64 (1891-92) - Tresoar
64 (1891-92) - Tresoar
64 (1891-92) - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VIERENZESTIGSTE<br />
VERSLAG<br />
DER<br />
Handelingen van het Frieseh Genootschap<br />
VAN<br />
GESCHIED-, OUDHEID- EN TAALKUNDE TE LEEUWARDEN,<br />
over het jaar <strong>1891</strong>—18<strong>92</strong>,<br />
uitgebracht in de vergadering van den A Oct. 18<strong>92</strong>.<br />
Mijne lieer en!<br />
Ter voldoening aan art. 23 der wet heb ik de eer verslag<br />
uit te brengen van de Handelingen en den toestand<br />
van het Genootschap over het afgeloopen jaar.<br />
I. Evenals andere jaren mocht het Genootschap zich<br />
over talrijke blijken van hoog gewaardeerde belangstellingverheugen.<br />
In de eerste plaats heb ik het voorrecht in herinnering<br />
te brengen het hoogstvereerend bezoek aan het Museum<br />
van H.H. M.M. de Koninginnen, tijdens H. D. verblijf in<br />
deze stad.<br />
11
138<br />
Op de buitengewone vergadering van 21 April werd,<br />
namens het Bestuur, door den Heer Mr. W. B. S. Boeles<br />
medegedeeld, dat het nieuw gedeelte van het Museum-gebouw,<br />
waarvan den 25sten April <strong>1891</strong> de eerste steen was<br />
gelegd, voltooid was en in het begin van den zomer zou<br />
kunnen geopend worden, en dat, bij die gelegenheid in<br />
de nieuwe Schilderijzaal eene Tentoonstelling van schilderstukken<br />
van hedendaagsche meesters zou worden gehouden,<br />
waartoe aan het Bestuur, door eenige leden van het Genootschap<br />
, welwillende medewerking was toegezegd. Tevens<br />
zouden, in de Middenzaal, een aantal prenten en etsen<br />
van Priesche graveurs worden tentoongesteld uit de prentenverzameling,<br />
in het bezit van het Genootschap.<br />
Aan dit plan werd gevolg gegeven, en toen intusschen<br />
bij het Bestuur het bericht was ontvangen, dat tijdens het<br />
verblijf van H.H. M.M. alhier, ook het Museum door de<br />
Koninginnen met een bezoek zou worden vereerd, werd de<br />
opening dier Tentoonstelling op den dag van dat bezoek<br />
bepaald, dat den 19 Juni, 'svoormiddags na elf uur, zou<br />
plaats hebben.<br />
Ter audiëntie, die H. M. de Koningin-Regentes goed<br />
vond den 17den Juni te verleenen aan corporaties en commissiën,<br />
werd het Genootschap vertegenwoordigd door den<br />
Heer Voorzitter Mr. J. Dirks, den Heer Jhr. Mr. F. J. J.<br />
van Eijsinga en den Secretaris, waarbij de Voorzitter een<br />
kort woord richtte tot H. M. om het Friesch Genootschap<br />
in H. D. belangstelling en welwillendheid aan te bevelen.<br />
Op den genoemden, voor het bezoek bepaalden tijd,<br />
kwamen de Vorstinnen met aanzienlijk gevolg in het Museum.<br />
De hooge Bezoeksters werden verwelkomd door den Voorzitter,<br />
die daarop de overige leden van het Bestuur aan<br />
H.H. M.M. voorstelde, en met den Heer Jhr. Mr. F. J. J.
139<br />
van Eijsinga en gevolgd door de overige aanwezigen, H. D.<br />
begeleidde door de verschillende zalen. Hier werd , voor<br />
zoover het de kortheid des tijds gedoogde, het een en<br />
ander met belangstelling bezichtigd. Intusschen hadden<br />
zich de leden, die schilderstukken. in hun bezit, tijdelijk<br />
voor de Tentoonstelling hadden afgestaan, op uitnoodiging<br />
van het Bestuur, in de Schilderijzaal verzameld, en werden<br />
daar aan H.H. M.M. voorgesteld.<br />
Alvorens, na een bezoek van ruim een half uur, het<br />
gebouw te verlaten, schreven de Koninginnen Hare namen<br />
in het voor bezoekers van het Museum bestemde boek, tot<br />
eene blijvende herinnering aan deze gebeurtenis.<br />
Eenige dagen hierna richtte het Bestuur een adres van<br />
dankbetuiging aan H. M. de Koningin-Regentes, voor de<br />
hooge eer van H. D. bezoek aan het Museum, en deed<br />
tevens het eerbiedig verzoek aan H. M., om den titel van<br />
Beschermvrouw van het Friesch Genootschap van Geschied-,<br />
Oudheid- en Taalkunde te willen aanvaarden. Hierop<br />
werd het heuglijk bericht ontvangen, dat de Koningin-<br />
Regentes met genoegen het Museum had bezocht en had<br />
kunnen goedvinden als Beschermvrouw van het Genootschap<br />
op te treden.<br />
II, Den 19den Juni was dus het nieuw gestichte Museum-gebouw<br />
en de Tentoonstelling op de luisterrijkste wijze<br />
geopend.<br />
Hier is het de plaats om, met dankzegging voor hunne<br />
mildheid, de namen te vermelden van hen die de uitbreiding<br />
van het Museum hebben mogelijk gemaakt, en op<br />
grond van hunne bijdragen van ƒ 250.— of daarboven,<br />
als Oprichters van het Museum zijn erkend. Het zijn de<br />
Heeren:
140<br />
P. J. Suringar, Jhr. Mr. F. J. J. van Eijsinga, te Leeuwarden;<br />
Mr. A. Looxma IJpey, te Rijperkerk; Jhr. Mr.<br />
C. van Eijsinga, te Leeuwarden; D. H. Andreæ, Mr. A.<br />
J. Andreæ, te Kollum; J. Bieruma Oosting, te Oranjewoud<br />
; Jhr. Mr. J. A. A. van Panhuijs, te Groningen;<br />
Mr. P. D. Kijmmell, te Leeuwarden; Jhr. A. Lycklama à<br />
Mjeholt, te Wiesbaden; Jhr. Mr. W. O. A. Alberda van<br />
Ekenstein, te Groningen; Mr. W. M. baron du Tour van<br />
Bellinchave, te 's Gravenhage; Mr. B. F. W. van Brucken<br />
Fook, te Middelburg; Jhr. Mr. T. E. J. van Eijsinga, te<br />
Rotterdam; F. IJpey, te Venloo; Mr. J. baron van der<br />
Feltz, te Twello; R. baron van Lijnden, te 's Gravenhage;<br />
Mr, J. J. Bolman, te Bergum; Het Bestuur van het<br />
Dr. Popta-Gasthuis, te Marssum; Mr. J. Dirks, T. Gratama,<br />
Jhr. Mr. A. E. van Boelens van Eijsinga, te Leeuwarden<br />
; P. Lycklama à KTijeholt, te Rotterdam; Jhr. Dr.<br />
D. H. Waubert de Puiseau, te Wiesbaden.<br />
Bovendien werden nog onderscheiden belangrijke giften<br />
ontvangen, welke met een groot aantal kleinere bijdragen,<br />
samen de aanzienlijke som van ƒ 13337,75 uitmaken.<br />
Tot dekking der nog ontbrekende gelden voor de uitbreiding<br />
van het Museum, werd voorts op de algemeene<br />
Vergadering, den 6 October <strong>1891</strong> gehouden, aan het Bestuur<br />
machtiging verleend om, in den loop van dit jaar,<br />
eene hypotheek te vestigen op de gebouwen van het Genootschap,<br />
tot een bedrag van hoogstens ƒ20,000.<br />
Het nieuwe gebouw, dat thans dus is voltooid, bestaat<br />
uit drie ruime zalen, waarvan de benedenste is ingericht<br />
tot bibliotheekzaal, de middelste tot prentenkabinet, de<br />
bovenste, de sierlijkste en best verlichte van alle, tot schilderijzaal.<br />
Het geheel voldoet, zoowel in- als uitwendig,<br />
alleszins aan de vereischten. Daarvoor komt hulde en dank
141<br />
toe aan de verschillende commissiën en deskundigen, die<br />
hun krachtigen steun en medewerking wilden verleenen aan<br />
het Bestuur, om de noodig geworden uitbreiding voor te<br />
bereiden en te voltooien.<br />
De financieele commissie bestond uit de Heeren: Mr. W.<br />
J. van Weideren baron Rengers, P. J. Suringar, G. Gratama,<br />
T. Gratama, Mr. A. E. van Boelens van Ejjsinga,<br />
Mr. A. J. Andreæ en P. Lycklama à Mjeholt. Tot de<br />
bouwkundige commissie behoorden verseheiden leden van<br />
het Bestuur en de Heer S. J. Vermaes, Hoofdingenieur<br />
van den Provincialen Waterstaat alhier.<br />
Architecten waren de Heeren: J. D. Bruns, H. H.<br />
Kramer en J. D. van der Weide alhier, die met de meeste<br />
nauwgezetheid en toewijding de opgenomen taak hebben<br />
volbracht.<br />
De leden, door wier onbekrompenheid, boven lof verheven,<br />
het Bestuur tot het houden der vroeger vermelde<br />
Tentoonstelling werd in staat gesteld, waren: de Heer P.<br />
J. Suringar, die ongeveer zestig schilderstukken tijdelijk<br />
voor dit doel afstond; Mejuffrouw Gr. H. Matthijssen, die<br />
eveneens een groot aantal doeken zond en bovendien den<br />
leden van het Bestuur, die op zich genomen hadden voor<br />
het in orde brengen der Tentoonstelling zorg te zullen dragen<br />
, met de meeste bereidwilligheid, tot verwezenlijking<br />
van dit plan, met raad en daad bijstond. Voorts de Heeren:<br />
T. Gratama, Gf. Gratama, Mr. Hor. Albarda, Mr. W. J.<br />
van Weideren baron Rengers, alhier, en Mr. R. baron<br />
van Harinxma thoe Slooten, te Beetsterzwaag.<br />
Ruim eene maand bleef de Tentoonstelling geopend, voor<br />
leden van het Genootschap gratis, voor niet-leden aanvankelijk<br />
tegen een entree van ƒ1.—, later tegen verlaagde<br />
entree, terwijl door het Bestuur de deelnemers aan de in-
142<br />
schrijving voor de kosten van het nieuwe gebouw, door<br />
middel van circulaires werden uitgenoodigd, dit thans te<br />
komen bezichtigen.<br />
Allen, die de gelegenheid waarnamen om deze even<br />
kostbare als zeldzame verzameling kunstwerken te bezichtigen<br />
, waren ten hoogste voldaan over hetgeen zij te genieten<br />
kregen. In zooverre mochten dus inzenders en bestuursleden<br />
, die zich zooveel moeite en opofferingen getroost<br />
hadden, om tot het welslagen dezer zaak mede te werken,<br />
de aangename voldoening smaken, dat hunne pogingen met<br />
een goeden uitslag waren bekroond.<br />
De bibliotheek van het Genootschap werd verrijkt met<br />
fraaie boekgeschenken van den Heer P. J. Suringar, o. a.<br />
eene geïllustreerde editie van Ariosto, eene van Ovidius,<br />
het uitverkocht Angelsaksisch Woordenboek van Bosworth<br />
enz. Verder door een belangrijk geschenk van kostbare<br />
boeken uit de nagelaten boekenschat van wijlen ons medelid<br />
, den Heer Mr. J. J. Bolman, te Bergum overleden,<br />
door de erfgenamen aan het Genootschap vereerd. Hieronder<br />
verdienen vooral vermeld te worden een volledig stel<br />
der werken van Schliemann en eenige Duitsche geïllustreerde<br />
werken over Kunstgeschiedenis.<br />
De Heer Mr. N. H. van Nes van Meerkerk schonk voor de<br />
bibliotheek een exemplaar van Vorsterman van Oyen's Stamen<br />
Wapenboek van aanzienlijke Geslachten, Groningen 1883.<br />
Op verzoek van het Bestuur om eenige gipsafgietsels te<br />
mogen ontvangen van de Rijkscommissie voor de vervaardiging<br />
en reproductie van kunstvoorwerpen te Amsterdam,<br />
werd door Z.E. den Minister van Binnenlandsohe Zaken<br />
gunstig beschikt. Deze gipsafgietsels zijn bereids ontvangen<br />
en zullen eerlang op eene geschikte plaats in het<br />
Museum worden tentoongesteld,
143<br />
Eindelijk dient hier nog vermeld te worden de ontvangst<br />
van een Tellurium, geschenk van de Erven van wijlen den<br />
Heer A. J. Bokma te Workum, en van twee schilderstukken<br />
van wijlen den kunstschilder den Heer C. Wester,<br />
geschonken door de Heeren H. W. en J. Gf. Wester alhier.<br />
III. Op de algemeene Vergadering van 6 October,<br />
boven reeds vermeld, werden de aftredende leden van het<br />
Bestuur, Mr. W. B. S. Boeles, C. H. F. A. Corbelijn<br />
Battaerd en Dr. F. Gr. Slothouwer, met bijna algemeene<br />
stemmen herkozen en verklaarden zich bereid die benoeming<br />
te aanvaarden.<br />
Den 26sten Februari van dit jaar trof het Genootschap<br />
en het Bestuur een gevoelig verlies. Dr. F. Gf. Slothouwer,<br />
sedert vele jaren lid en secretaris van het Genootschap,<br />
werd na eene korte ongesteldheid uit ons midden weggenomen.<br />
Bij zijne begrafenis, door de meeste leden van het<br />
Bestuur bijgewoond, hield ons medelid de Heer Gr. H. van<br />
Borssum Waalkes eene indrukwekkende toespraak, waarin<br />
Z. Eerw. hulde bracht aan des secretaris verdiensten jegens<br />
het Friesch Genootschap.<br />
Kort daarna, op de volgende Winteravond-bijeenkomst,<br />
gehouden den lOden Maart, wijdde onze voorzitter, Mr. J.<br />
Dirks, een hartelijk woord aan de nagedachtenis van den<br />
overledene. Hij sprak bij die gelegenheid het volgende:<br />
DMijne Heeren, Geachte Medeleden!<br />
Na de voorlezing der notulen onzer laatst gehouden Winteravond-vergadering<br />
heb ik opzettelijk niet de gewone<br />
rondvraag gedaan , of een der aanwezigen ook opmerkingen<br />
had over het voorgelezen verslag. Ik deed zulks uit piëteit<br />
voor de nagedachtenis van hem, die reeds ongesteld,
iU<br />
niet meer bij machte was ze zelf te schrijven maar ze dicteerde.<br />
Het was het laatste werk van onzen secretaris Dr.<br />
F. GL Slothouwer, vier dagen vóór zijn overlijden, dat op<br />
Vrijdag 26 Februari 18<strong>92</strong>, ons zóó onverwacht en daardoor<br />
des te dieper trof. Maar niet alleen ons, leden van<br />
het Friesch Genootschap, maar allen die hem gekend hebben.<br />
Hetzij toch op het Gymnasium, hetzij in ons midden,<br />
hetzij in de gezellige kringen, waaraan hij zoo gaarne<br />
deelnam, overal zal men den man missen, die niettegenstaande<br />
zijn zwak lichaam, door uitstekend, grondig,<br />
boeiend onderwijs, door zijn degelijke, uit verschillende<br />
bronnen geputte voorlezingen, zijn nauwkeurige verslagen,<br />
zijn geestig, gezellig onderhoud èn leerlingen èn medeleden<br />
on vrienden wist te boeien. Vooral in de laatste maanden,<br />
toen er zooveel correspondentie was, ter zake den opbouw<br />
van het nieuw Museum, zooveel aan het secretariaat vreemde<br />
arbeid, heeft het Bestuur de werkzaamheid van zijnen secretaris<br />
leeren kennen en waardeeren. Sedert 15 November<br />
1883 stond hij ons onvermoeid ter zijde. Het is onnoodig<br />
hier ter plaatse zijnen arbeid voor U te ontvouwen. Slaat<br />
de Verslagen van de jaren 1883 tot <strong>1891</strong>, die in uwe<br />
handen zijn op, ziet de afleveringen van De Vrije Fries,<br />
in dien tijd in het licht verschenen in, en zijn werk ligt<br />
voor U. Dit en zoovele andere, elders door hem in het<br />
licht gegeven stukken, getuigen van zijne groote werkzaamheid.<br />
Dankbare hulde zij hem, ook dezerzijds, daarvoor toegebracht.<br />
Van die hulde getuigde de algemeene deelneming<br />
, de talrijke stoet, die zijn lijk grafwaarts bracht, en<br />
de schoone, hartelijke toespraken bij zijne geopende groeve.<br />
Ook wij, Mijne heeren medeleden, kunnen hem hier ter<br />
plaatse nogmaals eene stille hulde brengen. Laat ons een
J .45<br />
oogenblik van onze zitplaatsen opstaan en bij ons zelven<br />
zeggen:<br />
Sit illi terra levis,<br />
Requiescat in pace!<br />
Zacht en in Vrede ruste hij."<br />
Allen rezen op en gedachten in stilte, diep getroffen<br />
door de woorden des voorzitters, den waardigen Dr. F. O.<br />
Slothouwer.<br />
Hier zij nog vermeld, dat van de bevoegde hand van<br />
den Heer Mr. W. B. S. Boeles, lange jaren zijn medebestuurder<br />
en vriend, een meer uitvoerig levensbericht van<br />
den door ons allen zoo diep betreurden secretaris zal worden<br />
uitgegeven, in de berichten van de Maatschappij van<br />
Nederlandsche Letterkunde te Leiden.<br />
Op de buitengewone Vergadering, waarvan mede reeds<br />
boven sprake was, gehouden 21 April 18<strong>92</strong>, werd op<br />
voorstel van het Bestuur besloten eene wetsverandermg te<br />
maken, en art. 13 aldus te lezen: Het Bestuur van het<br />
Genootschap bestaat uit: een voorzitter, vier medebestuurders<br />
enz., zoodat nu, behalve een nieuw bestuurslid, die<br />
belast zou worden met het secretariaat, nog twee nieuwe<br />
bestuursleden zouden worden benoemd, wier optreden, blijkens<br />
de toelichting door den voorzitter gegeven, voor de<br />
zorg voor het Museum, tengevolge van de groote uitbreiding,<br />
welke de geologische en anthropologische verzamelingen<br />
, alsmede de schilderijen-verzameling hadden gekregen,<br />
noodig was geworden. Tot bestuurders werden. gekozen<br />
de Heeren Mr. W. A. van Sloterdijck, Dr. J. Ariëns<br />
Kappers en Dr. W. F. H. Coenen, de laatste om de functie<br />
van. secretaris op zich te nemen. Alle drie waren afwezig<br />
en werden door den waarnemenden secretaris, den Heer G.<br />
H. van Borssum Waalkes, met die benoeming in kennis
14-6<br />
gesteld, welke door hen allen, met dankbetuiging aan het<br />
Bestuur en de Vergadering, voor het in hen gestelde vertrouwen,<br />
volgaarne werd aangenomen en aanvaard, nadat<br />
zij in eene vergadering van het Bestuur, op 30 April,<br />
door den voorzitter met eene hartelijke toespraak waren geïnstalleerd.<br />
De Heer Mr. A. Looxma IJpey, die verscheidene maanden<br />
reeds door ongesteldheid was verhinderd geworden de<br />
bestuursvergaderingen bij te wonen, was in den laatsten<br />
tijd niet meer in staat de functiën van penningmeester waar<br />
te nemen. In de laatste week van Juni werd hiervan aan<br />
den voorzitter kennis gegeven, die het beheer der geldmiddelen<br />
sedert op zich heeft genomen.<br />
IV. Door het Genootschap werden uitgegeven het 63ste<br />
Jaarverslag met de lijst der leden en der voorwerpen, die<br />
in het jaar 1890/91 aan het Genootschap werden geschonken,<br />
in bruikleen gegeven of aangekocht, alsmede het<br />
zesde deel van De Vrije Fries, afl. 1 en 2.<br />
V. De gewone jaarlijksche Vergadering, welke plaats<br />
had den 6den October <strong>1891</strong>, werd bijgewoond door 21 leden.<br />
Wat de werkzaamheden aangaat, op die vergadering verricht,<br />
deze werden boven, op hare plaats, vermeld. Alleen<br />
is hier nog bij te voegen dat eene wetswijziging Averd aangenomen<br />
, toegelicht door den Heer Jhr. Mr. F. J. J. van<br />
Eijsinga, waarbij aan het Bestuur werd opgedragen om<br />
Dames tot Donatrices te benoemen, die tegen eene contributie<br />
van 3 gulden jaarlijks, vrijen toegang tot het Museum<br />
en een exemplaar van het jaarlijksch verslag erlangen. Ten<br />
slotte trad daar op de Heer J. Hogeman, van Slagharen,<br />
met eenige mededeelingen omtrent de Conscriptio Exulum
1.47<br />
van Hotze Aecsma, deken van Bolsward en pastoor te<br />
Wolsum, doch na 1580 te Noorddijk bij Groningen. Spreker<br />
toonde met eenige tot nog toe onbekende feiten aan, dat die lijst<br />
alles behalve volledig is, en gaf de redenen daarvan tevens op.<br />
Op de buitengewone algemeene Yergadering, gehouden<br />
den 21 April, waren tegenwoordig 11 leden. Wat op deze<br />
vergadering verricht en besproken is, werd mede in het<br />
bovenstaande reeds vermeld.<br />
De winteravond-bijeenkomsten werden gehouden in de<br />
maanden November en December <strong>1891</strong>, Januari, Februari<br />
en Maart 18<strong>92</strong>. Het aantal leden en gasten, dat deze<br />
lezingen bijwoonde, was respectievelijk: 39, 41,25,33,28.<br />
Op de eerste winteravond-bijeenkomst op Donderdag 19<br />
November <strong>1891</strong>, trad als Spreker op Dr. L. H. Wagenaar<br />
te Leeuwarden, die het vervolg gaf van zijne in het vorige<br />
jaar gehouden lezing en bepaaldelijk het leven van Willem<br />
Lodewijk, in het tijdperk van Leicesters verblijf hier te<br />
lande, van 1585 tot 1587. Het jaar 1585 begon met<br />
moeiehjkheden, namelijk met een twist over de magistraatsbestelling<br />
in de steden, die bevreesd waren, dat, wanneer<br />
de Gedeputeerden met den Stadhouder, en niet het Hof,<br />
zooals tot nu toe het geval was, deze bezorgden, zij geheel<br />
onder den invloed van het platteland zouden geraken. De<br />
twist eindigde daarmede dat de steden de magistraatsbestelling<br />
aan zich behielden, terwijl in Leeuwarden, voor<br />
dit jaar, de overheidspersonen aanbleven. Wat de krijgsbedrijven<br />
aanging werd in dit jaar het sterke fort Slijkenburg<br />
genomen, evenals Oldemerkt, en een vergeefsche<br />
aanval op Groningen beproefd. Kon Willem Lodewijk met<br />
eenige voldoening op zijne krijgsbedrijven terugzien, leed<br />
deed het hem dat juist in dezen tijd zijne speelnooten, de
148<br />
beide jonge graven van den Berg, de zaak van den opstand<br />
verlieten en zich weder bij Spanje aansloten.<br />
Den 17den Juni werd de Franeker Academie geopend.<br />
Tot de oprichting dezer School werden de opbrengsten der<br />
kloostergoederen bestemd. Dat Franeker boven Leeuwarden<br />
werd verkozen, daarvan was de reden gelegen in den afkeer<br />
der Gedeputeerden van den invloed der Hofpartij. In<br />
tegenwoordigheid van vele aanzienlijken des lands geopend,<br />
werden hare leerstoelen door beroemde mannen ingenomen,<br />
o. a. door: Lubbertus, Martinus Lydius,'Petrejus Tiara en<br />
anderen. Alle moesten zijn mannen van de ware leer en<br />
den Heidelbergschen Katechismus onderteekenen, zoodat<br />
Leiden en Franeker, naast Heidelberg, de calvinistische<br />
scholen werden. Het Kruizenbroedersklooster werd haar<br />
als verblijfplaats toegewezen.<br />
