31.07.2013 Views

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Uiteindelijk negeerden ze hem en begonnen hoofdschuddend<br />

aan hun taken. Vanaf dat moment ging hij ze tegenwerken.<br />

Als ze niet goedschiks een hekel aan hem kregen dan<br />

maar kwaadschiks. Zo snel mogelijk en met zichtbare tegenzin<br />

deden de zusters hun werk. Algauw waren er telkens<br />

redenen waarom ze moesten verzuimen, zoals ondraaglijke<br />

rugpijnen of plotselinge sterfgevallen in de familie. Daarna<br />

zagen we ze nooit meer terug, waarna wij zuchten van verlichting<br />

slaakten. We waren, althans voor zolang als het<br />

duurde, weer onder elkaar.<br />

Ik keerde leven met zijn grillige gedrag, zoals boeren leren<br />

leven met aaneengeregen regenloze dagen in de zomer.<br />

Immer alert was ik, op alles voorbereid. Overdag observeerde<br />

ik hem nauwgezet. Zo wist ik dat wanneer hij ’s avonds meer<br />

dan zijn dagelijkse glas zoete port dronk, hij hevig snurkte en<br />

ook dat wanneer hij zijn geliefde detectives las, hij wartaal<br />

uitsloeg vlak voor hij wakker werd. Ik wist ook dat als tante<br />

Ellie ter sprake was geweest, hij de nacht daaropvolgend drie<br />

uur wakker hevig woelde. Ik zorgde ervoor dat ik op tijd in<br />

bed lag, zodat ik mijn eerste dromenslaap achter de rug had<br />

wanneer het begon. Tenslotte moest ik overdag naar school.<br />

Mijn moeder sliep door alles heen. Ze reikte hem hoogstens<br />

wat aan, zoals een van haar geborduurde zakdoeken die ze<br />

onder haar hoofdkussen bewaarde en viel dan meteen weer<br />

in slaap. De zakdoeken vond ik de volgende ochtend in de<br />

wasbak. Ze waren in de lengte doormidden gevouwen en<br />

doorweekt, alsof hij er een wond mee had willen stelpen.<br />

Af en toe leek hij de weg niet terug te kunnen vinden en<br />

stommelde hij mijn slaapkamer binnen. Hij ging op de houten<br />

kruk naast mijn bed zitten en zong zacht mijn naam voor<br />

zich uit.<br />

‘Papa, papa,’ zong ik terug, omdat ik wist hoezeer zachte<br />

tonen hem kalmeerden. Ik verlangde er vurig naar om het<br />

waas voor zijn gedachten weg te nemen. Hoe afstotelijk ik<br />

hem ook vond, hoezeer ik hem ook kon haten bij daglicht; ik<br />

was op zulke momenten in staat mijn leven voor hem te<br />

geven. Hij huilde soms. Meestal bleef hij ruim een uur, tot<br />

zijn voeten met de gele kalknagels door en door koud waren.<br />

Hij wreef over zijn benen en verliet mijn kamer, duizend<br />

excuses prevelend.<br />

Daarna hoorde ik de geluiden in omgekeerde volgorde. Zijn<br />

voetstappen op de gang, in de slaapkamer. Het legen van een<br />

glas water en het zuchten als hij zich krakend uitstrekte op<br />

bed. Hij draaide en woelde nog een poos tot het doodstil<br />

was.<br />

Dit was lijden voor hem wist ik. Deze aftakeling van zijn<br />

vroeger vlijmscherpe geest. Soms, wanneer het kermen al te<br />

heftig in mijn oren klonk, hoopte ik dat het einde spoedig<br />

zou naderen. Maar dan, wie zou ik zonder hem zijn?<br />

Ik deed mijn best zijn toestand te zien als vergankelijk. Eigenlijk<br />

was hij normaal, besloot ik, op een paar vreemde gedragingen<br />

na. Mijn moeder hielp daarbij. In haar ogen werd hij<br />

ooit weer de man die ze van vroeger kende. De man die elke<br />

zaterdag seringen meenam, die haar met een stiekeme hand<br />

onder haar rok deed blozen en haar overal en altijd aan het<br />

lachen kon maken. Ze liet mijn vader zo veel mogelijk zijn<br />

gang gaan, in de hoop dat ze er dan zo min mogelijk last van<br />

had. Tegen anderen die naar mijn vader vroegen, vertelde ze<br />

dat hij een virus had, soms ook dat er een bacterie in zijn darmen<br />

huisde, hij de ziekte van Meunière had, of Pfeiffer. Soms<br />

ook dat hij zo bezig was met zijn geniale uitvindingen waarop<br />

hij later patent zou aanvragen, dat hij tijdelijk met zijn hoofd<br />

in de wolken liep. Rust, veel rust zou hem goed doen. Als we<br />

maar geduld hadden, daar kwam het op aan.<br />

Neuriënd liep ze door het huis, kneep de dode bloemen uit<br />

