 

organismen. 

Aanvullende informatie. 

Enkel voor professioneel gebruik. 

Indeling volgens Richtlijn 67/548/EEG (Gevaarlijke Stoffen Richtlijn), Bijlage I. 

2.2 Etiketteringselementen 

Etikettering - VERORDENING (EG) Nr. 1272/2008 

Gevarenpictogrammen 

Trefwoord: Gevaar 

Gevarenaanduidingen: 

H301 Giftig bij inslikken. 

H331 Giftig bij inademing. 

H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel. 

H334 Kan bij inademing allergie-of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden 

veroorzaken. 

H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. 

H335 Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. 

H400 Zeer giftig voor in het water levende organismen. 

Pagina 2 van 26


Veiligheidsaanbevelingen: 

P260 Voorkom inademen van stof/ rook/ gas/ nevel/ dampen/ sproeinevel. 

P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ 

gelaatsbescherming dragen. 

P285 Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen. 

P273 Voorkom lozing in het milieu. 

P301 + P330 + P331 NA INSLIKKEN: de mond spoelen - GEEN braken opwekken. 

P304 + P340 NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in 

een houding die het ademen vergemakkelijkt. 

P303 + P361 + P353 BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding 

onmiddellijk uittrekken - huid met water afspoelen/ afdouchen. 

P305 + P351 + P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water 

gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. 

P403 + P233 Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking 

bewaren. 

2.3 Andere gevaren 

Geen gegevens beschikbaar. 

Sectie 3. SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN 

3.1 Stof 

Dit product is een stof. 

CAS-Nr. / EG-Nr. / 

Index 

CAS-Nr. 

111-30-8 

EG-Nr. 

203-856-5 

Index 

605-022-00-X 

CAS-Nr. 

67-56-1 

EG-Nr. 

200-659-6 

Index 

603-001-00-X 

CAS-Nr. / EG-Nr. / 

Index 

CAS-Nr. 

111-30-8 

EG-Nr. 

203-856-5 

Index 

605-022-00-X 

CAS-Nr. 

67-56-1 

EG-Nr. 

200-659-6 

Index 

REACH 

Nummer 

— 

— 

Hoeveelh 

eid 

Bestanddeel Classificatie 

VERORDENING (EG) 

Nr. 1272/2008 

50,0 % Glutaaraldehyde Acute Tox., 3, H301 

Acute Tox., 3, H331 

Skin Corr., 1B, H314 

Resp. Sens., 1, H334 

Skin Sens., 1, H317 

STOT SE, 3, H335 

Aquatic Acute, 1, H400 


603-001-00-X 

Voor de volledige tekst van H-zinnen zoals vermeld in deze paragraaf, zie paragraaf 16. 

Zie Sectie 16 voor de volledige tekst van R-zinnen. 

Sectie 4. EERSTEHULPMAATREGELEN 

4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen 

Algemeen advies: EHBO'ers zouden zorg moeten besteden aan zelfbescherming en de aanbevolen 

beschermkledij gebruiken (handschoenen bestand tegen chemicaliën, bescherming tegen spatten). 

Indien er een blootstellingsrisico is, raadpleeg dan sectie 8 voor specifieke persoonlijke 

beschermingsuitrusting. 

Inademen: Patiënt in de frisse lucht brengen. Indien de persoon niet ademt, een 

ziekenwagenoproepen en kunstmatige ademhaling, toepassen, bij mond-aan-mond ademhaling 

gebruik een bescherming (bvb. masker). Raadpleeg een antigifcentrum of een arts voor verder advies 

over de behandeling. Bij moeilijke ademhaling zuurstof zou door gekwalificeerd personeel moeten 

toegediend worden. 

Huidcontact: Verontreinigde kledij verwijderen. Huid met zeep en veel water wassen gedurende 15- 

20 minuten. Een antigifcentrum of een arts raadplegen om advies omtrent de behandeling te 

verkrijgen. Was de kleding voor hergebruik. Verwijder schoenen en andere leren voorwerpen die niet 

gedecontamineerd kunnen worden. Een veiligheidsdouche dient in de onmiddellijke omgeving van de 

werkplek aanwezig te zijn. 

Contact met de ogen: Direct gedurende minimum 30 minuten met stromend water spoelen. Verwijder 

contactlenzen na de eerste vijf minuten en blijf spoelen. Raadpleeg onmiddellijk een arts, bij voorkeur 

een oogarts. Een oogdouche dient aanwezig te zijn in de directe nabijheid van de plaats waar gewerkt 

wordt. 

Inslikken: Als de persoon volledig bij bewustzijn en meewerkend is, laat hem of haar dan de mond 

spoelen met veel water. Bij inslikken moet de persoon 120-300 ml water drinken. Geen braken 

opwekken. Probeer de mond van het slachtoffer niet te spoelen als hij/zij ademhalingsmoeilijkheden 

heeft, niet volledig bij bewustzijn is, of misselijk is en moet braken. Waarschuw een arts en/of vervoer 

onmiddellijk naar het ziekenhuis. Zie "Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging 

en speciale behandeling". Roep onmiddellijk medische hulp in. 

4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten 

Afgezien van de informatie, beschreven onder "Eerstehulpmaatregelen" (zie boven) en indicatie van 

onmiddellijke medische aandacht en speciale behandeling (zie onder), worden geen bijkomende 

symptomen en effecten verwacht. 

4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale 

behandeling 

Zorg voor goede ventilatie en zuurstoftoediening voor de patiënt. Kan overgevoeligheid van de 

ademhalingsorganen of astmatische symptomen veroorzaken. Bronchdilaterende, 

hoestprikkeldempende middelen en expectorantia kunnen helpen. Glutaaraldehyde kan tijdelijk een 

omkeerbare obstructie van de ademhalingswegen verslechteren, inclusief asthma en ziektes van 

reactieve ademhalingswegen. Behandel bronchospasme met in te ademen beta 2 agonist en orale 

danwel parentale cortocosteroiden. Overvloedig spoelen kan nodig zijn bij chemische brandwonden 

van de ogen. Raadpleeg snel een arts, bij voorkeur een oogarts. Als een brandwond is ontstaan, na 

decontaminatie behandelen als thermische brandwond. Wegens de irriterende eigenschappen kan 

het inslikken brandwonden/verzwering van mond, maag en lager maag-darmkanaal teweegbrengen, 

leidend tot vernauwing. Braaksel dat in de longen terechtkomt kan longschade veroorzaken. Indien 

maagspoeling is verricht, verdient het aanbeveling dit onder luchtpijp- en/of slokdarmcontrole uit te 

voeren. Mogelijke beschadiging van het slijmvlies kan een contra- indicatie zijn om maagspoeling uit 

te voeren. De inhalatie van dampen kan huidsensibilisatie tot gevolg hebben. Bij gesensibiliseerde 

personen kan een verdere blootstelling aan zeer kleine hoeveelheden damp, nevel of vloeistof een 

ernstige allergische huidreactie teweegbrengen. Geen specifiek antidotum. De behandeling van 

blootstelling zou rekening moeten houden met de symptomen en de klinische toestand van de patiënt. 