Toen Antwerpen was gevallen in de handen van den<br />
vijand, ontstond moedeloosheid, doch nu verscheen hulp<br />
van Koningin Elisabeth, die wel de haar aangeboden souvereiniteit<br />
over deze landen weigerde, maar Leicester zond.<br />
Willem Lodewijk werd door de Staten-Generaal uitgenoodigd<br />
om, met Maurits en Brederode, den Graaf te Vlissingen<br />
te ontvangen. Na eerst nog het huwelijk van Frederik<br />
Verwou te hebben bijgewoond, vertrok hij naar den<br />
Haag. De intocht van den Graaf in Zeeland was prachtig.<br />
Het volk was uitgelaten en deze geestdrift sloeg over op<br />
de Staten-Generaal, die den misslag begingen van hem de<br />
souvereiniteit op te dragen. Leicester, niet willende loopen<br />
aan den leiband der Staten, sloot zich meer en meer bij<br />
het volk aan. Middelerwijl was de vorst ingevallen, de<br />
moerassen geraakten bevroren, waarvan de vijand gebruik<br />
maakte om een inval in Friesland te doen. Den 23 Januari<br />
1586 trok Taxis door de wouden Westergo binnen
14,9<br />
en rukte moordend en plunderend naar het Noorden. Het<br />
rijke Bildt was hun doel, doch bij Boxum kwam het tot<br />
een slag, waar wel de vijand overwon doch niet lang<br />
daarna aftrok. Waar was toen Willem Lodewijk? Na<br />
de ontvangst van Leicester was hij van den Haag naar<br />
Enkhuizen gesneld, vond daar de zee bevroren, doch liet<br />
zich, alle gevaren trotseerende, met een ijsschuit naar Stavoren<br />
brengen. Aan den vooravond van het aftrekken van<br />
den vijand kwam hij te Leeuwarden aan. Toen heerschte<br />
een sterke mist, waarop regen volgde, die den vijand deed<br />
heengaan. Hierin zag het volk de hulp Gods, die, nu<br />
een Nassau op Prieslands bodem verscheen, Zijn bijstand<br />
niet weigerde. Op den duur begonnen aan het volk de<br />
jammeren des oorlogs te mishagen. De Calvinisten en den<br />
oorlog begon men te haten. Yerdugo wilde voorloopig<br />
dezen staken, totdat beide partijen beter gewapend zouden<br />
zijn, doch Willem Lodewijk weigerde iederen wapenstilstand.<br />
Hij wist het volk te bemoedigen. Troepen werden<br />
in dienst genomen, schansen opgericht en de binnenschepen<br />
scherp gevisiteerd. En toen de Paasehzon het ijs deed<br />
dooien, verdween alle moedeloosheid. Doch spoedig daarna<br />
kreeg de algemeene welvaart een knak. Voor landverraad<br />
toch gold het den vijand te spijzigen; ook Leicester was<br />
van dit gevoelen en daarom werd in April gelast, dat<br />
Friesland zijn boter en kaas niet meer zou uitvoeren, zelfs<br />
niet naar Embden. Toen de souvereiniteit aan Leicester<br />
was opgedragen, hadden Prieslands afgevaardigden slechts<br />
voorwaardelijk daarin toegestemd, en toen zij aarzelend<br />
teekenden, had men hun reversalen gegeven. Op den<br />
Landdag, die in het begin dezes jaars werd gehouden,<br />
wilden zij deze stukken overleggen. Sommigen eischten nu<br />
dat ze volkomen zouden worden vernietigd en slechts in
450<br />
beperkten zin de souvereiniteit aan Leicester zou worden<br />
gegeven. In dien geest werd aan de nieuwe afgevaardigden<br />
een lastbrief gegeven en tevens hun gelast er op aan<br />
te dringen, dat de verbodsbepalingen op den uitvoer zouden<br />
worden opgeheven. Voor den nazomer werd een veldtocht<br />
voorbereid. De monstering had plaats te Dokkum<br />
en Willem Lodewijk oefende toen voor het eerst zijne soldaten<br />
op eene geheel nieuwe wijze te Leeuwarden, die<br />
later door Maurits is voltooid. Evenwel gebeurde er dit<br />
jaar niet veel bijzonders meer op het oorlogsterrein, behalve<br />
dat Doesburg door onzen held werd genomen. Een<br />
tweede en derde Landdag hadden er plaats. Men verklaarde<br />
zich daar tot alle belastingen bereid, indien slechts de boterhandel<br />
op Hamburg werd toegestaan. Middelerwijl had<br />
Leicester de Staten-Generaal naar huis gezonden, om van<br />
hunne committenten nieuwe geldsommen te vragen en invoering<br />
van de kerkorde, die door de Algemeene Synode,<br />
welke in dit jaar op last van Leicester in den Haag was<br />
gehouden, vastgesteld was, te verzoeken. Toen kregen de<br />
Priesche afgevaardigden van den Landdag den uitdrukkelijken<br />
last om hem de administratie der domeinen, die men<br />
hem nog steeds had geweigerd, over te dragen. Maar het<br />
bestuur der kloostergoederen hielden Prieslands Staten aan<br />
zich. Wederom kwam de boterkwestie ter sprake. En<br />
opmerkelijk is dat men besloot het tractement van Leicester<br />
zelven te betalen uit de opbrengst van de imposten der<br />
Engelsche lakens. Op den vierden Landdag, die dit jaar<br />
werd gehouden, onstond een hevige strijd: Leicester bleef<br />
voor zich de administratie der kloostergoederen eischen.<br />
Een machtige partij was daarvoor, dezelfde, die meerdere<br />
centralisatie in het bestuur wilde hebben. Daartoe behoorden<br />
vooral de gereformeerde predikanten. Een der heftigste
151<br />
voorvechters was Hessel van Aysma, die zich den titel gaf<br />
van President van Friesland. Willem Lodewijk plaatste<br />
zich boven de partijen en trachtte den twist te breidelen.<br />
Doch nu schreven de Engelsch-gezinden een Landdag uit<br />
te Dokkum, waar besloten werd de souvereiniteit aan Blisabeth<br />
aan te bieden, en afgevaardigden daartoe werden<br />
benoemd. Willem Lodewijk keurde dit niet af, maar ried<br />
dat hunne afgevaardigden zich zouden voegen bij die der<br />
Staten-Generaal, die een dergelijk besluit hadden genomen.<br />
In Engeland werden zij goed ontvangen, zoowel door Elisabeth<br />
als door Leicester. Doch nog voor dat Leicester was<br />
teruggekomen waren Deventer en de schans bij Zuthphen<br />
door Stanley en York aan den vijand verraden. Het wantrouwen,<br />
hierdoor tegen Leicester opgewekt, maakte, dat<br />
men aan Maurits eene buitengewone macht opdroeg. Na<br />
zijn terugkomst barstte een hevige strijd uit tusschen Leicester<br />
en de Staten, vooral die van Holland, welke, onder<br />
leiding van Oldenbarneveld er steeds op uit waren zijne<br />
macht te besnoeien. Het volk en de predikanten waren<br />
op Leicesters hand, vooral kozen de classes van Dokkum<br />
en Leeuwarden voor hem partij, doch Willem Lodewijk<br />
keurde dit af. «Predikanten hadden zich niet met Staatszaken<br />
in te laten" ; waartegen deze eene krachtige polemische<br />
apologie schreven. Tegen de gewoonte in werd<br />
door Leicester, buiten den Stadhouder en de Gedeputeerden<br />
om, een Landdag uitgeschreven. Met deze wederrechtelijke<br />
daad liep zijn bestuur spoedig ten einde, vooral toen het<br />
ruchtbaar werd dat hij in last had, om onderhandelingen<br />
met den vijand aan te knoopen. Zijne aanslagen op verscheidene<br />
steden in Holland mislukten, en toen hij naar<br />
Friesland wilde oversteken om den Landdag bij te wonen,<br />
en bij het huwelijk van Willem Lodelijk met Anna, dochter
15-<br />
van Willem van Oranje, tegenwoordig te zijn, werd hem<br />
te kennen gegeven, dat men zijne overkomst niet wenschte.<br />
Hessel van Aysma, zijn handlanger, werd als President<br />
van den Hove afgezet en gevangen genomen. Langzamerhand<br />
bloedde zijne partij dood.<br />
Hiermede eindigde Spreker zijne rede, bij wier aanvang<br />
hij uit piëteit het overlijden van zijn oom D. Hansma had<br />
herdacht, die gedurende heel zijn leven de belangen van<br />
het Genootschap had bevorderd. Door den voorzitter Mr.<br />
J. Dirks werd hem namens de vergadering dank gebracht<br />
voor zijne schoone rede.<br />
Voor de tweede winteravond-bijeenkomst op 23 December<br />
, had Dr. G. M. Slothouwer, uit Rotterdam, de spreekbeurt<br />
op zich genomen. Naar aanleiding van het werk<br />
van Dr. Ottocar Weber, getiteld »der Priede von Utrecht",<br />
in <strong>1891</strong> verschenen, hield Spreker eene voordracht over<br />
het Einde der Grootheid van de Republiek. Zonder nauwkeurig<br />
den loop der onderhandelingen te volgen, deelde<br />
Spr. het een en ander mede uit de correspondenties der<br />
verscheiden betrokken Staatslieden, die uit verschillende<br />
archieven afkomstig, door Weber nog niet waren gebruikt.<br />
Deze toch had meer de stukken der officieele onderhandelaars<br />
bestudeerd in de archieven van Parijs, Weenen,<br />
Londen en den Haag.<br />
Engeland en Frankrijk waren door de geheime onderhandelingen<br />
in 1711 het vrijwel met elkaar eens geworden<br />
over de vredes-preliminairen. Daarop werd eerst aan de<br />
andere verbonden Mogendheden hiervan kennis gegeven en<br />
werden zij uitgenoodigd om deel te nemen aan het congres,<br />
dat te Utrecht zou worden gehouden.<br />
Nadat de voorwaarden, die men stelde, waren overge-
•153<br />
reikt, bleek al spoedig, dat de Bondgenooten zoovele verschillende<br />
en tegenstrijdige belangen hadden, dat vooreerst<br />
de vrede niet waarschijnlijk werd. Vooral de Republiek<br />
verkeerde in moeielijke omstandigheden, omdat zij aan den<br />
eenen kant vrede noodig had, maar aan den anderen kant<br />
de door haar gestelde voorwaarden alleen door den Keizer<br />
van Duitschland ingewilligd kon verkrijgen, als de Republiek<br />
den oorlog wilde voortzetten. Engeland evenwel, dat<br />
op den besten voet met Frankrijk was, kon ons hare bemiddeling<br />
geven, mits wij onze eischen wat matigden, het<br />
assiento-traktaat gunden, en niet zulk eene groote Barrière<br />
verlangden. Jaloersch op Engelands invloed en haar succes,<br />
wilden onze Staatslieden, en vooral Slingelandt, niets van<br />
toenadering weten. Ook de veldtocht bracht geen uitkomst.<br />
Men had verwacht om door een flinke overwinning de Engelschen<br />
weer in den krijg te wikkelen, hun intimiteit met<br />
Frankrijk wat te doen verminderen, en zoo den Koning te<br />
dwingen onze voorstellen aan te nemen. In opgewondenheid<br />
maakte men allerlei plannen, die slechts tot een begin<br />
van uitvoering kwamen, omdat alles in duigen viel door<br />
de onwilligheid van het Engelsch Ministerie om mede te<br />
doen. Het gevolg was dan ook, dat de voortgang onzer<br />
wapenen, na de verovering van Quesnoy, werd gestuit<br />
door eene kleine nederlaag der bondgenooten, die niet,<br />
zooals altijd wordt voorgesteld, eene nederlaag was van de<br />
Nederlanders alleen, of door hunne schuld geleden.<br />
Met den veldtocht kon men dus zijn doel niet bereiken,<br />
want de verstandhouding tusschen Engeland en Frankrijk<br />
werd steeds beter en eindelijk hoorde men hier zelfs van<br />
een wapenstilstand , die de verontwaardiging der Staatslieden<br />
opwekte. In plaats van mede te gaan met het voorstel<br />
om dit voorbeeld te volgen, bracht men in de Republiek<br />
12
154<br />
den tijd door met elkaar de voor- en nadeelen te betwisten,<br />
zonder dat men aan onze G-eneraals durfde vragen, wat<br />
het beste was. Intusschen maakten de Fransehen veroveringen.<br />
Engeland en de kleinere Mogendheden gingen voort<br />
met Frankrijk tegemoet te komen. In plaats van Engeland<br />
te vriend te houden, verwijdert de Republiek zich meer en<br />
meer, b.v. door geheime stukken te publiceeren. Eindelijk<br />
komt men Engeland toch wat nader, staat twee van de<br />
groote eischen af, en wil men zich tevreden stellen met<br />
Doornik, wat te verkrijgen was, als men van Rijssel afzag.<br />
Daarover nu wordt onderhandeld, maar op eens komt er<br />
weer stilstand in den loop der zaken, door de zaak van<br />
den Oraaf van Eechteren, die nog verergerd wordt door<br />
zijn geheel eigenmachtige verdediging. Frankrijk wil niet<br />
meer onderhandelen met de Republiek. Daardoor nadert<br />
deze weer tot Engeland en laat zij zich niet van de wijs<br />
brengen door den Keizer, die de Mogendheden trachtte te<br />
dwingen achtereenvolgens en afzonderlijk vrede te sluiten.<br />
Daarna was de rol afgespeeld, die de Republiek als groote<br />
mogendheid had vervuld. De onderhandelingen, vroeger<br />
altijd door en in de Republiek gevoerd, waren tusschen<br />
Engeland en Frankrijk afgedaan, hoewel men zich hier<br />
nog had voorgesteld, dat alles in Utrecht was afgehandeld.<br />
De Republiek was niet machtig genoeg en had in het vervolg<br />
te weinig mannen van groote talenten om de positie<br />
vol te houden, die zij tot nog toe zoo schitterend had gehandhaafd.<br />
Aan het einde zijner rede gekomen werd den Spreker<br />
door den voorzitter dank betuigd voor zijne belangrijke en<br />
schoone verhandeling, waarmede de vergadering instemde.<br />
Als Spreker trad op de derde winteravond-bijeenkomst,
155<br />
den 14 Jan. 18<strong>92</strong>, op Dr. Knappert, uit Dokkum. Het<br />
onderwerp zijner rede was: de godsdienst der Heidensche<br />
Friezen, zooals die blijkt uit het leven van den H. Ludgerus,<br />
eersten bisschop van Munster, beschreven door Altfridus,<br />
den tweeden opvolger van Liudger als bisschop van<br />
Munster, gestorven in 849. Hij schreef het bovenbedoeld<br />
werk in zijn laatste tien levensjaren en ontleende de bijzonderheden<br />
aan de mededeelingen van tijdgenooten, bloedverwanten<br />
en leerlingen van den Heilige.<br />
Liudger was een Fries van geboorte. Omstreeks 745<br />
zag hij het levenslicht. Hij herinnert zich nog den martelaar<br />
Bonifacius, die in 755 werd vermoord. Hij zelf »reist tot<br />
God", zoo luidt de treffende uitdrukking in de oude levensberichten<br />
van dezen rondreizenden Evangelie-verkondiger, in<br />
809. Liudgers werkzaamheid in Friesland valt na 775.<br />
Friesland was toen nog heidensch en Bonifacius' tocht<br />
daarheen wordt met de schrilste kleuren als gevaarlijk voor<br />
zijn leven afgeschilderd. Met het heidensche Friesland van<br />
die dagen wordt voornamelijk bedoeld het deel gelegen<br />
tusschen de Lauwers en het tegenwoordige Sleeswijk, in<br />
mindere mate komt dat tusschen het meer Flevo en de<br />
Lauwers in aanmerking, en slechts voor een klein deel het<br />
land gelegen tusschen het Zwin en het meer Flevo.<br />
In de dagen van Radboud I, die in 719 stierf, leefde<br />
in Friesland een edelman, genaamd Wursingus. Hij was<br />
onbekend met de leer der Drieënheid, maar toch was hij<br />
een steun der armen, een verdediger der verdrukten en<br />
rechtvaardig in het rechtspreken. Er wordt van hem gezegd<br />
dat bisschop Willebrord hem achtte om zijne trouw,<br />
dat hij algemeen geëerd en kuisch was. De deugden van<br />
Wursingus beschermen dezen echter niet tegen Eadbouds<br />
geweld, zoodat hij moest vluchten naar Grimaldus, Koning
156<br />
der Franken, in wiens land hij gedoopt werd. Eerst na<br />
Radbouds dood komt Wursingus in zijn vaderland terug<br />
en treedt zijn jongste zoon Thiatgrimus in den echt met<br />
Liaf borg, en uit dit huwelijk werd de H. Liudgerus geboren.<br />
Eene mededeeling van de hoogste beteekenis omtrent den<br />
godsdienst der heidensehe Friezen is gelegen in het bericht<br />
van Altfridus, dat het leven van deze Liaf borg bij hare<br />
geboorte zoo ernstig bedreigd wordt. Hare grootmoeder<br />
was woedend dat zij alleen kleindochters en geen kleinzoon<br />
kreeg, daarom zond zij twee boden uit, die in last hadden<br />
, het kind, waarvan hare dochter bevallen moest, onmiddellijk<br />
na de geboorte te dooden, als het een meisje was.<br />
Die boden nu roofden Liaf borg en wierpen haar in een<br />
watervat, om haar te verdrinken, maar door goddelijke<br />
kracht houdt het kind zich boven water (»want", zegt Altfridus,<br />
»uit haar moesten twee bisschoppen geboren worden"),<br />
totdat eene buurvrouw toeschoot, die het kind aan de<br />
beulen ontrukte en naar hare woning bracht, waar zij het<br />
honig op de lippen legde en het daardoor voor alle gevaar<br />
om gedood te worden beveiligde, want een kind mocht niet<br />
gedood worden, als het eenig voedsel had gebruikt; voor<br />
dien tijd echter kon kindermoord in het heidensch Friesland,<br />
evenals bij alle Germaansche stammen, volgens aloud<br />
gebruik, straffeloos geschieden.<br />
Al spoedig openbaarde zich bij Liudger eene onweerstaanbare<br />
leerlust. Zijn vader Thiatgrimus vertrouwt zijne opvoeding<br />
toe aan Gregoiïus, opvolger van Bonifacius, en<br />
kort daarna begeeft hij zich in een klooster te Utrecht,<br />
waar hij zich zeer bemind maakte. Nadat Liudger Engeland<br />
had bezocht en eenigen tijd aan de Yorksche School<br />
onder den geleerden Alcuinus had vertoefd, zien wij hem<br />
hier te lande zijn arbeid aanvangen. Hij begaf zich naar
157<br />
de heidensche Saksers aan de Usel, waar reeds vroeger<br />
het Evangelie was verkondigd, maar waar het zóó weinig<br />
aanhangers had, dat hij de daar gestichte kerken en kapellen<br />
verbrand vond. Liudger arbeidt er met vrucht, herbouwt<br />
de kerken, maar verlaat spoedig die streken, om<br />
in het eigenlijke Friesland, waar men nog het veelgodendom<br />
aanhing, op nieuw het Evangelie te gaan verkondigen.<br />
Van dit heerschende veelgodendom zijn eene menigte<br />
bewijzen aan te voeren: o. a. de geloftesteen aan Hludana<br />
gewijd, in 1888 in een terp bij Beetgum gevonden. Dat<br />
aan goden en godinnen tempels waren gewijd, lijdt mede<br />
geen twijfel, want Altfridus laat, waar hij van het veelgodendom<br />
in Friesland spreekt, onmiddellijk volgen, dat<br />
Liudger en de zijnen in de door hen verwoeste Friesche<br />
heiligdommen groote schatten buitmaakten, waarvan de<br />
Koning 2 /s en de bisschop Albricus 1 /3 ontving.<br />
Met lang had Liudger in Friesland vertoefd of bisschop<br />
Albricus benoemde hem tot doctor ecclesiae in Ostracho<br />
(Oostergoo) te Dokkum, waar hij vijf jaren bleef en eene<br />
kerk stichtte. Gedurende dien tijd gaf hij ook onderricht<br />
aan de Utrechtsche school. Met grooten lof gewaagt Altfridus<br />
van zijne werkzaamheid te Dokkum, waaraan een<br />
gewelddadig einde gemaakt werd , doordat Wittekind weder<br />
in opstand kwam en de Friezen ten noorden van het meer<br />
Flevo in dien opstand medegesleept werden. Deze eindigde<br />
met een volkomen nederlaag der Saksers, waarvan deze<br />
zich nooit hebben hersteld.<br />
"Verder blijkt uit Altfridus werk, dat er in de heidensche<br />
tempels godenbeelden werden gevonden, aanvankelijk van<br />
hout, later van goud en zilver, in de Friesche tempels<br />
vooral steenen beelden. Ook kwamen menschenoffers bij<br />
de Oude Germanen meermalen voor, en het is niet aan
158<br />
te nemen dat de Friezen, die dezelfde goden als de andere<br />
Germanen vereerden, daarop eene uitzondering maakten,<br />
Wittekind nu wist de Friezen te bewegen om aan hunne<br />
oude goden weder te offeren en Liudger tegen dezen machtigen<br />
stroom niet opgewassen, ontslaat zijne volgelingen en<br />
begeeft zich naar Rome, waar hij in 782 aankwam. Hij<br />
had daar nog geen 3 jaren vertoefd toen hij naar zijn vaderland<br />
terugkeerde, gezonden door Karel den Groote. Zijn<br />
arbeidsveld lag nu ten oosten van de Lauwere en het tegenwoordige<br />
Groningen met het gebied bij Emden. Liudger<br />
arbeidde daar van 785 tot 793 en begaf zich toen op aansporen<br />
des Keizers naar Fosetesland, een eiland tusschen<br />
de Friezen en de Denen gelegen, ongetwijfeld het tegenwoordige<br />
Helgoland. Fosetesland ontleent zijn naam aan<br />
den god Foseta of Forseta, die nu eens gehouden wordt<br />
voor den zoon van Balder, soms ook vereenzelvigd wordt<br />
met Wodan. Altfridus zegt er van, dat hij niet was een<br />
onbekende, weinig gediende god, aan wiens dienst het<br />
eiland was gewijd, waar een groot aantal heiligdommen<br />
te zijner eere waren opgericht. Heilige bronnen zijn verder<br />
niet zeldzaam bij onze voorvaderen en het brengen van<br />
offers aan die bronnen duurde tot ver in de Middeleeuwen<br />
voort. Fosetesland was voor de Friesche en I^oorsche heidenen<br />
een gemeenschappelijke heilige plaats. Wittekind,<br />
die aan de verdelging van zijn legers ontkomen was, ondernam<br />
nogmaals een opstand, welke den arbeid van<br />
Liudger deed staken, maar niet voor langen tijd.<br />
Met de onderwerping van dezen Sakser kwam ook een<br />
einde aan het verzet der Friezen. Onze Liudger werd toen<br />
door Karel naar Sudergo gezonden, waar hij met vele<br />
medestanders ijverig werkte aan de bekeering der ruwe<br />
Saksers. Sudergo zou het tegenwoordige Westfalen zijn.
