31.07.2013 Views

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

hij ongetwijfeld en bij tijd en wijlen bruut. Dat was elke zeeman.<br />

Als je die eigenschappen niet had, was overleving<br />

onmogelijk. Heere had meer: hij was ook een zakenman die<br />

desnoods in de slavenhandel ging om zijn brood te verdienen.<br />

Een uitmuntende pionier. En dat schip van hem had een<br />

lieve duit gekost. Zonder de Compagnie had ’ie dat nooit<br />

gered!<br />

Dat wist ik al van Heere voordat ik aan boord kwam en ik<br />

deed navraag onder de bemanning. Velen kenden hem niet<br />

eens. Avonturiers, net als Betje en ik, maar zonder bagage.<br />

Scheepsvolk, zonder bier en jenever gemakkelijk tot oproer<br />

op te stoken. Heere bekommerde zich niet erom. Ik ontdekte<br />

dat ’ie verdraaid goed op de hoogte was van de stemming. Hij<br />

gebruikte mij ook om meer te weten te komen. Dat zou ik<br />

ook doen als ik kapitein was.<br />

Op een dag stootten we op een grote dode vis, die een speer<br />

in zijn buik had. We voeren langszij. De bemanning reageerde<br />

angstig. Het was een speer met gekleurde kralen.<br />

Heere nam hem mee naar de brug en deed er het zwijgen toe.<br />

De spanning steeg.<br />

Gestommel, zachte stemmen. Het is nacht, duizelingwekkende<br />

sterrenhemel. Heere staat op de kampanje. De bootsman<br />

besluipt hem van achteren. Betje en ik zitten een dek lager. Wij<br />

zien het gebeuren. ‘Kapitein, achter u,’ roep ik. Maar Heere had<br />

het blijkbaar al gezien of misschien wachtte hij hem op. ‘Man<br />

overboord!’ Klonk het met luide stem. Weg bootsman. Heere<br />

liep langs ons en knipoogde.<br />

Ik lag in mijn kooi en de gebeurtenissen speelden door mijn<br />

hoofd. Ik moest opeens heel sterk aan vroeger, aan het verhaal<br />

van Jonas in de Walvis, denken. Ik was die Jonas op een<br />

groot en stuurloos schip? Zouden we uitgebraakt worden? Ik<br />

was bang, het werd steeds onwerkelijker.<br />

‘Is Heere niet echt gek aan het worden?’ vroeg de bemanning<br />

aan mij. Nauwelijks aan boord en ik had al de positie van<br />

informant. Heere met zijn visioenen. Maar ik wist dat hij<br />

gelijk had: we gaan nieuw land ontdekken. Ik voelde het aan<br />

m’n water. Alleen wanneer, dat was de vraag. Zo kreeg deze<br />

reis veel van een droom. Een foetus in de baarmoeder, een<br />

scheepje op Gods wateren.<br />

Op een nacht werd ik plotseling wakker: grote beroering aan<br />

dek. De mannen renden op en neer. Het geschut werd in<br />

gereedheid gebracht. Ik maakte Betje wakker. ‘Land in zicht!’<br />

blufte ik. Nog waar ook! Op nog geen vijfhonderd meter<br />

zagen we groen (bomen struiken, velden), blanke zandstranden.<br />

De monding van een rivier, een baai. We zagen heuvelen<br />

en dalen. Een ongerept gebied zover als het oog reikte.<br />

De bemanning had algauw in de gaten dat dit een bijzonder<br />

visrijs gebied was. Zalm rondom het schip.<br />

Op het moment dat de mannen alles in gereedheid hadden<br />

gebracht en twee sloepen klaar hingen voor de tewaterlating,<br />

nam de kapitein plechtig het woord: ‘Mannen, de tocht was<br />

lang, de ontberingen zwaar, maar nu komt alles in beter vaarwater.<br />

Wij zijn niet de eersten die hier voet aan wal zetten,<br />

maar wel de best uitgeruste expeditie. Ik wil jullie allen<br />

bedanken namens mijzelf en ook namens de West-Indische<br />

Compagnie.’<br />

Toen gingen de sloepen te water.<br />

‘Een zee is blauw, een lucht is grijs, of omgekeerd: een lucht is<br />

grijs, een zee is blauw,’ dacht ik. Weinig nieuws soms. Een<br />

zekere eentonigheid had deze reis wel. Maar uithoudingsvermogen<br />

werd beloond. Ik zag Heere op de brug staan. Zijn<br />

gezicht was open en blij. De groeven in zijn voorhoofd waren<br />

weg. Ik verbeeldde het me niet. Ik herkende mezelf nu in de<br />

kapitein. Hij stond daar ook als een kleine jongen wiens<br />

droom werkelijkheid was geworden. Ik was trots op hem. Ik<br />

had meer dan gewone bewondering voor Heere. Herenliefde?<br />

Nou nee, daar had ik meer dan genoeg van in die benauwde<br />

scheepshut. ‘Een ongehoord treurige scheepshut der oceanen,’<br />

zei Betje en die kon de dingen soms mooi zeggen.<br />

Ik rook niet, anders was ik naar dek gegaan en had ik een<br />

Peter Stuyvesant op gestoken. Het avontuur zoek je nooit<br />

alleen.<br />

94 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 95

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!