31.07.2013 Views

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.34 - binnenwerk.indd - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Schoonheid... is... niet... te... vangen. De woorden zoemen al<br />

uren door zijn hoofd. Theodor spreekt ze zachtjes uit terwijl<br />

hij met zijn vingers langs de stof van de jasjes glijdt. ‘Zei je<br />

iets?’ Laila kijkt hem vragend aan vanaf de rand van het<br />

ouderlijk bed. Ze heeft iets slungeligs op een aantrekkelijke<br />

manier. Haar halflange bruine hangt sluik langs haar gezicht.<br />

Ze draagt een oude spijkerbroek en een geel T-shirtje met het<br />

cijfer 51 erop gedrukt. ‘Nah,’ hij haalt zijn schouders op en<br />

pakt een stapeltje overhemden. ‘Het witte? Of dat met streepjes?’<br />

Laila schudt ontkennend haar hoofd. Ze pakt het<br />

gestreepte overhemd uit zijn handen en kijkt er kritisch naar.<br />

‘Mmm... ’t boordje is versleten, maar oké, hij had dit vaak<br />

aan.’ Ze legt het hemd op het bed. ‘Blauw of bruin pak?’<br />

vraagt Theodor. ‘Het blauwe...’ Hij reikt haar de hanger met<br />

de knisperende zak aan. ‘Sokken? Schoenen?’ Theodor kijkt<br />

haar vragend aan. ‘Uuhhhh…’ Laila tuurt tussen haar sliertharen<br />

naar het plafond en bijt op haar onderlip. Dan schiet<br />

ze in de lach. Het geluid borrelt op, diep vanuit haar keel.<br />

Theodor kijkt naar zijn zus. Ze heeft haar hoofd naar achteren<br />

geworpen. Een streepje buik tussen T-shirt en spijkerbroek<br />

schokt op en neer.<br />

‘Wat een wijf,’ denkt hij, en begint te lachen. Na de eerste<br />

gezamenlijke golf, kijken ze elkaar aan. Dan beginnen ze<br />

opnieuw. Harder. Steeds harder. Laila laat zich achterover op<br />

het bed vallen. Tranen biggelen over haar wangen. Theodor<br />

legt zijn hand op zijn borst en zoekt steun op de rand van een<br />

stoel. ‘Schoenen...,’ hijgt hij. Laila’s lichaam begint nog heviger<br />

te schokken. Ze huilt. Theodor gaat naast haar op het bed<br />

zitten en slaat zijn armen om haar heen. Ze kruipt met haar<br />

hoofd in de kom van zijn schouder. Hij ruikt de zoete fruitgeur<br />

van de shampoo die ze die ochtend heeft gebruikt en<br />

kust zachtjes haar kruin. Eenmaal tot bedaren gekomen kijkt<br />

ze hem aan. Dan zegt ze: ‘We kunnen hem ook zijn pantoffels<br />

aandoen.’ Een nieuw lachsalvo schalt door het huis, terwijl<br />

beneden in de keuken het laatste koffiekopje wordt afgewassen.<br />

’s Avonds poetst Theodor zijn tanden voor de spiegel in de<br />

badkamer. Op het marmeren richeltje boven de wasbak staat<br />

een onuitgespoelde scheerkwast vol scheerschuim. Er ligt een<br />

blauw plastic scheermesje naast. Kleine baardhaartjes kleven<br />

aan de mesjes. Hij pakt een flesje aftershave op. Tabac. Oudemannengeur.<br />

Hij ruikt eraan en trekt een vies gezicht. Hij zet<br />

het flesje terug naast een oud, vettig borsteltje vol grijze<br />

haren. Eergisteren waste hij zijn gezicht, denkt Theodor. Eergisteren<br />

poetste hij zijn tanden, deed hij zijn kunstgebit in<br />

een glas water en legde zijn leesbril op het nachtkasje. Een<br />

onttakelde man die gaat slapen. Theodor slaat de dekens van<br />

het bed open en gaat op de plaats van zijn vader liggen, naast<br />

zijn moeder. Hij kijkt haar aan. ‘Gaat het?’ fluistert hij. Ze<br />

knikt stilletjes. Een traan rolt langs haar neus. Hij veegt hem<br />

zachtjes weg met het puntje van zijn wijsvinger en pakt haar<br />

hand. Ze knijpt hard in zijn vingers. Haar hand ontspant pas<br />

als ze in slaap is gevallen.<br />

Het beeld dat zich die nacht een paar keer aan hem opdringt,<br />

is dit: zijn vader ligt alleen in zijn kist onder de grond. Zijn<br />

neus en gedeelten van de huid op zijn gezicht zijn al verdwenen,<br />