Veiligheidsinformatieblad en, indien beschikbaar, de verpakking van het product gereed houden 

wanneer een antigifcentrum of een arts worden geraadpleegd voor de behandeling. 

Pagina 4 van 26


Overmatige blootstelling kan een bestaande astma en andere aandoeningen van de luchtwegen 

verergeren (bvb. emfyseem, bronchitis, disfunctiesyndroom van reactieve luchtwegen). 

Sectie 5. BRANDBESTRIJDINGSMAATREGELEN 

5.1 Brandblusmiddelen 

Gebruik waternevel, CO2, droog poeder of schuim om de brandbare restanten van dit product te 

blussen. 

5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt 

Schadelijke verbrandingsproducten: Bij brand kunnen sommige bestanddelen van dit product 

ontleden. De rook kan niet-geidentificeerde toxische en/of irriterende verbindingen bevatten. Tot de 

gevaarlijke nevenproducten bij verbranding kunnen o.a. behoren: Koolmonoxide. Kooldioxide. 

Ongebruikelijke branden explosiegevaren: Dit product zal niet branden totdat het water is 

verdampt. Het residu kan branden. 

5.3 Advies voor brandweerlieden 

Brandbestrijdingsmaatregelen: Houd mensen weg. Isoleer de zone waar het brandt en sta geen 

onnodige entree toe. Gebruik waternevel, CO2, droog poeder of schuim om de brandbare restanten 

van dit product te blussen. Voorkom, indien mogelijk, het wegvloeien van bluswater. Bluswater, dat is 

weggevloeid, kan schade aan het milieu veroorzaken. Raadpleeg de secties "Maatregelen bij 

accidenteel vrijkomen" en "Ecologische informatie" van dit Veiligheidsinformatieblad. 

Speciale beschermende apparatuur voor brandweer: Draag adembescherming m.b.v. draagbare 

perslucht (type: overdruk) en beschermende brandweerkleding, inclusief helm, jas, broek, laarzen en 

handschoenen. Vermijd contact met het product gedurende de brandbestrijding. Draag, wanneer 

contact waarschijnlijk is, een chemicaliënpak voor brandbestrijding met een autonoom 

ademhalingstoestel. Indien niet beschikbaar, draag een chemicaliënpak met een autonoom 

ademhalingstoestel en bestrijd de brand vanop afstand. Voor beschermingsmiddelen tijdens 

opruimwerkzaamheden na een brand wordt verwezen naar de relevante rubrieken in dit 

veiligheidsinformatieblad. 

Sectie 6. MAATREGELEN BIJ ONOPZETTELIJK VRIJKOMEN VAN DE STOF OF 

HET PREPARAAT 

6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermende uitrusting en noodprocedures: Gebruik 

de juiste beschermingsmiddelen. Voor additionele informatie, zie sectie 8: Maatregelen ter beheersing 

van blootstelling / persoonlijke bescherming. Evacueer het gebied. Blijf bovenwinds van de morsing. 

Ventileer de ruimte waar gelekt of gemorst is. Alleen opgeleid en voldoende beschermd personeel 

dient betrokken te worden bij het schoonmaken. Zie Sectie 7, Hantering, voor bijkomende 

voorzorgsmaatregelen. 

6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen: Het is mogelijk dat het product gemorst of afgevoerd in naturlijken 

wateren de aquatische organismen zal doden. Vermijd dat het product in de grond, in sloten, riolen, 

waterwegen en/of grondwater terechtkomt. Zie Sectie 12, Ecologische Informatie. 

6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal: Vermijd contact met gemorst materiaal. 

Glutaraldehyde wordt door de meeste schoenen geabsorbeerd. Draag altijd de juiste 

beschermingsuitrusting, die moet bestaan uit een spatbril uit één stuk, of veiligheidsbril met 

zijschermen en een omsluitend gezichtsmasker, de juiste handschoenen en beschermende kleding. 

Het kan nodig zijn om gebruik te maken van een ademhalingsapparaat met of zonder perslucht, en 

absorberende middelen, afhankelijk van de omvang van de lekkage en de afdoende werking van de 

ventilatie. Kleine lozingen: Draag de beschermende uitrusting en bedek de vloeistof met absorberend 

materiaal. Verzamel het materiaal en sluit het, samen met het afval dat is gebruikt voor het absorberen 

van het gemorste materiaal, op in polyethyleen zakken. Plaats deze zakken in een vat voor vervoer 

Pagina 5 van 26


naar een geschikte afvallocatie. Spoel het resterende gemorste materiaal weg met water, om zo de 

geur te verminderen. Het spoelwater moet in een gemeente- of industrieel riool worden gespoeld. 

Grote lozingen: In geval van irritatie aan neus en luchtwegen moet de ruimte onmiddellijk worden 

ontruimd. Medewerkers die het gemorste product opruimen, moeten zijn getraind en uitgerust met 

ademhalingsapparatuur met perslucht of een officieel goedgekeurd of gecertificeerd 

gezichtsademingsmasker met een organische dampcartridge, handschoenen en kleding die bestand is 

tegen glutaraldehyde, inclusief rubberlaarzen of schoenbeschermers. Deactiveren met natriumbisulfiet 

(2-3 delen (per gewicht) per deel actieve substantie glutaraldehyde), de geneutraliseerde vloeistof 

opvangen en in een vat plaatsen voor transport naar een goedgekeurde afvallocatie. 

Sectie 7. HANTERING EN OPSLAG 

7.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel 

Hantering 

Algemeen handelen: Buiten bereik van kinderen bewaren. Vermijd contact met ogen, huid en kledij. 

Vermijd inademing van de dampen. Niet inslikken. Houd de opslagvaten goed gesloten. Zorg voor 

voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Draag een veiligheidsbril, beschermende kledij en butyl- of 

nitrielhandschoenen. Na hantering van het product, zich zorgvuldig wassen met water en zeep. 

Verontreinigde kleding verwijderen en wassen voor hergebruik. Zie sectie 8: Maatregelen ter 

beheersing van blootstelling / Persoonlijke bescherming. 

Andere maatregelen: Onverdund product niet verstuiven of als aërosol gebruiken. Een volledige 

persoonlijke beschermuitrusting (waarbij de huid bedekt wordt en met een autonoom 

ademhalingstoestel met volgelaatsmasker) is noodzakelijk wanneer oplossingen of mengsels van dit 

product in toepassingen gebruikt worden waarbij nevels of aërosols gevormd worden. 

