31.07.2013 Views

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

Full text - Igitur - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

7.4.5 Actualisering 1c Een reconstructie. Mannelijke acteurs<br />

Een kleine groep mannelijke spelers vervullen alle rollen, ook die van Badeloch. 368 Van den<br />

Bergh vond de vrouwenrollen goedkope travestie. 369<br />

Swarte over de spelers: ‘Ik werk opzettelijk met veel Vlamingen: zij kennen het stuk niet<br />

en ze hebben er dus ook geen opinie over, dat is alleen maar ballast.’ 370<br />

Over het beeld dat Gysbreght oproept zegt men dat hij een ‘Lambiek-achige sukkel is, een<br />

zenuwachtige megalomaan’, 371 ‘een olijke en woeste Gysbreght die zijn vijanden wel rauw<br />

lust, die de boel volkomen uit de hand laat lopen’ 372 of ‘een mislukte veldheer, die zich aan<br />

het slot maar al te graag overgeeft aan het hemelse advies van de Engel Rafaël de vernieling<br />

de vernieling te laten en met vrouw en kinderen z’n biezen te pakken.’ 373<br />

7.4.6 Actualisering 1d Een reconstructie. Het decor.<br />

In NRC licht Swarte de enscenering van zijn ‘speelgoedvoorstellingen’ toe:<br />

De acteurs zijn daarin ondergeschikt aan de gefiguurzaagde attributen. Voor<br />

Gysbreght van Aemstel heb ik Amsterdam in miniatuur nagebouwd. Voor Vondel<br />

was Amsterdam en de wijze waarop die stad in de zeventiende eeuw werd<br />

gebouwd de uitbeelding van de ideale stad. Hij zei daarover: ’We bouwen het oude<br />

Rome na in het klein.’ Maar in zijn Gysbreght van Aemstel gaat die stad ten onder.<br />

Dat wil ik ook in de voorstelling laten zien. Ik maak gebruik van een maquette, een<br />

schaalmodel van die ideale stad. Tijdens de voorstelling gaat die stad en dus ook<br />

die maquette in vlammen op. Dat zie je tijdens de scènes gebeuren, als een<br />

afzonderlijk beeld, dat tegelijk laat zien waarover het in die scènes gaat.<br />

Er zullen ook miniatuur-belegeringen worden uitgevoerd en uiteindelijk gaat<br />

alles op in vlammen van triplex en decorlinnen. Toch wordt dit geen<br />

speelgoedvoorstelling zoals ik die eerder heb gemaakt. Je zou het een<br />

‘museumvoorstelling’ kunnen noemen, maar dan zonder de negatieve betekenis<br />

die dit woord in Berlijn sinds Brecht heeft gekregen. Ik bedoel, we zullen allerlei<br />

fragmenten uit Gysbreght van Aemstel laten zien en dat is te vergelijken met een<br />

museum waar prenten en schilderijen over een bepaald thema zijn verzameld. Het<br />

grote podium is de aangewezen plek om duidelijk te maken hoe het er op 3 januari<br />

1638 uitzag. 374<br />

In gesprek met Van Leeuwen zegt Swarte:<br />

Alle stijlen en genres worden door elkaar gebruikt. Brechtiaanse epiek,<br />

Kabukitheater, stomme film-gags, hoorspeltrucs. Het gaat hem niet om eenheid<br />

van stijl, tijd en handeling, maar om glasheldere theatrale effecten en beelden die<br />

diepte structuur van het stuk naar boven halen en verbeelden. In de portiersscène<br />

wordt gebruik gemaakt van Poesjenellen-techniek (marionetten); het geluid van<br />

pijlen die trillend in hun doel blijven steken kan een veldslag verbeelden;<br />

soppende sponzen een oversteek door ween moeras. 375<br />

368<br />

Traditionele tragedie in speelse gedaante. Bergh. van den H., Het Parool 29 december 1990<br />

369<br />

ibidem<br />

370<br />

Gijsbreght van Aemstel. Hellmann. N., NRC 31 december 1990<br />

371<br />

Knap acteren in ingenieus decor. Holman. T.,Het Parool 3 januari 1991<br />

372<br />

‘Gysbreght van Aemstel’ Willekeurig samengesteld jongensboek. Ruijter. De E., De Telegraaf 4 januari 1991<br />

373<br />

Vondel met een vette knipoog in doordachte regie. Swarte’s Gysbreght een historisch drama. Leeuwen. van K., Haarlems<br />

Dagblad 2 januari 1991<br />

374<br />

Gijsbreght van Aemstel. Hellmann. N., NRC 31 december 1990<br />

375<br />

Leeuwen. van K,. Er kwam een vogel en krak zei de toren. Toneel theatraal. 1991. p. 32-36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!