150<br />
iSTa lang aarzelen nam Liudger zijne benoeming tot Bisschop<br />
aan. De hoofdzetel was Mimigerneford, het tegenwoordige<br />
Munster. De overgang van het heiden- tot het christendom<br />
werd door eenige tegemoetkomingen gemakkelijk gemaakt.<br />
Liudger stond in Keizer Karels gunst en werd nog begiftigd<br />
met de abdij van Leuze bij Doornik in Henegouwen.<br />
Hiermede eindigt het eerste boek van Altfridus. Er<br />
volgen nog twee, maar zij zijn minder belangrijk dan het<br />
eerste. De waarde van geschriften als het thans besprokene<br />
valt eerst dan in het oog, wanneer zij in verband worden<br />
beschouwd met andere gegevens. Zij spreken van mannenmoed<br />
, toewijding en geloofsovertuiging, maar zij wijzen ook<br />
op de godsdienstige voorstellingen en gebruiken onzer voorvaderen<br />
, een onderdeel van den godsdienst der Germanen.<br />
Met een hartelijk woord bedankte de voorzitter den<br />
Spreker voor zijne schoone rede en sloot daarmede de vergadering.<br />
Op de vierde avond-bijeenkomst, op Donderdag 11<br />
Pebr. 18<strong>92</strong>, had de Heer T. J. Velstra de spreekbeurt<br />
op zich genomen. Op aangename wijze droeg hij twee door<br />
hem zelven keurig bewerkte novellen voor in de Priesche<br />
taal. Het eerste had tot titel: de Noren om en bij de<br />
stins fen Hessel Harmana, 876. Daarin schilderde hij hoe<br />
deze edelman, alleen met zijne dochter Prouck op zijne<br />
stins bij Minnertsga wonende, een Noorschen knaap Jarich,<br />
die alleen van een gestrand schip was gered geworden,<br />
had opgevoed. Tot volwassen leeftijd gekomen ontwikkelde<br />
zich bij Jarich groote genegenheid voor Prouck. Hij gaf<br />
haar een klein Noorsch zwaard ten geschenke, het eenigste<br />
erfdeel van zijn vaderland. Weinige jaren later vertoonden<br />
zich de Noormannen weder op de Priesche kust, en landden
1B0<br />
bij Uitgange, het tegenwoordige Berlikum. Terstond trok<br />
Harmana tegen hen op, Frouck met eenige knechten op<br />
de stins achterlatende. Het lot van Jarich wekte de bezorgdheid<br />
op van Frouck, daar hij, nu hij tegen zijn stamgenooten<br />
zou strijden, op eene zware proef zou worden<br />
gesteld. Ook Harmana had daaraan gedacht, maar hem op<br />
zijne verzekering', dat hij zou strijden als een vrije Fries,<br />
om zoo de hand van Frouck waardig te worden, ten strijde<br />
laten gaan. Om Jarichs gangen te bespieden kleedde<br />
Frouck zich als een edelman en verliet de stins. De Noormannen<br />
bleven evenwel niet bij Uitgange, maar belegerden<br />
Harmana-burch, doch waren door de krachtige tegenweer<br />
niet in staat dezen in te nemen. Harmana daarvan verwittigd<br />
trok naar de stins terug, maar nu weken de Noormannen<br />
naar moerassiger streek, waar Harmana met zijne<br />
ruiters weinig kon uitrichten. Toen deze op de stins komende<br />
zijne dochter niet vond, koesterde hij achterdocht<br />
tegen Jarich, schreef haar vertrek aan zinnelooze plannen<br />
toe, voer tegen hem uit en joeg hem weg. Daarop wierp<br />
hij zich op de Noormannen met wie hij een bloedig gevecht<br />
aanving.<br />
Jarich door de bosschen van Westergoo dolende ontmoet<br />
Frouck en wil haar naar haar vaders woning terug brengen<br />
; zij worden evenwel door twee Noormannen overvallen<br />
en Jarich wordt gedood met hetzelfde zwaard dat hij eenmaal<br />
aan Frouck had gegeven, maar dat nu een der Noormannen<br />
haar had ontrukt. Hier treft do Hoofdman der<br />
Noormannen Frouck aan, weenende bij het lijk van Jarich<br />
en herkent aan het zwaard en aan een teeken op de borst<br />
dat deze zijn zoon is.<br />
De Hoofdmannen van beide volken worden later beide<br />
nog in den strijd gewond, Harmana door een Noorsche pijl
161<br />
en Eudolph door een Friesch zwaard. Deze laatste, doodelijk<br />
getroffen, legt nog voor hij sterft aan Harmana de<br />
verklaring af, dat Jarich zijn zoon was. De Friezen overwonnen<br />
, en een Friesch edelman Ifge Galama getuigde,<br />
dat de overwinning grootendeels aan het beleid van Jarich<br />
was te danken. Harmana's hart werd toen week en hij<br />
beklaagde zich dat hij Jarich zoo ruw had bejegend en<br />
liet hem bij de stins begraven.<br />
Een jaar later stierf Harmana aan de bekomen wonden<br />
en Frouck volgde hem spoedig in het graf.<br />
In Jonker Siceo en de werkstaking, gaf Spreker eene<br />
geestige beschrijving, en deed uitkomen hoe, door billijke<br />
verdeeling der loonen, naar maatstaf van het aandeel dat<br />
ieder in de voortbrenging had, de klove tusschen werkman,<br />
werkgever en landheer kon worden gedempt.<br />
De voorzitter was aller tolk toen hij den Spreker bedankte<br />
voor het genoegen dat hij dezen avond verschaft had.<br />
Op de vijfde avond-bijeenkomst, op Donderdag den 10<br />
Maart, trad als Spreker op de Heer Mr. A. Ferf, van<br />
Heerenveen. Hij had tot onderwerp het Friesche Jachtreeht.<br />
De overleden secretaris had hem dit onderwerp aan<br />
de hand gedaan. Hoewel de rechtstudie der jacht dor is,<br />
wordt de jacht zelf hartstochtelijk uitgeoefend. Tot de<br />
komst der Romeinen was de jacht vrij. Zij legden eene<br />
heffing op, namelijk het leveren van de huiden der gevelde<br />
dieren. JSTa de invoering van het Christendom kwam het<br />
jachtrecht in handen van den Keizer en later (in de 10e<br />
eeuw) in die der geestelijkheid, hoewel dit recht aan deze<br />
door de graven van Holland en andere grooten werd betwist.<br />
Omstreeks het midden der 13e eeuw, toen in deze<br />
streken een potestaat met het hoogste gezag werd bekleed,
162<br />
traden ook de grietmannen op. Deze moesten het jachtreoht<br />
handhaven, hetgeen zij echter weinig deden. De<br />
rechtspraak berustte bij den grietman, waardoor deze eene<br />
onbeperkte macht verkreeg, en de democratische geest verdween.<br />
De kloosters, die rijk geworden waren, traden<br />
tegen de grietmannen op, en zoo kreeg vaD lieverlede de<br />
geestelijkheid grooten invloed, die ook op het jachtrecht<br />
overging. Men mag dit althans aannemen, daar van 940<br />
tot 1510 geen document bestaat, waarin over het jachtrecht<br />
gehandeld wordt. Het eerste stuk hieromtrent is van<br />
1517, toen Karel van Gelre het jachtrecht in Friesland<br />
aan Karel Y verkocht. Van nu af komen vele plakkaten<br />
voor. Het jachtrecht werd beperkt, geregeld en om de<br />
vier jaren verpacht. De wildstand werd beschermd en<br />
straffen stonden op de overtreding van de verbodsbepalingen.<br />
Maximiliaan van Buren legde het eerst de grondslagen<br />
van het Friesche jachtrecht. Zijn opvolgers moesten<br />
de bepalingen dikwijls vernieuwen. In 1579 bepaalde de<br />
Graaf van Rennenberg het getal en de soort van honden,<br />
de wijze waarop het wild mocht worden gevangen, en in<br />
welke tijden van het jaar.<br />
Om de 4, en later om de 3 jaren, mocht men niet<br />
jagen en was de verkoop van wild verboden. Na Rennenbergs<br />
afval kregen de Staten het jachtrecht. Zij gaven in<br />
1591 de eerste ordonnantie. Maar onze vaderen bleven<br />
hunne vermeende rechten op prijs stellen. Daarom verschenen<br />
telkens tot in de 18e eeuw nieuwe ordonnantiën.<br />
In 1723 werd het jachtrecht gecodificeerd. Toen werd<br />
bepaald dat mochten jagen: 1°. de Heeren Staten en Gedeputeerden;<br />
2°. de Heeren van het Hof; 3°. de edellieden<br />
, grietmannen en burgemeesters; 4°. de hoplieden,<br />
hoogere officieren en eigenerfden. Van 1 Februari tot 14
163<br />
September, op Zon- en feestdagen en op de sneeuw mocht<br />
niet worden gejaagd. Op de klei zou om de drie jaren<br />
één vrij jaar wezen. Voorts gaf Spreker een overzicht<br />
van de proces-orde en de wijze waarop de vonnissen ten<br />
uitvoer gelegd zouden worden, de rechten en de plichten van<br />
den houtvester. De Stadhouder bekleedde deze betrekking.<br />
Hij had een luitenant tot plaatsvervanger en vier meesterknapen<br />
, die te zamen, met den fiscaal van het land, alle<br />
aanklachten en geschillen berechtten. Men vergaderde tweemaal<br />
per jaar. In 1767 bestond dit college uit Willem V,<br />
opperhoutvester, Jhr. Epo Sjuck van Burmania, luitenant,<br />
T. A. J. Heringa van Eysinga, Gr. F. baron thoe Schwartzenberg<br />
en Hohenlandsberg, Mr. Hermanus van Sloterdyck<br />
en Menno Coehoorn van Scheltinga, meesterknapen. —•<br />
Deze rede was doorweven met eigenaardige beschrijvingen<br />
van de jacht op heren en herten en mededeelingen van<br />
anecdoten en legenden. Zij werd met groote belangstelling<br />
aangehoord en de voorzitter bracht den Spreker eene welverdiende<br />
hulde. Uit het Museum waren eenige voorwerpen<br />
tot opluistering ten toon gesteld, onder meer een geelkoperen<br />
jachthoren, ten geschenke ontvangen van de Erven<br />
van Jhr. Baerd van Sminia.<br />
VI. Wat de geldmiddelen aangaat is te vermelden dat<br />
de Rekening en Verantwoording over het afgeloopen jaar<br />
sluit met ƒ 5112.32, in ontvangst en uitgaaf.<br />
VII. Tot buitengewone leden zijn benoemd de Heeren:<br />
Mr. I. Telting, te 's Gravenhage; Johan Winkler, te Haarlem<br />
; Prof. Dr. Zangemeister, te Heidelberg; J. H. Hessels,<br />
te Cambridge en Vicomte B. de Jonghe, te Brussel.<br />
Tot gewone leden de Heeren : Mr. S. A. Vening Meinesz,
Kii<br />
Dr. F. A. Stoett, Mr. J. Simon van der Aa, A. E. Bierman,<br />
te Amsterdam; Mr. J. D. van der Plaats, Mr. J.<br />
M. van Hettinga Tromp, L. van der Heide, J. van Andel,<br />
J. Wenning, te Leeuwarden; Mr. L. van Hasselt, te<br />
Zwolle; W. K. F. Zwierzina , te Holwerd; Jhr. H. M.<br />
Speelman, te Harlingen; L. Overman, te 's Gravenhage ;<br />
J. Sehulman, te Amersfoort; J. Politiek, te Oudewater ;<br />
G. N. Dudok de Witt, te Breukelen; A. J. Winkler, te<br />
Haarlem ; J. Tigler Wijbrandi, te Utrecht.<br />
In den loop van dit jaar bedankten voor hun lidmaatschap<br />
de Heeren: F. de Boer, te Sneek; R. Cremer, te<br />
Hempens; Mr. Chr. M. Dozy, te Leiden; H. M. T. van<br />
Erp, Mr. J. G. Peeting, te Leeuwarden; D. W. L. Offerhaus,<br />
te Noordwolde; Jhr. M. A. Snoeck, te Hintham ;<br />
W. Terpstra, te Akkrum; L. C. J. P. de Bourbon, te<br />
Deventer.<br />
Overleden zijn, van de buitengewone leden de Heer Mr.<br />
J. de Wal, oud-hoogleeraar te Arnhem, en van de gewone<br />
leden de Heeren: Mr. W. J. baron d'Ablaing van Giesenburg,<br />
te 's Gravenhage; Mr. J. J. Bolman, te Bergum;<br />
T. S. Feenstra, te Sneek; G. Jongsma, te Rinsumageest;<br />
Dr. F. G. Slothouwer, Mr. E. Koning, te Leeuwarden;<br />
Mr. D. Wouters, te Arnhem; R. E. van der Loeff, teMakkinga.<br />
Het Genootschap telde op het eind van het genootschapsjaar:<br />
4 eereleden,<br />
<strong>64</strong> buitengewone leden,<br />
453 gewone leden.<br />
521 samen.<br />
De Secretaris,<br />
W. F. H. COENEN.
Het Bestuur bestaat thans, 18<strong>92</strong>, uit de volgende leden,<br />
de Heeren:<br />
Mr. J. DIRKS, Eere-Voorzitter;<br />
Mr. W. B. S. BOELES, Voorzitter en Bibliothecaris;<br />
Jhr. Mr. F. J. J. VAN EIJSIFGA;<br />
Ds. G. H. VAN BOESSUM WAALKES;<br />
Mr. W. A. VAN SLOTERDIJCK;<br />
Dr. J. ARIËRS KAPPERS;<br />
Mr. A. J. AKDREÆ;<br />
C. H. F. A. CORBELIJN BATTAERD, Conservator;<br />
Dr. W. F. H. COENEN, Secretaris;<br />
H. BEUCKER ANDREÆ, Penningmeester.<br />
De vergaderingen van het Bestuur worden gehouden<br />
eiken Zaterdagnamiddag te twee uur in het gebouw van<br />
het Genootschap (Koningstraat).
ALPÏÏABETISCHE NAAMLIJST<br />
DER<br />
Honoraire-, Buitengewone- en Gene Leden<br />
VAN HET<br />
FRIESCH GENOOTSCHAP<br />
van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde.<br />
October 18<strong>92</strong>.
Beschermvrouw:<br />
Hare Majesteit EMMA, Koningin - Weduwe,<br />
Regentes van het Koninkrijk,<br />
Eereleden.<br />
Z, K. H. Carl Alexander, Groothertog van Saxen-<br />
Weimar-Eisenach,<br />
Z, D. H. Wilhelm Adolph Maximilian Carl, Prins<br />
zu Wied, te Neuwied.<br />
Reenen, Jhr. Mr. Gr. O. J. Van 's Gravenhage.<br />
Dirks, Mr. J. Leeuwarden.<br />
Buitengewone Leden.<br />
Acquoy, Dr. J. O. R.<br />
Albarda, Mr. W.<br />
Barack, Dr.<br />
Bartels, Dr.<br />
Beaufort, Jhr. Mr. W. H. De<br />
Beets, Dr. N.<br />
Bierens de Haan, Dr. D.<br />
Böttger, Dr. Karl<br />
Boot, Dr. J. C. O.<br />
Bremer, Dr. Otto<br />
Capellini, J.<br />
Carsten, Heimïch<br />
Leiden.<br />
Cannstadt.<br />
Straatsburg.<br />
Aurich.<br />
Neerlangbroek.<br />
Utrecht.<br />
Leiden.<br />
Cannstadt.<br />
Amsterdam.<br />
Halle a/d Saaie.<br />
Bologne (Italië).<br />
Dahrenwurth (Holstei<br />
13
Dannenberg, H.<br />
Diegerik, J. A. L.<br />
Dijkstra, Waling<br />
Doedes, Dr. J. I.<br />
Evans, John<br />
Even, E. Yan<br />
Feith, Mr. H. O.<br />
Franks, Dr. Augustus W.<br />
Fredericq, Dr. Paul<br />
Fruin, Dr. R.<br />
Friedlaender, Dr. E.<br />
Habets, J. J.<br />
Heiten, Dr. W. L. Yan<br />
Hessels, J. H.<br />
He wet, Waterman T.<br />
Hildebrand, Dr. Hans<br />
Jonghe, Yicomte B. De<br />
Keilen Jr., D. v. d.<br />
Keilen, J. Ph. v. d.<br />
Kern, Dr. H.<br />
Leemans, Dr. C.<br />
Loon Jz., J. van<br />
Matthijssen, Mej. O. H.<br />
Marsy, A. Comte de<br />
Mestorff, Mej. Joh.<br />
Munro, R.<br />
Nissen, M.<br />
Noodt, Mr. U. J. Huber<br />
Panhuijs, Jhr. Mr. J. Æ.<br />
Pignorini, Dr. L.<br />
Piot, Ch.<br />
Planten, J. R.<br />
170<br />
Berlijn (Bernburger Strasse 19).<br />
IJperen.<br />
Hol werd.<br />
Utrecht.<br />
Nash Mills.<br />
Leuven.<br />
Groningen.<br />
London.<br />
öent.<br />
Leiden.<br />
Berlijn (Bulowstrasse 15).<br />
Maastricht.<br />
Groningen.<br />
Cambridge.<br />
Ithaca (New-York).<br />
Stockholm.<br />
Brussel.<br />
Amsterdam.<br />
»<br />
Leiden.<br />
»<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Compiègne.<br />
Kiel.<br />
Kilmarnock bij Edinburg.<br />
Stedesand, poststation Leek.<br />
Eefde bij Warnsveld.<br />
A. Yan Groningen.<br />
Rome.<br />
Brussel.<br />
New-York.
Pleyte, Dr. W.<br />
Reitsma, Dr. J.<br />
Eogge, Dr. H. C.<br />
Rooses, Dr. Max<br />
Roijaards van den Ham,<br />
Schotel, Dr. O. J. D.<br />
Serrure, R.<br />
Siebs, Dr. Theodoor<br />
Slooten, A. H. Van<br />
Suringar, P. J.<br />
Steenstrup, Dr. J. S.<br />
Stuers, Jhr. Mr. V. de<br />
Tadema, L. Alma<br />
Telting, Mr. I.<br />
Tergast, Med. Doet.<br />
Turniwal, T. J.<br />
Tylor, Edw. B.<br />
Varenbergh, Emile<br />
Veth, Dr. P. J.<br />
Wegener, C.<br />
Winkler, Johan<br />
Wijnne, Dr. J. A.<br />
Zangemeister, Dr. K.<br />
•171<br />
Leiden.<br />
Groningen.<br />
Amsterdam.<br />
Antwerpen.<br />
Mr. W. J. Utrecht.<br />
Oegstgeest.<br />
Parijs (Rue de Richelieu<br />
Greifswald.<br />
Rauwerd.<br />
Leeuwarden.<br />
Kopenhagen.<br />
's Gravenhage.<br />
London,<br />
Gewone Leden.<br />
's Gravenhage.<br />
Emden.<br />
London.<br />
Oxford.<br />
Gent.<br />
Arnhem. »<br />
Kopenhagen.<br />
Haarlem.<br />
. Utrecht.<br />
Heidelberg.<br />
Aa, Dr. B. P. J. C. Simon van der Winterswijk.<br />
Aa, Mr. J. Simon van der 's Gravenhage.<br />
Aeneae, Dr. B. W. Schultetus »<br />
Albarda Jz., Mr. Horatius Leeuwarden.<br />
Alberda van Ekenstein, Jhr. Mr. W. C. A. Groningen.<br />
Alma, Mr. D. Sneek.
Andel, J. van<br />
Andreæ, Mr. A. J.<br />
Andreæ, D. H.<br />
Andreæ, H. Beucker<br />
Andreæ, Mr. S. J. Fockema<br />
Andreæ, I. Nauta<br />
Asbeck, D. baron van<br />
Assen, J. van<br />
Aukes, A. J.<br />
Bakker, G. Murray<br />
Bakker, Dr. L. C. Murray<br />
Bakker, Mr. Gr. A. Murray<br />
Bakkers, F.<br />
Banga, Mr. K.<br />
Banda, R.<br />
172<br />
Battaerd, C. H. F. A. Corbeli<br />
Beaufort, Jhr. Mr. R. de<br />
Beaufort Az., Mr. W. H. de<br />
Beeckman', D.<br />
Beekhuis, Mr. C.<br />
Beekhuis, Th.<br />
Beekhuis, W.<br />
Beekhuis, Dr. W.<br />
Beekkerk, H.<br />
Bekhuis, J. F. H.<br />
Bekker, W.<br />
Bergsma, E. J.<br />
Bergsma, Mr. J. O.<br />
Bergsma, Mr. W. A.<br />
Behrns, Bernh.<br />
Berns, Mr. J. L.<br />
Beijma, Jhr. Mr. C. L. van<br />
Leeuwarden.<br />
Kollum.<br />
7)<br />
Leeuwarden.<br />
Leiden.<br />
Leeuwarden.<br />
Arnhem.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Amsterdam, Amsteldijk 14.<br />
Huizum.<br />
Harlingen.<br />
Leeuwarden.<br />
Hilversum.<br />
Anjum.<br />
n Leeuwarden.<br />
Doorn.<br />
op de Treek bij Amersfoort.<br />
Breda.<br />
Leeuwarden.<br />
Wirdum.<br />
»<br />
Sijbrandaburen.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Buitenpost.<br />
Grouw.<br />
Leeuwarden.<br />
Dr onrijp.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
»
173<br />
Beijma, Jhr. E. D. van<br />
Beijma, Jhr. L. van<br />
Beijma, Jhr. Mr. P. J. van<br />
Bienema, Mr. E. Roos van<br />
Bierma, W.<br />
Bierma, J.<br />
Bierman, A. E.<br />
Binnerts, Mr. H.<br />
Binnerts, S. Gr.<br />
Bisschop, C.<br />
Bloembergen Ezn., Mr. A.<br />
Bloembergen Ezn., R.<br />
Blok, Dr. P. J.<br />
Blom J.Gz., Mr. J. O. van<br />
Blom, Mr. Ph. van<br />
Blom, W. van<br />
Boeles, Mr. W. B. S.<br />
Boer, Dr. R. C.<br />
Boer, Mr. J. Wessels<br />
Boer, F. de<br />
Boer, Mr. J. Klaasesz de<br />
Boissevain, Dr. U. P.<br />
Bolman, I.<br />
Boltjes, Mr. S.<br />
Boltjes, Mr. T. Y. Kingma<br />
Bondam, Mr. A. C.<br />
Brantsen van de Zijp, Mr. W. Gf. baron<br />
Breugel Douglas, Mr. C. baron van<br />
Breuning, D. D.<br />
Brouwer, Dr. N. Reeling<br />
Brugsma, B.<br />
Bruins, Dr. J. A.<br />
Weidum.<br />
Soestdijk.<br />
's Gfravenhage.<br />
Leeuwarden.<br />
Aalsum.<br />
»<br />
Amsterdam.<br />
Heerenveen.<br />
Sappemeer.<br />
Scheveningen.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Groningen.<br />
Leeuwarden.<br />
's Gfravenhage.<br />
Drachten.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Medemblik.<br />
Groningen.<br />
Witmarsum.<br />
Groningen.<br />
Leeuwarden.<br />
Grouw.<br />
Jorwerd.<br />
's Hertogenbosch.<br />
Schaarsbergen,<br />
's Gravenhage.<br />
Wolvega.<br />
Leeuwarden.<br />
Utrecht.<br />
Idaard.
174<br />
Bruinvis, C. W.<br />
Bruns, J. D.<br />
Bubberman, J. J.<br />
Buma, Mr. W. B.<br />
Buma, W. Hopperus<br />
Buma, Mr. J. Minnema<br />
Buning, A. Werumeus<br />
Burger, Dr. C. P.<br />
Burger C.P.z., Dr. C. P.<br />
Bylevelt, Mr. Th. P. van Eyck<br />
Caland, A.<br />
Cammingha, Jhr. J. C. van<br />
Cammingha<br />
Cannegieter<br />
Cannegieter<br />
Cannegieter<br />
Jhr. V. V. van<br />
A.<br />
D.<br />
J. J.<br />
Cannegieter, Dr. T.<br />
Cats, Mr. E. Hanger<br />
Cats, M. Manger<br />
Chijs, Dr. S. A. van der<br />
Coenen, Dr. W. F. H.<br />
Crocq, Gr. du<br />
Cremers, Mr. E. J. M. I. Canter<br />
Dijk van Matenesse, P. J. van<br />
Dirks, J.<br />
Doorninck, D. J. C. van<br />
Dorhout, L.<br />
Dornseiffen, H. Gr.<br />
Drijber, R. H.<br />
Duparc, A.<br />
Eeghen, A. W. van<br />
Eekhoff, J. T.<br />
Alkmaar.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Huizum.<br />
Leeuwarden.<br />
Oostermeer.<br />
Leeuwarden.<br />
Amsterdam.<br />
Bolsward.<br />
Leeuwarden.<br />
's Gravenhage.<br />
Amsterdam.<br />
Hallum.<br />
Tzum.<br />
Perwerd.<br />
Utrecht.<br />
Groningen.<br />
Leeuwarden,<br />
Zutfen.<br />
Leeuwarden.<br />
Amsterdam (Leidsche gracht).<br />
Heerenveen.<br />
Schiedam.<br />
Franeker.<br />
Rijnsburg.<br />
Delft.<br />
Terhorne.<br />
Leeuwarden.<br />
Amsterdam.<br />
Leeuwarden.
175<br />
Engelen, Jhr. Mr. D. O.<br />
Engelman, J. P.<br />
Enschedé, Mr. J. A.<br />
Epkema, Dr. E.<br />
Ermerins, Mr. J. P. N.<br />
Escher, G. A.<br />
Eysinga, Jhr. Mr. A. E. van Boelens van<br />
Eysinga, Jhr. Mr. C. van<br />
Eysinga, Jhr. Mr. P. J. J. van<br />
Eysinga, Jhr. Mr. I. P. van Humalda van<br />
Eysinga, Jhr. Mr. T. Æ. J. van<br />
Eysinga, Jhr. W. C. G. van<br />
Paber, J.<br />
Paber, IJ. O.<br />
Paille, Dr. J. Baart de la<br />
Peenstra Tzn., A.<br />
Feenstra, S. E.<br />
Peickens, A. B. P.<br />
Feith, Mr. J. A.<br />
Pennema, H.<br />
Pennema, R.<br />
Ferf, Mr. A.<br />
Pock, Mr. B. P. W. van Brucken<br />
Pockema, Mr. R.<br />
Polmer, Dr. A.<br />
Fontein, P. van Dalsen<br />
Fontein, L.<br />
Gaastra, Simon<br />
Geer, Mr. B. J. Lintelo baron de<br />
Geer, Jhr. Mr. A. G. de<br />
Geuns, M. van<br />
Giffen, Mr. J. van<br />
Zutfen.<br />
Heerenveen.<br />
Haarlem.<br />
Zalt-Bommel.<br />
Middelburg.<br />
Leeuwarden.<br />
's Gravenhage.<br />
»<br />
Leiden.<br />
Gorredijk.<br />
Harlingen.<br />
Leeuwarden.<br />
Gorinchem.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Groningen.<br />
Sneek.<br />
Buitenzorg.<br />
Heerenveen.<br />
Middelburg.<br />
Almelo.<br />
Rijswijk.<br />
Leeuwarden.<br />
Sneek.<br />
Workum.<br />
Utrecht.<br />
Haarlem.<br />
Leeuwarden.<br />
Wolvega.
17«<br />
Gockinga, Mr. J. J. Leeuwarden.<br />
Gronnet, G. J. Haarlem.<br />
Gorter, Mr. W.<br />
Goslings, D.<br />
Gratama, G.<br />
Gratama, Mr. S.<br />
Gratama, T.<br />
Grave, Mr. E. de<br />
Greebe, Mr. Â.<br />
Greve, Mr. I. de<br />
Griethuijsen Antz., H. van<br />
Grovestins, J. E. N. baron Sirtema van<br />
Haagsma, S.<br />
Haer, Mr. O. J. van der<br />
Haersolte, Mr. C. W. A. baron van<br />
Halbertsma, Dr. T.<br />
Halberstadt, Dr, A.<br />
Hannema, Mr. S.<br />
Hansma, R.<br />
Harinxma thoe Slooten, A. baron van Leiden.<br />
Harinxma thoe Slooten, Mr. B. Ph. bar. v. Leeuwarden.<br />
Harinxma thoe Slooten, Mr. C. L. bar. v. »<br />
Harinxma thoe Slooten, D. J. A. baron v. Leiden.<br />
Harinxma thoe Slooten, Mr. J. S. bar. v. Leeuwarden.<br />
Harinxma thoe Slooten, Mr. M. P. D. bar . v. Olterterp.<br />
Harinxma thoe Slooten, P. A. V. bar. v.<br />
Harinxma thoe Slooten, Mr. R. baron v.<br />
Harmens, D.<br />
Harmens Cz., W.<br />
Hasselt, Mr. L. van<br />
Haver Droeze, Dr. J.<br />
Haverschmidt, F.<br />
's Hertogenbosch.<br />
Delft.<br />
Leeuwarden.<br />
Assen.<br />
Leeuwarden.<br />
Wommels.<br />
Leeuwarden.<br />
Zwolle.<br />
Oosterwolde (Geld.)<br />
's Gravenhage.<br />
Bozum.<br />
Arnhem.<br />
»<br />
Groningen.<br />
Leeuwarden.<br />
's Gravenhage.<br />
Warg-a.<br />
Leiden.<br />
Beetsterzwaag.<br />
Leeuwarden,<br />
Harlingen.<br />
Zwolle.<br />
Leeuwarden.<br />
Schiedam,
177<br />
Heeckeren, D. J. W. baron van Ameland.<br />
Heeckeren v. Wassenaer, R. F. baron v. Dieron.<br />
Heemstra, G-. J. A. A. baron van 's Gravenhagc.<br />
Heemstra, H. L. baron van<br />
Leeuwarden.<br />
Heemstra, W. H. F. baron van Deventer.<br />
Heesen, Gr. W.<br />
Leeuwarden.<br />
Heeres, Mr. J. E.<br />
's Gravenhage.<br />
Heide, K. van der<br />
Leeuwarden.<br />
Heide, L. van der<br />
»<br />
Hellema, W.<br />
Dantumawoude.<br />
Heioma, Mr. M. van<br />
Leeuwarden.<br />
Heioma, Mr. M. M. van<br />
Heerenveen.<br />
Henket, H. M.<br />
Leeuwarden.<br />
Hesse, H. Klugkist<br />
Kollum.<br />
Hettema, Dr. F. Buitenrust<br />
Zwolle.<br />
Hingst, S.<br />
Scheveningen.<br />
Hogeman, J.<br />
Slagharen bij Dedemsvaart.<br />
Honig Jz,, J.<br />
Balk.<br />
Hooif, A. van<br />
Middelburg.<br />
Hoop, Mr. E. J. Thomassen à Thuessink<br />
van der<br />
Leeuwarden.<br />
Horst, 8. Ter<br />
»<br />
Houtsma, Dr. E. 0.<br />
»<br />
Houtsma, Dr. M. Th.<br />
Utrecht.<br />
Houwink Gz., J.<br />
Sneek.<br />
Huber, F. O. A.<br />
Kampen.<br />
Huber, H. W.<br />
Leeuwarden.<br />
Huber, L. J.<br />
Groningen.<br />
Huber, Mr. L. J.<br />
Veendam.<br />
Huber, Mr. U. H.<br />
Leeuwarden.<br />
Huguenin, C. M.<br />
Bussum.<br />
Hijlkema, 8. H.<br />
Leeuwarden.