7.2 Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten 

Opslag 

Niet opslaan in: Aluminium. Koolstofstaal. Koper. Zacht staal. IJzer. Gelieve de volgende Dow 

publikatie te raadplegen: GLUTARALDEHYDE. Safe Handling and Storage Guide; Form No. 253- 

01338. 

Houdbaarheid: gebruik binnen 12 Mnd. 

7.3 Specifiek eindgebruik 

Raadpleeg het technische gegevensblad van dit product voor meer informatie. 

Sectie 8. MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN 

BLOOTSTELLING/PERSOONLIJKE BESCHERMING 

8.1 Controleparameters 

Blootstellingslimieten 

Bestanddeel Lijst Type Waarde 

| 

Glutaaraldehyde ACGIH 

België 

Ceiling 0,05 ppm SEN 

Kortetijds 0,21 mg/m3 0,05 ppm 

waarde 

| 

Methanol België TWA 266 mg/m3 200 ppm HUID 

België Kortetijds 333 mg/m3 250 ppm HUID 

waarde 

ACGIH MAC 8u. 200 ppm Huid, BEI 

ACGIH Kortetijds 250 ppm Huid, BEI 

waarde 

Pagina 6 van 26


EU - IOELV MAC 8u. 260 mg/m3 200 ppm HUID 

De notatie "BEI" na een blootstellingslimiet verwijst naar een indicatieve waarde om de resultaten van 

biologische monitoring te evalueren, als een indicatie van de opname van een stof door alle 

blootstellingsroutes. 

Een 'HUID'-aantekening, in navolging van de richtlijn voor inhalatieblootstelling, verwijst naar de 

mogelijkheid tot dermale absorptie van het materiaal, inclusief opname in slijmvliezen en ogen, door 

contact met dampen of via rechtstreeks contact met de huid. 

Het is de bedoeling om de lezer te waarschuwen dat inademen niet de enige blootstellingsroute is en 

dat maatregelen overwogen moeten worden om de blootstelling van de huid zo klein mogelijk te 

houden. 

Een "sensibiliserend" (SEN) notitie bij de blootstellingswaarde geeft aan dat er een vermogen bestaat 

om sensibilisatie te veroorzaken, zoals bevestigd door gegevens op mensen of dieren. 

Derived No Effect Level (DNEL) 

Werknemers 

Potentiële effecten op de Mogelijke route (s) van de Waarde 

gezondheid 

blootstelling: 

Acute - systemische effecten Huidcontact Geen gegevens beschikbaar 

Acute - systemische effecten Inademen Geen gegevens beschikbaar 

Acute - lokale effecten Huidcontact Geen gegevens beschikbaar 

Acute - lokale effecten Inademen 0,5 mg/m3 

Lange termijn - systemische 

effecten 

Huidcontact Geen gegevens beschikbaar 

Lange termijn - systemische Inademen Geen gegevens beschikbaar 

effecten 

Lange termijn - lokale effecten Huidcontact Geen gegevens beschikbaar 

Lange termijn - lokale effecten Inademen 0,25 mg/m3 

Predicted No Effect Concentration (PNEC) (voorspelde geen effect concentratie) 

Compartiment Waarde Opmerkingen 

Vers water 0,0025 mg/l 

Zeewater 0,00025 mg/l 

Emissies met tussenpozen 0,006 mg/l 

STP 0,8 mg/l 

Sediment 5,27 mg/kg 

Bodem 0,03 mg/kg 

8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling 

Persoonlijke bescherming 

Bescherming van de ogen/van het gezicht: Draag een zuurbril. Veiligheidsbrillen zouden 

overeenkomend moeten zijn met EN 166 of gelijkwaardig. Draag een volgelaatsmasker voorzien van 

filterbussen als blootstelling aan de dampen ongemak aan de ogen veroorzaakt. Gebruik een 

volgelaatsmasker wanneer het product verhit wordt of wanneer aerosols/nevels gevormd worden. Een 

oogdouche dient in de onmiddellijke omgeving van de werkplek aanwezig te zijn. 

Huidbescherming: Gebruik niet doorlaatbare beschermende kleding die bestand is tegen dit product. 

De keuze van specifieke onderdelen zoals gelaatsmasker, handschoenen, laarzen, schort of volledig 

pak hangt af van de werkzaamheden. Een veiligheidsdouche dient in de onmiddellijke omgeving van 

de werkplek aanwezig te zijn. Gebruik beschermingskledij voor chemische producten, 

ondoordringbaar voor dit materiaal, indien er enige mogelijkheid tot huidcontact bestaat. Verwijder 

verontreinigde kleding onmiddellijk, was de huid rondom met water en zeep. Was de kleding alvorens 

deze opnieuw te gebruiken, of vernietig ze. Zaken die niet ontsmet kunnen worden, zoals schoenen, 

riemen en horlogebanden, dienen te worden verwijderd en vernietigd. 

Handbescherming: Gebruik altijd voor deze stof niet doordringbare handschoenen. Gebruik 

chemicaliënbestendige handschoenen, geclassificeerd onder EN374: handschoenen voor 

bescherming tegen chemicaliën en micro-organismen. Voorbeelden van te verkiezen 

Pagina 7 van 26


handschoenmaterialen die een barrière vormen: Butylrubber Voorbeelden van aanvaardbare 

handschoenmaterialen die een barrière vormen omvatten: Nitril/butadieen rubber ("nitril" of 

"NBR"). Wanneer langdurig of vaak herhaald contact kan voorkomen, worden handschoenen 

met een beschermingsklasse 6 (doorbraaktijd groter dan 480 minuten volgens EN 374) 

aanbevolen. Wanneer enkel een kortstondig contact verwacht wordt, worden handschoenen 

met een beschermingsklasse 3 of hoger (doorbraaktijd groter dan 60 minuten volgens EN 374) 

aanbevolen. AANDACHT: De selectie van specifieke handschoenen voor een bepaalde 

toepassing en gebruikstijd in een arbeidsplaats zou ook rekening moeten houden met alle 

andere relevante factoren op de arbeidsplaats, zoals (maar niet beperkt tot): andere 

chemicaliën die mogelijk gehanteerd worden, fysieke vereisten (bescherming tegen 

snijden/doorboren, handigheid, thermische bescherming), mogelijke lichamelijke reacties op 

de handschoenmateriaal, en de instructies/specificaties van de handschoenenleverancier. 

Adembescherming: Luchtconcentraties dienen beneden de grenswaarde te worden gehouden. Als 

adembescherming vereist is voor bepaalde werkzaamheden, gebruik dan goedgekeurde 

adembescherming voorzien van filterbussen Dit product is irriterend voor de ademhalingswegen. 