de schedel schijnt er doorheen. De weinige plukjes haar,<br />

aan de zijkant van de schedel, vormen een vrolijke krans om<br />

het hoofd. De leesbril staat voor de holle oogkassen. Het<br />

blauwe pak is nog intact. Twee benige handen steken uit de<br />

mouwen. Witte beestjes kruipen over hem heen. Ze knagen.<br />

De vragen gieren door zijn hoofd: Kunnen we het lichaam<br />

achterlaten in de koude grond? Ze zeggen dat lichaam<br />

en geest van elkaar gescheiden raken. Maar wie kan dit<br />

bewijzen?<br />

Zijn moeder slaapt nog als Theodor tussen de lakens uit glipt.<br />

Beneden in de keuken zet hij koffie. Dan loopt hij zijn vaders<br />

doka binnen en pakt een camera van de plank. Het is een<br />

oude Yashica, een zes-bij-zescamera. Zijn vaders favoriet. Hij<br />

pakt het voorwerp en loopt zachtjes naar beneden, de hal<br />

door, de voordeur uit. Theodor start de motor van zijn moeders<br />

auto en rijdt naar het mortuarium van het ziekenhuis.<br />

De Yashica hangt aan een riem over zijn schouder. Hij heeft<br />

twee rolletjes film gekocht, eentje zit al in de camera. De teller<br />

staat op nul. Een dikke vrouw in een wit jasje met roodgeverfd<br />

haar laat hem binnen. ‘Ik heb uw vader net uit de<br />

koelcel gehaald. Hij ligt in die kamer.’ Ze knikt met haar<br />

hoofd richting een gesloten deur, van waaruit – door het<br />

matte glas – een blauwwit licht naar buiten schijnt.<br />

Hij gaat naar binnen. Zijn vader ligt in een lang wit hemd in<br />

het midden van de ruimte op een stalen roltafel. Een laken is<br />

over zijn buik en benen gelegd. Het tl-licht maakt zijn immer<br />

gebruinde vader onwerkelijk bleek. Theodor strijkt met zijn<br />

vingers langs de ijskoude wangen. Ze zijn zacht en fijn als dat<br />

van een kind. Hij laat zijn hand afdwalen over het lichaam.<br />

Iemand heeft de handen van zijn vader keurig over elkaar<br />

heen gevouwen. De aderen aan de bovenkant zijn dik, alsof<br />

het bloed er nog doorheen stroomt. Twee pleisters, een boven<br />

op de linkerhand en een onder aan de rechterhand vormen<br />

het laatste bewijs van een poging tot behoud van leven. De<br />

toppen van de vingers zijn gelig en eeltig. De lange nagels aan<br />

de uiteinden licht oranje gekleurd. Dat had zijn vader al<br />

jaren. Gele handen, aangetast door de chemicaliën.<br />

Theodor loopt naar het voeteneind en vist de camera uit zijn<br />

rugzak. Hij stelt het diafragma in: 5.6 Hij zakt door zijn<br />

knieën, kijkt door de zoeker en stelt scherp op de zijkant van<br />

de neus. Een mooie trotse haviksneus, met in de boog van de<br />

neusvleugel een grote ronde pukkel. Aan de zijkant, vlak<br />

onder het gesloten ooglid, loopt een diepe schuine geul. De<br />

afdruk van een te zwaar brilmontuur. Klik. Nu stelt hij scherp<br />

op de fijne witte baardhaardjes op de wangen. Klik. Theodor<br />

staat op en gaat boven zijn vader hangen. Hij stelt scherp op<br />

het gezicht, de metalen tafel glanst op de achtergrond. De kin<br />

is ingezakt en de mond staat iets open. ‘Net een gleuf waar je<br />

muntjes doorheen kan laten glijden.’ Theodor schrikt van<br />

zijn eigen gedachte, deinst naar achteren en gaat dan aan het<br />

hoofdeinde staan. Hij stelt het diafragma in op 4.5. Klik. Hij<br />

loopt naar het voeteneind, aarzelt en stelt scherp op de waaier<br />

van tenen. Klik. Dan doet Theodor een paar passen naar<br />

voren en twijfelt. Zal hij? Zijn hand glijdt over het laken.<br />

Hij schuift het een stukje langs de haarloze benen omhoog.<br />

Roomblanke borsten, denkt hij.<br />

16 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 <strong>Lava</strong> 13.3/13.4 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!