Iterson, J. E. van<br />
Jamin, J. G. de Groot<br />
Jong, M. K. de<br />
Jong, W. de<br />
Jong, D. Fontein de<br />
Jonge, P. Fabrij de<br />
Jongsma, Mr. E.<br />
Jonkers, Mr. W. H.<br />
Jungius, E. C,<br />
Kappers, Dr. J. Ariëns<br />
Keizer, J. J.<br />
Kempenaer, Jhr. Mr. D. W.<br />
Kerkwijk, C. J. van<br />
Keuning, K.<br />
Kielstra, T.<br />
Kingma, IJ. L.<br />
Klaasesz, J. S.<br />
Kleffens, Mr. A. H. van<br />
Kleffens, Mr. L. W. van<br />
Klinkenberg, A.<br />
Klinkenberg, W. F. K.<br />
Knappert, Dr. L.<br />
Knoop, W. J.<br />
Kolff, Mr. W.<br />
Kollewijn, M. J.<br />
Koning, Mr. J.<br />
Koning, Willem<br />
Korf, O. A.<br />
Kramer, H. H.<br />
Kramer, J. P. Land<br />
Kramers, J. W.<br />
Kreemer, J.<br />
178<br />
v. Andringa de Zutfen.<br />
Oenkerk.<br />
Amsterdam.<br />
Oldeboorn.<br />
Hallum.<br />
Murmerwoude.<br />
Leeuwarden.<br />
's Gravenhage.<br />
Gorredijk.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Makkum.<br />
Alfen a/d Rijn.<br />
Beetsterzwaag.<br />
Middelburg.<br />
Jellum.<br />
Ternaard.<br />
Harlingen.<br />
Veenwouden.<br />
Sijbrandaburen.<br />
Leeuwarden.<br />
Dokkum.<br />
's Gravenhage.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Heerenveen.<br />
Tjummarum.<br />
Heerenveen.<br />
Leeuwarden.<br />
Dokkum.<br />
Leeuwarden.<br />
Malang (O.-I.)
hi,,.<br />
179<br />
Krul, Dr. R.<br />
Kuiper, Dr. E. T.<br />
Kuipers, C. A.<br />
Kuipers, E. W.<br />
Kuipers, H.<br />
Kuipers, J.<br />
Kuipers, Mr. J. J.<br />
Kijmmell, Mr. J. W.<br />
Kijmmell, Mr. P. D.<br />
Lam Az., H.<br />
Land, A. A.<br />
Lankhorst, N. J.<br />
Leeuwen, Mr. J. van<br />
Lieftinck J.Wz., F.<br />
Liezenberg, J. L.<br />
Limburg Stirum, C. W. graaf<br />
Loeff, Dr. C.<br />
Loosjes, A.<br />
Luiking, H.<br />
Lycklama à Nijeholt, Jhr. A.<br />
Lycklama à Nijeholt, B. J.<br />
Lycklama à Nijeholt, P.<br />
Lijnden, R. baron van<br />
Maas, M. H.<br />
Martin, A.<br />
Meer, 8. E. van der<br />
Meindersma, Dr. 8.<br />
Meijer, A.<br />
Menalda, Mr. C. B.<br />
Menalda Az., G.<br />
Menalda, H.<br />
's Gravenhage.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Hantumhuizum.<br />
Leeuwarden.<br />
Buitenpost.<br />
Utrecht.<br />
»<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Franeker.<br />
Sneek.<br />
Leeuwarden.<br />
Haarlem.<br />
Schiedam,<br />
van Arnhem.<br />
Leeuwarden.<br />
Amsterdam.<br />
Lemmer.<br />
Wiesbaden.<br />
Leiden.<br />
Rotterdam.<br />
Beetsterzwaag.<br />
Makkum.<br />
Amsterdam.<br />
(Oldebarneveldskade 17).<br />
Drachten.<br />
Leeuwarden.
180<br />
Messcher Mackay, P.<br />
Meulen, J. H. van der<br />
Meulen, M. E. van der<br />
Meulen, R. van der<br />
Meurs, Mr. P. A. N. S. van<br />
Meursinge, Dr. A.<br />
Middelburg, Dr. H. A.<br />
Miedema, A.<br />
Miedema, Â. S.<br />
Molen, W. T. van der<br />
Moltzer, Mr. H. E.<br />
Moquette, F. J. P.<br />
Mulder, J.<br />
Mulder, Dr. J.<br />
Muiier, Mr. J. Haitsma<br />
ISfaersen, L. U. Rengers van<br />
Nes van Meerkerk, Mr. N. H, van<br />
Nolet, M. J.<br />
Nonhebel, J. C. K.<br />
Numan, Mr. O. W. Star<br />
Onnekes, A. J.<br />
Oosterbaan, E, J.<br />
Oosterhoff, W. J.<br />
Oosting, J. Bieruma<br />
Oosting, J. Bieruma<br />
Oppedijk, H.<br />
Oppedijk, W. M.<br />
Ort, J. A.<br />
Outeren, Mr. J. P. van<br />
Overman, L.<br />
Paehlig, Mr. C. C.<br />
Paehlig, J. J.<br />
Hilversum.<br />
Drachten.<br />
Bolsward.<br />
Rotterdam.<br />
's Gravenhage.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Sneek.<br />
Groningen.<br />
Sneek.<br />
Utrecht.<br />
Rotterdam.<br />
Franeker.<br />
Zaandijk.<br />
Harderwijk.<br />
's Gravenhage.<br />
Leeuwai'den.<br />
»<br />
Ee.<br />
's Gravenhage.<br />
Winkel.<br />
Drachten.<br />
Leeuwarden.<br />
Oranjewoud.<br />
Leiden.<br />
Hommerts.<br />
IJlst.<br />
's Hertogenbosch.<br />
Haarlem.<br />
's Gravenhage.<br />
Sneek.<br />
Leeuwarden.
181<br />
Pallandt van Waardenburg en Meerijnen,<br />
W. C. baron van Neerijnen.<br />
Panhuijs, Mr. A. A. F. baron van Leeuwarden.<br />
Peereboom, Mr. P. Bolsward.<br />
Peereboom, W. A. »<br />
Pelinck Stratingh, Mr. J. Bergum.<br />
Plaats, Mr. J. D. van der Leeuwarden.<br />
Plantenga, F. »<br />
Politiek, J. Oudwoude.<br />
Poppes, P. C. Balk.<br />
Poppes, Mr. P. S. »<br />
Popta, G. A. van Utrecht.<br />
Postma, Titus Leeuwarden.<br />
Potma, Mr. A. Bergum.<br />
Prakken, Mr. G. J. Leeuwarden.<br />
Prins, Dr. A. Winkler Lisse.<br />
Eeidsma, M. H. Sneek.<br />
Eeijnders, S. Leeuwarden.<br />
Eeitsma, D. G. Oostermeer.<br />
Rengers, B. E. 8. van Weideren baron Langweer.<br />
Eengers, J. P. van Weideren baron Ysbrechtum.<br />
Eengers, S. G. van Weideren baron Wageningen.<br />
Eengers, Th. M. Th. van Weideren baron Leeuwarden.<br />
Eengers, Mr. W. B. E. v. Weideren baron 's Gravenhage.<br />
Eengers, W. C. G. van Weideren baron »<br />
Eengers, Mr. W. J. van Weideren baron Leeuwarden.<br />
Eiemsdijk, Jhr. Mr. Th. van 's Gravenhage.<br />
Rieu, Dr. W. JN". du Leiden.<br />
Eingnalda, O. Huizum.<br />
Einkes, J. J. Joure.<br />
Eodenburgh, C. de Jong van Haarlem.
Koegholt, L. P.<br />
Roever, Mr. N. de<br />
Eömer, Mr. C. A.<br />
Romer, Dr. J. A.<br />
Romer, W.<br />
Roij, A. Ie<br />
Rutgers, Dr. F. L.<br />
Rutgers, Dr. S. J.<br />
Rhijn, Dr. C. H. van<br />
Sasse Az., Dr. J.<br />
Salverda, Mr. S.<br />
Schaaf, F.<br />
Schaaf, J. H. L.<br />
Schaafsma, Mr. E.<br />
Scheer, J. van der<br />
Scheffer, Dr. J. O. de<br />
Scheltinga, Mr. H. W.<br />
Schepers, Dr. J. A.<br />
Schmidt Schaaff, P.<br />
Schreuder, Dr. J. C.<br />
Schröder, J. H.<br />
Schulman, J.<br />
Schutte, J. F.<br />
182<br />
Hoop<br />
de Blocq<br />
Leeuwarden.<br />
Amsterdam.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Grouw.<br />
Venlo.<br />
Amsterdam.<br />
Hallum.<br />
Groningen.<br />
Koog a/d. Zaan.<br />
Leeuwarden.<br />
Tjerkwerd.<br />
Haarlem.<br />
Dokkum.<br />
Leeuwarden.<br />
Amsterdam.<br />
van Oranjewoud.<br />
Grouw.<br />
Stiens.<br />
Leeuwarden.<br />
»<br />
Amersfoort.<br />
Amsterdam (Heerengr. 127).<br />
Schwartzenberg en Hohenlansberg, U.<br />
baron thoe Utrecht.<br />
Schijfsma, E. W. Kampen.<br />
Servatius, Mr. B. W. N. Leeuwarden.<br />
Sickenga, Mr. J. Wolvega.<br />
Sickenga, N. »<br />
Sillem, Mr. J. A. Amsterdam.<br />
Singels, J. C. Leeuwarden.<br />
Sjerps, W. P. »
183<br />
Sleeswijk, Mr. S.<br />
Amsterdam.<br />
Sleeswijk S.<br />
Wolvega.<br />
Slooten, P. J. D. van<br />
Terband.<br />
Sloterdijck, Mr. J. L. van<br />
Leeuwarden.<br />
Sloterdijck, Mr. W. A. van<br />
»<br />
Sloterdijck, J. L. van<br />
Leiden.<br />
Sloterdijck, L. R. van<br />
»<br />
Slothouwer, Dr. O. M.<br />
Rotterdam.<br />
Slothouwer, A. H. Duval<br />
Utrecht.<br />
Sluis, W. A. van der<br />
Appelscha.<br />
Smeding, A. J.<br />
Roordahuizum.<br />
Smids, H. P.<br />
Hardegarijp.<br />
Sminia, Jhr. A. J. van<br />
Leiden.<br />
Sminia, Jhr. W. van<br />
»<br />
Smits van Mieuwerkerk, J. A. Dordrecht.<br />
Snouck Hurgronje, Mr. W. J. 's Gravenhage.<br />
Speelman, Jhr. H. M.<br />
Harlingen.<br />
Speelman, Jhr. J. M. Wobma Leeuwarden.<br />
Sprenger, W.<br />
»<br />
Staas, Th. M.<br />
»<br />
Stam, T. A.<br />
Sneek.<br />
Staveren, Dr. M. van<br />
Leeuwarden.<br />
Stephanik, Joh. W. Amsterdam (Heerengracht 231)<br />
Stoett, Dr. F. A.<br />
Amsterdam.<br />
Storm van 's G-ravesande, Jhr. J. J. J. Arnhem.<br />
Suchtelen van de Haere, Jhr. Mr. O. van Leeuwarden.<br />
Suringar, Hugo<br />
»<br />
Suringar, Dr. L. J.<br />
Amsterdam.<br />
Swart, I. de<br />
Leeuwarden.<br />
Swinderen, Jhr. Mr. J. H. F. K. van Rijs bij Balk.<br />
Swinderen, Jhr. Mr. P. J. van Assen.<br />
Swinderen, Jhr. Mr. O. de Marees van Leeuwarden.
184<br />
Sijbenga, Â.<br />
Metslawier.<br />
Sijtzama, Mr. J. G. W. H. bar on van Zutfen.<br />
Sleeswijk, F. 0.<br />
Lemmer.<br />
Taconis, B.<br />
Leeuwarden.<br />
Tadema, Mr. J. G.<br />
Oosterwolde.<br />
Telting, Mr. A.<br />
's Gravenhage.<br />
Telting, Mr. J. W.<br />
Zwolle.<br />
Terpstra, Mr. W.<br />
Leeuwarden.<br />
Theunisse, J.<br />
»<br />
Timmers Verhoeven, P, F.<br />
»<br />
Tjebhes, Mr J.<br />
»<br />
Tjebbes, K.<br />
Workum.<br />
Tour v. Bellinchave, Mr. W. M. baron du 's Gravenhage.<br />
Trip, Mr. H.<br />
Amsterdam (Parkweg 42)<br />
Troelstra, J.<br />
Leeuwarden.<br />
Troelstra, Mr. P. J.<br />
»<br />
Tromp, A. H.<br />
Woudsend.<br />
Tromp, Dr. J. C.<br />
Balk.<br />
Tromp, M. H.<br />
Woudsend.<br />
Tromp, W. A.<br />
»<br />
Tromp, Mr. J. M. van Hettir ga Leeuwarden.<br />
Tromp, Mr. T. van Hettinga<br />
»<br />
Tuinhout, F. Fontein<br />
's Gravenhage.<br />
Yalkenburg, S. Draisma van Leeuwarden.<br />
Veen, Mr. D. van dei-<br />
»<br />
Veen, Dr. S. D. van<br />
Groningen.<br />
Veen, C. J. van der<br />
Oldeboorn.<br />
Vegilin van Claerbergen, Jhr. A. J. Joure.<br />
Vegilin van Claerbergen, Jhr. V. L.<br />
Vegilin van Claerbergen, Jhr. D. M.<br />
»<br />
Van Burmania<br />
Hilversum.<br />
Vegter J.<br />
Joure.
185<br />
Yelstra, K.<br />
Velstra, T. J.<br />
Velzen, Dr. S. K. Thoden van<br />
Vening Meinesz, Mr. S. A.<br />
Vermaes, S. J.<br />
Vermeer Az., J.<br />
Vermeer, Mr. L. D. W. Losecaat<br />
Verschuur, Mr. H. D. van Ketwieh<br />
Verwer, Mr. Julius<br />
Visser, C. W. C. T.<br />
Visser, R. J.<br />
Vies, M. J.<br />
Vonk, P.<br />
Vos van Steenwijk, Mr. J. W. J. baron de<br />
Vriend, H.<br />
Vries, B. J. de<br />
Vries, H. P. J. de<br />
Vries, Dr. J. de<br />
Vries, A. Draaisma de<br />
Vrieze, Mr. O. W. de<br />
Waalkes, O. H. van Borssum<br />
Wagenaar, L.<br />
Wagenaar, Dr. L. H.<br />
Wageningen, Mr. H. J. S. M. van<br />
Wageningen, H. L. van<br />
Wageningen thoe Dekama, J. H. J. van<br />
Wassenaar, K. A.<br />
Wassenaar, H. M. Laurman<br />
Weide, J. D. van der<br />
Wendt, Mr. H. M. de<br />
Wenning, H.<br />
Wenning, J.<br />
Mantgum.<br />
Leeuwarden.<br />
Warnsveld,<br />
Amsterdam.<br />
Leeuwarden.<br />
Zwolle.<br />
Leeuwarden.<br />
Arum.<br />
Workum.<br />
Leeuwarden.<br />
's Gravenhage.<br />
Leeuwarden.<br />
Utrecht (Twijnstr.).<br />
Leeuwarden.<br />
Franeker.<br />
Achlum.<br />
Leeuwarden.<br />
Huizum.<br />
Leeuwarden.<br />
Arnhem.<br />
»<br />
Jelsum.<br />
»<br />
Huizum.<br />
Wommels.<br />
Leeuwarden.<br />
1 'i
1 80<br />
Wentholt, Mr. L, R, Weidum.<br />
Westenberg, Mr. H. Th, Leeuwarden.<br />
Wester, J. Q-. »<br />
Wieheren, J. J. G. van »<br />
Wicheren, J. J. O. van Ter Neuzen.<br />
Wierdsma, Mr. C. Wichers Leeuwarden.<br />
Wierdsma, D. Wichers »<br />
Wierdsma, P. Wichers Huizum.<br />
Wierdsma, Mr. W. W. Wichers Franeker.<br />
Wiersma, A. Leeuwarden.<br />
Wigersma H. »<br />
Winkel, Dr. J. te Amsterdam.<br />
Winkler, A. J. Haarlem.<br />
With, G. N. de Sloten.<br />
With, Mr. J. Minnema de Leeuwarden.<br />
Witt, G. N. Dudok de Breukeîen.<br />
Witteveen, Mr. F. Ternaard.<br />
Witteveen, J. TS. Leeuwarden.<br />
Wolff, Mr. I. »<br />
Wouda, N. Sneek.<br />
Wubben, C. P. Ebbinge Hoogeveen.<br />
Wijbrandi, G. Tigler Veen wouden.<br />
Wijbrandi, J. Tigler Utrecht.<br />
Yperj, F. Amersfoort.<br />
Zaalberg, J. A. Zaandam.<br />
Zwierzina, W. K. F. Holwerd.
O V E R D E<br />
verbanning van ÏL C Geestelijken<br />
in het jaar 1580,<br />
DOOE<br />
J. H O G E M A N.
OVER DE<br />
VERBANNING VAN R. C. GEESTELIJKEN<br />
uit Friesland, in het jaar 1580,<br />
DOOK<br />
J. W O G E M A N,<br />
De Conscriptio exulum van Hotzo Aecxma, Deken van<br />
Bolsward en Pastoor te Wolsum, na 1580 te Noorddij k<br />
bij Groningen, bevat eene alles behalve volledige lijst der<br />
verbannen R. C. Geestelijken, wat zij dan ook niet beweert<br />
, hoewel Dr. Reitsma, in zijne verhandeling geplaatst<br />
achter het Register van de Geestelijke goederen van Oostergo,<br />
er van uitgaat, dat zij bijna volledig is. Zoo weet die lijst<br />
niets van den Pastoor van Hardegarijp, die in een boek<br />
in de bibliotheek te Steenwijkerwold, getiteld: Dionysius<br />
Carthusianus in quinque libros sapientiales, schrijft in het<br />
Latijn:<br />
»Ik Wilhelmus Johannes van Mackinga, pastoor te Har-<br />
»degarijp, heb dit boek gekocht voor '25 stuivers te Einden,<br />
»den 14 Maart 1588, in het 8ste jaar van mijne ballingsschap,<br />
en ik ben daar uitgedreven en beroofd door de<br />
»haeretici (et expulsus sum et spoliatus ab haereticis Frisii<br />
»ordinis) den 25 April 1580."
1 90<br />
Na 1590 was hij nog te Emden: sredii anno 159+ in<br />
patriam adjutorio Philippi Regis Hispanorum." Dat er ook<br />
sommigen naar Emden zijn uitgeweken, daarvan weet de<br />
Conscriptio, van Geestelijken hoegenaamd niet, doch wel<br />
van anderen. Wat nog meer aantoont hoe weinig Heer<br />
Aecxma op de hoogte was van Geestelijken, zelfs uit zijne<br />
nabijheid, en niet onbekenden, is dit: dat hij niets weet<br />
van Sibrandus Leo, wiens Tabula Geographica Frisiae reeds<br />
in 1549 door Jacobus van Deventer was uitgegeven. Doch<br />
Sufiridus Petri verhaalt ons dat hij, Kloosterling van Lidlum,<br />
eerst pastoor werd te Menaldum, toen te Berlikum,<br />
hierop weer te Menaldum, waaruit hij gebannen werd en<br />
daarna als balling in het klooster Cusemer, ook in de<br />
provincie Gioningen, verkeerde, (ejectus in exilium, extorris<br />
in Cusemer), waar hij stierf in 1588.<br />
Slaat men andere berichten na, b.v. het bovenvermeld<br />
Register der Geestelijke goederen, onmiddellijk na die verbanning<br />
gemaakt, dan ziet men meermalen, dat er geen<br />
Geestelijken in sommige dorpen meer waren of dat zij weg<br />
waren. Dit laatste wordt, om iets te noemen, gezegd van<br />
den Pastoor van Reitsum etc. Ook zien wij dat hij weinig<br />
op de hoogte was, daaruit, dat Solckema nog van een half<br />
dozijn aanteekent, die tusschen 1580 en 1584 in Groningen<br />
, en twee, die in Groningerland gestorven zijn, schoon<br />
Aecxma, misschien een oud man, toen nog leefde en bij<br />
Groningen Pastoor was. Doch wat vooral de onvolledigheid<br />
der Conscriptio aantoont is het feit, dat zich bij en<br />
om het leger van Rennenberg bij Steenwijk, welke stad<br />
hij van 18 Oct. 1580 tot 25 Februari 1581 belegerde,<br />
omtrent vierdehalf honderd spapen en monniken" ophielden.<br />
De protestant geworden Zeger ter Stege, gestorven 1601,<br />
secretaris der stad, heeft eenige historische nota's over
11)1<br />
Steenwijk geschreven, die Ebbinge Wubben heeft uitgegeven<br />
, doch die niet in den handel zijn, waarin hij o. a.<br />
schrijft: «Gedurende het beleg van Steenwijk vergaderden<br />
»hier vele papen en monniken, die in Friesland, Gronin-<br />
»gerland, Overijsel en Drenthe waren verjaagd en verloo-<br />
»pen, en maakten een vaandel van omtrent vierdehalf<br />
* honderd hoofden, daarvan een onder haar Capitein was,<br />
«genoemd Wijckel, pastoor tot Houwerd, maar zijn meest<br />
»alle gestorven." Uit Groningen en Drenthe, waar, toen<br />
Eennenberg tot de gehoorzaamheid aan den Koning teruggekeerd<br />
was en voor Steenwijk lag, het nu vrij veilig<br />
was, zullen er wel niet veel bij geweest zijn. De Geestelijken<br />
van Steenwijk zelf waren in Juni/Juli, toen de bezetting<br />
in Steenwijk versterkt was, reeds naar Groningen<br />
geweken, zonder dat iemand, zegt Ter Stege, ze preste<br />
om heen te gaan. In Overijsel, behalve in de steden, waar<br />
staatskrijgsvolk was, was het ook zoo onveilig niet. Deze<br />
zullen wel het meest op de Hardenberger heide en elders,<br />
b.v. te Raalte, bij de malcontenten geweest zijn; en wie<br />
weet hoeveel Friezen. De Conscriptio weet slechts van<br />
enkele Friezen, die zich daar bevonden.<br />
Friesland wordt het eerst genoemd door Ter Stege, waar<br />
juist in dat jaar, volgens de andere schrijvers, die verbanning<br />
plaats vond. De Pastoor van Cuinre, Henricus<br />
Cornelii, ging naar Alkmaar en stierf daar eerst in 1615,<br />
in den schoot der kerk.<br />
Als men de dorpen van Friesland optelt, dan krijgt men<br />
320, met de steden 335; en alleen te Steenwijk waren er<br />
350, hoewel men juist niet alle pastoors hier zoeken mag.<br />
Dan heeft men nog de 134 wereldsche Geestelijken van de<br />
Conscriptio exulum, en dan nog die elders als verdwenen<br />
in 1580, b.v. in het >;Register van de geestelijke goederen
1<strong>92</strong><br />
van Oostergo'*', schitteren door afwezigheid uit de dorpen.<br />
Zoo bekomt men eene groote lijst van ballingen. Als iets<br />
bijzonders staat bij één opgeteekend: »is gereformeerd geworden".<br />
Dit was in'4580, bij die opschrijving, iets bijzonders<br />
, later zijn nog wel enkelen gereformeerd geworden,<br />
doch dat kon hij toen nog niet weten.<br />
Het was voor den Pastoor van Noorddijk, om de tijdsomstandigheden<br />
vooral, ondoenlijk om ze allen terug te<br />
vinden. Hij teekende aan, wat hij zoo nu en dan, van 1<br />
dezen of genen hoorde, vindt eindelijk dat hij een tamelijke<br />
lijst heeft, schrijft ze circa 1585 in een boek over, laat<br />
tussehenruimten, waar men later de insignia, de wapens<br />
of' familie-merken plaatste, vult later zelf aan, ook Solckema<br />
vult aan, eindelijk weet men niet meer, laat het liggen en<br />
het blijft een incompleet werk, dat enkel niet van de<br />
Geestelijken of het Hof, doch van de burgers van Leeuwarden<br />
eene compleete lijst schijnt te bevatten; en het zou<br />
uiterst oppervlakkig zijn, dit als eene volledige lijst te beschouwen<br />
der in 1580 uit Friesland gebannen R. C. Geestelijken.<br />
Het exemplaar van de Conscriptio exulum, dat aan<br />
R. Solckema behoorde, duidt juist het tegenovergestelde aan<br />
van eene compleete lijst der ballingen van 4580. Volgens<br />
het 7e Verslag van het Friesch Genootschap, bl. 170,<br />
heeft het ten opschrift; Conscriptio exulum non omnium,<br />
of, zooals Mr. A. J. Andreæ te Kollum mij schrijft: »aliquorum,<br />
non omnium" ; alzoo: Beschrijving van (sommige)<br />
ballingen, niet van allen. Genoegzaam onverschillig voor<br />
dit punt is het nu, of dit bijvoegsel, dat de lijst of Conscriptio<br />
niet allen doch sommigen opnoemt, van den balling<br />
en schrijver Aecxma, later pastoor van Noorddijk bij<br />
Groningen, of van zijn medeballing en tijdgenoot R. Solckema<br />
is, die misschien iets langer leefde; daar beide even
198<br />
bevoegde tijdgenooten zijn, om te merken dat de lijst zeer<br />
onvolledig was.<br />
Volgens eene mij welwillend verstrekte mededeeling van<br />
Mr. Andreæ, komen nog bovendien meer personen in die<br />
Conseriptio niet voor, wier namen vermeld staan in het<br />
Charterboek van Friesland IV, blz. 160, 178 en 190, als:<br />
Douwe Alles, Mr. Frederick Aerntz, Jan van Allemenum,<br />
Johannes Benckes, Jan Brecker, Mr. Douwe Broersma<br />
(volgens Chtb. IV, bl. 4, secretaris van Sneek), Jelle<br />
Broersz, Mr. Jan Charles, Rommert Coster, Jan Bgberts,<br />
Heer Evert, Pieter Graffelman, Gferben Gerbesz, Hoeyte<br />
Hoeytema, Marten Heinckes (dit is denkelijk Marten<br />
Hanckes of Hancomius, die wel vermeld is), Pilgrom ten<br />
Indijck (oud-Grietman van Ferwerderadeel), Lieuwe Jansz.<br />
van Arum, Pieter Jongema, Symon Jelthiesz, Bonne Liklema,<br />
Gosse Mentz., Hero van Ockinga, Pauwels Glasemaker,<br />
Foppe Pauels, Taeke Binthiesz, Rienck Thialles,<br />
Frans Thijsz, Luyte Thijsz, Sicke Ulders, Jacob Vliermaal,<br />
Tjepke Wythiesz, Watze, alias Zwarte Watthie,<br />
Sipke Roever en Hendrik Wever; en zoo zijn er misschien<br />
nog meer, die niet in de Conseriptio staan.<br />
SLAGHAREN.<br />
J. HOGEMAN.
LIJST VAN VOORWERPEN<br />
AAN HEI<br />
FRIESCH GENOOTSCHAP<br />
van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde<br />
GESCHONKEN,<br />
in bruikleen gegeven, of aangekocht,<br />
1 8 9 1—1 8 9 2.
L AANWINSTEN VAN HET MUSEUM.<br />
A. GESCHENKEN.<br />
Van den Heer Mr. W. Albarda, te Ginnekeii.<br />
Een collectie grond- en steensoorten , versteeningen , kienhout,<br />
enz. , op verschillende plaatsen in Friesland in den grond gevonden<br />
en door den schenker , voor ongeveer 40 jaren , bijeenverzameld en<br />
gedetermineerd.<br />
Van den Heer Mr. A. J. Andreæ, ie Kolluni.<br />
Groote beenen schaats. Lengte 27 c.M.<br />
Gevonden in de terp te Burum.<br />
Van den Heer S. H. A. Begeman , te Hol werd.<br />
IJzeren schapenschaar. Lengte 18 c.M.<br />
Gevonden in de terp , op ongeveer 5 minuten zuidwest van hel<br />
dorp Holwerd.<br />
Van den Heer G. N. de Boer, te B 1 ij a.<br />
Fraaie fibula. Lengte 4.2 c.M.<br />
Gevonden in de terp op »Sijtsina" onder Vaardeburen te Bll'ja.<br />
Van den Heer Jhr. Mr. F. J. J, Van El'jsïnga, te Leeuwarden.<br />
Schiji'vormig gewicht van geelrood gebakken aarde , in het midden<br />
is een groot gat geboord ; vermoedelijk als visehnetverzwaring gebezigd.<br />
Middellijn 10 c.M.<br />
Schedel van een paard.<br />
Schedel van een veulen.<br />
Twee fragmenten van bokkenschedels.<br />
Gevonden in de terp te EngeÏUm,<br />
Van den Heer Dr. A. Folmer , te E e n r u in.<br />
Fraaie bronzen fibula , van Noordscheu vorm. Lengte 6.2 c.M.<br />
Gevonden in een terp te rÜolwerd.<br />
Van den Heer E. W. Kuipers, te H a n t u m h u i z u m.<br />
Helft van een handmolensteen. Middellijn 37 c.M.<br />
Twee/derde gedeelte van een handmolensteen. Middellijn 49 e.M.