Indien men onbehagen ervaart is de ventilatie niet voldoende en een goedgekeurd lucht zuiverend 

volgelaatmasker wordt aanbevolen. Indien de dampen zo sterk zijn dat ze de neus of de ogen kunnen 

irriteren, is de blootstellingslimiet waarschijnlijk overschreden. Een speciale ventilatie, of een 

adembescherming kunnen nodig zijn. Bij het verstuiven en in andere omstandigheden, zoals bij een 

noodgeval, wanneer de blootstellingslimiet sterk overschreden kan worden, gebruik een goedgekeurd 

persluchtademhalingstoestel (type: overdruk). In noodgevallen of in omstandigheden waarin de 

concentratie in de lucht niet gekend is, een goedgekeurd persluchtademhalingstoestel (type: 

overdruk) of een luchtslanggevoede adembescherming (type: overdruk) gebruiken. Volgend EG 

goedgekeurd ademhalingstoestel gebruiken: Volgelaatsmasker. Patroon voor organische dampen 

met een pre-filter voor deeltjes, type AP2. 

Inslikken: Vermijd het inslikken van het product, zelfs in kleine hoeveelheden; geen etenswaren of 

tabak gebruiken of opslaan op het werkplek; was uw handen en gezicht vóór te roken of te eten. 

Technische maatregelen 

Ventilatie: Technische maatregelen toepassen om de concentraties in de lucht beneden de 

blootstellinsglimieten/-richtlijnen te houden. Indien er geen blootstellingslimieten/-richtlijnen bestaan, 

gebruik enkel met voldoende ventilatie. Plaatselijke afzuiging kan nodig zijn voor sommige 

werkzaamheden. 

Sectie 9. FYSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN 

9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen 

Voorkomen 

Aggregatietoestand Vloeibaar 

Kleur Helder 

Geur Fruitig 

Geurdrempel < 1 ppb Literatuur 

pH: 3,1 - 4,5 ASTM E70 

Smeltpunt Niet van toepassing op vloeistoffen 

Vriespunt -18 °C OECD 102 

Kookpunt (760 mmHg) 100,7 °C OCDE 103 . 

Vlampunt (gesloten vat) ASTM D56 Geen 

Verdampingssnelheid 

(Butylacetaat = 1) 

1,0 Literatuur 

Brandbaarheid (vaste stof, Niet van toepassing op vloeistoffen 

gas) 

Brandbaarheidsgrenzen in Onderste: Geen testgegevens beschikbaar 

de lucht 

Bovenste: Geen testgegevens beschikbaar 

Dampdruk: 0,027 kPa @ 20 °C OECD 104 Actief bestanddeel. 

Dampdichtheid (lucht = 1): 1,1 Literatuur 

Specifieke dichtheid (H2O = 1,129 OECD test 109 

1) 

Pagina 8 van 26


Oplosbaarheid in water 100 % @ 20 °C berekend 

(gewichtsbasis) 

Verdelingscöefficient, n- -0,333 Gemeten 

octanol/water (log Pow) 

Zelfontbrandingstemp.: 1.004 hPa 385 °C 92/69/EEC A15 

Ontledingstemp Geen testgegevens beschikbaar 

Dynamische viscositeit 15,4 mPa.s Literatuur (Brookfield Viscositeit - @ 100 rpm, #0 spindel) 

Kinematische viscositeit 20,2 mm2/s @ 20 °C Literatuur 

Ontploffingseigenschappen Neen EEC A14 

Oxiderende eigenschappen Neen 

9.2 Overige informatie 

Oplosbaarheid in 

oplosmiddelen 

Geen testgegevens beschikbaar 

Moleculair gewicht Geen testgegevens beschikbaar 

Sectie 10. STABILITEIT EN REACTIVITEIT 

10.1 Reactiviteit 

Onder normale gebruiksomstandigheden zijn geen gevaarlijke reacties waargenomen. 

10.2 Chemische stabiliteit 

Thermisch stabiel bij normale gebruikstemperatuur 

10.3 Mogelijke gevaarlijke reacties 

Polymerisatie zal niet optreden. 

10.4 Te vermijden condities: De actieve stof ontleedt bij verhoogde temperaturen. 

10.5 Niet compatibele materialen: Vermijd contact met: Aminen. Ammoniak. Sterke zuren. 

Sterke basen. Sterke oxidatiemiddelen. Vermijd contact met metalen zoals: Aluminium. 

Koolstofstaal. Koper. IJzer. Zacht staal. 

10.6 Gevaarlijke ontledingsproducten 

De ontledingsproducten hangen af van de temperatuur, luchttoevoer en de aanwezigheid van andere 

stoffen. 

Sectie 11. TOXICOLOGISCHE INFORMATIE 

11.1 Informatie over toxicologische effecten 

Acute toxiciteit. 

Inslikken 

Kan dodelijk zijn door orale opname. Inslikken kan irritatie of verbranding veroorzaken van de mond, 

de keel en het maag-darmkanaal. Inslikken kan irritatie of ontsteking van het maag-darmkanaal 

veroorzaken. Overmatige blootstelling kan leiden tot Hoofdpijn. Duizeligheid. Verdovende effecten. 

Slaperigheid. bewusteloosheid. Andere effecten aan het centraal zenuwstelsel. 

Als product. LD50, Rat, mannetjes en wijfjes 200 mg/kg 

Inademingsgevaar 

Bij het inslikken of braken kan het product in de longen terechtkomen en weefsel- of longschade 

veroorzaken. 

Dermaal 

Kan dodelijk zijn indien geabsorbeerd door de huid. 

Als product. LD50, Konijn, mannetje 1.749 mg/kg 

Inademen 

Pagina 9 van 26


Dampen kunnen ernstige irritatie van de bovenste ademhalingsorganen (neus en keel) veroorzaken. 

Dampen van het verwarmde product kunnen ernstige schadelijke effecten veroorzaken, zelfs de dood. 

Medische studies en rapporten hebben asthma en irritatie van de ademhalingswegen in verband 

gebracht met blootstelling aan glutaaraldehyde, vooral bij medisch personeel. Symptomen zoals die 

van asthma kunnen voorkomen bij personen vatbaar voor ademhalingsziektes en andere allergiën. 

De astmatische symptomen kunnen hoest, moeilijkheden bij de ademhaling en een gevoel van 

benauwdheid omvatten. De effecten kunnen vertraagd opkomen. In sommige gevallen kunnen de 

ademhalingsmoeilijkheden levensgevaarlijk zijn. 

Als product. De LC50 werd niet bepaald. 

Oogbeschadiging/oogirritatie 

Kan ernstige irritatie met hoornvliesbeschadiging veroorzaken, wat kan resulteren in blijvende 

verstoring van het gezichtsvermogen, zelfs blindheid. Chemische brandwonden mogelijk. Dampen 

kunnen oogirritatie veroorzaken, met een licht onbehagen en roodheid. 

Corrosie/irritatie van de huid 

Een kortstondig contact kan een huidirritatie met plaatselijke roodheid veroorzaken. Langdurig contact 

met de huid kan ernstige branswondendwonden veroorzaken. De symptomen kunnen pijn, ernstige 

lokale roodheid, zwelling en schade aan het weefsel bevatten. Kan huidverkleuring veroorzaken. Kan 

jeuk veroorzaken. 