de begonia’s op de vensterbank, en kweet zich met al haar<br />

energie aan ons huishouden. Uren kon ik naar haar kijken als<br />

ze zo bezig was. Ze vond wetmatigheden in de gekste dingen.<br />

Op de eerste maandag van de maand was het versteldag. Ze<br />

nodigde dan haar ongetrouwde zus uit, en ging met haar<br />

door de overvolle wasmand heen. Met een hoorspel waar ze<br />

om moesten giechelen op de achtergrond werden sokken<br />

gestopt, ladders in panty’s opgehaald en knopen aangezet.<br />

Met eenzelfde innerlijke noodzaak begon ze elke dag om<br />

drie uur met aardappels schillen, en om zeven uur met de<br />

afwas. Elke donderdagavond werden onze schoenen gepoetst<br />

en om de maand, op zaterdagmiddag, het zilver. Mijn vader<br />

liep er omheen of doorheen, klagend of zingend, maar ze liet<br />

haar werk er nooit onder lijden.<br />

‘Mathilde, lieverd, misschien wil jij me helpen met uitwrijven,’<br />

vroeg ze me eens. Mijn vader die op dat moment toevallig<br />

binnenkwam, keek me aan, gaf me een knipoog en zei dat<br />

hij me nodig had voor andere zaken. Daarmee doelde hij op<br />

het begieten van de bloemen. Het was de enige taak in het<br />

huishouden die hij tot het eind volhield. Zonder morsen, en<br />

vooral zonder het ook maar een keer te vergeten. Op dat<br />

moment geloofde ik mijn moeder, die beweerde dat het allemaal<br />

een kwestie was van hormonen of bacteriën. Met het<br />

juiste medicijn zou hij op een dag weer de oude vader van<br />

vroeger zijn.<br />

Mijn herinneringen zijn niet lineair, zoals de oplopende cijfers<br />

op het liniaal dat in mijn houten tekendoos zat. Mijn herinneringen<br />

zijn als de inktvlekken die de waterplassen in<br />

de tuin steeds donkerder kleurden wanneer ik mijn inktpatronen<br />

erboven leeg liet lekken.<br />

Pas veel later realiseerde ik me dat het al vroeger begonnen<br />

was. Zeven was ik misschien, toen ik tussen de middag uit<br />

school kwam om mijn boterham te eten. Het was hartje winter,<br />

er was al dagen sneeuw voorspeld. Mijn sleetje stond<br />

klaar, vader had het die zaterdag een nieuw verflaagje gegeven.<br />

Maar de sneeuw bleef in de lucht hangen tot onze grote<br />

teleurstelling.<br />

Ik vond hem zat op de bovenste tree van de trap. Hij droeg<br />

zijn donkergrijze pak met de streepjesstropdas die ik zo mooi<br />

vond. Zijn slanke handen met de gouden trouwring lagen op<br />

zijn knieën.<br />

‘Papa, wat doe jij hier?’ riep ik. Zijn blauwe ogen lichtten op<br />

toen hij mij zag. Hij trok me naar zich toen en liet zijn vingers<br />

over mijn handpalm dansen.<br />

‘Mijn sokken,’ zei hij, ‘enkel mijn sokken nog. Ik kan ze nergens<br />

vinden.’ Zijn voeten die een tree lager naast elkaar op de<br />

betonnen trap stonden waren wit. Ik zag ze alleen in de<br />

zomer, als we aan het strand waren, maar dan waren ze niet<br />

zo wit. Ik sprong op om zijn sokken uit de onderste la in de<br />

gangkast te pakken en bracht ze naar hem. Gretig, als een uitgehongerd<br />

dier trok hij ze uit mijn handen.<br />

‘Dank je, kindje,’ zei hij. ‘Dank je, dank je.’ Hij trok zijn sokken<br />

aan, wreef ze met zijn handen glad over zijn voeten en<br />

ging staan. Hij was lang, ik reikte tot het midden van zijn<br />

buik.<br />

‘Weet je wat Tilly,’ zei hij. Hij noemde me alleen Tilly als we<br />

met zijn tweeën waren. Met mijn moeder erbij was het<br />

Mathilde. ‘Ik ben nu toch al te laat. We kunnen net zo goed<br />

samen uitgebreid lunchen. Lust je een roerei?’ We lachten.<br />

Hij en ik, geen speld tussen te krijgen.<br />

Op school werd er voortdurend over me gefluisterd. Ik<br />

merkte het aan het plotselinge zwijgen als ik ergens binnenkwam,<br />

het stiekeme wijzen als ze dachten dat ik niet keek.<br />

Het wende, zoals alles wende. Het mooiste meisje uit mijn<br />

klas, dat het jaar daarvoor ook nog het pianoconcours won,<br />

zei tegen me, op een vol schoolplein, dat mijn vader gek was.<br />

Ik haalde mijn schouders op.<br />

40 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!