,<br />
Fragment van een schedel van een paard.<br />
Twee hoornpitten van runderen.<br />
Gevonden in de terp te HantumhuiZUm.<br />
Van den Heer Th. Kuipers , te Heer en veen.<br />
Punt van een steenen strijdbijl of van een wig.<br />
Gevonden in het zand op de heide bij Bakkeveen.<br />
Van den Heer T. G. van der Meillen, te Berg u m.<br />
Brokstuk van een zeer grooten pot van grijsgeel gebakken aarde,<br />
met bijbehoorende fragmenten.<br />
Bolvormige pot van zwart gebakken aarde, met wijden buik ,<br />
nauwe opening en opstaanden omgebogen rand (defect). Hoogte<br />
14 c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />
Dergelijke pot van zwart en rood gebakken aarde , waaraan een<br />
handvatseî. Hoogte 11 c.M. Middellijn 14.5 c.M.<br />
Pot van geel en zwart gebakken aarde, met platten bodem ,<br />
wijderen buik en eenigszins omgebogen rand ; bij den rand zijn met<br />
een werktuig ingedrukte figuren ter versiering aangebracht. Hoogte<br />
14 c.M. Middellijn 16 c.M.<br />
Potje van grauwgrijs gebakken aarde, met platten bodem , uitkopende<br />
wanden en rechtopstaanden rand. Hoogte 6 c.M. Middellijn<br />
7.5 c.M.<br />
Bolvormig potje van grauwrood gebakken aarde met rechtopstaanden<br />
rand. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />
Schijfvormig gewicht van grauwgrijs gebakken aarde; in het<br />
midden is een gat geboord. Middellijn 13.5 c.M.<br />
Deze voorwerpen zijn voor vele jaren vermoedelijk in Drenthe<br />
gevonden.<br />
Van den Heer Mr. W. J. van Weideren baron Rengers, te<br />
Leeuwarden.<br />
Stuk been van een dier , de eene zijde glad, de andere eenigszins<br />
bolvormig en met cirkeltjes versierd. Lengte 5.5 c.M.<br />
Bronzen krabber met aangehechte holle pijp. Lengte 6 c.M.<br />
Gevonden in de terp op »Bilgaard" onder Leeuwarden.<br />
Van den Heer Jhr. Mr. J. H. F. K. Van Swindflren , te K ij s<br />
bij Balk.<br />
Peervormig potje van greelgrijs gebakken aarde, op een zeer
5<br />
smallen voet, met zeer scheei'uitloouende wanden en nauwe opening.<br />
Hoogte 6.5 c.M. Middellijn 6.5 c.M.<br />
Gevonden in de Basseleurs teq> onder Witmarsum.<br />
Van den Heer A. L, Uitenhage de Mist, te Grou w.<br />
Potje van donkerbruin gebakken aarde, met platten bodem, wijden<br />
buik en rechtopstaanden rand. In het potje zijn eenige verbrande<br />
beenderen. Hoogte 5 c.M. Middellijn 8 e.M.<br />
Gevonden in den grond in Friesland.<br />
Van de Heeren K. Veîstra, te M antgii m , en T. Velstra ,<br />
te Leeuwarden.<br />
Kraal van rood en zwart gebakken aarde, aan de eene zijde<br />
eenigszins oploopende. Middellijn 5 c.M.<br />
Platte kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 5.2 c.M.<br />
Kraal van donkergrijs en rood gebakken aarde, aan de eene zijde<br />
oploopende. Middellijn 4.9 c.M.<br />
Kraal van roodgeel en grijs gebakken aarde. Middellijn 3.3 c.M.<br />
Spinklosje van wit en grijs gebakken aarde. Middellijn 4.4 c.M.<br />
Dergelijk van grauwgeel gebakken aarde. Middellijn 4 c.M.<br />
Dergelijk van wit gebakken aarde. Middellijn 3.1 c.M.<br />
Beenen kam met één rij tanden , zeer ruw bewerkt (bijna alle<br />
tanden ontbreken). Lengte 17.5 c.M.<br />
Helft van een beenen kam met één rij tanden ; het handvatsel<br />
met lijnen en cirkels versierd.. Nog lang 17.5 c.M.<br />
Beenen kam met twee rijen tanden , het handvatsel aan de beide<br />
einden der kam met lijnen versierd. Lengte 15.5 c.M.<br />
Beenen opsteekkam. Lengte 15 c.M.<br />
Plat stuk been , fraai met lijnen en cirkeltjes versierd (vermoedelijk<br />
dekblad van een kam), gedeeltelijk afgebroken. Nog lang 8.2 c.M.<br />
Beenen haarnaald ; de punt afgebroken. Nog lang 18 c.M.<br />
Dergelijke. Nog lang 15.5 c.M.<br />
Dergelijke. Nog lang 10.5 c.M.<br />
Beenen haarnaald. Lengte 12.3 c.M,<br />
Dergelijke. Lengte 12 c.M.<br />
Dergelijke. Lengte 11.9 c.M.<br />
Dergelijke. Lengte 10.8 c.M.<br />
Dergelijke. Lengte 10.3 c.M.<br />
Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord<br />
(knoop). Middellijn 4.8 c.M.<br />
Dergelijke. Middellijn 4.5. c.M.
6<br />
Hooge beenen kraal. Middellijn 3.3 e.M.<br />
Platte beenen kraal, fraai met lijnen en inpuntingen versierd.<br />
Middellijn 4.8 c.M.<br />
Beenen kraal, met cirkeltjes versierd. Middellijn 4.3 c.M.<br />
Platte beenen kraal , uit drie met bronzen staafjes aan elkander<br />
bevestigde schijfjes vervaardigd ; het bovenvlak met lijnen en cirkeltjes<br />
versierd. Middellijn 3.8 c.M.<br />
Been van een dier , aan eene zijde glad gemaakt, anders ruw<br />
bewerkt, aan het eene einde is een gat geboord (schaats ?). Lengte<br />
23 c.M.<br />
Been van een dier, aan eene zijde glad gemaakt ; de gladde zijde<br />
voor het grootste gedeelte uitgesleten. Lengte 6 c.M.<br />
Plat beenen staafje, aan beide einden is een langwerpig gat.<br />
Lengte 8.5 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn, de punt glad gemaakt, aan het benedeneinde<br />
is een groot gat. Lengte 24.5 c.M.<br />
Dergelijke , de punt afgebroken. Nog lang 24.5 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn , de punt glad gemaakt, het benedeneinde<br />
uitgehold en is door de eene. zijde der uitholling een gat geboord.<br />
Lengte 13.5 c.M.<br />
Beenen naald. Lengte 13.2 c.M.<br />
Dergelijke. Lengte 10.6 c.M.<br />
Dergelijke. Lengte 9.5 c.M.<br />
Fragment van een fluit, uit een vogelbeen vervaardigd. Nog<br />
lang 11.4 c.M.<br />
Beentje van een dier, overlangs uitgehold en glad gemaakt.<br />
Lengte 6.5 c.M.<br />
Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 11.4 c.M.<br />
Stuk van een been van een dier, ruw besneden. Lengte 11.5 c.M.<br />
Glad gemaakt been van een dier, waarin gaten zijn geboord.<br />
Lengte 13 c.M.<br />
Hoekige barnsteenen kraal. Hoogte 2 c.M.<br />
Groene porseleinen kraal. Middellijn 0.8 e.M.<br />
Dergelijke. Middellijn 0.8 e.M.<br />
Roode kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Dergelijke , plat. Middellijn 0.7 c.M.<br />
Gele porseleinen kraal. Middellijn 1 c.M.<br />
Dergelijke. Middellijn 0.5 c.M.<br />
Grijsblauwe porseleinen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Witte porseleinen kraal. Middellijn 0.8 c.M.
Blauwe porseleinen kraal. Middelliju O.H c.M.<br />
Licht blauwe glazen kraal. Middellijn 0.8 c.M.<br />
Blauw en wit glazen kraal. Middellijn 1.6 c.M.<br />
Vijfhoekige citroengele glazen kraal. Middellijn 1.4 c.M.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te JelSUm , eigen<br />
aan de schenkers.<br />
Van den Heer G. H. van BorSSUm Waalkes , te Huizn m.<br />
Potje van geelgrijs en zwart gebakken aarde , met platten bodem,<br />
iets wijderen buik en wijde opening. Hoogte 7.5 c.M. Middellijn<br />
10.5 c.M.<br />
Gevonden in een terp te Engelum.<br />
Van den Heer S. H. A. Begeman , te 11 o 1 w e r d.<br />
Een zilveren scheepje , afkomstig van een. Hindelooper bras.<br />
Van Mevrouw de wed. F. Boekhoudt, geb. ds Vries . te<br />
Dokkum.<br />
Portret van den Frieschen schilder Gosling Posthumus , geboren<br />
te Dokkum 7 November 1800, en aldaar gestorven 15 November<br />
1832.<br />
Teekening in pastel , in lijst achter glas. Hoogte 47,5 c.M.<br />
Breedte 38 c.M.<br />
Van de Erven Â. J. Bokma , te W o r k u m.<br />
Een tellurium , in 1841 vervaardigd door A. .1. Bokma, Mr.<br />
molenmaker te Workum.<br />
Van den Heer R. Bontekoe, te Hnizii m.<br />
Langwerpige vierkante steen, waarin drie vormen voor loodgietersdekplaatjes<br />
, in twee waarvan een leidekkershamer, ter zijde waarvan<br />
de letters 31 en R , beneden de letter B, en één waarin alleen de<br />
letters F. R. B.<br />
Gevonden in een stuk gardeniersland te Hllizum.<br />
Van den Heer Manger Cats , te Driebergen.<br />
Koperen zegelstempel; het groot zegel van den Senaat der Studenten<br />
aan het Athenaeum te Franeker.<br />
Alsvoren van het klein zegel.<br />
Van Heeren Leden van de Eerewacht.<br />
Het vaandel van de Eerewacht, tijden* het bezoek van H. M.<br />
Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin-Regentes, in Fries-<br />
*
8<br />
land (17—'il Juni 18<strong>92</strong>). Dit vaandel is door Leeuwarder jonge<br />
dames de eerewaeht aangeboden.<br />
Van den Heer 6. Flameling , te Bols w a r d.<br />
Fraai besneden eikenhouten mangelplank, waarop de uaam »Janseu<br />
Wenne" en het jaartal »1659" zijn gesneden.<br />
Van Mejuffrouw de wed. van Gelderen, geb. Leverland, te<br />
L e e u w a r d e n.<br />
Een groote kaart van Europa in gelijke vierkante stukken gesneden<br />
en op houten plankjes geplakt, ten einde haar als legkaart<br />
ie kunnen gebruiken.<br />
Van den Heer H. H. Kramer , te L e e u w a r d e n.<br />
Zestien blauw geSchildercle oude muurtegeltjes.<br />
Van den Heer E. W. Kuipers , te H a n t u m huiiu m.<br />
Twaalf miutrtegels , blauw beschilderd , te zamen een schilderij ,<br />
een bloemvaas met bloemen , voorstellende.<br />
Van den Heer T. 6. van der Meulen , te Berg u/ii.<br />
Fragment van een in steen gebakken hand.<br />
Van den Heer Th. H. van der Meulen , te Bols w a r d.<br />
Twaalf fiaarsch beschilderde muurtegels , te zamen één schilderij<br />
vormende, voorstellende »Christus het heilig Avondmaal aan zijne<br />
discipelen toedienende."<br />
Alsvoren , «Jezus afgenomen van het kruis."<br />
Alsvoren , »De hemelvaart van Christus."<br />
Alsvoren , »Het Pinksterfeest."<br />
Van Mevrouw Oppedïjk , te IJ 1 s t.<br />
Een gordijntje met koperen roede , voor het kleine venstertje in<br />
de Hindelooper kamer.<br />
Van den Heer L. Overman , te 's Grave n h a g e.<br />
Petrofact van een rots bij Tivoli, in Italië.<br />
Stukje, menschenbeen uit een urn in het Columbarium bij Rome,<br />
uit den tijd van Keizer Augustus.<br />
Stukje van den mozaïekvloer van een huis in Pompeji.<br />
Haakje met borstbeeld van Keizer Hadrianus, gevonden in de<br />
ruïnen der Villa van Hadrianus te Tivoli, in Italië.<br />
Van den Heer H. J. Pijfman , te Luinjeberd.<br />
Wit aarden steenen beeldje, waarvan het hoofd en de beenen zijn<br />
afgebroken : vermoedelijk een heiligenbaeldje.
:)<br />
Gevonden let' plaatse waai: vroeger hel kloosler Steenkamp . ondei'<br />
Luinjeberd , heeft gestaan.<br />
Van den Heer Mr. W. 1. van Weideren baron Rengers, te<br />
Leeuwarden.<br />
Fraornent van een kaarsenstande.r van niodgebakken aarde.<br />
Een ijzeren sleutel.<br />
Beide voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de terp op<br />
Biloaard onder Leeuwarden. Op deze terp heeft het St. Annaklooster,<br />
vroeger Fiswert geheeteu , gestaan.<br />
Van den Heer Jhr. Mr. P. Sltlissaert, te U t r e. c h t.<br />
Wapenbord, afkomstig uit de kerk te Cornjum, waar het gehangen<br />
heeft ter nagedachtenis van den Generaal-Majoor Ulbe Laes van<br />
Bunnania , geb. 1 Maart, gedoopt 3 Maart 1700, † 9 Juli 1751<br />
op Hanenburg onder Tietjerk; trouwde te Metslawier 10 April 1740<br />
met Juliana Dorothea van Unia.<br />
Van den Heer P. J. Suringar , te L e e u w a r d e n.<br />
Negen oud porseleinen kopjes en schoteltjes , ter versieving van<br />
de Hindelooper kamer.<br />
Van den Heer A. R. Uhl, te Heer e n y een.<br />
Een paar ouderwetsche schaatsen.<br />
Van de Heeren K. Veîstra , Ie M a n l g u ru . en T. Veistra .<br />
te Leeuwarde n.<br />
Vier verschillende potjes.<br />
Drie zwarte beenen kralen , vermoedelijk pateriiosterkralen.<br />
Bruin verglaasd kruikje , met platten bodem , zeer wijden buik ,<br />
nauwe opening en met één oor.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de terp<br />
te Jelsum.<br />
Van den Heer H. Wenning , ie L e e u w a r d e n.<br />
. Afdruk in lak van den zilveren zegelstempel van Meinerl Idzaerda.<br />
Grietman van Weststellingwerf in 1600. † te Ter Idserd 22 December<br />
1618.<br />
Van den Heer J. J. Wllite , te L u i rij e h e r á.<br />
Koperen tabaksdoos , op het deksel een gegraveerde voorstelling<br />
uit de Kabeljauwsche twisten , ter weerzijden waarvan :
10<br />
>>dc «maar<br />
Cabeliau sy worden<br />
sche haal op hun beurt<br />
deet eerst uyt amster<br />
veel der hoek dam ver<br />
sche snee dreven"<br />
ven"<br />
Op den bodem eene voorstelling van het sneuvelen van G-raaf<br />
Willem van Holland , ter zijde waarvan :<br />
»wat >.dit<br />
baet een jeug blijkt aan<br />
dig . . . man Willem hol<br />
haftig . . . lands graaf'<br />
onbedree die voor Sta<br />
ven" vere liet het<br />
leeven"<br />
Op de voorzijde der doos leest men »taebak dat edel - - kruyt<br />
dat wyn en — bier doet smaken" ; op de achterzijde »men Rookte<br />
met de — mont men Trekse met de kaaken,"<br />
B. AANGEKOCHT.<br />
Yaasvormig potje van zwart gebakken aarde , op een voetje en<br />
fraai met cirkels en inpuntingen versierd (defect). Hoogte 10 c.M.<br />
Middellijn 8.5 c>I.<br />
Potje van geelgrijs gebakken aarde, met ronden bodem , zeer<br />
wijden buik en nauwe opening. Hoogte 4 c.M. Middellijn 7 c.M.<br />
Hals of voet van een potje van geelgrijs gebakken aarde.<br />
Schijfvormig gewicht van geel gebakken aarde, in het midden<br />
«aarvan een groot gat is gemaakt ; vermoedelijk als visohnetverzwaring<br />
gebruikt. Middellijn 10.5 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 11 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 10.5 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 9.5 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 10 c.M.<br />
Dergelijk van roodgeel gebakken aarde (defect). Middellijn 8.5 c.M.<br />
Handvatsel van een casserol van rood gebakken aarde.<br />
Platte kraal van zwart gebakken aarde ; het eene vlak met cirkels<br />
versierd. Middellijn 4.4 c.M.<br />
Gedeelte van een runderknokkel , in het midden is een gaatje
II<br />
«•.boord , het bovenvlak is rond afgesneden ; vermoedelijk als knoop<br />
gebezigd. Middellijn 3.8 c.M.<br />
Deze voorwerpen zijn gevonden in de terp bij «Ofhiigahui*" onder<br />
Achlum.<br />
Bolvormige pot van zwart gebakken aarde , niet wijden buik ,<br />
nauwe opening en omgebogen, rand (defect). Hoogte 15.5 c.M.<br />
Middellijn 19 c.M.<br />
Potje van grijsgeel en zwart gebakken aarde, mei platten bodem,<br />
wijden buik, wijde opening en rechtopstaanden rand. Hoogte 12.5<br />
c.M. Middellijn 13.5 c.M.<br />
Romervormig potje van geel gebakken aarde op een plai voetje.<br />
Hoogte 4.5 c.M. Middellijn 5 c.M.<br />
Dergelijk potje. Hoogte 3.5 c.M. Middellijn 4 c.M.<br />
Zeer klein cylindervormig potje van lichtgeel gebakken aarde.<br />
Hoogte 1.5 c.31. Middellijn 2.5 c.M,<br />
Platte steenen schijf van grijs gebakken aarde. Middellijn 7 c.M.<br />
Dergelijke van lichtrood gebakken aarde. Middellijn 5.5 c.M.<br />
Schijfje , uit een potscherf vervaardigd. Middellijn 3.5 c.M.<br />
Been van een dier, aan eene zijde glad gemaakt; aan ieder einde<br />
is overlangs en overdwars een gat geboord. Lengte 26 c.M.<br />
Dergelijk been, doch aan ieder einde bevindt zich slechts één gat,<br />
Lengte 28 c.xM.<br />
Platte beenen knoop. Middellijn 4 c.M.<br />
Scherven van potten.<br />
Fraai bewerkt polje van zwart gebakken aarde, met platten bodem,<br />
wijden buik, nauwe opening en bijna rechtopstaanden rand. Hoogte.<br />
8.5 c.M. Middellijn 10.5 c.M.<br />
Groote bolvormige pot van geelgrijs gebakken aarde , met wijde<br />
opening en platten omgebogen rand. Hoogte 25.5 c.M. Middellijn<br />
28.5 c.M.<br />
Bolvormig potje van zwart gebakken aarde , met wijde opening<br />
en omgebogen rand. Hoogte 10 c.M. Middellijn 12.5 c.M.<br />
Cylindervormig potje van grijs gebakken aarde. Hoogte 5 c.M.<br />
Middellijn 5.5 c.M.<br />
Brokstuk van een pot.<br />
Zes fragmenten van molensteenen,<br />
Kubusvormige steen van graniet, vermoedelijk een werpbal.<br />
Lengte der zijden _fc 5.5 c.M.<br />
Brokstuk van een zeer zwaren pot.
I- J<br />
.Brokstukken van potten.<br />
Een bronzen spoor. Lengte 12.5 c.M.<br />
Groote vaasvormige pot van geel gebakken aarde, met platten<br />
bodem , wijden buik , nauwere opening , omgebogen rand en met<br />
iwee ooi-en. Hoogte- 29.5 c.M. Middellijn 25.5 c.M.<br />
Kubusvormige steen van graniet. Lengte der zijden ± 7 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn , van onderen uitgehold. Lengte<br />
10.5 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn , de top besneden. Lengte 14.5 c.M.<br />
Pot van geel en zwart gebakken aarde , met kleinen platten bodem<br />
, zeer wijden buik , wijde opening , rechtopstaanden rand en<br />
met één oor. Hoogte 26 c.M. Middellijn 31.5 c.M.<br />
Bolvormige pot van zwart gebakken aarde, doch met platten<br />
bodem , wijde opening , omgebogen rand en met één oor. Hoogte<br />
13 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />
Renedengedeelte van een grooten pot van lichtrood gebakken aarde.<br />
Potje van zwart gebakken aarde, met platten bodem, wijden buik,<br />
wijde opening , bijna rechtopstaanden rand en mei één oor (defect).<br />
Hoogte 9.5 c.M. Middellijn 13.5 c.M.<br />
Dergelijk potje, doch de rand omgebogen (defect). Hoogte 10.5<br />
c.M. Middellijn 13 c.M.<br />
Gedeelte van een potje van grijs gebakken aarde , met platten<br />
bodem, wijden buik, wijde opening en eenigszins omgebogen rand.<br />
Hoogte 8.5 c.M. Middellijn 11 c.M.<br />
Oor van een pot: tusschen het oor is nog een overblijfsel van<br />
een stuk touw.<br />
Handvatse.1 van een casserol van rood gebakken aarde. Middellijn<br />
4.4 c.M.<br />
Platte kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 4.3 c.M.<br />
Spiiiklosje van zwart gebakken aarde. Middellijn 4 c.M,<br />
Been van een dier , aan eene zijde glad gemaakt ; bij ieder eindc<br />
is overdwars een gat geboord. Lengte 27.5 c.M.<br />
Been van een dier. overlangs uitgehold en aan het eene einde<br />
aaiigepunt. Lengte 6.5 c.M,<br />
Platte beenen knoop, Middellijn 4 c.M,<br />
Twee bij elkander behoorende niolensteenen met ijzeren pen. Middellijn<br />
48'c.M.<br />
Fragment van een driehoekig gewicht, in lederen hoek is overdwars<br />
een groot gat aangebracht. Loodlijn 13 c.M.
|:i<br />
Steenen werpbal van graniet, hoekig besieoen. Middellijn<br />
7.5 c.M.<br />
Helft van een runderknokkel, in het. midden is een gat geboord ;<br />
vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.2 c.M.<br />
Plat schijfje, uit een potscherf vervaardigd. Middellijn 4.3 c.M.<br />
Een schedel van een rnensch.<br />
Twee beenderen van menschen.<br />
Twee schedels van runderen.<br />
Voorhoofdsbeen van een rund . waaraan de hoorripitten.<br />
Een kaak van een paard.<br />
Een fragment van een kaak van een paard,<br />
Vier schedels van honden.<br />
Een gewei van een hert.<br />
Een stuk van een hertshoorn.<br />
Twee kaken van wilde varkens.<br />
Een slagtand van een wild varken.<br />
Fragment van een rugwervel van een walvisc.h.<br />
Een zeeschelp.<br />
Vijf stukken steen.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp Ie Baard.<br />
Fraaie bewerkte pot van donkergrijs gebakken aarde, niet platten<br />
bodera, wijden buik, nauwere opening en omgebogen rand. Hoogte<br />
23.5 c.M. Middellijn 23 c.M.<br />
Dergelijke pot, doch met opstaanden rand. Hoogte 22.5 • c.M.<br />
Middellijn 22 5 c.M.<br />
Fraai bewerkte geribde pot van grijs en geelrood gebakken aarde.<br />
met platten bodem , zeer wijden buik , nauwere opening en eenigzins<br />
omgebogen rand. Hoogte 14.5 c.M. Middellijn 16.5 c.M.<br />
Dergelijke pot van zwart gebakken aarde. Hoogte 11.5 c.M.<br />
Middellijn 16.5 c.M.<br />
Geribde pot van zwart gebakken aarde. met platten bodem ,<br />
bijna rechtoploopenden wand en rechtopstaanden rand. Hoogte 12<br />
c.M. Middellijn 12.5 c.M.<br />
Dergelijke pot van donkergrijs gebakken aarde.. niet platten bodem<br />
, wijden buik, wijde opening en bijna rechtopstaanden rand.<br />
Hoogte 11.5 c.M. Middellijn 15 c.M.<br />
Geribde pot van geelrood gebakken aarde. met kleinen voet ,<br />
zeer wijden buik en iets nauwere opening ; de rand afgebroken.<br />
Nog hoog 15 c.M. Middellijn 16 c.M,
14<br />
Pol van donkergrijs gebakken aarde, met platten bodem , zeer<br />
wijden buik en iets nauwere opening; de rand afgebroken. Nog<br />
hoog 11 c.M. Middellijn 20 c.M.<br />
Alsvoren van zwart en geel gebakken aarde, met platten bodem,<br />
wijden buik, iets nauwere opening en omgebogen rand. Hoogte.<br />
13.5 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />
Alsvoren van donkergrijs gebakken aarde , met platten bodem ,<br />
wijden buik en afgebroken rand. Nog hoog 15 c.M, Middellijn<br />
19.5 c.M.<br />
Gedeelte van een. pot van zwart gebakken aarde. , met platten<br />
bodem , wijden buik , wijde opening en eenigzins omgebogen rand.<br />
Hoogte 18 e.M. Middellijn 21 c.M.<br />
Bodemstuk van een pot van grijs gebakken aarde , met platten<br />
bodem en wijden buik ; bet bovengedeelte ontbreekt. Nog hoog 12<br />
c.M. Middellijn 20 c.M.<br />
Pot van grijs en zwart gebakken aarde , met platten bodem ,<br />
iets wijderen buik , nauwere opening: en rechtopstaanden rand.<br />
Hoogte 14.5 c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />
Potje van donkergrijs en geel gebakken aarde . met platten bodem,<br />
iets wijderen buik, nauwere opening en bijna rechtopstaanden<br />
rand. Hoogte 12 c.M. Middellijn 13 c.M.<br />
Bolvormig potje van geelrood gebakken aarde, met wijde opening<br />
en omgebogen rand. Hoogte 9 c.M. Middellijn 11 c.M.<br />
Fraai bewerkt potje van donkergrijs gebakken aarde, met platten<br />
bodem, wijden buik, iets nauwere opening en eenigszins omgebogen<br />
rand. Hoogte 11.5 c.M. Middellijn 14 c.3i.<br />
Potje van lichtgrijs en geel gebakken aarde , met platten bodem,<br />
bijna rechtoploopenden wand , wijden opening en dikken omgebogen<br />
rand. Hoogte 13.5 c.31. Middellijn 13 c.M.<br />
Potje van rood gebakken aarde , met eenigszins platten bodem ,<br />
rechtoploopenden wand, wijde opening en eenigszins omgebogen<br />
rand (defect). Hoogte 7 e.M. Middellijn 7.5 c.M.<br />
Potje van grijsgeel gebakken aarde, met platten bodem en rechtoploopenden<br />
wand. Hoogte 6 c.M. Middellijn 6.5 e.M.<br />
Bodemstuk van een fraai bewerkten pot van grijsgeel en donkergrijs<br />
gebakken aarde, met platten bodem en wijden buik. Nog<br />
hoog 10.5 c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />
Onderstuk van een fraai bewerkten pol van grijsgeel gebakken<br />
aarde , met platten bodem en wijden buik; het bovenstuk ontbreekt<br />
geheel. Nog hoog S.5 e.31. Middellijn 15.5 c.31.