Sensibilisatie 

Huid 

Huidcontact kan bij een klein aantal mensen een allergische huidreactie veroorzaken. Heeft 

allergische huidreacties veroorzaakt bij proeven met cavia's. Heeft aangetoond mogelijke 

contactallergie te veroorzaken bij muizen. 

Inademing 

Kan bij een kleine aantal personen een allergische reactie van de ademhalingsorganen veroorzaken. 

Toxiciteit van herhaalde dosis 

Herhaaldelijke huidblootstelling kan resulteren in opname van hoeveelheden die de dood tot gevolg 

kan hebben. Kan misselijkheid of braken veroorzaken. 

Chronische toxiciteit en carcinogeniteit 

In een NTP (National Toxicology Program, USA) chronische inhalatiestudie over 2 jaar met 

glutaraaldehyde werd geen kankerverwekkende werking bij ratten of muizen waargenomen. Die 

toename van de grote granulaire lymfocytes bij Fischer ratten die gedurende 2 jaar glutaaraldehyde 

toegediend kregen was toevallig, of was een secundair kankerverwekkend effect veroorzaakt door een 

modificerende invloed op de manier waarop deze neoplasma - die veel voorkomt bij deze soort ratten - 

zich voordoet. 

Ontwikkelingstoxiciteit 

Is bij proefdieren toxisch geweest voor de foetus bij doseringen die toxisch voor de moeder waren. 

Veroorzaakte bij proefdieren geen aangeboren afwijkingen. 

Reproductiviteitstoxiciteit 

In dierstudies had het product geen effecten op de voortplanting. 

Genetische toxicologie 

In vitro studies van genetische toxiciteit waren in sommige gevallen negatief en in andere gevallen 

positief. Genetische toxiciteitsstudies op dieren waren overwegend negatief. 

Toxicologie van de bestanddelen - Methanol 

Inademen LC50, 4 h, Rat 83,8 mg/l 

Sectie 12. ECOLOGISCHE INFORMATIE 

12.1 Toxiciteit 

De stof is zeer toxisch voor waterorganismen (LC50/EC50/IC50 beneden 1 mg/L voor de meest 

gevoelige soorten). 

Acute en verlengde vistoxiciteit 

LC50, dikkopjes (Pimephales promelas), 96 h: 10,8 mg/l 

Aquatisch ongewervelde acute toxiciteit 

LC50, watervlo Daphnia magna, 48 h, immobilisatie: 0,69 mg/l 

Pagina 10 van 26


Toxiciteit voor aquatische planten 

EbC50, groene alg Selenastrum capricornutum, groeiremming van de biomassa, 72 h: 2,64 mg/l 

12.2 Persistentie en afbreekbaarheid. 

Het materiaal breekt biologisch gemakkelijk af. Doorstaat OECD test(-en) voor snelle biologische 

afbreekbaarheid. 

OECD Biologische afbreekbaarheidstesten: 

Biologische Blootstellings- tijd Methode Tijdsinterval per 10 

afbreekbaarheid 

dagen 

83 % 28 d OECD test 301A Geslaagd 

73 % 28 d OECD test 306 Niet van toepassing 

12.3 Bioaccumulatie 

Bioaccumulatie: Bioconcentratiepotentieel is laag (BCF < 100 of log Pow < 3). 

Verdelingscöefficient, n-octanol/water (log Pow): -0,333 Gemeten 

12.4 Mobiliteit in de bodem 

Mobiliteit in de bodem: Potentie tot verspreiding in de grond is hoog (Koc tussen 50 en 150)., 

Wegens de zeer lage Henry's Constante, wordt niet verwacht dat het vervliegen van natuurlijke 

wateren of vochtige grond een belangrijke factor zal zijn voor het milieu. 

Bodem organische koolstof/water verdelingscoefficient (Koc): 120 - 500 geschat 

12.5 Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling 

Deze stof wordt niet beschouwd als persistent, bioaccumulerend en toxisch (PBT). Deze stof is niet 

beschouwd als zeer persistent en zeer bioaccumulerend (vPvB). 

12.6 Andere schadelijke effecten 

Deze stof staat niet in bijlage I van Verordening (EG) 2037/2000 betreffende stoffen die de ozonlaag 

afbreken. 

Sectie 13. INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING 

13.1 Afvalverwerkingsmethoden 

Dit product moet volgens EG Richtlijn 91/689/EEG als gevaarlijk afval behandeld worden wanneer het 

ongebruikt en niet gecontamineerd verwijderd wordt. De verwijderingsmethodes moeten in 

overeenstemming zijn met alle nationale en plaatselijke wettelijke bepalingen die de verwijdering van 

gevaarlijk afval reglementeren. Voor gebruikt, gecontamineerd product en voor residu van het product 

kunnen verdere evaluaties nodig zijn. Niet in riolen, op bodem of op oppervlaktewater lozen. 

Sectie 14. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER 

WEG & SPOOR 

'Proper Shipping Name': BIJTENDE VLOEISTOF, GIFTIG, N.E.G. 

Technische naam: GLUTAARALDEHYDE 

Gevarenklasse: 8 (6.1) ID nummer: UN2922 Verpakkingsgroep: II 

Classificatie: CT1 

Gevarenidentificatienr.: 86 

Milieugevaar: Ja 

ZEETRANSPORT 

'Proper Shipping Name': CORROSIVE LIQUID, TOXIC, N.O.S. 

Technische naam: GLUTARALDEHYDE 

Pagina 11 van 26



EMS nr.: F-A,S-B 

Zeevervuiler: Ja 

LUCHT 

'Proper Shipping Name': CORROSIVE LIQUID, TOXIC, N.O.S. 

Technische naam: GLUTARALDEHYDE 


Verpakkingsinstructies Goederen: 855 

Verpakkingsinstructies, Passagiers: 851 


BINNENWATERS 

'Proper Shipping Name': BIJTENDE VLOEISTOF, GIFTIG, N.E.G. 

Technische naam: GLUTAARALDEHYDE 


Classificatie: CT1 

Gevarenidentificatienr.: 86 


Sectie 15. WETTELIJK VERPLICHTE INFORMATIE 

15.1 Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor 

de stof of het mengsel 

Europese inventaris van bestaande chemische handelsstoffen (EINECS) 

De bestanddelen van dit product zijn opgenomen in de EINECS-lijst of zijn vrijgesteld. 

15.2 Chemischeveiligheidsbeoordeling 

Een chemische veiligheidsbeoordeling is uitgevoerd voor deze stof. 

Sectie 16. OVERIGE INFORMATIE 

Gevarenaanduiding in rubriek 3 "Samenstelling en informatie over de bestanddelen" 

H225 Licht ontvlambare vloeistof en damp. 

H301 Giftig bij inslikken. 

