31.07.2013 Views

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nu pas zag hij flarden van een man. Brede, onbedekte<br />

schouders vol zweren, een hoofd dat rechtstreeks op de romp<br />

leek te staan en wortelrode haren. Opnieuw kreeg zijn verwende<br />

maag het zwaar te verduren. Kokhalzend zocht hij<br />

steun bij de muur. Vet en klam.<br />

‘Ga maar naar binnen. Hij komt meteen.’<br />

Een van de deuren stond open en de man duwde hem met<br />

zijn blik naar binnen. De deur viel meteen weer dicht. Een<br />

doffe dreun. Gecapitonneerd, veronderstelde Brien. Dat zou<br />

hij thuis ook moeten hebben, dán zou hij kunnen werken. Als<br />

niet meer elke hamerslag haar aambeeld bewerkt, als zij niet<br />

meer kan binnendringen in zijn hoofd en in zijn handen.<br />

Hij stond in een donkere kamer met een rode gloed. Het hol<br />

van de leeuw of de baarmoeder van Brussel? Een feeëriek<br />

melodietje leek uit het niets op te stijgen, zijn weg te vinden<br />

naar hem, naar zijn bonzende hart. De fluittonen wentelden<br />

zich om hem heen, zacht, ritmisch, laag na laag. Hij sloot zijn<br />

ogen. Blind zag hij het beeld beter. Brons? Nee, te hard, te<br />

koud. Speksteen! Dat zou de essentie van dit gevoel kunnen<br />

vatten. Het bakeren van een man. De armen tegen het<br />

lichaam, het hoofd op de schouder, de mond en de ogen halfopen,<br />

zoekend naar de borst die hem zou voeden. Een meesterwerk.<br />

Hij voelde zijn handen al schrapen en schuren om te<br />

ontbloten wat de steen verborgen hield.<br />

Maar ook hier werd de borst hem onthouden. Uit hetzelfde<br />

niets verscheen er plots een kleine man met ogen als magneten.<br />

De warmste ogen die hij ooit had gezien.<br />

‘Tanto?’<br />

Hij knikte eerbiedig, vouwde zijn handen alsof hij ter communie<br />

ging en wachtte op een mes. Zijn mes, het mes niet<br />

voor hem gemaakt, maar hij voor dat ene mes. Zijn armen<br />

trilden. Hij bleef staan, de ogen naar de grond gericht.<br />

‘Kies maar.’<br />

Hij keek op, ontgoocheld, teruggeworpen in de echte<br />

wereld. De kleine man knielde en Brien zag nu pas het zwartgelakte<br />

tafeltje. De messen lagen op rode zijde, alsof ze nu al<br />

in bloed gedrenkt waren.<br />

Cold steel. Niet voor niets. De rillingen liepen over zijn rug,<br />

maar dit was niet het ogenblik om terug te deinzen. Man zou<br />

hij worden.<br />

‘Handgesmeden carbonstaal, differentieel gehard, de snijkant<br />

heeft een hardheid van 60Rc.’<br />

Alle messen lagen parallel aan de tafelrand, op een na, een<br />

klein exemplaar, mannelijk zwart. Zijn hand reikte aarzelend.<br />

‘Poedergecoat staal. De binnenkant is voorzien van linnen.<br />

Voor het stille werk.’<br />

Brien schoof het lemmet langzaam uit de houder. Hij zag<br />

gretige, wilde ogen, zijn ogen. Net als een kind dat niet bij<br />

een vlam kan wegblijven, voelde hij de drang om met zijn<br />

wijsvinger over de snede te glijden. Terwijl het metaal in zijn<br />

vinger beet, stelde hij zich voor dat de zielen van duizenden<br />

samoerai de kamer bevolkten. Voel ons, leef ons, fluisterden<br />

ze. Hij, hun bloedbroeder.<br />

Hij legde een rolletje geld op de tafel, duwde het mes in zijn<br />

broekzak, vouwde zijn handen voor zijn borst en groette.<br />

‘Waar was je?’ vroeg Yara. ‘Er stond niet eens eten voor me<br />

klaar!’<br />

Hij voelde de tanto tegen zijn heup drukken, zuchtte en<br />

slofte naar de keuken.<br />

‘Nu hoeft het ook niet meer. Ik ben gaan lunchen met Paul-<br />

Emiel.’<br />

‘Ik heb honger,’ loog hij.<br />

Nog voor hij de keukendeur had bereikt, stond ze voor hem,<br />

wijdbeens, glimlachend.<br />

‘Als je honger hebt, moet je eten.’<br />

‘Dat was ik van plan. Een boterham’<br />

‘Kom mee, ik wil je.’<br />

Zo werkte het niet bij hem. Dat moest ze ondertussen toch<br />

