31.07.2013 Views

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hij duwt een kar de plavuizen over. Als hij me ziet, moet hij<br />

lachen. Grijnzend leegt hij de vuilnisbakken. Ik keer terug<br />

naar mijn hokje en trek mijn normale kleren weer aan.<br />

Ik slenter naar mijn hotel. Onderweg eet ik op een bankje<br />

een wokmaaltijd. Ik heb uitzicht op een filiaal waar ze maatpakken<br />

verkopen. Een medewerkster naait voor het raam de<br />

zoom in een pak. Ze kijkt me zo vaak aan dat ik de blikken<br />

ben gaan tellen. Ik vraag me af of ze wel echt naait. Misschien<br />

zit ze er voor de show, om de indruk te wekken dat de pakken<br />

door betrouwbare, goed gevoede handen in elkaar zijn gezet<br />

in plaats van door uitgebuite Chinese. Als ik wegga, staat de<br />

teller op veertien.<br />

Op mijn hotelkamer kijk ik via YouTube naar K-1-gevechten,<br />

mijn nieuwe neurotische behoefte waaraan ik moeilijk<br />

weerstand kan bieden. De filmpjes duren negen minuten,<br />

tenzij een van de vechters eerder knock-out wordt geslagen<br />

of geschopt. De van enthousiasme overslaande Japanse stemmen<br />

die de films becommentariëren en de slechte beeldkwaliteit<br />

vormen vreemd genoeg een extra aantrekkingskracht.<br />

El Paso ligt in de linkerhoek van Texas, op de grens met<br />

Mexico en Nieuw-Mexico. Ze noemen El Paso de oksel van<br />

Amerika; het is er zweterig, warm, het stinkt en je wilt er niet<br />

zijn. New York had ook gekund, maar dat lag te veel voor de<br />

hand, dat zou iedereen doen. Zes maanden lang zou ik in<br />

Roys lab onderzoek doen naar het herkennen van gezichten.<br />

Roy is een in Amerika veelgevraagde getuige-deskundige bij<br />

rechtszaken. Ik heb via fondsen tienduizend euro binnengehaald.<br />

Het hoofd van mijn vakgroep aan de Universiteit<br />

van Amsterdam heeft een aanbevelingsbrief geschreven<br />

waarin staat dat ik een talentvolle student ben, met een<br />

achtenhalf gemiddeld. Mijn naam is Bram Mulder, ik ben een<br />

aanwinst voor elk onderzoeksteam en ben tweeëntwintig<br />

jaar oud.<br />

Ik heb een kamer gehuurd in het Novotelhotel. Ik sta laat<br />

op, halverwege de middag ga ik naar Schiphol en dwaal daar<br />

tot middernacht rond. Ik heb Roy Malpass laten weten dat<br />

mijn moeder ernstig ziek is geworden en dat ik daarom mijn<br />

stage moest afzeggen. Hij mailde me terug dat hij begrip had<br />

voor de situatie en hoopte dat ik alsnog zou komen, mits het<br />

beter zou gaan met mijn moeder. Tegen mijn moeder heb ik<br />

gezegd dat El Paso geweldig is, dat Roy Malpass me van het<br />

vliegveld heeft afgehaald en dat we daarna zijn gaan ontbijten<br />

bij Wendy’s. Met pancakes, maple syrup, koffie in grote mokken,<br />

die ze waarschijnlijk wel kent uit de Amerikaanse politieseries<br />

waarnaar ze graag kijkt. Ik heb verzonnen dat Roy<br />

een fervent amateurfotograaf is en dat hij me bij hem thuis<br />

zijn collectie spiegelreflexcamera’s heeft laten zien. Ze<br />

geloofde dat ik tijdens het telefoongesprek op mijn kamer in<br />

de campus zat, met uitzicht op de Rio Grande en de sloppenwijken<br />

van Ciudad Juarez, de in Mexico gelegen miljoenenstad.<br />

Ze meende zelfs mijn buren te kunnen horen. Ze<br />

twijfelde niet. Ze miste me, zei ze.<br />

Schiphol was de plek waar je, nadat je terugkwam van<br />

vakantie, voor het eerst weer werd geconfronteerd met landgenoten.<br />

Je kon hun nietszeggende gesprekken verstaan en<br />

kon hun voorspelbare levens in een oogopslag optekenen.<br />

Mensen zonder geheimen, SBS6-levens. Lange tijd kon ik het<br />

fysiek niet aan om mensen aan te kijken en naar ze te luisteren,<br />

ongeacht of ik me op Schiphol bevond. Ik wilde oogkleppen<br />

dragen. Ik had het idee dat ik daarmee wat ongestoorder<br />

zou kunnen leven. Nu ik niet van plan ben om weg te gaan,<br />

nu ik in een permanente staat van transitie zit, heb ik minder<br />

problemen met de flarden onzin die ik per ongeluk opvang<br />

en de blikken die ik probeer te ontwijken. Ze weten niet dat<br />

ik eigenlijk in Amerika had moeten zijn.<br />

Ik ben milder geworden, berustender, niet meer zo vaak<br />

boos om niets. Het gevoel van miskenning dat mijn jeugd<br />

kenmerkte, was mijn motivatie om psychologie te gaan studeren,<br />

maar ik begin mijn irritatie kwijt te raken. Het is alsof<br />

ik te vaak door een fax ben gehaald en ergens in dat proces<br />

mijn scherpte ben verloren.<br />