H311 Giftig bij contact met de huid. 

H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel. 

H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. 

H331 Giftig bij inademing. 

H334 Kan bij inademing allergie-of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden 

veroorzaken. 

H335 Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. 

H370 Veroorzaakt schade aan organen. 

H400 Zeer giftig voor in het water levende organismen. 

R-zinnen in de rubriek 'SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE 

BESTANDDELEN' 

R11 Licht ontvlambaar. 

R23/24/25 Vergiftig bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. 

R23/25 Vergiftig bij inademing en bij opname door de mond. 

Pagina 12 van 26


R34 Veroorzaakt brandwonden. 

R39/23/24/25 Vergiftig: Gevaar voor ernstige onherstelbare effecten bij inademing, 

aanraking met de huid en opname door de mond. 

R42/43 Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing of contact met de huid. 

R50 Zeer vergiftig voor in het water levende organismen. 

Literatuur over het product 

Extra informatie over dit product is verkrijgbaar via uw verkoper of contactpersoon van de 

klantenservice. 

Revisie 

Identificatienummer: 1896 / 1001 / Aanmaakdatum: 2011/08/23 / Versie: 8.0 

De meest recente herzieningen worden aangeduid door de dubbele verticale lijn in vet gedrukt op de 

linkerkant van het document. 

The Dow Chemical Company vraagt aan elke klant of ontvanger van dit Veiligheidsinformatieblad 

(VIB) het aandachtig te lezen en, indien nodig, de juiste deskundigen te raadplegen om de gegevens 

in dit VIB te begrijpen en om op de hoogte te zijn van de gevaren die het product met zich meebrengt. 

De informatie in dit document wordt te goeder trouw gegeven en wordt verondersteld juist te zijn op de 

aanmaakdatum van dit document. Er wordt echter geen expliciete of impliciete garantie gegeven. 

Wettelijke bepalingen kunnen veranderen en ze kunnen verschillend zijn afhankelijk van het land. Het 

is de verantwoordelijkheid van de koper/gebruiker om te verzekeren dat zijn activiteiten in 

overeenstemming zijn met alle plaatselijke wettelijke bepalingen. De informatie in dit document heeft 

enkel betrekking op het product zoals het verscheept wordt. Vermits de omstandigheden waarin het 

product gebruikt wordt niet door de producent kunnen gecontroleerd worden, moet de koper/gebruiker 

de omstandigheden bepalen, waarin het product in alle veiligheid kan gebruikt worden. Omwille van 

de proliferatie van informatiebronnen, zoals Veiligheidsinformatiebladen (VIBs) van verschillende 

producenten, zijn wij niet verantwoordelijk en kunnen wij niet verantwoordelijk zijn voor 

Veiligheidsinformatiebladen die via andere bronnen bekomen werden. Indien U een 

Veiligheidsinformatieblad via een andere bron heeft ontvangen, of indien U niet zeker bent dat U in 

bezit bent van de meest recente versie van een Veiligheidsinformatieblad, gelieve ons te contacteren. 

Pagina 13 van 26


Sectie 1 Blootstellingscenario: werker 

Titel Distributie, formulering en (her)verpakking van stoffen en mengsels 

Gebruikssector SU3 

Procescategorie PROC3, PROC8b 

Productcategorie n.v.t. 

Artikelcategorie n.v.t. 

Milieu-emissiecategorie ERC2 

Specifieke milieu-emissiecategorie n.v.t. 

Behandelde processen, taken, activiteiten Behandelt de formulering van het chemische product, waaronder overdrachten van 

bereiding van/naar grote vaten en gebruik in een gesloten batchproces, monstername 

en opslag en onderhoudstoepassingen. 

Sectie 2 

Product/artikelkenmerken 

Operationele omstandigheden en maatregelen voor 

risicomanagement 

Fysieke vorm van product/artikel Vloeibaar 

Volatiliteit Vloeistof, dampspanning < 0,5 kPa bij STP 

Stofbelasting n.v.t. 

Concentratie in een preparaat/product (w/w%) ≤50% 

Andere product/artikelkenmerken n.v.t. 

Sectie 2,1 Controle van blootstelling aan werker 

Operationele omstandigheden 

Gebruikte hoeveelheden Niet relevant voor dit scenario 

Frequentie en duur van gebruik Behandelt dagelijkse blootstellingen tot 8 uur (tenzij anders aangegeven) 

Menselijke factoren niet beïnvloed door 


Overige operationele omstandigheden die invloed 

hebben op de blootstelling 

Maatregelen voor risicomanagement 

Niet vastgesteld voor dit scenario. 

Verondersteld gebruik op niet > 20oC boven omgevingstemperatuur 

Bijdragende scenario's 

Vat/batchoverdrachten. Zorg ervoor dat de bewerking buiten wordt uitgevoerd. Vermijd het uitvoeren van 

een bewerking gedurende meer dan vier uur. Draag chemiebestendige handschoenen 

(getest op EN374) in combinatie met ‘basis’ medewerker 

training. 

Algemene blootstellingen (gesloten 

systemen). 

Lever een goede standaard van algemene ventilatie (3 tot 5 luchtwisselingen per 

uur). 

Monstername proces. Lever een goede standaard van algemene ventilatie (3 tot 5 luchtwisselingen per 

uur). Vermijd het uitvoeren van een bewerking gedurende meer dan 4 uur. Draag 

chemiebestendige handschoenen (getest op EN374) in 

combinatie met ‘basis’ medewerkertraining. 

Apparatuuronderhoud. Lever een goede standaard van algemene ventilatie (3 tot 5 luchtwisselingen per 

uur). Vermijd het uitvoeren van een bewerking gedurende meer dan 4 uur. Draag 



Opslag Beperk de hoeveelheid stof in het product tot


Mengbewerkingen (open systemen). Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden. 

Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 50%. Draag een beademingsapparaat 

conform EN140 met Typ A-filter of beter. Draag 



Sectie 2.2 Controle van milieublootstelling 


Gebruikte hoeveelheden 

Frequentie en duur van gebruik/blootstelling 

Milieufactoren niet beïnvloed door 


Overige operationele gebruiksomstandigheden die 

invloed hebben op de milieublootstelling 


Technische omstandigheden en maatregelen op 

procesniveau (bron) om emissie te voorkomen 

Technische omstandigheden en maatregelen ter 

plaatse om uitstoot, luchtemissies en emissies naar 

de grond te verminderen of te beperken 

Organisatorische maatregelen om emissie op site 

te voorkomen/beperken 

Omstandigheden en maatregelen die verband 

houden met gemeentelijke 

waterbehandelingsinstallatie 


houden met externe afvalbehandeling voor 

afvoeren 


houden met extern hergebruik van afval 

Andere milieucontrolemaatregelen aanvullend op 

bovenstaande 

Maximaal dagelijks locatietonnage (kg/d): 1000 

Emissiedagen (dagen/jaar): 121 

Verdunningsfactor van plaatselijk zoetwater: 10 

Verdunningsfactor van plaatselijk zeewater: 100 

Emitteer een fractie aan de lucht van proces 0,005 

Emitteer een fractie aan het rioolwater van proces 0,001 

Emitteer een fractie aan de grond van proces (alleen regionaal) 0,0001 

Behandel het afvalwater ter plaatse (voor de ontvangst van waterafvoer) 

om te komen tot de vereiste verwijderingsefficiëntie van 99,9% [TCR8]. 