15<br />
Fraai bewerkte geribde pot van donkerrood en zwart gebakken<br />
aarde , met platten bodem , wijden buik , nauwe opening en bijna<br />
rechtopstaanden rand. Hoogte 23 c.M. Middellijn 22.5 c.M.<br />
Fraai bewerkte pot van geelgrijs en donkergrijs gebakken aarde ,<br />
met platten bodem, wijden buik, nauwere opening en eenigszins<br />
omgebogen rand. Hoogte 20.5 c.M. Middellijn 22.5 c.M.<br />
Potje van grijsgeel gebakken aarde , met platten bodem , wijden<br />
buik , wijde opening en eenigzins omgebogen rand ; beneden den<br />
buik zijn drie uitpuntingen. Hoogte 17 c.M. Middellijn 19 c.M.<br />
Fraai bewerkte pot van zwart en donkerrood gebakken aarde ,<br />
met platten bodem , wijden buik , nauwe opening en omgebogen<br />
rand, Hoogte 17 c.M. Middellijn 17 c.M.<br />
Alsvoren van grijs gebakken aarde, met platten bodem , zeer<br />
wijden buik , wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 13 c.M.<br />
Middellijn 22.5 c.M.<br />
Alsvoren (geribd) van zwart en geelrood gebakken aarde, met<br />
platten bodem , iets wijderen buik . nauwe, opening en omgebogen<br />
rand. Hoogte 18 c.M. Middellijn 16 c.M.<br />
Fraai bewerkte pot van licht- en donkergrijs gebakken aarde ,<br />
met platten bodem, wijden buik , nauwe opening en eenigszins omgebogen<br />
rand. Hoogte 20 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />
Fraai bewerkt potje van geel gebakken aarde, met platten bodem,<br />
wijden buik , wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 7.5 c.M.<br />
Middellijn 10.5 c.M.<br />
Ruw bewerkte pot van zwart gebakken aarde, met platten bodem,<br />
eenigszins wijden buik , iets nauwere opening en omgebogen rand<br />
(zeer defect). Hoogte 12 c.M. Middellijn 13 c.M.<br />
Benedengedeelte van een pot van donkergrijs gebakken aarde ,<br />
met platten bodem , iets wijderen buik ; (het bovengedeelte ontbreekt)<br />
aan den buik zijn uitpuntingen geweest. Nog hoog 11 c.M. Middellijn<br />
14.5 c.M.<br />
Brokstukken van een pot van grijs gebakken aarde.<br />
Brokstukken van potten.<br />
Fragment van een beenen kam met één rij tanden. Noo iano<br />
8.3 c.M. "<br />
Been van een dier , aan het eene einde scheef afgesneden en overlangs<br />
gedeeltelijk uitgehold , aan het andere einde is een knop gesneden<br />
(de punt afgebroken). Nog lang 6.2 c.M.<br />
Kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M.<br />
Potscherf van grijs gebakken aarde, aan de kanten hoekig afgeslepen.
i<br />
1<br />
3<br />
1«<br />
Schijfje, uit een potscherf vervaardigd . in het midden is een<br />
gaatje geboord. Middellijn 5.4 c.M.<br />
Bronzen ring. Middellijn 3.3 c.M.<br />
Roode steenen kraal. Middellijn 0.8 c.M.<br />
Beenen schaafje. Lengte 10.3 c.M.<br />
Langwerpig, vierkant gesneden , stuk been. Lengte 10.5 c.M,<br />
Punt van een hertshoorn , aan het benedeneinde ingekeept en<br />
door de inkeeping is een gat geboord. Lengte 17.3 c.M.<br />
Dergelijke, Lengte, 10.3 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn , ruw besneden. Lengte 9 c.M.<br />
Een hoornpit van een rund.<br />
Drie slagtanden van wilde varkens.<br />
Spoor van een haan.<br />
Twee tanden van een beer of wolf'.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden bij het bewerken van den<br />
grond onder de afgegraven terp te Beetgum.<br />
Slagtand van een wild varken.<br />
Gevonden in de terp op »Besseburen" te Boetgum,<br />
Beenen haarnaald. Lengte 18 c.M.<br />
Beenen haarnaald. Lengte 12.7 c.M.<br />
Beide voorwerpen zijn gevonden in de terp op Sionsberg bij<br />
Dokkum. onder Dantumawoude.<br />
Platte kraal van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 2.4 c.M-<br />
Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord ;<br />
vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 5 c.M.<br />
Potje van geelgrijs gebakken aarde, met platten bodem en scheefoploopenden<br />
wand. Hoogte 3.5 c.M. Middellijn 4.5 c.M.<br />
Groote kraal van zwart gebakken aarde, aan beide zijden met<br />
cirkels versierd. Middellijn 5 c.M.<br />
Oranjekleurige platte porseleinen kraal, Middellijn 0.9 c.M.<br />
Blauwe glazen kraal. Middellijn 1.4 c.M.<br />
Beenderen van dieren.<br />
Kiezen van een dier.<br />
Een vuursteen.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in een terp te Dronfljp.<br />
Potje van zwart en geelgrijs gebakken aarde, met platten bodemwijden<br />
buik en eenigzins omgebogen rand (defect). Hoogte 17 c.M.<br />
Middellijn 24.ft c.M.
17<br />
Potje van grijs gebakken aarde, mei platten bodem, wijden buik,<br />
omgebogen rand en met één oor. Hoogte 9 c.M, Middellijn 12 c,M.<br />
Potje van zwart gebakken aarde, met platten bodem, zeer wijduitloopende<br />
wanden en eenigszins nauwere opening. Hoogte 4.3 c.M.<br />
Middellijn 6.8 c.M.<br />
Bovengedeelte van een kandelaar? van roodachtig gebakken aarde.<br />
Hoogte 6.5 c.M. Middellijn 7.3 c.M.<br />
Handvatsel van een voorwerp van geel gebakken aarde.<br />
Verschillende ooren van potten.<br />
Schijfvormig gewicht van geel gebakken aarde. Middellijn 10 c.M.<br />
Driehoekig gewicht van geel gebakken aarde ; in elk der hoeken<br />
is een gat geboord. Loodlijii 9.5 c.M.<br />
Plat driehoekig gewicht van geel gebakken aarde; in elk der<br />
hoeken is een gat geboord. Loodlijn 10 c.M.<br />
Fragment van een deksel van een pot van geelgrijs gebakken<br />
aarde, fraai met ingestempelde figuren versierd. Middellijn 10.5 c.M.<br />
Platte steenen kraal of knoop van donkergrijs gebakken aarde.<br />
Middellijn 3 c.M.<br />
Helft van een knokkel van een rund , vermoedelijk als knoop<br />
gebezigd. Middellijn 4.5 c.M.<br />
Overlangs uitgehold beentje van een dier , aan het eene einde<br />
aangepunt, terwijl aan het andere einde twee overelkander geplaatste<br />
gaatjes zijn geboord. Lengte 11.1 c.M.<br />
Potje van geel en lichtgrijs gebakken aarde , met platten bodem,<br />
wijden buik , iets nauwere opening en omgebogen rand. Hoogte 5<br />
c.M. Middellijn 5.5 c.M.<br />
Ooren van potten.<br />
Besneden stuk hout. Lengte 14 c.M.<br />
Potje van donkergrijs gebakken aarde, met platten bodem, wijden<br />
buik , wijde opening , omgebogen rand en één oor. Hoogte 8.5<br />
c.M. Middellijn 9.5 c.M.<br />
Gedeelte van een cylindervormig stuk steen van grijs gebakken<br />
aarde. Nog lang 12 c.M. Middellijn 8.5 c.M.<br />
Drie fragmenten van driehoekige gewichten.<br />
Kubusvormig stuk graniet, vermoedelijk als werpbal gebezigd.<br />
Lengte der zijden ±55 c.M.<br />
Cylindervormig stuk graniet. Lengte 10 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />
Handval.se] van een casserol van grijs gebakken aarde. Middellijn<br />
3.7 c.M.
IS<br />
Tuit van een pol of kruik van roodgeel gebakken aarde, waarop<br />
bruin geverfde versieringen zijn aangebracht.<br />
Spinklosje van zwart en grijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M.<br />
Pot van grauw grijs gebakken aarde , met kleinen platten bodem,<br />
zeer wijden buik , nauwe opening , rechtopstaanden rand en twee<br />
ooren. Hoogte 25.5 c.M. Middellijn 32 c.M.<br />
IJzeren schapenschaar. Lengte 12.5 c.M.<br />
Schijfje , uit een potscherf van geelgrijs gebakken aarde vervaardigd<br />
, in het midden is een gaatje geboord. Middellijn 8 c.M.<br />
Eivormig voorwerp van geel gebakken aarde. Lengte 4.2 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 4 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 4.3 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 4.2 c.M.<br />
Dergelijk van grijsgeel gebakken aarde. Lengte 4.5 c.M.<br />
Handvatsel van een casserol van rood en lichtgrijs gebakken aarde;<br />
op de bovenzijde is een kruis ingesneden. Middellijn 3.2 c.M.<br />
IJzeren spijker met rechtopstaande)] platten knop. Lengte 10 c.M.<br />
Platte beenen naald ; het oog afgebroken. Nog lang 10.1 c.M.<br />
Zeer ruw bewerkt potje van roodgeel gebakken aarde, met platten<br />
bodem , zeer wijden buik , iets nauwere opening, omgebogen rand<br />
en één oor. Hoogte 10 c.M. Middellijn 12.3 c.M.<br />
Eivormig voorwerp van rood gebakken aarde. Lengte 4.5 c.M.<br />
Helft van een kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 5 c.M.<br />
Steenen voorwerp. Hoogte 2.5 c.M.<br />
Schijfje, uit een potscherf vervaardigd , in het midden is een<br />
gaatje geboord. Middellijn 4.3 c.M.<br />
Been van een dier , overlangs uitgehold en met cirkels versierd.<br />
Lengte 9.7 c.M.<br />
Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs<br />
uitgehold. Lengte 5 c.M.<br />
Plat beenen schijfje. Middellijn 4 c.M.<br />
Beenen naald. Lengte 8.9 c.M.<br />
Fragment van een beenen naald. Nog lang 6.6 c.M.<br />
Stuk been van een waivischachlig dier, hetwelk in den vorm van<br />
een steen is besneden en waarin een gaatje is geboord. Lengte 11 c.M.<br />
Cylindervormig potje van grijs gebakken aarde. Hoogte 4.7 c.M.<br />
Middellijn 8 c.M.<br />
Voet van een potje van geelrood gebakken aarde. Middellijn 6.5 c.M.<br />
Balletje van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 1.5 c.M.<br />
Platte beenen kraal. Middellijn 3.9 c.M.
19<br />
Glad gemaakt beentje van een dier , overlangs uitgehold. Lengte<br />
9 e.M.<br />
Been van een dier , overlangs uitgehold en aan het eene einde<br />
aangepunt. Lengte 10.8 c,M.<br />
Pot van zwart gebakken aarde, met platten bodem, wijden buik,<br />
nauwere opening en iets omgebogen rand (defect). Hoogte 19 c.M.<br />
Middellijn 22.5 c.M.<br />
Schijfvormig gewicht van grijs gebakken aarde ; in het midden<br />
is een groot gat gemaakt. Middellijn 10 c.M.<br />
Platte kraal van grijsgeel gebakken aarde. Middellijn 3.5 c.M.<br />
Groene glazen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Een echeniet.<br />
Kies van een paard.<br />
Een hooislak.<br />
Vier schedels van honden.<br />
Een hoornpit van een rund.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Engsium.<br />
IJzeren schapenschaar. Lengte 21 c.M:<br />
Platte ronde steen van zwart gebakken aarde , in het midden is<br />
aan de eene zijde tot op de helft der dikte een rond gat gemaakt.<br />
Middellijn II c.M.<br />
Plat beenen schijfje , vervaardigd uit twee , door ijzeren pinnen<br />
op elkander bevestigde , schijfjes , het eene vlak met cirkels en uitpuntingen<br />
versierd ; in het midden is een gat gemaakt. Middellijn<br />
i c.M.<br />
Tonvormige ronde steenen kraal. Middellijn 1 c.M.<br />
Deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Finkum, noordwest,<br />
waar de opweg naar het dorp uitkomt, op den weg: van Stiens naar<br />
Hallum.<br />
Been van een dier, waarin twee gaten geboord zijn. Lengte<br />
11.5 c.M.<br />
Stuk hertshoorn , aan het eene einde afgebroken, aan het andere<br />
einde afgezaagd. Lengte 16 c.M.<br />
Kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 4.4 c.M.<br />
Schijfvormig gewicht van geelgrijs gebakken aarde, in het midden<br />
is een gat geboord; vermoedelijk als visehuetverzwaring gebezigd,<br />
Middellijn 12 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 10.5 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 12 c.M.
20<br />
Dergelijk. Middellijn 12.5 c.M.<br />
Dergelijk , ruw bewerkt. Middellijn 10 c.M.<br />
Dergelijk van licht en donkergrijs gebakken aarde, gedeeltelijk<br />
afgebrokkeld. Middellijn 10 c.M.<br />
Dergelijk , de bovenkant met vijf vingerindruksels versierd. Middellijn<br />
12 c.M.<br />
Plat vierkant stuk zandsteen. Lengte der zijden ± 9.5 e.M.<br />
Fragment van een been van een dier, overiangs uitgehold eti<br />
aan het eene einde aangepiuU. Nog lang 10.8 c.M.<br />
Fragment van een wetsteen. Nog lang 15.5 c.M.<br />
Aan weerszijden afgesneden stuk hertshoorn, gedeeltelijk overiangs<br />
uitgehold. Lengte 7 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn ; aan het benedeueinde is een inkeeping<br />
gesneden. Lengte 15.5 c.M.<br />
Beenen schaats. Lengte 25 c.M.<br />
Been van een dier , aan de eene zijde glad gemaakt en bij dal<br />
einde is overiangs een gat geboord. Lengte 22.5 c.M.<br />
Voetstuk van een potje van roodgeel gebakken aarde. Middellijn<br />
5.1 c.M.<br />
Handvatsel van een casserol van rood , geel en. grijs gebakken<br />
aarde. Middelijn 4.5 c.M.<br />
Wetsteen van graniet. Lengte 15 c.M.<br />
Blauw steenen staafje (de punt afgebroken) , aan het boveneinde<br />
is een gaatje geboord. JVog lang 6.7 c.M.<br />
Been van een dier, overiangs uitgehold , aan het boveneind is<br />
een gaatje geboord en het benedeueinde is aangepunt. Lengte H.5 e.M.<br />
Been van een dier , aan het eene einde aan weerszijden plat besneden,<br />
en het andere einde aangepunt. Lengte 13.5 c.M.<br />
Beenen. haarnaald. Lengte 8.7 e.M.<br />
Beenen naald , zonder oog. Lengte 5.9 e.M.<br />
Bronzen ring. Middellijn 3.7 c.M.<br />
Been van een dier, overiangs uitgehold , aan het eene einde zijn<br />
tegenover elkander twee gaatjes geboord. Lengte 19.5 c.M.<br />
Been van een dier, overiangs uitgehold en aan het eene einde,<br />
aangepunt. Lengte 13.7 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 9 c.M.<br />
Aan weerszijden besneden been van een dier, overiangs uitgehold.<br />
Lengte 8.5 c.M.<br />
Plat gesneden been van een dier , aan het eene einde aangepunt.<br />
Lengte 7.2 c.M.
21<br />
Beentje van een dier; aan alle zijden zijn streepjes iugekerfd..<br />
Lengte 5.2 c.M.<br />
Slagtand van een wild varken.<br />
Verschillende beenderen van dieren.<br />
Schedel van een hond.<br />
Twee schubben van een visch.<br />
Punt van een hertshoorn.<br />
Een stuk vuursteen.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp , zuidwest van dr<br />
kerk te FinkUITI, en de dicht daarbij gelegen terp van het voormalige<br />
Holdinge-State.<br />
Rosé steenen kraal, Middellijn 1 c.M.<br />
Alsvoren. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Alsvoren. Middellijn 0.8 c.M.<br />
Oranjekleurige steenen kraal, Middellijn 1.1 e.M.<br />
Alsvoren. Middellijn 1 c.M.<br />
Alsvoren. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Alsvoren. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Gele steenen kraal. Middellijn 0.8 c.M.<br />
Lichtgele steenen kraal. Middellijn 0.6 c.M.<br />
Twee aan elkander verbonden , lichtgele steenen kralen. Middellijn<br />
0.4 c.M.<br />
Grijsgele steenen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Twee melkblauwe , aan elkander verbonden steenen kralen. Middellijn<br />
0.6 c.M.<br />
Lichtblauwe glazen kraal. Middellijn 1.2 c.M.<br />
Barnsteenen kraal. Middellijn 0.9 c.M.<br />
Eenentwintig platte beenen schijfjes, waarvan de grootsten 1.1.<br />
e.M. , de kleinsten 0.7 c.M. in middellijn zijn.<br />
Al deze kralen en schijfjes zijn gevonden bij een vrouwenlijk, in<br />
den grond van een stuk land, onder Franeker.<br />
Ruw bewerkt, kolomvormig potje van grijs gebakken aarde.<br />
Hoogte 5 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />
Bekervormig potje van zwart gebakken aarde, niet platten bodem.<br />
Hoogte 5 c.M. Middellijn 6 c.M.<br />
Gevonden in de terp ter plaatse waar het klooster Mariëngaarde.<br />
onder Hallum, heeft gestaan.<br />
Fraaie bronzen fibula , de naald ontbreekt. Lengte 5.9 c.M.<br />
Gevonden in de terp op de Hallumer mieder», onder Hälium.
22<br />
Potje van zwart gebakken aarde, met platteu bodem, rechtopstaande!)<br />
wand ; aan den benedenkant der bodem is vóór het bakken ingesneden<br />
C C L<br />
y T T Hoogte 4.5 c.M. Middellijn 5.5.<br />
Een stuk barnsteen.<br />
Gevonden in een terp te Hallum.<br />
Potje van zwart en geel gebakken aarde, bolvormig, meteenigszins<br />
nauwe opening en omgebogen rand. Hoogte 11 c.M. Middellijn<br />
13 c.M.<br />
Glad gemaakt been van een dier , aan het eene einde scheef afgesneden.<br />
Lengte 22.5 c,M.<br />
Beide voorwerpen zijn gevonden in de terp te Hantümhuizum.<br />
Vuursteenen mes, ruw bewerkt. Lengte 15.2 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 16 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 16 c.M.<br />
Dergelijk. Lengte 18.8 c.M.<br />
Beenen schaats. Lengte 26.5 c.M.<br />
Been van een dier, in den vorm van een krakeling besneden.<br />
Lengte 6.5 c.M.<br />
Deze voorwerpen zijn gevonden in een terp bij Ugoklooster,<br />
onder Har†wsi'd , en door tusschenkomst van den heer correspondent<br />
K. H. Laagland te Bolsward aangekocht.<br />
Groote bolvormige pot van geelrood en zwart gebakken aarde ,<br />
met wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 25 c.M. Middellijn<br />
29 c.M.<br />
Sehijfvonmg gewicht van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn<br />
11 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 11.5 c.M.<br />
Dergelijk van grijs gebakkeu aarde. Middellijn 9.5 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 10 c.M.<br />
Potje van grijsgeel gebakken aarde, met platten bodem, wijderen<br />
buik , nauwe opening en omgebogen rand. Hoogte 6.5 c.M. Middellijn<br />
6.5 c.M.<br />
Cylindervormig' potje van lichtrood gebakken aarde, in den bodem<br />
is een gaatje geboord. Hoogte 4 c.M. Middellijn 6.5 c.M.<br />
Fragment van een kam van terra sigillata , fraai met figuren<br />
bewerkt.<br />
Kraal van grijsrood gebakken aarde. Middellijn 8.5 fc.M.
23<br />
Gedeelte van een riinderknokkel , in het midden is een gat geboord<br />
; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.8 c.M.<br />
Dergelijk. Middellijn 4.5 c.M.<br />
Fraoment van een been van een dier , aan eene zijde glad gemaakt.<br />
Nog lang 19.5 c.M.<br />
Dergelijk , bij het eene einde is overlangs een gat geboord. Nog<br />
lang 23.2 c.M.<br />
Been van een dier , overlangs uitgehold ; aan het eene einde aangepunt.<br />
Lengte 7.8 c.M.<br />
Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 8.5 c.M.<br />
Afoebroken punt van een hertshoorn ; de punl scheef afgesneden.<br />
Lengte 14 c.M.<br />
Beenen kam (defect). Lengte 12.5 c.M.<br />
Fragment van een handvatsel van een beenen kam , niet lijnen<br />
en cirkeltjes versierd. Nog lang 9.3 c.M.<br />
Afgesneden top van een hertshoorn. Lengte 3.5 c.M.<br />
Bronzen plaatje , met lijnen versierd. Lengte 9.5 c.M.<br />
Fragment van een beenen kam met twee rijen tanden. Nog lang<br />
2.3 c.M.<br />
Fragment van een plat stuk steen van rood gebakken aarde ,<br />
waarin een gat is gemaakt. Nog lang 10 c.M.<br />
Vier hoornpitten van runderen.<br />
Twee stukken van hertshoorns.<br />
Twee sporen van hanen.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp op vijf minuten<br />
afstand ten zuidwesten van de kerk te Holwerd.<br />
Schijfvormig gewicht van grijsgeel gebakken aarde, in het midden<br />
is een gat geboord ; vermoedelijk eene vischnetverzwaring. Middellijn<br />
10.2 c.M.<br />
Beenderen en gedeelte van een kaak van een dier.<br />
Gevonden bij het graven van een graf op de Stedelijke Begraafplaats<br />
te Leeuwarden.<br />
Een hoornpit van een rund.<br />
Fragment van een schedel van een dier.<br />
Verschillende beenderen van dieren.<br />
Kaken , kiezen en tanden van dieren.<br />
Gevonden in de terp op »Bilgaard" onder Leeuwarden.<br />
Potje van zwart gebakken aarde , mei wijden buik . nauwe o|>e«
24<br />
ning en omgebogen rand en met één oor. Hoogte 7.5 c.M. Middellijn<br />
8 c.M.<br />
Voetstuk van een bronzen pot. Middellijn 9.8 c.M.<br />
Rand van een dergelijke. Middellijn 25 c.M.<br />
Hengsel van een dergelijke pot. Middellijn 25 c.M.<br />
Deze drie laatste voorwerpen hebben waarschijnlijk één pot gevormd<br />
, waarvan het middengedeelte vergaan is.<br />
Zie oudheidkundige verhandeling van dr. L. F. J. Jansen, Plaat<br />
I, no. 3. (Arnhem bij Nijhof en Zoon).<br />
SchijfVormig gewicht van lichtrood gebakken aarde. Middellijn<br />
10 c.M.<br />
Dergelijk van bruingeel gebakken aarde. Middellijn 11 c.M.<br />
Dergelijk van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 10 c.M.<br />
Voet van een pot van grijs gebakken aarde ; in het midden is<br />
een gaatje geboord. Middellijn 5.8 c.M.<br />
Platte ronde schijf van geelgrijs gebakken aarde ; in het midden<br />
is een groot gat. Middellijn 7.5 c.M.<br />
Glazen beker , zonder voet. Middellijn 10 c.M.<br />
Fraai bewerkte beenen naald met platten knop. Lengte 8.2 c.M.<br />
Een hoefijzer.<br />
Een hoefijzer.<br />
Scherven van potten.<br />
Twee ruggewervels van dieren.<br />
Kiezen en tanden van dieren.<br />
Stuk steen, met goudglimmer.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de Hand- en Jonkersterpen,<br />
ten noorden van MakkUDI.<br />
Bekken van een schaap of bok.<br />
Gevonden op pi. m. 2 M. beneden het maaiveld in een terp<br />
onder MarSSUIti.<br />
Potje van grijs en donkergrijs gebakken aarde, met platten bodem<br />
en rechtopstaanden wand. Hoogte 7 c.M. Middellijn 3 c.M.<br />
Schijfvormig gewicht van geelrood gebakken aarde, in het midden<br />
is een groot gat; vermoedelijk een vischnetrerzwaring. Middellijn<br />
9.5 c.M.<br />
Dergelijk van grijs en donkergrijs gebakken aarde. Middellijn<br />
8.5 c.M.<br />
Stuk van een hertshoorn, aan weerszijden glad afgesneden. Lengte<br />
12 c.M.
25<br />
Beenen naald , de punt afgebroken. Nog lang 5.8 c.M.<br />
Kubusvormig stuk graniet; vermoedelijk als werpbal gebezigd.<br />
Lengte der zijden pi. m. 5.8 c.M.<br />
Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 16.5 c.M.<br />
Kraal van grijsgeel gebakken aarde. Middellijn 4 c.M.<br />
Hoornpit van een rund.<br />
Twee slagtanden van een wild varken.<br />
Been van een dier.<br />
Deze voorwerpen zijn gevonden in een terp te MenâldlW..<br />
Kraal van zwart gebakken aarde, het bovenvlak met inpuntingen<br />
versierd. Middellijn 5.3 c.M.<br />
Platte beenen kraal, uit drie met koperen pinnetjes op elkander<br />
gevestigde plaatjes bestaande , de beide vlakken met cirkeltjes versierd.<br />
Middellijn 4 c.M.<br />
IJzeren bijtel of houweel.<br />
IJzeren voorwerp.<br />
Schedel van een mensch.<br />
Twee fragmenten van schedels van menschen.<br />
Gevonden in de terp, ter plaatse waar het klooster Bethlehem<br />
onder Olldkerk , heeft gestaan.<br />
Beenen ring met cirkeltjes versierd. Middellijn 2 c.M.<br />
Gevonden in het bolwerk te Sneck.<br />
Voetstuk van een pot van zwarte , glad gebakken aarde.<br />
Handvatsel van een casserol van donkerrood en zwart gebakken<br />
aarde (defect).<br />
Bodem van een fleseh van donkergroen glas.<br />
Bodem van een fleschje van lichtgroen glas.<br />
Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord ;<br />
vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4 c.M.<br />
IJzeren ring. Middellijn 5.5 c.M.<br />
Plat rond beenen schijfje. Middellijn 1.2 c.M.<br />
Gele steenen kraal. Middellijn 0.7 c.M.<br />
Rosé steenen kraal. Middellijn 0.7 c.M.<br />
Kraal van lichtrood en grijs gebakken aarde. Middellijn 4 c.M.<br />
Been van een dier, aan ieder einde is overdwars een gat geboord.<br />
Lengte 21.5 c.M.<br />
Been van een dier, aan eene zijde glad gemaakt. Lengte 17.5 c.M.<br />
Helft van een runderknokkel. Middellijn 4 c.M.