weten? Hij wilde zijn vrouw veroveren. Hij wilde eerst haar<br />

hart raken en dan haar lijf. Eerst de ziel, dan de borsten. Toch<br />

drong ze zich geregeld zo aan hem op. Het hoofd opgericht,<br />

de nek bloot, uitdagend. Alsof ze wilde zeggen: ‘Snijd maar,<br />

als je durft’. Ze wist dat hij het niet zou doen, dat hij geen man<br />

meer was, door haar geld gecastreerd. Zelfs op hun eerste<br />

daad drukte zij haar stempel. Het was middag. Hij had uren<br />

gewerkt in zijn atelier, toen nog een schuur achter het huis<br />

van zijn ouders. Rondom hem de scherven, maar vooral de<br />

lege blikjes verspreid over het blauwe linoleum. Hij keek om<br />

zich heen, zoekend naar orde in de chaos van deze schuur.<br />

Als hier orde kon heersen, al was het onzichtbare, haast<br />

mathematische orde, dan kon het ook in zijn hoofd. Dan was<br />

alles nog mogelijk. Dan kon Yara zich aan hem geven.<br />

Hij zag hoe zij de afstand tussen hen probeerde te overbruggen.<br />

Een paradoxaal onvermogen. De helft van de helft van<br />

de helft… Twee lichamen raken elkaar nooit. In theorie. Haar<br />

linkerbeen bleef een fractie van een seconde te lang zweven<br />

in de lucht voor zij het op de grond zette en daarmee de houten<br />

vloer, verborgen onder een kunststoflaag deed kreunen<br />

onder het gewicht van haar leegte. Hij zag de aarzeling.<br />

Perfecte imperfectie. Zijn lichaam ging in overgave. Nu zij<br />

nog. Maar dat deed ze niet. Zijn triomftocht was een eenzame<br />

afdaling naar de groezelige geborchten van haar vrouwelijkheid.<br />

Dag na dag ontbolsterde hij zich voor haar. Zodat hij ooit<br />

zijn zachte kern aan haar zou kunnen tonen. Een nieuwe<br />

man, eigenhandig gehouwen uit de ruwe vorm, opgediend<br />

met twee gouden ringen.<br />

De ringen kwamen er, mét diamanten, want Yara was ambitieus.<br />

Ze verzilverde haar diploma, liet zich gewillig inlijven<br />

bij een computergigant en spijsde haar rekening en zijn maag.<br />

Hij mocht kunstenaar spelen en haar leven kleur geven. Maar<br />

elke laag die hij losliet, wikkelde zij om zich heen tot hij naakt<br />

voor haar stond en smeekte om een kind.<br />

‘Heb je vandaag gewerkt? Zaterdag is er een vernissage in<br />

de Sint-Lukasgalerij. Wist je dat sommige beeldhouwers echt<br />

werken verkopen?’<br />

Hij legde zijn hand op zijn heup, op zijn tanto. Wist ze dat<br />

sommige vrouwen echt koken? Dat ze huilen als ze verdriet<br />

hebben? Dat ze van hun kinderen houden?<br />

Hij liep naar zijn atelier, trok zijn linnen broek en zijn zijden<br />

hemd uit en ging zo voor zijn beeld staan. De hamer lag<br />

klaar. Hij sloeg scherven weg. Ze raakten zijn lichaam, ze<br />

sneden in zijn vel, maar raakten hem niet.<br />

Zelfs na uren slaan, toen zijn lichaam moe, bezweet en vol<br />

bloed smeekte om rust, was de orde in zijn hoofd nog niet<br />

teruggekeerd. Hij liep naar de badkamer en liet koud water<br />

over zijn verhitte lijf stromen.<br />

Liefde, hij moest haar liefde geven. Hij zag het weer voor<br />

zich, hoe zijn warmte haar kon laten smelten en hoe ze zich<br />

zou laten kneden tot de vrouw die hij, ondanks alles, in haar<br />

zag.<br />

Ze lag al in bed, het licht nog aan, een boek op de opgetrokken<br />

knieën.<br />

‘Kom je nu al slapen? Je hebt niet lang gewerkt.’<br />

Hij strekte zich voor haar en toonde zijn mannelijkheid in<br />

volle lengte.<br />

‘Ik heb een cadeautje voor je,’ zei ze en wees naar een zwarte<br />

kledinghoes die over de rugleuning van een stoel lag.<br />

‘Hugo Boss.’<br />

Wist ze nog steeds niet dat hij van verrassingen hield?<br />

‘Een wit pak. Ik zag het vanmiddag hangen. Echt iets voor<br />

jou.’<br />

Hij slikte. Zij dacht niet aan de kinderen. Zou ze dat ooit<br />

wel doen?<br />

10 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!