Niet beschikbaar. 

De site dient een plan te hebben voor gemorste stof om ervoor te zorgen dat er 

voldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen om de invloed van episodische 

emissies te minimaliseren. 

Een lekpreventieplan is nodig om doorlopende lage emissies te voorkomen 

Voorkom lekken en verontreiniging van bodem/water veroorzaakt door lekken. 

Gebruik dammen of dijken rond opslagfaciliteiten om bodem- en 

waterverontreiniging te voorkomen in het geval van een lekkage 

Voorkom lozing van niet opgeloste stof in afvalwater of 

zuiver het afvalwater. 

Biologische behandeling – Anaerobisch – Voor soluble 

biologisch afbreekbare verontreinigers 

Biologische behandeling – Aerobisch – Voor oplosbare 


ERMM2: Normale gemeentelijke waterzuiverings 

technologie levert een degradatie-efficiëntie van (%) 97,1% 

Zuiver afvalwater (voor het lozen aan ontvangstwater) om te zorgen voor 

de vereiste verwijderingsefficiëntie van (%) 

ETotal,RMM = 1 – ((1 – ERMM, 1) x (1 – ERMM,2)) 97,1% 

Gooi afvaloplosmiddelen of gebruikte dozen weg volgens de plaatselijke 

regelgeving. Het zich ontdoen van afval of gebruikte zakken/containers 

moet gebeuren volgens de plaatselijke regelgeving. 

Opslag van afgewerkte producten in afgesloten houders (bijv. bulk 

tanks, vaten, blikken). Verbranden, absorberen of adsorberen van dampen 

ontdaan van oplossing indien noodzakelijk 

Dampherstelunits dienen indien nodig te worden gebruikt. 

Sectie 3 Blootstellingsprognose 

3.1 Gezondheid 

Er is gebruikgemaakt van het ECETOC TRA-hulpmiddel om een prognose te maken van de blootstelling op de werkplek tenzij anders 

aangegeven. 

3.2. Milieu 

Er is gebruik gemaakt van EUSES versie 2.1 om de emissies aan het milieu te schatten, tenzij anders aangegeven. 

Wanneer er rekening wordt gehouden met de aanbevolen risicomanagementmaatregelen en operationele omstandigheden, is het niet de 

verwachting dat blootstellingen de voorspelde PNEC's overschrijden en de daaruit resulterende risicokarakterisatieratio's zijn naar verwachting 

minder dan 1. 

Sectie 4 Richtlijnen om naleving met het Blootstellingsscenario te 

Pagina 15 van 26


controleren 

4,1 Gezondheid 

Geschatte blootstellingen op de werkplek zullen waarschijnlijk de DNEL's overschrijden als de vastgestelde risicomanagement maatregelen 

worden toegepast. 

Daar waar andere risicomanagement maatregelen/operationele voorwaarden worden toegepast dienen gebruikers er zeker van te zijn dat dit 

minstens gelijkwaardige niveaus betreft. 

4,2. Milieu 

Richtlijn is gebasseerd op aangenomen uitvoeringsomstandigheden die mogelijk niet van toepassing zijn op alle sites; derhalve kan schaling 

nodig zijn om de juiste, site-specifieke risicomanagementmaatregelen te definiëren. 

Meer informatie over schaling en controletechnologieën kunt u vinden in het SpERC-informatieblad (http://cefic.org/en/reach-for-industrieslibraries.html). 


Titel Professioneel gebruik in reinigingsmiddelen 

Gebruikssector SU3, SU10, SU20, SU22 

Procescategorie PROC2, PROC3, PROC5, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC13, PROC19 



Milieu-emissiecategorie ERC8a 


Behandelde processen, taken, activiteiten Behandelt de formulering van het chemische product, waaronder overdrachten van 

bereiding van/naar grote vaten, gebruik in een gesloten proces of batchproces, 

monstername, opslag en onderhoudstoepassingen en dompel- en mengbewerkingen. 

Sectie 2 




















systemen). 



Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden en 

beperk de hoeveelheid stof in het product tot


Mengbewerkingen (open systemen). 

Batchprocessen. 

Lever extractventilatie bij punten waar emissies optreden. 

Beperk de hoeveelheid stof in het product tot







afvoeren 




bovenstaande 










n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 




aangegeven. 

3.2. Milieu 




minder dan 1. 


controleren 






4,2. Milieu 





Titel Leerlooien 

Gebruikssector SU3, SU5, SU10 

Procescategorie PROC2, PROC3, PROC5, PROC8a, PROC11 

Productcategorie 

PC23 

Artikelcategorie AC6 



Behandelde processen, taken, activiteiten Behandelt het gebruik in leerlooien, waaronder blootstellingen tijdens mengbewerkingen, 

afgesloten verwerkingsbewerkingen, materiaaloverdrachten en sproeien van 

oplossingen. 

Sectie 2 Operationele omstandigheden en maatregelen voor 




Pagina 18 van 26


















Mengbewerkingen (open systemen). Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden. 

Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 50%. Draag een volledig gezichts 

beademingsapparaat volgens EN140 met type A filter of beter. 

Draag chemiebestendige handschoenen (getest op EN374) in 

combinatie met basis’ medewerkertraining. 

Algemene blootstellingen (open systemen). Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden. 

Lever een goede standaard aan algemene ventilatie (3 tot 5 luchtwisselingen per 

uur).Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 50%. Draag 

een volledig gezichtsbeademingsapparaat volgens EN140 met type A filter of beter. 



Algemene blootstellingen (open systemen). 

Batchprocessen. 

Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden. 

Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 50%. Draag een volledig gezichts 

beademingsapparaat volgens EN140 met type A filter of beter. 



Materiaaloverdrachten. Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden. 

Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 50%. Draag chemiebestendige 

handschoenen (getest op EN374) in combinatie met ‘basis’ 

medewerkertraining. 


systemen). 


Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 25%. Vermijd het uitvoeren 

van een bewerking gedurende meer dan 1 uur. Draag een beademingsapparaat 

volgens EN140 met type A filter of beter. 

Draag chemiebestendige handschoenen (getest op EN374) in combinatie met 

basis’ medewerkertraining. 

Gebruik in afgesloten batchprocessen. Lever een goede standaard van algemene ventilatie (3 tot 5 luchtwisselingen per 

uur). Beperk de hoeveelheid stof in het product tot














afvoeren 




bovenstaande 

n.v.t. 

n.v.t. 


voldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen 

om de invloed van episodische emissies te minimaliseren. 