20<br />
Hooriipil van een rund.<br />
Verschillende beenderen van dieren.<br />
Kiezen en tanden van dieren.<br />
Een hoef van een paard.<br />
Een slagtand van een wild varken.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp van Kalma, op het<br />
Oudland, onder Sfiens.<br />
Eivormig voorwerp van rood gebakken aarde. Lengte 6 c.M.<br />
Kievitseivormig voorwerp van rood gebakken aarde. Lengte 6 c.M.<br />
Gevonden in de terp te TeernS.<br />
Potje van geelbruin en rood gebakken aarde, met platten bodem,<br />
wijden buik, wijde opening, eenigszins omgebogen rand en met één<br />
oor. Hoogte 13.5 c.M. Middellijn 17.5 c.M.<br />
Gevonden in een terp onder Wl'jnS.<br />
Handvatsel van een beenen opsteekkam. Nog lang 6.5 c.M.<br />
Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord;<br />
vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.5 c.M.<br />
Steenen balletje van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 1.5 c.M.<br />
Twee fragmenten van molensteenen.<br />
Twee potscherven.<br />
Kraal van wit gebakken aarde. Middellijn 3.5 c.M.<br />
Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord;<br />
vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4.6 c.M.<br />
Punt van een hertshoorn , als handvatsel van een kam ? gebruikt.<br />
Lengte 13.7 c.M.<br />
Beenen haarnaald. Lengte 10 c.M.<br />
Beenen haarnaald. Lengte 9.3 c.M.<br />
Fragment van een handvatsel van een kam. Nog lang 13.2 c.M.<br />
Beenen spijker. Lengte 8 c.M.<br />
Houten voorwerp, aan het eene einde afgebroken. Nog' lang 20.3 c.M.<br />
Been van een dier.<br />
Twee sporen van hanen.<br />
Schedel van een hond.<br />
Fragment van een schedel van een dier.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Wetzons.<br />
Potje van grijsgeel gebakken aarde , met platten bodem , wijden<br />
buik , nauwere opening en rechtopstaanden rand. Hoogte 4.5 c.M.<br />
Middellijn 7 c.M.
27<br />
Drie scherven van een pot , met lijnen versierd.<br />
Deze beide voorwerpen zijn gevonden in de terp bij »Donia-Slale"<br />
k Winsum.<br />
Bronzen bolvormige pot, met omgebogen rand , één tuit en drie<br />
pooten,<br />
Vaasvormig potje van grijs en zwart gebakken aarde (gepolijst).<br />
Hoogte 11 c.M. Middellijn 7.5 c.M.<br />
Ruw bewerkt bekervormig potje van geel gebakken aarde , metplatten<br />
bodem. Hoogte 6 c.M. Middellijn 6.5 c.M.<br />
Brokstukken van potten.<br />
Kubusvormige werpsteen van graniet (defect). Lengte der zijden<br />
pi. m. 8 c.M.<br />
Helft van een platte schijf van rood gebakken aarde. Middellijn<br />
21 c.M.<br />
Ruwe langwerpige steen van bruingrijs gebakken aarde. Lengte<br />
15.5 c.M.<br />
Spinsteentje van zwart gebakken aarde. Middellijn 3.5 c.M.<br />
Schijfje , uit een potscherf van grijs gebakken aarde vervaardigd.<br />
Middellijn 5 c.M.<br />
Potje van rood gebakken aarde, op een voetje, met iets wijderen<br />
buik, nauwere opening, eenigszins omgebogen rand en met één oor.<br />
Hoogte 10 c.M. Middellijn 7 c.M.<br />
Been van een dier.<br />
Schedel van een mensch.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp op Waekens te<br />
Winsum.<br />
Steenen bijtel , zoogenaamde donderbeitel. Lengte 18.5 c.M.<br />
Kleine of offerbeitel, gevonden achter Vingerlo. Lengte 8.2 c.M.<br />
Dergelijke , kleiner. Lengte 6.6 c.M.<br />
Dergelijke , nog kleiner. Lengte 5.3 c.M.<br />
Schijfvormig gewicht van zwart gebakken aarde , in hel midden<br />
is een groot gat geboord is ; op het bovenvlak zijn vijf diepe gaten<br />
ingedrukt. Middellijn 11.5 c.M.<br />
Potje van zwart gebakken aarde , met eenigszins ronden bodem<br />
en bijna rechtopstaanden rand en met drie pootjes ; in een deipootjes<br />
is een gat geboord. Hoogte 7.5 c.M. Middellijn 8 c.M.<br />
Deze voorwerpen , gevonden op verschillende plaatsen in Drenthe,<br />
zijn in 1821 door R. C. SCHETSBERG, boekverkooper te Leeuwarden,<br />
verkocht , als deel uitmakende, van de collectie van wijlen den
28<br />
WelEd.ZeerGel. Heer Dr. JOHAMES WLTBRANDUS QUAESIIITS te Leeuwarden.<br />
(Zie catalogus van genoemde verkooping, blz. 106 en 107).<br />
Een koperen lepel. Als knop is op den steel een zittende leeuw,<br />
die in zijn voorpoten een wapenschild vasthoudt.<br />
Vier aardmanspijpjes.<br />
Gevonden bij het doen van graafwerk bij de Hoogere Burgerschool<br />
te Leeuwarden.<br />
Bronzen pot, op drie pooten en met ijzeren hengsel.<br />
Gevonden bij het afgraven van een terp te Hallum.<br />
Twee koperen crucifixen.<br />
Gevonden (volgens ontvangen opgave) bij hel graven in den grond<br />
van Kingma-State te ZweinS.<br />
Potje van grijsbruin gebakken aarde , met kleinen voet, zeer<br />
wijden buik , nauwe opening en rechtopstaanden rand. Hoogte 6<br />
c.M. Middellijn 8.5 c;.M.<br />
Zwart beenen paternosterkraal.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp bij » Holdinga-State" te<br />
Finkum.<br />
Zwaar stuk eikenhout, vermoedelijk van een kast of binnenbetimmering<br />
van een huis afkomstig , waarop zeer fraai een liggende<br />
koe is uitgesneden.<br />
Een kussensloop, in 1828 gemaakt door Klaasje Beerts Kuiken,<br />
echtgenoote van Anne Wassenaar te St. Jacobi-Parochie.<br />
Een oude kleine handboog.<br />
Fraai bewerkt geëmailleerd koperen mesheft.<br />
Gevonden in de vaart bij de NeSSerzijl.<br />
Twee koppen van zoogenaamde aardmanspijpjes.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp, achter de Stedelijke<br />
Begraafplaats te Leeuwarden.<br />
Eraaie zilveren bonbonière , met geheime sluiting (deze is echter<br />
defect). Aan den buitenkant op den bodem zijn in fraai ornement<br />
de geslachtswapens van Kanistra en van van Æbinga van Hijum<br />
gegraveerd. Deze doos heeft dus toebehoord aan Tjalling van Kamstra<br />
van Menaldum en zijne vrouw Lucia Helena Scheltusd. van<br />
Æbinga — of aan zijnen neef Tjalling van Kaïnstra te Rinsumageest<br />
en zijne vrouw Anna Maria Scheltusd. van Æbinga.
'ÜI<br />
Beenen mesheft met bruine , vermoedelijk ingebrande lijnen versierd<br />
, waarop tol opschrift (op dezelfde wijze aangebracht): Een<br />
goed Einde Voor Werk.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp te Jelsum.<br />
Dertien blauw geschilderde muurtegels.<br />
Zes geel, groen en blauw geschilderde muurtegels.<br />
Een blauw en paarsch geschilderde muurtegel.<br />
Al deze tegels zijn afkomstig uit een boerenhuis te Dronrijp.<br />
Het inwendige van een werpbal.<br />
Gevonden in den grond te NoordWOlde.<br />
Twee geborduurde kindermutsjes.<br />
IJzeren haardplaat, waarop een voorstelling van Christus met<br />
zijne apostelen bij de bron.<br />
Groote gevelsteen, waarop is uitgehouwen een in vaart zijnde<br />
trekschuit , waarboven de wapens van Leeuwarden en Dokkum en<br />
de letters S. P. Q. L.<br />
Deze steen is afkomstig uit den gevel van den in 18<strong>92</strong> afgebroken<br />
Dokkumerstal, aan de Eebuurt te Leeuwarden.<br />
Zilveren tabaksdoos , aan de binnenzijde is op het deksel gegraveerd<br />
: »Verkaatst te Wommels op het Feest ter gelegenheid - van<br />
de Geboorte van de - Koning van Romen. - 1811."<br />
Een steenen paternosterkraal.<br />
Gevonden bij het doen van graafwerk voor de uitbreiding van<br />
de Ambachtsschool te Leeuwarden.<br />
Een dergelijke kraal.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp van den Heer Kalma ,<br />
op het Oudland onder Stiens.<br />
Een dergelijke.<br />
Gevonden bij het afgraven van de Hand- en Jonkersterpen te<br />
Makkum.<br />
Bruine Jaeobakan. Hoogte 33.5 c.M. Middellijn 17 c.M.<br />
Gevonden bij het afgraven van een terp te Hallum.<br />
Vier verschillende draagteekens , tijdens het bezoek van H. 31.<br />
Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin-Regentes aan Friesland<br />
(17—21 Juni 18<strong>92</strong>) door ingezetenen gedragen.
30<br />
Ken blauwe muurtegel, waarop een afbeelding van een trommelslager,<br />
in 16de eeuwsche kleederdracht.<br />
Beenen nieshefl.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp te Wetzens.<br />
Een groote Jacobakan. Hoogte 39 c.M. Middellijn 17 c.M.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp , op pi. m. 5 minuten<br />
Z.W. van het dorp , te HoÊwerd.<br />
IJzeren haardplaat, waarop in een rand van bloemen een afbeelding<br />
van Neptunus en waaronder »16 AFO 97."<br />
Groote Jacobakan van rood gebakken aarde (defect). Hoogte 23<br />
c.M. Middellijn 15.5 c.M.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp te Baard.<br />
Een kristallen cachet, met koperen omranding, waarop het wapen<br />
van het geslacht Donia.<br />
Een koperen kraan.<br />
Een zilveren theelepeltje.<br />
Een zilveren broekgesp. waarop de letters D. T. zijn gegraveerd.<br />
Een koperen mesheft.<br />
Een beenen mesheft.<br />
Een zilveren oorlepeltje en nagelschoonmaker.<br />
Scherven van verschillende fraai bewerkte kruiken en kannen.<br />
Al deze voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de Jonkersterp<br />
bij Makkum , waarop de state »Donia" gestaan heeft.<br />
Tien zilveren knoopen , waarop een ruiter te paard.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp , waarop het klooster<br />
Marie'ngaarde , onder Haüum , heeft gestaan.<br />
In hout gesneden wapenbord , vermoedelijk op een kerkbank geplaatst<br />
geweest , en waarop twee wapens : 1. gekwartelcerd : 1 en 4<br />
Rataller, 2 en 3 Ernslel ; 2. doorsneden , boven Loo, onder Eemskerck;<br />
ter zijde van de wapens is ingesneden »Anno 1619".<br />
Ovale koperen tabaksdoos. Op het deksel is een man en vrouw,<br />
die aan het visschen zijn , gegraveerd ; ter weerszijden hiervan staal<br />
»Het vissen — is myn plaisier".<br />
Bruine Jacobakan. Hoogte 23 c.M. Middellijn 12 c.M.<br />
Gevonden bij hel afgraven van een terp te Baard.
f<br />
Hl<br />
IJzeren tang.<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp bij Donia-state te Winsum<br />
Steenen wijwatersbakje. Hoogte 15.5 c.M. MiddeUijn 25 c.M<br />
Gevonden bij het afgraven van de terp onder Hartwerd, waaron<br />
het Ugo-klooster heeft gestaan.
II. AANWINSTEN VAN HET MUNT- EN<br />
PENNINGKABINET.<br />
A. GESCHENKEN.<br />
Van de Heeren K, Velstra, te Mantgura, en T. Velstra,<br />
te Leeuwarden.<br />
Z. j. Romeinsche munt. Middelbrons. Onleesbaar.<br />
814—840. Munt van Karel den Grooten , te Wijk-bij-<br />
Duurstede geslagen . . . . . . . zilver.<br />
1346—1384. Vlaanderen. Dubbele groot. Lodewjjk II zilver.<br />
1660. Stad Utrecht. Duit koper.<br />
1720. Holland. Duit koper.<br />
Z. j. Portugal. Vijf Reis. Sebastiaan I koper.<br />
Van den Heer W. K. F. Zwiersina , te Holwerd.<br />
16<strong>64</strong>. Brunswijk en Lunenburg. Thaler. George Wilhelm, zilver.<br />
1795. Geelkoperen gildepenning, in het midden der penning<br />
is een rond gat geboord. Op de voorzijde<br />
is gegraveerd VLBE DURKS BAKKER G P<br />
N° 5, en op de keerzijde het jaartal 1795.<br />
Van den Heer J. C. F. Westpalm van Hoorn van Burgh, te<br />
's G r a v e n h a g e.<br />
1876 (27 Juli). Penning door de Nederlandsche Vrijmetselaren<br />
aangeboden aan Z. K. H. Willem Frederik<br />
Karel, Prins der Nederlanden, Grootmeester<br />
Nationaal, bij de plechtige herdenking van zijn<br />
zestigjarig bestuur zilver.<br />
1852. Penning ter eere van Pierre Theodore Verhaegen ,<br />
Président de la ehambre des Représentants de<br />
1848- 1852 brons.<br />
1832. Penning geschonken aan de verdedigers van de Citadel<br />
van Antwerpen. Deze met den naam D. Vos. brons.
33<br />
1874 (12 Mei). De orde der Vrijmetselaren in hel koninkrijk<br />
der Nederlanden , onderhoorige Koloniën en<br />
Landen , ter herinnering aan de vijfentwintigjarige<br />
regeering van Koning Willem III . . . brons.<br />
1814 (26 Februari). Gestempelde draagpennmg van de<br />
ontgroenings Senaten aan de Hoogeschool te<br />
Utrecht. Dirks, deel I, no. 18 . . . . zilver.<br />
Een munt van het koninkrijk Siam . . . . koper.<br />
Dergelijke, kleiner koper.<br />
1863. Sarawak. One cent . koper.<br />
1874. Straits Settlements. One cent koper.<br />
1790. Vereenigde Oost-Indische Compagnie. Duit . . koper.<br />
1825. Nederlandsch-Indië'. J/2 stuiver koper.<br />
1826. » l/j stuiver koper.<br />
1830. Brazilië. 40 Reis koper.<br />
1866. Spanje. 2'/2 centimos de Escudo. Maria II . koper.<br />
1809. Westphalen. 10 centimes. Napoleon I koper.<br />
1765. Westfriesland. Stuiver zilver.<br />
1766. Westfriesland. Stuiver zilver.<br />
1849. Spanje. Reaal. Maria II , zilver.<br />
1863. Italië. 20 centesimi. Victor Emanuel II . . zilver.<br />
Z. j. Engeland. Penny. Jacobus I zilver.<br />
1855. Frankrijk. 5 centimes. Napoleon III . . . koper.<br />
Onleesbaar. Luxemburg. 10 sols koper.<br />
Z. j. Noodrnunt van Curaçao , uit een in vijf deelen geslagen<br />
Spaansche mat vervaardigd . . . . zilver.<br />
Van den Heer Mr. J. Dirks, te Leeuwarden.<br />
1865. Tinnen draagpenning , ter gelegenheid van den vijftigjarigen<br />
gedenkdag van den Slag van Waterloo , met de borstbeelden<br />
van Willem I, II en III.<br />
1865. Alsvoren met de borstbeelden van de helden van Waterloo.<br />
1865. Koperen penningplaatje, bij dezelfde gelegenheid.<br />
Van den Heer Dr. J. A. Bruins , te I d a a r d.<br />
Romejnsche , bijna geheel afgesleten , munt, vermoedelijk<br />
van Vespasianus . . . . middelbrons.<br />
Z. j. Legpenning met beeldtenis van Lodewijk de Veertiende<br />
geelkoper.<br />
Van den Heer D. Cannegieter, te Bi ij a.<br />
1620. Groningen. Stuiver zilver.
•\'\<br />
Van den Heer S. H. A. Begeman , ie H o 1 w e r d.<br />
1678. Campen. Dubbele stuiver . zilver.<br />
1686. Nijmegen. Dubbele stuiver zilver.<br />
Z. j. Spanje. Vierde reaal. Ferdinand en Elisabcth<br />
(1474 en '79—1516) . zilver.<br />
Onleesbaar. Engeland. Penny. George III . . . . koper.<br />
Van den Heer G. H. van BorSSlMI Waaîkes, te Huiz urn.<br />
1623. Friesland. Stuiver zilver.<br />
Van den Heer G. du CrOCtj, te Amsterdam.<br />
1574. Ontzet der stad Leiden , met de Schans te Soeterwoude.<br />
Van Loon I, blz. 195 . . . . zilver.<br />
1575. Besluit der Staten omtrent de Roomsche godsdienst.<br />
Van Loon I, blz. 208 , ho. 1 zilver.<br />
1580. Afbreken der vredesonderhandelingen met Spanje.<br />
Van Loon I, blz. 279 koper.<br />
1581. Âfzwering van Filips als graai'. Van Loon 1, blz. 298 koper.<br />
1582. Moordaanslag op het leven van Prins Willem I.<br />
Van Loon I, blz. 315 . . . . . . . zilver.<br />
1584. Moedig gedrag der Staten. Van Loon I, blz. 348 koper.<br />
1587. Op den rampzaligen toestand der Spaansche, en den<br />
bloeienden toestand van de noordelijke (vereenigde)<br />
Nederlanden. Van Loon I, blz. 379 . . . koper.<br />
1590. Verkiezing van Prins Maurits tot algemeen Stadhouder.<br />
Van Loon 1 , blz. 412 . . . . koper.<br />
1591. Valsehe vredesaanbieding door Spanje. Van Loon<br />
I, blz. 423 . . , . . . . . . , koper.<br />
1593. Inname van Geertruidenberg. Van Loon I, blz.<br />
437. no. 2 . zilver.<br />
1594. Op het opnemen van lands geldmiddelen. Van<br />
Loon I, blz. 452 koper.<br />
1598. Op het vermoorden van Graal' Ulrich van Valkensteijn.<br />
Van Loon I, blz. 518 koper.<br />
1598. Wreedheden van Mendosa. Van Loon I, blz. 521 koper.<br />
1600. Veroveren van het fort St. Andries. Van Loon I,<br />
blz. 546 koper,<br />
1603. Belegering van Ostende. Van Loon II, blz. 10 ,<br />
no. 1 . . . . . . . . . . . . koper.<br />
1607. Manhaftigen strijd van Oldenbarneveld , omtrent de.<br />
Spaansche gemoederen. Van Loon II , blz. 34 koper.
1610,<br />
1629.<br />
1772.<br />
1773.<br />
1779.<br />
1783.<br />
1831.<br />
1845.<br />
1863<br />
1872.<br />
1872<br />
1872<br />
35<br />
Moord op Hendrik IV. Van Loon II , blz. 67 . koper.<br />
Op het vluchten der Spanjaarden uit de Veluwe en<br />
Amersfoort, het ontweldigen van Wezel en het veroveren<br />
van 's Hertogenbosch. Van Loon II, blz. 184 koper.<br />
Tweede eeuwfeest der verlossing van Vlissingen.<br />
Vervolg van Loon VI , blz. 53 , no. 4<strong>64</strong> . . zilver.<br />
Tweede eeuwfeest van het ontzet van Alkmaar.<br />
Vervolg van Loon VI, blz. 71 , no. 484 . . zilver.<br />
Tweede eeuwfeest der Unie van Utrecht. Vervolg<br />
van Loon VII, blz. 127 , no. 538 . . . . zilver.<br />
Blokkade van Gibraltar. Vervolg van Loon VIII,<br />
blz. 193, no. 584 . . . . . . . . koper.<br />
Ter nagedachtenis van J. C. J. van Speyck. Dirks<br />
I, blz. 315, no. 402 . . . . . . . brons.<br />
Opening en inwijding der nieuwe beurs te Amsterdam.<br />
Dirks II, blz. 59 , no. <strong>64</strong>1 . . . brons.<br />
(28 November). Kozakjesdag te Utrecht, of het vijftig<br />
jaren geleden binnenrukken der Kozakken aldaar<br />
in 1813, herdacht in 1863. Dirks II, blz. 257,<br />
no. 898 . . . . . . . . . . . brons.<br />
Derde eeuwfeest der grondlegging onzer onafhankelijkheid<br />
. . . . . . . . . . . brons.<br />
Derde eeuwfeest der inname van den Briel . . brons.<br />
Strooipenning ter gelegenheid van het derde eeuwfeest<br />
onzer onafhankelijkheid . . . . . brons.<br />
Van den Heer |. Boiman , te Leeuw arde n.<br />
1802. Nederlandsch-Indië. Gulden<br />
1802. » Halve gulden .<br />
1802. » Kwart gulden ,<br />
1802. » Achtste gulden<br />
1802. » Zestiende gulden<br />
1877. Nederland. Cent<br />
1677. West-Friesland. Stuiver . . .<br />
1566. Litthauen. Vier grosschen .<br />
Van den Heer Mr. W. W. WîcherS Wierdstna , te F r<br />
Z. j. Romeinsehe munt (onleesbaar) . . . . .<br />
Z. j. Fransche legpenning. Lodewijk XIV .<br />
1753. Vlaanderen. Vierde florijn. Maria Theresia .<br />
zilver,<br />
zilver,<br />
zilver,<br />
zilver,<br />
zilver,<br />
koper,<br />
zilver,<br />
zilver.<br />
n e k e r.<br />
zilver,<br />
koper,<br />
zilver.
36<br />
Van den Heer P. J. Sliringar , te Leeuwarden.<br />
18<strong>92</strong>. Zuid-Afrikaansche Republiek. 5 shillings . . . zilver.<br />
Van den Heer Mr. W. J. van Weideren baron Rengers, te<br />
Leeuwarden.<br />
1473. Deventer. Halve stuiver zilver.<br />
Religieus draagteeken geelkoper.<br />
Beide stukken zijn gevonden bij het afgraven van de terp op<br />
»Biigaard", onder Leeuwarden.<br />
Van den Heer J. D, van der Weide, te Leeuwarden.<br />
Tien zilveren munten.<br />
Vier nickel munten.<br />
Honderd een en veertig koperen munten.<br />
Van den Heer E. P. H. Kingma, te Maklsuin.<br />
1559 (3 April). Legpenning op de te Chasteau gesloten<br />
vrede tussehen Frankrijk en Spanje . . . koper.<br />
Van de erfgenamen van Mevrouw de Wed. WouterS, geboren<br />
Marcelis Hartsinck, overleden te Oudeschoot.<br />
1682. Penning op Karel XI. Vereeniging der Standen<br />
in Zweden brons.<br />
1676—1689. Penning op Paus Innocentius XI brons.<br />
1671. 1 D. Belfast koper.<br />
1679. Vredepenning. Karel XI van Zweden . . . . brons.<br />
1719 , 21/2. Kroning van Ulrica Eleonora als Koningin<br />
van Zweden koper.<br />
Onleesbaar. Braband. Oordje. Karel VI . . . . koper.<br />
Z. j. Deventer. Duit koper.<br />
367—383. Romeinsche munt van Gratianus. Cohen VI,<br />
blz. 437 , no. 58 , met P C O S , . . kl. brons.<br />
B. GESCHENKEN.<br />
1535. Penning ter eere van joaiines Fredericus , Keurvorst<br />
van Saksen. Van Mieris II, blz. 429 ,<br />
no. 1 verg. zilver.<br />
15<strong>64</strong>. Penning op Calvyn († 27 Mei 15<strong>64</strong>). Van Mieris<br />
III, blz. 336 , no. 1 geelkoper.<br />
Z. j. Koperen rekenpenning, met het borstbeeld van<br />
Lodewijk XIV, Koning van Frankrijk , door<br />
Wolff Laufer. te Neurenberg, geslagen . , koper.