Het is maandag. Ik neem de trein naar Deventer, waar mijn<br />

moeder woont. Ik weet zeker dat ze aan het werk is op haar<br />

school, waarvan ze hoofd is. Ze heeft in haar kantoor een<br />

microfoon met geluidsinstallatie staan waarmee ze met één<br />

druk op de knop in alle klassen te horen kan zijn. Vroeger,<br />

toen ik zelf nog op de lagere school zat, vond ik zo’n microfoon<br />

spannend. Ik fantaseerde dan dat ik toegang had tot de<br />

directeurskamer, hoe ik de lessen onderbrak door te zeggen<br />

dat de school uit was en dat iedereen me vanaf dat moment<br />

een held vond.<br />

Ik zie haar auto op de parkeerplaats van haar school staan<br />

en loop door. Ze woont in een appartementencomplex waar<br />

nogal wat vijftigplussers wonen. De sociale controle is er<br />

groot. Mijn moeder heeft vanaf haar balkon uitzicht op een<br />

glasblak, een schoonheidscentrum en een dierenwinkel. Op<br />

haar balkon staan voornamelijk nepplanten, omdat echte<br />

plannen er niet wilden gedijen. Ik sta vanaf 100 meter afstand<br />

te kijken of de algemene toegangsdeur vrij is. Ze woont er vijf<br />

jaar. Na de scheiding heeft ze nooit meer een man gehad. Ze<br />

heeft bij haar intrek in dit appartement een eenpersoons<br />

aupingbed gekocht. Ze heeft de hoop op een man opgegeven.<br />

De deurposten in haar woning zijn extra breed. Een andere<br />

voorwaarde voor het nieuwe appartement was dat er een lift<br />

aanwezig was. Voor het geval ze in een rolstoel zou komen te<br />

zitten. Ze is kerngezond.<br />

Ik glip het complex in en neem de trap naar boven. Ik kom<br />

niemand tegen en ga haar huis binnen. Bij binnenkomst hoor<br />

ik het lijzige gemiauw van Floris. Mijn kat. Ik weet dat mijn<br />

moeder een hekel aan katten heeft. Toch had ze zelf voorgesteld<br />

om voor Floris te zorgen. Ik zie dat zijn kattenbak<br />

schoon is. Voor de zekerheid ververs ik zijn bakje met water.<br />

Ik produceer een lokroep waarop Floris altijd heeft gereageerd,<br />

zo heb ik hem geconditioneerd. Het was nog voordat<br />

ik over het behaviourisme van Skinner leerde tijdens mijn<br />

psychologiestudie dat ik Floris tot een aaibare kat dresseerde;<br />

door kopjes geven en snorren te belonen met brokjes.<br />

Floris laat zich niet aaien. Het is net of hij er zich op heeft<br />

ingesteld dat ik een halfjaar weg zal zijn en hij me uit zijn<br />

systeem heeft verbannen om het gemis dragelijker te maken.<br />

Ik geef hem toch een paar natte brokjes, die hij zonder te kauwen<br />

opschrokt. Hij was de reden van mijn komst naar Deventer,<br />

maar heeft me niet nodig. Ik voel me overbodig.<br />

Op Schiphol is een uitzendbureau. Op een paal buiten het<br />

kantoor hangen A4’tjes met vacatures. Ze zoeken een verkoper<br />

bij de maatpakkenwinkel. Ik neem het blaadje waarop<br />

staat dat ze enthousiaste en verantwoordelijke luchthavenbeveiligers<br />

zoeken mee naar het panaromaterras, waar ik buiten<br />

in de zon ga zitten. De vliegtuigspotters werpen een blik op<br />

me. Ze zien geen verrekijker. Ik hoor niet bij hen.<br />

Het is september. Ik was tien toen ik Floris kreeg van mijn<br />

vader, om me verantwoordelijkheid bij te brengen, maar<br />

betwijfel of het zin heeft dit te benoemen tijdens mijn sollicitatiegesprek.<br />

Ik lees dat het beveiligingsbedrijf een antecedentenonderzoek<br />

start als je bij hen solliciteert. Niet handig<br />

in mijn geval. Het valt af.<br />

Een vriendin van mijn zus zei op de middelbare school<br />

tegen me dat ik een stuk was van een afstand. Je moest niet<br />

dichtbij me komen. Ik werd de outsider op wie meisjes verliefd<br />

werden en besloot niet te worden als de rest. Ik zou<br />

iedereen die me gekend had versteld doen staan. Ze zouden<br />

hun herinneringen aan mij koesteren. Maar ik had het tot nu<br />

toe niet waargemaakt, ik had nooit gekozen voor iets onverwachts,<br />

voor iets eigens. Ik moest wat doen.<br />

Terwijl ik in het te krappe wetsuit op het strand van Zandvoort<br />

wacht op de juiste golf moet ik denken aan het eiland<br />

Bozcaada in Turkije, waar ik in de namiddag op het centrale<br />

plein eens het beeld van Atatürk zag. De schaduw die het<br />

beeld op de marmeren achterplaat wierp was levensechter<br />

dan het beeld zelf. Het was alsof de schaduw kon weglopen,<br />

omdat hij het zat was achter het beeld te staan, omdat hij de<br />

voorgrond verdiende.<br />

6 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!