Een lekpreventieplan is nodig om doorlopende lage 

emissies te voorkomen. 

Voorkom lekken en de verontreiniging van bodem/water veroorzaakt door lekken. 

Gebruik dammen of dijken rond opslagvoorzieningen om bodem- en 

waterverontreiniging te voorkomen in het geval van gemorste stof. 

Voorkom lozing van onopgeloste stof in rioolwater of zuiver het afvalwater. 













Opslag van afgewerkte producten in afgesloten houders (bijv. bulk 

tanks, vaten, blikken). Verbranden, absorberen of adsorberen van dampen 

ontdaan van oplossing indien noodzakelijk 





aangegeven. 

3.2. Milieu 




minder dan 1. 


controleren 






4,2. Milieu 




Pagina 20 van 26



Titel Industrieel gebruik in kruisverbinding 


Procescategorie PROC2, PROC8b 





Behandelde processen, taken, activiteiten Behandelt het gebruik van het chemische product in kruislingse toepassingen waaronder 

overdrachten van bereiding van/naar grote vaten, en synthese en gebruik in een 

gesloten doorlopend proces, inclusief monstername, opslag en 

onderhoudstoepassingen. 

Sectie 2 




















systemen). 



Lever extractventilatie op punten waar emissies optreden. 

Lever een goede standaard algemene ventilatie (3 tot 5 luchtwisselingen per 

uur). Beperk de hoeveelheid stof in het product tot









afvoeren 




bovenstaande 


voldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen 

om de invloed van episodische emissies te minimaliseren. 

Een lekpreventieplan is nodig om doorlopende lage 

emissies te voorkomen. 

Voorkom lekken en de verontreiniging van bodem/water veroorzaakt door lekken. 

Gebruik dammen of dijken rond opslagfaciliteiten om bodem- en 

waterverontreining te voorkomen in het geval van lekken. 

Voorkom lozing van onopgeloste stof in het rioolwater of 

zuiver het afvalwater. 

E13.20 - Biologische behandeling – Anaerobisch – Voor soluble 


E13.21 - Biologische behandeling – Aerobisch – Voor oplosbare 










Opslag van afgewerkte producten in afgesloten houders (bijv. bulktanks, vaten, blikken). 

Verbranden, absorberen of adsorberen van dampen ontdaan van oplossing indien 

noodzakelijk. 





aangegeven. 

3.2. Milieu 




minder dan 1. 


controleren 






4,2. Milieu 





Titel Professioneel gebruik in corrosieremmers voor olieproductiechemicaliën 


Procescategorie PROC3, PROC8a, PROC15 

Pagina 22 van 26




Milieu-emissiecategorie ERC8e 

Specifieke milieu-emissiecategorie Charm model versie 1.4 

Behandelde processen, taken, activiteiten Behandelt het gebruik van het chemische product als corrosieremmer, waaronder 

overdrachten van preparaat van/naar grote vaten, mengen en het gebruik in een 

afgesloten batchproces, monstername en opslag onderhoud en 

laboratoriumbewerkingen. 

Sectie 2 





















Vat/batchoverdrachten. Lever extractventilatie op punten waar emissies plaatsvinden. 

Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 30%. Draag chemiebestendige 

handschoenen (getest op EN374) in combinatie met ‘basis’ 

medewerkertraining. 


systemen). Batchprocessen. 


Beperk de hoeveelheid stof in het product tot 30%. Draag een beademingsapparaat 

conform EN140 met Typ A-filter of beter. Draag 

chemiebestendige handschoenen (getest op EN374) in combinatie met 

‘basis’ medewerkertraining. 

Vulling voor vat en kleine verpakking. Lever extractventilatie op punten waar emissies optreden. 

Zorg voor voldoende frisse lucht voor verdunning en om stof, 

rook, of dampen. Tussen 5 en 15 luchtwisselingen per uur zijn 

aanbevolen met een goede luchtstroom. Beperk de hoeveelheid 

stof in het product tot



















afvoeren 




bovenstaande 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 




aangegeven. 

3.2. Milieu 




minder dan 1. 


controleren 






4,2. Milieu 




Sectie 1 Blootstellingscenario: consument 

Titel Gebruik in cosmetica / persoonlijke verzorging 


Procescategorie n.v.t. 


Pagina 24 van 26



Milieu-emissiecategorie ERC8a 

Specifieke milieu-emissiecategorie SPERC COLIPA 19 

Behandelde processen, taken, activiteiten n.v.t. 

Sectie 2 Operationele omstandigheden en maatregelen voor 



Fysieke vorm van product/artikel n.v.t. 

Volatiliteit n.v.t. 


Concentratie in een preparaat/product (w/w%) n.v.t. 


Sectie 2,1 Controle van blootstelling aan consument 


Gebruikte hoeveelheden n.v.t. 

Frequentie en duur van gebruik n.v.t. 






Product(sub)categorieën n.v.t. 

n.v.t. 

Sectie 2.2 Controle van milieublootstelling 


Gebruikte hoeveelheden 

Frequentie en duur van gebruik/blootstelling 













n.v.t. 

n.v.t. 

Maximaal dagelijks locatietonnage (kg/d): 0.06 

Emissiedagen (dagen/jaar): 365 

Verdunningsfactor van plaatselijk zoetwater: 10 

Verdunningsfactor van plaatselijk zeewater: 100 

Emitteer een fractie aan de lucht van proces 0 

Emitteer een fractie aan het rioolwater van proces 1 

Emitteer een fractie aan de grond van proces (alleen regionaal) 0 

n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 

Pagina 25 van 26







afvoeren 




bovenstaande 










n.v.t. 

n.v.t. 

n.v.t. 



Er is gebruik gemaakt van de ConsExpo tool om de blootstellingen op de werkplek te schatten, tenzij anders aangegeven. 

Als er rekening wordt gehouden met de aanbevolen risicomanagementmaatregelen en operationele omstandigheden, is het niet de 

verwachting dat blootstellingen de voorspelde DNEL's overschrijden en de daaruit resulterende risicokarakterisatieratio's zijn naar verwachting 

minder dan 1. 

3.2. Milieu 




minder dan 1. 


controleren 


De verwachting is dat voorspelde blootstellingen niet de DN(M)EL zullen overschrijden als de risicomanagementmaatregelen/operationele 

omstandigheden zoals beschreven in Deel 2 zijn uitgevoerd. 

Gebruikers dienen er zeker van te zijn dat risico's onder controle zijn op minstens gelijkwaardige niveaus in geval er andere 

risicomanagementmaatregelen/operationele omstandigheden worden toegepast. 

4,2. Milieu 




Pagina 26 van 26

Veiligheidsinformatieblad - The Dow Chemical Company

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?