37<br />
Z. j. Rekenpenning met borstbeeld van Lodewijk XIV . koper.<br />
1742. Spotpenning op Maria Theresia . . . . geelkoper.<br />
1841. Op het bouwen van het Israëlietisch ziekenhuis te<br />
Hamburg geelkoper.<br />
1890. Op H. M. Wilhelmina, Koningin der Nederlanden<br />
geworden 23 November 1890 . . . . . brons.<br />
<strong>1891</strong>. Op het eerste jaar der regeering van Koningin<br />
Emma , als regentes van Koningin Wilhelmina. brons.<br />
18<strong>92</strong>. H. M. Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin-<br />
Regentes bezoeken Groningen , 21—26 Juni . brons.<br />
Z. j. Neurenberger rekenpenning . . . . . geelkoper.<br />
Z. j. Rekenpenning door Hans Ravwinkel geslagen . geelkoper.<br />
Een koperen muntgewicht . . . . . . geelkoper.<br />
1<strong>64</strong>0. Gelderland. Stuiver zilver.<br />
1760. » Duit . koper.<br />
1765. » Duit koper.<br />
1780. Holland. Duit koper.<br />
1754. West-Friesland. Duit koper.<br />
1736. » Gulden (valsch) comp.<br />
1769. « Duit koper.<br />
1679. » Dubbele stuiver zilver.<br />
1623. Friesland. Stuiver zilver.<br />
16<strong>64</strong>. » Dubbele stuiver zilver.<br />
1666. » Dubbele stuiver zilver.<br />
Z. j. » Oordje koper.<br />
1702. » Duit koper.<br />
16<strong>64</strong>. » Dubbele stuiver zilver.<br />
1666. Utrecht. Duit koper.<br />
1715 » Gulden (valsch) koper.<br />
1791. Zeeland. Duit koper.<br />
1788. » Duit koper.<br />
1681. » Duit koper.<br />
1766. Overijssel. Duit koper.<br />
16<strong>92</strong>. Groningen. Achtentwintig zilver.<br />
1688. Deventer. Schelling zilver.<br />
1596. Zwolle. Duit koper.<br />
1679. Campen. Dubbele stuiver zilver.<br />
1609. Roermond. Oordje koper.<br />
1686. Nijmegen. Schelling zilver.<br />
167. Zutphen. Duit koper.
38<br />
1828. Nederland. «/,„ gulden. Willem I, te Utrecht<br />
geslagen zilver.<br />
18<strong>92</strong>. Nederland. Gulden. Wilhelmina. Zonder kantschrift, zilver.<br />
1808. Nederlandsch-Indië. 5 '/ie gulden . . . . koper.<br />
1785. Gulik en Berg. J /4 stuiver koper.<br />
1809. Danzig. Een groschen koper.<br />
1637. Osnabrück. Driepfennig zilver.<br />
1773. Biunswijk en Lunenburg. Een pfennig. Karel . koper.<br />
1747. Bremen. Een schwaren .<br />
Z. j. Saksen. Groot. Frederik, Johannes, Georg . . zilver.<br />
1760. Beijeren. Thaler. Maximiliaan Jozef (valsch) . verz. koper.<br />
1791. Frankrijk. Sou. Lodewijk XVI koper.<br />
1785. Frankrijk. Sou. Lodewijk XVI koper.<br />
1882. Portugal. 10 reis. Louis I . . . . . . koper.<br />
17<strong>92</strong>. Engeland (Lancaster). Half penny koper.<br />
1861. Engeland. Half penny koper.<br />
1718. Zweden. 1 daler. (Mars) koper.<br />
1718. Zweden. 1 daler. (Saternus) koper.<br />
1858. Rusland. Kopek. Alexander II koper.<br />
1565. Litthauen. Vier grosch zilver.<br />
Z. j. Hindostan ijzer.<br />
1244—1280. Henegouwen. Groot. Margaretha van Constantinopel<br />
. zilver.<br />
Verder nog 3 zilveren en 62 koperen munten , gevonden in het<br />
bolwerk te Sneek. Er is een een-centstuk van 1853 van Nederl,-<br />
Indië bij, zoodat ze niet lang in den grond kunnen gelegen hebben.<br />
173 Denariën, gevonden in een terp tusschen Kiinswerd en<br />
Pingjuin , als :<br />
Lodewijk de Vrome (814—817).<br />
Christiana Religio.<br />
1. Met een half maantje onder den tempel i<br />
2. Met een liggende
Dorestatus nion 58<br />
Vz. Lotharius imperato. Kz. Christiana reliuio . . . . 1<br />
Vz. Lotharius imp. Kz. Als voren 1<br />
Vz. Lothariusacus. Kz. Als voren 1<br />
Karel, de Kale (840 , Keizer 875 , † 877).<br />
Christiana religio , waarbij één met een . onder den tempel 9<br />
Remis civitatis 2<br />
LEEUWARDEN , 18<strong>92</strong>.<br />
CORBELIJN BATIAERU.<br />
sk*sk
III, Aanwinsten van het Kabinet van<br />
Schilderijen, en van de verschillende afdeelingen<br />
van het in 18<strong>92</strong> geopend Prentkabinet,<br />
A. SCHILDERIJEN.<br />
Harmen Fransz. van Bockema , geb. 1596. Ael. 32, A°. 1628.<br />
Volmacht ten Landsdage, o. a. in 1637, eigenaar te Lutkewierum.<br />
Zijne vrouw (eene Roorda van Tzummarum ?) Aet. 26, A°. 1628.<br />
Franciscus Hannensz. van Bockema. Aet. 16.<br />
Doetie van Bockema, Aet. 15 , A°. 1<strong>64</strong>3.<br />
Taeske .van Bockema. Aet. 13 , A°. 1<strong>64</strong>3 , later gehuwd met<br />
Ev. H. Bornaeiis, achtereenvolgens predikant te Garijj) , Oldeboorn<br />
(waar hij in 1622 geboren werd) en te Bolsward (waar hij 30 Juli<br />
1680 overleed).<br />
Wapenbord van Frans Roorda van Bockema, geb. 28 Juli 1<strong>64</strong>8,<br />
overl. 2 Maart 1<strong>64</strong>9 , met de spreuk : Fivit post funera virtus.<br />
Deze vijf groote portretten van de beide ouders en hunne drie<br />
kinderen , met het wapenbord van den vroeg overleden jongsten<br />
zoon , alle in olieverf op paneel, hebben tot in den loop van 18<strong>92</strong><br />
gehangen op Bockema-State te Lutkewierum. Geschenk van Mr.<br />
C. W.jA. baron van Haersolte en Mevrouw , te Arnhem.<br />
Bjuck van Cammingha , overl. 1626 als weduwe van Gosse<br />
Douwes van Æbinga , overl. 1579. Paneel.<br />
Eene dame uit het geslacht van Æbinga, vermoedelijk Dorothea,<br />
overl. 1680. Paneel.<br />
Lucia Helena van Æbinga , geb. op Martena-State te Cornjuni<br />
2 April 1635 , overl. 6 Maart 1670 , als echtgenoote van Tjalling<br />
Hommes Camstra , te Menaldum. Paneel.<br />
.Ir. Tjalling van Camstra , geb. 1576 , overl. 1614. Paneel.<br />
Jarich van Oekinga, Raad in het Hoi' van Friesland, geb, 1<strong>64</strong>4,<br />
overl. 1714. Doek.
41<br />
Zijne eerste vrouw Barber Hommesd. van Catrislra, wed. Bonne<br />
Harinxma van Donia , Anno 1669. Gestorven 30 Nov. 1696. Doek.<br />
Hans Willem van Camstra , Grietman van Idaarderadeel enz.<br />
Overl. 3 April 1761.<br />
Snelger van Meckema , op elfjarigen leeftijd , A°. 1613. Overl.<br />
te Leeuwarden 15 Nov. 1625. Paneel.<br />
Ins van Feitsma (vermoedelijk) , vrouw van Wylze Werps Oedlsma<br />
van Juckema , overl. 17 Juli 1758.<br />
Portretten van een man , eene dame en van een kind , alle drie<br />
vooralsnog onbekend.<br />
Wapenbord van Juliana Agatha baronnesse van Aylva, huisvrouw<br />
van Tjalling Homme van Carastra , Grietman van Idaarderadeel ,<br />
overl. 2 Nov. 1700, Aet. 35.<br />
Deze twaalf portretten en het wapenbord , alle in zwarte lijsten ,<br />
zijn een geschenk van de Erven van Jhr. 11. B. van Sminia , te<br />
Bergum.<br />
Christus en de Wetgeleerden. Copie naar 1). Ploegsma, dooiden<br />
kunstschilder C. Wester. Doek , in vergulde lijst. Geschenk<br />
van den Heer J. G. Wester , te Leeuwarden.<br />
Mansportret, op doek , naar Titiaan , door C. Wester ; in vergulde<br />
lijst. Geschenk van denzelfde.<br />
Een liggend hert. Doek op paneel gehecht. Geschenk van den<br />
Heer W. Beeling , te Leeuwarden.<br />
B. PLAATWERKEN.<br />
G. Hoet. üntslote deure der tekenkunst, waarin , door naluur-<br />
Ivke voorbeelden, veelerlei stant en gebaar van hoofden en tronien -<br />
midsgaders veele volkomene beelden - in hunne verscheide gestalten<br />
enz. vertoont worden , met de elznaalde in 't koper gebragt door<br />
Pieter Bodart, Leeuw. , Halma , 1713 , jol. (Met 82 pi.) Aangekocht,<br />
Een Duitsch werk met gekleurde stadsgezichten, zn. titel, defect.<br />
Voorhanden : Amsterdam , Cóln , Dünkirche , Delff't, Dockum ,<br />
Dorlrecht , Frascati , Franeker , Ferrara , Grætz , Harlingen , Herzogenbusch<br />
, Hannover , London , Livorno , Middelburg , Namur ,<br />
Oslende. Met de wapens dier steden en uitvoerige onderschriften<br />
in het Latijn en Duitsch. F. B. Werner delin. J. C. Leopold (en)<br />
J. F. Leopold excud. Aug. Vind. Oblong 4°. In bruikleen van<br />
Mevr. Lobrij de Bruijn , geb. Bergsma , te Leeuwarden.
42<br />
Een Duitse!) portretwerk, zn. titel en defect, houdende 38 portretten<br />
van gelijktijdige Vorsten en Vorstinnen. J. C. Leopold exe.<br />
(en) J. C. Hafner exc. Aug. Vind , fol. In bruikleen , als voren.<br />
Optica-platen , Frankrijk 28, Nederland 17, Italië 14, Duitschland<br />
9 , Spanje 4 , Rusland en Polen 3 , verschillende landen 12<br />
=: 87 stuks. In bruikleen , als voren.<br />
Photographiën van het Poolschip de Willem Barents , en van<br />
verschillende gezichten en tafereelen , opgenomen gedurende zijn<br />
tocht naar de Poolstreken in 1879. 37 stuks met gedrukte onderschriften.<br />
Geschenk van den Heer I. Bolrnan te Leeuwarden , uit<br />
de bibliotheek van wijlen Mr. J. J. Bolrnan.<br />
L* Album de 1' Exposition de 1889 , gevormd door 100 phololypiën.<br />
Geschenk van den Heer P. J. Suringar, te Leeuwarden, fol.<br />
Max. Rooses. Christophe Plantin , Irnprimeur Anversois. Anvers<br />
Jos. Maes , fol. Geschenk van den Heer P. J. Suringar.<br />
A. A. Vorsterman van Oijen. Stam- en Wapenboek van Nederlandsche<br />
familiën , met geneologische en heraldische aanteekeningen.<br />
Gron. , 1885—1890. 3 dln, jol. In prachtbanden. Geschenk<br />
van Mr. N. H. van Nes van Meerkerk , te Leeuwarden.<br />
Geschichte der Deutschen Kunst (Dr. R. Dohme , Die Baukunst;<br />
Dr. W. Bode , Die Plastik ; Dr. Janitschek , Die Malerei; Dr. von<br />
Lutzow, Der Kupferstich und Holzschnitt; von Falke, Das Kunstgewerbe).<br />
Berlin 1887—<strong>1891</strong> , 5 Thle , M. Illustr. , 4°. Geschenk<br />
van den Heer I, Bolrnan , als boven.<br />
C. PRENTEN.<br />
J. R. Sinith , Age and Infancy , naar J. Opie, 1785.<br />
J. G. Wille , Tricoteuse Hollandoise , naar F. v. Mieris.<br />
IX Gezichten in en bij het Landschap Drenthe, naar E. v. Drielst,<br />
door H. Schweigman.<br />
Boerenwoningen in Drenthe, geëtst door C. L. Hansen, no. 1—6.<br />
De kerk te Euimen , afgebroken in 1855 , en die te Odoorn ,<br />
afgebroken in 1856. Twee lithographiën door I. Reijnders Sz.<br />
Die Par force Jagd des Hirsches und deren Vorgang , door J.<br />
E. Ridinger. Serie van 13 groote gravures.<br />
Het vangen van vossen, wilde zwijnen en auerhanen. 5 gravures<br />
van J. E. Ridinger.<br />
De laatste 5 nummers geschonken door den Heer I. Bolrnan.
43<br />
Het gerestaureerde waaggebouw te Leeuwarden, en het beeldhouw<br />
erk daaraan , in 5 photografiën.<br />
Het poortje van het 0. B. Weeshuis te Leeuwarden , in photographie<br />
en in photolithographie. 2 stuks.<br />
De Waterpoort te Sneek. Phototype uit het Tear Book of the<br />
ffolland Society of Wew-York , 1888—1889. Geschenk van den<br />
Heer C. W. Bruinvis, te Alkmaar.<br />
Portret van een Friesch meisje in nationaal costuum. Phototype.<br />
Geschenk als voren.<br />
Het slot »Tjessens" , bij Holwerd , in 18<strong>92</strong>. Photographie. Geschenk<br />
van Mr. C. L. baron van Harinxma thoe Slooten, te Leeuwarden.<br />
Gezicht op »de nieuwe toren en de Groote Hoogstraat" te Leeuwarden.<br />
Penteekening door H. Tavernier , 1782. Geschenk van<br />
Mr. A. J. Enschedé , te Haarlem.<br />
Vijftien gezichten in en nabij Franeker. Teekeningen van G.<br />
Jarigsma , in sepia.<br />
Tien verschillende teekeningen , van denzelfde, en twee van T.<br />
G. Jarigsma.<br />
Een landschapje. Teekening in sepia (door H. Fock).<br />
Eene zee met schepen. Aquarel van K. J. Sannes , te Franeker.<br />
De Hindelooper Kamer op de Histor. Tentoonstelling te Leeuwarden<br />
in 1877. Photographie naar eene schilderij van Otto Kirberg<br />
, te München.<br />
Photographie van de juweelen naald, behoorende bij het costuum<br />
door Friesche vrouwen in 18<strong>92</strong> geschonken aan H. M. Koningin<br />
Wilhelmina. Geschenk van den Heer M. J. Nolet, te Leeuwarden.<br />
Acht verschillende portretten van Rembrandt , en eene van diens<br />
moeder. Gravures.<br />
Portret van Lodewijk, Prins van Waldeck, in kleurendruk, naar<br />
L. Lucius, door J. L. van Beek , 1794.<br />
Portret van H. Tollens Lz. Naar Hofmeister , door Spanier.<br />
Portret van Mevr. Kleine—Gartman.<br />
Portretten van P. Lycklama à Nijeholt en D. Alma, burgemeesters<br />
van Leeuwarden en van Sneek , alsmede van de Bestuurders der<br />
Sneeker Zeilvereeniging. Phototypen uit het bovenvermeld Tear<br />
Book. Geschenk van den Heer C. W. Bruinvis.<br />
Keyzerlycken Coninck-Brief. Ghemaeckt op de zeghen-ryeke<br />
waepenen des Keyzers Leopoldus teghen den Turck ende de Rebellen
44<br />
van Hongaryen. Antw. G. Bouttats. (Met 32 kleine gravures),<br />
In plano. Geschenk van den Heer I. Bolman.<br />
Laatste afscheid van den Hertog van Brunswijk aan zijn Generaals<br />
in de Bataille van den 16 Junij 1815 tegen Bonaparte. —<br />
Eerste aanval op het dorp Halle door de Nederlandsehe Troepen ,<br />
Gekommandeerd door den Kroonprins van Nederland , tegen de<br />
Fransche Troepen , op den 17 Junij 1815. Amst, bij A. Poncia<br />
& Cornp. , 2 st., gekleurd.<br />
Gedenkw. verdediging van den Antwerpschen Citadel door Neerlands<br />
dapperen onder het bevel van den Luit'.-Gen'. B". Chassé,<br />
tegen het verschrikkelijk bombardement der Franschen , door den<br />
Maarschalk Gerard aangevoert, in Dec. 1832.<br />
Heldhaftige uitval der Nederlanders op de Franschen uit de Citadel<br />
— van de kant der Lunet St. Laurent, onder aanvoering van<br />
den dapperen Hoofdman Morre, in Dec. 1832. No. III en IV<br />
van eene serie.<br />
Terugkomst door de Muiderpoort der Amsterdamsche Mobiele<br />
Schutterij op den 5 Sept. 1834. — Aankomst op den Dam —<br />
onder dankzegging der Heere Burgemeester op den 5 Sept. 1834.<br />
No. 3 en 4 der zeldzame serie , bij F. Muller, no. 6935.<br />
Schoonschriften van Roel Jans (Wijminga) te Garijp , 25 stuks ,<br />
in een boekje in 4°, uit het laatst der vorige of begin dezer eeuw.<br />
Geschenk van Mr. A. J. Andreæ , te Kollum.<br />
Oude Nieuwjaarswenschen, o. a. van 1799, 1813 en 1814; negentien<br />
oude kinderprenten ; lijsten van harddraverijen en hardzeilpartijen<br />
in Friesland ; twee platen met de wapens der Friesche steden,<br />
enz. , door verschillende personen geschonken.<br />
Mr. W. B. S. BOELES.
Genootschappen en Inrlcntingen,<br />
WELKE IN CORRESPONDENTIE STAAN MET HET<br />
FRIESCH GENOOTSCHAP.<br />
A. BXTITENLANDSCHE.<br />
1. Gesellschaft für bildende Kunst und Vaterl. Alterthümer,<br />
zu Emden.<br />
2. Das Königliche Staatsarchiv, zu Aurich.<br />
3. Oldenburger Landesverein für Alterthumskunde, zu<br />
Oldenburg.<br />
4. Künstler-Verein für Bremische Gesch. u. Alterthümer,<br />
zu Bremen.<br />
5. Verein für Geseh. und Alterthümer der Herzogthümer<br />
Bremen und Verden, zu Stade,<br />
6. Gesammt-Verein, zu Hannover.<br />
7. Histor. Verein für Niedersachsen, zu Hannover.<br />
8. Verein für Lübeckische Geschichte und Alterthumskunde,<br />
zu Lubeck.<br />
9. Der anthropologische Verein in Schleswig-Holstein, zu<br />
Kiel,<br />
40. Gesellschaft für Schleswig-Holstein-Lauenburgische Geschichte,<br />
zu Kiel.<br />
14. Verein für Mecklenburgische Geschichte, zu Schiverin.<br />
12. Königl. und Universitäts-Bibliothek, zu Königsberg.
13. Physikalisch-Oekonomische Gesellschaft, zu Königsberg.<br />
14. Historische Gesellschaft für die provinz Posen, zu Posen.<br />
15. Histor. Verein, zu Osnábrück,<br />
16. Harzverein für Gesch. und Alterthümer, zu Wernigerode.<br />
17. Verein für Thüringische Gesch. und Alterthumskunde,<br />
zu Jena.<br />
18. Bergischer Geschichtsverein, zu Elberfeld.<br />
19. Der Aachener Geschichtsverein, zu Aachen.<br />
20. Verein für Alterthumsfreunde im Rheinlande, zu Bonn.<br />
21. Der Öberhessische Gesehichtsverein, zu Giessen.<br />
22. Kaiserl. Universitäts und Landes Bibliothek, zu<br />
Strassburg.<br />
23. Grossh. Badische Universitäts-bibliothek, zu Heidelberg.<br />
24. Verein für Kunst und Alterthum in Ulm u. Oberschwaben,<br />
zu Ulm.<br />
25. Das Germanische Museum, zu Nümberg.<br />
26. Histor. Verein der Oberpfalz und Regensburg, zu Regensburg.<br />
27. Königliche Akademie gemeinnütziger Wissenschaften<br />
zu Erfurt.<br />
28. Voigtländischer Alterthumsforschender Verein, zu Hohenleuben.<br />
29. Alterthumsverein für Zwickau und ümgegend, zu<br />
Zwickau.<br />
30. V. i für Chemnitzer Geschichte, zu Chemmtz.<br />
31. Verein für Geschichte der Stadt Meissen, zu Meissen.<br />
32. Geschichts- und Alterthumsforschender Verein, zu Leisnig.<br />
33. Kaiserl. Königl. Geogr. Gesellschaft, zu Wien.<br />
34. Histor. Verein für Steiermark, zu Grätz.<br />
35. La Bibliothèque Royale de Copenhague.<br />
36. Société Royale des Antiquaires du Nord, à Copenhague.
37. La Bibliotheque de 1' universite royale de Norvége, à<br />
Christiania.<br />
38. Kong. Vitterhets Historie och Antiquitets Akademien,<br />
Stockholm.<br />
39. Die gelehrte Esthnische Gesellschaft, zu Dorpat.<br />
40. La Société des Antiquaires de France, à Paris.<br />
41. La Société des Antiquaires de Picardie, à Amiens.<br />
42. La Société historique de Compiègne.<br />
43. La Société Française d' Archéologie pour la conservation<br />
des monum. histor., à Tours.<br />
44. L' Institut Royal Grand Ducal de Luxembourg.<br />
45. La Bibliotheque Royale de Belgique, à Bruxelles.<br />
46. La Société d' Archéologie de Bruxelles.<br />
47. La Société scientifique et littéraire, à Tongres.<br />
48. La Société des Sciences, des Arts et des Lettres du<br />
Hainaut, à Mons.<br />
49. De Kon. Vlaamsche Academie voor taal- en letterkunde,<br />
te Gent.<br />
50. Oudheidk. Kring van het land van Waes, te St. Nicolaes<br />
(Vlaanderen).<br />
51. L' Institut Archéologique, à Liége.<br />
52. The philological Society, London.<br />
53. Manchester Literary and Philosophical Society, Manchesier.<br />
54. Public Library at Melbourne (Australië).<br />
55. The Smithsonian Institution, Washington.<br />
56. The American Association for the Advancement of<br />
Science, Salem.<br />
57. American philosophical society, at Philadelphia.<br />
58. Museu Nacional do Rio de Janeiro.<br />
59. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
B. BKNENLANDSCHE.<br />
1. De Provinciale Bibliotheek, te Leeuwarden.<br />
2. De Stedelijke Bibliotheek, te Leeuwarden.<br />
3. Het Selskip for Friske tael- en schriftenkennisse, te<br />
Leeuwarden.<br />
4. Het Gymnasium, te Leeuwarden.<br />
5. De Rijks Hoogere Burgerschool, te Leeuwarden.<br />
6. Het Leesmuseum, te Groningen.<br />
7. Het Provinciaal Museum v. Oudheden in Drenthe, te Assen.<br />
8. De Yereeniging voor Overijsselsch Kecht en Geschiedenis,<br />
te Zwolle.<br />
9. De Stadsbibliotheek, te Deventer.<br />
10. De Bibliotheek der gemeente Kampen.<br />
11. Het Historisch Genootschap, te Utrecht.<br />
12. Het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, te Utrecht.<br />
13. De Universiteits-bibliotheek, te Leiden.<br />
14. De Maatschappij van Nederl. Letterkunde, te Leiden.<br />
15. De Koninklijke Bibliotheek, te 's Gravenhage.<br />
16. De Heraldische Vereeniging »de Nederlandsche Leeuw",<br />
te 's Gravenhage.<br />
17. De Vereeniging »de Nederlandsche Heraut", te's Gravenhage.<br />
'S. Het Nederlandsch Familieblad, te 's Gravenhage.<br />
i9. Het Leeskabinet, te Rotterdam.<br />
20. Gemeente-Bibliotheek van Rotterdam.<br />
21. Teyler's Genootschap, te Haarlem.<br />
22. De Stedelijke Bibliotheek, te Haarlem.<br />
23. Het Koninklijk Oudheidk. Genootschap, te Amsterdam.<br />
24. De Koninklijke Academie v. Wetenschappen, te Amsterdam.<br />
25. De Universiteits-bibliotheek, te Amsterdam.
20. Het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, te<br />
Middelburg.<br />
27. Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen<br />
in F.-Brabant, te 's Hertogenbosch.<br />
28. La Société Historique et Archéologique de Limbourg,<br />
te Maastricht.<br />
29. Aartsbisschoppelijk Archief, te Utrecht.<br />
30. De Redactie van de Bijdragen voor de geschiedenis<br />
van het Bisdom Haarlem.<br />
31. Stedelijk Archief, te Alkmaar.<br />
32. Nederl. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid,<br />
te Haarlem..<br />
De Verslagen worden verzonden aan het Kabinet van<br />
Oudheden, te Groningen, de Oommissie tot bewaring van<br />
voorwerpen van Geschiedenis en Kunst, te Nijmegen, het<br />
Rijks Museum van Oudheden, het Stedelijk Museum, te<br />
Leiden, de Vereeniging xRembrandt", te Amsterdam, de<br />
Redactie van »de Nederl. Spectator", te 'sllage, en aan<br />
Dr. F. Hettner, te Trier, als redacteur van het Westdeutsche<br />
Zeitschrift.
VERBETERING.<br />
Pag. 446, reg. 43 v. o. bij te voegen: en Aanvullingen<br />
en Verbeteringen van Romein's Naamlijst der Predikanten<br />
enz., verzameld door Dr. S. D. van Veen.
WETS- WIJZIGINGEN.<br />
enomen op de Algemeene Vergadering van<br />
6 October <strong>1891</strong>,<br />
'2. Het Genootschap bestaat uit:<br />
IL gewone leden,<br />
b. donatrices,<br />
c. buitengewone leden en<br />
d. eereleden.<br />
7. Het Bestuur benoemt de donatrices en doet de<br />
voordracht voor de benoeming van buitengewone<br />
leden en eereleden.<br />
Deze voordracht moet in den oproepingsbrief voor<br />
de algemeene vergadering voorkomen.<br />
8. De gewone leden en donatrices van het Genootschap<br />
ontvangen bij hunne aanneming kosteloos<br />
een exemplaar van de wet en van het laatst<br />
uitgebracht jaarlijksch verslag.<br />
Tevens ontvangen de gewone leden een exemplaar<br />
der werken, die door het Genootschap<br />
worden uitgegeven of ten geschenke of tegen<br />
betaling van ten hoogste de helft van den verkoopprijs<br />
, indien tot dit laatste door de vergadering<br />
op voorstel van het Bestuur wordt<br />
besloten.<br />
Zij kunnen van de vroeger uitgegeven werken<br />
tegen de helft van den verkoopprijs één exemplaar<br />
bekomen, zoo verre deze voorhanden zijn.
WETSWIJZIGINGEN,<br />
aangenomen op de Buitengewone Vergadering<br />
van 21 April 18<strong>92</strong> en op de gewone<br />
Algemeene Vergadering van<br />
4 October 18<strong>92</strong>.<br />
Art. 13.<br />
Het Bestuur van het Genootschap bestaat uit:<br />
Een Voorzitter,<br />
Vier Medebestuurders,<br />
Een Penningmeester,<br />
Een Secretaris,<br />
Een Bibliothecaris, en<br />
Een Conservator.<br />
Art. 15.<br />
Jaarlijks treden om beurten drie leden van het Bestuur<br />
af.<br />
De Secretaris,<br />
W. F. H. COENEN.
Art. 11. De gewone leden verbinden zich tot eene jaarlijksche<br />
contributie van vijf gulden, de donatrices<br />
tot eene van drie gulden, te voldoen op<br />
den eersten October van elk jaar of binnen<br />
eene maand na hunne benoeming.<br />
Art. 27. 6. Alinea III. Leden van het Genootschap met<br />
eene dame, zoomede donatrices en correspondenten<br />
, hebben op de daarvoor aangegeven<br />
uren vrijen toegang tot het Museum, op vertoon<br />
van de daartoe aan hen verstrekte kaarten<br />
of van de kwitantie wegens hun lidmaatschap<br />
over het loopende jaar.<br />
De Secretaris,<br />
Dr. F. Q. SLOTHOUWER.